Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
24 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap
Titre
24 DECEMBRE 2012. - Arrêté ministériel portant exécution de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 portant octroi d'aide aux projets visant à promouvoir l'entrepreneuriat
Informations sur le document
Info du document
Tekst (19)
Texte (19)
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 : besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot toekenning van steun aan projecten ter bevordering van het ondernemerschap.
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 portant octroi d'aide aux projets visant à promouvoir l'entrepreneuriat.
Art.2. Ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 bevat dit besluit een oproep tot indiening van subsidieaanvragen voor projecten rond ondernemerschapsbevordering bij starters, generiek of met aandacht voor specifieke doelgroepen.
Art.2. En exécution de l'article 11 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, le présent arrêté comporte un appel à l'introduction de demandes de subvention pour des projets visant à promouvoir l'entrepreneuriat auprès des entrepreneurs débutants, qui sont génériques ou qui portent une attention particulière à des groupes cibles spécifiques.
Art.3. De specifieke thema's, vermeld in artikel 11, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, voor deze oproep zijn "Generieke projecten naar starters", "Starters in creatieve sectoren", "Starters in kennisintensieve diensten & vrije beroepen" en "Kennisgebaseerde bedrijven en spin-offs". Deze thema's worden verduidelijkt in de handleiding die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd en er integraal deel van uitmaakt.
Art.3. Les thèmes spécifiques, visés à l'article 11, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 pour cet appel sont "Projets génériques pour entrepreneurs débutants", "Entrepreneurs débutants dans des secteurs créatifs", "Entrepreneurs débutants dans des services à haute intensité de connaissances & professions libérales" et "Entreprises basées sur les connaissances et spin-offs". Ces thèmes sont précisés dans le manuel joint comme annexe 1re au présent arrêté et en faisant partie intégrante.
Art.4. § 1. Enkel projecten die ten goede komen aan het ondernemerschap in het Vlaamse Gewest komen in aanmerking voor steun.
  § 2. Projectvoorstellen die in aanmerking komen voor steun binnen het reeds bestaande ondersteuningsinstrumentarium dat de Vlaamse overheid via één van haar agentschappen of administraties aanbiedt, komen niet in aanmerking voor ondersteuning via deze oproep.
  § 3. De ingediende projecten dienen complementair te zijn met de reeds lopende initiatieven, ondersteund door de Vlaamse Regering, in het bijzonder aan de maatregel voor steun voor advies aan prestarters en additioneel aan het reeds bestaande aanbod van tools, diensten en instrumenten.
Art.4. § 1er. Seuls les projets bénéficiant à l'entrepreneuriat en Région flamande sont éligibles à l'aide.
  § 2. Les propositions de projet éligibles à l'aide dans les instruments d'appui déjà existants, offerts par l'Autorité flamande par le biais d'une de ses agences ou administrations, ne peuvent pas bénéficier d'appui via cet appel.
  § 3. Les projets introduits doivent être complémentaires aux initiatives en cours qui bénéficient du soutien du Gouvernement flamand, notamment à la mesure d'aide pour avis aux candidats entrepreneurs et additionnellement à l'offre existante d'outils, de services et d'instruments.
Art.5. Ter uitvoering van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt een project goedgekeurd voor een periode van maximaal 24 maanden en dient het project te starten uiterlijk 6 maanden na de indiening van de aanvraag voor steun. De kosten die door de indiener (of namens het samenwerkingsverband) gemaakt worden voor de datum van de indiening van het project komen niet in aanmerking voor subsidie.
Art.5. En exécution de l'article 7 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, un projet est approuvé pour une période de 24 mois au maximum et doit commencer au plus tard 6 mois après l'introduction de la demande d'aide. Les frais exposés par le proposant (ou au nom du partenariat) avant la date de l'introduction du projet ne sont pas éligibles à la subvention.
Art.6. § 1. Ter uitvoering van artikel 11, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt de subsidie-enveloppe voor deze oproep vastgesteld op maximaal 8.000.000 euro (acht miljoen euro). Dat bedrag wordt vastgelegd op rubriek 33.06 van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid voor het begrotingsjaar 2012.
  § 2. De subsidie-enveloppe wordt als volgt verdeeld over de thema's, vermeld in artikel 3 :
  1° Generieke projecten naar starters : maximaal 1.500.000 euro;
  2° Starters in creatieve sectoren : maximaal 1.500.000 euro;
  3° Starters in kennisintensieve diensten & vrije beroepen : maximaal 1.000.000 euro;
  4° Kennisgebaseerde bedrijven en spin-offs : maximaal 4.000.000 euro.
  Indien na beoordeling en opmaak van de rangschikking van de ontvankelijke projecten zou blijken dat het budget voorzien voor één van de thema's wordt onderbenut, terwijl er voor andere thema's een overbevraging is, dan kan de minister - in het belang van een kwalitatieve invulling van de projectoproep - een verschuiving van de voorziene budgetten doorvoeren. Hetzelfde geldt indien er binnen één of meerdere van de thema's onvoldoende kwalitatieve projecten blijken te zijn om het voorziene budget voor deze thema's volledig op te gebruiken.
Art.6. § 1er. En exécution de l'article 11, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'enveloppe subventionnelle pour cet appel est fixée à un maximum de 8.000.000 euros (huit millions d'euros). Ce montant est inscrit à la rubrique 33.06 du Fonds pour la Politique d'Encadrement économique pour l'année budgétaire 2012.
  § 2. L'enveloppe subventionnelle est répartie de la façon suivante entre les thèmes, visés à l'article 3 :
  1° Projets génériques pour entrepreneurs débutants : au maximum 1.500.000 euros;
  2° Entrepreneurs débutants dans des secteurs créatifs : au maximum 1.500.000 euros;
  3° Entrepreneurs débutants dans des services à haute intensité de connaissances & professions libérales : au maximum 1.000.000 euros;
  4° Entreprises basées sur les connaissances et spin-offs : au maximum 4.000.000 euros.
  Si, après l'évaluation et le classement de tous les projets recevables, il s'avérait que le budget prévu pour un des thèmes n'est pas entièrement utilisé alors qu'il existe une très forte demande pour d'autres thèmes, le Ministre peut - dans l'intérêt de la qualité de l'appel aux projets - effectuer un glissement des budgets prévus. Cela vaut également s'il s'avère qu'un ou plusieurs thèmes comporte des projets de qualité insuffisante pour utiliser entièrement le budget prévu pour ces thèmes.
Art.7. § 1. Ter uitvoering van artikel 10, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 bedraagt de subsidie per project maximaal 500.000 euro (vijfhonderdduizend euro).
  § 2. Ter uitvoering van artikel 10, § 2, en artikel 11, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt het steunpercentage bepaald op 80 % van de aanvaardbare projectkosten, in voorkomend geval beperkt tot maximaal het netto te financieren saldo. De aanvaardbare kosten worden vermeld in de controlerichtlijnen die als bijlage 2 gevoegd zijn bij dit besluit en er integraal deel van uitmaken.
  § 3. Als personeelsleden, van wie kosten worden ingebracht in het project, in dezelfde periode ook nog werkzaam zijn of zullen zijn op andere gesubsidieerde projecten van om het even welke overheid of op projecten waarvoor kosten zullen worden gefactureerd aan derden, moet een overzicht worden toegevoegd van de tijd die door het personeelslid in die periode aan elk van die andere projecten zal worden besteed. Er kan slechts maximum 100 % van het loon over de verschillende projecten heen worden toegewezen. Hetzelfde principe geldt voor de andere kostenrubrieken, vermeld in artikel 10, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009.
  § 4. Ter uitvoering van artikel 11, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt het minimumpercentage van private inbreng bepaald op 20 % . Een omschrijving van het begrip 'private inbreng' is opgenomen in de handleiding.
Art.7. § 1er. En exécution de l'article 10, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'enveloppe subventionnelle pour cet appel est fixée à un maximum de 500.000 euros (cinq millions d'euros).
  § 2. En exécution des articles 10, § 2, et 11, 3°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, le pourcentage d'aide est fixé à 80 % des frais de projet acceptables, le cas échéant limité au solde net à financer. Les frais acceptables sont mentionnés dans les directives de contrôle, jointes comme annexe 2 au présent arrêté et en faisant partie intégrante.
  § 3. Lorsque les membres du personnel, dont des frais sont imputés au projet, travaillent ou travailleront pendant la même période à d'autres projets subventionnés de n'importe quelle autorité ou à des projets pour lesquels des frais seront facturés à des tiers, un aperçu indiquant le temps que le membre du personnel consacrera pendant cette période à chacun de ces autres projets, doit être ajouté. Un maximum de 100 % du traitement peut être attribué sur l'ensemble des différents projets. Ce principe s'applique également aux autres rubriques des frais, visées à l'article 10, § 4, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009.
  § 4. En exécution de l'article 11, 5°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, le pourcentage minimal d'apport privé est fixé à 20 %. Une description de la notion "apport privé" est reprise dans le manuel.
Art.8. Ter uitvoering van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 komen alleen privaatrechtelijke entiteiten, al dan niet in samenwerkingsverband, in aanmerking om deel te nemen aan deze oproep. De uitzondering hierop is Flanders District of Creativity, dat kan optreden als indiener voor het thema "Starters in creatieve sectoren".
  Ondernemingen, publiekrechtelijke entiteiten, erkende Vlaamse onderwijsinstellingen en incubatiecentra kunnen wel optreden als betrokken projectpartners maar kunnen zelf geen aanvraag indienen.
  In het kader van deze oproep worden entiteiten beschouwd als publiek als ze worden beschouwd als een administratieve overheid, zoals vermeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Daarbij worden volgende criteria en indicaties ter beoordeling gehanteerd :
  - het feit of de indiener opgericht of erkend is door de overheid;
  - het feit of de indiener de bevoegdheid heeft om op éénzijdige wijze voor derden bindende beslissingen uit te vaardigen;
  - het feit of de indiener belast is met een taak van algemeen belang of een taak van een openbare dienst;
  - het feit of de indiener onder de controle of het toezicht valt van de overheid.
  De indiener moet beschikken over rechtspersoonlijkheid en een inschrijvingsnummer hebben in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
Art.8. En exécution de l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, seules les entités de droit privé, au sein ou non d'un partenariat, sont éligibles à participer à cet appel. Une exception a été faite pour Flanders District of Creativity, qui peut agir comme proposant pour le thème "Entrepreneurs débutants dans des secteurs créatifs".
  Les entreprises, les entités de droit public, les établissements d'enseignement flamands agréés et les centres d'incubation peuvent effectivement agir comme partenaires associés au projet, mais ne peuvent pas eux-mêmes introduire une demande.
  Dans le cadre de cet appel, les entités sont considérées comme publiques si elles sont considérées comme une autorité administrative, telle que visée à l'article 14 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973. Dans ce contexte, les critères et indications d'évaluation suivants sont utilisés :
  - le fait que le proposant est créé ou agréé par l'autorité;
  - le fait que le proposant a la compétence de prendre des décisions unilatérales contraignantes à l'égard de tiers;
  - le fait que le proposant est chargé d'une tâche d'intérêt général ou d'une tâche d'un service public;
  - le fait que le proposant se trouve sous le contrôle ou la supervision de l'autorité.
  Le proposant est doté de la personnalité juridique et dispose d'un numéro d'immatriculation auprès de la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE).
Art.9. Ter uitvoering van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 komen alleen de indiener, en in het geval er sprake is van een samenwerkingsverband, ook de partners van dit samenwerkingsverband in aanmerking voor steun. Publiekrechtelijke entiteiten en publiekrechtelijke ondernemingen komen als projectpartner in een samenwerkingsverband niet in aanmerking voor steun.
Art.9. En exécution de l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, seuls le proposant et, s'il est question d'un partenariat, également les partenaires de ce partenariat sont éligibles à l'aide. Les entités de droit public et les entreprises de droit public ne sont pas éligibles à l'aide en tant que partenaire au projet au sein d'un partenariat.
Art.10. Ter uitvoering van de artikelen 11, 6°, en 11, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 moeten de subsidieaanvragen ingediend worden op het specifiek daarvoor ontworpen aanvraagformulier (inclusief de vereiste bijlagen AV1 "Projectbegroting", AV2 "Kwaliteitscharter" en AV3 "Samenwerkingsovereenkomst"), dat als bijlage 3 gevoegd is bij dit besluit en er integraal deel van uitmaakt. Zowel de elektronische als papieren versie van deze documenten moeten uiterlijk op 25 april 2013 om 12 uur in het bezit zijn van het Agentschap Ondernemen. Bij het indienen van de subsidieaanvraag moet er rekening gehouden worden met de bepalingen van de handleiding.
  Om de indieningsdatum te bepalen, geldt :
  1° bij afgifte : de datum en het uur op het ontvangstbewijs;
  2° bij versturing per post : de postdatum;
  3° bij verzending per e-mail : de datum en het uur van ontvangst op de servers van het Agentschap Ondernemen.
  Het ingevulde aanvraagformulier inclusief de vereiste bijlagen AV1 "Projectbegroting", AV2 "Kwaliteitscharter" en AV3 "Samenwerkingsovereenkomst" worden elektronisch doorgestuurd via mail naar :
  oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
  De aanvrager bezorgt daarnaast een afgedrukte en ondertekende versie van deze documenten aan het Agentschap Ondernemen door deze met de post op te sturen naar of af te geven bij het Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid, Koning Albert II-laan 35, bus 12, 1030 Brussel.
  Het aanvraagformulier inclusief de vereiste bijlagen AV1 "Projectbegroting", AV2 "Kwaliteitscharter", AV3 "Samenwerkingsovereenkomst" en AV4 "checklist ontvankelijkheid" en de handleiding zijn vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikbaar bij het Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse overheid, Koning Albert II-laan 35, bus 12, in 1030 Brussel :
  e-mail : oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
  website : www.agentschapondernemen.be/themas/oproep-starters
Art.10. En exécution de l'article 11, points 6° et 7°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, les demandes de subvention doivent être introduites par le biais du formulaire de demande conçu spécifiquement à cet effet (y compris les annexes requises AV1 "Budget du projet" et AV2 "Charte de la qualité" et AV3 "Accord de coopération"), joint en annexe 3 au présent arrêté et en faisant partie intégrante. Tant la version électronique que la version papier de ces documents doivent être en possession de l'"Agentschap Ondernemen" (Agence de l'entrepreneuriat) le 25 avril 2013 à 12 heures au plus tard. Lors de l'introduction de la demande de subvention, il doit être tenu compte des dispositions du manuel.
  Pour déterminer la date d'introduction, valent :
  1° en cas de remise : la date et l'heure mentionnées sur le récépissé;
  2° en cas d'envoi par courrier : la date de la poste;
  3° en cas d'envoi par e-mail : la date et l'heure de réception figurant sur les serveurs de l'"Agentschap Ondernemen".
  Le formulaire de demande rempli, y compris les annexes requises AV1 "Budget du projet", AV2 "Charte de la qualité" et AV3 "Accord de coopération", est transmis par voie électronique à l'adresse e-mail :
  oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
  Le demandeur transmet également une version imprimée et signée de ces documents à l'"Agentschap Ondernemen" en les envoyant par la poste ou en les remettant à l'adresse suivante : Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid, Koning Albert II-laan 35, bus 12, 1030 Brussel.
  A partir de l'entrée en vigueur du présent arrêté, le formulaire de demande, y compris les annexes requises AV1 "Budget du projet", AV2 "Charte de la qualité" et AV3 "Accord de coopération" et le manuel sont disponibles auprès de l'Agentschap Ondernemen, Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid de l'Autorité flamande, Koning Albert II-laan 35, bus 12, à 1030 Brussel.
  e-mail : oproep.ondernemerschap@agentschapondernemen.be
  site web : www.agentschapondernemen.be/themas/oproep-starters
Art.11. § 1. Ter uitvoering van artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 bepaalt het Agentschap Ondernemen de criteria voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de ingediende projectvoorstellen. Deze ontvankelijkheidscriteria worden opgenomen in de handleiding. Alle ingediende projectvoorstellen worden getoetst aan deze ontvankelijkheidscriteria.
  § 2. Projecten die niet ontvankelijk zijn, worden uitgesloten van de verdere selectieprocedure.
Art.11. § 1er. En exécution de l'article 15, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'"Agentschap Ondernemen" détermine les critères de l'évaluation de la recevabilité des propositions de projet introduites. Ces critères de recevabilité sont repris au manuel. Toutes les propositions de projet introduites sont évaluées sur la base de ces critères de recevabilité.
  § 2. Les projets non recevables sont exclus de la procédure de sélection ultérieure.
Art.12. Ter uitvoering van artikel 11, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt voor elk beoordelingscriterium een score op een schaal van 1 tot 5 toegekend, waarbij :
  1° 1 staat voor onvoldoende;
  2° 2 staat voor redelijk;
  3° 3 staat voor goed;
  4° 4 staat voor meer dan goed;
  5° 5 staat voor uitstekend.
  Ter uitvoering van artikel 11, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 mag een project geen score 1 en niet meer dan twee keer score 2 krijgen om opgenomen te worden in de rangschikking. De projecten worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun totaalscore tot de enveloppe opgebruikt is.
  Er wordt bij deze oproep geen gewicht toegekend aan het beoordelingscriterium 1°, a), vermeld in artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering.
  Alle beoordelingscriteria van deze oproep zijn gelijkwaardig in de berekening van de totaalscore behoudens de beoordelingscriteria, vermeld onder 2°, a) en 2°, b) in artikel 16, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, die dubbel tellen.
Art.12. En exécution de l'article 11, 8°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, une cote sur une échelle de 1 à 5 est attribuée à chaque critère d'évaluation, où :
  1° 1 correspond à insuffisant;
  2° 2 correspond à raisonnable;
  3° 3 correspond à bien;
  4° 4 correspond à plus que bien;
  5° 5 correspond à excellent.
  En exécution de l'article 11, 4°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, un projet ne peut obtenir aucune cote 1 et pas plus de deux fois la cote 2 pour être repris au classement. Les projets sont classés en ordre descendant en fonction de leur cote totale jusqu'à épuisement de l'enveloppe.
  Lors de cet appel, aucun poids n'est attribué au critère d'évaluation 1°, a), visé à l'article 16, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand.
  Tous les critères d'évaluation de cet appel sont équivalents lors du calcul de la cote totale, sauf les critères d'évaluation visés au point 2°, a) et 2°, b), de l'article 16, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, qui comptent double.
Art.13. Ter uitvoering van artikel 11, 9°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 bepaalt het Agentschap Ondernemen de samenstelling van de jury en de wijze van jurering.
Art.13. En exécution de l'article 11, 9°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'"Agentschap Ondernemen" détermine la composition du jury et le mode de jugement.
Art.14. Ter uitvoering van artikel 16, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 kan een project negatief beoordeeld worden :
  1° indien de indiener of eventuele partners van het samenwerkingsverband in het project onvoldoende financiële draagkracht hebben voor de uitvoering of het welslagen ervan;
  2° indien de indiener of eventuele partners van het samenwerkingsverband in het project niet voldoen aan andere verplichtingen of vergunningen vanwege de overheid;
  3° indien de indiener of eventuele partners van het samenwerkingsverband in het project blijk hebben gegeven van niet-correct gedrag naar aanleiding van vorige aanvragen, onder meer inzake informatieverstrekking, inhoudelijke en financiële verplichtingen of verslaggeving;
  4° indien de indiener of de partners van het samenwerkingsverband op de indieningsdatum van de steunaanvraag achterstallige schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben of een procedure op basis van Europees of nationaal recht lopen hebben waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.
Art.14. En exécution de l'article 16, § 3, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, un projet peut recevoir une évaluation négative :
  1° si le proposant ou les partenaires éventuels du partenariat au projet disposent d'une capacité financière insuffisante pour son exécution ou sa réussite;
  2° si le proposant ou les partenaires éventuels du partenariat au projet ne répondent pas à d'autres obligations ou autorisations imposées par les pouvoirs publics;
  3° si le proposant ou les partenaires éventuels du partenariat au projet ont fait preuve d'un comportement incorrect à l'occasion de demandes antérieures, entre autres en matière de fourniture d'informations, d'obligations financières et de fond ou de rapportage;
  4° si, à la date d'introduction de la demande d'aide, le proposant ou les partenaires du partenariat ont des dettes arriérées auprès de l'Office national de la Sécurité sociale ou font l'objet d'une procédure de recouvrement d'aides antérieures, fondée sur le droit européen ou national.
Art.15. § 1. In afwijking van artikel 11, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 wordt de subsidie uitbetaald in drie schijven :
  1° 30 % op zijn vroegst dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, op voorwaarde dat de indiener :
  a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt;
  b) verklaart dat het project is gestart;
  2° 30 % op zijn vroegst dertig dagen na de beslissing tot toekenning van de subsidie, op voorwaarde dat de indiener :
  a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt;
  b) aantoont via een ondertekende afrekeningsstaat van alle gerealiseerde ontvangsten en gemaakte kosten dat 60 % van de begrote kosten van het project gerealiseerd is;
  c) een tussentijds verslag indient;
  3° 40 %, na de beëindiging van het project, op voorwaarde dat :
  a) de indiener de uitbetaling van de schijf aanvraagt;
  b) de indiener een kwantitatief en kwalitatief eindverslag indient over het project waaruit blijkt in welke mate de vooropgestelde doelstellingen werden bereikt en een verantwoording ervan;
  c) de indiener een ondertekende afrekeningsstaat van alle gerealiseerde ontvangsten en gemaakte kosten indient;
  d) in de mate dat het saldo is verschuldigd, zoals moet blijken uit een positief inspectieverslag van het Agentschap Ondernemen.
  § 2. Voor projecten met een looptijd van meer dan één jaar moet de indiener het Agentschap Ondernemen tussentijds op de hoogte houden van de voortgang van het project aan de hand van een jaarlijkse rapportering. In dat geval is het bepaalde in § 1, 2°, c), niet van toepassing.
Art.15. § 1er. En exécution de l'article 11, 10°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, la subvention est payée en trois tranches :
  1° 30 % au plus tôt trente jours suivant la décision d'octroi de la subvention, à condition que le proposant :
  a) demande le paiement de la tranche;
  b) déclare que le projet a été lancé;
  2° 30 % au plus tôt trente jours suivant la décision d'octroi de la subvention, à condition que le proposant :
  a) demande le paiement de la tranche;
  b) démontre, à l'aide d'un relevé de décompte signé de toutes les recettes réalisées et de tous les frais exposés, que 60 % des frais estimés du projet sont réalisés;
  c) fasse parvenir un rapport intermédiaire;
  3° 40 % après la fin du projet, à condition que :
  a) le proposant demande le paiement de la tranche;
  b) le proposant introduise un rapport final quantitatif et qualitatif sur le projet dont il ressort dans quelle mesure les objectifs envisagés ont été réalisés et une justification des résultats;
  c) le proposant introduise un relevé de décompte signé de toutes les recettes réalisées et de tous les frais exposés;
  d) dans la mesure où le solde est dû, tel qu'il doit ressortir d'un rapport d'inspection positif de l'"Agentschap Ondernemen".
  § 2. Pour les projets ayant une durée de plus d'un an, le proposant doit tenir l'"Agentschap Ondernemen" au courant de l'avancement du projet à l'aide d'un rapportage annuel. Dans ce cas, la disposition du § 1er, 2°, c), ne s'applique pas.
Art.16. De richtlijnen met betrekking tot de in artikel 11, 11° vooropgestelde rapportage gaan als bijlage 4 bij dit besluit en er integraal deel van uitmaakt. De verslagen dienen aangeleverd te worden via het door het Agentschap Ondernemen aangeleverde format. In deze bijlage staan ook de communicatierichtlijnen opgenomen.
Art.16. Les directives relatives au rapportage visé à l'article 11, 11°, sont reprises en annexe 4 au présent arrêté et en font partie intégrante. Les rapports doivent être fournis via le format fourni par l'agence de l'entrepreneuriat. Cette annexe comporte également les directives de communication.
Art.17. Ter uitvoering van artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 kan het Agentschap Ondernemen vanaf de indiening van de subsidieaanvraag op elk moment controleren of de voorwaarden van het decreet van 16 maart 2012, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 en dit uitvoeringsbesluit worden nageleefd. Die controle kan, afhankelijk van het feit of de steun al dan niet werd toegekend, het gevolg hebben dat de subsidie wordt geweigerd, dan wel niet wordt uitbetaald of wordt teruggevorderd.
Art.17. En exécution de l'article 27 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009, l'"Agentschap Ondernemen" peut contrôler, à partir de l'introduction de la demande de subventionnement, à tout moment si les conditions du décret du 16 mars 2012, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 et du présent arrêté d'exécution sont respectées. Ce contrôle peut, en fonction du fait que l'aide a été octroyée ou non, entraîner que la subvention est refusée, soit ne pas payée ou recouvrée.
Art.18. De steun kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden indien de uiteindelijke kostprijs van het project kleiner is dan aanvankelijk werd begroot of aanvaard.
  Het Agentschap Ondernemen kan beslissen om niet over te gaan tot de uitbetaling van de subsidie, dan wel om de uitbetaling van de subsidie stop te zetten en de terugbetaling te eisen indien één van de volgende gevallen zich voordoet :
  1° het project voldoet niet aan alle bepalingen zoals vermeld in de oproep;
  2° de subsidie wordt niet aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;
  3° de begunstigde verhindert of belemmert de controle;
  4° het project werd onvolledig uitgevoerd of voortijdig stopgezet waardoor het vooropgestelde resultaat niet werd bereikt;
  5° het project heeft onvoldoende concrete resultaten opgeleverd in het Vlaamse Gewest.
Art.18. L'aide peut être recouvrée dans sa totalité ou partiellement si le coût final du projet est inférieur à ce qui a été estimé ou accepté initialement.
  L'"Agentschap Ondernemen" peut décider de ne pas procéder au paiement de la subvention, soit d'arrêter le paiement de la subvention et d'exiger le remboursement si un des cas suivants se présente :
  1° le projet ne répond pas à toutes les dispositions telles que visées à l'appel;
  2° la subvention n'est pas utilisée aux fins pour lesquelles elle a été octroyée;
  3° le bénéficiaire empêche ou entrave le contrôle;
  4° le projet n'a pas été réalisé complètement ou a été arrêté prématurément à la suite de quoi le résultat envisagé n'a pas été atteint;
  5° le projet a produit insuffisamment de résultats concrets en Région flamande.
Art. 19. Dit besluit treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan.
Art. 19. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa signature.
  Brussel, 24 december 2012.
  De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
  K. PEETERS
  Bruxelles, le 24 décembre 2012.
  Le Ministre flamand de l'Economie, de la Politique extérieure, de l'Agriculture et de la Ruralité,
  K. PEETERS