Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° wet van 16 mei 2003 : wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof
2° decreet van 8 juli 2011 : het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof;
3° primaire begunstigde : diegene aan wie de subsidie wordt toegekend en uitbetaald;
4° resultatenrekening : een overzicht van alle gerealiseerde opbrengsten en kosten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit;
5° subsidiebeslissing : elke beslissing tot toekenning van een subsidie, ongeacht de benaming of aard van de akte waarmee ze wordt toegekend;
6° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 DECEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende toerismesubsidies(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-02-2013 en tekstbijwerking tot 08-08-2019)
Titre
21 DECEMBRE 2012. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux subventions au tourisme(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-02-2013 et mise à jour au 08-08-2019)
Informations sur le document
Numac: 2013200569
Datum: 2012-12-21
Info du document
Numac: 2013200569
Date: 2012-12-21
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Definities
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen inzake investeringssu...
Afdeling 1. - Oproep tot indienen van aanvragen...
Afdeling 2. - Aanvraag van de subsidies
Afdeling 3. - Toekenning van de subsidies
Afdeling 4. - Aanwending van de subsidies
Afdeling 5. - Verantwoording van de aanwending ...
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen inzake algemene werki...
HOOFDSTUK 4. - Sancties en onverenigbaarheden
HOOFDSTUK 5. - Beroep bij de minister
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Définitions
CHAPITRE 2. - Dispositions en matière de subven...
Section 1re. - Appel d'introduction de demandes...
Section 2. - Demande de subventions
Section 3. - Octroi des subventions
Section 4. - Affectation des subventions
Section 5. - Justification de l'affectation des...
CHAPITRE 3. - Dispositions en matière de subven...
CHAPITRE 4. - Sanctions et incompatibilités
CHAPITRE 5. - Recours auprès du Ministre
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Tekst (37)
Texte (37)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1er. - Définitions
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
1° loi du 16 mai 2003 : la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des Comptes;
2° décret du 8 juillet 2011 : le décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, la comptabilité, l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, ainsi que le contrôle par la Cour des Compte;
3° bénéficiaire primaire : celui auquel la subvention est octroyée et payée;
4° compte des résultats : un aperçu de tous les bénéfices et recettes réalisés relatifs à l'activité subventionnée;
5° décision de subvention : toute décision d'octroi de subvention, quel que soit la dénomination ou la nature de l'acte par lequel elle est octroyée;
6° Ministre : le Ministre, chargé du tourisme.
1° loi du 16 mai 2003 : la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des Comptes;
2° décret du 8 juillet 2011 : le décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, la comptabilité, l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, ainsi que le contrôle par la Cour des Compte;
3° bénéficiaire primaire : celui auquel la subvention est octroyée et payée;
4° compte des résultats : un aperçu de tous les bénéfices et recettes réalisés relatifs à l'activité subventionnée;
5° décision de subvention : toute décision d'octroi de subvention, quel que soit la dénomination ou la nature de l'acte par lequel elle est octroyée;
6° Ministre : le Ministre, chargé du tourisme.
Art.2. Binnen de perken van de daartoe bestemde kredieten, ingeschreven op zijn begroting, kan Toerisme Vlaanderen toerismesubsidies toekennen.
Een toerismesubsidie [1 kan worden verleend voor de algemene werking, een investering of een project]1.
De gesubsidieerde activiteit moet passen in het door de Vlaamse Regering goedgekeurde strategische beleidsplan voor het toerisme in Vlaanderen-Brussel en in de beleidsprioriteiten van de minister, vermeld in de beleidsnota toerisme. Toerisme Vlaanderen stelt dit plan en de beleidsnota digitaal ter beschikking.
Een toerismesubsidie [1 kan worden verleend voor de algemene werking, een investering of een project]1.
De gesubsidieerde activiteit moet passen in het door de Vlaamse Regering goedgekeurde strategische beleidsplan voor het toerisme in Vlaanderen-Brussel en in de beleidsprioriteiten van de minister, vermeld in de beleidsnota toerisme. Toerisme Vlaanderen stelt dit plan en de beleidsnota digitaal ter beschikking.
Modifications
Art.2. Dans les limites des crédits affectés à cet effet, inscrits à son budget "Toerisme Vlaanderen" peut octroyer des subventions au tourisme.
Un subvention au tourisme [1 peut être accordée pour le fonctionnement général, un investissement ou un projet]1.
L'activité doit cadrer dans le plan politique stratégique approuvé par le Gouvernement flamand pour le tourisme en Flandre et à Bruxelles et dans les priorités politiques du Ministre mentionné dans la note politique relative au tourisme. "Toerisme Vlaanderen" met se plan et la note politique à la disposition par voie électronique.
Un subvention au tourisme [1 peut être accordée pour le fonctionnement général, un investissement ou un projet]1.
L'activité doit cadrer dans le plan politique stratégique approuvé par le Gouvernement flamand pour le tourisme en Flandre et à Bruxelles et dans les priorités politiques du Ministre mentionné dans la note politique relative au tourisme. "Toerisme Vlaanderen" met se plan et la note politique à la disposition par voie électronique.
Modifications
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen inzake investeringssubsidies en projectsubsidies
CHAPITRE 2. - Dispositions en matière de subventions aux investissements et de subventions aux projets
Afdeling 1. - Oproep tot indienen van aanvragen van subsidies
Section 1re. - Appel d'introduction de demandes de subventions
Art.3. Een investeringssubsidie of projectsubsidie kan worden toegekend na een jaarlijkse oproep tot indiening van aanvragen en kan betrekking hebben op :
1° investeringen in toeristische infrastructuur, met uitzondering van :
a) investeringen in toeristische logiezen, als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen;
b) investeringen in "Toerisme voor Allen"-verblijven, als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
2° investeringen in toeristische digitale producten;
3° de organisatie van evenementen met een duidelijk toeristisch potentieel;
4° de toeristische promotie of marketing;
5° het onderzoek of de studie met betrekking tot de toeristische sector;
6° de opmaak van strategische toeristische plannen;
7° de vorming of de opleiding in de toeristische sector.
1° investeringen in toeristische infrastructuur, met uitzondering van :
a) investeringen in toeristische logiezen, als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen;
b) investeringen in "Toerisme voor Allen"-verblijven, als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen";
2° investeringen in toeristische digitale producten;
3° de organisatie van evenementen met een duidelijk toeristisch potentieel;
4° de toeristische promotie of marketing;
5° het onderzoek of de studie met betrekking tot de toeristische sector;
6° de opmaak van strategische toeristische plannen;
7° de vorming of de opleiding in de toeristische sector.
Art.3. Une subvention à un investissement ou une subvention à un projet peut être accordée après un appel annuel d'introduction de demandes et peut avoir trait :
1° à des investissements dans l'infrastructure" touristique, à l'exception :
a) des investissements dans les logis touristiques, tels que cités dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 septembre 2011 fixant les conditions d'octroi de primes aux terrains pour résidences de loisirs de plein air;
b) des investissements dans les logis "Toerisme voor Allen", tels que cités dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mai 2004 relatif à l'agrément et au soutien financier d'associations dans le cadre de "Toerisme voor Allen";
2° à des investissements dans des produits touristiques numériques;
3° à l'organisation d'évènements ayant un potentiel touristique évident;
4° à la promotion ou au marketing touristique;
5° à des recherches ou études ayant trait au secteur touristique;
6° à l'établissement de plans touristiques stratégiques;
7° à l'éducation et la formation dans le secteur touristique.
1° à des investissements dans l'infrastructure" touristique, à l'exception :
a) des investissements dans les logis touristiques, tels que cités dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 septembre 2011 fixant les conditions d'octroi de primes aux terrains pour résidences de loisirs de plein air;
b) des investissements dans les logis "Toerisme voor Allen", tels que cités dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mai 2004 relatif à l'agrément et au soutien financier d'associations dans le cadre de "Toerisme voor Allen";
2° à des investissements dans des produits touristiques numériques;
3° à l'organisation d'évènements ayant un potentiel touristique évident;
4° à la promotion ou au marketing touristique;
5° à des recherches ou études ayant trait au secteur touristique;
6° à l'établissement de plans touristiques stratégiques;
7° à l'éducation et la formation dans le secteur touristique.
Art.4. De minister vaardigt voor elke oproep tot het indienen van aanvragen voor investeringssubsidies en projectsubsidies bepalingen uit die betrekking hebben op :
1° de inhoud en het doel van de oproep;
2° de termijn, die minimaal één maand moet bedragen, waarbinnen de subsidieaanvraag, op straffe van niet-ontvankelijkheid, moet worden ingediend;
3° het subsidiepercentage, dat niet meer kan bedragen dan 75 %;
4° de uitgaven die in aanmerking komen voor subsidiëring;
5° de kwantitatieve, kwalitatieve en geografische criteria op basis waarvan beoordeeld wordt of de aanvraag in aanmerking komt voor subsidiëring;
6° de wijze waarop in adviesorganen en -procedures kan worden voorzien per impulsprogramma.
Elke oproep tot indiening van aanvragen vermeldt de elementen, vermeld in het eerste lid.
1° de inhoud en het doel van de oproep;
2° de termijn, die minimaal één maand moet bedragen, waarbinnen de subsidieaanvraag, op straffe van niet-ontvankelijkheid, moet worden ingediend;
3° het subsidiepercentage, dat niet meer kan bedragen dan 75 %;
4° de uitgaven die in aanmerking komen voor subsidiëring;
5° de kwantitatieve, kwalitatieve en geografische criteria op basis waarvan beoordeeld wordt of de aanvraag in aanmerking komt voor subsidiëring;
6° de wijze waarop in adviesorganen en -procedures kan worden voorzien per impulsprogramma.
Elke oproep tot indiening van aanvragen vermeldt de elementen, vermeld in het eerste lid.
Art.4. Pour chaque appel d'introduction de demandes de subventions aux investissements ou aux projets, le Ministre promulgue des dispositions qui ont trait :
1° au contenu et à l'objectif d l'appel ;
2° au délai, qui doit comprendre un mois au moins, pendant lequel la demande de subvention, sous peine de non-recevabilité, doit être introduite;
3° au pourcentage de la subvention, qui ne peut pas être supérieur à 75 %;
4° aux dépenses entrant en ligne de compte pour le subventionnement;
5° aux critères quantitatifs, qualitatifs et géographiques sur la base desquels il sera évalué si la demande est éligible à la subvention;
6° à la manière dont des organes et procédures consultatifs peuvent être prévus par programme d'impulsion.
Chaque appel d'introduction de demandes mentionne les éléments, cités dans l'alinéa premier.
1° au contenu et à l'objectif d l'appel ;
2° au délai, qui doit comprendre un mois au moins, pendant lequel la demande de subvention, sous peine de non-recevabilité, doit être introduite;
3° au pourcentage de la subvention, qui ne peut pas être supérieur à 75 %;
4° aux dépenses entrant en ligne de compte pour le subventionnement;
5° aux critères quantitatifs, qualitatifs et géographiques sur la base desquels il sera évalué si la demande est éligible à la subvention;
6° à la manière dont des organes et procédures consultatifs peuvent être prévus par programme d'impulsion.
Chaque appel d'introduction de demandes mentionne les éléments, cités dans l'alinéa premier.
Afdeling 2. - Aanvraag van de subsidies
Section 2. - Demande de subventions
Art.5. § 1. De subsidieaanvraag moet worden ingediend bij Toerisme Vlaanderen met een aangetekende brief, door afgifte tegen ontvangstbewijs of op elektronische wijze.
Als bewijs van het tijdstip waarop de aanvraag is ingediend geldt :
1° in geval van een aangetekende brief : de datum van de poststempel;
2° in geval van afgifte tegen ontvangstbewijs : de datum van het ontvangstbewijs.
3° in geval van elektronische indiening : de datum van het elektronisch ontvangstbewijs bij Toerisme Vlaanderen.
De aanvraag wordt ingediend met het aanvraagformulier dat Toerisme Vlaanderen daarvoor ter beschikking stelt.
§ 2. De subsidie kan worden aangevraagd door :
1° gemeentebesturen of hun autonome bedrijven;
2° provinciebesturen of hun autonome bedrijven;
3° de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
4° verenigingen zonder winstoogmerk;
5° intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid;
6° publieke rechtspersonen;
7° private rechtspersonen;
8° grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid waaraan een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een provincie of de Vlaamse overheid deelneemt;
9° een samenwerkingsverband van de voormelde aanvragers.
Als bewijs van het tijdstip waarop de aanvraag is ingediend geldt :
1° in geval van een aangetekende brief : de datum van de poststempel;
2° in geval van afgifte tegen ontvangstbewijs : de datum van het ontvangstbewijs.
3° in geval van elektronische indiening : de datum van het elektronisch ontvangstbewijs bij Toerisme Vlaanderen.
De aanvraag wordt ingediend met het aanvraagformulier dat Toerisme Vlaanderen daarvoor ter beschikking stelt.
§ 2. De subsidie kan worden aangevraagd door :
1° gemeentebesturen of hun autonome bedrijven;
2° provinciebesturen of hun autonome bedrijven;
3° de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
4° verenigingen zonder winstoogmerk;
5° intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid;
6° publieke rechtspersonen;
7° private rechtspersonen;
8° grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid waaraan een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een provincie of de Vlaamse overheid deelneemt;
9° een samenwerkingsverband van de voormelde aanvragers.
Art.5. § 1er. La demande de subvention doit être introduite auprès de "Toerisme vlaanderen" par lettre recommandée, par remise contre récépissé ou par voie électronique.
Vaut comme preuve du moment d'introduction de la demande :
1° en cas d'une lettre recommandée : la date du cachet de la poste;
2° en cas de remise contre récépissé : la date du récépissé.
3° en cas d'introduction par voie électronique : la date du récépissé électronique auprès de "Toerisme Vlaanderen".
La demande est introduite au moyen du formulaire rendu disponible par "Toerisme Vlaanderen".
§ 2. La subvention peut être demandée par :
1° des administrations communales ou leurs régies autonomes;
2° des administrations provinciales ou leurs régies autonomes;
3° la "Vlaamse Gemeenschapscommissie" (Commission communautaire flamande);
4° des associations sans but lucratif;
5° des structures de coopération intercommunales dotées de la personnalité juridique;
6° des personnes morales publiques;
7° des personnes morales privées;
8° des structures de coopération transfrontalières dotées de la personnalité juridique auxquelles participent une commune, une structure de coopération intercommunale, une province ou l'Autorité flamande;
9° une structure de coopération entre les demandeurs précités.
Vaut comme preuve du moment d'introduction de la demande :
1° en cas d'une lettre recommandée : la date du cachet de la poste;
2° en cas de remise contre récépissé : la date du récépissé.
3° en cas d'introduction par voie électronique : la date du récépissé électronique auprès de "Toerisme Vlaanderen".
La demande est introduite au moyen du formulaire rendu disponible par "Toerisme Vlaanderen".
§ 2. La subvention peut être demandée par :
1° des administrations communales ou leurs régies autonomes;
2° des administrations provinciales ou leurs régies autonomes;
3° la "Vlaamse Gemeenschapscommissie" (Commission communautaire flamande);
4° des associations sans but lucratif;
5° des structures de coopération intercommunales dotées de la personnalité juridique;
6° des personnes morales publiques;
7° des personnes morales privées;
8° des structures de coopération transfrontalières dotées de la personnalité juridique auxquelles participent une commune, une structure de coopération intercommunale, une province ou l'Autorité flamande;
9° une structure de coopération entre les demandeurs précités.
Art.6. § 1. De subsidieaanvraag omvat in ieder geval :
1° een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier als vermeld in artikel 5, § 1;
2° een verantwoording van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, waarin de volgende elementen behandeld worden :
a) het doel waarvoor de subsidie aangewend zal worden;
b) de activiteit, waarbij de aanvrager duidelijk maakt hoe die activiteit een bijdrage levert aan de beleidsnota toerisme en het strategisch beleidsplan voor het toerisme in Vlaanderen-Brussel en hoe ze in voorkomend geval voldoet aan de oproep vermeld in artikel 3;
c) een stappenplan van de activiteit;
d) de middelen die ingezet zullen worden, met een duidelijk overzicht van de eventuele cofinanciers en vermelding van de eventuele andere subsidiërende overheidsinstanties met inbegrip van het subsidiebedrag of het aangevraagde maar nog niet toegewezen subsidiebedrag;
e) als de subsidieaanvraag valt binnen het toepassingsgebied van de voorschriften van de Europese Commissie over de toepassing van artikel 107 en 108 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie op de-minimissteun : informatie over de door de subsidieaanvrager verkregen subsidies, premies en andere tegemoetkomingen van andere overheidsinstanties dan Toerisme Vlaanderen tijdens een periode van drie boekhoudkundige jaren die voorafgaan aan de subsidieaanvraag;
3° een begroting waarin voor de activiteit in kwestie een gedetailleerd overzicht wordt gegeven van :
a) een onderbouwde raming van alle kosten;
b) alle voorzienbare opbrengsten, inclusief alle reeds verkregen, aangevraagde of nog aan te vragen subsidies van een overheid.
Toerisme Vlaanderen verklaart de aanvraag niet-ontvankelijk als ze niet elk van de vereiste elementen bevat. Toerisme Vlaanderen bevestigt aan de aanvrager de ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag binnen een termijn van een maand na afloop van de indieningstermijn van de subsidieaanvraag.
§ 2. Toerisme Vlaanderen kan andere bijkomende gegevens of inlichtingen eisen, dan de gegevens of inlichtingen, vermeld in paragraaf 1.
Als de aanvrager ondanks het schriftelijke verzoek van Toerisme Vlaanderen die gegevens niet beschikbaar stelt binnen de gevraagde termijn, die ten minste veertien dagen moet bedragen, wordt de aanvraag als niet-ontvankelijk beschouwd.
1° een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier als vermeld in artikel 5, § 1;
2° een verantwoording van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, waarin de volgende elementen behandeld worden :
a) het doel waarvoor de subsidie aangewend zal worden;
b) de activiteit, waarbij de aanvrager duidelijk maakt hoe die activiteit een bijdrage levert aan de beleidsnota toerisme en het strategisch beleidsplan voor het toerisme in Vlaanderen-Brussel en hoe ze in voorkomend geval voldoet aan de oproep vermeld in artikel 3;
c) een stappenplan van de activiteit;
d) de middelen die ingezet zullen worden, met een duidelijk overzicht van de eventuele cofinanciers en vermelding van de eventuele andere subsidiërende overheidsinstanties met inbegrip van het subsidiebedrag of het aangevraagde maar nog niet toegewezen subsidiebedrag;
e) als de subsidieaanvraag valt binnen het toepassingsgebied van de voorschriften van de Europese Commissie over de toepassing van artikel 107 en 108 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie op de-minimissteun : informatie over de door de subsidieaanvrager verkregen subsidies, premies en andere tegemoetkomingen van andere overheidsinstanties dan Toerisme Vlaanderen tijdens een periode van drie boekhoudkundige jaren die voorafgaan aan de subsidieaanvraag;
3° een begroting waarin voor de activiteit in kwestie een gedetailleerd overzicht wordt gegeven van :
a) een onderbouwde raming van alle kosten;
b) alle voorzienbare opbrengsten, inclusief alle reeds verkregen, aangevraagde of nog aan te vragen subsidies van een overheid.
Toerisme Vlaanderen verklaart de aanvraag niet-ontvankelijk als ze niet elk van de vereiste elementen bevat. Toerisme Vlaanderen bevestigt aan de aanvrager de ontvankelijkheid van de subsidieaanvraag binnen een termijn van een maand na afloop van de indieningstermijn van de subsidieaanvraag.
§ 2. Toerisme Vlaanderen kan andere bijkomende gegevens of inlichtingen eisen, dan de gegevens of inlichtingen, vermeld in paragraaf 1.
Als de aanvrager ondanks het schriftelijke verzoek van Toerisme Vlaanderen die gegevens niet beschikbaar stelt binnen de gevraagde termijn, die ten minste veertien dagen moet bedragen, wordt de aanvraag als niet-ontvankelijk beschouwd.
Art.6. § 1er. La demande de subvention comprend en tout cas :
1° un formulaire de demande dûment complété et signé, tel que cité dans l'article 5, § 1er;
2° une justification de l'activité pour laquelle la subvention est demandée, dans laquelle les éléments suivants sont traités :
a) l'objectif auquel servira la subvention;
b) l'activité, pour laquelle le demandeur clarifie de quelle manière elle contribue à la note politique en matière de tourisme et au plan stratégique relatif au tourisme en Flandre - à Bruxelles et, le cas échéant, de quelle manière elle répond à l'appel cité dans l'article 3;
c) une feuille de route de l'activité;
d) les moyens qui seront engagés, avec un aperçu claire des des cofinanciers éventuels et avec mention d'autres instances publiques octroyant une subvention y compris le montant de la subvention ou du montant de la subvention demandée mais pas encore octroyée;
e) si la demande relève du domaine d'application des prescriptions de la Commission européenne relatives à l'application des articles 107 et 108 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis : l'information sur les subventions, primes et autres allocations obtenues par le demandeur de la subvention d'instances publiques autres que "Toerisme Vlaanderen" pendant une période de trois années comptables précédant la demande de subvention;
3° un budget dans lequel est repris pour l'activité en question, un aperçu détaillé :
a) de l'estimation fondée de tous les frais;
b) de tous les bénéfices prévisibles, y compris toutes les subventions d'une autorité déjà obtenues, demandées ou encore à demander.
"Toerisme Vlaanderen" déclare la demande irrecevable si elle ne contient pas chacun des éléments requis. "Toerisme Vlaanderen" confirme la recevabilité au demandeur de la demande de subvention dans un délai d'un mois après écoulement du délai d'introduction de la demande de subvention.
§ 2. "Toerisme Vlaanderen" peut exiger des données ou informations supplémentaires autres que les données ou informations, citées dans le paragraphe 1er.
Si, malgré la demande écrite de "Toerisme Vlaanderen", le demandeur ne rend pas ces données disponibles dans le délai demandé, qui doit au moins comprendre quatorze jours, la demande est considérée irrecevable.
1° un formulaire de demande dûment complété et signé, tel que cité dans l'article 5, § 1er;
2° une justification de l'activité pour laquelle la subvention est demandée, dans laquelle les éléments suivants sont traités :
a) l'objectif auquel servira la subvention;
b) l'activité, pour laquelle le demandeur clarifie de quelle manière elle contribue à la note politique en matière de tourisme et au plan stratégique relatif au tourisme en Flandre - à Bruxelles et, le cas échéant, de quelle manière elle répond à l'appel cité dans l'article 3;
c) une feuille de route de l'activité;
d) les moyens qui seront engagés, avec un aperçu claire des des cofinanciers éventuels et avec mention d'autres instances publiques octroyant une subvention y compris le montant de la subvention ou du montant de la subvention demandée mais pas encore octroyée;
e) si la demande relève du domaine d'application des prescriptions de la Commission européenne relatives à l'application des articles 107 et 108 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis : l'information sur les subventions, primes et autres allocations obtenues par le demandeur de la subvention d'instances publiques autres que "Toerisme Vlaanderen" pendant une période de trois années comptables précédant la demande de subvention;
3° un budget dans lequel est repris pour l'activité en question, un aperçu détaillé :
a) de l'estimation fondée de tous les frais;
b) de tous les bénéfices prévisibles, y compris toutes les subventions d'une autorité déjà obtenues, demandées ou encore à demander.
"Toerisme Vlaanderen" déclare la demande irrecevable si elle ne contient pas chacun des éléments requis. "Toerisme Vlaanderen" confirme la recevabilité au demandeur de la demande de subvention dans un délai d'un mois après écoulement du délai d'introduction de la demande de subvention.
§ 2. "Toerisme Vlaanderen" peut exiger des données ou informations supplémentaires autres que les données ou informations, citées dans le paragraphe 1er.
Si, malgré la demande écrite de "Toerisme Vlaanderen", le demandeur ne rend pas ces données disponibles dans le délai demandé, qui doit au moins comprendre quatorze jours, la demande est considérée irrecevable.
Afdeling 3. - Toekenning van de subsidies
Section 3. - Octroi des subventions
Art.7. § 1. Toerisme Vlaanderen deelt aan alle indieners van een ontvankelijke aanvraag schriftelijk mee of ze al dan niet een toerismesubsidie ontvangen.
Die mededeling bevat voor de positief beoordeelde aanvragen de subsidiebeslissing.
§ 2. Elke subsidiebeslissing vermeldt :
1° de primaire begunstigde of, in geval van een samenwerkingsverband, alle samenwerkende primaire begunstigden;
2° de eventuele mogelijkheid om de subsidie of een deel ervan door te geven aan een of meer secundaire begunstigden die bij naam of met een algemene omschrijving worden aangeduid;
3° de concrete activiteit alsook de eventuele onderdelen ervan waarvoor de subsidie wordt toegekend;
4° de periode waarin de gesubsidieerde activiteit plaatsvindt en desgevallend de minimale instandhoudingstermijn;
5° het maximale bedrag dat aan de activiteit kan worden toegekend, uitgedrukt als een nominaal bedrag, waarbij het totaal van de subsidies die door de Vlaamse overheid of andere overheden voor dezelfde activiteit worden toegekend niet hoger kan zijn dan 100 % van de voor die activiteit begrote kosten, verminderd met de eigen financiële inbreng van de primaire begunstigde;
6° de procedure volgens welke de primaire begunstigden inhoudelijke verantwoording afleggen over het gebruik van de subsidie, alsook de wijze en het tijdstip waarop gerapporteerd wordt over de stand van zaken van de realisatie van de activiteit als de realisatie over een periode van meer dan een jaar gespreid is;
7° de procedure volgens welke de subsidie zal worden uitbetaald en, in geval van een samenwerkingsverband, de manier waarop de subsidie zal worden verdeeld over de samenwerkende begunstigden.
§ 3. De subsidiebeslissing kan ook :
1° het maximale subsidiebedrag beperken tot :
a) een bepaald percentage van de kosten;
b) een bepaald percentage van een of meer kostensoorten;
2° bepalen dat de eigen financiële inbreng alleen voor de realisatie van de gesubsidieerde activiteit aangewend kan worden, als een eigen financiële inbreng vereist is;
3° het percentage van de schijven of voorschotten bepalen, alsook de procedure volgens welke die uitbetaald zullen worden, als de subsidie in schijven of met voorschotten wordt uitbetaald.
4° bepalen welke bewijzen, vermeld in artikel 12 en artikel 13, tweede lid, niet hoeven te worden ingediend op voorwaarde dat ze door de begunstigde ter beschikking gehouden worden van Toerisme Vlaanderen of van een andere controlerende instantie.
§ 4. Op gemotiveerd verzoek van de begunstigde kan Toerisme Vlaanderen de subsidiebeslissing aanpassen.
§ 5. De primaire begunstigde in de oorspronkelijke subsidiebeslissing kan vervangen worden door een nieuwe primaire begunstigde als die laatste de gesubsidieerde activiteit, vóór of in de loop van de uitvoering ervan, overneemt onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de oorspronkelijke subsidiebeslissing.
Die overdracht maakt het voorwerp uit van een aangepaste subsidiebeslissing waarin ook de verdeling van de toegekende subsidie over de oorspronkelijke en de nieuwe primaire begunstigde wordt bepaald.
§ 6. In paragraaf 2 en 3 wordt verstaan onder eigen financiële inbreng : de financiële middelen die door de primaire begunstigde van een subsidie worden ingebracht als cofinanciering van de gesubsidieerde activiteit en die niet voorkomen uit andere subsidies van de Vlaamse overheid of andere overheden.
§ 7. Als de subsidieaanvraag betrekking heeft op de realisatie van infrastructuur kan de subsidiebeslissing slechts genomen worden op voorwaarde dat de primaire begunstigde de volgende documenten aan Toerisme Vlaanderen heeft overgemaakt :
1° een kopie van de eigendomstitel, de huur- of pachtovereenkomst of een gelijkwaardig document van het onroerend goed waarop de investering betrekking heeft;
2° indien het stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken betreft : een stedenbouwkundige vergunning [2 , een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen]2 of een stedenbouwkundig attest dat de geplande infrastructuur voor vergunning in aanmerking komt.
§ 8. [1 Als in het kader van dit besluit steun wordt verleend die kan worden gekwalificeerd als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt deze steun toegekend overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Europees Publicatieblad van 24 december 2013, L 352/1).
In afwijking van het eerste lid, kan er steun worden verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Europees Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187), als daarvoor in de individuele steunbeslissing alle inhoudelijke en procedurele voorwaarden van die verordening worden nageleefd.]1
Die mededeling bevat voor de positief beoordeelde aanvragen de subsidiebeslissing.
§ 2. Elke subsidiebeslissing vermeldt :
1° de primaire begunstigde of, in geval van een samenwerkingsverband, alle samenwerkende primaire begunstigden;
2° de eventuele mogelijkheid om de subsidie of een deel ervan door te geven aan een of meer secundaire begunstigden die bij naam of met een algemene omschrijving worden aangeduid;
3° de concrete activiteit alsook de eventuele onderdelen ervan waarvoor de subsidie wordt toegekend;
4° de periode waarin de gesubsidieerde activiteit plaatsvindt en desgevallend de minimale instandhoudingstermijn;
5° het maximale bedrag dat aan de activiteit kan worden toegekend, uitgedrukt als een nominaal bedrag, waarbij het totaal van de subsidies die door de Vlaamse overheid of andere overheden voor dezelfde activiteit worden toegekend niet hoger kan zijn dan 100 % van de voor die activiteit begrote kosten, verminderd met de eigen financiële inbreng van de primaire begunstigde;
6° de procedure volgens welke de primaire begunstigden inhoudelijke verantwoording afleggen over het gebruik van de subsidie, alsook de wijze en het tijdstip waarop gerapporteerd wordt over de stand van zaken van de realisatie van de activiteit als de realisatie over een periode van meer dan een jaar gespreid is;
7° de procedure volgens welke de subsidie zal worden uitbetaald en, in geval van een samenwerkingsverband, de manier waarop de subsidie zal worden verdeeld over de samenwerkende begunstigden.
§ 3. De subsidiebeslissing kan ook :
1° het maximale subsidiebedrag beperken tot :
a) een bepaald percentage van de kosten;
b) een bepaald percentage van een of meer kostensoorten;
2° bepalen dat de eigen financiële inbreng alleen voor de realisatie van de gesubsidieerde activiteit aangewend kan worden, als een eigen financiële inbreng vereist is;
3° het percentage van de schijven of voorschotten bepalen, alsook de procedure volgens welke die uitbetaald zullen worden, als de subsidie in schijven of met voorschotten wordt uitbetaald.
4° bepalen welke bewijzen, vermeld in artikel 12 en artikel 13, tweede lid, niet hoeven te worden ingediend op voorwaarde dat ze door de begunstigde ter beschikking gehouden worden van Toerisme Vlaanderen of van een andere controlerende instantie.
§ 4. Op gemotiveerd verzoek van de begunstigde kan Toerisme Vlaanderen de subsidiebeslissing aanpassen.
§ 5. De primaire begunstigde in de oorspronkelijke subsidiebeslissing kan vervangen worden door een nieuwe primaire begunstigde als die laatste de gesubsidieerde activiteit, vóór of in de loop van de uitvoering ervan, overneemt onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de oorspronkelijke subsidiebeslissing.
Die overdracht maakt het voorwerp uit van een aangepaste subsidiebeslissing waarin ook de verdeling van de toegekende subsidie over de oorspronkelijke en de nieuwe primaire begunstigde wordt bepaald.
§ 6. In paragraaf 2 en 3 wordt verstaan onder eigen financiële inbreng : de financiële middelen die door de primaire begunstigde van een subsidie worden ingebracht als cofinanciering van de gesubsidieerde activiteit en die niet voorkomen uit andere subsidies van de Vlaamse overheid of andere overheden.
§ 7. Als de subsidieaanvraag betrekking heeft op de realisatie van infrastructuur kan de subsidiebeslissing slechts genomen worden op voorwaarde dat de primaire begunstigde de volgende documenten aan Toerisme Vlaanderen heeft overgemaakt :
1° een kopie van de eigendomstitel, de huur- of pachtovereenkomst of een gelijkwaardig document van het onroerend goed waarop de investering betrekking heeft;
2° indien het stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken betreft : een stedenbouwkundige vergunning [2 , een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen]2 of een stedenbouwkundig attest dat de geplande infrastructuur voor vergunning in aanmerking komt.
§ 8. [1 Als in het kader van dit besluit steun wordt verleend die kan worden gekwalificeerd als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt deze steun toegekend overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Europees Publicatieblad van 24 december 2013, L 352/1).
In afwijking van het eerste lid, kan er steun worden verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Europees Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187), als daarvoor in de individuele steunbeslissing alle inhoudelijke en procedurele voorwaarden van die verordening worden nageleefd.]1
Art.7. § 1er. "Toerisme Vlaanderen" communique par écrit à toutes les personnes ayant introduit un demande recevable si elles peuvent recevoir une subvention au tourisme ou non.
Cette communication contient la décision de subvention pour les demandes ayant été positivement évaluées.
§ 2. Chaque décision de subvention mentionne :
1° le bénéficiaire primaire ou, en cas d'une structure de coopération, tous les bénéficiaires primaires coopérant;
2° la possibilité éventuelle de transmettre la subvention ou une partie de cette dernière à un ou plusieurs bénéficiaires secondaires désignés par leur nom ou par une description générale;
3° l'activité concrète ainsi que ses éléments éventuels pour laquelle la subvention est octroyée;
4° la période pendant laquelle l'activité subventionnée a lieu et, le cas échéant, le délai de maintien minimal;
5° le montant maximal pouvant être octroyé à l'activité, exprimé en un montant nominal, le total des subventions octroyées par l'Autorité flamande ou par d'autres autorités pour la même activité ne pouvant pas être supérieur à 100 % des frais estimés pour cette activité, diminués du propre apport financier du bénéficiaire primaire;
6° la procédure suivant laquelle les bénéficiaires primaires doivent justifier le contenu de l'affectation de la subvention, ainsi que la manière dont et le moment auquel il sera rapporté sur la situation actualisée de la réalisation de l'activité si la réalisation s'étend sur une période de plus d'un an;
7° la procédure suivant laquelle la subvention sera payée et, dans le cas d'une structure de coopération, la manière dont la subvention sera répartie entre les bénéficiaires coopérant.
§ 3. La décision de subvention peut également :
1° limiter le montant maximal de la subvention :
a) à un certain pourcentage des frais;
b) à un certain pourcentage d'une ou plusieurs sortes de frais;
2° stipuler que le propre apport financier ne peut être utilisé que pour l'activité subventionnée, si un propre apport financier est exigé;
3° fixer le pourcentage des tranches ou acomptes, ainsi que la procédure suivant laquelle ces derniers seront payés, si la subvention est payée en tranches ou avec des acomptes.
4° fixer quelles preuves, citées dans l'article 12 et dans l'article 13, alinéa deux, ne doivent pas être présentées à condition qu'elles soient tenues à la disposition de "Toerisme Vlaanderen" ou d'une autre instance de contrôle.
§ 4. "Toerisme Vlaanderen" peut adapter la décision de subvention sur demande motivée du bénéficiaire.
§ 5. Le bénéficiaire primaire de la décision de subvention initiale peut être remplacé par un nouveau bénéficiaire primaire si ce dernier reprend l'activité subventionnée, avant ou au cours de son exécution, aux mêmes conditions que celles mentionnées dans la décision de subvention initiale.
Ce transfert doit faire l'objet d'une décision de subvention adaptée, qui règle en outre la répartition de la subvention octroyée entre le bénéficiaire primaire initial et le nouveau bénéficiaire primaire.
§ 6. Aux paragraphes 2 et 3, il faut entendre par apport financier : les moyens financiers qui sont apportés par le bénéficiaire primaire d'une subvention comme cofinancement de l'activité subventionnée et qui ne proviennent pas d'autres subventions de l'Autorité flamande ou d'autres autorités.
§ 7. Si la demande de subvention a trait à la réalisation d'une infrastructure, la décision de subvention ne peut être prise qu'à condition que le bénéficiaire ait transmis le documents suivants à "Toerisme Vlaanderen" :
1° une copie du titre de propriété, du contrat de location ou du bail à ferme ou d'un document équivalent du bien immobilier auquel l'investissement a trait;
2° s'il s'agit de travaux soumis à un permis urbanistique : [2 un permis d'urbanisme, un permis d'environnement pour des actes urbanistiques ou un certificat d'urbanisme]2 prouvant que l'infrastructure envisagée est éligible à un permis.
§ 8. [1 Si dans le cadre du présent arrêté une aide est octroyée qui peut être qualifiée d'aide d'état dans le sens de l'article 107 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, ladite aide sera octroyée conformément aux conditions et aux modalités du Règlement(UE) N° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 relatif à l'application des articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis (Journal Officiel du 24 décembre 2013, L 352/1).
Par dérogation à l'alinéa premier, de l'aide peut être octroyée conformément au Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du Traité (Journal Officiel du 26 juin 2014, L 187) si dans la décision individuelle relative à cette aide, toutes les conditions portant sur les procédures et sur le fond de ce règlement ont été respectées.]1
Cette communication contient la décision de subvention pour les demandes ayant été positivement évaluées.
§ 2. Chaque décision de subvention mentionne :
1° le bénéficiaire primaire ou, en cas d'une structure de coopération, tous les bénéficiaires primaires coopérant;
2° la possibilité éventuelle de transmettre la subvention ou une partie de cette dernière à un ou plusieurs bénéficiaires secondaires désignés par leur nom ou par une description générale;
3° l'activité concrète ainsi que ses éléments éventuels pour laquelle la subvention est octroyée;
4° la période pendant laquelle l'activité subventionnée a lieu et, le cas échéant, le délai de maintien minimal;
5° le montant maximal pouvant être octroyé à l'activité, exprimé en un montant nominal, le total des subventions octroyées par l'Autorité flamande ou par d'autres autorités pour la même activité ne pouvant pas être supérieur à 100 % des frais estimés pour cette activité, diminués du propre apport financier du bénéficiaire primaire;
6° la procédure suivant laquelle les bénéficiaires primaires doivent justifier le contenu de l'affectation de la subvention, ainsi que la manière dont et le moment auquel il sera rapporté sur la situation actualisée de la réalisation de l'activité si la réalisation s'étend sur une période de plus d'un an;
7° la procédure suivant laquelle la subvention sera payée et, dans le cas d'une structure de coopération, la manière dont la subvention sera répartie entre les bénéficiaires coopérant.
§ 3. La décision de subvention peut également :
1° limiter le montant maximal de la subvention :
a) à un certain pourcentage des frais;
b) à un certain pourcentage d'une ou plusieurs sortes de frais;
2° stipuler que le propre apport financier ne peut être utilisé que pour l'activité subventionnée, si un propre apport financier est exigé;
3° fixer le pourcentage des tranches ou acomptes, ainsi que la procédure suivant laquelle ces derniers seront payés, si la subvention est payée en tranches ou avec des acomptes.
4° fixer quelles preuves, citées dans l'article 12 et dans l'article 13, alinéa deux, ne doivent pas être présentées à condition qu'elles soient tenues à la disposition de "Toerisme Vlaanderen" ou d'une autre instance de contrôle.
§ 4. "Toerisme Vlaanderen" peut adapter la décision de subvention sur demande motivée du bénéficiaire.
§ 5. Le bénéficiaire primaire de la décision de subvention initiale peut être remplacé par un nouveau bénéficiaire primaire si ce dernier reprend l'activité subventionnée, avant ou au cours de son exécution, aux mêmes conditions que celles mentionnées dans la décision de subvention initiale.
Ce transfert doit faire l'objet d'une décision de subvention adaptée, qui règle en outre la répartition de la subvention octroyée entre le bénéficiaire primaire initial et le nouveau bénéficiaire primaire.
§ 6. Aux paragraphes 2 et 3, il faut entendre par apport financier : les moyens financiers qui sont apportés par le bénéficiaire primaire d'une subvention comme cofinancement de l'activité subventionnée et qui ne proviennent pas d'autres subventions de l'Autorité flamande ou d'autres autorités.
§ 7. Si la demande de subvention a trait à la réalisation d'une infrastructure, la décision de subvention ne peut être prise qu'à condition que le bénéficiaire ait transmis le documents suivants à "Toerisme Vlaanderen" :
1° une copie du titre de propriété, du contrat de location ou du bail à ferme ou d'un document équivalent du bien immobilier auquel l'investissement a trait;
2° s'il s'agit de travaux soumis à un permis urbanistique : [2 un permis d'urbanisme, un permis d'environnement pour des actes urbanistiques ou un certificat d'urbanisme]2 prouvant que l'infrastructure envisagée est éligible à un permis.
§ 8. [1 Si dans le cadre du présent arrêté une aide est octroyée qui peut être qualifiée d'aide d'état dans le sens de l'article 107 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, ladite aide sera octroyée conformément aux conditions et aux modalités du Règlement(UE) N° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 relatif à l'application des articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis (Journal Officiel du 24 décembre 2013, L 352/1).
Par dérogation à l'alinéa premier, de l'aide peut être octroyée conformément au Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du Traité (Journal Officiel du 26 juin 2014, L 187) si dans la décision individuelle relative à cette aide, toutes les conditions portant sur les procédures et sur le fond de ce règlement ont été respectées.]1
Afdeling 4. - Aanwending van de subsidies
Section 4. - Affectation des subventions
Art.8. § 1. Een toerismesubsidie moet aangewend worden voor de doeleinden waarvoor ze is verleend.
Als met toepassing van artikel 7, § 3, 1°, de subsidie beperkt wordt tot een bepaald maximumpercentage van de kostensoorten, worden die kosten bepaald op basis van de resultatenrekening, vermeld in artikel 13, derde lid, met dien verstande dat, als de activiteit over verschillende jaren loopt, de maximaal subsidieerbare kosten bepaald worden op het einde van de volledige activiteit, tenzij het in de subsidiebeslissing anders is bepaald.
§ 2. Een toerismesubsidie mag aangewend worden om winst te realiseren op voorwaarde dat de winsten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteit geïnvesteerd of geherinvesteerd worden in de exploitatie of instandhouding ervan of in andere activiteiten met toeristische doeleinden, zoals nader bepaald in de subsidiebeslissing. Als de subsidieaanvrager dat niet afdoende kan bewijzen vordert Toerisme Vlaanderen de subsidie al dan niet gedeeltelijk terug.
Als met toepassing van artikel 7, § 3, 1°, de subsidie beperkt wordt tot een bepaald maximumpercentage van de kostensoorten, worden die kosten bepaald op basis van de resultatenrekening, vermeld in artikel 13, derde lid, met dien verstande dat, als de activiteit over verschillende jaren loopt, de maximaal subsidieerbare kosten bepaald worden op het einde van de volledige activiteit, tenzij het in de subsidiebeslissing anders is bepaald.
§ 2. Een toerismesubsidie mag aangewend worden om winst te realiseren op voorwaarde dat de winsten die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteit geïnvesteerd of geherinvesteerd worden in de exploitatie of instandhouding ervan of in andere activiteiten met toeristische doeleinden, zoals nader bepaald in de subsidiebeslissing. Als de subsidieaanvrager dat niet afdoende kan bewijzen vordert Toerisme Vlaanderen de subsidie al dan niet gedeeltelijk terug.
Art.8. § 1er. Une subvention au tourisme doit être affectée aux fins prévues pour son octroi.
Si en application de l'article 7, § 3, la subvention est limitée à un certain pourcentage maximal des différentes sortes de frais, ces frais sont fixés sur la base du compte des résultats, cité dans l'article 13, alinéa trois, à condition que les frais maximaux subventionnables, si l'activité s'étend sur plusieurs années, soient fixés à la fin de l'activité, sauf autrement stipulé dans la décision de subvention.
§ 2. Une subvention au tourisme peut être utilisée en vue de réaliser un bénéfice à condition que les bénéfices résultant d'une activité subventionnée soient investis ou ré-investis dans l'exploitation ou dans son maintien ou dans d'autres activités touristiques, tel que stipulé en détail dans la décision de subvention. Si le demandeur de la subvention ne peut pas suffisamment le prouver, "Toerisme Vlaanderen" réclame la subvention partiellement ou entièrement.
Si en application de l'article 7, § 3, la subvention est limitée à un certain pourcentage maximal des différentes sortes de frais, ces frais sont fixés sur la base du compte des résultats, cité dans l'article 13, alinéa trois, à condition que les frais maximaux subventionnables, si l'activité s'étend sur plusieurs années, soient fixés à la fin de l'activité, sauf autrement stipulé dans la décision de subvention.
§ 2. Une subvention au tourisme peut être utilisée en vue de réaliser un bénéfice à condition que les bénéfices résultant d'une activité subventionnée soient investis ou ré-investis dans l'exploitation ou dans son maintien ou dans d'autres activités touristiques, tel que stipulé en détail dans la décision de subvention. Si le demandeur de la subvention ne peut pas suffisamment le prouver, "Toerisme Vlaanderen" réclame la subvention partiellement ou entièrement.
Afdeling 5. - Verantwoording van de aanwending van de subsidies.
Section 5. - Justification de l'affectation des subventions
Art.9. De verantwoording van het gebruik van een subsidie omvat :
1° een inhoudelijke verantwoording waarbij aangetoond wordt dat, en eventueel in welke mate, de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, gerealiseerd is;
2° een financiële verantwoording waarbij aangetoond wordt welke kosten zijn gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend, en welke opbrengsten de begunstigde in het kader van de activiteit heeft verworven uit de activiteit zelf of uit andere bronnen. Bij elke betalingsaanvraag worden de bewijsstukken gevoegd waarop de betalingsaanvraag betrekking heeft.
1° een inhoudelijke verantwoording waarbij aangetoond wordt dat, en eventueel in welke mate, de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, gerealiseerd is;
2° een financiële verantwoording waarbij aangetoond wordt welke kosten zijn gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend, en welke opbrengsten de begunstigde in het kader van de activiteit heeft verworven uit de activiteit zelf of uit andere bronnen. Bij elke betalingsaanvraag worden de bewijsstukken gevoegd waarop de betalingsaanvraag betrekking heeft.
Art.9. La justification de l'affectation d'une subvention comprend :
1° une justification relative au contenu laquelle démontre, et éventuellement en quelle mesure, que l'activité pour laquelle la subvention a été octroyée, a été réalisée;
2° une justification financière laquelle démontre la nature des frais faits en vue de la réalisation de l'activité pour laquelle la subvention a été octroyée, et la nature des bénéfices que le bénéficiaire a obtenus de l'activité-même ou d'autres sources dans le cadre de l'activité. A chaque demande de paiement sont joints des documents justificatifs auxquels la demande paiement a trait.
1° une justification relative au contenu laquelle démontre, et éventuellement en quelle mesure, que l'activité pour laquelle la subvention a été octroyée, a été réalisée;
2° une justification financière laquelle démontre la nature des frais faits en vue de la réalisation de l'activité pour laquelle la subvention a été octroyée, et la nature des bénéfices que le bénéficiaire a obtenus de l'activité-même ou d'autres sources dans le cadre de l'activité. A chaque demande de paiement sont joints des documents justificatifs auxquels la demande paiement a trait.
Art.10. Als de realisatie van de toeristische activiteit over een periode van meer dan één jaar gespreid wordt, bezorgt de subsidieaanvrager aan Toerisme Vlaanderen op een in de subsidiebeslissing vastgelegd tijdstip een inhoudelijk en financieel verslag over de stand van zaken van de realisatie van de activiteit.
Art.10. Si la réalisation de l'activité touristique est étendue sur une période de plus d'un an, le demandeur de la subvention transmet un rapport financier et relatif au contenu sur la situation de la réalisations de l'activité à "Toerisme Vlaanderen" à un moment fixé dans la décision de subvention.
Art.11. Als de betaling van de subsidie gespreid wordt over verschillende schijven of voorschotten, wordt iedere schijf verantwoord volgens de voorwaarden, bepaald in de subsidiebeslissing.
Art.11. Si le paiement de la subvention est étendu sur différents acomptes ou tranches, chaque tranche est justifiée suivant les conditions fixées dans la décision de subvention.
Art.12. Op het einde van de activiteit dient de begunstigde een verslag in met de inhoudelijke verantwoording. De inhoudelijke verantwoording door de begunstigde en de beoordeling ervan door Toerisme Vlaanderen verlopen volgens de voorwaarden vermeld in artikel 4, 1°, 4° en 5°, en bepaald in de subsidiebeslissing.
Art.12. A la fin de l'activité, le bénéficiaire introduit un rapport avec la justification relative à son contenu. La justification relative à son contenu par le bénéficiaire et son évaluation par "Toerisme Vlaanderen" se déroulent suivant les conditions citées dans l'article 4, 1°, 4° et 5°, et fixées dans la décision de subvention.
Art.13. De financiële verantwoording wordt ingediend na het beëindigen van de activiteit, tenzij het in de subsidiebeslissing anders is bepaald.
Ze bestaat uit :
1° een resultatenrekening voor de volledige gesubsidieerde activiteit;
2° de bewijsstukken die betrekking hebben op de te verantwoorden subsidie, uitgezonderd die bewijsstukken die al ingediend zijn ter verantwoording van eerder uitbetaalde schijven.
De resultatenrekening, vermeld in het tweede lid, 1°, moet alle opbrengsten en kosten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit omvatten, ongeacht het werkingsjaar waarin ze werden geboekt. Als voor dezelfde gesubsidieerde activiteit meerdere subsidies door de overheid werden toegekend, worden deze in één zelfde resultatenrekening over deze activiteit opgenomen.
Ze bestaat uit :
1° een resultatenrekening voor de volledige gesubsidieerde activiteit;
2° de bewijsstukken die betrekking hebben op de te verantwoorden subsidie, uitgezonderd die bewijsstukken die al ingediend zijn ter verantwoording van eerder uitbetaalde schijven.
De resultatenrekening, vermeld in het tweede lid, 1°, moet alle opbrengsten en kosten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit omvatten, ongeacht het werkingsjaar waarin ze werden geboekt. Als voor dezelfde gesubsidieerde activiteit meerdere subsidies door de overheid werden toegekend, worden deze in één zelfde resultatenrekening over deze activiteit opgenomen.
Art.13. La justification financière est introduite après la fin de l'activité, sauf autrement stipulé dans la décision de subvention.
Elle comporte :
1° un compte des résultats de l'entière activité subventionnée;
2° les documents justificatifs ayant trait à la subvention à justifier, à l'exception des documents qui ont déjà été introduits en vue de la justification de tranches déjà payées auparavant.
Le compte des résultats, cité dans l'alinéa deux, 1°, doit comprendre tous les bénéfices et frais ayant trait à l'activité subventionnée, quelle que soit l'année de fonctionnement pendant laquelle ils ont été portés en compte. Si plusieurs subventions ont été octroyées par l'autorité pour la même activité, elles sont toutes reprises dans un même compte des résultat relatif à cette activité.
Elle comporte :
1° un compte des résultats de l'entière activité subventionnée;
2° les documents justificatifs ayant trait à la subvention à justifier, à l'exception des documents qui ont déjà été introduits en vue de la justification de tranches déjà payées auparavant.
Le compte des résultats, cité dans l'alinéa deux, 1°, doit comprendre tous les bénéfices et frais ayant trait à l'activité subventionnée, quelle que soit l'année de fonctionnement pendant laquelle ils ont été portés en compte. Si plusieurs subventions ont été octroyées par l'autorité pour la même activité, elles sont toutes reprises dans un même compte des résultat relatif à cette activité.
Art.14. Toerisme Vlaanderen kan alle bijkomende inlichtingen opvragen die nodig zijn voor de definitieve vaststelling van de verantwoorde subsidie.
Art.14. "Toerisme Vlaanderen" peut demander toutes les informations nécessaires à la fixation définitive de la subvention justifiée.
Art.15. De inhoudelijke en de financiële verantwoording en de bewijsstukken, vermeld in artikel 13, kunnen op elektronische wijze beschikbaar gesteld worden.
De datum van een bewijsstuk moet vallen in de periode waarover verantwoording wordt afgelegd, tenzij het in de subsidiebeslissing anders is bepaald.
De datum van een bewijsstuk moet vallen in de periode waarover verantwoording wordt afgelegd, tenzij het in de subsidiebeslissing anders is bepaald.
Art.15. La justification financière et relative au contenu ainsi que les documents justificatifs, mentionnés dans l'article 13, peuvent être mis à disposition par voie électronique.
La date d'un document justificatif doit tomber pendant la période qui doit être justifiée, sauf autrement stipulé dans la décision de subvention.
La date d'un document justificatif doit tomber pendant la période qui doit être justifiée, sauf autrement stipulé dans la décision de subvention.
Art.16. Als met toepassing van artikel 7, § 5, de uitvoering van een activiteit en de daarvoor toegekende subsidie worden overgedragen van de oorspronkelijke naar een nieuwe primaire begunstigde, verantwoorden beide primaire begunstigden zich afzonderlijk over hun respectieve aandeel in de gesubsidieerde activiteit.
Art.16. Si en application de l'article 7, § 5, l'exécution d'une activité et la subvention octroyée à cet effet sont transmises du bénéficiaire primaire initial à un nouveau bénéficiaire primaire, les deux bénéficiaires primaires se justifient séparément quant à leur part respective dans l'activité subventionnée.
Art.17. Als de Vlaamse overheid voor dezelfde activiteit meer dan een subsidie heeft toegekend en het totaal van de verantwoorde subsidies lager is dan het totaal van de toegekende subsidies, wordt de subsidie proportioneel verminderd.
Art.17. Si l'Autorité flamande a octroyée plus d'une subvention pour la même activité et si le total des subventions justifiées est inférieur au total des subventions octroyées, la subvention est proportionnellement diminuée.
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen inzake algemene werkingssubsidies
CHAPITRE 3. - Dispositions en matière de subventions au fonctionnement général
Art.18. Toerisme Vlaanderen kan jaarlijks algemene werkingssubsidies toekennen aan de organisaties die worden vernoemd in zijn begroting, goedgekeurd bij het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Voor elke algemene werkingssubsidie wordt een subsidiebeslissing genomen. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op deze subsidiebeslissingen.
Voor elke algemene werkingssubsidie wordt een subsidiebeslissing genomen. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op deze subsidiebeslissingen.
Art.18. "Toerisme Vlaanderen" peut annuellement octroyer des subventions au fonctionnement général aux organisations qui sont mentionnées dans son budget, approuvé par le décret portant le budget des dépenses générales de la Communauté flamande.
Une décision de subvention est prise pour chaque subvention au fonctionnement général. L'article 7 s'applique par analogie à ces décisions de subvention.
Une décision de subvention est prise pour chaque subvention au fonctionnement général. L'article 7 s'applique par analogie à ces décisions de subvention.
Art.19. § 1. Een algemene werkingssubsidie moet aangewend worden voor de activiteit van de primair begunstigde die vermeld is in de subsidiebeslissing.
Als met toepassing van artikel 7, § 3, 1°, de subsidie beperkt wordt tot een bepaald maximumpercentage van de kosten of van de kostensoorten, worden de kosten bepaald op basis van de resultatenrekening.
§ 2. De maximale subsidie die toegekend wordt voor een werkingsperiode wordt verminderd in evenredigheid met de werkelijke duur van de werkingsperiode.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt :
1° de vermindering berekend in maanden;
2° een gedeelte van een maand beschouwd als een volledige maand.
Als met toepassing van artikel 7, § 3, 1°, de subsidie beperkt wordt tot een bepaald maximumpercentage van de kosten of van de kostensoorten, worden de kosten bepaald op basis van de resultatenrekening.
§ 2. De maximale subsidie die toegekend wordt voor een werkingsperiode wordt verminderd in evenredigheid met de werkelijke duur van de werkingsperiode.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt :
1° de vermindering berekend in maanden;
2° een gedeelte van een maand beschouwd als een volledige maand.
Art.19. § 1er. Une subvention au fonctionnement doit être affectée à l'activité du bénéficiaire primaire mentionné dans la décision de subvention.
Si en application de l'article 7, § 3, 1°, la subvention est limitée à un certain pourcentage maximal des frais ou des sortes de frais, les frais sont fixés sur la base du compte des résultats.
§ 2. La subvention maximale octroyée pour une période de fonctionnement est proportionnellement diminuée par la durée réelle de la période de fonctionnement.
Pour l'application du premier alinéa :
1° la diminution est calculée en moins;
2° une partie d'un mois est considérée comme un moins entier.
Si en application de l'article 7, § 3, 1°, la subvention est limitée à un certain pourcentage maximal des frais ou des sortes de frais, les frais sont fixés sur la base du compte des résultats.
§ 2. La subvention maximale octroyée pour une période de fonctionnement est proportionnellement diminuée par la durée réelle de la période de fonctionnement.
Pour l'application du premier alinéa :
1° la diminution est calculée en moins;
2° une partie d'un mois est considérée comme un moins entier.
HOOFDSTUK 4. - Sancties en onverenigbaarheden
CHAPITRE 4. - Sanctions et incompatibilités
Art.20. § 1. Als de begunstigde niet voldoet aan de bepalingen van de subsidiebeslissing vervalt de beslissing tot toekenning van de subsidie.
In aanvulling op artikel 13, eerste lid, van de wet van 16 mei 2003 worden de eventueel reeds uitbetaalde voorschotten of schijven ook teruggevorderd wanneer de begunstigde van de subsidie niet voldoet aan andere bepalingen van de subsidiebeslissing dan dewelke de subsidievoorwaarde bevatten of waarin de doeleinden worden omschreven waarvoor de subsidie werd verleend.
§ 2. Als de begunstigde nalaat de subsidie met toepassing van artikel 13 volledig te verantwoorden, vervalt de beslissing tot toekenning van de subsidie voor wat betreft het niet verantwoorde gedeelte.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt het niet verantwoorde gedeelte van eventueel reeds uitbetaalde voorschotten of schijven teruggevorderd, overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van de wet van 16 mei 2003.
In aanvulling op artikel 13, eerste lid, van de wet van 16 mei 2003 worden de eventueel reeds uitbetaalde voorschotten of schijven ook teruggevorderd wanneer de begunstigde van de subsidie niet voldoet aan andere bepalingen van de subsidiebeslissing dan dewelke de subsidievoorwaarde bevatten of waarin de doeleinden worden omschreven waarvoor de subsidie werd verleend.
§ 2. Als de begunstigde nalaat de subsidie met toepassing van artikel 13 volledig te verantwoorden, vervalt de beslissing tot toekenning van de subsidie voor wat betreft het niet verantwoorde gedeelte.
In het geval, vermeld in het eerste lid, wordt het niet verantwoorde gedeelte van eventueel reeds uitbetaalde voorschotten of schijven teruggevorderd, overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van de wet van 16 mei 2003.
Art.20. § 1er. Si le bénéficiaire ne répond pas aux dispositions de la décision de subvention, la décision d'octroi de la subvention échoit.
En complément à l'article 13, alinéa premier, de la loi du 16 mai 2003, les tranches ou acomptes éventuellement déjà payés sont également réclamés lorsque le bénéficiaire de la subvention ne répond pas aux dispositions de la décision de subvention autres que celles contenues dans la condition de subvention ou dans lesquelles sont décrits les objectifs pour lesquels la subvention a été octroyée.
§ 2. Si le bénéficiaire néglige d'entièrement justifier la subvention en application de l'article 13, la décision d'octroi de la subvention échoit en ce qui concerne la partie non justifiée.
Dans le cas, mentionné à l'alinéa premier, la partie non justifiée des acomptes ou tranches éventuellement déjà payés est réclamée, conformément à l'article 13, alinéa deux, de la loi du 16 mai 2003.
En complément à l'article 13, alinéa premier, de la loi du 16 mai 2003, les tranches ou acomptes éventuellement déjà payés sont également réclamés lorsque le bénéficiaire de la subvention ne répond pas aux dispositions de la décision de subvention autres que celles contenues dans la condition de subvention ou dans lesquelles sont décrits les objectifs pour lesquels la subvention a été octroyée.
§ 2. Si le bénéficiaire néglige d'entièrement justifier la subvention en application de l'article 13, la décision d'octroi de la subvention échoit en ce qui concerne la partie non justifiée.
Dans le cas, mentionné à l'alinéa premier, la partie non justifiée des acomptes ou tranches éventuellement déjà payés est réclamée, conformément à l'article 13, alinéa deux, de la loi du 16 mai 2003.
HOOFDSTUK 5. - Beroep bij de minister
CHAPITRE 5. - Recours auprès du Ministre
Art.22. De aanvrager kan, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de betekening van de volgende beslissingen, per aangetekende brief een beroep instellen bij de minister tegen :
1° de verklaring van niet-ontvankelijkheid, vermeld in artikel 6;
2° de niet-toekenning van een subsidie;
3° de subsidiebeslissing.
De minister doet uitspraak binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van het beroep.
1° de verklaring van niet-ontvankelijkheid, vermeld in artikel 6;
2° de niet-toekenning van een subsidie;
3° de subsidiebeslissing.
De minister doet uitspraak binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van het beroep.
Art.22. Le demandeur peut, dans un délai de trente jours calendaires après la notification des décisions suivantes, instaurer un recours par lettre recommandée auprès du Ministre contre :
1° des coûts occasionnés par des travaux supplémentaires, visés à l'article 6;
2° le non octroi d'une subvention;
3° la décision de subvention.
Le Ministre flamand se prononce sur la demande dans un délai de trois mois à compter de la réception du recours.
1° des coûts occasionnés par des travaux supplémentaires, visés à l'article 6;
2° le non octroi d'une subvention;
3° la décision de subvention.
Le Ministre flamand se prononce sur la demande dans un délai de trois mois à compter de la réception du recours.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Art.23. De volgende regelingen worden opgeheven :
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor projecten in het kader van het Kustactieplan;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 betreffende de erkenning en financiële ondersteuning van toeristisch-recreatieve projecten en strategische plannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 en 9 september 2011;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor projecten in het kader van het Kustactieplan 2005-2009, afgekort KAP III, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010;
4° het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 tot machtiging van het intern verzelfstandigd agentschap "Toerisme Vlaanderen" om ad nominatim subsidies toe te kennen.
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor projecten in het kader van het Kustactieplan;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 betreffende de erkenning en financiële ondersteuning van toeristisch-recreatieve projecten en strategische plannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 en 9 september 2011;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor projecten in het kader van het Kustactieplan 2005-2009, afgekort KAP III, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010;
4° het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 tot machtiging van het intern verzelfstandigd agentschap "Toerisme Vlaanderen" om ad nominatim subsidies toe te kennen.
Art.23. Les règlements suivants sont abrogés :
1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 décembre 2000 fixant les modalités de l'octroi de subventions pour des projets dans le cadre du "Kustactieplan" (Plan d'action pour la côte);
2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004 relatif à l'agrément et au soutien financier de projets touristico-récréatifs et de plans stratégiques, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 11 mars 2005 et 9 septembre 2011;
3° l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mai 2005 fixant les modalités de l'octroi de subventions pour des projets dans le cadre du "Kustactieplan 2005-2009" (Plan d'action côtier), en abrégé KAP III, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juin 2010;
4° l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2011 autorisant l'agence autonomisée interne "Toerisme Vlaanderen" d'accorder des subventions ad nominatim.
1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 décembre 2000 fixant les modalités de l'octroi de subventions pour des projets dans le cadre du "Kustactieplan" (Plan d'action pour la côte);
2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004 relatif à l'agrément et au soutien financier de projets touristico-récréatifs et de plans stratégiques, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 11 mars 2005 et 9 septembre 2011;
3° l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mai 2005 fixant les modalités de l'octroi de subventions pour des projets dans le cadre du "Kustactieplan 2005-2009" (Plan d'action côtier), en abrégé KAP III, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 juin 2010;
4° l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2011 autorisant l'agence autonomisée interne "Toerisme Vlaanderen" d'accorder des subventions ad nominatim.
Art.24. De bepalingen over de verantwoording van de aanwending van subsidies uit het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 betreffende de erkenning en financiële ondersteuning van toeristisch-recreatieve projecten en strategische plannen en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor projecten in het kader van het Kustactieplan 2005-2009, afgekort KAP III, blijven van toepassing op de verantwoording van de aanwending van subsidies die werden toegekend in het kader van die besluiten.
Art.24. Les dispositions relatives à l'affectation des subvention de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004 relatif à l'agrément et au soutien financier de projets touristico-récréatifs et de plans stratégiques et de l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mai 2005 fixant les modalités de l'octroi de subventions pour des projets dans le cadre du "Kustactieplan 2005-2009" (Plan d'action côtier), en abrégé KAP III, restent d'application à la justification de l'affectation des subventions octroyées dans le cadre de ces arrêtés.
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Art.25. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2013.
Art. 26. De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 26. Le Ministre flamand qui a le tourisme dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.