Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 DECEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-01-2013 en tekstbijwerking tot 08-08-2019)
Titre
7 DECEMBRE 2012. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution du décret-cadre du 22 juin 2007 relatif à la coopération au développement(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 29-01-2013 et mise à jour au 08-08-2019)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (74)
Texte (74)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. [1 In dit besluit wordt verstaan onder :
   1° [2 ...]2
   2° inclusieve kredietverstrekker in het Zuiden : een rechtspersoon die bijdraagt aan een inclusieve financiële sector door het verstrekken van kredieten aan personen en organisaties uit het Zuiden die voorheen uitgesloten waren van toegang tot klassieke financiële instellingen;
   3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de internationale samenwerking.]1

  
Article 1er. [1 Dans le présent arrêté, on entend par :
   1° [2 ...]2
   2° dispensateur de crédits inclusifs dans le Sud : une personne morale contribuant à un secteur financier inclusif en fournissant des crédits aux personnes et organisations dans le Sud qui étaient auparavant exclues de l'accès aux institutions financières classiques;
   3° le Ministre : le Ministre flamand chargé de la coopération internationale. ]1

  
Art.2. De partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking zijn :
  1° de republiek Malawi;
  2° de republiek Mozambique;
  3° de republiek Zuid-Afrika.
  Initiatieven van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking kunnen, in het kader van een regionale aanpak, ten goede komen aan het ruimere prioritaire gebied van Zuidelijk Afrika, dat, naast de partnerlanden, vermeld in het eerste lid, de volgende staten omvat :
  1° de republiek Angola;
  2° de republiek Botswana;
  3° het koninkrijk Lesotho;
  4° de republiek Namibië;
  5° het koninkrijk Swaziland;
  6° de republiek Zambia;
  7° de republiek Zimbabwe.
Art.2. Les pays partenaires de la coopération flamande au développement sont :
  1° la république du Malawi;
  2° la république du Mozambique;
  3° la république de l'Afrique du Sud.
  Les initiatives de la coopération flamande au développement peuvent, dans le cadre d'une approche régionale, bénéficier à une plus large zone prioritaire de l'Afrique du Sud qui comprend, outre les pays partenaires visés à l'alinéa premier, les états suivants :
  1° la république de l'Angola;
  2° la république du Botswana;
  3° le royaume du Lesotho;
  4° la république de Namibie;
  5° le royaume du Swaziland;
  6° la république de Zambie;
  7° la république du Zimbabwe.
HOOFDSTUK 2. - Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
CHAPITRE 2. - Coopération communale au développement
Afdeling 1.
Section 1re.
Afdeling 2.
Section 2.
Afdeling 3.
Section 3.
Afdeling 4.
Section 4.
Afdeling 5.
Section 5.
HOOFDSTUK 3. [1 - De verankering van de internationale ontwikkelingsagenda in Vlaanderen]1
CHAPITRE 3. [1 - L'ancrage de l'agenda international du développement en Flandre]1
Afdeling 1. [1 - Oproepen voor projecten inzake de verankering van de internationale ontwikkelingsagenda in Vlaanderen]1
Section 1re. [1 - Appel aux projets en matière d'ancrage de l'agenda international du développement en Flandre]1
Onderafdeling 1. - Voorwaarden voor de toekenning van een projectsubsidie
Sous-section 1re. - Conditions d'octroi de la subvention de projet
Art.15. Binnen de perken van de daarvoor bestemde begrotingskredieten kan de minister projectsubsidies toekennen aan initiatieven inzake [1 de verankering van de internationale ontwikkelingsagenda in Vlaanderen]1.
  
Art.15. Dans les limites de crédits budgétaires affectés à cet effet, le Ministre peut octroyer des subventions de projet à des initiatives en matière de [1 l'ancrage de l'agenda international du développement en Flandre]1.
  
Art.16. De minister kan projecten alleen subsidiëren als aan de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° het projectvoorstel wordt ingediend met het standaardformulier dat daarvoor ter beschikking wordt gesteld;
  2° het projectvoorstel wordt ingediend door een samenwerkingsverband tussen een hoofdindiener, die de eindverantwoordelijkheid heeft voor het project, en één of meer andere publieke of private rechtspersonen uit het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
  3° [1 het samenwerkingsverband kan aantoonbare kennis en ervaring voorleggen op het vlak van [2 de internationale ontwikkelingsagenda]2;]1
  4° de partners in het samenwerkingsband kunnen een ondertekende intentieverklaring voorleggen dat elk van hen een inbreng van eigen middelen zal doen, op financieel, materieel, personeel of logistiek vlak;
  5° de looptijd van het project bedraagt maximaal [2 vijf]2 jaar.
  
Art.16. Le Ministre ne peut subventionner des projets que lorsque toutes les conditions suivantes ont été remplies :
  1° la proposition de projet est introduite à l'aide du formulaire standard mis à la disposition à cet effet;
  2° la proposition de projet est introduite par un partenariat de coopération entre un auteur principal, qui assume la responsabilité finale du projet, et un ou plusieurs autres personnes de droit public ou privé de la zone linguistique néerlandaise ou de la zone bilingue de Bruxelles-Capitale;
  3° [1 le partenariat peut présenter des connaissances et de l'expérience démontrables dans le domaine [2 de l'agenda international du développement]2;]1
  4° les partenaires du partenariat sont en mesure de présenter une déclaration d'intention que chacun d'eux contribuera par des propres moyens au niveau financier, matériel, de personnel ou logistique;
  5° la durée du projet est de [2 cinq]2 ans au maximum.
  
Art.17. § 1. De minister maakt de oproep voor de indiening van projectvoorstellen inzake [2 de verankering van de internationale ontwikkelingsagenda in Vlaanderen]2 bekend, samen met het daarvoor bestemde standaardformulier.
  Hij kan prioriteiten vastleggen voor thema's van projecten of voor specifieke doelstellingen van het beleid. Die prioriteiten worden in dat geval expliciet vermeld in de oproep.
  § 2. Het samenwerkingsverband verduidelijkt in het projectvoorstel :
  1° de visie en uitvoeringsstrategie van het project op middellange termijn;
  2° een gedetailleerde begroting;
  3° de noden, behoeften en karakteristieken van de doelgroep;
  4° [1 de kennis en ervaring van de partners in het samenwerkingsverband op het vlak van [2 de internationale ontwikkelingsagenda]2;]1
  5° de educatieve methode die gehanteerd zal worden;
  6° de strategie inzake interne voortgangscontrole en evaluatie, met vermelding van de daarvoor gehanteerde indicatoren.
  § 3. De periode voor het indienen van projectvoorstellen wordt afgesloten op de laatste dag van de derde maand die volgt op de bekendmaking van de oproep. Projectvoorstellen die na die dag worden ingediend, zijn niet ontvankelijk.
  
Art.17. § 1er. Le Ministre publie l'appel à l'introduction de propositions de projet en matière d'[2 ancrage de l'agenda international du développement en Flandre]2, conjointement avec le formulaire standard destiné à cet effet.
  Il peut définir des priorités pour les thèmes des projets ou pour des objectifs spécifiques de la politique. Dans cas, ces priorités sont explicitement mentionnées dans l'appel.
  § 2. Le partenariat de coopération clarifie dans la proposition de projet :
  1° la vision et la stratégie d'exécution du projet à moyen terme;
  2° un budget détaillé;
  3° les nécessités, les besoins et les caractéristiques du groupe cible;
  4° [1 les connaissances et l'expérience des partenaires dans la structure de coopération dans le domaine [2 de l'agenda international du développement]2;]1
  5° la méthode éducative qui sera appliquée;
  6° la stratégie en matière de contrôle d'avancement et d'évaluation, avec mention des indicateurs utilisés à cet effet.
  § 3. La période d'introduction des propositions de projet est clôturée au dernier jour du troisième mois qui suit la publication de l'appel. Les propositions introduites après ce jour, ne sont pas recevables.
  
Art.18. De minister kent de subsidies toe op basis van een kwalitatief beoordelingskader, op grond waarvan de aanvragen op een eenvormige wijze worden gequoteerd, en neemt zijn beslissing uiterlijk drie maanden na de afsluiting van de indieningsperiode.
  Dit kwalitatieve beoordelingskader omvat de volgende criteria :
  1° de samenstelling van het samenwerkingsverband en de meerwaarde ervan;
  2° de effectieve betrokkenheid van de doelgroep;
  3° [1 de relevantie van het onderwerp in verhouding tot de doelstellingen van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, vermeld in artikel 3 van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking;]1
  4° de mate van verbreding en vernieuwing;
  5° [1 ...]1 de duurzaamheid van het voorstel;
  6° de strategie van het samenwerkingsverband inzake interne voortgangscontrole en evaluatie;
  7° de verhouding tussen het bedrag van de gevraagde subsidie en van de verschillende begrotingsposten enerzijds, en de te verwachten resultaten anderzijds;
  8° in voorkomend geval, de aandacht voor de door de minister vastgelegde prioriteiten;
  [1 9° de overeenstemming van de activiteiten met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling.]1
  De minister geeft in de oproep aan welk gewicht aan de verschillende criteria wordt toegekend.
  
Art.18. Le Ministre octroie des subventions sur la base d'un cadre d'évaluation qualitatif, sur la base duquel les demandes sont cotées de manière uniforme et prend sa décision au plus tard trois mois après la clôture de la période d'introduction.
  Le cadre d'évaluation comprend les critères suivants :
  1° la composition du partenariat et sa plus-value;
  2° l'implication effective du groupe cible;
  3° [1 la pertinence du sujet par rapport aux objectifs de la Coopération au développement flamande, visés à l'article 3 du décret-cadre du 22 juin 2007 relatif à la coopération au développement ;]1
  4° la mesure d'élargissement et de renouvellement;
  5° [1 ...]1 la durabilité de la proposition;
  6° la stratégie du partenariat en matière de contrôle et d'évaluation interne d'avancement;
  7° le rapport entre le montant de la subvention demandée et les différents postes budgétaires d'une part, et les résultats à attendre d'autre part;
  8° le cas échéant, l'attention prêtée aux priorités fixées par le Ministre;
  [1 9° la concordance des activités avec l'Agenda 2030 pour le Développement durable.]1
  Le Ministre détermine dans l'appel le poids conféré aux différents critères.
  
Art.19. Wijzigingen in aard, opzet of uitvoering die zich tijdens de looptijd van een project voordoen, moeten vooraf aan de minister worden voorgelegd met het oog op een uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring.
Art.19. Modifications de la nature, du concept ou de l'exécution qui se produisent au cours d'un projet, doivent préalablement être présentées au Ministre en vue d'une approbation explicite et écrite.
Onderafdeling 2. - Hoogte van de projectsubsidie
Sous-section 2. - Montant de la subvention de projet
Art.20. § 1. De maximale inbreng door de Vlaamse overheid in een project bedraagt [2 250.000 euro voor de volledige looptijd van het project]2.
  De subsidie bedraagt maximaal 85 % van de totale kosten van het project. De overige 15 % moet door [1 andere financieringsbronnen dan de Vlaamse overheid]1 worden gefinancierd.
  § 2. Er wordt geen subsidie toegekend of uitbetaald voor de volgende uitgaven :
  1° structurele financiering van algemene werkingskosten van de partners in het samenwerkingsverband;
  2° fondsenwervende acties;
  3° lobbyactiviteiten;
  4° [2 ...]2
  § 3. Voor duurzame uitrustingsgoederen kan de subsidie niet meer bedragen dan de jaarlijkse afschrijvingswaarde. Ze moeten bovendien gerechtvaardigd zijn in het kader van het project.
  § 4. Binnen de begroting van een project kunnen bedragen worden overgeheveld naar andere individuele kostensoorten als het bedrag van de overheveling niet meer dan 10 % bedraagt van het totale subsidiebedrag.
  Na uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toelating van de minister kunnen binnen de begroting van een project bedragen worden overgeheveld naar andere individuele kostensoorten die meer bedragen dan 10 % van het totale subsidiebedrag.
  Die overhevelingen worden in elk geval uitdrukkelijk vermeld in de rapportering.
  
Art.20. § 1er. L'apport maximal de l'Autorité flamande à un projet est de [2 250.000 euros pour la durée entière du projet]2.
  La subvention s'élève à 85 % des frais totaux du projet. Les 15 % restants doivent être financés [1 par des sources de financement autres que les autorités flamandes]1.
  § 2. Aucune subvention n'est octroyée ou payée pour les dépenses suivantes :
  1° le financement structurel des frais généraux de fonctionnement des partenaires dans le partenariat;
  2° les actions de collecte de fonds;
  3° les activités de lobbying;
  4° [2 ...]2
  § 3. La subvention aux biens d'équipement durables ne peut pas excéder la valeur annuelle d'amortissement. Ils doivent en outre être justifiés dans le cadre du projet.
  § 4. Dans les limites du budget d'un projet, des montants peuvent être transférés vers d'autres frais si le montant du transfert n'excède pas 10 % du montant total de la subvention.
  Après autorisation écrite préalable explicite du Ministre, des montants peuvent être transférés dans les limites du budget d'un projet vers d'autres frais qui excèdent 10 % du montant total de la subvention.
  Dans cas, ces transferts sont explicitement mentionnées dans les rapports.
  
Onderafdeling 3. - Verantwoording en uitbetaling van de projectsubsidie
Sous-section 3. - Justification et paiement de la subvention de projet
Art.21. De projectsubsidie wordt verantwoord met een eindverantwoording en, als het project een looptijd heeft van meer dan een jaar, een voortgangsrapport.
  Met behoud van de algemene regels inzake functionele en financiële verantwoording van de aanwending van projectsubsidies omvat de functionele verantwoording een evaluatie door het samenwerkingsverband met een toetsing aan de indicatoren die in het projectvoorstel geformuleerd zijn.
Art.21. La subvention au projet est justifiée par une justification finale et, si le projet s'étend sur plus d'un an, par un rapport d'avancement.
  Avec maintien des règles générales en matière de justification fonctionnelle et financière de l'utilisation des subventions au projet, la justification fonctionnelle comprend un évaluation effectuée par le partenariat de coopération avec confrontation aux indicateurs formulés dans la proposition du projet.
Art.22. De subsidie wordt uitbetaald in minstens twee schijven, rekening houdend met de looptijd en de planning van het project. Het subsidiebesluit bepaalt de voorwaarden daarvoor.
  In ieder geval bedraagt de laatste schijf minimaal 15 % van het totaalbedrag en kan ze pas worden uitbetaald na de goedkeuring van de eindverantwoording door de minister.
Art.22. La subvention est payée en au moins deux tranches, compte tenu de la durée et du planning du projet. L'arrêté de subvention en fixe les conditions.
  En tout cas, la dernière tranche s'élève à au moins 15 % du montant total et elle ne peut être payée qu'après approbation par le Ministre de la justification finale.
Afdeling 2.
Section 2.
Afdeling 3. - Delegatie aan de minister
Section 3. - Délégation au Ministre
Art.24. De minister stelt modellen op voor :
  1° het formulier voor de indiening van projectvoorstellen;
  2° [1 ...]1
  
Art.24. Le Ministre établit des modèles pour :
  1° le formulaire de l'introduction des propositions de projet;
  2° [1 ...]1
  
HOOFDSTUK 3/1. [1 - Ondersteuning van inclusieve financiering]1
CHAPITRE 3/1. [1 - Encadrement du financement inclusif]1
Afdeling 1.
Section 1re.
Art. 24/1. [1 Bij het nemen van participaties in internationale investeringsfondsen wordt rekening gehouden met zowel ontwikkelingscriteria als met economische criteria.
   Onder ontwikkelingscriteria als vermeld in het eerste lid, worden in ieder geval de volgende elementen begrepen:
   1° de bijdrage van de activiteiten van het investeringsfonds aan de structurele bestrijding van de armoede in ontwikkelingslanden;
   2° de beoogde doelgroep;
   3° de sectoren waarin het investeringsfonds actief is;
   4° de geografische afbakening van de activiteiten van het investeringsfonds;
   5° de overeenstemming van de activiteiten van het investeringsfonds met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling.
   Onder economische criteria als vermeld in het eerste lid, worden in ieder geval de volgende elementen begrepen:
   1° de institutionele opzet van het investeringsfonds;
   2° het risicoprofiel van het investeringsfonds;
   3° de rendementsverwachting van het investeringsfonds;
   4° het beheer van het investeringsfonds;
   5° de mix van de kredietportefeuille van het investeringsfonds.]1

  
Art. 24/1. [1 Lors de la prise de participations dans des fonds d'investissement internationaux, il est tenu compte tant de critères de développement que de critères économiques.
   Par critères de développement, tels que visés à l'alinéa 1er, on entend en tout cas les éléments suivants :
   1° la contribution des activités du fonds d'investissement à la lutte structurelle contre la pauvreté dans des pays en voie de développement ;
   2° le groupe cible envisagé ;
   3° les secteurs dans lesquels le fonds d'investissement est actif ;
   4° la délimitation géographique des activités du fonds d'investissement ;
   5° la concordance des activités du fonds d'investissement avec l'Agenda 2030 pour le Développement durable.
   Par critères économiques, tels que visés à l'alinéa 1er, on entend en tout cas les éléments suivants :
   1° l'organisation institutionnelle du fonds d'investissement ;
   2° le profil de risque du fonds d'investissement ;
   3° la prévision de rendement du fonds d'investissement ;
   4° la gestion du fonds d'investissement ;
   5° le mélange du portefeuille de crédits du fonds d'investissement.]1

  
Afdeling 2.
Section 2.
Art. 24/2. [1 Bij het uitvoeren van kapitaaloverdrachten aan internationale investeringsfondsen wordt in ieder geval met volgende ontwikkelingscriteria rekening gehouden:
   1° de bijdrage van de activiteiten van het investeringsfonds aan de structurele bestrijding van de armoede in ontwikkelingslanden;
   2° de beoogde doelgroep;
   3° de sectoren waarin het investeringsfonds actief is;
   4° de geografische afbakening van de activiteiten van het investeringsfonds;
   5° de overeenstemming van de activiteiten van het investeringsfonds met de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling.]1

  
Art. 24/2. [1 Lors de l'exécution de transferts en capital à des fonds d'investissement internationaux, il est de toute façon tenu compte des critères de développement suivants :
   1° la contribution des activités du fonds d'investissement à la lutte structurelle contre la pauvreté dans des pays en voie de développement ;
   2° le groupe cible envisagé ;
   3° les secteurs dans lesquels le fonds d'investissement est actif ;
   4° la délimitation géographique des activités du fonds d'investissement ;
   5° la concordance des activités du fonds d'investissement avec l'Agenda 2030 pour le Développement durable.]1

  
Afdeling 3.
Section 3.
Onderafdeling 1.
Sous-section 1re.
Art. 24/3. [1 Het personeelslid dat met de leiding van de DAB Fonds Inclusieve Financiering wordt belast, of zijn plaatsvervanger, wordt aangesteld als gedelegeerd ordonnateur van de voormelde DAB.
   De gedelegeerde ordonnateur is gemachtigd om, binnen de delegatie die aan hem verleend is, alle verbintenissen aan te gaan die noodzakelijk zijn om de opdracht van de DAB Fonds Inclusieve Financiering te realiseren.]1

  
Art. 24/3. [1 Le membre du personnel chargé de la direction du SGS " Fonds Inclusieve Financiering ", ou son suppléant, est désigné comme ordonnateur délégué du SGS précité.
   L'ordonnateur délégué est autorisé, dans les limites de la délégation qui lui a été confiée, à procéder à tous les engagements nécessaires à la réalisation de la mission du SGS " Fonds Inclusieve Financiering.]1

  
Onderafdeling 2.
Sous-section 2.
Onderafdeling 3.
Sous-section 3.
Onderafdeling 4.
Sous-section 4.
Afdeling 4.
Section 4.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen
CHAPITRE 4. - Dispositions modificatives
Afdeling 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 betreffende het stimuleren van microfinanciering in ontwikkelingslanden door middel van waarborgverlening aan ontwikkelingsfondsen
Section 1re. Modifications à l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 septembre 2005 relatif à la stimulation du micro-financement dans les pays en voie de développement au moyen de l'octroi d'une garantie à des fonds de développement
Art.25. Het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 betreffende het stimuleren van microfinanciering in ontwikkelingslanden door middel van waarborgverlening aan ontwikkelingsfondsen wordt vervangen door wat volgt :
  " Besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking, wat de waarborgverlening voor de stimulering van microfinanciering betreft ".
Art.25. L'intitulé de l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 septembre 2005 relatif à la stimulation du micro-financement dans les pays en voie de développement au moyen de l'octroi d'une garantie à des fonds de développement est remplacé par l'intitulé suivant :
  " Arrêté du Gouvernement flamand du 23 septembre 2005 portant exécution du décret cadre du 22 juin 2007 relatif à la coopération au développement, en ce qui concerne l'octroi d'une garantie en vue de la stimulation du micro-financement ".
Art.26. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 wordt punt 1° opgeheven;
  2° in paragraaf 2 wordt het woord "decreet" vervangen door de zinsnede "kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking".
Art.26. A l'article 1er du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
  1° dans le § 1er, le point 1° est abrogé;
  2° dans le paragraphe 2, le mots "décret" est remplacé par les mots "décretcadre du 22 juin 2007 relatif à la coopération au développement".
Art.27. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 2. Het Vlaams Waarborgcomité bestaat uit de volgende drie leden :
  1° een personeelslid van het Vlaams Ministerie internationaal Vlaanderen, dat het voorzitterschap waarneemt;
  2° een personeelslid dat vertrouwd is met de bepalingen van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof;
  3° een externe adviseur met specifieke kennis over MFI's in ontwikkelingslanden en over internationale financiering.
  De leden worden aangewezen door de minister voor een duur van twee jaar, die onbeperkt kan worden verlengd. Voor elk van de leden wordt een plaatsvervanger voorzien. "
Art.27. L'article 2 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 2. Le Comité de Garantie flamand se compose des trois membres suivants :
  1° un membre du personnel du Ministère flamand des Affaires étrangères qui assume la présidence;
  2° un membre du personnel familiarisé avec les dispositions du décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, la comptabilité, l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, et le contrôle par la Cour des Comptes;
  3° un conseiller extérieur ayant une connaissance spécifique en matière de MFI dans les pays en voie de développement et avec le financement international.
  Les membres sont désignés par le Ministre pour une durée de deux ans, pouvant être prolongée sans limite. Un suppléant est prévu pour chaque membre. ".
Art.28. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 5. § 1. Om te kunnen worden erkend als Vlaams ontwikkelingsfonds, moet de verzoekende organisatie voldoen aan al de volgende criteria :
  1° ze heeft een rechtsvorm naar Belgisch recht aangenomen;
  2° ze streeft statutair een sociaal doel na en heeft geen winstmaximalisatie tot doel;
  3° ze heeft gedurende de laatste drie jaar onafgebroken financieringsactiviteiten ontwikkeld met kredieten, waarborgen of participaties;
  4° haar investering in microfinanciering in het Zuiden bedraagt minstens 500.000 euro.
  § 2. De minister stelt een standaardformulier op voor de aanvragen tot erkenning als ontwikkelingsfonds.
  § 3. De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met het daarvoor bestemde standaardformulier en bevat :
  1° een kopie van de geldende statuten en de samenstelling van de raad van bestuur;
  2° de werkingsverslagen van de laatste drie jaar;
  3° een geauditeerd boekhoudkundig verslag van het laatste boekjaar.
  De minister neemt, na advies van het Vlaams Waarborgcomité, een beslissing over de toekenning of weigering van de erkenning.
  § 4. De geldigheid van de erkenning als Vlaams ontwikkelingsfonds bedraagt vijf jaar en is hernieuwbaar. ".
Art.28. L'article 5 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 5. § 1er. Afin de pouvoir être agréé comme Fonds de Développement flamand, l'organisation demanderesse doit répondre à tous les critères suivants :
  1° elle a adopté une forme juridique selon le droit belge;
  2° au niveau statutaire, elle poursuit un objectif social et elle ne poursuit aucune maximalisation du bénéfice;
  3° elle a développé des activités de financement sans interruption pendant les trois dernières années impliquant des crédits, garanties ou participations
  4° son investissement dans le micro-financement dans le Sud s'élève à au moins 500.000 euros.
  § 2. Le Ministre établit un formulaire standard en vue des demandes d'agrément de Fonds de développement.
  § 3. La demande d'agrément est introduite à l'aide du formulaire standard établi à cet effet et comprend :
  1° un copie des statuts en vigueur et la composition du conseil d'administration;
  2° les rapports de fonctionnement des trois dernières années;
  3° un rapport comptable audité du dernier exercice.
  Le Ministre prend, après avis du Comité de Garantie flamand, une décision sur l'octroi ou le refus de l'agrément.
  § 4. La validité de l'agrément du fonds de développement est de cinq ans et est renouvelable. ".
Art.29. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/1, dat bestaat uit artikel 16/1 tot en met 16/3, ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " HOOFDSTUK VIII/1. - Bepalingen over de DAB Waarborgfonds Microfinanciering
  Art. 16/1. Het personeelslid dat met de leiding van de DAB Waarborgfonds Microfinanciering wordt belast, of zijn plaatsvervanger wordt aangesteld als gedelegeerd ordonnateur van de DAB.
  De gedelegeerde ordonnateur is gemachtigd om binnen de delegatie die aan hem verleend is, alle verbintenissen aan te gaan die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de opdracht van de DAB Waarborgfonds Microfinanciering.
  Art. 16/2. De ramingen van de ontvangsten op de begroting van de DAB Waarborgfonds Microfinanciering hebben betrekking op :
  1° het over te dragen saldo;
  2° de dotatie;
  3° de bedragen die de DAB Waarborgfonds Microfinanciering gedurende het betreffende begrotingsjaar zal ontvangen;
  4° de schenkingen en legaten.
  Art. 16/3. De uitgaven op het vlak van personeel, ICT, huisvesting en andere faciliteiten ten behoeve van de DAB worden gedragen door de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. ".
Art.29. Dans le même arrêté, il est inséré un chapitre VIII/1, composé des articles 16/1 à 16/3 inclus, rédigé comme suit :
  " CHAPITRE VIII/1. - Dispositions relatives au SGS Fonds de Garantie Micro-Financement (DAB Waarborgfonds Microfinanciering)
  Art. 16/1. Le membre du personnel chargé de la direction du SGS Fonds de Garantie Micro-Financement, ou son suppléant, est désigné comme ordonnateur délégué du SGS.
  L'ordonnateur délégué est autorisé dans les limites de la délégation qui lui a été confiée à procéder à tous les engagements nécessaires à la réalisation des missions du SGS Fonds de Garantie Micro-Financement.
  Art. 16/2. Les estimations des recettes sur le budget du SGS Fonds de Garantie Micro-Financement ont trait :
  1° au solde à reporter;
  2° à la dotation;
  3° aux sommes que le SGS Fonds de Garantie Micro-Financement recevra au cours de l'exercice budgétaire;
  4° aux dons et legs.
  Art. 16/3. Les dépenses au niveau du personnel, de l'ICT, du logement et d'autres facilité au profit du SGS, sont portées par le budget des dépenses générales de la Communauté flamande. ".
Afdeling 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking
Section 2. - Modifications à l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 octobre 2005 portant création de l'agence autonomisée interne "Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking" (Agence flamande de Coopération internationale);
Art.30. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "Vlaams ministerie van Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel, Internationale Samenwerking en Toerisme" vervangen door de woorden "Vlaams ministerie internationaal Vlaanderen";
  2° in het derde lid wordt de zinsnede "Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel, Internationale Samenwerking en Toerisme" vervangen door de woorden "internationaal Vlaanderen".
Art.30. A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 octobre 2005 portant création de l'agence autonomisée interne "Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking" (Agence flamande de Coopération internationale), les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa premier, la partie de phrase "Ministère flamand de la Politique extérieure, du Commerce extérieur, de la Coopération internationale et du Tourisme" est remplacée par les mots "Ministère flamand des Affaires étrangères";
  2° dans l'alinéa trois, la parties de phrase "de la Politique extérieure, du Commerce extérieur, de la Coopération internationale et du Tourisme" est remplacée par les mots "Affaires étrangères (de la Flandre)".
Afdeling 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011 over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties
Section 3. - Modifications à l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 février 2011 relatif au subventionnement de stages auprès des organisations internationales
Art.31. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011 over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 wordt in punt 1°, a), tussen het woord "Bonn" en de woorden "en Nairobi" de zinsnede ", Arusha" ingevoegd;
  2° in paragraaf 1 wordt in punt 1° punt h) vervangen door wat volgt :
  " h) de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), het Internationaal Gerechtshof, de internationale strafgerechten en andere internationale rechterlijke instanties, gevestigd in Den Haag; ";
  3° in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt :
  " 3° de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), gevestigd in Parijs, met inbegrip van het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC), het Ontwikkelingcentrum, het Africa Partnership Forum, het Internationale Transportforum (ITF) het Agentschap voor Nucleaire Energie en het Internationaal Energieagentschap; ";
  4° in paragraaf 1 wordt punt 13° vervangen door wat volgt :
  " 13° de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), gevestigd in Gaborone, het secretariaat van de Douane-Unie van Zuidelijk Afrika (SACU), gevestigd in Windhoek, de Afrikaanse internationale instanties, gevestigd in Arusha, en het Fonds voor Afrikaans Werelderfgoed (AWHF), gevestigd in Midrand; ";
  5° in paragraaf 1 wordt een punt 13°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 13°/1 het internationale agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA), gevestigd in Abu Dhabi; ";
  6° in paragraaf 1 wordt punt 14° vervangen door wat volgt :
  " 14° de vestigingen en verbindingskantoren van de organisaties, vermeld in punt 1° tot en met 13°/1, in de partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2012 tot uitvoering van het kaderdecreet van 22 juni 2007 inzake ontwikkelingssamenwerking; ";
  7° in paragraaf 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt :
  " 3° stages op een ambassade, een permanente vertegenwoordiging of, met behoud van de toepassing van paragraaf 1, 14° en 15°, een delegatie van de Europese Unie. ".
Art.31. A l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 février 2011 relatif au subventionnement de stages auprès des organisations internationales, sont apportées les modifications suivantes :
  1° dans le paragraphe 1er, point 1°, a), la partie de phrase ", Arusha" est insérée entre le mot "Bonn" et les mots "et Nairobi";
  2° dans le paragraphe 1er, le point 1°, h), est remplacé par la disposition suivante :
  " h) l'Organisation pour l'Interdiction des Armes chimiques (OIAC), la Cour internationale de Justice et les tribunaux pénaux internationaux, et autres instances judiciaires internationales, établis à La Haye; ";
  3° dans le paragraphe 1er, le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
  " 3° l'Organisation de Coopération et de Développement économique (OCDE), établie à Paris, y compris le Comité de Coopération au Développement (CCD), le Centre de Développement, le "Africa Partnership Forum", le Forum international des Transports (FIT), l'Agence internationale de l'Energie atomique et l'Agence internationale de l'Energie; ";
  4° dans le paragraphe 1er, le point 13° est remplacé par la disposition suivante :
  " 13° la Communauté de Développement de l'Afrique australe (CDAA), établie à Gaborone, le Secrétariat de l'Union douanière de l'Afrique australe (SACU), établi à Windhoek, les instances internationales africaines, établies à Arusha, le Fonds pour le Patrimoine Mondial Africain (AWHF), établi à Midrand; ";
  5° dans le paragraphe 1er, il est inséré un point 13°/1, rédigé comme suit :
  " 13°/1 l'agence internationale pour l'énergie renouvelable (IRENA), établie à Abu Dhabi, ";
  6° dans le paragraphe 1er, le point 14° est remplacé par ce qui suit :
  " 14° les établissements et bureaux de liaison des organisations, citées dans les points 1° à 13°/1 inclus, dans les pays partenaires de la Coopération au Développement flamande, visés à l'article 2, alinéa premier, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 décembre 2012 portant exécution du décret cadre du 22 juin 2007 relatif à la coopération au développement; ";
  7° dans le paragraphe 2, le point 3° est remplacé par ce qui suit :
  " 3° les stages à une ambassade, à une représentation permanente ou, avec maintien de l'application du paragraphe 1er, 14°, et 15°, auprès d'une délégation de l'Union européenne. ".
Art.32. Aan artikel 4, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd :
  " Na aanvang van de stage kan alleen een subsidie worden toegekend voor de periode die ingaat op de dag na de indiening van een volledige aanvraag met het elektronische formulier, als de resterende periode minimaal twee maanden bedraagt. ".
Art.32. L'article 4, alinéa trois, du même arrêté, est complété par la phrase :
  " Après le début du stage, une subvention ne peut être octroyée que pour la période qui commence le jour suivant l'introduction de la demande complète à l'aide du formulaire électronique, si la période restante comprend au moins deux mois. ".
Art.33. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 4. Als de kandidaat in het verleden al een subsidie heeft ontvangen om stage te lopen bij een internationale organisatie, kan hem slechts een subsidie worden toegekend voor een nieuwe stage met een duur van maximaal het verschil tussen zes maanden en de duur van de reeds toegekende subsidie, als de resterende periode minimaal twee maanden bedraagt.
  Er wordt in dat geval geen reisvergoeding toegekend als de nieuwe stageperiode aansluit bij de reeds gefinancierde stageperiode en de kandidaat de stage zal lopen in dezelfde stad. ".
Art.33. L'article 7 du même arrêté est complété par un paragraphe 4, rédigé comme suit :
  " § 4. Si le candidat a déjà bénéficié d'une subvention dans le passé en vue d'un stage auprès d'une organisation internationale, une subvention ne lui peut être octroyée pour un nouveau stage ayant une durée égale à au maximum la différence entre six mois et la durée de la subvention déjà octroyée, si la période restante comprend au moins deux mois.
  Dans ce cas, une indemnité de voyage est octroyée si la nouvelle période de stage se raccorde à la période de stage déjà financée et si le candidat effectuera le stage dans la même ville. ".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.34. De volgende regelingen worden opgeheven :
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 8 oktober 2004 betreffende de subsidiëring van projecten inzake ontwikkelingseducatie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 en 16 mei 2007;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2005 houdende nadere bepalingen inzake het beleid convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006;
  3° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst Afzonderlijk Beheer (DAB) Waarborgfonds Microfinanciering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2012.
Art.34. Les règlements suivants sont abrogés :
  1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 octobre 2004 relatif au subventionnement de projets en matière d'éducation au développement, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 10 mars 2006 et 16 mai 2007;
  2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 février 2005 fixant les modalités relatives à la politique en matière de conventions de coopération, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 mars 2006;
  3° l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 relatif à la gestion financière et matérielle du Service à Gestion séparée Fonds de Garantie Micro-Financemen, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 1er juin 2012;
Art.35. De bepalingen over de verantwoording van de aanwending van subsidies uit de regelingen, vermeld in artikel 34, blijven van toepassing op de verantwoording van de aanwending van subsidies die in het kader van die regelingen werden toegekend.
Art.35. Les dispositions relatives à la justification de l'utilisation des subventions résultant des règlements visés à l'article 34, restent d'application à la justification de l'utilisation des subventions octroyées dans le cadre de ces règlements.
Art.36. De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 januari 2013 :
  1° het decreet van 13 juli 2012 tot wijziging en opheffing van verschillende decreten inzake ontwikkelingssamenwerking;
  2° dit besluit.
Art.36. Les réglementations suivantes entrent en vigueur le 1er janvier 2013 :
  1° le décret du 13 juillet 2012 modifiant et abrogeant divers décrets relatifs à la coopération au développement.
  2° le présent arrêté.
Art. 37. De Vlaamse minister, bevoegd voor internationale samenwerking, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 37. Le Ministre flamand ayant la coopération internationale dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.