Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 MEI 2013. - Ministerieel besluit houdende de uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen
Titre
15 MAI 2013. - Arrêté ministériel portant exécution de l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012 portant octroi d'aides aux oeuvres audiovisuelles du type film de fiction, documentaire ou film d'animation de long métrage ou série d'animation
Informations sur le document
Numac: 2013036010
Datum: 2013-05-15
Info du document
Numac: 2013036010
Date: 2013-05-15
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012, het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen.
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012 portant octroi d'aides aux oeuvres audiovisuelles du type film de fiction, documentaire ou film d'animation de long métrage ou série d'animation.
Art.2. Ter uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 bevat dit besluit twee oproepen tot indiening van voorstellen om audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen te financieren.
De periode voor de indiening van de aanvragen in de eerste oproep gaat in op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en loopt tot uiterlijk 28 juni 2013, 12 uur.
De periode voor de indiening van de aanvragen in de tweede oproep gaat in op de datum van 1 september 2013 en loopt tot uiterlijk 25 oktober 2013, 12 uur.
De periode voor de indiening van de aanvragen in de eerste oproep gaat in op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en loopt tot uiterlijk 28 juni 2013, 12 uur.
De periode voor de indiening van de aanvragen in de tweede oproep gaat in op de datum van 1 september 2013 en loopt tot uiterlijk 25 oktober 2013, 12 uur.
Art.2. En exécution de l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, le présent arrêté comporte deux appels portant sur l'introduction de propositions pour financer des travaux audiovisuels du type de fiction, documentaire ou film d'animation de long métrage ou série d'animation.
La période pour l'introduction des demandes en premier appel prend cours à la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté et court jusqu'au 28 juin 2013, 12h au plus tard.
La période pour l'introduction des demandes en deuxième appel prend cours le 1er septembre 2013 et court jusqu'au 25 octobre 2013, 12h au plus tard.
La période pour l'introduction des demandes en premier appel prend cours à la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté et court jusqu'au 28 juin 2013, 12h au plus tard.
La période pour l'introduction des demandes en deuxième appel prend cours le 1er septembre 2013 et court jusqu'au 25 octobre 2013, 12h au plus tard.
Art.3. Ter uitvoering van artikel 9, vierde en vijfde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 zijn de in aanmerking komende uitgaven opgenomen in de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.
De in aanmerking komende uitgaven moeten marktconform zijn naar prijs toe.
De in aanmerking komende uitgaven moeten marktconform zijn naar prijs toe.
Art.3. En exécution de l'article 9, alinéas quatre et cinq, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, les dépenses éligibles sont reprises à l'annexe jointe au présent arrêté.
Les dépenses éligibles doivent être conformes au marché pour ce qui est du prix.
Les dépenses éligibles doivent être conformes au marché pour ce qui est du prix.
Art.4. § 1. Ter uitvoering van artikel 10, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 wordt de steunenveloppe voor deze oproepen gezamenlijk vastgesteld op maximaal 5.000.000 euro (vijf miljoen euro). Dat bedrag wordt vastgelegd op rubriek 81.81-81.01, Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, van het Fonds voor Flankerend Economisch Beleid, ook Hermesfonds genoemd, voor het begrotingsjaar 2013.
§ 2. De steunenveloppe wordt als volgt over de oproepen verdeeld :
1° voor de eerste oproep maximaal 3.000.000 euro;
2° voor de tweede oproep maximaal 2.000.000 euro.
Indien na de beslissing over de projecten ingediend in de eerste oproep zou blijken dat het budget voorzien voor de eerste oproep wordt onderbenut, dan kan de minister - in het belang van een kwalitatieve invulling van de oproep - een verschuiving van het voorziene budget doorvoeren naar de tweede oproep.
§ 2. De steunenveloppe wordt als volgt over de oproepen verdeeld :
1° voor de eerste oproep maximaal 3.000.000 euro;
2° voor de tweede oproep maximaal 2.000.000 euro.
Indien na de beslissing over de projecten ingediend in de eerste oproep zou blijken dat het budget voorzien voor de eerste oproep wordt onderbenut, dan kan de minister - in het belang van een kwalitatieve invulling van de oproep - een verschuiving van het voorziene budget doorvoeren naar de tweede oproep.
Art.4. § 1er. En exécution de l'article 10, alinéa premier, 1° de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre, l'enveloppe d'aide pour ces appels est conjointement fixée à 5.000.000 euros au maximum (cinq millions d'euros). Ce montant est inscrit à la rubrique 81.81-81.01, Initiatives visant à promouvoir l'entrepreneuriat, du " Fonds voor Flankerend Economisch Beleid " (Fonds pour la politique d'encadrement économique), également appelé "Hermesfonds", pour l'année budgétaire 2013.
§ 2. L'enveloppe d'aide est répartie sur les appels de la façon suivante :
1° pour le premier appel 3.000.000 euros au maximum;
2° pour le premier appel 2.000.000 euros au maximum;
S'il apparaît, après la décision sur les projets introduits en premier appel, que le budget prévu pour le premier appel est sous-exploité, le Ministre peut - dans l'intérêt d'une concrétisation qualitative de l'appel - effectuer un glissement du budget prévu vers le deuxième appel.
§ 2. L'enveloppe d'aide est répartie sur les appels de la façon suivante :
1° pour le premier appel 3.000.000 euros au maximum;
2° pour le premier appel 2.000.000 euros au maximum;
S'il apparaît, après la décision sur les projets introduits en premier appel, que le budget prévu pour le premier appel est sous-exploité, le Ministre peut - dans l'intérêt d'une concrétisation qualitative de l'appel - effectuer un glissement du budget prévu vers le deuxième appel.
Art.5. Ter uitvoering van artikel 10, eerste lid, 2° en 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 moeten de aanvragen ingediend worden volgens de procedure die raadpleegbaar is in de handleiding op de website van Screen Flanders.
Een aanvraag kan maar ontvankelijk verklaard worden, als ze volledig ingevuld en volledig in het bezit van het Agentschap Ondernemen is vóór de uiterste indiendatum.
Een aanvraag kan maar ontvankelijk verklaard worden, als ze volledig ingevuld en volledig in het bezit van het Agentschap Ondernemen is vóór de uiterste indiendatum.
Art.5. En exécution de l'article 10, alinéa premier, 2° et 3° de l'arrêté du du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, les demandes doivent être introduites selon la procédure qui est consultable dans le manuel sur le site web de Screen Flanders.
Une demande ne peut être déclarée recevable que lorsqu'elle est complètement remplie et entièrement en possession de l'" Agentschap Ondernemen " avant la date limite d'introduction.
Une demande ne peut être déclarée recevable que lorsqu'elle est complètement remplie et entièrement en possession de l'" Agentschap Ondernemen " avant la date limite d'introduction.
Art.6. Ter uitvoering van artikel 16, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 wordt er voor elke categorie van beoordelingscriteria een score toegekend :
1° de beoordelingscriteria onder de categorie " de maatschappelijke en culturele meerwaarde van het audiovisuele werk in termen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het scenario " geven een score van 10 punten;
2° de beoordelingscriteria onder de categorie " de actoren die betrokken zijn bij het audiovisuele werk " geven een score van 10 punten;
3° de beoordelingscriteria onder de categorie " efficiëntie en output " geven een score van 30 punten;
4° de beoordelingscriteria onder de categorie " effectiviteit en outcome " geven een score van 50 punten.
De totaalscore voor de beoordeling van een aanvraag bedraagt maximaal 100 punten.
Een aanvraag mag niet minder dan 50 punten krijgen om opgenomen te worden in de rangschikking.
Op basis van haar expertise is de jury gemachtigd om, met het oog op het bereiken van een optimale benutting van overheidsmiddelen en beleidsdoelstellingen waaronder het beoogde structurerend effect van de middelen binnen de audiovisuele sector, elementen met betrekking tot de steun en de in aanmerking komende uitgaven uit het voorstel bij te sturen of te reduceren en te beoordelen op basis van dat bijgestuurde voorstel.
De aanvragen worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun totaalscore. De steunenveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte steunaanvragen, in afnemende volgorde tot uitputting ervan. De betreffende ondernemingen zijn in dit geval gunstig gerangschikt.
Als het saldo niet voldoende is om de eerstvolgende gelijk gerangschikte steunaanvragen volledig te subsidiëren, wordt met dit saldo geen steun meer toegekend.
1° de beoordelingscriteria onder de categorie " de maatschappelijke en culturele meerwaarde van het audiovisuele werk in termen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het scenario " geven een score van 10 punten;
2° de beoordelingscriteria onder de categorie " de actoren die betrokken zijn bij het audiovisuele werk " geven een score van 10 punten;
3° de beoordelingscriteria onder de categorie " efficiëntie en output " geven een score van 30 punten;
4° de beoordelingscriteria onder de categorie " effectiviteit en outcome " geven een score van 50 punten.
De totaalscore voor de beoordeling van een aanvraag bedraagt maximaal 100 punten.
Een aanvraag mag niet minder dan 50 punten krijgen om opgenomen te worden in de rangschikking.
Op basis van haar expertise is de jury gemachtigd om, met het oog op het bereiken van een optimale benutting van overheidsmiddelen en beleidsdoelstellingen waaronder het beoogde structurerend effect van de middelen binnen de audiovisuele sector, elementen met betrekking tot de steun en de in aanmerking komende uitgaven uit het voorstel bij te sturen of te reduceren en te beoordelen op basis van dat bijgestuurde voorstel.
De aanvragen worden in dalende volgorde gerangschikt volgens hun totaalscore. De steunenveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte steunaanvragen, in afnemende volgorde tot uitputting ervan. De betreffende ondernemingen zijn in dit geval gunstig gerangschikt.
Als het saldo niet voldoende is om de eerstvolgende gelijk gerangschikte steunaanvragen volledig te subsidiëren, wordt met dit saldo geen steun meer toegekend.
Art.6. En exécution de l'article 16, § 2 de l'arrêté du du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, un score est accordé pour chaque catégorie des critères d'appréciation :
1° les critères d'appréciation de la catégorie " la plus-value sociale et culturelle de l'oeuvre audiovisuelle en termes de qualité et d'attractivité du scénario " apportent un score de 10 points;
2° les critères d'appréciation de la catégorie " les personnes qui sont impliquées dans l'oeuvre audiovisuelle " apportent un score de 10 points;
3° les critères d'appréciation de la catégorie " efficience et output " apportent un score de 30 points;
4° les critères d'appréciation de la catégorie " effectivité et outcome " apportent un score de 50 points.
Le score total pour l'appréciation d'une demande s'élève à 100 points au maximum.
Une demande ne peut obtenir moins de 50 points afin d'être reprise dans la classification.
Sur la base de son expertise, le jury est autorisé, en vue d'aboutir à une utilisation optimale des moyens publics et des objectifs politiques, parmi lesquels figurent l'effet structurant envisagé des moyens au sein du secteur audiovisuel, à corriger des éléments de la proposition relatifs à l'aide et aux dépenses éligibles, ou à les réduire et apprécier sur la base de cette proposition corrigée.
Les demandes sont classées en ordre décroissant selon leur score total. L'enveloppe d'aide est repartie sur les demandes de subvention les mieux classées, en ordre décroissant, jusqu'à épuisement. Dans ce cas, les entreprises concernées sont classées favorablement.
Si le solde est insuffisant pour subventionner complètement les demandes de subvention suivantes classées au même niveau, aucune aide n'est plus accordée avec ce solde.
1° les critères d'appréciation de la catégorie " la plus-value sociale et culturelle de l'oeuvre audiovisuelle en termes de qualité et d'attractivité du scénario " apportent un score de 10 points;
2° les critères d'appréciation de la catégorie " les personnes qui sont impliquées dans l'oeuvre audiovisuelle " apportent un score de 10 points;
3° les critères d'appréciation de la catégorie " efficience et output " apportent un score de 30 points;
4° les critères d'appréciation de la catégorie " effectivité et outcome " apportent un score de 50 points.
Le score total pour l'appréciation d'une demande s'élève à 100 points au maximum.
Une demande ne peut obtenir moins de 50 points afin d'être reprise dans la classification.
Sur la base de son expertise, le jury est autorisé, en vue d'aboutir à une utilisation optimale des moyens publics et des objectifs politiques, parmi lesquels figurent l'effet structurant envisagé des moyens au sein du secteur audiovisuel, à corriger des éléments de la proposition relatifs à l'aide et aux dépenses éligibles, ou à les réduire et apprécier sur la base de cette proposition corrigée.
Les demandes sont classées en ordre décroissant selon leur score total. L'enveloppe d'aide est repartie sur les demandes de subvention les mieux classées, en ordre décroissant, jusqu'à épuisement. Dans ce cas, les entreprises concernées sont classées favorablement.
Si le solde est insuffisant pour subventionner complètement les demandes de subvention suivantes classées au même niveau, aucune aide n'est plus accordée avec ce solde.
Art.7. Ter verduidelijking van artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012, ontvangt het Hermesfonds een percentage van alle netto-ontvangsten die de producent genereert als gevolg van de exploitatie van het audiovisuele werk, dat overeenkomt met de verhouding van de totale steun verleend krachtens dit besluit, ten opzichte van de totale financiering van het audiovisuele werk. Het Hermesfonds heeft recht op dit percentage, ook na de terugbetaling van het voorschot.
Art.7. A titre de clarification de l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012, l'" Hermesfonds " obtient un pourcentage de toutes les recettes nettes générées par la producteur à la suite de l'exploitation de l'oeuvre audiovisuelle, correspondant au rapport de l'aide globale accordée en vertu du présent arrêté, par rapport au financement global de l'oeuvre audiovisuelle. L'" Hermesfonds " a droit à ce pourcentage, également après le remboursement de l'avance.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekening ervan.
Art.8. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa signature.
Brussel, 15 mei 2013.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS
Bruxelles, le 15 mai 2013.
Le Ministre flamand de l'Economie, de la Politique extérieure, de l'Agriculture et de la Ruralité,
K. PEETERS
Le Ministre flamand de l'Economie, de la Politique extérieure, de l'Agriculture et de la Ruralité,
K. PEETERS
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Bijlage 1.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 06-11-2013, p. 84325)
Brussel, 15 mei 2013.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 mei 2013 houdende de uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 06-11-2013, p. 84325)
Brussel, 15 mei 2013.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 mei 2013 houdende de uitvoering van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen.
Art. N. Annexe 1.
(Tableau non repris pour des raisons techniques, voir M.B. du 06-11-2013, p. 84328)
Bruxelles, le 15 mai 2013.
Vu pour être joint à l'arrêté ministériel du 15 mai 2013 de l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012 portant octroi d'aides aux oeuvres audiovisuelles du type film de fiction, documentaire ou film d'animation de long métrage ou série d'animation.
(Tableau non repris pour des raisons techniques, voir M.B. du 06-11-2013, p. 84328)
Bruxelles, le 15 mai 2013.
Vu pour être joint à l'arrêté ministériel du 15 mai 2013 de l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 2012 portant octroi d'aides aux oeuvres audiovisuelles du type film de fiction, documentaire ou film d'animation de long métrage ou série d'animation.