Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991, 19 januari 1994, 1 juni 1995, 20 december 1995 en 31 maart 2000, wordt voor artikel 1, dat artikel 1/1 wordt, een nieuw artikel 1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 MAART 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen binnen de waterwingebieden en de beschermingszones en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen die het grondwater kunnen verontreinigen, wat pesticidengebruik betreft
Titre
15 MARS 2013. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 1985 réglementant les opérations dans les zones de captage d'eau et dans les zones de protection et l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 1985 réglementant les opérations susceptibles de polluer les eaux souterraines, en ce qui concerne l'utilisation de pesticides
Informations sur le document
Numac: 2013035300
Datum: 2013-03-15
Info du document
Numac: 2013035300
Date: 2013-03-15
Table des matières
Tekst (14)
Texte (14)
HOOFDSTUK 1. - Waterwinning en beschermingszones
CHAPITRE 1er. - Captage d'eau et zones de protection
Article 1er. Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 1985 réglementant les opérations dans les zones de captages d'eau et dans les zones de protection, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 6 février 1991, 19 janvier 1994, 1er juin 1995, 20 décembre 1995 et 31 mars 2000, il est inséré, avant l'article 1er qui devient l'article 1/1, un nouvel article 1er rédigé comme suit :
" Article 1er. Le présent décret prévoit une transposition partielle de la Directive 2009/128/CE du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 instaurant un cadre d'action communautaire pour parvenir à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable. ".
" Article 1er. Le présent décret prévoit une transposition partielle de la Directive 2009/128/CE du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 instaurant un cadre d'action communautaire pour parvenir à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable. ".
Art.2. Aan het bestaande artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1994, dat artikel 1/1 wordt, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 4° decreet : decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest. ".
" 4° decreet : decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest. ".
Art.2. L'article 1er, qui devient l'article 1/1, du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 1994, est complété par un point 4°, rédigé comme suit :
" 4° décret : le décret du 8 février 2013 relatif à une utilisation durable des pesticides en Région flamande. ".
" 4° décret : le décret du 8 février 2013 relatif à une utilisation durable des pesticides en Région flamande. ".
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aan punt 3°, b) na de woorden " artikel 3 " de woorden " en artikel 5 " toegevoegd.
Art.3. Dans l'article 2 du même arrêté, les mots " et l'article 5 " sont ajoutés au point 3°, b) après les mots " l'article 3 ".
Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" Art. 5. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder :
1° afdeling, bevoegd voor grondwater: afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij die bevoegd is voor het operationele waterbeheer;
2° besluit : besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013 houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.
§ 2. In de beschermingszones type II en III is het direct en indirect lozen, deponeren, opslaan op of in de bodem, uitstrooien en het vervoeren van pesticiden als vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet, verboden.
§ 3. Van dat verbod kan afgeweken worden :
1° voor de openbare dienst, vermeld in artikel 2, 3° van het besluit, en voor commerciële activiteiten, met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteit,volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 7, § 1, 1°, van het decreet;
2° voor land- en tuinbouwactiviteiten als :
a) de pesticiden in slechts zulke hoeveelheden en concentraties worden gebruikt dat elk gevaar voor het ontvangende grondwater nu of in de toekomst is uitgesloten;
b) het gebruik nodig is voor een normale gewasbescherming, voor zover de pesticiden gebruikt worden in overeenstemming met de praktijkgidsen goede landbouwpraktijken;
c) de pesticiden niet verboden zijn;
3° voor particulieren als :
a) bij het gebruik van de pesticiden de toepassingsvoorschriften strikt worden gerespecteerd;
b) alleen de gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden die erkend zijn voor amateurgebruik door de federale overheid;
c) alleen de biociden gebruikt worden die toegelaten zijn door de federale overheid.
In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, op advies van de afdeling, bevoegd voor grondwater, voor elk pesticide en voor elk van de waterwingebieden en beschermingszones de hoeveelheid en de concentratie vaststellen en kan hij, in voorkomend geval, een verbod opleggen op het gebruik van een specifiek pesticide.
§ 4. Om voor de openbare dienst en voor commerciële activiteiten een afwijking zoals bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, te bekomen op het verbod uit paragraaf 2, wordt de procedure gevolgd, vermeld in artikel 5 van het besluit.
De afwijkingen op het verbod vermeld in paragraaf 2, voor land- en tuinbouwactiviteiten en particulieren, zoals vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 2° en 3°, gelden van rechtswege.
§ 5. De gegevens van het pesticidengebruik, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1° en 2°, worden tot vijf jaar na gebruik bijgehouden door de gebruiker. DoorhetVlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en alle diensten en agentschappen die er van afhangen, de provinciale overheden, de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en de polders en wateringen wordt gerapporteerd op de wijze, vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit.
Met het oog op de opmaak van de indicatoren, vermeld in artikel 9, eerste lid, van het decreet, kunnen de door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, gemachtigde personeelsleden van de afdeling, bevoegd voor grondwater, de volgende gegevens opvragen :
1° de plaats van het gebruik;
2° de productnaam;
3° het erkenningsnummer of het toelatingsnummer;
4° de hoeveelheid die gebruikt is in dat jaar. ".
" Art. 5. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder :
1° afdeling, bevoegd voor grondwater: afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij die bevoegd is voor het operationele waterbeheer;
2° besluit : besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013 houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.
§ 2. In de beschermingszones type II en III is het direct en indirect lozen, deponeren, opslaan op of in de bodem, uitstrooien en het vervoeren van pesticiden als vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet, verboden.
§ 3. Van dat verbod kan afgeweken worden :
1° voor de openbare dienst, vermeld in artikel 2, 3° van het besluit, en voor commerciële activiteiten, met uitzondering van de land- en tuinbouwactiviteit,volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 7, § 1, 1°, van het decreet;
2° voor land- en tuinbouwactiviteiten als :
a) de pesticiden in slechts zulke hoeveelheden en concentraties worden gebruikt dat elk gevaar voor het ontvangende grondwater nu of in de toekomst is uitgesloten;
b) het gebruik nodig is voor een normale gewasbescherming, voor zover de pesticiden gebruikt worden in overeenstemming met de praktijkgidsen goede landbouwpraktijken;
c) de pesticiden niet verboden zijn;
3° voor particulieren als :
a) bij het gebruik van de pesticiden de toepassingsvoorschriften strikt worden gerespecteerd;
b) alleen de gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden die erkend zijn voor amateurgebruik door de federale overheid;
c) alleen de biociden gebruikt worden die toegelaten zijn door de federale overheid.
In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, op advies van de afdeling, bevoegd voor grondwater, voor elk pesticide en voor elk van de waterwingebieden en beschermingszones de hoeveelheid en de concentratie vaststellen en kan hij, in voorkomend geval, een verbod opleggen op het gebruik van een specifiek pesticide.
§ 4. Om voor de openbare dienst en voor commerciële activiteiten een afwijking zoals bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, te bekomen op het verbod uit paragraaf 2, wordt de procedure gevolgd, vermeld in artikel 5 van het besluit.
De afwijkingen op het verbod vermeld in paragraaf 2, voor land- en tuinbouwactiviteiten en particulieren, zoals vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 2° en 3°, gelden van rechtswege.
§ 5. De gegevens van het pesticidengebruik, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1° en 2°, worden tot vijf jaar na gebruik bijgehouden door de gebruiker. DoorhetVlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en alle diensten en agentschappen die er van afhangen, de provinciale overheden, de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en de polders en wateringen wordt gerapporteerd op de wijze, vermeld in artikel 8, § 1, van het besluit.
Met het oog op de opmaak van de indicatoren, vermeld in artikel 9, eerste lid, van het decreet, kunnen de door de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, gemachtigde personeelsleden van de afdeling, bevoegd voor grondwater, de volgende gegevens opvragen :
1° de plaats van het gebruik;
2° de productnaam;
3° het erkenningsnummer of het toelatingsnummer;
4° de hoeveelheid die gebruikt is in dat jaar. ".
Art.4. L'article 5 du même arrêté, abrogé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 février 1991, est rétabli dans la rédaction suivante :
" Art. 5. § 1er. Dans le présent article, on entend par :
1° division compétente pour les eaux souterraines : la division de la " Vlaamse Milieumaatschappij " (Société flamande de l'Environnement) qui est compétente pour la gestion opérationnelle des eaux;
2° arrêté : l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 mars 2013 portant les modalités relatives à l'utilisation durable des pesticides en Région flamande pour les activités non agricoles et non horticoles et à l'établissement du " Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik " (Plan d'Action flamand pour l'Utilisation durable des Pesticides).
§ 2. Dans les zones de protection des types II et III, le déversement direct ou indirect, le dépôt, le stockage sur ou dans le sol, l'épandage et le transport de pesticides, tels que cités dans l'article 3, 1°, du décret, sont interdits.
§ 3. Il peut être dérogé à cette interdiction :
1° pour le service public, cité dans l'article 2, 3°, de l'arrêté, et pour des activités commerciales, à l'exception des activités agricoles et horticoles, suivant les conditions, citées dans l'article 7, § 1er, 1°, du décret;
2° pour les activités agricoles et horticoles si :
a) les pesticides ne sont utilisés en de telles quantités et concentrations que tout danger pour les eaux souterraines réceptrices est exclu au présent et à l'avenir;
b) leur utilisation est nécessaire pour une protection phytopharmaceutique normale, pour autant que les pesticides sont utilisés conformément aux guides de bonnes pratiques agricoles;
c) les pesticides ne sont pas interdits;
3° pour les particuliers si :
a) les prescriptions d'application sont strictement respectées lors de de l'utilisation des pesticides;
b) seuls des produits phytopharmaceutiques sont utilisés qui sont agréés par l'autorité fédérale pour l'utilisation pas des amateurs;
c) seuls des biocides sont utilisés qui sont autorisés par l'autorité fédérale.
Dans les cas, cités dans l'alinéa premier, 1° et 2°, le Ministre, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peut, sur avis de la division, chargée des eaux souterraines, fixer la quantité et les concentrations pour chaque pesticide et pour chacune des zones de captage d'eau, et il peut, le cas échéant, interdire l'utilisation d'un pesticide spécifique.
§ 4. Afin d'obtenir une dérogation à l'interdiction du paragraphe 2 pour le service public et les activités commerciales, telle que visée au paragraphe 3, alinéa premier, 1°, la procédure, citée dans l'article 5 du présent arrêté, est suivie.
Les dérogations à l'interdiction citée dans le paragraphe 2, pour les activités agricoles et horticoles et pour les particuliers, tel que citées au paragraphe 3, alinéa premier, 2° et 3°, valent de droit.
§ 5. Les données de l'utilisation de pesticides, citées dans le paragraphe 3, alinéa premier, 2° et 3°, sont conservées par l'utilisateur. La Région flamande, la Communauté flamande et tous les services et agences qui en dépendent, les autorités provinciales, les communes, les régies communales autonomes et les polders et wateringues, établissent des rapports de la manière citée dans l'article 8, § 1er, de l'arrêté.
En vue de l'établissement des indicateurs, cités dans l'article 9, alinéa premier, du décret, les membres du personnel de la division chargée des eaux souterraines, autorisés par le Ministre flamand, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peuvent demander les données suivantes :
1° le lieu de l'utilisation;
2° le nom du produit;
3° le numéro d'agrément ou le numéro d'autorisation;
4° la quantité utilisée pendant l'année en question. ".
" Art. 5. § 1er. Dans le présent article, on entend par :
1° division compétente pour les eaux souterraines : la division de la " Vlaamse Milieumaatschappij " (Société flamande de l'Environnement) qui est compétente pour la gestion opérationnelle des eaux;
2° arrêté : l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 mars 2013 portant les modalités relatives à l'utilisation durable des pesticides en Région flamande pour les activités non agricoles et non horticoles et à l'établissement du " Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik " (Plan d'Action flamand pour l'Utilisation durable des Pesticides).
§ 2. Dans les zones de protection des types II et III, le déversement direct ou indirect, le dépôt, le stockage sur ou dans le sol, l'épandage et le transport de pesticides, tels que cités dans l'article 3, 1°, du décret, sont interdits.
§ 3. Il peut être dérogé à cette interdiction :
1° pour le service public, cité dans l'article 2, 3°, de l'arrêté, et pour des activités commerciales, à l'exception des activités agricoles et horticoles, suivant les conditions, citées dans l'article 7, § 1er, 1°, du décret;
2° pour les activités agricoles et horticoles si :
a) les pesticides ne sont utilisés en de telles quantités et concentrations que tout danger pour les eaux souterraines réceptrices est exclu au présent et à l'avenir;
b) leur utilisation est nécessaire pour une protection phytopharmaceutique normale, pour autant que les pesticides sont utilisés conformément aux guides de bonnes pratiques agricoles;
c) les pesticides ne sont pas interdits;
3° pour les particuliers si :
a) les prescriptions d'application sont strictement respectées lors de de l'utilisation des pesticides;
b) seuls des produits phytopharmaceutiques sont utilisés qui sont agréés par l'autorité fédérale pour l'utilisation pas des amateurs;
c) seuls des biocides sont utilisés qui sont autorisés par l'autorité fédérale.
Dans les cas, cités dans l'alinéa premier, 1° et 2°, le Ministre, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peut, sur avis de la division, chargée des eaux souterraines, fixer la quantité et les concentrations pour chaque pesticide et pour chacune des zones de captage d'eau, et il peut, le cas échéant, interdire l'utilisation d'un pesticide spécifique.
§ 4. Afin d'obtenir une dérogation à l'interdiction du paragraphe 2 pour le service public et les activités commerciales, telle que visée au paragraphe 3, alinéa premier, 1°, la procédure, citée dans l'article 5 du présent arrêté, est suivie.
Les dérogations à l'interdiction citée dans le paragraphe 2, pour les activités agricoles et horticoles et pour les particuliers, tel que citées au paragraphe 3, alinéa premier, 2° et 3°, valent de droit.
§ 5. Les données de l'utilisation de pesticides, citées dans le paragraphe 3, alinéa premier, 2° et 3°, sont conservées par l'utilisateur. La Région flamande, la Communauté flamande et tous les services et agences qui en dépendent, les autorités provinciales, les communes, les régies communales autonomes et les polders et wateringues, établissent des rapports de la manière citée dans l'article 8, § 1er, de l'arrêté.
En vue de l'établissement des indicateurs, cités dans l'article 9, alinéa premier, du décret, les membres du personnel de la division chargée des eaux souterraines, autorisés par le Ministre flamand, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peuvent demander les données suivantes :
1° le lieu de l'utilisation;
2° le nom du produit;
3° le numéro d'agrément ou le numéro d'autorisation;
4° la quantité utilisée pendant l'année en question. ".
Art.5. In bijlage I van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in lijst I worden aan punt 2 en 3 de woorden " met uitzondering van pesticiden " toegevoegd;
2° in lijst II wordt de bepaling " 2. Biociden en derivaten daarvan, die niet in lijst I genoemd zijn. " opgeheven;
1° in lijst I worden aan punt 2 en 3 de woorden " met uitzondering van pesticiden " toegevoegd;
2° in lijst II wordt de bepaling " 2. Biociden en derivaten daarvan, die niet in lijst I genoemd zijn. " opgeheven;
Art.5. A l'annexe Ire, du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :
1° dans la liste Ire, les mots " à l'exception de pesticides " sont ajoutés aux points 2 et 3;
2° dans la liste II, la disposition " 2. Biocides et leurs dérivés ne figurant pas dans la liste Ire. " est abrogée;
1° dans la liste Ire, les mots " à l'exception de pesticides " sont ajoutés aux points 2 et 3;
2° dans la liste II, la disposition " 2. Biocides et leurs dérivés ne figurant pas dans la liste Ire. " est abrogée;
HOOFDSTUK 2. - Beschermen van grondwater tegen verontreiniging
CHAPITRE 2. - Protection des eaux souterraines contre la pollution
Art.6. In het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen die het grondwater kunnen verontreinigen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991, 19 januari 1994, 1 juni 1995 en 15 juli 2011, wordt voor artikel 1, dat artikel 1/1 wordt, een nieuw artikel 1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. ".
" Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. ".
Art.6. Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 1985 réglementant les opérations susceptibles de polluer les eaux souterraines, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 6 février 1991, 19 janvier 1994, 1er juin 1995 et 15 juillet 2011, il est inséré, avant l'article 1er qui devient l'article 1/1, un nouvel article 1er rédigé comme suit :
" Article 1er. Le présent décret prévoit une transposition partielle de la Directive 2009/128/CE du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 instaurant un cadre d'action communautaire pour parvenir à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable. ".
" Article 1er. Le présent décret prévoit une transposition partielle de la Directive 2009/128/CE du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 instaurant un cadre d'action communautaire pour parvenir à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable. ".
Art.7. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 2. Dit besluit is niet van toepassing op :
1° lozingen van huishoudelijk afvalwater van alleenstaande woningen die niet aangesloten zijn op een collectief rioleringssysteem en die buiten de waterwingebieden liggen;
2° het direct of indirect lozen, het deponeren of opslaan op of in de bodem van producten en stoffen die in zulke geringe hoeveelheid en concentratie stoffen van lijst I, II en III bevatten dat elk gevaar voor een verontreiniging nu of in de toekomst is uitgesloten;
3° de injectie van kooldioxidestromen met het oog op opslag in geologische formaties die door hun aard blijvend ongeschikt zijn voor andere doeleinden, op voorwaarde dat dergelijke injecties plaatsvinden overeenkomstig het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond dan wel op grond van artikel 37, tweede lid, van voormeld decreet buiten de werkingssfeer ervan vallen.
Op advies van de afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij, bevoegd voor het operationele waterbeheer, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, voor elke stof van lijst I, II en III de hoeveelheid en de concentratie vaststellen. ".
" Art. 2. Dit besluit is niet van toepassing op :
1° lozingen van huishoudelijk afvalwater van alleenstaande woningen die niet aangesloten zijn op een collectief rioleringssysteem en die buiten de waterwingebieden liggen;
2° het direct of indirect lozen, het deponeren of opslaan op of in de bodem van producten en stoffen die in zulke geringe hoeveelheid en concentratie stoffen van lijst I, II en III bevatten dat elk gevaar voor een verontreiniging nu of in de toekomst is uitgesloten;
3° de injectie van kooldioxidestromen met het oog op opslag in geologische formaties die door hun aard blijvend ongeschikt zijn voor andere doeleinden, op voorwaarde dat dergelijke injecties plaatsvinden overeenkomstig het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond dan wel op grond van artikel 37, tweede lid, van voormeld decreet buiten de werkingssfeer ervan vallen.
Op advies van de afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij, bevoegd voor het operationele waterbeheer, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, voor elke stof van lijst I, II en III de hoeveelheid en de concentratie vaststellen. ".
Art.7. L'article 2 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2011, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 2. Le présent arrêté ne s'applique pas :
1° aux déversements d'eaux usées domestiques d'habitations isolées qui ne sont pas raccordés à un système collectif d'égouts et qui se situent en dehors des zones de captage d'eau;
2° le déversement direct ou indirect, le dépôt ou le stockage sur ou dans le sol, de produits et substances qui contiennent des substances des listes Ire, II et III en de telle petite quantité et concentration que tout danger de pollution est exclu au présent et à l'avenir;
3° l'injection de flux de dioxyde de carbone en vue d'un stockage dans les strates géologiques que la nature rend en permanence impropres à d'autres utilisations, à condition que de telles injections sont effectuées conformément au décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond ou ne relèvent pas du décret précité en vertu de l'article 37, alinéa deux.
Le Ministre flamand, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peut, sur avis de la division de la " Vlaamse Milieumaatschappij ", compétente pour la gestion opérationnelle des eaux, fixer la quantité et la concentration pour chacune des substances des listes Ire, II et III. ".
" Art. 2. Le présent arrêté ne s'applique pas :
1° aux déversements d'eaux usées domestiques d'habitations isolées qui ne sont pas raccordés à un système collectif d'égouts et qui se situent en dehors des zones de captage d'eau;
2° le déversement direct ou indirect, le dépôt ou le stockage sur ou dans le sol, de produits et substances qui contiennent des substances des listes Ire, II et III en de telle petite quantité et concentration que tout danger de pollution est exclu au présent et à l'avenir;
3° l'injection de flux de dioxyde de carbone en vue d'un stockage dans les strates géologiques que la nature rend en permanence impropres à d'autres utilisations, à condition que de telles injections sont effectuées conformément au décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond ou ne relèvent pas du décret précité en vertu de l'article 37, alinéa deux.
Le Ministre flamand, chargé de l'environnement et de la gestion des eaux, peut, sur avis de la division de la " Vlaamse Milieumaatschappij ", compétente pour la gestion opérationnelle des eaux, fixer la quantité et la concentration pour chacune des substances des listes Ire, II et III. ".
Art.8. In bijlage I bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in lijst I worden aan punt 2 de woorden " met uitzondering van pesticiden " toegevoegd;
2° in lijst II wordt de bepaling " 2. Biociden en derivaten daarvan, die niet in lijst I genoemd zijn. " opgeheven;
3° er wordt een lijst III toegevoegd, die luidt als volgt :
" LIJST III FAMILIES EN GROEPEN VAN STOFFEN
Lijst III omvat alle pesticiden als vermeld in artikel 3 van het decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest. ".
1° in lijst I worden aan punt 2 de woorden " met uitzondering van pesticiden " toegevoegd;
2° in lijst II wordt de bepaling " 2. Biociden en derivaten daarvan, die niet in lijst I genoemd zijn. " opgeheven;
3° er wordt een lijst III toegevoegd, die luidt als volgt :
" LIJST III FAMILIES EN GROEPEN VAN STOFFEN
Lijst III omvat alle pesticiden als vermeld in artikel 3 van het decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest. ".
Art.8. A l'annexe Ire du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° dans la liste Ire, les mots " à l'exception de pesticides " sont ajoutés aux point 2;
2° dans la liste II, la disposition " 2. Biocides et leurs dérivés ne figurant pas dans la liste Ire. " est abrogée;
3° il est ajouté un liste III, établie comme suit :
" LISTE III FAMILLES ET GROUPES DE SUBSTANCES
La liste III contient tous les pesticides tels que cités dans l'article 3 du décret du 8 février 2013 relatif à une utilisation durable des pesticides en Région flamande. ".
1° dans la liste Ire, les mots " à l'exception de pesticides " sont ajoutés aux point 2;
2° dans la liste II, la disposition " 2. Biocides et leurs dérivés ne figurant pas dans la liste Ire. " est abrogée;
3° il est ajouté un liste III, établie comme suit :
" LISTE III FAMILLES ET GROUPES DE SUBSTANCES
La liste III contient tous les pesticides tels que cités dans l'article 3 du décret du 8 février 2013 relatif à une utilisation durable des pesticides en Région flamande. ".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.9. Voor de openbare diensten en de particulieren treedt dit besluit in werking op 1 januari 2015.
Art.9. En ce qui concerne les services publics, le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2015.
Art.10. Voor terreinen van bedrijven met een commerciële activiteit geldt tot en met 1 januari 2015 een minimum gebruik als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013 houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik.
Art.10. En ce qui concerne les terrains d'établissements à activités commerciales, l'utilisation minimale, telle que citée dans l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 mars 2013 portant les modalités relatives à l'utilisation durable des pesticides en Région flamande pour les activités non agricoles et non horticoles et à l'établissement du " Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik ", vaut jusqu'au 1er janvier 2015 inclus.
Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 11. Le Ministre flamand chargé de l'Environnement et de la Politique des eaux est chargé de l'exécution du présent arrêté.