Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
28 MAART 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-06-2013 en tekstbijwerking tot 07-04-2014)
Titre
28 MARS 2013. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif au transport de marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 17-06-2013 et mise à jour au 07-04-2014)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (41)
Texte (41)
Voorwerp
Objet
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting, wat betreft het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010 tot eerste aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang [1 et par la Directive 2012/45/UE de la Commission du 3 décembre 2012 portant deuxième adaptation au progrès scientifique et technique des annexes de la Directive 2008/68/CE du Parlement européen et du Conseil relative au transport intérieur des marchandises dangereuses.]1.
  
Article 1er. Le présent arrêté transpose partiellement, en ce qui concerne le transport des marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure, la Directive 2008/68/CE du Parlement européen et du Conseil du 24 septembre 2008 relative au transport intérieur des marchandises dangereuses, telle que modifiée par la Directive 2010/61/UE de la Commission du 2 septembre 2010 portant première adaptation au progrès scientifique et technique des annexes de la Directive 2008/68/CE
  [1 et par la Directive 2012/45/UE de la Commission du 3 décembre 2012 portant deuxième adaptation au progrès scientifique et technique des annexes de la Directive 2008/68/CE du Parlement européen et du Conseil relative au transport intérieur des marchandises dangereuses.]1.
  
Definities
Définitions
Art.2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
  1. " reglement " : bijlage bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren;
  2. " vaartuig " : elk binnenschip of zeeschip;
  3. " derde land " : staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte;
  4. " haven van Brussel " : het geografisch gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met daarin de toerusting en de installaties om schepen te ontvangen, met inbegrip van vissersboten en recreatieboten, waarvan het beheer, de exploitatie en de ontwikkeling toevertrouwd zijn aan de vennootschap Haven van Brussel;
  5. " vennootschap Haven van Brussel " : de publiekrechtelijke gewestelijke vennootschap Haven van Brussel, opgericht krachtens de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en waarvan de statuten zijn goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 15 januari 1993;
  6. " havenautoriteit " : de vennootschap Haven van Brussel;
  7. " binnenwateren " : de binnenwaterwegen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.2. Aux fins du présent arrêté, on entend par :
  1. " règlement " : annexe de l'arrêté royal du 31 juillet 2009 relatif au transport de marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure;
  2. " bateau " : tout bateau de navigation intérieure ou maritime;
  3. " pays tiers " : un Etat non membre de l'Espace économique européen;
  4. " port de Bruxelles " : zone géographique de la Région de Bruxelles-Capitale, comportant des aménagements et équipements permettant principalement la réception des navires, y compris des navires de pêche et des bateaux de plaisance, dont la gestion, l'exploitation et le développement sont confiés à la société du Port de Bruxelles;
  5. " société du Port de Bruxelles " : la société régionale de droit public du Port de Bruxelles, créée par ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 décembre 1992 relative à l'exploitation et au développement du canal, du port, de l'avant-port et de leurs dépendances dans la Région de Bruxelles-Capitale et dont les statuts ont été approuvés par arrêté de l'Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale du 15 janvier 1993;
  6. " autorité portuaire " : la société du Port de Bruxelles;
  7. " voie de navigation intérieure " : voie de navigation intérieure située en Région de Bruxelles-Capitale.
Toepassingsgebied
Champ d'application
Art.3. Dit besluit is van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, met inbegrip van de activiteiten met betrekking tot het laden en lossen, de overbrenging van of naar een andere vervoersmodaliteit en het noodzakelijke oponthoud tijdens het vervoer.
  Dit besluit is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen :
  1. door vaartuigen die eigendom zijn van of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten;
  2. door zeeschepen over maritieme waterwegen die deel uitmaken van de binnenwateren;
  3. door veerboten die uitsluitend een binnenwater of haven oversteken, of
  4. dat volledig binnen de begrenzing van een afgesloten gebied plaatsvindt.
Art.3. Le présent arrêté s'applique au transport de marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure en Région de Bruxelles-Capitale, y compris aux opérations de chargement et de déchargement, au transfert d'un mode de transport à un autre et aux arrêts nécessités par les circonstances du transport.
  Le présent arrêté ne s'applique pas aux transports de marchandises dangereuses :
  1. effectués par des bateaux appartenant aux forces armées ou se trouvant sous leur responsabilité;
  2. effectués par des navires de mer sur des voies maritimes faisant partie des voies de navigation intérieures;
  3. effectués par des transbordeurs ne traversant qu'une voie de navigation intérieure ou un port; ou
  4. qui sont entièrement effectués à l'intérieur d'un périmètre fermé.
Algemene bepaling
Disposition générale
Art.4. Zonder afbreuk te doen aan artikel 6 van dit besluit, worden gevaarlijke goederen niet vervoerd over de binnenwateren wanneer dit verboden is door het reglement.
Art.4. Sans préjudice de l'article 6 du présent arrêté, les marchandises dangereuses ne sont pas transportées par voie de navigation intérieure dans la mesure où cela est interdit par le règlement.
Derde landen
Pays tiers
Art.5. Vervoer van gevaarlijke goederen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en derde landen wordt toegestaan indien voldaan wordt aan het reglement, tenzij het anders is vermeld.
Art.5. Le transport de marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure entre la Région de Bruxelles-Capitale et les Pays tiers est autorisé pour autant qu'il réponde aux prescriptions du règlement, sauf indication contraire.
Beperkingen van het vervoer
Restrictions de transport
Art.6. De havenautoriteit kan, binnen de haar toegewezen bevoegdheden, bij wijze van uitzondering en mits de veiligheid niet in gevaar komt, individuele toestemming verlenen voor het vervoer van gevaarlijke goederen dat krachtens dit besluit is verboden of erin toestemmen dat dit vervoer onder andere dan de in het reglement vastgestelde voorschriften plaatsvindt, op voorwaarde dat dit vervoer duidelijk is gespecificeerd, van tijdelijke aard is en dat de gepaste maatregelen worden genomen om een vergelijkbaar veiligheidsniveau te bereiken.
Art.6. L'autorité portuaire peut, dans le respect des compétences qui lui sont attribuées, exceptionnellement et sous réserve que la sécurité ne soit pas mise en péril, délivrer des autorisations individuelles pour effectuer des opérations de transport de marchandises dangereuses qui sont interdites par le présent arrêté, ou pour effectuer ces opérations dans des conditions différentes de celles établies par le règlement, pour autant que ces opérations de transport soient clairement définies, limitées dans le temps et que des mesures appropriées soient prises pour atteindre un niveau de sécurité comparable.
Los- en laadplaatsen
Lieux de chargement et de déchargement
Art.7. § 1. De gevaarlijke stoffen vervoerd in droge-ladingschepen mogen slechts op de daartoe door de havenautoriteit aangewezen plaatsen geladen of gelost worden.
  § 2. In afwijking van § 1 en zolang stoffen of voorwerpen van klasse 1 en stoffen van de klassen 4.1 of 5.2., waarvoor het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten in kolom (12) van tabel A van hoofdstuk 3.2. van het reglement is voorgeschreven, aan boord zijn, mogen stoffen van welke soort ook slechts op de plaatsen die daartoe door de havenautoriteit aangewezen worden en die door de bevoegde diensten van de federale overheid goedgekeurd worden, geladen of gelost worden.
  § 3. De lading, het lossen en het ontgassen van de tankschepen mogen slechts uitgevoerd worden in de plaatsen die daartoe door de kaaibeheerder aangewezen worden.
  De overname van onverpakt olie- en vethoudend vloeibaar scheepsbedrijfsafvaal en de afgifte van scheepsaandrijfstoffen worden niet beschouwd als lading en lossing in de zin van het eerste lid.
Art.7. § 1er. Les marchandises dangereuses transportées dans des bateaux à cargaison sèche doivent être chargées ou déchargées uniquement sur les lieux désignés à cette fin par l'autorité portuaire.
  § 2. Par dérogation au § 1er, tant que des matières ou objets de la classe 1 et des matières des classes 4.1 ou 5.2 pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement sont à bord, aucune marchandise quelle qu'elle soit ne doit être chargée ou déchargée, sauf aux emplacements désignés à cet effet par l'autorité portuaire et approuvés par les services compétents de l'autorité fédérale.
  § 3. Le chargement, le déchargement et le dégazage des bateaux-citernes ne doivent avoir lieu qu'aux emplacements désignés à cette fin par le gestionnaire du quai.
  La réception des déchets liquides non emballés huileux et graisseux survenant lors de l'exploitation des bateaux et la remise de produits pour l'exploitation des bateaux ne sont pas considérés comme chargement ou déchargement au sens de l'alinéa 1er ci-dessus.
Tijdschip en duur van de laad- en loshandelingen van de droge-ladingschepen
Heure et durée des opérations de chargement et de déchargement des bateaux à cargaison sèche
Art.8. § 1. De laad- en loshandelingen van stoffen of voorwerpen van klasse 1 of stoffen van de klassen 4.1 of 5.2., waarvoor het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten in kolom (12) van tabel A van hoofdstuk 3.2. van het reglement is voorgeschreven, mogen niet zonder schriftelijke toestemming van de bevoegde diensten van de federale overheid beginnen.
  Het begin van de laad- en loshandelingen van dergelijke stoffen zal door de havenautoriteit toegelaten worden.
  Dit voorschrift is ook van toepassing op de lading of lossing van de andere stoffen indien stoffen of voorwerpen van klasse 1 of stoffen van de klassen 4.1 of 5.2., waarvoor het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten in kolom (12) van tabel A van hoofdstuk 3.2. van het reglement is voorgeschreven, aan boord zijn.
  § 2. De laad- en loshandelingen van stoffen of voorwerpen van klasse 1 of stoffen van de klassen 4.1. of 5.2., waarvoor het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten in kolom (5.2) van tabel A van hoofdstuk 12. van het reglement is voorgeschreven, moeten tijdens onweer onderbroken worden.
Art.8. § 1er. Les opérations de chargement et de déchargement de matières ou d'objets de la classe 1, ou de matières des classes 4.1 ou 5.2, pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, ne doivent pas commencer sans autorisation écrite des services compétents de l'autorité fédérale.
  Le début des opérations de chargement et de déchargement de telles marchandises sera autorisé par l'autorité portuaire.
  Cette prescription s'applique également au chargement ou au déchargement des autres marchandises si des matières ou objets de la classe 1, ou des matières des classes 4.1 ou 5.2 pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, se trouvent à bord.
  § 2. Les opérations de chargement et de déchargement de matières ou objets de la classe 1 ou des matières des classes 4.1 ou 5.2, pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, doivent être suspendues en cas d'orage.
Overslag
Transbordement
Art.9. Het is verboden, zonder toestemming van de havenautoriteit, de lading van de droge-ladingschepen of van de tankschepen geheel of gedeeltelijk buiten een daartoe door de beheerder aangewezen overslagplaats over te slaan.
Art.9. Le transbordement partiel ou complet de la cargaison des bateaux à cargaison sèche ou des bateaux-citernes sur un autre bateau est interdit, sans autorisation de l'autorité portuaire, ailleurs que sur les lieux de transbordement désignés à cette fin par ledit gestionnaire.
Wijze van vervoer
Mode de circulation
Art.10. De beherende overheid kan beperkingen betreffende de opneming van droge-ladingschepen of van tankschepen die gevaarlijke stoffen in grote duwstellen vervoeren.
  Dit voorschrift is niet van toepassing wanneer droge-ladingschepen stoffen of voorwerpen van klasse 1 of stoffen van de klassen 4.1. of 5.2., waarvoor het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten in kolom 12 van tabel A van hoofdstuk 3.2. van het reglement is voorgeschreven, of stoffen van klasse 7 van de VN-nummers 2912, 2913, 2915, 2916, 2917, 2919, 2977, 2978 of 3321 tot 3333 vervoeren.
Art.10. L'autorité portuaire peut imposer des restrictions relatives à l'inclusion de bateaux à cargaison sèche ou de bateaux-citernes transportant des marchandises dangereuses dans des convois poussés de grande dimension.
  Cette disposition ne s'applique pas lorsque des bateaux à cargaison sèche transportent des matières ou objets de la classe 1, ou des matières des classes 4.1 ou 5.2 pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, ou des matières de la classe 7 des nos ONU 2912, 2913, 2915, 2916, 2917, 2919, 2977, 2978 ou 3321 à 3333.
Maatregelen die tijdens het laden, het vervoer, het lossen en de behandeling van de lading getroffen moeten worden
Mesures à prendre pendant le chargement, le transport, le déchargement et la manutention de la cargaison
Art.11. Zonder specifieke toestemming van de havenautoriteit is het vullen en het ledigen van vaten, tankvoertuigen, reservoirwagens, IBC's, grote verpakkingen, MEGC's, transporttanks of tankcontainers aan boord van het droge- ladingschip of van het tankschip verboden.
Art.11. Le remplissage et la vidange des récipients, véhicules-citernes, wagons-citernes, grands récipients pour vrac (GRV), grands emballages, CGEM, citernes mobiles ou conteneurs-citernes sont interdits à bord du bateau à cargaison sèche ou du bateau-citerne sans autorisation spéciale de l'autorité portuaire.
Controlelijst van de tankschepen
Liste de contrôle des bateaux-citernes
Art.12. § 1. Met het laden en het lossen van de tankschepen mag niet worden begonnen, zolang niet een controlelijst die met het in bijlage 1 bij dit besluit bedoelde model overeenstemt en die betrekking heeft op de betreffende lading, is ingevuld.
  De vragen 1 tot 18 van de controlelijst moeten ter bevestiging met " X " worden aangekruist en de niet van toepassing zijnde vragen moeten worden doorgehaald. Indien niet alle vragen met " JA " kunnen worden beantwoord, is de lading of de lossing slechts met toestemming van de havenautoriteit toegestaan.
  De lijst moet in tweevoud worden ingevuld en zowel door de schipper of door de door hem gemachtigde persoon als door de voor de overslag verantwoordelijke persoon van de walinstallatie worden ondertekend.
  De controlelijst moet minstens in talen verstaan door de schipper en door de voor de overslag verantwoordelijke persoon van de walinstallatie gedrukt worden.
  § 2. De voorschriften van § 1 zijn niet van toepassing tijdens de overname van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval in bilgeboten en tijdens de afgifte van scheepsaandrijfstoffen vanuit bunkerboten.
Art.12. § 1er. Le chargement ou le déchargement des bateaux-citernes ne doit pas commencer avant qu'une liste de contrôle, conforme au modèle repris à l'annexe 1 du présent arrêté, n'ait été remplie pour la cargaison en question.
  Les questions 1 à 18 de la liste de contrôle doivent avoir été marquées d'une croix " X " pour confirmation et les questions non pertinentes sont à rayer. Si toutes les questions ne peuvent recevoir de réponse positive, le chargement ou le déchargement n'est autorisé qu'avec l'assentiment de l'autorité portuaire.
  La liste doit être remplie en deux exemplaires et signée par le conducteur ou par une personne mandatée par celui-ci et par la personne responsable de la manutention aux installations à terre.
  La liste de contrôle doit être imprimée au moins dans des langues comprises par le conducteur et par la personne responsable de la manutention aux installations à terre.
  § 2. Les dispositions du § 1er ne s'appliquent pas lors de la réception de déchets huileux et graisseux par les bateaux déshuileurs, ni lors de la remise de produits pour l'exploitation des bateaux par les bateaux avitailleurs.
Ligplaats nemen
Stationnement
Art.13. § 1. Schepen, die gevaarlijke goederen vervoeren, mogen geen ligplaats nemen ten opzichte van andere schepen op een geringere afstand als in koninklijk besluit van 18 augustus 1975 houdende het reglement van politie en scheepvaart voor het kanaal van Brussel naar de Rupel en voor de haven van Brussel.
  § 2. Aan boord van stilliggende tankschepen of droge-ladingschepen, die een seinvoering als bedoeld in hoofdstuk 3.2 van het reglement Tabel A, Kolom 12 moeten voeren, moet zich permanent een deskundige bevinden.
  De havenautoriteit kan echter de schepen, die in een haven of op daarvoor toegelaten plaatsen stilliggen, van deze verplichting ontslaan.
  § 3. Buiten de door de kaaibeheerder speciaal aangegeven ligplaatsen mag bij de ligplaats nemen de onderstaande afstand niet worden onderschreden :
  - 100 m van gesloten woongebieden, kunstwerken of tankopslagplaatsen, indien het schip conform kolom 12 van tabel A van het reglement voor de droge-ladingschepen en kolom 19 van tabel C van het reglement voor de tankschepen een seinvoering met één blauwe kegel of één blauw licht moet voeren;
  - 100 m van kunstwerken en tankopslagplaatsen en 300 m van gesloten woongebieden, indien het schip conform kolom 12 van tabel A van het reglement voor de droge-ladingschepen en kolom 19 van tabel C van het reglement voor de tankschepen een seinvoering met twee blauwe kegels of twee blauwe lichten moet voeren;
  - 500 m van gesloten woongebieden, kunstwerken en tankopslagplaatsen van gassen en ontvlambare vloeistoffen, indien het droge-ladingschip conform kolom 12 van tabel A van het reglement een seinvoering met drie blauwe kegels of drie blauwe lichten moet voeren;
  Tijdens het wachten voor sluizen of bruggen is het toegestaan geringere afstanden aan te houden. In deze gevallen geldt echter een minimale afstand van 100 m.
  § 4. De havenautoriteit kan met het oog op de plaatselijke omstandigheden geringere als de in § 2 genoemde afstanden toelaten.
Art.13. § 1er. La distance des bateaux en stationnement chargés de marchandises dangereuses par rapport à d'autres bateaux ne doit pas être inférieure à celle que prescrit par l'arrêté royal du 18 août 1975 portant règlement de police et de navigation du canal de Bruxelles au Rupel et du port de Bruxelles.
  § 2. Un expert doit se trouver en permanence à bord des bateaux-citernes ou des bateaux à cargaison sèche, pour lesquels une signalisation est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, en stationnement qui transportent des matières dangereuses.
  L'autorité portuaire peut toutefois dispenser de cette obligation les bateaux qui stationnent dans un bassin portuaire ou un emplacement admis à cet effet.
  § 3. En dehors des zones de stationnement indiquées par le gestionnaire du quai, les bateaux ne doivent pas stationner à moins de :
  - 100 m des zones résidentielles, ouvrages d'art ou (parcs de) réservoirs si le bateau doit être signalisé par un cône bleu ou un feu bleu conformément aux prescriptions de la colonne (12) du tableau A du règlement pour les bateaux à cargaison sèche et de la colonne (19) du tableau C du règlement pour les bateaux-citernes;
  - 100 m des ouvrages d'art et des (parcs de) réservoirs, et 300 m des zones résidentielles si le bateau doit être signalisé par deux cônes bleus ou deux feux bleus conformément aux prescriptions de la colonne (12) du tableau A du règlement pour les bateaux à cargaison sèche et de la colonne (19) du tableau C du règlement pour les bateaux-citernes;
  - 500 m des zones résidentielles, ouvrages d'art et réservoirs de gaz ou de liquides inflammables si le bateau à cargaison sèche doit être signalisé par trois cônes bleus ou trois feux bleus conformément aux prescriptions de la colonne (12) du tableau A du règlement.
  Des distances inférieures à celles indiquées ci-dessus peuvent être autorisées si les bateaux sont en attente devant des écluses ou des ponts. Cette distance ne doit en aucun cas être inférieure à 100 m.
  § 4. L'autorité portuaire peut, notamment en considération des conditions locales, autoriser des distances inférieures à celles qui sont mentionnées au § 2 ci-dessus.
Stilleggen van de droge-ladingschepen
Arrêt des bateaux à cargaison sèche
Art.14. Indien het varen van een schip, dat stoffen en voorwerpen van de klasse 1 of goederen van de klasse 4.1 of 5.2, vervoert, waarvoor in hoofdstuk 3.2 van het reglement, Tabel A, Kolom 12 het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten is voorgeschreven, gevaar kan op leveren :
  - hetzij tengevolge van invloeden van buitenaf (ongunstige weersomstandigheden, ongunstige toestand van de vaarweg, enz.);
  - hetzij ten gevolge van omstandigheden die betrekking hebben op het schip zelf (ongeval of incident),
  moet het droge-ladingschip, met inachtneming van de voorschriften van artikel 18, op een geschikte en een van woonhuizen, havens, kunstwerken of opslagplaatsen voor gassen of brandbare vloeistoffen zover mogelijk verwijderde plaats worden afgemeerd.
  De schipper stelt de havenautoriteit onverwijld op de hoogte.
Art.14. Nonobstant les dispositions de l'article 13, le bateau à cargaison sèche doit s'arrêter à un endroit approprié aussi éloigné que possible de toute habitation, tout port, ouvrage d'art ou réservoir de gaz ou de liquides inflammables si la navigation du bateau qui transporte des matières et objets de la classe 1 ou des matières de la classe 4.1 ou 5.2, pour lesquelles une signalisation avec trois cônes bleus ou trois feux bleus est prescrite à la colonne (12) du tableau A du chapitre 3.2 du règlement, risque de devenir dangereuse :
  - soit du fait d'éléments extérieurs (conditions météorologiques défavorables, conditions défavorables de la voie navigable, etc.);
  - soit du fait du bateau même (accident ou incident).
  (...)
  Le conducteur du bateau prévient l'autorité portuaire dans les plus brefs délais.
Meldingsplicht
Obligation de notification
Art.15. De schipper van een droge-ladingschip of van een tankschip dat gevaarlijke stoffen vervoert, moet vóór het begin van elke reis, wanneer die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest begint, de in bijlage 2 bij dit besluit bedoelde gegevens mededelen aan de beherende overheid.
  De inlichtingen kunnen mondeling, per radiotelefonie of via een dienst voor automatisch boodschap van radiotelegrafie in voorkomend geval, of schriftelijk verstrekt worden.
Art.15. Le conducteur d'un bateau à cargaison sèche ou d'un bateau-citerne transportant des marchandises dangereuses notifie à l'autorité portuaire les informations visées à l'annexe 2 du présent arrêté avant le début de tout voyage lorsque celui-ci commence en Région de Bruxelles-Capitale.
  Les renseignements peuvent être donnés oralement, par radiotéléphone ou par un service de message automatique de radiotélégraphie le cas échéant, ou par écrit.
Bijkomende voorschriften
Dispositions supplémentaires
Art.16. § 1. De havenautoriteit kan bepaalde bijkomende voorschriften, die niet in het reglement voorzien zijn, toepassen op vaartuigen die een nationaal of internationaal transport van gevaarlijke goederen over de binnenwateren uitvoeren.
  § 2. De bijkomende voorschriften waarvan sprake in § 1 betreffen onder meer :
  1. bijkomende veiligheidsvoorwaarden of -beperkingen voor vaartuigen die langs bepaalde kunstwerken zoals bruggen of tunnels varen, of voor vaartuigen die in de Haven van Brussel of andere vervoersterminals aankomen of deze verlaten;
  2. voorwaarden die de reisweg aangeven die de vaartuigen dienen te volgen teneinde handels-, woon- of ecologisch gevoelige zones, industriële zones waar zich gevaarlijke installaties bevinden of binnenwateren met grote materiële gevaren te vermijden;
  3. uitzonderlijke voorwaarden die de te volgen reisweg aangeven of na te leven voorschriften voor het aanleggen van vaartuigen die gevaarlijke goederen vervoeren, in geval van buitengewone weersomstandigheden, aardbevingen, ongevallen, vakbondsacties, civiele oproer of gewapende opstand;
  4. beperkingen aangaande het verkeer van vaartuigen, die gevaarlijke goederen vervoeren, op bepaalde dagen van de week of het jaar.
  § 3. De havenautoriteit zal het Secretariaat van de Economische Commissie van de Verenigde Naties over de bijkomende voorschriften waarvan sprake in de punten 1) en 4) van § 2 inlichten.
Art.16. § 1er. L'autorité portuaire peut appliquer aux bateaux effectuant un transport national ou international de marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure certaines dispositions supplémentaires qui ne sont pas prévues au règlement.
  § 2. Les dispositions supplémentaires visées au § 1er sont notamment :
  1. des conditions ou restrictions de sécurité supplémentaires concernant les bateaux empruntant certains ouvrages d'art tels que des ponts ou des tunnels, ou les bateaux arrivant dans le port de Bruxelles ou autres terminaux de transport spécifiés ou les quittant;
  2. des conditions précisant l'itinéraire à suivre par les bateaux afin d'éviter des zones commerciales, résidentielles ou écologiquement sensibles, des zones industrielles où se trouvent des installations dangereuses ou des voies de navigations intérieures présentant des dangers physiques importants;
  3. des conditions exceptionnelles précisant l'itinéraire à suivre ou les dispositions à respecter pour le stationnement des bateaux transportant des marchandises dangereuses, en cas de conditions atmosphériques extrêmes, de tremblements de terre, d'accidents, de manifestations syndicales, de troubles civils ou de soulèvement armé;
  4. des restrictions concernant la circulation des bateaux transportant des marchandises dangereuses certains jours de la semaine ou de l'année.
  § 3. L'autorité portuaire informera le Secrétariat de la Commission Economique des Nations Unies des dispositions supplémentaires visées aux points 1) et 4) du § 2.
Controle en sancties
Contrôle et sanctions
Art.17. § 1. De controle op de uitvoering van dit besluit is toevertrouwd aan de havenautoriteit.
  § 2. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden bestraft overeenkomstig de bepalingen voorzien in artikel 16bis van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.17. § 1er. Le contrôle de la mise en oeuvre du présent arrêté est effectué par l'autorité portuaire.
  § 2. Les infractions aux dispositions du présent arrêté sont sanctionnées conformément aux dispositions prévues à l'article 16bis de l'ordonnance du 3 décembre 1992 relative à l'exploitation et au développement du canal, du port, de l'avant-port et de leurs dépendances dans la Région de Bruxelles-Capitale.
Wijzigingsbepaling
Disposition modificative
Art.18. In het artikel 8, § 1, 6° van de bijlage bij het besluit van 4 maart 2010 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter invoering van de gewestelijke politieverordening voor het kanaal en de Haven van Brussel worden de woorden " Stoffen zoals bepaald door het " reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn " (" ADNR ") " vervangen door de woorden " Stoffen zoals bepaald in de bijlage bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren " (" ADN ") ".
Art.18. Dans l'article 8, § 1er, 6°, de l'annexe de l'arrêté du 4 mars 2010 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant adoption du règlement régional de police du canal et du Port de Bruxelles, les mots " Les matières telles que figurant dans le " règlement pour le transport de matières dangereuses sur le Rhin " (" ADNR ") " sont remplacés par les mots " Les matières telles que figurant dans l'annexe de l'arrêté royal du 31 juillet 2009 relatif au transport des marchandises dangereuses par voie de navigation intérieure (" ADN ") ".
Uitvoering
Exécution
Art.19. De Minister bevoegd voor de Haven van Brussel en de Minister bevoegd voor Leefmilieu zijn, elk wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit
Art.19. Le Ministre qui a Port de Bruxelles dans ses attributions le Ministre qui a l'environnement dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Controlelijst
  (bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 17-06-2013, p. 39043-39047)
Art. N1. Annexe 1. - Liste de contrôle
  (Annexe non reprise pour des raisons techniques. Voir M.B. 39038-39042).
  Vervangen door :
  Remplacé par :
   (ontbrekende bijlage)
   (Annexe manquante)
Art. N2. Bijlage 2. - Meldingsplicht
  A. Algemene informatie
  a) Identificatie van het schip :
  - naam;
  - officieel idenditificatienummer;
  - draagvermogen.
  b) Haven van bestemming.
  c) Geplande route - Verwachte tijd van aankomst in de haven van bestemming en verwachte tijd van afvaart uit die haven.
  d) Totaal aantal opvarenden.
  B. Informatie over de lading
  a) Correcte technische benaming van de gevaarlijke of verontreinigende stoffen (volgens het vervoerdocument) :
  - toegekend VN-nummer, voorafgegaan door de letter NU of het identificatienummer van de stof,
  - officiële vervoersnaam (kolom 2, tabel C, van hoofdstuk 3.2. van het reglement)
  - gegevens vermeld in kolom 5, tabel C, van hoofdstuk 3.2. van het reglement,
  - in voorkomend geval kan de aan de stof toegekende verpakkingsgroef voorafgegaan worden met de letter VG.
  b) Hoeveelheden van dergelijke stoffen en de plaats waar zij zich aan boord bevinden, alsmede, indien zij worden vervoerd in voor vrachtvervoer bestemde transporteenheden, behalve tanks, de identificatienummers daarvan.
  c) Bevestiging dat aan boord een lijst, manifest of passend laadplan aanwezig is dat gedetailleerde gegevens bevat over de gevaarlijke of verontreinigende stoffen die worden vervoerd en over de plaats waar deze zich aan boord bevinden.
  d) Adres waar uitgebreide informatie over de lading kan worden verkregen.
Art. N2. Annexe 2. - Obligation de notification
  A. Informations générales
  a) Identification du bateau :
  - nom;
  - numéro d'identification officiel;
  - port en lourd.
  b) Lieu de destination.
  c) Itinéraire prévu - heure probable d'arrivée au lieu de destination et heure probable d'appareillage.
  d) Nombre total de personnes à bord.
  B. Informations sur la cargaison
  a) Désignation technique exacte des marchandises dangereuses (selon le document de transport) :
  - numéro ONU attribué, précédé des lettres UN, ou le numéro d'identification de la matière,
  - désignation officielle de transport (colonne (2) du tableau C du chapitre 3.2 du règlement),
  - données figurant à la colonne (5) du tableau C du chapitre 3.2 du règlement,
  - le cas échéant, le groupe d'emballage attribué à la matière pouvant être précédé des lettres GE.
  b) Quantités de ces marchandises et emplacement à bord et, si elles sont transportées dans des unités de transport de cargaison autres que des citernes, numéros d'identification de celles-ci.
  c) Confirmation de la présence à bord d'une liste, d'un manifeste ou d'un plan de chargement approprié précisant en détail les marchandises dangereuses chargées à bord du bateau et leur emplacement.
  d) Adresse à laquelle des renseignements détaillés sur la cargaison peuvent être obtenus.