Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie, de sociale promotie en de promotie op diploma naar een hogere personeelscategorie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-12-2013 en tekstbijwerking tot 15-09-2023)
Titre
7 NOVEMBRE 2013. - Arrêté royal relatif au passage au sein de la même catégorie de personnel, à la promotion sociale et à la promotion sur diplôme vers une catégorie de personnel supérieure(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 12-12-2013 et mise à jour au 15-09-2023)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (65)
Texte (65)
TITEL 1. - Algemene bepalingen
TITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit:
  1° wordt verstaan onder:
  a) "de wet van 28 februari 2007": de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht;
  b) "sociale promotie": de opname bedoeld in artikel 114 van de wet van 28 februari 2007;
  c) "overgang": de opname bedoeld in artikel 115 van de wet van 28 februari 2007;
  d) "promotie op diploma": de opname bedoeld in artikel 116 van de wet van 28 februari 2007;
  e) "de minister": de minister van [1 Defensie]1;
  f) "de DGHR": de directeur-generaal human resources;
  g) "krijgsmachtdeel": de landmacht, de luchtmacht, de marine en de medische dienst zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten;
  2° wordt, telkens als een graad wordt vermeld, ook de gelijkwaardige graad in aanmerking genomen.
  § 2. Voor de verschillende [3 promoties op diploma, sociale promoties en overgangen, met uitzondering van de overgang bedoeld in artikel 16/1,]3 bepaalt de minister jaarlijks, per vakrichting en per taalstelsel, het aantal kandidaten, dat kan worden aanvaard. Daarbij specificeert hij de bijzonderheden van de vacatures die een gevolg hebben op de selectie.
  De minister kan het aantal kandidaten dat kan worden aanvaard evenwel per krijgsmachtdeel bepalen.
  De DGHR of de overheid die hij hiertoe aanwijst, bepaalt, binnen de grenzen van de opengestelde plaatsen, de overdracht van niet bezette plaatsen, binnen eenzelfde wedstrijd voor de overgang, de promotie op diploma of de sociale promotie.
  De DGHR of de overheid die hij aanwijst bepaalt, per wedstrijd, de prioriteit die zal worden toegepast bij de toewijzing van de opengestelde plaatsen wanneer eenzelfde deelnemer aan de toelatingsvoorwaarden voldoet voor verschillende sessies van overgang, promotie op diploma of sociale promotie.
  § 3. [2 In voorkomend geval wordt de lijst van vacatures, waarvoor het afleggen van psychotechnische proeven verplicht is, bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.]2
  De resultaten behaald voor de psychotechnische proeven afgelegd in het kader van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen zijn geldig voor de kandidaten bedoeld in onderhavig besluit.
  De bepalingen hernomen in de artikelen 26, §§ 1 en 3, en 27bis, § 2, 3°, van hetzelfde besluit zijn eveneens van toepassing voor de psychotechnische proeven afgelegd in het kader van de overgang, de sociale promotie of de promotie op diploma.
  § 4. Voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit besluit, zijn de volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader van toepassing op de kandidaten die een vorming ontvangen met het oog op hun [3 ...]3 promotie op diploma of sociale promotie :
  1° de vrijstelling van vormingsgedeelten of cursussen bedoeld in artikel 19;
  2° het uitstel bedoeld in de artikelen 20 en 21;
  3° de voortzetting van de vorming bedoeld in het artikel 40;
  4° het regime van de kandidaten bedoeld in de artikelen 23 tot 26, waarbij het peterschap evenwel wordt beperkt tot de kandidaten van de sociale promotie en de promotie op diploma;
  5° de beoordeling van de kandidaten bedoeld in de artikelen 27 tot 29;
  6° de samenstelling, de procedure en de mogelijke beslissingen van, naargelang het geval, de deliberatie- of de evaluatiecommissie, bedoeld in de artikelen 30 tot 36.
  De beslissing van de deliberatiecommissie waarbij een kandidaat de vorming mag herbeginnen en aangehecht mag worden aan de volgende promotie, bij een onvoldoende beoordeling van zijn professionele hoedanigheden is evenwel niet toepasselijk.
  § 5. De kandidaat die niet slaagt in de vorming met het oog op zijn overgang, promotie op diploma of sociale promotie wegens onvoldoende professionele of karakteriële hoedanigheden, kan zich ten vroegste de derde sessie volgend op de mislukking opnieuw kandidaat stellen met het oog op dezelfde [3 ...]3 sociale promotie of promotie op diploma, onverminderd de toepassing van de leeftijdslimieten bepaald in dit besluit.
  
Article 1er. § 1er. Pour l'application du présent arrêté :
  1° il faut entendre par :
  a) "la loi du 28 février 2007" : la loi du 28 février 2007 fixant le statut des militaires et candidats militaires du cadre actif des forces armées;
  b) "promotion sociale" : l'admission visée à l'article 114 de la loi du 28 février 2007;
  c) "passage" : l'admission visée à l'article 115 de la loi du 28 février 2007;
  d) "promotion sur diplôme" : l'admission visée à l'article 116 de la loi du 28 février 2007;
  e) "le ministre" : le ministre de la Défense;
  f) "le DGHR" : le directeur général human resources;
  g) "force" : la force terrestre, la force aérienne, la marine et le service médical, tel que fixé dans l'article 2 de l'arrêté royal du 21 décembre 2001 déterminant la structure générale du ministère de la Défense et fixant les attributions de certaines autorités;
  2° chaque fois qu'un grade est mentionné, le grade équivalent est également pris en considération.
  § 2. Pour les différents [2 promotions sur diplôme, promotions sociales et passages, à l'exception du passage visé à l'article 16/1,]2 le ministre fixe chaque année, par filière de métier et par régime linguistique, le nombre de candidats pouvant être admis. A cette occasion, il spécifie les particularités des postes vacants qui ont une incidence sur la sélection.
  Toutefois, le ministre peut fixer le nombre de candidats pouvant être admis par force.
  Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, fixe, dans les limites des places ouvertes, le transfert des places non occupées, au sein d'un même concours de passage, de promotion sur diplôme ou de promotion sociale.
  Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne fixe, par concours, la priorité qui sera appliquée pour l'attribution des places ouvertes lorsqu'un même participant satisfait aux conditions d'admission pour différentes sessions de passage, de promotion sur diplôme ou de promotion sociale.
  § 3. [1 Le cas échéant, la liste des postes vacants pour lesquels la présentation d'épreuves psychotechniques est obligatoire, est fixée dans un règlement arrêté par le ministre.]1
  Les résultats obtenus lors des épreuves psychotechniques présentées dans le cadre de l'arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires sont valables pour les candidats visés dans le présent arrêté.
  Les dispositions reprises aux articles 26, §§ 1er et 3, et 27bis, § 2, 3°, du même arrêté, s'appliquent également aux épreuves psychotechniques effectuées dans le cadre du passage, de la promotion sociale ou de la promotion sur diplôme.
  § 4. Pour autant qu'elles ne soient pas incompatibles avec les dispositions du présent arrêté, les dispositions suivantes de l'arrêté royal du 7 novembre 2013 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif sont applicables aux candidats qui suivent une formation en vue de leur [2 ...]2 promotion sur diplôme ou promotion sociale :
  1° la dispense de parties de formation ou de cours visée à l'article 19;
  2° l'ajournement visé aux articles 20 et 21;
  3° la poursuite de la formation visée à l'article 40;
  4° le régime des candidats visé aux articles 23 à 26, en limitant toutefois le parrainage aux candidats de la promotion sociale et de la promotion sur diplôme;
  5° l'appréciation des candidats visée aux articles 27 à 29;
  6° la composition, la procédure et les décisions possibles, selon le cas, de la commission de délibération ou d'évaluation, visées aux articles 30 à 36.
  La décision de la commission de délibération, selon laquelle un candidat peut recommencer la formation et être rattaché à la promotion suivante, en cas d'appréciation insuffisante de ses qualités professionnelles, n'est toutefois pas applicable.
  § 5. Le candidat qui échoue dans la formation en vue [2 ...]2 de sa promotion sur diplôme ou de sa promotion sociale, pour cause de qualités professionnelles ou caractérielles insuffisantes, ne peut représenter au plus tôt sa candidature en vue [2 ...]2 de la même promotion sociale ou promotion sur diplôme que pour la troisième session suivant l'échec, sans préjudice de l'application des limites d'âges fixées dans le présent arrêté.
  
Art.2. Voor de kandidaten van [1 de promotie op diploma, de sociale promotie en de overgang, met uitzondering van de overgang bedoeld in artikel 16/1,]1 wordt een selectiecomité opgericht dat ermee belast is de waarde van de kandidaat te beoordelen en de kandidaten te rangschikken.
  Het selectiecomité wordt voorgezeten door een hoofdofficier.
  Naast de voorzitter, bestaat het bovendien uit volgende leden :
  1° twee officieren hoger in graad dan de te beoordelen kandidaten, waarvan een hoofdofficier;
  2° een officier, met adviserende stem, hoger in graad dan de te beoordelen kandidaten, belast met de voordracht van de kandidaturen;
  3° een officier of een hoofdonderofficier, zonder stemrecht, die de functie van secretaris vervult.
  De voorzitter en de leden worden aangewezen door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  
Art.2. Pour les candidats [1 de la promotion sur diplôme, de la promotion sociale et du passage, à l'exception du passage visé à l'article 16/1,]1 il est constitué un comité de sélection, chargé d'apprécier la valeur du candidat et de classer les candidats.
  Le comité de sélection est présidé par un officier supérieur.
  Outre le président, il est composé des membres suivants:
  1° deux officiers d'un grade supérieur à celui des candidats à apprécier, dont un officier supérieur;
  2° un officier, ayant voix consultative, d'un grade supérieur à celui des candidats à apprécier, chargé de présenter les candidatures;
  3° un officier ou un sous-officier supérieur, sans droit de vote, qui remplit la fonction de secrétaire.
  Le président et les membres sont désignés par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  
TITEL 2. - De promotie op diploma en de overgang binnen dezelfde personeelscategorie
TITRE 2. - De la promotion sur diplôme et du passage au sein de la même catégorie de personnel
HOOFDSTUK 1. - De promotie op diploma van de beroepsvrijwilliger naar beroepsonderofficier van niveau B
CHAPITRE 1er. - De la promotion sur diplôme du volontaire de carrière vers sous-officier de carrière du niveau B
Art.3. Met het oog op zijn promotie op diploma kan de beroepsvrijwilliger aanvaard worden als kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B door [1 de DGHR]1 wanneer hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° [4 ...]4
  2° [2 rekening houdend met de datum van zijn pensioen wegens leeftijdsgrens, minstens zeven jaar kunnen dienen vanaf 31 december van het jaar van zijn aanvaarding]2;
  3° geslaagd zijn voor de militaire tests van lichamelijke geschiktheid, volgens de criteria bepaald door de minister;
  4° voor de vrijwilliger die voor een functie bij de marine solliciteert, medisch geschikt zijn voor dienst op zee;
  5° houder zijn van een bachelor of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift vóór de afsluitingsdatum van de inschrijvingen voor de promotie op diploma;
  6° geslaagd zijn voor het examen bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger of van dit examen vrijgesteld zijn volgens de bepalingen van artikel 8, § 2, van dezelfde wet;
  7° niet afgewezen worden door de DGHR of de overheid die hij aanwijst;
  8° batig gerangschikt worden bij de overgangsproef bedoeld in artikel 117, eerste lid, 4°, van de wet van 28 februari 2007, binnen de grenzen van het aantal opengestelde plaatsen.
  Overeenkomstig het eerste lid, 7°, kan de DGHR, of de autoriteit die hij aanwijst, een kandidatuur afwijzen op basis van het persoonlijk dossier van de betrokken militair. Het geheel van de beoordelingselementen die in beschouwing kunnen worden genomen wordt bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  [3 De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 8°, omvat de beoordeling van de waarde van de kandidaat door het selectiecomité bedoeld in artikel 2 en, naargelang het geval, psychotechnische proeven.]3
  
Art.3. En vue de sa promotion sur diplôme, le volontaire de carrière peut être agréé, par [1 le DGHR]1, comme candidat sous-officier de carrière du niveau B s'il satisfait aux conditions suivantes:
  1° [4 ...]4
  2° [2 tenant compte de la date de sa pension par limite d'âge, pouvoir servir au moins sept ans à partir du 31 décembre de l'année de son agrément]2;
  3° avoir réussi les tests militaires d'aptitude physique, selon les critères fixés par le ministre;
  4° pour le volontaire qui postule pour une fonction à la marine, être médicalement apte au service en mer;
  5° être titulaire d'un bachelier ou d'un diplôme ou certificat équivalent avant la date de clôture des inscriptions pour la promotion sur diplôme;
  6° avoir réussi l'examen visé à l'article 8, § 1er, de la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée ou être exempté de cet examen selon les dispositions de l'article 8, § 2, de la même loi;
  7° ne pas être refusé par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne;
  8° être classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage visée à l'article 117, alinéa 1er, 4°, de la loi du 28 février 2007, dans les limites du nombre de places ouvertes.
  Le DGHR, ou l'autorité qu'il désigne, peut refuser une candidature conformément à l'alinéa 1er, 7°, sur la base du dossier personnel du militaire concerné. L'ensemble des éléments d'appréciation qui peuvent être pris en considération est fixé dans un règlement arrêté par le ministre.
  [3 L'épreuve de passage visée à l'alinéa 1er, 8°, comprend l'appréciation de la valeur du candidat par le comité de sélection visé à l'article 2 et, selon le cas, des épreuves psychotechniques.]3
  
Art.4. De [1 eenheidscommandant]1 brengt een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsonderofficieren van niveau B van de beroepsvrijwilliger die zich kandidaat stelt en aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 6°, voldoet.
  Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen : uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
  Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de [1 eenheidscommandant]1 tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het tweede lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De [1 eenheidscommandant]1 stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
  Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid, wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, aanvaardt of verwerpt de kandidatuur. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
  
Art.4. Le [1 commandant d'unité]1 émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des sous-officiers de carrière du niveau B du volontaire de carrière qui pose sa candidature et qui satisfait aux conditions visées à l'article 3, alinéa 1er, 1° à 6°.
  L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes : excellent, très bon, bon, assez bon.
  Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du [1 commandant d'unité]1 contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 2. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le [1 commandant d'unité]1 notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
  L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, agrée ou rejette la candidature. La décision est notifiée à l'intéressé.
  
Art.5. [1 Naargelang het geval, legt de beroepsvrijwilliger psychotechnische proeven af.]1 Deze proeven hebben tot doel te beoordelen of de betrokkene de vereiste karakteriële hoedanigheden en het vereiste intellectueel potentieel bezit.
  [1 De beroepsvrijwilliger die een cijfer heeft behaald dat lager is dan de uitsluitingsdrempel bedoeld in artikel 26, § 4, van het voornoemd koninklijk besluit van 11 september 2003, wordt evenwel niet gerangschikt.]1
  De nadere uitvoeringsregels betreffende de psychotechnische proeven worden bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  
Art.5. [1 Selon le cas, le volontaire de carrière présente des épreuves psychotechniques.]1 Ces épreuves ont pour but d'apprécier si l'intéressé possède les qualités caractérielles et le potentiel intellectuel exigés.
  [1 Toutefois, le volontaire de carrière qui a obtenu une note inférieure au seuil d'exclusion visé à l'article 26, § 4, de l'arrêté royal du 11 septembre 2003 précité, n'est pas classé.]1
  Les modalités d'exécution relatives aux épreuves psychotechniques sont fixées dans un règlement arrêté par le ministre.
  
Art.6. [1 Voor het opmaken van de rangschikking houdt het selectiecomité rekening met de waarde van de kandidaat, beoordeeld door het selectiecomité op grond van de krachtens artikel 4 uitgebrachte adviezen en van de inhoud van zijn persoonlijk dossier, berekend op 100 punten, overeenkomstig de procedure bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.]1
  De kandidaat die niet ten minste de helft van de punten behaalt voor de beoordeling van zijn waarde, wordt evenwel niet gerangschikt.
  Het selectiecomité weerhoudt de kandidaten met inachtneming van de opgestelde rangschikking en van het aantal beschikbare plaatsen per vakrichting, per taalstelsel en, naargelang het geval, per krijgsmachtdeel.
  Indien twee kandidaten hetzelfde puntentotaal behalen, wordt voorrang gegeven :
  1° aan de kandidaat met de hoogste graad;
  2° bij gelijke graad, aan deze met de meeste anciënniteit in de graad;
  3° bij gelijke graad en anciënniteit, aan diegene waarvan de kandidatuur het grootst aantal keren afgewezen werd;
  4° bij gelijke graad, bij gelijke anciënniteit en bij hetzelfde aantal afwijzingen, aan de oudste.
  De niet-rangschikking of de al dan niet batige rangschikking bij de overgangsproef wordt aan de kandidaat betekend door de voorzitter van het selectiecomité.
  
Art.6. [1 Pour l'établissement du classement, le comité de sélection tient compte de la valeur du candidat, appréciée par le comité de sélection sur la base des avis émis en vertu de l'article 4 et du contenu de son dossier personnel, calculée sur 100 points, selon la procédure fixée dans un règlement arrêté par le ministre.]1
  Toutefois, le candidat qui n'obtient pas au moins la moitié des points pour l'appréciation de sa valeur, n'est pas classé.
  Le comité de sélection retient les candidats dans l'ordre de classement établi et à concurrence du nombre de places disponibles par filière de métier, par régime linguistique et, le cas échéant, par force.
  Si deux candidats obtiennent le même total de points, il est donné priorité:
  1° au candidat le plus gradé;
  2° à grade égal, au plus ancien dans le grade;
  3° à grade égal et à ancienneté égale, à celui dont la candidature a été refusée le nombre le plus élevé de fois;
  4° à grade égal, à ancienneté égale et à nombre de refus égal, au plus âgé.
  Le non-classement ou le classement en ordre utile ou non lors de l'épreuve de passage est notifié au candidat par le président du comité de sélection.
  
Art.7. § 1. De bij de overgangsproef batig gerangschikte beroepsvrijwilliger wordt met het oog op het volbrengen van een vorming met een duur van achttien maanden door [1 de DGHR]1 aanvaard als kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B.
  De aanvaarding door [1 de DGHR]1 wordt aan de kandidaat betekend door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  De vorming bedoeld in artikel 119/2 van de wet van 28 februari 2007, bestaat uit een gedeelte van de vormingscyclus van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B van de bijzondere werving, bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 7 november 2013. betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader. De concrete vorming wordt vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De kandidaat-beroepsonderofficieren van niveau B volgen de vorming overeenkomstig de vakrichting waarvoor ze door [1 de DGHR]1 werden aanvaard.
  § 2. De kandidaat die van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie de toestemming krijgt om een herexamen af te leggen op het einde van zijn vorming moet dit herexamen afleggen op de datum vastgesteld, naargelang het geval, door de schoolcommandant of de hoofdofficier verantwoordelijk voor de vorming van de kandidaat in het militair organisme waar de kandidaat zijn vorming volgt, zonder dat hem nog aanvullende cursussen worden gegeven. Hij kan de toestemming krijgen om de stage- of evaluatieperiode aan te vangen. Het herexamen moet worden afgelegd, ten vroegste, op de vijfde werkdag na de beslissing van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie en, ten laatste, drie maanden na deze datum.
  De kandidaat die door de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B.
  § 3. Op het einde van de stageperiode en de evaluatieperiode maakt de korpscommandant, respectievelijk, een stageverslag en een evaluatieverslag op betreffende de geschiktheid van de kandidaat om de functies van beroepsonderofficier van niveau B uit te oefenen.
  De kandidaat die door de evaluatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau B.
  
Art.7. § 1er. Le volontaire de carrière classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage est agréé par [1 le DGHR]1 comme candidat sous-officier de carrière du niveau B, en vue d'effectuer une formation d'une durée de dix-huit mois.
  L'agrément par [1 le DGHR]1 est notifié au candidat par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  La formation visée à l'article 119/2 de la loi du 28 février 2007, consiste en une partie du cycle de formation de candidat sous-officier de carrière du niveau B du recrutement spécial, visé à l'article 16 de l'arrêté royal du 7 novembre 2913 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif. La formation concrète est fixée dans un règlement arrêté par le ministre.
  Les candidats sous-officiers de carrière du niveau B suivent la formation correspondant à la filière de métier pour laquelle ils ont été agréés par [1 le DGHR]1.
  § 2. Le candidat autorisé par la commission de délibération ou l'instance d'appel à présenter un examen de repêchage à la fin de sa formation doit présenter cet examen à la date fixée par, selon le cas, le commandant de l'école ou l'officier supérieur responsable de la formation du candidat au sein de l'organisme militaire où le candidat suit sa formation, sans qu'il lui soit encore donné des cours complémentaires. Il peut obtenir l'autorisation de commencer la période de stage ou d'évaluation. L'examen de repêchage doit être présenté au plus tôt cinq jours ouvrables après la date de la décision de la commission de délibération ou de l'instance d'appel, et au plus tard trois mois après cette date.
  Le candidat qui est considéré par la commission de délibération ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat sous-officier de carrière du niveau B.
  § 3. A l'issue de la période de stage et de la période d'évaluation, le chef de corps établit, respectivement, un rapport de stage et un rapport d'évaluation portant sur l'aptitude du candidat à remplir les fonctions de sous-officier de carrière du niveau B.
  Le candidat qui est considéré par la commission d'évaluation ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat sous-officier de carrière du niveau B.
  
HOOFDSTUK 2. - De promotie op diploma van de beroepsonderofficier van niveau C naar beroepsonderofficier van niveau B
CHAPITRE 2. - De la promotion sur diplôme du sous-officier de carrière du niveau C vers sous-officier de carrière du niveau B
Art.8. Met het oog op zijn promotie op diploma kan de beroepsonderofficier van niveau C aanvaard worden [3 als beroepsonderofficier]3 van niveau B door [1 de DGHR]1 wanneer hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° [3 ...]3
  2° [2 rekening houdend met de datum van zijn pensioen wegens leeftijdsgrens, minstens zeven jaar kunnen dienen vanaf 31 december van het jaar van zijn aanvaarding]2;
  3° geslaagd zijn voor de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria bepaald door de minister;
  4° voor de onderofficier die voor een functie bij de marine solliciteert, medisch geschikt zijn voor dienst op zee;
  5° houder zijn van een bachelor of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift vóór de afsluitingsdatum van de inschrijvingen voor de promotie op diploma;
  6° niet afgewezen worden door de DGHR of de overheid die hij aanwijst;
  7° batig gerangschikt worden bij de overgangsproef bedoeld in artikel 117, eerste lid, 4°, van de wet van 28 februari 2007, binnen de grenzen van het aantal opengestelde plaatsen.
  Overeenkomstig het eerste lid, 6°, kan de DGHR, of de autoriteit die hij aanwijst, een kandidatuur afwijzen op basis van het persoonlijk dossier van de betrokken militair. Het geheel van de beoordelingselementen die in beschouwing kunnen worden genomen wordt bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 7°, omvat de beoordeling van de waarde van de kandidaat door het selectiecomité bedoeld in artikel 2.
  
Art.8. En vue de sa promotion sur diplôme, le sous-officier de carrière du niveau C peut être agréé par [1 le DGHR]1 [3 comme sous-officier de carrière]3 du niveau B s'il satisfait aux conditions suivantes:
  1° [3 ...]3
  2° [2 tenant compte de la date de sa pension par limite d'âge, pouvoir servir au moins sept ans à partir du 31 décembre de l'année de son agrément]2;
  3° avoir réussi les tests militaires d'aptitude physique selon les critères fixés par le ministre;
  4° pour le sous-officier qui postule pour une fonction à la marine, être médicalement apte au service en mer;
  5° être titulaire d'un bachelier ou d'un diplôme ou certificat équivalent avant la date de clôture des inscriptions pour la promotion sur diplôme;
  6° ne pas être refusé par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne;
  7° être classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage visée à l'article 117, alinéa 1er, 4°, de la loi du 28 février 2007, dans les limites du nombre de places ouvertes.
  Le DGHR, ou l'autorité qu'il désigne, peut refuser une candidature conformément à l'alinéa 1er, 6°, sur la base du dossier personnel du militaire concerné. L'ensemble des éléments d'appréciation qui peuvent être pris en considération est fixé dans un règlement arrêté par le ministre.
  L'épreuve de passage visée à l'alinéa 1er, 7°, comprend l'appréciation de la valeur du candidat par le comité de sélection visé à l'article 2.
  
Art.9. De [1 eenheidscommandant]1 brengt een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsonderofficieren van niveau B van de beroepsonderofficier van niveau C die zich kandidaat stelt en aan de voorwaarden bedoeld in artikel 8, eerste lid, 1° tot 5°, voldoet.
  Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen : uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
  Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de [1 eenheidscommandant]1 tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het tweede lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De [1 eenheidscommandant]1 stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
  Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid, wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, aanvaardt of verwerpt de kandidatuur. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
  
Art.9. Le [1 commandant d'unité]1 émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des sous-officiers de carrière du niveau B du sous-officier de carrière du niveau C qui pose sa candidature et qui satisfait aux conditions visées à l'article 8, alinéa 1er, 1° à 5°.
  L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes : excellent, très bon, bon, assez bon.
  Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du [1 commandant d'unité]1 contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 2. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le [1 commandant d'unité]1 notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
  L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, agrée ou rejette la candidature. La décision est notifiée à l'intéressé.
  
Art.10. Voor het opmaken van de rangschikking houdt het selectiecomité rekening met de waarde van de kandidaat, beoordeeld door het selectiecomité op grond van de krachtens artikel 9 uitgebrachte adviezen, en van de inhoud van zijn persoonlijk dossier, berekend op 100 punten, overeenkomstig de procedure bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De kandidaat die niet ten minste de helft van de punten behaalt voor de beoordeling van zijn waarde, wordt evenwel niet gerangschikt.
  Het selectiecomité weerhoudt de kandidaten met inachtneming van de opgestelde rangschikking en van het aantal beschikbare plaatsen per vakrichting, per taalstelsel en, naargelang het geval, per krijgsmachtdeel.
  Indien twee kandidaten hetzelfde puntentotaal behalen, wordt voorrang gegeven :
  1° aan de kandidaat met de hoogste graad;
  2° bij gelijke graad, aan deze met de meeste anciënniteit in de graad;
  3° bij gelijke graad en anciënniteit, aan diegene waarvan de kandidatuur het grootst aantal keren afgewezen werd;
  4° bij gelijke graad, bij gelijke anciënniteit en bij hetzelfde aantal afwijzingen, aan de oudste.
  De niet-rangschikking of de al dan niet batige rangschikking bij de overgangsproef wordt aan de kandidaat betekend door de voorzitter van het selectiecomité.
Art.10. Pour l'établissement du classement, le comité de sélection tient compte de la valeur du candidat, appréciée par le comité de sélection sur la base des avis émis en vertu de l'article 9, et du contenu de son dossier personnel, calculée sur 100 points, selon la procédure fixée dans un règlement arrêté par le ministre.
  Toutefois, le candidat qui n'obtient pas au moins la moitié des points pour l'appréciation de sa valeur, n'est pas classé.
  Le comité de sélection retient les candidats dans l'ordre de classement établi et à concurrence du nombre de places disponibles par filière de métier, par régime linguistique et, le cas échéant, par force.
  Si deux candidats obtiennent le même total de points, il est donné priorité:
  1° au candidat le plus gradé;
  2° à grade égal, au plus ancien dans le grade;
  3° à grade égal et à ancienneté égale, à celui dont la candidature a été refusée le nombre le plus élevé de fois;
  4° à grade égal, à ancienneté égale et à nombre de refus égal, au plus âgé.
  Le non-classement ou le classement en ordre utile ou non lors de l'épreuve de passage est notifié au candidat par le président du comité de sélection.
Art.11. § 1. [2 De bij de overgangsproef batig gerangschikte beroepsonderofficier van niveau C wordt door de DGHR aanvaard met het oog op zijn promotie op diploma als beroepsonderofficier van niveau B.]2
  De aanvaarding door [1 de DGHR]1 wordt aan [2 betrokkene]2 betekend door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  § 2. [2 ...]2
  
Art.11. § 1er. [2 Le sous-officier de carrière du niveau C classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage est agréé, par le DGHR, en vue de sa promotion sur diplôme comme sous-officier de carrière du niveau B.]2
  L'agrément par [1 le DGHR]1 est notifié au [2 concerné]2 par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  § 2. [2 ...]2
  
Art.12. § 1. [2 ...]2
  § 2. [2 In functie van de graad en de anciënniteit waarmee hij bekleed is op de datum van zijn aanvaarding voor de promotie op diploma, wordt de beroepsonderofficier van niveau C door de chef defensie benoemd in de overeenstemmende graad in de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van niveau B, zoals bepaald in de rechter kolom van de tabel van de bijlage bij dit besluit, op de zesentwintigste dag van de laatste maand van het trimester waarin hij door de DGHR aanvaard werd.]2
  
Art.12. § 1er. [2 ...]2
  § 2. [2 En fonction du grade et de l'ancienneté dont il est revêtu à la date de son agrément pour la promotion sur diplôme, le sous-officier de carrière du niveau C est nommé par le chef de la défense au grade correspondant dans la catégorie de personnel des sous-officiers de carrière du niveau B, comme déterminé dans la colonne de droite du tableau de l'annexe au présent arrêté, le vingt-sixième jour du dernier mois du trimestre au cours duquel il a été agréé par le DGHR.]2
  
HOOFDSTUK 3. - De overgang van de beroepsofficier van niveau B naar beroepsofficier van niveau A
CHAPITRE 3. - De passage de l'officier de carrière du niveau B vers officier de carrière du niveau A
Art.13. Met het oog op zijn overgang kan de beroepsofficier van niveau B aanvaard worden [3 als beroepsofficier]3 van niveau A door [1 de DGHR]1, wanneer hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° [3 ...]3
  2° [2 rekening houdend met de datum van zijn pensioen wegens leeftijdsgrens, minstens zeven jaar kunnen dienen vanaf 31 december van het jaar van zijn aanvaarding]2;
  3° geslaagd zijn voor de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria bepaald door de minister;
  4° voor de officier die voor een functie bij de marine solliciteert, medisch geschikt zijn voor dienst op zee;
  5° de basis stafvorming met succes gevolgd hebben vóór de afsluitingsdatum van de inschrijvingen voor de overgang;
  6° niet afgewezen worden door de DGHR of de overheid die hij aanwijst;
  7° batig gerangschikt worden bij de overgangsproef bedoeld in artikel 117, eerste lid, 4°, van de wet van 28 februari 2007, binnen de grenzen van het aantal opengestelde plaatsen.
  Overeenkomstig het eerste lid, 6°, kan de DGHR, of de autoriteit die hij aanwijst, een kandidatuur afwijzen op basis van het persoonlijk dossier van de betrokken militair. Het geheel van de beoordelingselementen die in beschouwing kunnen worden genomen wordt bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 7°, omvat de beoordeling van de waarde van de kandidaat door het selectiecomité bedoeld in artikel 2.
  
Art.13. En vue de son passage, l'officier de carrière du niveau B peut être agréé par [1 le DGHR]1 [3 comme officier de carrière]3 du niveau A, s'il satisfait aux conditions suivantes :
  1° [3 ...]3
  2°[2 tenant compte de la date de sa pension par limite d'âge, pouvoir servir au moins sept ans à partir du 31 décembre de l'année de son agrément]2;
  3° avoir réussi les tests militaires d'aptitude physique selon les critères fixés par le ministre;
  4° pour l'officier qui postule pour une fonction à la marine, être médicalement apte au service en mer;
  5° avoir suivi avec succès la formation de base d'état-major avant la date de clôture des inscriptions pour le passage;
  6° ne pas être refusé par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne;
  7° être classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage visée à l'article 117, alinéa 1er, 4°, de la loi du 28 février 2007, dans les limites du nombre de places ouvertes.
  Le DGHR, ou l'autorité qu'il désigne, peut refuser une candidature conformément à l'alinéa 1er, 6°, sur la base du dossier personnel du militaire concerné. L'ensemble des éléments d'appréciation qui peuvent être pris en considération est fixé dans un règlement arrêté par le ministre.
  L'épreuve de passage visée à l'alinéa 1er, 7°, comprend l'appréciation de la valeur du candidat par le comité de sélection visé à l'article 2.
  
Art.14. De korpscommandant brengt een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsofficieren van niveau A van de beroepsofficier van niveau B die zich kandidaat stelt en aan de voorwaarden bedoeld in artikel 13, eerste lid, 1° tot 5°, voldoet.
  Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen : uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
  Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de korpscommandant tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het tweede lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De korpscommandant stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
  Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid, wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, aanvaardt of verwerpt de kandidatuur. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
Art.14. Le chef de corps émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des officiers de carrière du niveau A de l'officier de carrière du niveau B qui pose sa candidature et qui satisfait aux conditions visées à l'article 13, alinéa 1er, 1° à 5°.
  L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes : excellent, très bon, bon, assez bon.
  Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du chef de corps contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 2. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le chef de corps notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
  L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, agrée ou rejette la candidature. La décision est notifiée à l'intéressé.
Art.15. Voor het opmaken van de rangschikking houdt het selectiecomité rekening met de waarde van de kandidaat, beoordeeld door het selectiecomité op grond van de krachtens artikel 14 uitgebrachte adviezen en van de inhoud van zijn persoonlijk dossier, berekend op 100 punten, overeenkomstig de procedure bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De kandidaat die niet ten minste de helft van de punten behaalt voor de beoordeling van zijn waarde, wordt evenwel niet gerangschikt.
  Het selectiecomité weerhoudt de kandidaten met inachtneming van de opgestelde rangschikking en van het aantal beschikbare plaatsen per vakrichting, per taalstelsel en, naargelang het geval, per krijgsmachtdeel.
  Indien twee kandidaten hetzelfde puntentotaal behalen, wordt voorrang gegeven :
  1° aan de kandidaat met de hoogste graad;
  2° bij gelijke graad, aan deze met de meeste anciënniteit in de graad;
  3° bij gelijke graad en anciënniteit, aan diegene waarvan de kandidatuur het grootst aantal keren afgewezen werd;
  4° bij gelijke graad, bij gelijke anciënniteit en bij hetzelfde aantal afwijzingen, aan de oudste.
  De niet-rangschikking of de al dan niet batige rangschikking bij de overgangsproef wordt aan de kandidaat betekend door de voorzitter van het selectiecomité.
Art.15. Pour l'établissement du classement, le comité de sélection tient compte de la valeur du candidat, appréciée par le comité de sélection sur la base des avis émis en vertu de l'article 14 et du contenu de son dossier personnel, calculée sur 100 points, selon la procédure fixée dans un règlement arrêté par le ministre.
  Toutefois, le candidat qui n'obtient pas au moins la moitié des points pour l'appréciation de sa valeur, n'est pas classé.
  Le comité retient les candidats dans l'ordre de classement établi et à concurrence du nombre de places disponibles par filière de métier, par régime linguistique et, le cas échéant, par force.
  Si deux candidats obtiennent le même total de points, il est donné priorité:
  1° au candidat le plus gradé;
  2° à grade égal, au plus en ancien dans le grade;
  3° à grade égal et à ancienneté égale, à celui dont la candidature a été refusée le nombre le plus élevé de fois;
  4° à grade égal, à ancienneté égale et à nombre de refus égal, au plus âgé.
  Le non-classement ou le classement en ordre utile ou non lors de l'épreuve de passage est notifié au candidat par le président du comité de sélection.
Art.16. § 1. [2 De bij de overgangsproef batig gerangschikte beroepsofficier van niveau B wordt door de DGHR aanvaard met het oog op zijn overgang als beroepsofficier van niveau A.]2
  De aanvaarding door [1 de DGHR]1 wordt aan [2 betrokkene]2 betekend door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  § 2. [2 ...]2
  § 3. [2 ...]2
  [2 De beroepsofficier van niveau B wordt in de categorie van de beroepsofficieren van niveau A opgenomen, op de laatste dag van de laatste maand van het trimester waarin hij door de DGHR aanvaard werd, met zijn graad en zijn anciënniteit in zijn graad.]2
  [2 ...]2
  
Art.16. § 1er. [2 L'officier de carrière du niveau B classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage est agréé par le DGHR, en vue de son passage comme officier de carrière du niveau A.]2
  L'agrément par [1 le DGHR]1 est notifié au [2 concerné]2 par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  § 2. [2 ...]2
  § 3. [2 ...]2
  [2 L'officier de carrière du niveau B est admis dans la catégorie des officiers de carrière du niveau A, le dernier jour du dernier mois du trimestre au cours duquel il a été agréé par le DGHR, avec son grade et son ancienneté dans ce grade.]2
  [2 ...]2
  
Art.16/1. [1 De beroepsofficier van niveau B, houder van een master of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift, kan door de DGHR worden opgenomen in de categorie van de beroepsofficieren van niveau A.
   De korpscommandant brengt een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsofficieren van niveau A, van de beroepsofficier van niveau B die voldoet aan de voorwaarde bedoeld in het eerste lid.
   Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen: uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
   Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de korpscommandant tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het derde lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De korpscommandant stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
   Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid, wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR aanvaardt of verwerpt de aanvraag. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
   De beroepsofficier van niveau B wordt, met zijn graad en zijn anciënniteit in die graad, in de categorie van de beroepsofficieren van niveau A opgenomen, op de laatste dag van de laatste maand van het trimester waarin zijn aanvraag door de DGHR werd aanvaard.]1

  
Art.16/1. [1 L'officier de carrière du niveau B, titulaire d'un master ou d'un diplôme ou certificat équivalent, peut être admis par le DGHR dans la catégorie des officiers de carrière du niveau A.
   Le chef de corps émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des officiers de carrière du niveau A, de l'officier de carrière du niveau B qui satisfait à la condition visée à l'alinéa 1er.
   L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes: excellent, très bon, bon, assez bon.
   Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du chef de corps contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 3. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le chef de corps notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
   L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR agrée ou rejette la demande. La décision est notifiée à l'intéressé.
   L'officier de carrière du niveau B est admis dans la catégorie des officiers de carrière du niveau A, le dernier jour du dernier mois du trimestre au cours duquel sa demande est agréée par le DGHR.]1

  
TITEL 3. - De sociale promotie naar een hogere personeelscategorie
TITRE 3. - De la promotion sociale vers une catégorie de personnel supérieure
HOOFDSTUK 1. - De sociale promotie van de beroepsvrijwilliger naar beroepssonderofficier van niveau C
CHAPITRE 1er. - De la promotion sociale du volontaire de carrière vers sous-officier de carrière du niveau C
Art.17. Met het oog op zijn sociale promotie kan de beroepsvrijwilliger aanvaard worden als kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C door [1 de DGHR]1 wanneer hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° [4 ...]4
  2° [2 rekening houdend met de datum van zijn pensioen wegens leeftijdsgrens, minstens zeven jaar kunnen dienen vanaf 31 december van het jaar van zijn aanvaarding]2;
  3° geslaagd zijn voor de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria bepaald door de minister;
  4° voor de vrijwilliger die voor een functie bij de marine solliciteert, medisch geschikt zijn voor dienst op zee;
  5° geslaagd zijn voor het examen bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger of van dit examen vrijgesteld zijn volgens de bepalingen van artikel 8, § 2, van dezelfde wet;
  6° niet afgewezen worden door de DGHR of de overheid die hij aanwijst;
  7° batig gerangschikt worden bij de overgangsproef, zoals bepaald bij artikel 117, eerste lid, 4°, van de wet van 28 februari 2007, binnen de grenzen van het aantal opengestelde plaatsen.
  Overeenkomstig het eerste lid, 6°, kan de DGHR, of de autoriteit die hij aanwijst, een kandidatuur afwijzen op basis van het persoonlijk dossier van de betrokken militair. Het geheel van de beoordelingselementen die in beschouwing kunnen worden genomen wordt bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  [3 De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 7°, omvat de beoordeling van de waarde van de kandidaat door het selectiecomité bedoeld in artikel 2 en, naargelang het geval, psychotechnische proeven.]3
  
Art.17. En vue de sa promotion sociale, le volontaire de carrière peut être agréé par [1 le DGHR]1 comme candidat sous-officier de carrière du niveau C, s'il satisfait aux conditions suivantes:
  1° [4 ...]4
  2° [2 tenant compte de la date de sa pension par limite d'âge, pouvoir servir au moins sept ans à partir du 31 décembre de l'année de son agrément]2;
  3° avoir réussi les tests militaires d'aptitude physique selon les critères fixés par le ministre;
  4° pour le volontaire qui postule pour une fonction à la marine, être médicalement apte au service en mer;
  5° avoir réussi l'examen visé à l'article 8, § 1er, de la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée ou être exempté de cet examen selon les dispositions de l'article 8, § 2, de la même loi ;
  6° ne pas être refusé par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne;
  7° être classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage, comme défini à l'article 117, alinéa 1er, 4°, de la loi du 28 février 2007, dans les limites du nombre de places ouvertes.
  Le DGHR, ou l'autorité qu'il désigne, peut refuser une candidature conformément à l'alinéa 1er, 6°, sur la base du dossier personnel du militaire concerné. L'ensemble des éléments d'appréciation qui peuvent être pris en considération est fixé dans un règlement arrêté par le ministre.
  [3 L'épreuve de passage visée à l'alinéa 1er, 7°, comprend l'appréciation de la valeur du candidat par le comité de sélection visé à l'article 2 et, selon le cas, des épreuves psychotechniques.]3
  
Art.18. De [1 eenheidscommandant]1 brengt, naast de beoordelingen bedoeld in artikel 73 van de wet van 28 februari 2007, een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsonderofficieren van niveau C van de beroepsvrijwilliger die zich kandidaat stelt en aan de voorwaarden bedoeld in artikel 17, eerste lid, 1° tot 5°, voldoet.
  Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen : uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
  Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de [1 eenheidscommandant]1 tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het tweede lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De [1 eenheidscommandant]1 stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
  Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid, wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, aanvaardt of verwerpt de kandidatuur. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
  
Art.18. Outre les appréciations visées à l'article 73 de la loi du 28 février 2007, le [1 commandant d'unité]1 émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des sous-officiers de carrière du niveau C du volontaire de carrière qui pose sa candidature et qui satisfait aux conditions visées à l'article 17, alinéa 1er, 1° à 5°.
  L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes : excellent, très bon, bon, assez bon.
  Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du [1 commandant d'unité]1 contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 2. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le [1 commandant d'unité]1 notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
  L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, agrée ou rejette la candidature. La décision est notifiée à l'intéressé.
  
Art.19. [1 Naargelang het geval, legt de beroepsvrijwilliger psychotechnische proeven af.]1 Deze proeven hebben tot doel te beoordelen of de betrokkene de vereiste karakteriële hoedanigheden en het vereiste intellectueel potentieel bezit.
  [1 De beroepsvrijwilliger die een cijfer heeft behaald dat lager is dan de uitsluitingsdrempel bedoeld in artikel 26, § 4, van het voornoemd koninklijk besluit van 11 september 2003, wordt evenwel niet gerangschikt.]1
  De nadere uitvoeringsregels betreffende de psychotechnische proeven worden bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  
Art.19. [1 Selon le cas, le volontaire de carrière présente des épreuves psychotechniques.]1 Ces épreuves ont pour but d'apprécier si l'intéressé possède les qualités caractérielles et le potentiel intellectuel exigés.
  [1 Toutefois, le volontaire de carrière qui a obtenu une note inférieure au seuil d'exclusion visé à l'article 26, § 4, de l'arrêté royal du 11 septembre 2003 précité, n'est pas classé.]1
  Les modalités d'exécution relatives aux épreuves psychotechniques sont fixées dans un règlement arrêté par le ministre.
  
Art.20. [1 Voor het opmaken van de rangschikking houdt het selectiecomité rekening met de waarde van de kandidaat, beoordeeld door het selectiecomité op grond van de krachtens artikel 18 uitgebrachte adviezen en van de inhoud van zijn persoonlijk dossier, berekend op 100 punten, overeenkomstig de procedure bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.]1
  De kandidaat die niet ten minste de helft van de punten behaalt voor de beoordeling van zijn waarde, wordt evenwel niet gerangschikt.
  Het selectiecomité weerhoudt de kandidaten met inachtneming van de opgestelde rangschikking en van het aantal beschikbare plaatsen per vakrichting, per taalstelsel en, naargelang het geval, per krijgsmachtdeel.
  Indien twee kandidaten hetzelfde puntentotaal behalen, wordt voorrang gegeven :
  1° aan de kandidaat met de hoogste graad;
  2° bij gelijke graad, aan deze met de meeste anciënniteit in de graad;
  3° bij gelijke graad en anciënniteit, aan diegene waarvan de kandidatuur het grootst aantal keren afgewezen werd;
  4° bij gelijke graad, bij gelijke anciënniteit en bij hetzelfde aantal afwijzingen, aan de oudste.
  De niet-rangschikking of de al dan niet batige rangschikking bij de overgangsproef wordt aan de kandidaat betekend door de voorzitter van het selectiecomité.
  
Art.20. [1 Pour l'établissement du classement, le comité de sélection tient compte de la valeur du candidat, appréciée par le comité de sélection sur la base des avis émis en vertu de l'article 18 et du contenu de son dossier personnel, calculée sur 100 points, selon la procédure fixée dans un règlement arrêté par le ministre.]1
  Toutefois, le candidat qui n'obtient pas au moins la moitié des points pour l'appréciation de sa valeur, n'est pas classé.
  Le comité de sélection retient les candidats retenus par le comité de sélection dans l'ordre de classement établi et à concurrence du nombre de places disponibles par filière de métier, par régime linguistique et, le cas échéant, par force.
  Si deux candidats obtiennent le même total de points, il est donné priorité:
  1° au candidat le plus gradé;
  2° à grade égal, au plus ancien dans le grade;
  3° à grade égal et à ancienneté égale, à celui dont la candidature a été refusée le nombre le plus élevé de fois;
  4° à grade égal, à ancienneté égale et à nombre de refus égal, au plus âgé.
  Le non-classement ou le classement en ordre utile ou non lors de l'épreuve de passage est notifié au candidat par le président du comité de sélection.
  
Art.21. § 1. De bij de overgangsproef batig gerangschikte beroepsvrijwilliger wordt met het oog op het volbrengen van een vorming met een duur van achttien maanden door [1 de DGHR]1 aanvaard als kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C.
  De aanvaarding door [1 de DGHR]1 wordt aan de kandidaat betekend door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  De vorming, bedoeld in artikel 118, § 1, tweede lid, van de wet van 28 februari 2007, bestaat uit een gedeelte van de vormingscyclus van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C van de normale werving, bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader. De concrete vorming wordt vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De kandidaat-beroepsonderofficieren van niveau C volgen de vorming overeenkomstig de vakrichting waarvoor zij door [1 de DGHR]1 werden aanvaard.
  § 2. De kandidaat die van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie de toestemming krijgt om een herexamen af te leggen op het einde van zijn vorming moet dit herexamen afleggen op de datum vastgesteld, naargelang het geval, door de schoolcommandant of de hoofdofficier verantwoordelijk voor de vorming van de kandidaat in het militair organisme waar de kandidaat zijn vorming volgt, zonder dat hem nog aanvullende cursussen worden gegeven. Hij kan de toestemming krijgen om de stage- of evaluatieperiode aan te vangen. Het herexamen moet worden afgelegd, ten vroegste, op de vijfde werkdag na de beslissing van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie en, ten laatste, drie maanden na deze datum.
  De kandidaat die door de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C.
  [2 § 2/1. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, is bevoegd voor het verlenen van de toestemming inzake de reclassering van de kandidaat, op zijn verzoek, overeenkomstig artikel 106/1 van de wet van 28 februari 2007.
   De kandidaat dient, in voorkomend geval, te slagen in de bijkomende selectieproeven, bepaald in het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, voor de vormingscyclus waarnaar de kandidaat wenst te worden gereclasseerd.
   De overheid neemt haar beslissing op basis van:
   1° in voorkomend geval, de resultaten van de selectieproeven;
   2° de resultaten inzake professionele hoedanigheden, karakteriële hoedanigheden en fysieke hoedanigheden op het vlak van de fysieke conditie van de kandidaat sinds zijn aanvaarding als kandidaat-militair in het kader van de sociale promotie;
   3° de reeds gevolgde vormingsgedeelten;
   4° de medische geschiktheid van de kandidaat;
   5° de vereiste veiligheidsmachtiging.]2

  § 3. Op het einde van de stageperiode en de evaluatieperiode maakt de korpscommandant, respectievelijk, een stageverslag of een evaluatieverslag op betreffende de geschiktheid van de kandidaat om de functies van beroepsonderofficier van niveau C uit te oefenen.
  De kandidaat die door de evaluatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsonderofficier van niveau C.
  
Art.21. § 1er. Le volontaire de carrière classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage est agréé, par [1 le DGHR]1, comme candidat sous-officier de carrière du niveau C en vue d'effectuer une formation d'une durée de dix-huit mois.
  L'agrément par [1 le DGHR]1 est notifié au candidat par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  La formation visée à l'article 118, § 1er, alinéa 2, de la loi du 28 février 2007, consiste en une partie du cycle de formation de candidat sous-officier de carrière du niveau C du recrutement normal, visé à l'article 16 de l'arrêté royal du 7 novembre 2013 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif. La formation concrète est fixée dans un règlement arrêté par le ministre.
  Les candidats sous-officiers de carrière du niveau C suivent la formation correspondant à la filière de métier pour laquelle ils ont été agréés par [1 le DGHR]1.
  § 2. Le candidat autorisé par la commission de délibération ou l'instance d'appel à présenter un examen de repêchage à la fin de sa formation doit présenter cet examen à la date fixée par, selon le cas, le commandant de l'école ou l'officier supérieur responsable de la formation du candidat au sein de l'organisme militaire où le candidat suit sa formation, sans qu'il lui soit encore donné des cours complémentaires. Il peut obtenir l'autorisation de commencer la période de stage ou d'évaluation. L'examen de repêchage doit être présenté au plus tôt cinq jours ouvrables après la date de la décision de la commission de délibération ou de l'instance d'appel, et au plus tard trois mois après cette date.
  Le candidat qui est considéré par la commission de délibération ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat sous-officier de carrière du niveau C.
  [2 § 2/1. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, est compétent pour accorder l'autorisation de reclasser le candidat à sa demande, conformément à l'article 106/1 de la loi du 28 février 2007.
   Le candidat doit réussir, le cas échéant, les épreuves de sélection supplémentaires, fixées dans l'arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires, pour le cycle de formation dans lequel le candidat désire être reclassé.
   L'autorité prend sa décision sur la base:
   1° le cas échéant, des résultats des épreuves de sélection;
   2° des résultats relatifs aux qualités professionnelles, caractérielles et physiques sur le plan de la condition physique du candidat depuis son admission comme candidat militaire dans le cadre de la promotion sociale;
   3° des parties de formation déjà suivies;
   4° de l'aptitude médicale du candidat;
   5° de l'habilitation de sécurité exigée.]2

  § 3. A l'issue de la période de stage et de la période d'évaluation, le chef de corps établit, respectivement, un rapport de stage et un rapport d'évaluation portant sur l'aptitude du candidat à remplir les fonctions de sous-officier de carrière du niveau C.
  Le candidat qui est considéré par la commission d'évaluation ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat sous-officier de carrière du niveau C.
  
HOOFDSTUK 2. - De sociale promotie van de beroepsonderofficier van niveau B of C naar beroepsofficier van niveau B
CHAPITRE 2. - De la promotion sociale du sous-officier de carrière du niveau B ou C vers officier de carrière du niveau B
Art.22. Met het oog op zijn sociale promotie kan de beroepsonderofficier van niveau B of C door [1 de DGHR]1 aanvaard worden als kandidaat-beroepsofficier van niveau B wanneer hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° [4 ...]4
  2° [2 2° rekening houdend met de datum van zijn pensioen wegens leeftijdsgrens, minstens zeven jaar kunnen dienen vanaf 31 december van het jaar van zijn aanvaarding]2;
  3° geslaagd zijn voor de militaire tests van lichamelijke geschiktheid volgens de criteria bepaald door de minister;
  4° voor de onderofficier die voor een functie bij de marine solliciteert medisch geschikt zijn voor dienst op zee;
  5° geslaagd zijn voor volgende taalexamens :
  a) het examen over de grondige kennis van de Nederlandse of van de Franse taal bedoeld in artikel 2 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger;
  b) het examen over de wezenlijke kennis van de andere taal, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van dezelfde wet;
  6° niet afgewezen worden door de DGHR of de overheid die hij aanwijst;
  7° batig gerangschikt worden bij de overgangsproef, zoals bepaald bij artikel 117 van de wet van 28 februari 2007, binnen de grenzen van het aantal opengestelde plaatsen.
  Overeenkomstig het eerste lid, 6°, kan de DGHR, of de autoriteit die hij aanwijst, een kandidatuur afwijzen op basis van het persoonlijk dossier van de betrokken militair. Het geheel van de beoordelingselementen die in beschouwing kunnen worden genomen wordt bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  [3 De overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 7°, omvat de beoordeling van de waarde van de kandidaat door het selectiecomité bedoeld in artikel 2 en, naargelang het geval, psychotechnische proeven.]3
  
Art.22. En vue de sa promotion sociale, le sous-officier de carrière du niveau B ou C peut être agréé par [1 le DGHR]1 comme candidat officier de carrière du niveau B, s'il satisfait aux conditions suivantes:
  1° [4 ...]4
  2° [2 tenant compte de la date de sa pension par limite d'âge, pouvoir servir au moins sept ans à partir du 31 décembre de l'année de son agrément]2;
  3° avoir réussi les tests militaires d'aptitude physique selon les critères fixés par le ministre;
  4° pour le sous-officier qui postule pour une fonction à la marine, être médicalement apte au service en mer;
  5° avoir réussi les examens linguistiques suivants :
  a) l'examen sur la connaissance approfondie de la langue néerlandaise ou française visée à l'article 2 de la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée;
  b) l'examen sur la connaissance effective de l'autre langue, visée aux articles 3 et 4 de la même loi;
  6° ne pas être refusé par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne;
  7° être classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage, comme défini à l'article 117 de la loi du 28 février 2007, dans les limites du nombre de places ouvertes.
  Le DGHR, ou l'autorité qu'il désigne, peut refuser une candidature conformément à l'alinéa 1er, 6°, sur la base du dossier personnel du militaire concerné. L'ensemble des éléments d'appréciation qui peuvent être pris en considération est fixé dans un règlement arrêté par le ministre.
  [3 L'épreuve de passage visée à l'alinéa 1er, 7°, comprend l'appréciation de la valeur du candidat par le comité de sélection visé à l'article 2 et, selon le cas, des épreuves psychotechniques.]3
  
Art.23. De [1 eenheidscommandant]1 brengt, naast de beoordelingen bedoeld in artikel 73 van de wet van 28 februari 2007, een advies uit over de wijze van dienen en de geschiktheid om dienst te doen in de categorie van de beroepsofficieren van niveau B van de beroepsonderofficier die zich kandidaat stelt en aan de voorwaarden bedoeld in artikel 22, eerste lid, 1° tot 5°.
  Het advies wordt uitgedrukt door de beoordeling "Gunstig" of "Ongunstig". De beoordeling "Gunstig" wordt aangevuld met één der volgende vermeldingen : uitstekend, zeer goed, goed, tamelijk goed.
  Elk advies moet met redenen omkleed zijn en aan de betrokkene worden betekend. Deze kan binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving een verweerschrift indienen bij de [1 eenheidscommandant]1 tegen de beoordeling of de vermelding bedoeld in het tweede lid. Naar aanleiding van het verweerschrift kan deze laatste zijn advies of de eraan verbonden vermelding wijzigen. De [1 eenheidscommandant]1 stelt betrokken militair in kennis indien hij desbetreffende beoordeling of vermelding wijzigt of bevestigt.
  Het advies wordt aan de DGHR overgemaakt, langs de onmiddellijk hogere hiërarchische overheid. Elke beoordeling in ongunstige zin uitgebracht door deze overheid wordt aan de betrokkene betekend vooraleer ze wordt toegezonden aan de DGHR, eventueel vergezeld van een verweerschrift ingediend binnen de vijf werkdagen volgend op de kennisgeving. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, aanvaardt of verwerpt de kandidatuur. De beslissing wordt aan de betrokkene betekend.
  
Art.23. Outre les appréciations visées à l'article 73 de la loi du 28 février 2007, le [1 commandant d'unité]1 émet un avis quant à la manière de servir et à l'aptitude à servir dans la catégorie des officiers de carrière du niveau B du sous-officier de carrière qui pose sa candidature et qui satisfait aux conditions visées à l'article 22, alinéa 1er, 1° à 5°.
  L'avis est exprimé par l'appréciation "Favorable" ou "Défavorable". L'appréciation "Favorable" est complétée par une des mentions suivantes : excellent, très bon, bon, assez bon.
  Tout avis doit être motivé et notifié à l'intéressé. Dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification, celui-ci peut introduire un mémoire auprès du [1 commandant d'unité]1 contre une appréciation ou mention visée à l'alinéa 2. A la suite du mémoire, ce dernier peut modifier son avis ou la mention y relative. Le [1 commandant d'unité]1 notifie au militaire concerné s'il modifie ou confirme l'appréciation ou la mention concernée.
  L'avis est transmis au DGHR par la voie de l'autorité hiérarchique immédiatement supérieure. Toute appréciation dans un sens défavorable émise par cette autorité est notifiée à l'intéressé avant d'être transmise au DGHR, éventuellement accompagnée d'un mémoire introduit dans les cinq jours ouvrables qui suivent la notification. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, agrée ou rejette la candidature. La décision est notifiée à l'intéressé.
  
Art.24. [1 Naargelang het geval, legt de beroepsonderofficier psychotechnische proeven af.]1 Deze proeven hebben tot doel te beoordelen of de betrokkene de vereiste karakteriële hoedanigheden en het vereiste intellectueel potentieel bezit.
  [1 De beroepsonderofficier die een cijfer heeft behaald dat lager is dan de uitsluitingsdrempel bedoeld in artikel 26, § 4, van het voornoemde koninklijk besluit van 11 september 2003, wordt evenwel niet gerangschikt.]1
  De nadere uitvoeringsregels betreffende de psychotechnische proeven worden bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  
Art.24. [1 Selon le cas, le sous-officier de carrière présente des épreuves psychotechniques.]1 Ces épreuves ont pour but d'apprécier si l'intéressé possède les qualités caractérielles et le potentiel intellectuel exigés.
  [1 Toutefois, le sous-officier de carrière qui a obtenu une note inférieure au seuil d'exclusion visé à l'article 26, § 4, de l'arrêté royal du 11 septembre 2003 précité, n'est pas classé.]1
  Les modalités d'exécution relatives aux épreuves psychotechniques sont fixées dans un règlement arrêté par le ministre.
  
Art.25. [1 Voor het opmaken van de rangschikking houdt het selectiecomité rekening met de waarde van de kandidaat, beoordeeld door het selectiecomité op grond van de krachtens artikel 23 uitgebrachte adviezen en van de inhoud van zijn persoonlijk dossier, berekend op 100 punten, overeenkomstig de procedure bepaald in een reglement uitgevaardigd door de minister.]1
  De kandidaat die niet ten minste de helft van de punten behaalt voor de beoordeling van zijn waarde, wordt evenwel niet gerangschikt.
  Het selectiecomité weerhoudt de kandidaten met inachtneming van de opgestelde rangschikking en van het aantal beschikbare plaatsen per vakrichting, per taalstelsel en, naargelang het geval, per krijgsmachtdeel.
  Indien twee kandidaten hetzelfde puntentotaal behalen, wordt voorrang gegeven :
  1° aan de kandidaat met de hoogste graad;
  2° bij gelijke graad, aan deze met de meeste anciënniteit in de graad;
  3° bij gelijke graad en anciënniteit, aan diegene waarvan de kandidatuur het grootst aantal keren afgewezen werd;
  4° bij gelijke graad, bij gelijke anciënniteit en bij hetzelfde aantal afwijzingen, aan de oudste.
  De niet-rangschikking of de al dan niet batige rangschikking bij de overgangsproef wordt aan de kandidaat betekend door de voorzitter van het selectiecomité.
  
Art.25. [1 Pour l'établissement du classement, le comité de sélection tient compte de la valeur du candidat, appréciée par le comité de sélection sur la base des avis émis en vertu de l'article 23 et du contenu de son dossier personnel, calculée sur 100 points, selon la procédure fixée dans un règlement arrêté par le ministre.]1
  Toutefois, le candidat qui n'obtient pas au moins la moitié des points pour l'appréciation de sa valeur, n'est pas classé.
  Le comité de sélection retient les candidats dans l'ordre de classement établi et à concurrence du nombre de places disponibles par filière de métier, par régime linguistique et, le cas échéant, par force.
  Si deux candidats obtiennent le même total de points, il est donné priorité:
  1° au candidat le plus gradé;
  2° à grade égal, au plus ancien dans le grade;
  3° à grade égal et à ancienneté égale, à celui dont la candidature a été refusée le nombre le plus élevé de fois;
  4° à grade égal, à ancienneté égale et à nombre de refus égal, au plus âgé.
  Le non-classement ou le classement en ordre utile ou non lors de l'épreuve de passage est notifié au candidat par le président du comité de sélection.
  
Art.26. § 1. De bij de overgangsproef batig gerangschikte beroepsonderofficier wordt met het oog op het volbrengen van een vorming met een duur van achttien maanden door [1 de DGHR]1 aanvaard als kandidaat-beroepsofficier van niveau B.
  De aanvaarding door [1 de DGHR]1 wordt aan de kandidaat betekend door de DGHR of de overheid die hij aanwijst.
  De vorming bedoeld in artikel 118, § 1, eerste lid, van de wet van 28 februari 2007, bestaat uit een gedeelte van de vormingscyclus van kandidaat-beroepsofficier van niveau B bedoeld in [2 artikel 6]2 van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader. De concrete vorming wordt vastgelegd in een reglement uitgevaardigd door de minister.
  De kandidaat-beroepsofficieren van niveau B volgen de vorming overeenkomstig de vakrichting waarvoor ze door [1 de DGHR]1 werden aanvaard.
  § 2. De kandidaat die van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie de toestemming krijgt om een herexamen af te leggen op het einde van zijn vorming moet dit herexamen afleggen op de datum vastgesteld door, naargelang het geval, de schoolcommandant of de hoofdofficier verantwoordelijk voor de vorming van de kandidaat in het militair organisme waar de kandidaat zijn vorming volgt, zonder dat hem nog aanvullende cursussen worden gegeven. Hij kan de toestemming krijgen om de evaluatieperiode aan te vangen. Het herexamen moet worden afgelegd, ten vroegste, op de vijfde werkdag na de beslissing van de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie en, ten laatste, drie maanden na deze datum.
  De kandidaat die door de deliberatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsofficier van niveau B.
  [3 § 2/1. De DGHR of de overheid die hij aanwijst, is bevoegd voor het verlenen van de toestemming inzake de reclassering van de kandidaat, op zijn verzoek, overeenkomstig artikel 106/1 van de wet van 28 februari 2007.
   De kandidaat dient, in voorkomend geval, te slagen in de bijkomende selectieproeven, bepaald in het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, voor de vormingscyclus waarnaar de kandidaat wenst te worden gereclasseerd.
   De overheid neemt haar beslissing op basis van:
   1° in voorkomend geval, de resultaten van de selectieproeven;
   2° de resultaten inzake professionele hoedanigheden, karakteriële hoedanigheden en fysieke hoedanigheden op het vlak van de fysieke conditie van de kandidaat sinds zijn aanvaarding als kandidaat-militair in het kader van de sociale promotie;
   3° de reeds gevolgde vormingsgedeelten;
   4° de medische geschiktheid van de kandidaat;
   5° de vereiste veiligheidsmachtiging.]3

  § 3. Op het einde van de evaluatieperiode maakt de korpscommandant een evaluatieverslag op betreffende de geschiktheid van de kandidaat om de functies van beroepsofficier van niveau B uit te oefenen.
  De kandidaat die door de evaluatiecommissie of de beroepsinstantie als definitief mislukt wordt beschouwd, verliest van rechtswege de hoedanigheid van kandidaat-beroepsofficier van niveau B.
  
Art.26. § 1er. Le sous-officier de carrière classé en ordre utile lors de l'épreuve de passage est agréé, par [1 le DGHR]1, comme candidat officier de carrière du niveau B en vue d'effectuer une formation d'une durée de dix-huit mois.
  L'agrément par [1 le DGHR]1 est notifié au candidat par le DGHR ou l'autorité qu'il désigne.
  La formation visée à l'article 118, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 28 février 2007, consiste en une partie du cycle de formation de candidat officier de carrière du niveau B du recrutement spécial visé à [2 l'article 6]2 de l'arrêté royal du 7 novembre 2013 relatif à la formation des candidats militaires du cadre actif. La formation concrète est fixée dans un règlement arrêté par le ministre.
  Les candidats officiers de carrière du niveau B suivent la formation correspondant à la filière de métier pour laquelle ils été agréés par [1 le DGHR]1.
  § 2. Le candidat autorisé par la commission de délibération ou l'instance d'appel à présenter un examen de repêchage à la fin de sa formation doit présenter cet examen à la date fixée par, selon le cas, le commandant de l'école ou l'officier supérieur responsable de la formation du candidat au sein de l'organisme militaire où le candidat suit sa formation, sans qu'il lui soit encore donné des cours complémentaires. Il peut obtenir l'autorisation de commencer la période d'évaluation. L'examen de repêchage doit être présenté au plus tôt cinq jours ouvrables après la date de la décision de la commission de délibération ou de l'instance d'appel, et au plus tard trois mois après cette date.
  Le candidat qui est considéré par la commission de délibération ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat officier de carrière du niveau B.
  [3 § 2/1. Le DGHR ou l'autorité qu'il désigne, est compétent pour accorder l'autorisation de reclasser le candidat à sa demande, conformément à l'article 106/1 de la loi du 28 février 2007.
   Le candidat doit réussir, le cas échéant, les épreuves de sélection supplémentaires, fixées dans l'arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires, pour le cycle de formation dans lequel le candidat désire être reclassé.
   L'autorité prend sa décision sur la base:
   1° le cas échéant, des résultats des épreuves de sélection;
   2° des résultats relatifs aux qualités professionnelles, caractérielles et physiques sur le plan de la condition physique du candidat depuis son admission comme candidat militaire dans le cadre de la promotion sociale;
   3° des parties de formation déjà suivies;
   4° de l'aptitude médicale du candidat;
   5° de l'habilitation de sécurité exigée.]3

  § 3. A l'issue de la période d'évaluation, le chef de corps établit un rapport d'évaluation portant sur l'aptitude du candidat à remplir les fonctions d'officier de carrière du niveau B.
  Le candidat qui est considéré par la commission d'évaluation ou l'instance d'appel comme ayant échoué définitivement, perd de plein droit la qualité de candidat officier de carrière du niveau B.
  
TITEL 4. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en eindbepalingen
TITRE 4. - Dispositions modificatives, abrogatoires, transitoires et finales
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions modificatives
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten
Section 1re. - Modification de l'arrêté royal du 2 septembre 1978 relatif au statut des officiers auxiliaires et candidats officiers auxiliaires pilotes
Art.27. In artikel 5, § 4, van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en de kandidaat-hulpofficieren piloot, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004, worden de woorden "beroeps- of het aanvullingskader" vervangen door het woord "beroepskader".
Art.27. Dans l'article 5, § 4, de l'arrêté royal du 2 septembre 1978 relatif au statut des officiers auxiliaires et candidats officiers auxiliaires pilotes, remplacé par l'arrêté royal du 13 mai 2004, les mots "ou de complément" sont abrogés.
Art.28. In het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "de beroeps- of de aanvullingsofficieren" vervangen door de woorden "de beroepsofficieren van niveau A of niveau B".
Art.28. Dans l'intitulé du chapitre III du même arrêté, les mots "ou de complément" sont remplacés par les mots "du niveau A ou niveau B".
Art.29. In het opschrift van afdeling 1, van hoofdstuk III, van hetzelfde besluit worden de woorden "het beroepskader" vervangen door de woorden "het kader van de beroepsofficieren van niveau A".
Art.29. Dans l'intitulé de la section 1ère, du chapitre III, du même arrêté, les mots "de carrière" sont remplacés par les mots "des officiers de carrière du niveau A".
Art.30. In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2003, worden de woorden "in het beroepskader van vervangen door de woorden "als beroepsofficier van niveau A in".
Art.30. Dans l'article 15, alinéa 1er, du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 11 septembre 2003, les mots "dans le cadre de carrière du sont remplacés par les mots "comme officier de carrière du niveau A dans le".
Art.31. In artikel 16, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002, worden de woorden "van niveau A" ingevoegd tussen de woorden "van beroepsofficier" en de woorden "opgenomen met" en worden de woorden "van niveau A" ingevoegd tussen de woorden "de beroepsofficier" en de woorden "met dezelfde graad".
Art.31. Dans l'article 16, du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 14 mars 2002, les mots "du niveau A" sont insérés entre les mots "d'officier de carrière" et les mots "avec son grade" et les mots "du niveau A" sont insérés entre les mots "l'officier de carrière" et les mots "de même grade".
Art.32. In het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "het aanvullingskader" vervangen door de woorden "het kader van de beroepsofficieren van niveau B".
Art.32. Dans l'intitulé de la section 2 du chapitre III du même arrêté, les mots "de complément" sont remplacés par les mots "des officiers de carrière du niveau B".
Art.33. In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "in het aanvullingskader" vervangen door de woorden "als beroepsofficier van niveau B".
Art.33. Dans l'article 17 du même arrêté, les mots "dans le cadre de complément" sont remplacés par les mots "comme officier de carrière du niveau B".
Art.34. In artikel 18, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002 wordt het woord "aanvullingsofficier" telkens vervangen door de woorden "beroepsofficier van niveau B".
Art.34. Dans l'article 18 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 14 mars 2002, le mot "complément" est chaque fois remplacé par les mots "carrière du niveau B".
Art.35. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "of naar het kader van de aanvullingsofficieren" vervangen door de woorden "niveau A of niveau B";
  2° in het tweede lid, worden de woorden "of van de aanvullingsofficieren" vervangen door de woorden "niveau A of niveau B".
Art.35. A l'article 19 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées:
  1° dans l'alinéa 1er, les mots "ou dans le cadre des officiers de complément" sont remplacés par les mots "du niveau A ou niveau B";
  2° dans l'alinéa 2, les mots "ou de complément" sont remplacés par les mots "du niveau A ou niveau B".
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtsleiders
Section 2. - Modification de l'arrêté royal du 25 avril 2004 relatif au statut des contrôleurs de trafic aérien militaires et à l'aptitude médicale des contrôleurs de trafic aérien et des contrôleurs de combat aérien militaires
Art.36. In artikel 13, § 4, van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire verkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtsleiders, worden de woorden "beroeps- of het aanvullingskader" vervangen door het woord "beroepskader".
Art.36. Dans l'article 13, § 4, de l'arrêté royal du 25 avril 2004 relatif au statut des contrôleurs de trafic aérien militaires et à l'aptitude médicale des contrôleurs de trafic aérien et des contrôleurs de combat aérien militaires, les mots "ou de complément" sont abrogés.
Art.37. In het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit worden de woorden "het beroeps- of aanvullingskader" vervangen door de woorden "het beroepskader van niveau A of niveau B".
Art.37. Dans l'intitulé du chapitre IV du même arrêté, les mots "le cadre de carrière ou de complément" sont remplacés par les mots "le cadre de carrière du niveau A ou niveau B".
Art.38. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling I vervangen als volgt :
  "Afdeling I. - Overgang naar het kader van de beroepsofficieren van niveau A".
Art.38. Dans le chapitre IV du même arrêté, l'intitulé de la section Ière est remplacé par ce qui suit:
  "Section Ière. - Passage dans le cadre des officiers de carrière du niveau A".
Art.39. In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in het beroepskader" vervangen door de woorden "als beroepsofficier van niveau A".
Art.39. Dans l'article 24, alinéa 1er, du même arrêté, les mots "dans le cadre de carrière" sont remplacés par les mots "comme officier de carrière du niveau A".
Art.40. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling II vervangen als volgt :
  "Afdeling II. - Overgang naar het kader van de beroepsofficieren van niveau B".
Art.40. Dans le chapitre IV du même arrêté, l'intitulé de la section II est remplacé par ce qui suit :
  "Section II. - Passage dans le cadre des officiers de carrière du niveau B".
Art.41. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de woorden "het aanvullingskader" vervangen door de woorden "het beroepskader van niveau B" en worden de woorden "de aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "de beroepsofficier van niveau B".
Art.41. Dans l'article 26 du même arrêté, le mot "complément" est chaque fois remplacé par les mots "carrière du niveau B".
HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepaling
CHAPITRE 2. - Disposition abrogatoire
Art.42. Het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 2001, 26 september 2002, 13 januari 2003, 8 mei 2003, 12 augustus 2003, 11 september 2003, 23 juni 2005, 23 mei 2006, 14 december 2006 en 6 december 2012, wordt opgeheven.
Art.42. L'arrêté royal du 9 juin 1999 relatif au passage au sein de la même catégorie du personnel et à la promotion sociale vers une catégorie de personnel supérieure, modifié par les arrêtés royaux des 13 juin 2001, 26 septembre 2002, 13 janvier 2003, 8 mai 2003, 12 août 2003, 11 septembre 2003, 23 juin 2005, 23 mei 2006, 14 décembre 2006 et 6 décembre 2012, est abrogé.
HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions transitoires
Art.43. In afwijking van artikelen 3, 8, 17 en 22, binnen de drie jaren die volgen op de inwerkingtreding van dit besluit, mag de militair, die de dag vóór de inwerkingtreding van deze bepaling de leeftijd van 45 jaar niet bereikt heeft, voor zover hij aan de andere aanvaardingsvoorwaarden bedoeld in dit besluit voldoet, een aanvraag indienen voor, naargelang het geval, een promotie op diploma of een sociale promotie.
Art.43. En dérogation aux articles 3, 8, 17 et 22, dans les trois ans qui suivent l'entrée en vigueur du présent arrêté, le militaire qui la veille de l'entrée en vigueur de la présente disposition n'a pas encore atteint l'âge de 45 ans, pour autant qu'il satisfasse aux autres conditions d'agrément fixées dans le présent arrêté, peut introduire une demande, selon le cas, pour une promotion sur diplôme ou une promotion sociale.
Art.44. In afwijking van artikel 13, binnen de drie jaren die volgen op de inwerkingtreding van dit besluit, mag de militair, die de dag vóór de inwerkingtreding van deze bepaling de leeftijd van 51 jaar niet bereikt heeft, voor zover hij aan de andere aanvaardingsvoorwaarden bedoeld in dit besluit voldoet, een aanvraag indienen voor een overgang.
Art.44. En dérogation à l'article 13, dans les trois ans qui suivent l'entrée en vigueur du présent arrêté, le militaire qui la veille de l'entrée en vigueur de la présente disposition n'a pas encore atteint l'âge de 51 ans, pour autant qu'il satisfasse aux autres conditions d'agrément fixées dans le présent arrêté, peut introduire une demande pour un passage.
Art.44/1. [1 De onderofficieren houder van een diploma van master in kinesitherapie die aanvaard werden als kandidaat-aanvullingsofficier in toepassing van artikel 34, § 2, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie en de sociale promotie naar een hogere personeelscategorie blijven onderworpen aan de bepalingen van artikel 41, § 1, tweede lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 9 juni 1999 tot het einde van hun vorming.]1
  
Art.44/1. [1 Les sous-officiers porteurs d'un diplôme de master en kinésithérapie qui ont été admis comme candidat officier de complément en application de l'article 34, § 2, de l'arrêté royal du 9 juin 1999 relatif au passage au sein de la même catégorie du personnel et à la promotion sociale vers une catégorie de personnel supérieure restent soumis aux dispositions de l'article 41, § 1er, alinéa 2, de l'arrêté royal du 9 juin 1999 précité jusqu'à la fin de leur formation.]1
  
HOOFDSTUK 4. - Eindbepalingen
CHAPITRE 4. - Dispositions finales
Art.45. Treden in werking op 31 december 2013 :
  1° de artikelen 114, 115, 116, 117, 118, 119, 119/1 en 119/2, van de wet van 28 februari 2007, zoals gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013;
  2° dit besluit.
Art.45. Entrent en vigueur le 31 décembre 2013 :
  1° les articles 114, 115, 116, 117, 118, 119, 119/1 et 119/2, de la loi du 28 février 2007, tels que modifiés par la loi du 31 juillet 2013;
  2° le présent arrêté.
Art.46. De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.46. Le ministre qui a la Défense dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. [1 Bijlage]1
Art. N. [1 Annexe]1
   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-09-2023, p. 77349)
  
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 15-09-2023, p. 77349)