Artikel 1. In artikel 17, § 4, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, ingevoegd bij het decreet van 30 juni 2003 en gewijzigd bij het decreet van 25 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "indien het om verenigingen zonder winstgevend doel gaat" vervangen door de woorden "indien het overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen gaat om verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk of stichtingen";
2° in het tweede lid wordt het woord "vereniging" vervangen door de woorden "vereniging of stichting".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
16 JULI 2012. - Decreet houdende maatregelen inzake onderwijs - 2012
Titre
16 JUILLET 2012. - Décret portant des mesures en matière d'enseignement 2012
Informations sur le document
Numac: 2012204416
Datum: 2012-07-16
Info du document
Numac: 2012204416
Date: 2012-07-16
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk bes...
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het decreet van 18...
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de...
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het programmadecre...
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het decreet van 31...
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het decreet van 14...
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 15. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 16. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté royal ...
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté royal du...
CHAPITRE 5. - Modification du décret du 18 avri...
CHAPITRE 6. - Modification de l'arrêté du Gouve...
CHAPITRE 7. - Modification du décret-programme ...
CHAPITRE 8. - Modification du décret du 31 août...
CHAPITRE 9. - Modification du décret du 14 déce...
CHAPITRE 10. - Modification du décret du 26 avr...
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 29 mar...
CHAPITRE 12. - Modification du décret du 17 mai...
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 27 jui...
CHAPITRE 14. - Modification du décret du 25 mai...
CHAPITRE 15. - Modification du décret du 25 oct...
CHAPITRE 16. - Dispositions finales
Tekst (51)
Texte (51)
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique
Article 1er. A l'article 17, § 4, de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du ministère de l'instruction publique, inséré par le décret de 30 juin 2003 et modifié par le décret du 25 juin 2007, les modifications suivantes sont apportées :
1° au premier alinéa, les mots "s'il s'agit d'associations sans but lucratif" sont remplacés par les mots "s'il s'agit d'associations sans but lucratif, d'associations internationales sans but lucratif ou de fondations conformément à la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations";
2° dans l'alinéa 2, le mot "association"' est remplacé par les mots "association ou fondation".
1° au premier alinéa, les mots "s'il s'agit d'associations sans but lucratif" sont remplacés par les mots "s'il s'agit d'associations sans but lucratif, d'associations internationales sans but lucratif ou de fondations conformément à la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations";
2° dans l'alinéa 2, le mot "association"' est remplacé par les mots "association ou fondation".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements
Art.2. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 19, § 2, bepaalde" opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van dit koninklijk besluit;
2° artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3° artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 19, § 2, bepaalde" opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van dit koninklijk besluit;
2° artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3° artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
Art.2. A l'article 16 de l'arrêté royal au 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, remplacé par le décret du 26 juin 2006 et modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 19, § 2, sont abrogés;
2° l'alinéa 1er, 5°, d), remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, du présent arrêté;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 19, § 2, sont abrogés;
2° l'alinéa 1er, 5°, d), remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, du présent arrêté;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
Art.3. Artikel 39, eerste lid, 5°, d), van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
Art.3. L'article 39, alinéa 1er, 5°, d), du même arrêté royal, remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
Art.4. Artikel 121octies, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met de volgende zin :
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
Art.4. L'article 121octies, § 1er, du même arrêté royal, remplacé par le décret du 27 juin 2011, est complété par la phrase suivante :
" " Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
" " Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone
Art.5. In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 7 bepaalde" opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1. artikel 7, § 2, van dit koninklijk besluit;
2. artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3. artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 7 bepaalde" opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1. artikel 7, § 2, van dit koninklijk besluit;
2. artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3. artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
Art.5. A l'article 4, § 1er, de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone, modifiée en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 7" sont abrogés;
2° l'alinéa 1er, 5°, d), remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 7, § 2, du présent arrêté royal;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 7" sont abrogés;
2° l'alinéa 1er, 5°, d), remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 7, § 2, du présent arrêté royal;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
Art.6. Artikel 22sexies, eerste lid, 5°, d), van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
Art.6. L'article 22sexies, alinéa 1er, 5°, d), du même arrêté royal, remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés
Art.7. In artikel 12 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006 en gewijzigd bij de decreten van 23 juni 2008 en 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 19, § 2, bepaalde" opgeheven;
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1. artikel 15, § 2, van dit koninklijk besluit;
2. artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3. artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "in artikel 19, § 2, bepaalde" opgeheven;
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1. artikel 15, § 2, van dit koninklijk besluit;
2. artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
3. artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
Art.7. A l'article 12 de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés, remplacé par le décret du 26 juin 2006 et modifié par les décrets des 23 juin 2008 et 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 15, § 2, sont abrogés;
2° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 15, § 2, du présent arrêté royal;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés."
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 15, § 2, sont abrogés;
2° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 15, § 2, du présent arrêté royal;
2° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
3° article 20bis, alinéas 2 et 3, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés."
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs
CHAPITRE 5. - Modification du décret du 18 avril 1994 fixant le montant des subventions de fonctionnement pour l'enseignement subventionné
Art.8. In artikel 6, derde lid, van het decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs, vervangen bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "de laatste schooldag van september" vervangen door de woorden "de vijfde schooldag van de maand oktober" en wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf".
Art.8. Dans l'article 6, alinéa 3, du décret du 18 avril 1994 fixant le montant des subventions de fonctionnement pour l'enseignement subventionné, remplacé par le décret du 11 mai 2009, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre" et le mot "dix" par le mot "cinq".
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra
CHAPITRE 6. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 9 novembre 1994 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle dans l'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux
Art.9. In artikel 2 van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 1° wordt opgeheven;
2° in de bepaling onder 4° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende :
" 5° het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra;
6° het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool. "
4° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
" Dit besluit is ook toepasselijk op de personeelsleden die in dienst genomen zijn als gesubsidieerde contractuelen in een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling. "
1° de bepaling onder 1° wordt opgeheven;
2° in de bepaling onder 4° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende :
" 5° het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra;
6° het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool. "
4° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
" Dit besluit is ook toepasselijk op de personeelsleden die in dienst genomen zijn als gesubsidieerde contractuelen in een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling. "
Art.9. A l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement du 9 novembre 1994 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle dans l'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux, remplacé par l'arrêté du 30 août 2001, les modifications suivantes sont apportées :
1° le 1° est abrogé;
2° dans le 4°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
3° l'article est complété par les 5° et 6°, rédigés comme suit :
" 5° dans le décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés;
6° dans le décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome. ";
4° l'article est complété par un second alinéa, rédigé comme suit :
" Le présent arrêté s'applique également aux membres du personnel engagés comme travailleurs contractuels subventionnés dans un établissement d'enseignement organisé ou subventionné par la Communauté germanophone. "
1° le 1° est abrogé;
2° dans le 4°, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
3° l'article est complété par les 5° et 6°, rédigés comme suit :
" 5° dans le décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés;
6° dans le décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome. ";
4° l'article est complété par un second alinéa, rédigé comme suit :
" Le présent arrêté s'applique également aux membres du personnel engagés comme travailleurs contractuels subventionnés dans un établissement d'enseignement organisé ou subventionné par la Communauté germanophone. "
Art.10. In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, worden de volgende wijzigigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "de aanwijzing of aanstelling, indien ze tijdelijk aangewezen of aangesteld zijn," vervangen door de woorden "hun aanwijzing of aanstelling";
2° in de inleidende zin van het tweede lid worden de woorden "of tot de stage toegelaten zijn" vervangen door de woorden "of als gesubsidieerde contractueel in dienst genomen zijn";
3° in het tweede lid, 2°, wordt het woord "tijdelijk" opgeheven;
4° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "de aanwijzing of aanstelling, indien ze tijdelijk aangewezen of aangesteld zijn," vervangen door de woorden "hun aanwijzing of aanstelling".
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "de aanwijzing of aanstelling, indien ze tijdelijk aangewezen of aangesteld zijn," vervangen door de woorden "hun aanwijzing of aanstelling";
2° in de inleidende zin van het tweede lid worden de woorden "of tot de stage toegelaten zijn" vervangen door de woorden "of als gesubsidieerde contractueel in dienst genomen zijn";
3° in het tweede lid, 2°, wordt het woord "tijdelijk" opgeheven;
4° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "de aanwijzing of aanstelling, indien ze tijdelijk aangewezen of aangesteld zijn," vervangen door de woorden "hun aanwijzing of aanstelling".
Art.10. A l'article 4 du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, 2°, les mots "lorsqu'ils sont désignés ou engagés à titre temporaire, la désignation ou l'engagement" sont remplacés par les mots "leur désignation ou engagement";
2° dans la phrase introductive de l'alinéa 2, les mots "ou admis au stage" sont remplacés par les mots "ou engagés comme travailleurs contractuels subventionnés";
3° dans l'alinéa 2, 2°, le mot "temporaire" est abrogé;
4° dans l'alinéa 2, 3°, les mots "lorsqu'ils sont désignés ou engagés à titre temporaire, la désignation ou l'engagement" sont remplacés par les mots "leur désignation ou engagement".
1° dans l'alinéa 1er, 2°, les mots "lorsqu'ils sont désignés ou engagés à titre temporaire, la désignation ou l'engagement" sont remplacés par les mots "leur désignation ou engagement";
2° dans la phrase introductive de l'alinéa 2, les mots "ou admis au stage" sont remplacés par les mots "ou engagés comme travailleurs contractuels subventionnés";
3° dans l'alinéa 2, 2°, le mot "temporaire" est abrogé;
4° dans l'alinéa 2, 3°, les mots "lorsqu'ils sont désignés ou engagés à titre temporaire, la désignation ou l'engagement" sont remplacés par les mots "leur désignation ou engagement".
Art.11. In artikel 4bis, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, wordt het woord "personeelsleden" vervangen door de woorden "personeelsleden en voor gesubsidieerde contractuelen".
Art.11. Dans l'article 4bis, § 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les mots "membres du personnel" sont remplacés par les mots "membres du personnel et travailleurs contractuels subventionnés".
Art.12. In artikel 4ter, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, wordt het woord "personeelsleden" vervangen door de woorden "personeelsleden en voor gesubsidieerde contractuelen".
Art.12. Dans l'article 4ter, § 3, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les mots "membres du personnel" sont remplacés par les mots "membres du personnel et travailleurs contractuels subventionnés".
Art.13. In artikel 4quater, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, wordt het woord "personeelsleden" vervangen door de woorden "personeelsleden en voor gesubsidieerde contractuelen".
Art.13. Dans l'article 4quater, § 3, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les mots "membres du personnel" sont remplacés par les mots "membres du personnel et travailleurs contractuels subventionnés".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het programmadecreet van 20 mei 1997
CHAPITRE 7. - Modification du décret-programme 1997 du 20 mai 1997
Art.14. Artikel 4ter, § 2, eerste lid, van het programmadecreet 1997 van 20 mei 1997, ingevoegd bij het decreet van 30 juni 2003, wordt vervangen als volgt :
" De inrichtende macht kan het lestijdenpakket dat overeenkomstig de artikelen 4 en 4bis aan het verbonden instituut wordt toegekend, geheel of gedeeltelijk overdragen aan een van haar andere instituten voor voortgezette schoolopleiding of onderwijsinrichtingen met volledig leerplan. De inrichtende macht kan ook het lestijdenpakket van een onderwijsinrichting met volledig leerplan gedeeltelijk overdragen aan een instituut voor voortgezette schoolopleiding van dezelfde inrichtende macht. "
" De inrichtende macht kan het lestijdenpakket dat overeenkomstig de artikelen 4 en 4bis aan het verbonden instituut wordt toegekend, geheel of gedeeltelijk overdragen aan een van haar andere instituten voor voortgezette schoolopleiding of onderwijsinrichtingen met volledig leerplan. De inrichtende macht kan ook het lestijdenpakket van een onderwijsinrichting met volledig leerplan gedeeltelijk overdragen aan een instituut voor voortgezette schoolopleiding van dezelfde inrichtende macht. "
Art.14. L'article 4ter, § 2, alinéa 1er, du décret-programme 1997 du 20 mai 1997, inséré par le décret du 30 juin 2003, est remplacé par ce qui suit :
" Le pouvoir organisateur peut transférer à un autre de ses instituts de formation scolaire continuée ou établissement d'enseignement de plein exercice tout ou partie du capital périodes octroyé conformément aux article 4 et 4bis à l'institut rattaché. Le pouvoir organisateur peut également transférer à l'un de ses instituts de formation scolaire continuée des parties du capital périodes octroyé à un établissement d'enseignement de plein exercice. "
" Le pouvoir organisateur peut transférer à un autre de ses instituts de formation scolaire continuée ou établissement d'enseignement de plein exercice tout ou partie du capital périodes octroyé conformément aux article 4 et 4bis à l'institut rattaché. Le pouvoir organisateur peut également transférer à l'un de ses instituts de formation scolaire continuée des parties du capital périodes octroyé à un établissement d'enseignement de plein exercice. "
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen
CHAPITRE 8. - Modification du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées
Art.15. In artikel 21.2 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, ingevoegd bij het decreet van 25 oktober 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het opschrift worden de woorden "verandering van school" vervangen door de woorden "verandering van school in het gespecialiseerd basisonderwijs";
2° in § 2, eerste en tweede lid, worden de woorden "gespecialiseerde lagere school" telkens vervangen door de worden "gespecialiseerde basisschool".
1° in het opschrift worden de woorden "verandering van school" vervangen door de woorden "verandering van school in het gespecialiseerd basisonderwijs";
2° in § 2, eerste en tweede lid, worden de woorden "gespecialiseerde lagere school" telkens vervangen door de worden "gespecialiseerde basisschool".
Art.15. A l'article 21.2 du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées, inséré par le décret du 25 octobre 2010, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'intitulé, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental spécialisé";
2° dans le § 2, alinéas 1er et 2, les mots "école primaire spécialisée" sont chaque fois remplacés par les mots "école fondamentale spécialisée".
1° dans l'intitulé, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental spécialisé";
2° dans le § 2, alinéas 1er et 2, les mots "école primaire spécialisée" sont chaque fois remplacés par les mots "école fondamentale spécialisée".
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum
CHAPITRE 9. - Modification du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné
Art.16. In artikel 33 van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "bepaald in artikel 33bis, leden 2 en 3," opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;
2° artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;
3° artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra;
4° artikel 33bis, tweede en derde lid, van dit decreet;
5° artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "bepaald in artikel 33bis, leden 2 en 3," opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;
2° artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;
3° artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra;
4° artikel 33bis, tweede en derde lid, van dit decreet;
5° artikel 20bis, tweede en derde lid, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra. "
Art.16. A l'article 33 du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre PMS libre subventionné, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu dans l'article 33bis, alinéas 2 et 3" sont abrogés
2°, l'alinéa 1er, 5°, d), est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement. ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements;
2° article 7, § 2, de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion, des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone;
3° article 15, § 2, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés;
4° article 33bis, alinéas 2 et 3, du présent décret;
5° article 20bis, alinéas 2 et 5, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu dans l'article 33bis, alinéas 2 et 3" sont abrogés
2°, l'alinéa 1er, 5°, d), est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement. ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements;
2° article 7, § 2, de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion, des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone;
3° article 15, § 2, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés;
4° article 33bis, alinéas 2 et 3, du présent décret;
5° article 20bis, alinéas 2 et 5, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés. "
Art.17. Artikel 49, § 1, eerste lid, 5°, d), van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2008, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
Art.17. L'article 49, § 1er, alinéa 1er, 5°, d), du même décret, modifié par le décret du 23 juin 2008, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
Art.18. Artikel 69.7, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met de volgende zin :
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
Art.18. A l'article 69.7, § 1er, du même décret, remplacé par le décret du 27 juin 2011, est complété par la phrase suivante :
" Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
" Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
HOOFDSTUK 10. - Wijziging van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs
CHAPITRE 10. - Modification du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire
Art.19. In artikel 15 van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het decreet van 25 oktober 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het opschrift worden de woorden "verandering van school" vervangen door de woorden "verandering van school in het basisonderwijs";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "van school veranderen" vervangen door de woorden "van school veranderen in het basisonderwijs";
3° in § 2, tweede lid, worden de woorden "lagere school" telkens vervangen door het woord "basisonderwijs".
1° in het opschrift worden de woorden "verandering van school" vervangen door de woorden "verandering van school in het basisonderwijs";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "van school veranderen" vervangen door de woorden "van school veranderen in het basisonderwijs";
3° in § 2, tweede lid, worden de woorden "lagere school" telkens vervangen door het woord "basisonderwijs".
Art.19. A l'article 15 du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire, remplacé par le décret du 25 octobre 2010, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'intitulé, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental";
2° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental";
3° dans le § 2, alinéa 2 les mots "école primaire" sont chaque fois remplacés par les mots "école fondamentale";
1° dans l'intitulé, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental";
2° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "changement d'école" sont remplacés par les mots "changement d'école dans l'enseignement fondamental";
3° dans le § 2, alinéa 2 les mots "école primaire" sont chaque fois remplacés par les mots "école fondamentale";
Art.20. In artikel 16, 5°, van hetzelfde decreet worden de woorden "en sociaal" opgeheven en wordt de punt vervangen door een kommapunt.
Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende :
" 6° activiteiten om de persoonlijke en sociale vaardigheden te bevorderen. "
Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende :
" 6° activiteiten om de persoonlijke en sociale vaardigheden te bevorderen. "
Art.20. Dans l'article 16, 5°, du même décret, les mots "et comportement social" sont abrogés.
Le même article est complété par un 6°, rédigé comme suit :
" 6° activités visant à promouvoir les compétences personnelles et sociales. "
Le même article est complété par un 6°, rédigé comme suit :
" 6° activités visant à promouvoir les compétences personnelles et sociales. "
Art.21. In artikel 17, 2°, van hetzelfde decreet worden de woorden ", lid 1," opgeheven.
Art.21. Dans l'article 17, 2°, du même décret, les mots "alinéa 1er" sont abrogés.
Art.22. Het opschrift van hoofdstuk V, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :
" Afdeling 4. - Fusie, herstructurering en samenvoeging "
" Afdeling 4. - Fusie, herstructurering en samenvoeging "
Art.22. L'intitulé du chapitre 5, section 4, du même décret est remplacé par ce qui suit :
" Section 4. - Fusion, restructuration et regroupement "
" Section 4. - Fusion, restructuration et regroupement "
Art.23. In hoofdstuk V, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt een onderafdeling 3 ingevoegd die de artikelen 40.1 en 40.2 bevat, luidende :
" Onderafdeling 3. - Samenvoeging
Art. 40.1. Definitie.
Er is sprake van een samenvoeging op gemeenschappelijke pedagogische basis wanneer scholen met verschillende schoolvormen met instemming van de inrichtende macht(en) en met toestemming van de Regering besluiten om een fusie aan te gaan om een gemeenschappelijke campus op te richten.
Art. 40.2. Nadere regels voor de samenvoeging.
In geval van samenvoeging van scholen op gemeenschappelijke pedagogische basis kan de Regering jaarlijks en voor ten hoogste vier schooljaren van de bepalingen van hoofdstuk VI afwijken. De afwijking mag echter niet tot gevolg hebben dat het betrekkingenpakket dat voor de betrokken scholen met toepassing van hoofdstuk VI in de loop van het schooljaar vóór de samenvoeging vastgelegd werd, overschreden wordt. "
" Onderafdeling 3. - Samenvoeging
Art. 40.1. Definitie.
Er is sprake van een samenvoeging op gemeenschappelijke pedagogische basis wanneer scholen met verschillende schoolvormen met instemming van de inrichtende macht(en) en met toestemming van de Regering besluiten om een fusie aan te gaan om een gemeenschappelijke campus op te richten.
Art. 40.2. Nadere regels voor de samenvoeging.
In geval van samenvoeging van scholen op gemeenschappelijke pedagogische basis kan de Regering jaarlijks en voor ten hoogste vier schooljaren van de bepalingen van hoofdstuk VI afwijken. De afwijking mag echter niet tot gevolg hebben dat het betrekkingenpakket dat voor de betrokken scholen met toepassing van hoofdstuk VI in de loop van het schooljaar vóór de samenvoeging vastgelegd werd, overschreden wordt. "
Art.23. Au chapitre 5, section 4, du même décret, il est inséré une sous-section 3, comprenant les articles 40.1 et 40.2, rédigée comme suit :
" Sous-section 3. - Regroupement
Art. 40.1. - Définition.
Il y a regroupement sur base pédagogique commune lorsque des écoles ayant des formes scolaires différentes décident de fusionner pour créer un campus commun, et ce moyennant l'accord du ou des pouvoirs organisateurs, selon le cas, et l'approbation du Gouvernement.
Art. 40.2. - Modalités relatives au regroupement.
En cas de regroupement d'écoles sur base pédagogique commune, le Gouvernement peut déroger chaque année aux dispositions du chapitre VI pour une durée de quatre ans au plus. La dérogation ne peut toutefois avoir pour conséquence que le capital emploi dépasse celui qui, l'année scolaire précédant le regroupement, a été déterminé en application du chapitre VI pour chaque école concernée avant le regroupement. "
" Sous-section 3. - Regroupement
Art. 40.1. - Définition.
Il y a regroupement sur base pédagogique commune lorsque des écoles ayant des formes scolaires différentes décident de fusionner pour créer un campus commun, et ce moyennant l'accord du ou des pouvoirs organisateurs, selon le cas, et l'approbation du Gouvernement.
Art. 40.2. - Modalités relatives au regroupement.
En cas de regroupement d'écoles sur base pédagogique commune, le Gouvernement peut déroger chaque année aux dispositions du chapitre VI pour une durée de quatre ans au plus. La dérogation ne peut toutefois avoir pour conséquence que le capital emploi dépasse celui qui, l'année scolaire précédant le regroupement, a été déterminé en application du chapitre VI pour chaque école concernée avant le regroupement. "
Art.24. In artikel 57, § 3, vervangen bij het decreet van 30 juni 2003 en gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, worden de woorden "halftijdse betrekking" vervangen door de woorden "vierde van een betrekking".
Art.24. Dans l'article 57, § 3, remplacé par le décret du 30 juin 2003 et modifié par le décret du 25 mai 2009, les mot "demi-emploi" sont remplacés par les mots "quart d'emploi".
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés
Art.25. In artikel 20, § 1, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het decreet van 23 juni 2008 en laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "bepaald in artikel 20bis, leden 2 en 3," opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;
2° artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;
3° artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra;
4° artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
5° artikel 20bis, tweede en derde lid, van dit decreet. "
1° in de inleidende zin van het eerste lid, 5°, worden de woorden "bepaald in artikel 20bis, leden 2 en 3," opgeheven;
2° het eerste lid, 5°, d), wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" Bij de afwijking vermeld in het eerste lid, 5°, gaat het om de aanstelling resp. aanwijzing van een personeelslid volgens één van de volgende bepalingen :
1° artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;
2° artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap;
3° artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra en van de inspectiedienst belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra;
4° artikel 33bis, tweede en derde lid, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-centrum;
5° artikel 20bis, tweede en derde lid, van dit decreet. "
Art.25. A l'article 20, § 1er, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre PMS libre subventionné, remplacé par le décret du 23 juin 2008 et modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 20bis, alinéas 2 et 3" sont abrogés;
2°, l'alinéa 1er, 5°, d), est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements;
2° article 7, § 2, de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion, des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone;
3° article 15, § 2, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés;
4° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
5° article 20bis, alinéas 2 et 3, du présent décret. "
1° dans la phrase introductive de l'alinéa 1er, 5°, les mots "prévu à l'article 20bis, alinéas 2 et 3" sont abrogés;
2°, l'alinéa 1er, 5°, d), est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ";
3° l'alinéa suivant est inséré entre les alinéas 1er et 2 :
" Pour la dérogation mentionnée à l'alinéa 1er, il s'agit de la désignation ou de l'engagement, selon le cas, d'un membre du personnel conformément à l'une des dispositions suivantes :
1° article 19, § 2, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements;
2° article 7, § 2, de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion, des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone;
3° article 15, § 2, de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés;
4° article 33bis, alinéas 2 et 3, du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre psycho-médico-social libre subventionné;
5° article 20bis, alinéas 2 et 3, du présent décret. "
Art.26. Artikel 37, eerste lid, 5°, d), van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2008, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; "
Art.26. L'article 37, alinéa 1er, 5°, d), du même arrêté royal, modifié par le décret du 23 juin 2008, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
Art.27. Artikel 64.18, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met de volgende zin :
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
" In een gespecialiseerde basisschool kan het inrichtingshoofd ook vervangen worden door een lid van het paramedisch of psychosociaal personeel. "
Art.27. L'article 64.18, § 1er, du même décret, remplacé par le décret du 27 juin 2011, est complété par la phrase suivante :
" Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
" Dans une école fondamentale spécialisée, le chef d'établissement peut aussi être remplacé par un membre du personnel paramédical ou sociopsychologique. "
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het decreet van 17 mei 2004 over maatregelen inzake onderwijs, opleiding en infrastructuur - 2004
CHAPITRE 12. - Modification du décret du 17 mai 2004 portant des mesures en matière d'enseignement, de formation et d'infrastructure - 2004
Art.28. In het decreet van 17 mei 2004 over maatregelen inzake onderwijs, opleiding en infrastructuur - 2004, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 16 januari 2012, wordt een hoofdstuk IX.2 ingevoegd, dat artikel 21.3 bevat, luidende :
" HOOFDSTUK IX.2. - Bijdrage in de reiskosten voor werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer
Art. 21.3. De personeelsleden vermeld in artikel 21.1 die voor de verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun werkplek of voor de verplaatsingen tussen verschillende vestigingen en onderwijsinstellingen gebruik maken van het openbaar vervoer, hebben recht op terugbetaling van de reiskosten.
De terugbetaling geschiedt na overlegging van een abonnement op naam dat is afgegeven door een maatschappij voor openbaar vervoer. De kosten verbonden aan eersteklasabonnementen worden niet terugbetaald.
In afwijking van het tweede lid worden ook dagkaarten terugbetaald, op voorwaarde dat het gaat om regelmatige ritten. Een rit wordt als regelmatig beschouwd indien het personeelslid alle weekdagen waarop het aan de betrokken school lesgeeft, gebruik maakt van het openbaar vervoer voor de rit van zijn woonplaats naar het werk en/of omgekeerd. Het terugbetaalde bedrag wordt berekend in verhouding tot de prijs van een jaarabonnement voor het betrokken traject.
De met toepassing van het eerste lid aangevraagde terugbetaling mag niet gecumuleerd worden met een andere reisvergoeding voor hetzelfde traject en dezelfde periode.
De Regering legt de overige nadere regels vast. "
" HOOFDSTUK IX.2. - Bijdrage in de reiskosten voor werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer
Art. 21.3. De personeelsleden vermeld in artikel 21.1 die voor de verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun werkplek of voor de verplaatsingen tussen verschillende vestigingen en onderwijsinstellingen gebruik maken van het openbaar vervoer, hebben recht op terugbetaling van de reiskosten.
De terugbetaling geschiedt na overlegging van een abonnement op naam dat is afgegeven door een maatschappij voor openbaar vervoer. De kosten verbonden aan eersteklasabonnementen worden niet terugbetaald.
In afwijking van het tweede lid worden ook dagkaarten terugbetaald, op voorwaarde dat het gaat om regelmatige ritten. Een rit wordt als regelmatig beschouwd indien het personeelslid alle weekdagen waarop het aan de betrokken school lesgeeft, gebruik maakt van het openbaar vervoer voor de rit van zijn woonplaats naar het werk en/of omgekeerd. Het terugbetaalde bedrag wordt berekend in verhouding tot de prijs van een jaarabonnement voor het betrokken traject.
De met toepassing van het eerste lid aangevraagde terugbetaling mag niet gecumuleerd worden met een andere reisvergoeding voor hetzelfde traject en dezelfde periode.
De Regering legt de overige nadere regels vast. "
Art.28. Dans le décret du 17 mai 2004 portant des mesures en matière d'enseignement, de formation et d'infrastructure - 2004, modifié en dernier lieu par le décret du 16 janvier 2012, il est inséré un chapitre IX.2, comprenant l'article 21.3, rédigé comme suit :
" CHAPITRE IX.2. - Intervention dans les frais de transport en faveur des travailleurs utilisant les transports en commun
Art. 21.3. Les membres du personnel mentionnés à l'article 21.1 qui utilisent les transports en commun pour effectuer les trajets aller-retour entre le domicile et le lieu de travail et/ou les trajets entre différents implantations et établissements d'enseignement ont droit à un remboursement des frais engagés.
Le remboursement s'effectue sur présentation d'un abonnement nominatif établi par une société de transports en commun. Les frais engagés pour un abonnement de 1re classe ne sont pas remboursés.
Par dérogation au deuxième alinéa, les frais engagés dans le cadre de trajets journaliers sont également remboursés lorsqu'ils sont réguliers. Un trajet est considéré régulier lorsque le membre du personnel utilise les transports en commun pour se rendre de son domicile à son lieu de travail et/ou inversement tous les jours de la semaine où il donne cours dans l'école concernée. Le montant remboursé est calculé proportionnellement aux frais qui seraient engagés pour acquérir un abonnement annuel pour la distance parcourue.
Le remboursement sollicité conformément au premier alinéa ne peut toutefois être cumulé avec une autre indemnité pour frais de déplacement couvrant le même trajet et la même période.
Le Gouvernement fixe les autres modalités. "
" CHAPITRE IX.2. - Intervention dans les frais de transport en faveur des travailleurs utilisant les transports en commun
Art. 21.3. Les membres du personnel mentionnés à l'article 21.1 qui utilisent les transports en commun pour effectuer les trajets aller-retour entre le domicile et le lieu de travail et/ou les trajets entre différents implantations et établissements d'enseignement ont droit à un remboursement des frais engagés.
Le remboursement s'effectue sur présentation d'un abonnement nominatif établi par une société de transports en commun. Les frais engagés pour un abonnement de 1re classe ne sont pas remboursés.
Par dérogation au deuxième alinéa, les frais engagés dans le cadre de trajets journaliers sont également remboursés lorsqu'ils sont réguliers. Un trajet est considéré régulier lorsque le membre du personnel utilise les transports en commun pour se rendre de son domicile à son lieu de travail et/ou inversement tous les jours de la semaine où il donne cours dans l'école concernée. Le montant remboursé est calculé proportionnellement aux frais qui seraient engagés pour acquérir un abonnement annuel pour la distance parcourue.
Le remboursement sollicité conformément au premier alinéa ne peut toutefois être cumulé avec une autre indemnité pour frais de déplacement couvrant le même trajet et la même période.
Le Gouvernement fixe les autres modalités. "
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome
Art.29. Artikel 5.15, § 1, eerste lid, 5°, d), van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2008, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
Art.29. L'article 5.15, § 1er, alinéa 1er, 5°, d), du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome, modifié par le décret du 23 juin 2008, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
Art.30. Artikel 5.31, eerste lid, 5°, d), van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 juni 2008, wordt vervangen als volgt :
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
" d) als het om een lid van het bestuurs- en onderwijzend personeel gaat, houder zijn van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs dat beantwoordt aan de wezenlijke elementen vermeld in het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs en dat door de Regering als gelijkwaardig wordt erkend; ".
Art.30. L'article 5.31, alinéa 1er, 5°, d), du même décret, modifié par le décret du 23 juin 2008, est remplacé par ce qui suit :
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
" d) s'il s'agit d'un membre du personnel directeur et enseignant, être titulaire d'un titre pédagogique qui correspond aux éléments essentiels figurant dans le décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement et qui est reconnu équivalent par le Gouvernement; ".
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het decreet van 25 mei 2009 over maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2009
CHAPITRE 14. - Modification du décret du 25 mai 2009 portant sur des mesures en matière d'enseignement et de formation pour 2009
Art.31. In artikel 17, derde lid, van het decreet van 25 mei 2009 over maatregelen inzake onderwijs en opleiding 2009 worden de woorden "30 oktober" vervangen door de woorden "31 oktober".
Art.31. Dans l'article 17, alinéa 3, du décret du 25 mai 2009 portant sur des mesures en matière d'enseignement et de formation pour 2009, les mots "30 octobre" sont remplacés par les mots "31 octobre".
Art.32. Hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 17.1, luidende :
" Art. 17.1. Financiering van de schoolmediatheken in de gewone secundaire scholen.
§ 1. De eerste inrichting en de eerste uitrusting van een schoolmediatheek in een gewone secundaire school is - ongeacht de inrichtende macht van de school - volledig ten laste van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap, indien uit de ingediende bouw- en inrichtingsplannen blijkt dat kan worden voldaan aan de vereisten inzake lokalen en uitrusting genoemd in artikel 15, § 1, 1° en 2°, en aan de vereisten op het gebied van de mediacollectie.
Op initiatief van de leraar-mediathecaris en op aanvraag van de schoolleiding kunnen aankopen om de inrichting of uitrusting van de schoolmediatheek te vernieuwen of aan te vullen, door de Regering gesubsidieerd worden op basis van de criteria die de Regering voor de inrichting en uitrusting in het onderwijs heeft bepaald.
De kosten voor de centrale eenheden van het verbond MEDIADG, waarbij de schoolmediatheek aangesloten moet zijn, alsook de kosten voor de afzonderlijke internetverbinding en voor de hard- en software in de schoolmediatheek die voor de catalogisering en uitleendienst noodzakelijk is, worden volledig via de begroting van de Duitstalige Gemeenschap gefinancierd.
§ 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen ontvangt elke gewone secundaire school, voor haar erkende schoolmediatheek, een toegewezen jaarlijkse dotatie uit de begroting van de Duitstalige Gemeenschap :
1° ten belope van 6.000 euro voor de jaarlijkse vernieuwing van de mediacollectie;
2° ten belope van 4.000 euro voor het beheer van de schoolmediatheek, waarbij verwarming, elektriciteit en onderhoud van de ruimten via de algemene begroting van de school worden gefinancierd.
De vermelde bedragen worden elk jaar in de maand september aangepast aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (volledige index). Als basisindex geldt daarbij de index van de maand september 2001, als nieuwe index geldt de index van de maand september van het jaar van de aanpassing.
§ 3. Samen met de mediatheekcommissie stelt de leraar-mediathecaris vóór 30 september een begroting voor de schoolmediatheek op waarin de ontvangsten en uitgaven voor het lopende schooljaar worden vermeld, alsook een overeenkomstige balans voor het vorige schooljaar waarin de subsidies die de school overeenkomstig § 1, derde lid, ontvangen heeft, afzonderlijk worden vermeld en de uitgaven worden gewettigd. Elk jaar wordt vóór 31 oktober een kopie van de begroting en van de balans aan de gemachtigde voor de schoolmediatheken bezorgd en op diens verzoek worden hem alle stukken bezorgd die hij voor de controle van de balans noodzakelijk acht. "
" Art. 17.1. Financiering van de schoolmediatheken in de gewone secundaire scholen.
§ 1. De eerste inrichting en de eerste uitrusting van een schoolmediatheek in een gewone secundaire school is - ongeacht de inrichtende macht van de school - volledig ten laste van de begroting van de Duitstalige Gemeenschap, indien uit de ingediende bouw- en inrichtingsplannen blijkt dat kan worden voldaan aan de vereisten inzake lokalen en uitrusting genoemd in artikel 15, § 1, 1° en 2°, en aan de vereisten op het gebied van de mediacollectie.
Op initiatief van de leraar-mediathecaris en op aanvraag van de schoolleiding kunnen aankopen om de inrichting of uitrusting van de schoolmediatheek te vernieuwen of aan te vullen, door de Regering gesubsidieerd worden op basis van de criteria die de Regering voor de inrichting en uitrusting in het onderwijs heeft bepaald.
De kosten voor de centrale eenheden van het verbond MEDIADG, waarbij de schoolmediatheek aangesloten moet zijn, alsook de kosten voor de afzonderlijke internetverbinding en voor de hard- en software in de schoolmediatheek die voor de catalogisering en uitleendienst noodzakelijk is, worden volledig via de begroting van de Duitstalige Gemeenschap gefinancierd.
§ 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen ontvangt elke gewone secundaire school, voor haar erkende schoolmediatheek, een toegewezen jaarlijkse dotatie uit de begroting van de Duitstalige Gemeenschap :
1° ten belope van 6.000 euro voor de jaarlijkse vernieuwing van de mediacollectie;
2° ten belope van 4.000 euro voor het beheer van de schoolmediatheek, waarbij verwarming, elektriciteit en onderhoud van de ruimten via de algemene begroting van de school worden gefinancierd.
De vermelde bedragen worden elk jaar in de maand september aangepast aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (volledige index). Als basisindex geldt daarbij de index van de maand september 2001, als nieuwe index geldt de index van de maand september van het jaar van de aanpassing.
§ 3. Samen met de mediatheekcommissie stelt de leraar-mediathecaris vóór 30 september een begroting voor de schoolmediatheek op waarin de ontvangsten en uitgaven voor het lopende schooljaar worden vermeld, alsook een overeenkomstige balans voor het vorige schooljaar waarin de subsidies die de school overeenkomstig § 1, derde lid, ontvangen heeft, afzonderlijk worden vermeld en de uitgaven worden gewettigd. Elk jaar wordt vóór 31 oktober een kopie van de begroting en van de balans aan de gemachtigde voor de schoolmediatheken bezorgd en op diens verzoek worden hem alle stukken bezorgd die hij voor de controle van de balans noodzakelijk acht. "
Art.32. Dans le chapitre III du même décret, il est inséré un article 17.1, rédigé comme suit :
" Art. 17.1. Financement des médiathèques scolaires dans les écoles secondaires ordinaires.
§ 1er. L'aménagement initial et le premier équipement d'une médiathèque scolaire dans une école secondaire ordinaire sont, indépendamment du pouvoir organisateur de l'école, pris en charge à 100 % par le budget de la Communauté germanophone, dans la mesure où les plans de construction et d'aménagement présentés montrent que les exigences fixées à l'article 15, § 1er, 1° et 2°, quant à l'espace et à l'équipement, ainsi que les exigences relatives à la collection de médias peuvent être satisfaites.
Les acquisitions en vue de renouveler ou de compléter l'aménagement ou l'équipement de la médiathèque scolaire peuvent, sur initiative du professeur-médiathécaire et sur demande adressée par la direction de l'école, être subsidiées par le Gouvernement conformément aux critères fixés par lui pour l'aménagement et l'équipement dans l'enseignement.
Le coût afférent aux unités centrales de l'association MEDIADG, à laquelle doit être affiliée la médiathèque scolaire, ainsi que le coût de connexion Internet distincte et des matériels et logiciels nécessaires dans la médiathèque scolaire pour la mise en catalogue et le prêt sont supportés à 100 % par le budget de la Communauté germanophone.
§ 2. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles inscrits au budget de la Communauté germanophone, toute école secondaire ordinaire reçoit, pour sa médiathèque scolaire reconnue, une dotation annuelle affectée :
1° d'un montant de 6.000 euros pour le renouvellement annuel de la collection;
2° d'un montant de 4.000 euros pour le fonctionnement de la médiathèque scolaire, le chauffage, l'électricité et l'entretien des locaux devant être supportés par le budget général de l'école.
Les montants stipulés sont adaptés annuellement au mois de septembre à l'évolution de l'indice des prix à la consommation (indice complet). L'indice de base est celui du mois de septembre 2001, le nouvel indice étant celui du mois de septembre de l'année d'adaptation.
§ 3. Avec le comité de médiathèque, le professeur-médiathécaire établit avant le 30 septembre un budget pour la médiathèque scolaire reprenant les recettes et dépenses pour l'année scolaire en cours, ainsi qu'un bilan correspondant pour l'année scolaire précédente, dans lequel les dotations reçues par l'école conformément au § 1er, alinéa 3, seront inscrites séparément et les dépenses justifiées. Le budget et le bilan sont transmis au responsable des médiathèques scolaires, sous forme de copie, au plus tard pour le 31 ctobre de chaque année; tous les justificatifs qu'il juge utiles pour le contrôle du bilan lui sont transmis sur simple demande. "
" Art. 17.1. Financement des médiathèques scolaires dans les écoles secondaires ordinaires.
§ 1er. L'aménagement initial et le premier équipement d'une médiathèque scolaire dans une école secondaire ordinaire sont, indépendamment du pouvoir organisateur de l'école, pris en charge à 100 % par le budget de la Communauté germanophone, dans la mesure où les plans de construction et d'aménagement présentés montrent que les exigences fixées à l'article 15, § 1er, 1° et 2°, quant à l'espace et à l'équipement, ainsi que les exigences relatives à la collection de médias peuvent être satisfaites.
Les acquisitions en vue de renouveler ou de compléter l'aménagement ou l'équipement de la médiathèque scolaire peuvent, sur initiative du professeur-médiathécaire et sur demande adressée par la direction de l'école, être subsidiées par le Gouvernement conformément aux critères fixés par lui pour l'aménagement et l'équipement dans l'enseignement.
Le coût afférent aux unités centrales de l'association MEDIADG, à laquelle doit être affiliée la médiathèque scolaire, ainsi que le coût de connexion Internet distincte et des matériels et logiciels nécessaires dans la médiathèque scolaire pour la mise en catalogue et le prêt sont supportés à 100 % par le budget de la Communauté germanophone.
§ 2. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles inscrits au budget de la Communauté germanophone, toute école secondaire ordinaire reçoit, pour sa médiathèque scolaire reconnue, une dotation annuelle affectée :
1° d'un montant de 6.000 euros pour le renouvellement annuel de la collection;
2° d'un montant de 4.000 euros pour le fonctionnement de la médiathèque scolaire, le chauffage, l'électricité et l'entretien des locaux devant être supportés par le budget général de l'école.
Les montants stipulés sont adaptés annuellement au mois de septembre à l'évolution de l'indice des prix à la consommation (indice complet). L'indice de base est celui du mois de septembre 2001, le nouvel indice étant celui du mois de septembre de l'année d'adaptation.
§ 3. Avec le comité de médiathèque, le professeur-médiathécaire établit avant le 30 septembre un budget pour la médiathèque scolaire reprenant les recettes et dépenses pour l'année scolaire en cours, ainsi qu'un bilan correspondant pour l'année scolaire précédente, dans lequel les dotations reçues par l'école conformément au § 1er, alinéa 3, seront inscrites séparément et les dépenses justifiées. Le budget et le bilan sont transmis au responsable des médiathèques scolaires, sous forme de copie, au plus tard pour le 31 ctobre de chaque année; tous les justificatifs qu'il juge utiles pour le contrôle du bilan lui sont transmis sur simple demande. "
HOOFDSTUK 15. - Wijziging van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs
CHAPITRE 15. - Modification du décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement
Art.33. In artikel 1, § 2, van het decreet van 25 oktober 2010 houdende pedagogische en administratieve vernieuwingen in het onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 3°, c), worden de woorden ", behalve de houders van een bachelor diploma lager of kleuteronderwijs" opgeheven;
2° in de bepaling onder 4°, l), wordt de punt vervangen door een kommapunt en de bepaling onder 4° wordt aangevuld met een bepaling onder m), luidende :
" m) leraar-mediathecaris in het secundair onderwijs. "
1° in de bepaling onder 3°, c), worden de woorden ", behalve de houders van een bachelor diploma lager of kleuteronderwijs" opgeheven;
2° in de bepaling onder 4°, l), wordt de punt vervangen door een kommapunt en de bepaling onder 4° wordt aangevuld met een bepaling onder m), luidende :
" m) leraar-mediathecaris in het secundair onderwijs. "
Art.33. A l'article 1er, § 2, du décret du 25 octobre 2010 portant des nouveautés pédagogiques et administratives dans l'enseignement, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le 3°, c), les mots ", à l'exception du titulaire d'un baccalauréat instituteur primaire ou maternel" sont abrogés;
2° le 4° du même paragraphe est complété par un m), rédigé comme suit :
" m) professeur-médiathécaire dans l'enseignement secondaire. "
1° dans le 3°, c), les mots ", à l'exception du titulaire d'un baccalauréat instituteur primaire ou maternel" sont abrogés;
2° le 4° du même paragraphe est complété par un m), rédigé comme suit :
" m) professeur-médiathécaire dans l'enseignement secondaire. "
HOOFDSTUK 16. - Slotbepalingen
CHAPITRE 16. - Dispositions finales
Art.34. De artikelen 25 tot 29 van het besluit van de Regering van 13 juli 2011 betreffende de schoolmediatheken in het gewoon secundair onderwijs worden opgeheven.
Art.34. Les articles 25 à 29 de l'arrêté du Gouvernement du 13 juillet 2011 relatif aux médiathèques scolaires dans l'enseignement secondaire ordinaire sont abrogés.
Art. 35. Dit decreet treedt in werking op 1 september 2012, met uitzondering van :
1° artikel 33, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2010;
2° artikel 28, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2011;
3° de artikelen 32 en 34, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2011;
4° de artikelen 4, 14, 18 en 27, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2011;
5° de artikelen 8 tot 13, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2012.
1° artikel 33, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2010;
2° artikel 28, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2011;
3° de artikelen 32 en 34, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2011;
4° de artikelen 4, 14, 18 en 27, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2011;
5° de artikelen 8 tot 13, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2012.
Art. 35. Le présent décret entre en vigueur le 1er septembre 2012, à l'exception :
1° de l'article 33, 1°, qui produit ses effets le 1er septembre 2010;
2° de l'article 28, qui produit ses effets le 1er janvier 2011;
3° des articles 32 et 34, qui produisent leurs effets le 1er juillet 2011;
4° des articles 4, 14, 18 et 27, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2011;
5° des articles 8 à 13, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2012.
1° de l'article 33, 1°, qui produit ses effets le 1er septembre 2010;
2° de l'article 28, qui produit ses effets le 1er janvier 2011;
3° des articles 32 et 34, qui produisent leurs effets le 1er juillet 2011;
4° des articles 4, 14, 18 et 27, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2011;
5° des articles 8 à 13, qui produisent leurs effets le 1er janvier 2012.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 16 juli 2012.
K.-H. LAMBERTZ,
Minister-President, Minister van Lokale Besturen
O. PAASCH,
Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid
Mevr. I. WEYKMANS,
Minister van Cultuur, Media en Toerisme
H. MOLLERS,
Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden
Eupen, 16 juli 2012.
K.-H. LAMBERTZ,
Minister-President, Minister van Lokale Besturen
O. PAASCH,
Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid
Mevr. I. WEYKMANS,
Minister van Cultuur, Media en Toerisme
H. MOLLERS,
Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden
Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge.
Eupen, le 16 juillet 2012.
K.-H. LAMBERTZ,
Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux
O. PAASCH,
Ministre de l'Enseignement, de la Formation et de l'Emploi
Mme I. WEYKMANS,
Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme
H. MOLLERS,
Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales
Eupen, le 16 juillet 2012.
K.-H. LAMBERTZ,
Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux
O. PAASCH,
Ministre de l'Enseignement, de la Formation et de l'Emploi
Mme I. WEYKMANS,
Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme
H. MOLLERS,
Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales