Vergelijken - 2012200844

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs

CHAPITRE Ier. - Modification de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique

Artikel 1. Hoofdstuk 1, afdeling 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs wordt aangevuld met een artikel 10.1, luidende :
" Art. 10.1. Indien aan het selectieambt een weddeschaal verbonden is waarvan de waarde, met inachtneming van de financiële anciënniteit, lager is dan de dienovereenkomstige waarde van de weddeschaal die aan het personeelslid zou worden toegekend indien het een wervingsambt zou bekleden, dan is laatstgenoemde weddeschaal van toepassing. "

Article 1er. Dans le chapitre Ier, section 1re, de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministre de l'Instruction publique, il est inséré un article 10.1 rédigé comme suit :
" Art. 10.1. S'il est appliqué à une fonction de sélection une échelle de traitement dont la valeur, en tentant compte de l'ancienneté pécuniaire, est inférieure à la valeur correspondante de l'échelle de traitement qui serait appliquée au membre du personnel s'il revêtait une fonction de recrutement, c'est cette dernière échelle de traitement qui lui est applicable. "

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen

CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du 2 octobre 1968 déterminant et classant les fonctions des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et les fonctions des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements

Art.2. Artikel 7, b), van het koninklijk besluit van 2 oktober 1968 tot vaststelling en rangschikking van de ambten der leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel bij de inrichtingen voor kleuteronderwijs, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, en van de ambten der leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met een bepaling onder 11ter, luidende :
" 11ter. coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school; "

Art.2. L'article 7, b), de l'arrêté royal du 2 octobre 1968 déterminant et classant les fonctions des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et les fonctions des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, est complété par un 11ter, rédigé comme suit :
" 11ter coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée; "

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements

Art.3. In artikel 83 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt een derde lid ingevoegd, luidende :
" In afwijking van het eerste lid, 1° tot 4°, kan een personeelslid definitief benoemd worden in een selectieambt, wanneer het personeelslid dat ambt tijdens drie opeenvolgende schooljaren heeft uitgeoefend tijdens ten minste vijftien weken per schooljaar. "

Art.3. L'article 83 de l'arrêté royal au 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, est complété par un alinéa 3 rédigé comme suit :
" Par dérogation au premier alinéa, 1° à 4°, un membre du personnel peut être nommé à titre définitif dans une fonction de sélection lorsqu'il a exercé cette fonction pendant trois années scolaires consécutives, et ce à raison d'une période d'au moins quinze semaines par année scolaire. "

Art.4. Artikel 91bis. 1. van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 91bis. 1. De school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school en de coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school worden bezoldigd overeenkomstig artikel 91decies. "

Art.4. L'article 91bis. 1. du même arrêté royal, inséré par le décret du 27 juin 2011, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 91bis. 1. L'auxiliaire d'intégration scolaire et en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée ainsi que le coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée sont rémunérés conformément à l'article 91decies. "

Art.5. Artikel 141, § 1, tweede lid, 2°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, wordt vervangen als volgt :
" 2° vóór of in de loop van een tuchtprocedure; "

Art.5. L'article 141, § 1er, alinéa 2, 2°, du même arrêté royal, remplacé par le décret du 26 juin 2006, est remplacé par ce qui suit :
" 2° avant ou pendant une procédure disciplinaire, "

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch en psychosociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen

CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements

Art.6. Artikel 7, 2°, van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch en psychosociaal personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen wordt vervangen als volgt :
" 2° leermeester niet-confessionele zedenleer : het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding niet-confessionele zedenleer) of het diploma van onderwijzer voor het lager onderwijs (keuzevak/aanvullende opleiding niet-confessionele zedenleer); "

Art.6. L'article 7, 2°, de l'arrêté royal du 22 avril 1969 fixant les titres requis des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat et des internats dépendant de ces établissements, est remplacé par ce qui suit :
" 2° maître de morale non confessionnelle : le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en morale non confessionnelle) ou le diplôme d'instituteur primaire (option/formation complémentaire en morale non confessionnelle); "

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de wervingsambten waarvan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen titularis moeten zijn om in een selectieambt te kunnen worden benoemd

CHAPITRE 5. - Modification de l'arrêté royal du 22 juillet 1969 déterminant les fonctions de recrutement dont doivent être titulaires les membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation et du personnel paramédical des établissements d'enseignement de l'Etat, pour pouvoir être nommés aux fonctions de sélection

Art. 7. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de wervingsambten waarvan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen titularis moeten zijn om in een selectieambt te kunnen worden benoemd, gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt de tabel aangevuld met de volgende regel :

Art. 7. Dans l'article 2 de l'arrêté royal du 22 juillet 1969 déterminant les fonctions de recrutement dont doivent être titulaires les membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation et du personnel paramédical des établissements d'enseignement de l'Etat, pour pouvoir être nommés aux fonctions de sélection, modifié par le décret du 27 juin 2011, le tableau est complété par la ligne suivante :

" coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school;

Alle wervingsambten in alle categorieën

1. graduaat, bachelor, licentie of master in de bevorderingspedagogiek;
  2. graduaat, bachelor, licentie of master in de heilpedagogie;
  3. graduaat, bachelor, licentie of master in de orthopedagogie;
  4. graduaat, bachelor, licentie of master in de pedagogie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  5. graduaat, bachelor, licentie of master in de psychopedagogie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  6. graduaat, bachelor, licentie of master in de psychologie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  7. graduaat, bachelor, licentie of master in de opvoedingswetenschappen. "

" coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school; Alle wervingsambten in alle categorieën 1. graduaat, bachelor, licentie of master in de bevorderingspedagogiek;
  2. graduaat, bachelor, licentie of master in de heilpedagogie;
  3. graduaat, bachelor, licentie of master in de orthopedagogie;
  4. graduaat, bachelor, licentie of master in de pedagogie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  5. graduaat, bachelor, licentie of master in de psychopedagogie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  6. graduaat, bachelor, licentie of master in de psychologie (specialisatie bevorderingspedagogiek);
  7. graduaat, bachelor, licentie of master in de opvoedingswetenschappen. "

" coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée

toutes les fonctions de recrutement de toutes les catégories

1° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie de soutien;
  2° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie curative;
  3° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en orthopédagogie;
  4° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie (point fort pédagogie de soutien);
  5° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en psycho-pédagogie (point fort pédagogie de soutien);
  6° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en psychologie (point fort pédagogie de soutien);
  7° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en sciences de l'éducation "

" coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée toutes les fonctions de recrutement de toutes les catégories 1° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie de soutien;
  2° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie curative;
  3° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en orthopédagogie;
  4° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en pédagogie (point fort pédagogie de soutien);
  5° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en psycho-pédagogie (point fort pédagogie de soutien);
  6° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en psychologie (point fort pédagogie de soutien);
  7° graduat, baccalauréat (bachelor), licence ou master en sciences de l'éducation "

Art.8. In de bijlage van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art.8. Dans l'annexe de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone, modifiée en dernier lieu par le décret du 26 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées :

Art. 8. In de bijlage van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder A), § 4, e), wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  2° de bepaling onder A), § 4, wordt aangevuld met een bepaling onder f), luidende :
  " f) het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding katholieke godsdienst). ";
  3° in de bepaling onder B), § 4, g), wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  4° de bepaling onder B), § 4, wordt aangevuld met een bepaling onder h), luidende :
  " h) het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding protestantse godsdienst). ";
  5° in de bepaling onder C), § 4, d), wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  6° de bepaling onder C), § 4, wordt aangevuld met een bepaling onder e) :
  " e) het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding israëlitische godsdienst). ";
  7° in de bepaling onder D), § 4, h), wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  8° de bepaling onder D), § 4, wordt aangevuld met een bepaling onder i) :
  " i) het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding orthodoxe godsdienst). ";
  9° in de bepaling onder E), § 4, e), wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  10° de bepaling onder E), § 4, wordt aangevuld met een bepaling onder f) :
  " f) het diploma van kleuteronderwijzer (keuzevak/aanvullende opleiding islamitische godsdienst). "

Art. 8. Dans l'annexe de l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres de religion, des professeurs de religion et des inspecteurs de religion des religions catholique, protestante, israélite, orthodoxe, islamique et anglicane dans les établissements d'enseignement de la Communauté germanophone, modifiée en dernier lieu par le décret du 26 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le A, § 4, e), le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  2° le A, § 4 est complété par un f) rédigé comme suit :
  " f) le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en religion catholique). ";
  3° dans le B, § 4, g), le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  4° le B, § 4 est complété par un h) rédigé comme suit :
  " h) le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en religion protestante). ";
  5° dans le C, § 4, d), le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  6° le C, § 4 est complété par un e) rédigé comme suit :
  " e) le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en religion israélite). ";
  7° dans le D, § 4, h), le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  8° le D, § 4 est complété par un i) rédigé comme suit :
  " i) le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en religion orthodoxe). ";
  9° dans le E, § 4, e), le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  10° le E, § 4 est complété par un f) rédigé comme suit :
  " f) le diplôme d'instituteur maternel (option/formation complémentaire en religion islamique). "

Art.9. In hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen wordt een artikel 22.1 ingevoegd, luidende :

Art.9. Dans le chapitre IV de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en application de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, il est inséré un article 22.1 rédigé comme suit :

Art. 9. In hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen wordt een artikel 22.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 22.1. § 1. Personeelsleden die een bevorderingsambt bekleden en verlof wegens ziekte of gebrekkigheid hebben, kunnen in een wervingsambt vervangen worden.
  Personeelsleden die een selectieambt bekleden, met uitzondering van het ambt van onderwijzer aan een oefenbasisschool en het ambt van directiesecretaris, en die verlof wegens ziekte of gebrekkigheid hebben, kunnen in een wervingsambt vervangen worden. Onderwijzers aan een oefenbasisschool en directiesecretarissen die verlof wegens ziekte of gebrekkigheid hebben, worden in een selectieambt vervangen.
  Indien de houder van een selectie- of bevorderingsambt in een wervingsambt wordt vervangen, ontvangt het te vervangen personeelslid voor de duur en de omvang van die vervanging een toelage.
  § 2. De in § 1, derde lid, vermelde toelage wordt berekend op basis van het verschil bestaande tussen de jaarwedde waarop het personeelslid recht zou hebben indien het vastbenoemd of definitief aangesteld zou zijn in de door hem uitgeoefende ambten, en de jaarwedde waarop het recht heeft voor het ambt waarin het tijdelijk of definitief aangewezen, vast benoemd of definitief aangesteld is.
  Het dagbedrag van de toelage wordt verkregen door het bedrag dat met toepassing van het eerste lid berekend werd door 300 te delen.
  De toelage wordt maandelijks uitbetaald. Het jaarlijks bedrag mag 300/300sten per schooljaar niet overschrijden.
  Een dienstonderbreking van ten minste zes opeenvolgende arbeidsdagen heeft de schrapping van de toelage voor de duur van de afwezigheid tot gevolg. "

Art. 9. Dans le chapitre IV de l'arrêté royal du 15 janvier 1974 pris en application de l'article 160 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, il est inséré un article 22.1 rédigé comme suit :
  " Art. 22.1. § 1er. Les membres du personnel qui occupent une fonction de promotion et qui sont en congé de maladie ou d'invalidité peuvent être remplacés dans une fonction de recrutement.
  Les membres du personnel qui occupent une fonction de sélection autre que celle d'instituteur auprès d'une école fondamentale d'application et de secrétaire de direction et qui sont en congé de maladie ou d'infirmité peuvent être remplacés dans une fonction de recrutement. Les instituteurs auprès d'une école fondamentale d'application et secrétaires de direction en congé de maladie ou d'infirmité sont remplacés dans une fonction de sélection.
  Si le titulaire d'une fonction de sélection ou de promotion est remplacé dans une fonction de recrutement, le remplaçant perçoit une allocation pour la durée et le volume du remplacement.
  § 2. L'allocation mentionnée au § 1er, alinéa 3, est calculée sur la base de la différence existant entre le traitement annuel qui reviendrait au membre du personnel s'il était nommé ou engagé à titre définitif dans les fonctions qu'il exerce et le traitement annuel qui lui revient pour la fonction pour laquelle il est soit désigné à titre temporaire ou définitif soit nommé ou engagé à titre définitif.
  Le taux journalier est obtenu en divisant par 300 le montant déterminé en application de l'alinéa 1er.
  L'allocation est payée mensuellement. Le montant annuel ne peut dépasser 300/300e par année scolaire.
  Une interruption de service d'au moins six jours de travail consécutifs implique la suppression de l'allocation pour la durée de l'absence. "

Art.10. In artikel 11, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen in het kleuter- en lager onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij decreet van 23 juni 2008, wordt de tabel gewijzigd als volgt :

Art.10. Dans l'article 11, alinéa 2, de l'arrêté royal du 20 juin 1975 relatif aux titres suffisants dans l'enseignement gardien et primaire, modifié en dernier lieu par le décret du 23 juin 2008, le tableau est modifié comme suit :

Art. 10. In artikel 11, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen in het kleuter- en lager onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij decreet van 23 juni 2008, wordt de tabel gewijzigd als volgt :
  1° in de regel "leermeester niet-confessionele zedenleer" in de groep A, wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt :
  " a) het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (keuzevak niet-confessionele zedenleer) ";
  2° in dezelfde regel worden de bepalingen onder b), c) en d) opgeheven.

Art. 10. Dans l'article 11, alinéa 2, de l'arrêté royal du 20 juin 1975 relatif aux titres suffisants dans l'enseignement gardien et primaire, modifié en dernier lieu par le décret du 23 juin 2008, le tableau est modifié comme suit :
  1° dans la ligne "maître de morale non confessionnelle", dans le groupe A, le a) est remplacé comme suit :
  " a) diplôme d'agrégé de l'enseignement secondaire inférieur (cours à option "morale non confessionnelle");
  2° dans la même ligne, les b), c) et d) sont abrogés. "

Art.11. In artikel 5, § 1, 9°, tweede lid, b), van het koninklijk besluit van 27 juli 1976 tot reglementering van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs, ingevoegd bij het decreet van 6 juni 2005, worden de woorden "het lager secundair onderwijs, het hoger secundair onderwijs" vervangen door de woorden "het secundair onderwijs".

Art.11. Dans l'article 5, § 1er, 9°, alinéa 2, b), de l'arrêté royal du 27 juillet 1976 réglementant la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et l'octroi d'une subvention-traitement d'attente dans l'enseignement subventionné, inséré par le décret du 6 juin 2005, les mots "l'enseignement secondaire inférieur, l'enseignement secondaire supérieur" sont remplacés par les mots "l'enseignement secondaire".

Art. 11. In artikel 5, § 1, 9°, tweede lid, b), van het koninklijk besluit van 27 juli 1976 tot reglementering van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs, ingevoegd bij het decreet van 6 juni 2005, worden de woorden "het lager secundair onderwijs, het hoger secundair onderwijs" vervangen door de woorden "het secundair onderwijs".

Art. 11. Dans l'article 5, § 1er, 9°, alinéa 2, b), de l'arrêté royal du 27 juillet 1976 réglementant la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et l'octroi d'une subvention-traitement d'attente dans l'enseignement subventionné, inséré par le décret du 6 juin 2005, les mots "l'enseignement secondaire inférieur, l'enseignement secondaire supérieur" sont remplacés par les mots "l'enseignement secondaire".

Art.12. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs en voor hoger onderwijs, met uitzondering van het universitair onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met een § 7, luidende :

Art.12. L'article 3 de l'arrêté royal du 15 avril 1977 fixant les règles et les conditions de calcul du nombre d'emplois dans certaines fonctions du personnel auxiliaire d'éducation et du personnel administratif des établissements d'enseignement secondaire et d'enseignement supérieur, à l'exception de l'enseignement universitaire, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, est complété par un § 7 rédigé comme suit :

Art. 12. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 april 1977 tot vaststelling van de regelen en de voorwaarden voor de berekening van het aantal betrekkingen in sommige ambten van het opvoedend hulppersoneel en van het administratief personeel van de inrichtingen voor secundair onderwijs en voor hoger onderwijs, met uitzondering van het universitair onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt aangevuld met een § 7, luidende :
" § 7. In afwijking van § 1 kan een inrichtende macht besluiten om het beschikbare betrekkingenpakket niet volledig te benutten. "

Art. 12. L'article 3 de l'arrêté royal du 15 avril 1977 fixant les règles et les conditions de calcul du nombre d'emplois dans certaines fonctions du personnel auxiliaire d'éducation et du personnel administratif des établissements d'enseignement secondaire et d'enseignement supérieur, à l'exception de l'enseignement universitaire, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, est complété par un § 7 rédigé comme suit :
" § 7. Par dérogation au § 1er, un pouvoir organisateur peut décider de ne pas utiliser à 100 % le capital emplois dont il dispose. "

Art.13. Artikel 89 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra alsmede van de inspectiediensten belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen als volgt :

Art.13. L'article 89 de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés est remplacé par ce qui suit :

Art. 13. Artikel 89 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de gespecialiseerde Rijks-psycho-medisch-sociale centra, van de Rijksvormingscentra alsmede van de inspectiediensten belast met toezicht op de psycho-medisch-sociale centra, de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de gespecialiseerde psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen als volgt :
" Art. 89. De bevorderingscommissie, die belast is met de voordracht van de kandidaten bedoeld in de artikelen 85 en 86, is samengesteld overeenkomstig artikel 121quinquies, vierde lid, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen. "

Art. 13. L'article 89 de l'arrêté royal du 27 juillet 1979 portant le statut du personnel technique des centres psycho-médico-sociaux de l'Etat, des centres psycho-médico-sociaux spécialisés de l'Etat, des centres de formation de l'Etat, ainsi que des services d'inspection chargés de la surveillance des centres psycho-médico-sociaux, des offices d'orientation scolaire et professionnelle, et des centres psycho-médico-sociaux spécialisés est remplacé par ce qui suit :
" Art. 89. La commission de promotion chargée de proposer les candidats visés aux articles 85 et 86 se compose conformément à l'article 121quinquies, alinéa 4, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et socio-psychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements. "

HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I

CHAPITRE 12. - Modification du décret du 5 juin 1990 fixant le nombre de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I

Art.15. In het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I wordt een artikel 4.1 ingevoegd, luidende :

Art.15. Dans le décret du 5 juin 1990 fixant le nombre de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I, il est inséré un article 4.1, rédigé comme suit :

Art. 15. In het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I wordt een artikel 4.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 4.1. § 1. Met instemming van het basisoverlegcomité, de ondernemingsraad of het bijzondere onderhandelings- of overlegcomité kan het schoolhoofd ten hoogste de waarde van één betrekking van het toegekende lestijdenpakket benutten om specifieke maatregelen inzake voortgezette opleiding of coaching ter ondersteuning van het schoolpersoneel te financieren.
  Het gebruik van het in het eerste lid vermelde lestijdenpakket mag niet tot een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking leiden.
  § 2. De financiële tegenwaarde van een lestijd/jaar uit het lestijdenpakket stemt overeen met het brutojaarloon van een leerkracht uit looncategorie I (loonschaal I met teldag 30 september van het betrokken schooljaar) met een financiële anciënniteit van vijf jaar, gedeeld door 20.
  Het bedrag toegekend met toepassing van het eerste lid wordt als forfaitair bedrag overgemaakt. Het bedrag dat op het einde van het betrokken schooljaar niet werd gebruikt, wordt teruggestort. Daartoe bezorgt de inrichtende macht op het einde van dat jaar de overeenkomstige bewijzen aan de Regering met het oog op de controle ervan. "

Art. 15. Dans le décret du 5 juin 1990 fixant le nombre de périodes-professeur pour l'enseignement secondaire de plein exercice de type I, il est inséré un article 4.1, rédigé comme suit :
  " Art. 4.1. § 1er. En accord avec le comité de concertation de base, du conseil d'entreprise ou du comité spécial de négociation et de concertation, le chef d'établissement peut, sur le capital périodes octroyé, utiliser au plus la valeur d'un emploi pour financer des mesures spécifiques de formation continuée ou le coaching visant à soutenir le personnel scolaire.
  L'utilisation du capital périodes visé au premier alinéa ne peut entraîner aucune mise en disponibilité par défaut d'emploi.
  § 2. La contrepartie financière pour une période/an du capital périodes correspond au traitement annuel brut d'un enseignant bénéficiant de l'échelle de traitement I (échelle de traitement I - jour de référence 30 septembre de l'année scolaire en question), avec une ancienneté pécuniaire de cinq ans, divisé par 20.
  Le montant accordé en application de l'alinéa 1er est versé sur base forfaitaire. Le montant non utilisé à la fin de l'année scolaire en question sera remboursé. Pour ce faire, le pouvoir organisateur transmet au Gouvernement, à la fin de cette année-là, les justificatifs y afférents en vue du contrôle. "

Art.16. Hoofdstuk II, afdeling IV, van het decreet van 27 juni 1990 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het personeel in het gespecialiseerd onderwijs worden bepaald, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met een artikel 34.2, luidende :

Art.16. Dans le chapitre 2, section 4, du décret du 27 juin 1990 fixant la façon de déterminer les fonctions du personnel dans l'enseignement spécialisé, insérée par le décret du 11 mai 2009, il est inséré un article 34.2, rédigé comme suit :

Art. 16. Hoofdstuk II, afdeling IV, van het decreet van 27 juni 1990 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het personeel in het gespecialiseerd onderwijs worden bepaald, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt aangevuld met een artikel 34.2, luidende :
" Art. 34.2. Vanaf 1 januari 2012 wordt in de categorie van het opvoedend hulppersoneel een betrekking van coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school georganiseerd of gesubsidieerd, wanneer een gespecialiseerde school die zowel een afdeling basisonderwijs als een afdeling secundair onderwijs omvat, op de laatste schooldag van de maand september van het lopende schooljaar op zijn minst 150 regelmatige leerlingen telt. Als het aantal leerlingen lager is dan 150 kan een halve betrekking van coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school georganiseerd of gesubsidieerd worden. "

Art. 16. Dans le chapitre 2, section 4, du décret du 27 juin 1990 fixant la façon de déterminer les fonctions du personnel dans l'enseignement spécialisé, insérée par le décret du 11 mai 2009, il est inséré un article 34.2, rédigé comme suit :
" Art. 34.2. A partir du 1er janvier 2012, un emploi de coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée peut être organisé ou subventionné dans la catégorie du personnel auxiliaire d'éducation lorsque le nombre d'élèves réguliers d'une école spécialisée qui comprend une section fondamentale et une section secondaire est d'au moins 150 le dernier jour d'école du mois de septembre de l'année scolaire en cours. Si le nombre d'élèves est inférieur à 150, un demi emploi de coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée peut être organisé ou subventionné. "

Art.17. In artikel 16, 9°, van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's worden de woorden "alsmede de werking van de leercommissie bedoeld in artikel 34 te ondersteunen" opgeheven.

Art.17. Dans l'article 16, 9°, du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et à la formation continue dans les classes moyennes et les P.M.E., les mots "et soutenir dans son travail la Commission d'apprentissage prévue à l'article 34" sont abrogés.

Art.18. In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 februari en 23 oktober 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste streepje, worden de woorden "iedere nationale beroeps- en interprofessionele vereniging, ieder centrum en iedere representatieve werknemersorganisatie 2 kandidaten" vervangen door de woorden "elke in artikel 17, § 1, vermelde organisatie haar kandidaten";
2° in § 3, derde lid, worden de woorden "de betrokken vereniging, het betrokken centrum of de betrokken representatieve werknemersorganisatie" vervangen door de woorden "de betrokken organisatie".

Art.18. A l'article 18 du même décret, modifié par les décrets des 14 février et 23 octobre 2000, les modifications suivantes sont apportées :
1° au § 1er, premier tiret, les mots "les candidats proposés par chaque association nationale professionnelle et interprofessionnelle, par chaque centre et par chaque organisation représentative des travailleurs" sont remplacés par les mots "les candidats proposés par chaque organisation mentionnée à l'article 17, § 1er";
2° au § 3, alinéa 3, les mots "l'association, le centre ou l'organisation représentative des travailleurs concernés" sont remplacés par les mots "l'organisation concernée".

Art. 18. In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 14 februari en 23 oktober 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste streepje, worden de woorden "iedere nationale beroeps- en interprofessionele vereniging, ieder centrum en iedere representatieve werknemersorganisatie 2 kandidaten" vervangen door de woorden "elke in artikel 17, § 1, vermelde organisatie haar kandidaten";
2° in § 3, derde lid, worden de woorden "de betrokken vereniging, het betrokken centrum of de betrokken representatieve werknemersorganisatie" vervangen door de woorden "de betrokken organisatie".

Art. 18. A l'article 18 du même décret, modifié par les décrets des 14 février et 23 octobre 2000, les modifications suivantes sont apportées :
1° au § 1er, premier tiret, les mots "les candidats proposés par chaque association nationale professionnelle et interprofessionnelle, par chaque centre et par chaque organisation représentative des travailleurs" sont remplacés par les mots "les candidats proposés par chaque organisation mentionnée à l'article 17, § 1er";
2° au § 3, alinéa 3, les mots "l'association, le centre ou l'organisation représentative des travailleurs concernés" sont remplacés par les mots "l'organisation concernée".

Art.20. Afdeling 4 van hetzelfde decreet, dat artikel 34 omvat, wordt opgeheven.

Art.20. La section 4 du même décret, comprenant l'article 34, est abrogée.

Art.21. In artikel 35, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "van de vergoedingen ten gunste van de leden van de leercommissie," opgeheven.

Art.21. Dans l'article 35, alinéa 1er, du même décret, les mots "et le paiement des indemnités dues aux membres de la Commission d'apprentissage" sont abrogés.

HOOFDSTUK 15. - Wijziging van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra

CHAPITRE 15. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 9 novembre 1994 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle dans l'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux

Art.22. In artikel 4, eerste lid, eerste zin, van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, worden de woorden "of tot de stage toegelaten zijn," vervangen door de woorden "of als gesubsidieerde contractuelen in dienst genomen zijn,".

Art.22. Dans l'article 4, alinéa 1er, 1re phrase, de l'arrêté du Gouvernement du 9 novembre 1994 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle dans l'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux, remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les mots "ou admis au stage" sont remplacés par les mots "ou engagés comme travailleurs contractuels subventionnés".

Art. 22. In artikel 4, eerste lid, eerste zin, van het besluit van de Regering van 9 november 1994 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het besluit van de Regering van 30 augustus 2001, worden de woorden "of tot de stage toegelaten zijn," vervangen door de woorden "of als gesubsidieerde contractuelen in dienst genomen zijn,".

Art. 22. Dans l'article 4, alinéa 1er, 1re phrase, de l'arrêté du Gouvernement du 9 novembre 1994 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle dans l'enseignement et les centres psycho-médico-sociaux, remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 30 août 2001, les mots "ou admis au stage" sont remplacés par les mots "ou engagés comme travailleurs contractuels subventionnés".

Art.23. Artikel 3 van het decreet van 25 juni 1996 betreffende het voeren van pedagogische vergaderingen, gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :

Art.23. L'article 3 du décret du 25 juin 1996 relatif à la tenue de journées de conférence pédagogique, modifié par le décret du 28 juin 2010, est complété par un troisième alinéa rédigé comme suit :

Art. 23. Artikel 3 van het decreet van 25 juni 1996 betreffende het voeren van pedagogische vergaderingen, gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" De Regering kan scholen met verschillende schoolvormen, die besluiten om te fuseren om een gemeenschappelijke campus op te richten, in afwijking van het eerste lid toestaan om, in de eerste vier jaar na dat besluit om te fuseren, jaarlijks één extra pedagogische vergadering toestaan. "

Art. 23. L'article 3 du décret du 25 juin 1996 relatif à la tenue de journées de conférence pédagogique, modifié par le décret du 28 juin 2010, est complété par un troisième alinéa rédigé comme suit :
" Par dérogation au premier alinéa, le Gouvernement peut octroyer annuellement aux écoles ayant des formes scolaires différentes et qui décident de fusionner pour créer un campus commun un jour de conférence pédagogique supplémentaire, et ce les quatre premières années suivant la décision de fusion. "

Art.24. In artikel 21.2, § 2, eerste lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, ingevoegd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt de tweede zin vervangen als volgt :

Art.24. Dans l'article 21.2, § 2, alinéa 1er, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées, inséré par le décret du 25 octobre 2010, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :

Art. 24. In artikel 21.2, § 2, eerste lid, van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de opdrachten toevertrouwd aan de inrichtende machten en aan het schoolpersoneel en houdende algemene pedagogische en organisatorische bepalingen voor de gewone en gespecialiseerde scholen, ingevoegd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt de tweede zin vervangen als volgt :
" Het hoofd van de school waar de leerling zich laat inschrijven, stelt de pedagogische inspectie-begeleiding in kennis van die overstap zodra de leerling de nieuwe school bezoekt. "

Art. 24. Dans l'article 21.2, § 2, alinéa 1er, du décret du 31 août 1998 relatif aux missions confiées aux pouvoirs organisateurs et au personnel des écoles et portant des dispositions générales d'ordre pédagogique et organisationnel pour les écoles ordinaires et spécialisées, inséré par le décret du 25 octobre 2010, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :
" Le chef d'établissement "accueillant" en informe l'inspection-guidance pédagogique dès que l'élève fréquente la nouvelle école. "

Art. 25. In artikel 22.2, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt de tweede zin vervangen als volgt :
" Het hoofd van de school waar de leerling zich laat inschrijven, stelt de pedagogische inspectie-begeleiding in kennis van die overstap zodra de leerling de nieuwe school bezoekt. "

Art. 25. Dans l'article 22.2, § 2, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 25 octobre 2010, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :
" Le chef d'établissement "accueillant" en informe l'inspection-guidance pédagogique dès que l'élève fréquente la nouvelle école. "

Art.27. Artikel 98 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
  " Onverminderd het eerste lid coördineert de coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school de werkzaamheden van die gespecialiseerde school als competentiecentrum en ontwikkelt hij concepten, in het bijzonder voor :
  1° de advisering en begeleiding van de gewone scholen en de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de K.M.O.'s bij de uitbreiding van hun methodisch-didactische, pedagogische en psychologische competenties inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;
  2° de begeleiding van leerlingen die wegens bijzondere moeilijkheden gedurende enige tijd de gewone lessen niet meer volgen en sociaal-pedagogische begeleiding moeten krijgen om zo snel mogelijk weer aan het dagelijkse schoolleven te kunnen deelnemen;
  3° het onderwijs voor zieke kinderen;
  4° de huiswerkbegeleiding;
  5° de taallessen voor leerlingen met een migratieachtergrond. "

Art.27. L'article 98 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 28 juin 2010, est complété par un quatrième alinéa, rédigé comme suit :
  " Sans préjudice du premier alinéa, le coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée coordonne les activités menées par ladite école spécialisée en tant que centre de compétences, développe des concepts et pilote leur mise en oeuvre, notamment en ce qui concerne :
  1° le conseil aux et l'encadrement des écoles ordinaires et des centres de formation et de formation continue dans les classes moyennes et les P.M.E. lors de l'élargissement de leurs compétences didactico-méthodologiques, pédagogiques et psychologiques dans le domaine du soutien pédagogique spécialisé;
  2° la guidance d'élèves qui, en raison de difficultés particulières rencontrées pendant une certaine période, quittent la classe normale et doivent bénéficier d'un soutien socio-pédagogique, et ce dans le but de les réintégrer le plus rapidement possible dans le système scolaire;
  3° les cours pour enfants malades;
  4° la surveillance des devoirs;
  5° la transmission de connaissances linguistiques à des élèves issus de l'immigration. "

Art. 27. Artikel 98 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
  " Onverminderd het eerste lid coördineert de coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school de werkzaamheden van die gespecialiseerde school als competentiecentrum en ontwikkelt hij concepten, in het bijzonder voor :
  1° de advisering en begeleiding van de gewone scholen en de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de K.M.O.'s bij de uitbreiding van hun methodisch-didactische, pedagogische en psychologische competenties inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;
  2° de begeleiding van leerlingen die wegens bijzondere moeilijkheden gedurende enige tijd de gewone lessen niet meer volgen en sociaal-pedagogische begeleiding moeten krijgen om zo snel mogelijk weer aan het dagelijkse schoolleven te kunnen deelnemen;
  3° het onderwijs voor zieke kinderen;
  4° de huiswerkbegeleiding;
  5° de taallessen voor leerlingen met een migratieachtergrond. "

Art. 27. L'article 98 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 28 juin 2010, est complété par un quatrième alinéa, rédigé comme suit :
  " Sans préjudice du premier alinéa, le coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée coordonne les activités menées par ladite école spécialisée en tant que centre de compétences, développe des concepts et pilote leur mise en oeuvre, notamment en ce qui concerne :
  1° le conseil aux et l'encadrement des écoles ordinaires et des centres de formation et de formation continue dans les classes moyennes et les P.M.E. lors de l'élargissement de leurs compétences didactico-méthodologiques, pédagogiques et psychologiques dans le domaine du soutien pédagogique spécialisé;
  2° la guidance d'élèves qui, en raison de difficultés particulières rencontrées pendant une certaine période, quittent la classe normale et doivent bénéficier d'un soutien socio-pédagogique, et ce dans le but de les réintégrer le plus rapidement possible dans le système scolaire;
  3° les cours pour enfants malades;
  4° la surveillance des devoirs;
  5° la transmission de connaissances linguistiques à des élèves issus de l'immigration. "

Art.28. Artikel 62.1.1. van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt vervangen als volgt :

Art.28. L'article 62.1.1 du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre P.M.S. libre subventionné, inséré par le décret du 27 juin 2011, est remplacé par ce qui suit :

Art. 28. Artikel 62.1.1. van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2011, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 62.1.1. De school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school en de coördinator voor bevorderingspedagogiek aan een gespecialiseerde basis- en secundaire school worden bezoldigd overeenkomstig artikel 62.9. "

Art. 28. L'article 62.1.1 du décret du 14 décembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidiés de l'enseignement libre subventionné et du centre P.M.S. libre subventionné, inséré par le décret du 27 juin 2011, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 62.1.1. L'auxiliaire d'intégration scolaire et en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée ainsi que le coordinateur en pédagogie de soutien dans une école fondamentale et secondaire spécialisée sont rémunérés conformément à l'article 62.9. "

Art. 29. Artikel 96, § 1, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :
" 2° vóór of in de loop van een tuchtprocedure; "

Art. 29. L'article 96, § 1er, alinéa 2, 2°, du même décret, est remplacé par ce qui suit :
" 2° avant ou pendant une procédure disciplinaire, "

Art.30. In artikel 15, § 2, eerste lid, van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het decreet van 25 oktober 2010, wordt de tweede zin vervangen als volgt :

Art.30. Dans l'article 15, § 2, alinéa 1er, du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire, inséré par le décret du 25 octobre 2010, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :

Art.31. In artikel 30 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "de vijfde schooldag van de maand oktober" en wordt het cijfer "10" vervangen door het woord "vijf";
  2° in § 2, tweede lid, worden de woorden "de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "de vijfde schooldag van de maand oktober";
  3° in § 3, derde lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art.31. A l'article 30, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 11 mai 2009, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre" et le mot "dix" par le mot "cinq";
  2° dans le § 2, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  3° dans le § 3, alinéa 3, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art.32. Artikel 33 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 oktober 2000, 19 april 2004 en 25 juni 2007, wordt vervangen als volgt :
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "vanaf 1 oktober" vervangen door de woorden "vanaf de zesde schooldag van de maand oktober";
  3° in § 1, tweede lid, worden de woorden "tot het einde van de maand september" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "de laatste schooldag van de maand januari" vervangen door de woorden "de vijfde schooldag van de maand februari".

Art.32. A l'article 33 du même décret, modifié par les décrets des 23 octobre 2000, 19 avril 2004 et 25 juin 2007, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 1er, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "du 1er octobre" sont remplacés par les mots "du sixième jour d'école du mois d'octobre";
  3° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "à la fin du mois de septembre" sont remplacés par les mots "au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de janvier" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois de février".

Art.33. In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 oktober 2000, 19 april 2004 en 25 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "tot de laatste schooldag van de maand september, op de betrokken school gedurende ten minste 10 schooldagen, ten belope van halve dagen" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober, op de betrokken school gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen";
  3° in § 1, derde lid, worden de woorden "vanaf 1 oktober" vervangen door de woorden "vanaf de zesde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 1, derde lid, worden de woorden "mbt de maand september" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  5° in § 2, eerste lid, worden de woorden "de maand januari" vervangen door de woorden "de maanden januari en februari".

Art.33. A l'article 34 du même décret, modifié par les décrets des 23 octobre 2000, 19 avril 2004 et 25 juin 2007, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "jusqu'au dernier jour d'école du mois de septembre, ont été présents dans l'école concernée pendant au moins dix jours d'école d'école à raison de demi-journées" sont remplacés par les mots "jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre, ont été présents dans l'école concernée pendant au moins cinq jours d'école à raison de demi-journées";
  3° dans le § 1er, alinéa 3, les mots "du 1er octobre" sont remplacés par les mots "du sixième jour d'école du mois d'octobre";
  4° Dans le § 1er, alinéa 3, les mots " pour le mois de septembre" sont remplacés par les mots "jusqu'au au cinquième jour d'école du mois d'octobre" :
  5° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "le mois de janvier" sont remplacés par les mots "les mois de janvier et février".

Art.34. In artikel 35 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. Onverminderd artikel 33 wordt een lagere school die ten laatste op de vijfde schooldag van de maand oktober van het voorafgaande schooljaar geen twaalf regelmatige leerlingen telt, ten laatste op de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende schooljaar gesloten resp. niet meer gesubsidieerd, behalve als ze op de vierde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar opnieuw ten minste twaalf regelmatige leerlingen telt. Als dit minimumaantal niet bereikt wordt, vallen de loon- en werkingskosten die tot de vijfde schooldag van de maand oktober ontstaan zijn, ten laste van de inrichtende macht. ";
  2° In § 2, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  3° in § 2, tweede lid, worden de woorden "tot het einde van de maand september" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 3, tweede lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art.34. A l'article 35, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le § 1er est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. Sans préjudice de l'article 33, une école primaire qui, le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année précédente, ne compte pas 12 élèves primaires régulièrement inscrits, sera fermée ou ne sera plus subsidiée au plus tard le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante, à moins qu'elle compte à nouveau au moins 12 élèves réguliers le quatrième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours. Si cette norme n'est pas atteinte, le pouvoir organisateur supportera les traitements et coûts de fonctionnement engagés jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre.";
  2° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  3° dans le § 2, alinéa 2, les mots "à la fin du mois de septembre" sont remplacés par les mots "au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 3, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre ".

Art.35. In artikel 36 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  " § 1. Een kleuterafdeling die op de vijfde schooldag van de maand oktober van het voorafgaande schooljaar geen zes leerlingen telt, wordt ten laatste op de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende schooljaar gesloten resp. niet meer gesubsidieerd, behalve als ze op de vierde schooldag van de maand oktober ten minste zes regelmatige leerlingen telt. Als dit minimumaantal niet bereikt wordt, vallen de loon- en werkingskosten die tot de vijfde schooldag van de maand oktober ontstaan zijn, ten laste van de inrichtende macht. ";
  2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "tijdens de maand september " vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  3° In § 2, eerste lid, worden de woorden "op de voorlaatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 2, tweede lid, worden de woorden "tot het einde van de maand september" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  5° in § 2, derde lid, worden de woorden "tot op de laatste schooldag van de maand september ten minste tien schooldagen" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober, op de betrokken school gedurende minstens vijf schooldagen";
  6° in § 2.1, tweede lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art.35. A l'article 36, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le § 1er, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. Une section maternelle qui, le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire précédente, ne compte pas 6 élèves, sera fermée ou ne sera plus subsidiée au plus tard le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante, à moins qu'elle compte à nouveau au moins 6 élèves réguliers le quatrième jour d'école du mois d'octobre. Si cette norme n'est pas atteinte, le pouvoir organisateur supportera les traitements et coûts de fonctionnement engagés jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre. ";
  2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "durant le mois de septembre" sont remplacés par les mots "jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  3° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "avant dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 2, alinéa 2, les mots "à la fin du mois de septembre" sont remplacés par les mots "au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  5° dans le § 2, alinéa 3, les mots "au dernier jour d'école du mois de septembre, ont été présents pendant au moins dix jours d'école" sont remplacés par les mots " au cinquième jour d'école du mois d'octobre, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école";
  6° dans le § 2.1, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art. 35. In artikel 36 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  " § 1. Een kleuterafdeling die op de vijfde schooldag van de maand oktober van het voorafgaande schooljaar geen zes leerlingen telt, wordt ten laatste op de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende schooljaar gesloten resp. niet meer gesubsidieerd, behalve als ze op de vierde schooldag van de maand oktober ten minste zes regelmatige leerlingen telt. Als dit minimumaantal niet bereikt wordt, vallen de loon- en werkingskosten die tot de vijfde schooldag van de maand oktober ontstaan zijn, ten laste van de inrichtende macht. ";
  2° in § 1, tweede lid, worden de woorden "tijdens de maand september " vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  3° In § 2, eerste lid, worden de woorden "op de voorlaatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 2, tweede lid, worden de woorden "tot het einde van de maand september" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
  5° in § 2, derde lid, worden de woorden "tot op de laatste schooldag van de maand september ten minste tien schooldagen" vervangen door de woorden "tot de vijfde schooldag van de maand oktober, op de betrokken school gedurende minstens vijf schooldagen";
  6° in § 2.1, tweede lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art. 35. A l'article 36, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le § 1er, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. Une section maternelle qui, le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire précédente, ne compte pas 6 élèves, sera fermée ou ne sera plus subsidiée au plus tard le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante, à moins qu'elle compte à nouveau au moins 6 élèves réguliers le quatrième jour d'école du mois d'octobre. Si cette norme n'est pas atteinte, le pouvoir organisateur supportera les traitements et coûts de fonctionnement engagés jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre. ";
  2° dans le § 1er, alinéa 2, les mots "durant le mois de septembre" sont remplacés par les mots "jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  3° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "avant dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 2, alinéa 2, les mots "à la fin du mois de septembre" sont remplacés par les mots "au cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  5° dans le § 2, alinéa 3, les mots "au dernier jour d'école du mois de septembre, ont été présents pendant au moins dix jours d'école" sont remplacés par les mots " au cinquième jour d'école du mois d'octobre, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école";
  6° dans le § 2.1, alinéa 2, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art.37. In artikel 45 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000, worden de woorden "tijdens de maand januari" vervangen door de woorden "tijdens de maand januari en tot de vijfde schooldag van de maand februari".

Art.37. Dans l'article 45 du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000, les mots "pendant le mois de janvier" sont remplacés par les mots "pendant le mois de janvier et jusqu'au cinquième jour d'école du mois de février ".

Art. 37. In artikel 45 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000, worden de woorden "tijdens de maand januari" vervangen door de woorden "tijdens de maand januari en tot de vijfde schooldag van de maand februari".

Art. 37. Dans l'article 45 du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000, les mots "pendant le mois de janvier" sont remplacés par les mots "pendant le mois de janvier et jusqu'au cinquième jour d'école du mois de février ".

Art.39. In artikel 50, 1°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000, worden de woorden "tijdens de maand januari" vervangen door de woorden "tijdens de maand januari en tot de vijfde schooldag van de maand februari".

Art.39. Dans l'article 50, 1°, du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000, les mots "pendant le mois de janvier" sont remplacés par les mots "pendant le mois de janvier et jusqu'au cinquième jour d'école du mois de février".

Art. 39. In artikel 50, 1°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000, worden de woorden "tijdens de maand januari" vervangen door de woorden "tijdens de maand januari en tot de vijfde schooldag van de maand februari".

Art. 39. Dans l'article 50, 1°, du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000, les mots "pendant le mois de janvier" sont remplacés par les mots "pendant le mois de janvier et jusqu'au cinquième jour d'école du mois de février".

Art.41. In artikel 52.3, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "tijdens de maand januari" vervangen door de woorden "tijdens de maand januari en tot de vijfde schooldag van de maand februari".

Art.41. Dans l'article 52.3, 1°, du même décret, inséré par le décret du 11 mai 2009, les mots "pendant le mois de janvier" sont remplacés par les mots "pendant le mois de janvier et jusqu'au cinquième jour d'école du mois de février".

Art.42. In artikel 56 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  2° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
  " Worden in aanmerking genomen de regelmatige leerlingen van het kleuteronderwijs die tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren. ";
  3° in § 1, derde lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand maart" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand april";
  5° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
  " Worden in aanmerking genomen de regelmatige leerlingen van het kleuteronderwijs die tijdens de maand maart en tot de vijfde schooldag van de maand april van het lopende schooljaar gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren. "

Art.42. A l'article 56, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 1er, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  2° le § 1er, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit :
  " Sont pris en compte les élèves réguliers qui, jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école à raison de demi-journées. "
  3° dans le § 1er, alinéa 3, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de mars" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'avril";
  5° le § 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit :
  " Sont pris en compte les élèves réguliers de l'enseignement maternel qui, pendant le mois de mars et jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril de l'année scolaire en cours, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école à raison de demi-journées. "

Art. 42. In artikel 56 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 27 juni 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  2° § 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
  " Worden in aanmerking genomen de regelmatige leerlingen van het kleuteronderwijs die tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren. ";
  3° in § 1, derde lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober";
  4° in § 2, eerste lid, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand maart" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand april";
  5° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
  " Worden in aanmerking genomen de regelmatige leerlingen van het kleuteronderwijs die tijdens de maand maart en tot de vijfde schooldag van de maand april van het lopende schooljaar gedurende ten minste vijf schooldagen, ten belope van halve dagen, aanwezig waren. "

Art. 42. A l'article 56, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 27 juin 2011, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 1er, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  2° le § 1er, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit :
  " Sont pris en compte les élèves réguliers qui, jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école à raison de demi-journées. "
  3° dans le § 1er, alinéa 3, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre";
  4° dans le § 2, alinéa 1er, les mots "dernier jour d'école du mois de mars" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'avril";
  5° le § 2, alinéa 2, est remplacé par ce qui suit :
  " Sont pris en compte les élèves réguliers de l'enseignement maternel qui, pendant le mois de mars et jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril de l'année scolaire en cours, ont été présents pendant au moins cinq jours d'école à raison de demi-journées. "

Art.44. Artikel 57bis, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2001, wordt vervangen als volgt :
" Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt toegekend vanaf de zesde schooldag van de maand oktober tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende jaar. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot de vijfde schooldag van de maand april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. "

Art.44. L'article 57bis, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 17 décembre 2001, est remplacé par ce qui suit :
" Le jour de référence pour le calcul des élèves primo-arrivants est le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours. Le capital emplois est accordé du sixième jour d'école du mois d'octobre au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante. A l'occasion de toute nouvelle inscription de primo-arrivants jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril, il est procédé à un nouveau calcul du capital emplois conformément au premier alinéa. "

Art. 44. Artikel 57bis, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2001, wordt vervangen als volgt :
" Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt toegekend vanaf de zesde schooldag van de maand oktober tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende jaar. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot de vijfde schooldag van de maand april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. "

Art. 44. L'article 57bis, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 17 décembre 2001, est remplacé par ce qui suit :
" Le jour de référence pour le calcul des élèves primo-arrivants est le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours. Le capital emplois est accordé du sixième jour d'école du mois d'octobre au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante. A l'occasion de toute nouvelle inscription de primo-arrivants jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril, il est procédé à un nouveau calcul du capital emplois conformément au premier alinéa. "

Art.46. In artikel 60bis, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 oktober 2000 en gewijzigd bij het decreet van 17 mei 2004, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art.46. Dans l'article 60bis, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 23 octobre 2000 et modifié par le décret du 17 mai 2004, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art. 46. In artikel 60bis, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 oktober 2000 en gewijzigd bij het decreet van 17 mei 2004, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art. 46. Dans l'article 60bis, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 23 octobre 2000 et modifié par le décret du 17 mai 2004, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art.48. Artikel 61bis, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2001, wordt vervangen als volgt :
" Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt toegekend vanaf de zesde schooldag van de maand oktober tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende jaar. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot de vijfde schooldag van de maand april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. "

Art.48. L'article 61bis, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 17 décembre 2001, est remplacé par ce qui suit :
" Le jour de référence pour le calcul des élèves primo-arrivants est le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours. Le capital emplois est accordé du sixième jour d'école du mois d'octobre au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante. A l'occasion de toute nouvelle inscription de primo-arrivants jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril, il est procédé à un nouveau calcul du capital emplois conformément au premier alinéa. "

Art. 48. Artikel 61bis, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2001, wordt vervangen als volgt :
" Als teldag voor de berekening van de nieuwkomers geldt de vijfde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar. Het betrekkingenpakket wordt toegekend vanaf de zesde schooldag van de maand oktober tot de vijfde schooldag van de maand oktober van het daaropvolgende jaar. Naar aanleiding van elke nieuwe inschrijving van nieuwkomers tot de vijfde schooldag van de maand april wordt het betrekkingenpakket opnieuw berekend overeenkomstig het eerste lid. "

Art. 48. L'article 61bis, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 17 décembre 2001, est remplacé par ce qui suit :
" Le jour de référence pour le calcul des élèves primo-arrivants est le cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours. Le capital emplois est accordé du sixième jour d'école du mois d'octobre au cinquième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire suivante. A l'occasion de toute nouvelle inscription de primo-arrivants jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'avril, il est procédé à un nouveau calcul du capital emplois conformément au premier alinéa. "

Art.50. Artikel 70, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000 en gewijzigd bij het decreet van 19 april 2010, wordt vervangen als volgt :
1° in het eerste lid worden de woorden "vanaf 1 oktober van het lopende schooljaar tot 30 september" vervangen door de woorden "vanaf de zesde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
2° in het tweede lid worden de woorden "op 1 oktober" vervangen door de woorden "op de zesde schooldag van de maand oktober".

Art.50. A l'article 70, § 1er, du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000 et modifié par le décret du 19 avril 2010, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots "1er octobre de l'année scolaire en cours jusqu'au 30 septembre" sont remplacés par les mots "sixième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre".
2° dans l'alinéa 2, les mots "1er octobre" sont remplacés par les mots "sixième jour d'école du mois d'octobre".

Art. 50. Artikel 70, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 oktober 2000 en gewijzigd bij het decreet van 19 april 2010, wordt vervangen als volgt :
1° in het eerste lid worden de woorden "vanaf 1 oktober van het lopende schooljaar tot 30 september" vervangen door de woorden "vanaf de zesde schooldag van de maand oktober van het lopende schooljaar tot de vijfde schooldag van de maand oktober";
2° in het tweede lid worden de woorden "op 1 oktober" vervangen door de woorden "op de zesde schooldag van de maand oktober".

Art. 50. A l'article 70, § 1er, du même décret, remplacé par le décret du 23 octobre 2000 et modifié par le décret du 19 avril 2010, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, les mots "1er octobre de l'année scolaire en cours jusqu'au 30 septembre" sont remplacés par les mots "sixième jour d'école du mois d'octobre de l'année scolaire en cours jusqu'au cinquième jour d'école du mois d'octobre".
2° dans l'alinéa 2, les mots "1er octobre" sont remplacés par les mots "sixième jour d'école du mois d'octobre".

Art.51. Artikel 6, § 1, eerste lid, 3°, van het decreet van 17 januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen als volgt :

Art.51. L'article 6, § 1er, alinéa 1er, 3°, du décret du 17 janvier 2000 portant création d'un Office de l'emploi en Communauté germanophone est remplacé par ce qui suit :

Art.52. Artikel 7, § 3bis, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2009, wordt vervangen als volgt :
" § 3.1. Onverminderd de mogelijkheid van het beheerscomité om rechtsgeldig te beraadslagen en te besluiten, verliest een organisatie of instelling die gerechtigd is om kandidaten voor te dragen, haar mandaat of mandaten voor de duur van één jaar na het verstrijken van de termijn bepaald in § 3, wanneer ze binnen de vastgestelde termijn noch een gemeenschappelijke, noch een afzonderlijke vertegenwoordiger voor het te bekleden mandaat of de te bekleden mandaten aan de Regering heeft voorgedragen overeenkomstig § 2. "

Art.52. L'article 7, § 3bis, du même décret, inséré par le décret du 27 avril 2009, est remplacé par ce qui suit :
" § 3.1. Une fois expiré le délai prévu au § 3, et sans préjudice du quorum au sein du conseil d'administration, une organisation ou un établissement habilité à introduire une liste de candidats perd son ou ses mandats pour une durée d'un an si, dans le délai imparti, aucun représentant commun ou propre n'a été proposé au Gouvernement conformément au § 2 pour le ou les mandats à occuper. "

Art. 52. Artikel 7, § 3bis, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2009, wordt vervangen als volgt :
" § 3.1. Onverminderd de mogelijkheid van het beheerscomité om rechtsgeldig te beraadslagen en te besluiten, verliest een organisatie of instelling die gerechtigd is om kandidaten voor te dragen, haar mandaat of mandaten voor de duur van één jaar na het verstrijken van de termijn bepaald in § 3, wanneer ze binnen de vastgestelde termijn noch een gemeenschappelijke, noch een afzonderlijke vertegenwoordiger voor het te bekleden mandaat of de te bekleden mandaten aan de Regering heeft voorgedragen overeenkomstig § 2. "

Art. 52. L'article 7, § 3bis, du même décret, inséré par le décret du 27 avril 2009, est remplacé par ce qui suit :
" § 3.1. Une fois expiré le délai prévu au § 3, et sans préjudice du quorum au sein du conseil d'administration, une organisation ou un établissement habilité à introduire une liste de candidats perd son ou ses mandats pour une durée d'un an si, dans le délai imparti, aucun représentant commun ou propre n'a été proposé au Gouvernement conformément au § 2 pour le ou les mandats à occuper. "

Art.53. Artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 26 juni 2000 houdende oprichting van een Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen als volgt :

Art.53. L'article 4, § 1er, alinéa 1er, 2°, du décret du 26 juin 2000 portant création d'un Conseil économique et social de la Communauté germanophone est remplacé par ce qui suit :

Art. 53. Artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 26 juni 2000 houdende oprichting van een Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen als volgt :
" 2° zeven leden die de interprofessionele werkgeversorganisaties vertegenwoordigen die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn en onder wie één ondervoorzitter is; "

Art. 53. L'article 4, § 1er, alinéa 1er, 2°, du décret du 26 juin 2000 portant création d'un Conseil économique et social de la Communauté germanophone est remplacé par ce qui suit :
" 2° de sept membres représentant les organisations interprofessionnelles d'employeurs ayant leur siège en Communauté germanophone, dont un est vice-président; "

Art.54. Artikel 21, § 1, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur, gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2004, 20 februari 2006 en 17 maart 2008, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :

Art.54. L'article 21, § 1er, du décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure, modifié par les décrets des 1er mars 2004, 20 février 2006 et 17 mars 2008, est complété par un troisième alinéa rédigé comme suit :

Art. 54. Artikel 21, § 1, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur, gewijzigd bij de decreten van 1 maart 2004, 20 februari 2006 en 17 maart 2008, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" Bij infrastructuurprojecten die in hun geheel gegund worden, wordt de aanvraag als volledig beschouwd indien de documenten vermeld in het eerste lid, 1° tot 7° en 11°, zijn ingediend. De documenten vermeld in het eerste lid, 8° tot 10°, moeten bij de Regering zijn ingediend voordat de bouwwerkzaamheden worden aangevat. "

Art. 54. L'article 21, § 1er, du décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure, modifié par les décrets des 1er mars 2004, 20 février 2006 et 17 mars 2008, est complété par un troisième alinéa rédigé comme suit :
" Lorsqu'il s'agit de projets d'infrastructure pour lesquels un marché global a été attribué, la demande est censée être complète lorsqu'elle contient les documents mentionnés à l'alinéa 1er, 1° à 7° et 11°. Les documents mentionnés à l'alinéa 1er, 8° à 10°, doivent être introduits auprès du Gouvernement avant le début des travaux. "

Art.55. In artikel 5, § 1, eerste en tweede lid, § 2, eerste lid, 1° en 2°, en § 2, tweede lid, van het decreet van 16 december 2002 betreffende de toekenning van financiële middelen voor pedagogische doeleinden in het onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art.55. Dans l'article 5, § 1er, alinéas 1er et 2, § 2, alinéa 1er, 1° et 2°, et alinéa 2, du décret du 16 décembre 2002 relatif à l'octroi de moyens financiers pour des objectifs pédagogiques dans l'enseignement, modifié en dernier lieu par le décret du 11 mai 2009, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art. 55. In artikel 5, § 1, eerste en tweede lid, § 2, eerste lid, 1° en 2°, en § 2, tweede lid, van het decreet van 16 december 2002 betreffende de toekenning van financiële middelen voor pedagogische doeleinden in het onderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009, worden de woorden "op de laatste schooldag van de maand september" vervangen door de woorden "op de vijfde schooldag van de maand oktober".

Art. 55. Dans l'article 5, § 1er, alinéas 1er et 2, § 2, alinéa 1er, 1° et 2°, et alinéa 2, du décret du 16 décembre 2002 relatif à l'octroi de moyens financiers pour des objectifs pédagogiques dans l'enseignement, modifié en dernier lieu par le décret du 11 mai 2009, les mots "dernier jour d'école du mois de septembre" sont remplacés par les mots "cinquième jour d'école du mois d'octobre".

Art.56. Artikel 95, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen als volgt :

Art.56. L'article 95, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés est remplacé par ce qui suit :

Art. 56. Artikel 95, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra wordt vervangen als volgt :
" 2° vóór of in de loop van een tuchtprocedure; "

Art. 56. L'article 95, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret du 29 mars 2004 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'enseignement officiel subventionné et des centres psycho-médico-sociaux officiels subventionnés est remplacé par ce qui suit :
" 2° avant ou pendant une procédure disciplinaire, "

Art.57. In het decreet van 17 mei 2004 over maatregelen inzake onderwijs, opleiding en infrastructuur - 2004 wordt een hoofdstuk IX.1 ingevoegd, dat de artikelen 21.1 tot 21.2 omvat, luidende :

Art.57. Dans le décret du 17 mai 2004 portant des mesures en matière d'enseignement, de formation et d'infrastructure - 2004, il est inséré un chapitre IX.1, comprenant les articles 21.1 à 21.2, rédigé comme suit :

Art. 57. In het decreet van 17 mei 2004 over maatregelen inzake onderwijs, opleiding en infrastructuur - 2004 wordt een hoofdstuk IX.1 ingevoegd, dat de artikelen 21.1 tot 21.2 omvat, luidende :
  " HOOFDSTUK IX.1. - Kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk
  Art. 21.1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de personeelsleden van de onderwijsinrichtingen en psycho-medisch-sociale centra die door de Duitstalige georganiseerd of gesubsidieerd worden.
  Art. 21.2. De in artikel 21.1 bedoelde personeelsleden die hun fiets gebruiken voor de verplaatsingen tussen hun verblijfplaats en hun werkplaats, en omgekeerd, hebben recht op een vergoeding per werkelijk afgelegde kilometer voor een traject heen en terug per dag.
  De vergoeding bedraagt 0,145 euro per kilometer. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 178, §§ 1 en 3, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. De toepassing van die bepalingen mag niet ertoe leiden dat de indexeringscoëfficiënt lager is dan die van het vorige jaar. Het vergoedingsbedrag bekomen na toepassing van de indexeringscoëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of lagere honderdste, naargelang het cijfer van het duizendste al of niet 5 bereikt.
  Elk traject moet ten minste één kilometer bedragen.
  De fiets kan gebruikt worden vóór of na het openbaar vervoer. De vergoeding mag echter niet gecumuleerd worden met een andere reisvergoeding toegekend voor hetzelfde traject en dezelfde periode.
  De Regering legt de nadere regels vast. "

Art. 57. Dans le décret du 17 mai 2004 portant des mesures en matière d'enseignement, de formation et d'infrastructure - 2004, il est inséré un chapitre IX.1, comprenant les articles 21.1 à 21.2, rédigé comme suit :
  " Chapitre IX.1. - Indemnité kilométrique pour l'utilisation de la bicyclette sur le chemin du travail
  Art. 21.1. Le présent chapitre s'applique aux membres du personnel des établissements d'enseignement et centres P.M.S. qui sont organisés ou subventionnés par la Communauté germanophone.
  Art. 21.2. Les membres du personnel visés à l'article 21.1 qui utilisent la bicyclette pour se rendre de leur résidence à leur lieu de travail, et vice versa, ont droit à une indemnité par kilomètre effectivement parcouru pour un aller-retour par jour.
  L'indemnité est plafonnée à 0,145 euro. Conformément aux dispositions de l'article 178, §§ 1er et 3, 2°, du Code des impôts sur le revenu 1992, ce montant est annuellement adapté à l'indice des prix à la consommation du Royaume. L'application de ces dispositions ne peut conduire à un coefficient d'indexation moindre que l'année précédente. Le montant d'indemnité obtenu après l'application du coefficient d'indexation est arrondi au centième inférieur ou supérieur, selon que le millième obtenu atteint 5 ou non.
  Chaque trajet doit couvrir au moins un kilomètre.
  La bicyclette peut être utilisée avant ou après l'utilisation de moyens de transports en commun. L'indemnité ne peut toutefois être cumulée avec une autre indemnité pour frais de transport couvrant le même trajet et la même période.
  Le Gouvernement fixe les autres modalités. "

Art.58. Artikel 5.69, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool wordt vervangen als volgt :

Art.58. L'article 5.69, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret du 27 juin 2005 portant création d'une haute école autonome est remplacé par ce qui suit :

Art.59. In artikel 6.3, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, worden de woorden "twee betrekkingen als hoofdsecretaris" vervangen door de woorden "2,5 betrekkingen als hoofdsecretaris".

Art.59. Dans l'article 6.3, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret du 25 mai 2009, les mots "deux emplois de secrétaire en chef" sont remplacés par les mots "2,5 emplois de secrétaire en chef".

Art. 59. In artikel 6.3, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, worden de woorden "twee betrekkingen als hoofdsecretaris" vervangen door de woorden "2,5 betrekkingen als hoofdsecretaris".

Art. 59. Dans l'article 6.3, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret du 25 mai 2009, les mots "deux emplois de secrétaire en chef" sont remplacés par les mots "2,5 emplois de secrétaire en chef".

Art.61. Artikel 6.7, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende :
" Naast het in de vorige leden vermelde lestijdenpakket krijgt de hogeschool een voltijdse betrekking voor het ambt van docent. "

Art.61. L'article 6.7, § 1er, du même décret est complété par un cinquième alinéa, rédigé comme suit :
" En plus du capital périodes mentionné dans les alinéas précédents, la haute école reçoit un emploi à temps plein dans la fonction de chargé de cours. "

Art.62. Artikel 7.2, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" Naast de werkingsmiddelen vermeld in het eerste en het tweede lid ontvangt de hogeschool per academie- of schooljaar 142.000 euro voor voortgezette opleidingen die de Regering heeft goedgekeurd, aanvullende opleidingen en externe evaluatie. "

Art.62. L'article 7.2, § 1er, du même décret, modifié par le décret du 25 mai 2009, est complété par un troisième alinéa, rédigé comme suit :
" En plus des moyens de fonctionnement mentionnés aux alinéas 1er et 2, la haute école reçoit - par année scolaire ou académique, selon le cas - 142.000 euros pour des formations continuées approuvées par le Gouvernement, des formations complémentaires et l'évaluation externe. "

Art. 62. Artikel 7.2, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2009, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" Naast de werkingsmiddelen vermeld in het eerste en het tweede lid ontvangt de hogeschool per academie- of schooljaar 142.000 euro voor voortgezette opleidingen die de Regering heeft goedgekeurd, aanvullende opleidingen en externe evaluatie. "

Art. 62. L'article 7.2, § 1er, du même décret, modifié par le décret du 25 mai 2009, est complété par un troisième alinéa, rédigé comme suit :
" En plus des moyens de fonctionnement mentionnés aux alinéas 1er et 2, la haute école reçoit - par année scolaire ou académique, selon le cas - 142.000 euros pour des formations continuées approuvées par le Gouvernement, des formations complémentaires et l'évaluation externe. "

HOOFDSTUK 27. - Wijziging van het decreet van 27 juni 2005 over de audiovisuele mediadiensten en de filmvoorstellingen

CHAPITRE 27. - Modification du décret du 27 juin 2005 sur les services de médias audiovisuels et les représentations cinématographiques

Art.64. Artikel 111, § 1, derde lid, 2°, van het decreet van 27 juni 2005 over de audiovisuele mediadiensten en de filmvoorstellingen, gewijzigd bij het decreet van 3 december 2009, wordt vervangen als volgt :

Art.64. L'article 111, § 1er, alinéa 3, 2°, du décret du 27 juin 2005 sur les services de médias audiovisuels et les représentations cinématographiques, modifié par le décret du 3 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :

Art. 64. Artikel 111, § 1, derde lid, 2°, van het decreet van 27 juni 2005 over de audiovisuele mediadiensten en de filmvoorstellingen, gewijzigd bij het decreet van 3 december 2009, wordt vervangen als volgt :
" 2° één lid op de voordracht van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn of de organisaties van de middenstand; "

Art. 64. L'article 111, § 1er, alinéa 3, 2°, du décret du 27 juin 2005 sur les services de médias audiovisuels et les représentations cinématographiques, modifié par le décret du 3 décembre 2009, est remplacé par ce qui suit :
" 2° un membre proposé par les organisations interprofessionnelles d'employeurs ayant leur siège en Communauté germanophone ou les organisations des Classes moyennes; "

Art.65. Artikel 16, derde lid, 3°, van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus wordt vervangen als volgt :

Art.65. L'article 16, alinéa 3, 3°, du décret du 11 mai 2009 relatif à l'agrément des agences de travail intérimaire et à la surveillance des agences de placement privées est remplacé par ce qui suit :

Art. 65. Artikel 16, derde lid, 3°, van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus wordt vervangen als volgt :
" 3° drie vertegenwoordigers van de interprofessionele werkgeversorganisaties die in de Duitstalige Gemeenschap gevestigd zijn, waarvan er ten minste één een vertegenwoordiger van een overkoepelende organisatie van particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus en uitzendbureaus is; "

Art. 65. L'article 16, alinéa 3, 3°, du décret du 11 mai 2009 relatif à l'agrément des agences de travail intérimaire et à la surveillance des agences de placement privées est remplacé par ce qui suit :
" 3° trois représentants des organisations interprofessionnelles d'employeurs en Communauté germanophone, dont un au moins est le représentant d'une fédération d'agences de placement privées et d'agences de travail intérimaire; "

Art.66. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1966 tot vaststelling en indeling van de ambten van het administratief personeel van de Rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

Art.66. A l'article 1er de l'arrêté royal du 29 août 1966 déterminant et classant les fonctions du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, modifié en dernier lieu par le décret du 28 juin 2010, les modifications suivantes sont apportées :

Art. 66. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1966 tot vaststelling en indeling van de ambten van het administratief personeel van de Rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 28 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het ambt "boekhouder" geschrapt;
2° in het tweede lid, 1°, van hetzelfde artikel wordt het wervingsambt "boekhouder" geschrapt.

Art. 66. A l'article 1er de l'arrêté royal du 29 août 1966 déterminant et classant les fonctions du personnel administratif des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, modifié en dernier lieu par le décret du 28 juin 2010, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, la fonction "comptable" est abrogée;
2° dans l'alinéa 2, 1°, du même article, la fonction de recrutement "comptable" est abrogée.

Art. 67. Artikel 1, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de Rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2005, wordt opgeheven.

Art. 67. L'article 1er, alinéa 1er, 5°, de l'arrêté royal du 19 juin 1967 fixant les titres requis des candidats aux fonctions de recrutement du personnel administratif, du personnel de maîtrise, gens de métier et de service des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, inséré par le décret du 27 juin 2005, est abrogé.

Art. 68. Het besluit van de Regering van 2 september 1994 tot oprichting van een Leercommissie bij toepassing van artikel 34 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 22 juli 1998, 12 juli 2001 en 17 oktober 2002, wordt opgeheven.

Art. 68. L'arrêté du Gouvernement du 2 septembre 1994 portant installation d'une Commission d'apprentissage en application de l'article 34 du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et à la formation continue dans les Classes moyennes et les P.M.E., modifié par les arrêtés du Gouvernement des 22 juillet 1998, 12 juillet 2001 et 17 octobre 2002, est abrogé.

Art. 69. In punt 3 van de bijlage bij het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap wordt het eerste streepje opgeheven.

Art. 69. Au 3° de l'annexe à l'arrêté du Gouvernement du 12 juillet 2001 portant harmonisation des jetons de présence et des indemnités de déplacement au sein d'organismes et de conseils d'administration de la Communauté germanophone, le premier tiret est abrogé.

Art. 71. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012, met uitzondering van :
  1° de artikelen 6, 8 en 10, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2007;
  2° artikel 18, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2011;
  3° artikel 57, dat uitwerking heeft met ingang van 24 februari 2011;
  4° de artikelen 1, 12 en 62, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2011;
  5° artikel 54, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2011;
  6° de artikelen 2, 4, 7, 16, 27 en 28, die uitwerking hebben met ingang van 1 december 2011.

Art. 71. Le présent décret produit ses effets le 1er janvier 2012, à l'exception :
  1° des articles 6, 8 et 10, qui produisent leurs effets le 1er septembre 207;
  2° de l'article 18, qui produit ses effets le 1er juillet 2011;
  3° de l'article 57, qui produit ses effets le 24 février 2011;
  4° des articles 1er, 12 et 62, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2011;
  5° de l'article 54, qui produit ses effets le 1er novembre 2011;
  6° des articles 2, 4, 7, 16, 27 et 28, qui produisent leurs effets le 1er décembre 2011.

  Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
  Eupen, 16 januari 2012.
  De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid,
  O. PAASCH
  De Minister van Cultuur, Media en Toerisme,
  Mevr. I. WEYKMANS
  De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden,
  H. MOLLERS

  Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge.
  Eupen, le 16 janvier 2012.
  Le Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux,
  K.-H. LAMBERTZ
  Le Ministre de l'Enseignement, de la Formation et de l'Emploi,
  O. PAASCH
  La Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme,
  Mme I. WEYKMANS
  Le Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales,
  H. MOLLERS

Art. 71. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012, met uitzondering van :
  1° de artikelen 6, 8 en 10, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2007;
  2° artikel 18, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2011;
  3° artikel 57, dat uitwerking heeft met ingang van 24 februari 2011;
  4° de artikelen 1, 12 en 62, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2011;
  5° artikel 54, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2011;
  6° de artikelen 2, 4, 7, 16, 27 en 28, die uitwerking hebben met ingang van 1 december 2011.

Art. 71. Le présent décret produit ses effets le 1er janvier 2012, à l'exception :
  1° des articles 6, 8 et 10, qui produisent leurs effets le 1er septembre 207;
  2° de l'article 18, qui produit ses effets le 1er juillet 2011;
  3° de l'article 57, qui produit ses effets le 24 février 2011;
  4° des articles 1er, 12 et 62, qui produisent leurs effets le 1er septembre 2011;
  5° de l'article 54, qui produit ses effets le 1er novembre 2011;
  6° des articles 2, 4, 7, 16, 27 et 28, qui produisent leurs effets le 1er décembre 2011.

  Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
  Eupen, 16 januari 2012.
  De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen,
  K.-H. LAMBERTZ
  De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid,
  O. PAASCH
  De Minister van Cultuur, Media en Toerisme,
  Mevr. I. WEYKMANS
  De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden,
  H. MOLLERS

  Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge.
  Eupen, le 16 janvier 2012.
  Le Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux,
  K.-H. LAMBERTZ
  Le Ministre de l'Enseignement, de la Formation et de l'Emploi,
  O. PAASCH
  La Ministre de la Culture, des Médias et du Tourisme,
  Mme I. WEYKMANS
  Le Ministre de la Famille, de la Santé et des Affaires sociales,
  H. MOLLERS

Comparaison NL / FR

Nederlands (NL)

Français (FR)