Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
11 MEI 2012. - Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft
Titre
11 MAI 2012. - Décret portant modification de diverses dispositions du Code flamand de l'Aménagement du Territoire et portant modification de la réglementation relative à l'abrogation de la " Agentschap Ruimtelijke Ordening " (Agence de l'Aménagement du Territoire)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (43)
Texte (43)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
CHAPITRE 1er. - Disposition introductive
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Article 1er. Le présent décret règle une matière régionale.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten
CHAPITRE 2. - Modifications du décret du 3 mars 1976 réglant la protection des monuments et des sites urbains et ruraux
Art.2. In artikel 5, § 2, 1°, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, vervangen bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het departement van het beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake ruimtelijke ordening worden toevertrouwd, aan de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake lokale ruimtelijke ordening " vervangen door de woorden " het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ".
Art.2. Dans l'article 5, § 2, 1°, du décret du 3 mars 1976 réglant la protection des monuments et des sites urbains et ruraux, remplacé par le décret du 10 mars 2006, les mots " au département du domaine politique auquel sont confiées les missions étayant la prise de décisions en matière de l'aménagement du territoire, à l'entité chargée par le Gouvernement flamand des tâches d'exécution de la politique en matière d'aménagement du territoire local " sont remplacés par les mots " au Département de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier ".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990
CHAPITRE 3. - Modifications du décret forestier du 13 juin 1990
Art.3. In artikel 47, tweede lid, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, vervangen bij het decreet van 21 oktober 1997 en gewijzigd bij de decreten van 10 maart 2006, 7 december 2007 en 12 december 2008, worden de woorden " het agentschap RO-Vlaanderen " vervangen door de woorden " het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ".
Art.3. Dans l'article 47, alinéa deux, du Décret forestier du 13 juin 1990, remplacé par le décret du 21 octobre 1997 et modifié par les décrets des 10 mars 2006, 7 décembre 2007 et 12 décembre 2008, les mots " l'Agentschap RO-Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier ".
Art.4. In artikel 87, vijfde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 januari 1991, 10 maart 2006 en 7 december 2007, worden de woorden " het agentschap RO-Vlaanderen " vervangen door de woorden " het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ".
Art.4. Dans l'article 87, alinéa cinq, du même décret, modifié par les décrets des 23 janvier 1991, 10 mars 2006 et 7 décembre 2007, les mots " l'Agentschap RO-Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier ".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
CHAPITRE 4. - Modifications du décret du 19 avril 1995 contenant des mesures visant à lutter contre l'abandon et le délabrement de sites industriels
Art.5. In artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2003, 10 maart 2006 en 23 juni 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in punt 5° worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ";
  2° punt 8° wordt vervangen door wat volgt :
  " 8 departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ".
Art.5. A l'article 2 du décret du 19 avril 1995 contenant des mesures visant à lutter contre l'abandon et le délabrement de sites industriels, modifié par les décrets des 19 décembre 2003, 10 mars 2006 et 23 juin 2006, sont apportées les modifications suivantes :
  1° dans le point 5°, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ";
  2° le point 8° est remplacé par la disposition suivante :
  " 8 département : le Département de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier; ".
Art.6. In artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " telkens vervangen door de woorden " het departement ".
Art.6. Dans l'article 3 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont chaque fois remplacés par les mots " le département ".
Art.7. In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " telkens vervangen door de woorden " het departement ".
Art.7. Dans l'article 4 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont chaque fois remplacés par les mots " le département ".
Art.8. In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.8. Dans l'article 5 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.9. In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.9. Dans l'article 6 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.10. In artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.10. Dans l'article 9 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.11. In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.11. Dans l'article 12 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.12. In artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.12. Dans l'article 13 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.13. In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de woorden " het agentschap " telkens vervangen door de woorden " het departement ".
Art.13. Dans l'article 34 du même décret, modifié par le décret du 10 mars 2006, les mots " l'agence " sont chaque fois remplacés par les mots " le département ".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
CHAPITRE 5. - Modifications du Code flamand de l'Aménagement du Territoire
Art.14. In artikel 1.1.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 2° wordt opgeheven;
  2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
  " 4° departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ".
Art.14. Dans l'article 1.1.2 du Code flamand de l'Aménagement du Territoire sont apportées les modifications suivantes :
  1° le point 2° est abrogé;
  2° le point 4° est remplacé par la disposition suivante :
  " 4° département : le Département de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine
  immobilier; ".
Art.15. In artikel 2.2.11, § 3, tweede lid, van dezelfde codex wordt de zinsnede " , behoudens wat het onteigeningsplan betreft " opgeheven.
Art.15. Dans l'article 2.2.11, § 3, alinéa deux, du même Code, le membre de phrase " , sauf pour ce qui concerne le plan d'expropriation " est abrogé.
Art.16. In artikel 2.2.14 van dezelfde codex worden de woorden " het agentschap " telkens vervangen door de woorden " het departement ".
Art.16. Dans l'article 2.2.14 du même Code, les mots " l'agence " sont chaque fois remplacés par les mots " le département ".
Art.17. In artikel 2.2.15 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " het agentschap " worden telkens vervangen door de woorden " het departement ";
  2° in § 3, tweede lid, wordt de zinsnede " , behalve wat het onteigeningsplan betreft " opgeheven.
Art.17. A l'article 2.2.15 du même Code sont apportées les modifications suivantes :
  1° les mots " l'agence " sont chaque fois remplacés par les mots " le département ";
  2° dans le § 3, alinéa deux, le membre de phrase " , sauf pour ce qui concerne le plan d'expropriation " est abrogé.
Art.18. In artikel 2.2.17, § 2, eerste lid, van dezelfde codex wordt de zinsnede " , behoudens het onteigeningsplan dat met toepassing van artikel 2.2.15, § 3, tweede lid, geacht wordt niet te zijn goedgekeurd " opgeheven.
Art.18. Dans l'article 2.2.17, § 2, alinéa premier, du même Code, le membre de phrase " à l'exception du plan d'expropriation qui est censé ne pas avoir été approuvé en application de l'article 2.2.15, § 3, deuxième alinéa " est abrogé.
Art.19. In artikel 2.4.4, § 2, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
  " Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, wordt tegelijk met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat uitvoeringsplan.
  Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, wordt tegelijk met het ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat ruimtelijk uitvoeringsplan tot en met de definitieve vaststelling door, naargelang het geval, de provincieraad dan wel de gemeenteraad. Het onteigeningsplan wordt aan de Vlaamse Regering voorgelegd nadat het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd. De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van het onteigeningsplan en het verlenen van de onteigeningsmachtiging. ".
Art.19. Dans l'article 2.4.4, § 2, du même Code, modifié par le décret du 8 juillet 2011, l'alinéa premier est remplacé par les dispositions suivantes :
  " Le plan d'expropriation établi simultanément avec le plan d'exécution spatial régional, est soumis simultanément avec le plan d'exécution spatial régional aux règles procédurales fixées pour l'établissement de ce plan d'exécution.
  Le plan d'expropriation établi simultanément avec le plan d'exécution spatial provincial ou communal, est soumis simultanément avec le plan d'exécution spatial aux règles procédurales fixées pour l'établissement de ce plan d'exécution spatial jusqu'à (et y compris) l'établissement définitif par, selon le cas, le conseil provincial ou le conseil communal. Le plan d'expropriation est soumis au Gouvernement flamand après l'approbation du plan d'exécution spatial provincial ou communal. Le Gouvernement flamand décide de l'approbation du plan d'expropriation et de l'octroi de l'autorisation d'expropriation. ".
Art.20. Artikel 4.1.1, 14°, en artikel 4.2.15, § 1, eerste lid, van dezelfde codex worden uitgelegd als volgt :
  " Een voorafgaande verkavelingsvergunning is vereist wanneer een stuk grond vrijwillig wordt verdeeld in twee of meer kavels om ten minste een van deze onbebouwde kavels te verkopen of te verhuren voor meer dan negen jaar, om er een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om een van deze overdrachtsvormen aan te bieden, zelfs onder opschortende voorwaarde, met het oog op woningbouw of de oprichting van constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt. Een voorafgaande verkavelingsvergunning is niet vereist indien op de kavels één of meer woningen of constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, worden opgericht, vooraleer de kavels door middel van een van de genoemde overdrachtsvormen worden aangeboden. ".
Art.20. L'article 4.1.1, 14°, et l'article 4.2.15, § 1er, alinéa premier, du même Code sont expliqués comme suit :
  " Un permis de lotir préalable est requis lorsqu'un terrain est partagé sur base volontaire en deux ou plusieurs lots afin de procéder à la vente d'au moins un de ces lots ou à sa location pour une durée supérieure à neuf ans, d'y établir une emphytéose ou un droit de superficie ou de proposer l'une de ces formes de cession, même sous condition suspensive, en vue de la construction d'habitations ou de l'édification de constructions destinées à l'habitat. Un permis de lotir préalable n'est pas requis lorsqu'une ou plusieurs habitations ou constructions destinées à l'habitat sont édifiées sur les lots, avant de proposer les lots au moyen de l'une de ces formes de cession. "
Art.21. In artikel 4.2.10 van dezelfde codex worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.21. Dans l'article 4.2.10 du même Code, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.22. In artikel 4.4.1, § 3, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 16 juli 2010, worden tussen de woorden " het gewestplan, " en de woorden " gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen " de woorden " algemene plannen van aanleg, " ingevoegd.
Art.22. Dans l'article 4.4.1, § 3, alinéa premier, du même Code, inséré par le décret du 16 juillet 2010, les mots " de plans généraux d'aménagement, " sont insérés entre les mots " du plan de secteur, " et les mots " de plans d'exécution spatiaux régionaux ou provinciaux ".
Art.23. In artikel 4.4.2, § 2, tweede lid, van dezelfde codex worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.23. Dans l'article 4.2.2 (Justel lit : l'article 4.4.2), § 2, alinéa deux, du même Code, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.24. In artikel 4.4.3, eerste lid, van dezelfde codex worden tussen de woorden " kan desalniettemin " en de woorden " een stedenbouwkundige vergunning " de woorden " een verkavelingsvergunning of " ingevoegd.
Art.24. Dans l'article 4.4.3, alinéa premier, du même Code, les mots " ou un permis de lotir " sont insérés entre les mots " une autorisation urbanistique " et les mots " peut néanmoins être octroyé(e) ".
Art.25. Aan het opschrift van onderafdeling 4 van afdeling 1 van hoofdstuk IV van titel IV van dezelfde codex worden de woorden " en tijdelijk gebruik in afwachting van de realisatie van een bestemming " toegevoegd.
Art.25. L'intitulé de la sous-section 4 de la section 1re du chapitre IV du titre IV du même Code, est complété par les mots " et utilisation temporaire en attendant la réalisation d'une affectation ".
Art.26. In artikel 4.4.4 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 2. In gebieden met een gebiedsaanduiding die tot de categorie " bedrijvigheid " behoort, gelegen in de havengebieden aangeduid met toepassing van het decreet van 2 februari 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, kunnen op gronden waarvan de bedrijfsbestemming nog niet is gerealiseerd, handelingen worden vergund die gericht zijn op lawaaisporten, voor zover aan alle hierna vermelde voorwaarden wordt voldaan :
  1° de vergunning wordt verleend voor een bepaalde duur;
  2° het tijdelijke gebruik heeft geen of slechts een verwaarloosbare impact op de activiteiten op gronden waar de bedrijfsbestemming wel al is gerealiseerd;
  3° het tijdelijke gebruik brengt de latere realisatie van de bedrijfsbestemming niet in het gedrang.
  Gebieden met bestemmingsvoorschriften van een plan van aanleg die overeenkomstig artikel 7.4.13. werden geconcordeerd naar de categorie met de gebiedsaanduiding " bedrijvigheid " worden voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met gebieden met een gebiedsaanduiding die behoort tot de categorie " bedrijvigheid ". ";
  2° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 3. De Vlaamse Regering kan de in § 1 en § 2 gehanteerde begrippen verfijnen. ".
Art.26. A l'article 4.4.4 du même Code sont apportées les modifications suivantes :
  1° le paragraphe 2 est remplacé par la disposition suivante :
  " § 2. Dans des zones ayant une prescription d'affectation appartenant à la catégorie " activité économique ", situées dans les zones portuaires désignées en application du décret du 2 février 1999 portant sur la politique et la gestion des ports maritimes, sur des terrains dont l'affectation industrielle n'est pas encore réalisée, des actes orientés sur des sports bruyants peuvent être autorisés dans la mesure où les conditions suivantes sont remplies :
  1° l'autorisation est octroyée pour une durée déterminée;
  2° l'utilisation temporaire n'a aucun impact ou qu'un impact négligeable sur les activités sur des terrains où l'affectation industrielle est déjà réalisée;
  3° l'utilisation temporaire ne compromet pas la réalisation ultérieure de l'affectation industrielle.
  Les zones ayant des prescriptions d'affectation d'un plan d'aménagement qui ont été concordées, conformément à l'article 7.4.13, à la catégorie ayant la prescription d'affectation " activité économique ", sont assimilées, pour l'application de l'alinéa premier, aux zones ayant une prescription d'affectation appartenant à la catégorie " activité économique ". ";
  2° il est ajouté un paragraphe 3, rédigé comme suit :
  " § 3. Le Gouvernement flamand peut affiner les conditions visées aux §§ 1er et 2. ".
Art.27. In artikel 4.4.7 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, punt 2°, wordt de zinsnede " , het agentschap " opgeheven;
  2° in paragraaf 2 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt :
  " In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
  De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. ".
Art.27. A l'article 4.4.7 du même Code sont apportées les modifications suivantes :
  1° dans le paragraphe 1er, point 2°, le membre de phrase " , l'agence " est abrogé;
  2° dans le paragraphe 2, les alinéas premier et deux sont remplacés par les dispositions suivantes :
  " Dans le cadre d'une autorisation pour actes d'intérêt général ayant un impact limité au niveau spatial, il peut être dérogé aux prescriptions urbanistiques et aux prescriptions de lotissement. Des actes d'intérêt général peuvent avoir un impact limité au niveau spatial en raison de leur nature ou ampleur, ou parce qu'ils ne résultent qu'en une modification ou une extension d'infrastructures ou de structures existantes ou prévues.
  Le Gouvernement flamand détermine quels actes d'intérêt général relèvent du champ d'application de l'alinéa premier. Il peut également fixer les règles sur la base desquelles il peut être décidé que des actes non énumérés par lui relèvent quand même du champ d'application de l'alinéa premier. ".
Art.28. In dezelfde codex wordt een artikel 4.4.7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 4.4.7/1. Bij de beoordeling van aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvragen kan geen toepassing worden gemaakt van artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. ".
Art.28. Dans le même Code, il est inséré un article 4.4.7/1, rédigé comme suit :
  " Art. 4.4.7/1. Lors de l'évaluation de demandes d'une autorisation urbanistique ou de demandes de lotissement, l'article 20 de l'arrêté royal du 28 décembre 1972 relatif à la présentation et à la mise en oeuvre des projets de plans et des plans de secteur, ne peut pas être appliqué. ".
Art.29. In artikel 4.4.25, § 6, van dezelfde codex wordt tussen het derde en het vierde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Indien de Vlaamse Regering het beroep verwerpt, wordt de schorsing opgeheven en krijgt het planologische attest, zoals het werd afgegeven door het bevoegde bestuursorgaan, uitwerking. Indien de Vlaamse Regering het beroep inwilligt, wordt het planologische attest vernietigd, en moet de deputatie of het college van burgemeester en schepenen opnieuw beslissen over de aanvraag tot planologisch attest, rekening houdend met de motieven voor de inwilliging van het beroep. ".
Art.29. Dans l'article 4.4.25, § 6, du même Code, il est inséré entre les alinéas trois et quatre un nouvel alinéa, rédigé comme suit :
  " Si le Gouvernement flamand rejette le recours, la suspension est levée et l'attestation planologique, telle qu'elle a été délivrée par l'organe administratif compétent, prend effet. Si le Gouvernement flamand accepte le recours, l'attestation planologique est annulée, et la députation ou le collège des bourgmestre et échevins doit décider à nouveau sur la demande d'attestation planologique, en tenant compte des motifs pour l'acceptation du recours. ".
Art.30. In artikel 4.7.21, § 3, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011, wordt punt 2 vervangen door wat volgt :
  " 2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, § 1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, § 1, tweede lid, werd betekend; ".
Art.30. Dans l'article 4.7.21, § 3, du même Code, modifié par le décret du 18 novembre 2011, le point 2 est remplacé par la disposition suivante :
  " 2° pour ce qui est du recours introduit par le fonctionnaire dirigeant du département ou par le fonctionnaire dirigeant du département ou de l'agence dont relève l'instance consultative, désignée en vertu de l'article 4.7.16, § 1er, alinéa premier : du jour suivant la date de signification de la copie ou de la notification, comme mentionnée dans l'article 4.7.19, § 1er, alinéa deux; ".
Art.31. In artikel 5.5.2, § 2, eerste lid, van dezelfde codex worden de woorden " het agentschap " vervangen door de woorden " het departement ".
Art.31. Dans l'article 5.2.2 (Justel lit : l'article 5.5.2), § 2, alinéa premier, du même Code, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le département ".
Art.32. In artikel 6.1.5 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden tussen de woorden " de gemeenten " en de woorden " in zijn provincie " de woorden " of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden " ingevoegd;
  2° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd :
  " Van elk proces-verbaal waarin een misdrijf in de zin van artikel 6.1.1 wordt vastgesteld, wordt een afschrift bezorgd aan de overheden, bedoeld in artikel 6.1.41, § 1, eerste lid. ".
Art.32. A l'article 6.1.5 du même Code sont apportées les modifications suivantes :
  1° dans l'alinéa premier, les mots " ou des partenariats intercommunaux " sont insérés entre les mots " des communes " et les mots " de sa province ";
  2° l'alinéa premier est complété par la phrase suivante :
  " Une copie de tout procès-verbal établissant une infraction au sens de l'article 6.1.1, est transmise aux autorités visées à l'article 6.1.41, § 1er, alinéa premier. ".
Art.33. Aan artikel 6.1.41, § 1, eerste lid, 1°, van dezelfde codex wordt een punt c) toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " c) hetzij, indien het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, het betalen van een geldsom gelijk aan de meerwaarde die het goed door het misdrijf heeft verkregen ".
Art.33. L'article 6.1.41, § 1er, alinéa premier, 1°, du même Code, est complété par un point c), rédigé comme suit :
  " c) soit, si la conséquence de l'infraction est manifestement compatible avec un bon aménagement du territoire, le paiement d'une somme égale à la plus-value du bien résultant de l'infraction ".
Art.34. In artikel 6.1.51, van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 1. Vóór de hypothecaire overschrijving van de dagvaarding voor de correctionele rechtbank op grond van artikel 6.1.1 of het exploot tot inleiding van het geding in de zin van artikelen 6.1.41 tot en met 6.1.43, kan een overtreder de stedenbouwkundige inspecteur per beveiligde zending om een minnelijke schikking verzoeken, indien het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, zo nodig na het uitvoeren van de in de minnelijke schikking besloten bouw- en aanpassingswerken.
  Een minnelijke schikking is evenwel steeds uitgesloten :
  1° wanneer de opdrachtgever een professionele hoedanigheid heeft zoals bedoeld in artikel 6.1.1, tweede lid;
  2° wanneer het misdrijf bestaat, of onder meer bestaat, uit het verrichten van handelingen die in strijd zijn met een stakingsbevel;
  3° wanneer het misdrijf gepleegd werd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied. ".
  2° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt :
  " Naast het akkoord bedoeld in het eerste lid, is tevens het voorafgaandelijke schriftelijke akkoord vereist van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin het voorwerp van de minnelijke schikking gelegen is. Indien het misdrijf echter bestaat, of onder meer bestaat, uit het verrichten van handelingen van algemeen belang, bedoeld in artikel 4.1.1, 5°, wordt dit akkoord verleend door het departement. ".
Art.34. A l'article 6.1.51 du même Code sont apportées les modifications suivantes :
  1° le paragraphe 1er est remplacé par les dispositions suivantes :
  " § 1er. Avant la transcription hypothécaire de la citation devant le tribunal correctionnel en vertu de l'article 6.1.1 ou avant l'exploit d'introduction de la cause au sens des articles 6.1.41 à 6.1.43 inclus, un contrevenant peut demander, par envoi sécurisé, un règlement à l'amiable à l'inspecteur urbaniste, si la conséquence de l'infraction est manifestement compatible avec un bon aménagement du territoire, si nécessaire après l'exécution des travaux de construction et d'adaptation décidés dans le cadre du règlement à l'amiable.
  Un règlement à l'amiable est toutefois toujours exclu :
  1° lorsque le maître de l'ouvrage a une qualité professionnelle telle que visée à l'article 6.1.1, alinéa deux;
  2° lorsque l'infraction est constituée, ou est constituée entre autres, d'actes contraires à un ordre de cessation;
  3° lorsque l'infraction a été commise dans une zone vulnérable du point de vue spatial. ".
  2° le paragraphe 3, alinéa deux, est remplacé par la disposition suivante :
  " Outre l'accord visé à l'alinéa premier, il faut également avoir l'accord écrit préalable du collège des bourgmestre et échevins de la commune où se situe l'objet du règlement à l'amiable. Si l'infraction est, par contre, constituée, ou est constituée entre autres, d'actes d'intérêt général, visés à l'article 4.1.1, 5°, cet accord est donné par le département. ".
Art.35. In dezelfde codex wordt een artikel 7.4.1/2 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 7.4.1/2. § 1. De gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden geldig verklaard met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan. De geldigverklaring is beperkt tot de schending van het gelijkheidsbeginsel, doordat het definitief vastgestelde plan tot stand gekomen is met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat besluit zou een onverantwoorde ongelijke behandeling inhouden van personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over de inhoudsafbakening van een plan-MER voor een ruimtelijk uitvoeringsplan dat wordt opgemaakt volgens de regels die gelden wanneer het integratiespoor wordt gevolgd, en de personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over een plan-MER volgens de algemene regeling.
  De geldigverklaring geldt voor gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvoor de beslissing van de dienst Mer over de volledigheid van de nota voor publieke consultatie genomen werd vóór de inwerkingtreding van dit artikel.
  De geldigverklaring geldt tot het tijdstip van de inwerkingtreding van een ruimtelijk uitvoeringsplan dat, voor het gebied waarop het betrekking heeft, het geldig verklaarde ruimtelijke uitvoeringsplan vervangt.
  § 2. De Vlaamse Regering is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft.
  De provincieraad is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft. De Vlaamse Regering is er tevens toe gemachtigd deze besluiten opnieuw goed te keuren.
  De gemeenteraad is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft. De deputatie is er tevens toe gemachtigd deze besluiten opnieuw goed te keuren. ".
Art.35. Dans le même Code, il est inséré un article 7.4.1/2, rédigé comme suit :
  " Art. 7.4.1/2. " § 1er. Les plans d'exécution spatiaux régionaux, provinciaux et communaux sont validés à partir de la date de leur entrée en vigueur. La validation se limite à la violation du principe d'égalité, parce que le plan établi définitivement est généré en application de l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 avril 2008 relatif au mode d'intégration de l'évaluation des incidences sur l'environnement dans le cadre d'un plan d'exécution spatial. Cet arrêté impliquerait un traitement inégal injustifié des personnes qui souhaitent être associées à la consultation publique sur la délimitation du contenu d'un plan MER pour un plan d'exécution spatial établi selon les règles applicables lorsque le mode d'intégration est suivi, et des personnes qui souhaitent être associées à la consultation publique sur un plan MER selon le règlement général.
  La validation vaut pour les plans d'exécution spatiaux régionaux, provinciaux et communaux pour lesquels la décision du service MER sur la complétude de la note pour consultation publique a été prise avant l'entrée en vigueur du présent article.
  La validation vaut jusqu'au moment de l'entrée en vigueur d'un plan d'exécution spatial remplaçant, pour la zone à laquelle il a trait, le plan d'exécution spatial validé.
  § 2. Le Gouvernement flamand est autorisé à fixer les arrêtés portant fixation définitive de plans d'exécution spatiaux régionaux compromis par une violation, visée au § 1er, selon un arrêt d'annulation du Conseil d'Etat de manière inchangée à l'avenir pour les parcelles auxquelles l'arrêt a trait.
  Le conseil provincial est autorisé à fixer les arrêtés portant fixation définitive de plans d'exécution spatiaux provinciaux compromis par une violation, visée au § 1er, selon un arrêt d'annulation du Conseil d'Etat de manière inchangée à l'avenir pour les parcelles auxquelles l'arrêt a trait. Le Gouvernement flamand est également autorisé à réapprouver ces arrêtés.
  Le conseil communal est autorisé à fixer les arrêtés portant fixation définitive de plans d'exécution spatiaux communaux compromis par une violation, visée au § 1er, selon un arrêt d'annulation du Conseil d'Etat de manière inchangée à l'avenir pour les parcelles auxquelles l'arrêt a trait. La députation est également autorisée à réapprouver ces arrêtés. ".
Art.36. In artikel 7.4.9, tweede lid, van dezelfde codex worden de woorden " artikel 2.4.4, § 2, tweede lid " vervangen door de woorden " artikel 2.4.4, § 2, derde lid ".
Art.36. Dans l'article 7.4.9, alinéa deux, du même Code, les mots " l'article 2.4.4, § 2, alinéa deux, " sont remplacés par les mots " l'article 2.4.4, § 2, alinéa trois ".
HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
CHAPITRE 6. - Disposition finale
Art. 37. Artikelen 15 en 19 zijn van toepassing op procedures voor de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen die door de provincieraad definitief worden vastgesteld na de inwerkingtreding van dit decreet.
  Artikel 27, 2°, en artikel 28 treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 27, 2° en artikel 28 vastgesteld op 01-09-2012 bij BVR 2012-07-20/22, art. 7)
  Artikel 30 heeft uitwerking vanaf de datum van inwerkingtreding van het decreet van 18 november 2011 tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de beroepsmogelijkheden.
Art. 37. Les articles 15 et 19 s'appliquent aux procédures d'établissement de plans d'exécution spatiaux provinciaux qui sont fixés définitivement après l'entrée en vigueur du présent décret.
  L'article 27, 2°, et l'article 28 entrent en vigueur à une date à fixer par le Gouvernement flamand.
(NOTE : Entrée en vigueur de l'article 27, 2° et l'article 28 fixée au 01-09-2012 par AGF 2012-07-20/22, art. 7)
  L'article 30 produit ses effets à partir de la date d'entrée en vigueur du décret du 18 novembre 2011 modifiant le décret du 28 juin 1985 relatif à l'autorisation écologique et le Code flamand de l'Aménagement du Territoire en ce qui concerne les possibilités de recours.
  Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Brussel, 11 mei 2012.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
  G. BOURGEOIS
  De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
  J. SCHAUVLIEGE
  De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
  Ph. MUYTERS
  Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur belge.
  Bruxelles, le 11 mai 2012.
  Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
  K. PEETERS
  Le Ministre flamand de la Gouvernance publique, de l'Administration intérieure, de l'Intégration civique, du Tourisme et de la Périphérie flamande de Bruxelles,
  G. BOURGEOIS
  La Ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de la Culture,
  J. SCHAUVLIEGE
  Le Ministre flamand des Finances, du Budget, de l'Emploi, de l'Aménagement du Territoire et des Sports,
  Ph. MUYTERS