| NL (wetwijzer.be) | FR (lisloi.be)

Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)
Retour

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
8 MAART 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de " missions locales pour l'emploi " en de " lokale werkwinkels "(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-03-2012 en tekstbijwerking tot 29-06-2016)
Titre
8 MARS 2012. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale portant exécution de l'ordonnance du 27 novembre 2008 relative au soutien des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels "(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 16-03-2012 et mise à jour au 29-06-2016)
Informations sur le document
Numac: 2012031130
Datum: 2012-03-08
Info du document
Numac: 2012031130
Date: 2012-03-08
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Toekenning en hernieuwing van d... Afdeling 1. - Procedure voor toekenning van de ... Afdeling 2. - Hernieuwingsprocedure HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de " missio... Afdeling 1. - De overeenkomst Afdeling 2. - Modaliteiten voor de evaluatie va... Afdeling 3. - Stelselmatige opvolging HOOFDSTUK IV. - Subsidiëringsnormen Afdeling 1. - Forfaitair bedrag van de subsidie Onderafdeling 1. - Forfaitair bedrag van de sub... Onderafdeling 2. - Forfaitair bedrag van de sub... Afdeling 2. - Veranderlijk bedrag van de subsidie Afdeling 3. - Voorwaarden voor toekenning en in... HOOFDSTUK V. - Procedure van intrekking van de ... HOOFDSTUK VI. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales CHAPITRE II. - Octroi et renouvellement de l'ag... Section 1re. - Procédure d'octroi de l'agrément Section 2. - Procédure de renouvellement CHAPITRE III. - Obligations des missions locale... Section 1re. - De la convention Section 2. - Modalités d'évaluation de la conve... Section 3. - Suivi systématique CHAPITRE IV. - Normes de subventionnement Section 1re. - Montant forfaitaire de la subven... Sous-section 1re. - Montant forfaitaire de la s... Sous-section 2. - Montant forfaitaire de la sub... Section 2. - Montant variable de la subvention Section 3. - Conditions d'octroi et de retrait ... CHAPITRE V. - Procédure de retrait de l'agrément CHAPITRE VI. CHAPITRE VII. - Dispositions finales
Tekst (46)
Texte (46)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
Artikel 1. In het kader van het huidige besluit, wordt het volgende verstaan onder :
  1° " ordonnantie " : de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de " missions locales pour l'emploi " en van de lokale werkwinkels;
  2° " vereniging " : de vereniging zonder winstoogmerk die, wat betreft haar activiteiten of deelactiviteiten, als doel heeft de socio-professionele inschakeling van werkzoekenden op de arbeidsmarkt te bevorderen of een dergelijke inschakeling te organiseren;
  3° " mission locale pour l'emploi " of lokale werkwinkel : de vereniging als bedoeld in 2° die de erkenning heeft gekregen voorzien in het kader van de ordonnantie;
  4° " Minister " : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met tewerkstelling in zijn bevoegdheden;
  5° " Perimeter " : ofwel wat de " missions locales pour l'emploi " betreft, de socio-economische opdeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zes zones die het mogelijk maakt om een inschakelingsbeleid te voeren en partnershipsmaatregelen tussen overheden en de verenigingssector op touw te zetten, namelijk :
  De gemeente Anderlecht, die valt onder de Mission Locale van Anderlecht;
  De Gemeenten Molenbeek, Berchem, Ganshoren, Jette en Koekelberg, die vallen onder de Mission Locale van Molenbeek;
  De Gemeente Brussel-Stad (met inbegrip van Haren, Neder-over-Heembeek, Laken) die valt onder de Mission Locale van Brussel-Stad;
  De Gemeenten Sint-Joost-Ten-Node, Schaarbeek en Evere die vallen onder de Missions Locales van Sint-Joost-Ten-Node en van Schaarbeek;
  De Gemeenten Sint-Gillis, Vorst en Ukkel die vallen onder de Missions Locales van Sint-Gillis en van Vorst;
  De Gemeenten Etterbeek, Elsene, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde die vallen onder de Missions Locales van Etterbeek en van Elsene;
  ofwel wat betreft de " lokale werkwinkels ", een gebied dat overeenkomt met de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat het mogelijk maakt om een inschakelingsbeleid te voeren, partnershipsmaatregelen tussen overheden en de verenigingssector te treffen.
  6° " overeenkomst " : de driejaarlijkse overeenkomst voorzien in artikel 6 van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de de steun aan de missions locales pour l'emploi en de " lokale werkwinkels;
  7° partnershipsovereenkomst : overeenkomst gesloten tussen de vereniging en ACTIRIS overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
  8° " doelgroep " : de werkzoekenden aangeduid door de overeenkomst die het voorwerp dienen uit te maken van acties van socio-professionele inschakeling van de missions locales pour l'emploi en van de " lokale werkwinkels " en waarvan de kenmerken na advies van het samenwerkingscomité worden vastgelegd.
  9° " NPW " : Het Netwerk van Partners voor Werk bestaande uit een technisch en menselijk netwerk dat ACTIRIS en zijn partners samenbrengt, meer bepaald samengesteld uit gedeelde databanken met betrekking tot werkzoekenden, werkgevers en werkaanbiedingen, waarvan ACTIRIS de verantwoordelijke voor de verwerking is en waar de partners toegang tot kunnen hebben.
  10° " het Bestuur " : het Bestuur van Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  11° " ACTIRIS " : de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gereglementeerd door de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
  12° " ESRBHG " : de economische en sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  13° " Samenwerkingscomité " : het comité als bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie;
  [1 14° "het basisteam " : het personeelsteam dat met een arbeidsovereenkomst aangeworven is en belast is met het uitvoeren van de transversale organisatietaken van de in 3° bedoelde verenigingen;
   15° " het team voor de algemene opdrachten " : het personeelsteam dat met een arbeidsovereenkomst aangeworven is en belast is met het uitvoeren van de algemene opdrachten als bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie;
   16° " het team voor de bijzondere opdrachten " : het personeelsteam dat met een arbeidsovereenkomst aangeworven is en belast is met het uitvoeren van de specifieke opdrachten als bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie.]1
  

Modifications

[1]  <BESL 2014-05-16/17, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Article 1er. Dans le cadre du présent arrêté, on entend par :
  1° " ordonnance " : l'ordonnance du 27 novembre 2008 relative au soutien des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels ";
  2° " association " : une association sans but lucratif qui, en ce qui concerne ses activités ou sous-activités, a pour but de promouvoir l'insertion socio-professionnelle des demandeurs d'emploi sur le marché du travail ou d'organiser une telle insertion;
  3° " mission locale pour l'emploi " ou " lokale werkwinkel " : l'association visée au 2° qui a reçu l'agrément prévue dans le cadre de l'ordonnance;
  4° " Ministre " : le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale ayant l'emploi dans ses attributions;
  5° " Périmètre " : soit en ce qui concerne les missions locales pour l'emploi, le découpage socio-économique de la Région de Bruxelles-Capitale en six zones permettant de mener une politique d'insertion, de mettre en place des dispositifs de partenariat entre pouvoirs publics et secteur associatif, à savoir :
  La commune d'Anderlecht, couverte par la Mission locale d'Anderlecht;
  Les communes de Molenbeek, Berchem, Ganshoren, Jette et Koekelberg, couvertes par la Mission Locale de Molenbeek;
  La commune de Bruxelles-Ville (y compris Haren, Neder-over-Heembeek, Laeken) couverte par la Mission Locale de Bruxelles-Ville;
  Les communes de Saint-Josse, Schaerbeek et Evere couvertes par les Missions Locales de Saint-Josse et de Schaerbeek;
  Les communes de Saint-Gilles, Forest et Uccle couvertes par les Missions Locales de Saint-Gilles et de Forest;
  Les communes d'Etterbeek, d'Ixelles, de Woluwé-Saint-Pierre et Woluwé-Saint-Lambert, d'Auderghem et de Waetermael-Boitsfort couvertes par les Missions Locales d'Etterbeek et d'Ixelles;
  soit en ce qui concerne les " lokale werkwinkels ", le territoire correspondant à l'ensemble des 19 communes de la Région de Bruxelles-Capitale permettant de mener une politique d'insertion, de mettre en place des dispositifs de partenariat entre pouvoirs publics et secteur associatif.
  6° " convention " : la convention triennale prévue à l'article 6 de l'ordonnance du 27 novembre 2008 relative au soutien des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels ";
  7° convention de partenariat : convention conclue entre l'association et ACTIRIS conformément aux dispositions de l'article 7 de l'ordonnance du 18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l'Office régional bruxellois de l'emploi;
  8° " public-cible " : les demandeurs d'emploi désignés par la convention comme devant faire l'objet d'actions d'insertion socio-professionnelle des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels " et dont les caractéristiques sont fixées après avis du comité de collaboration;
  9° " RPE " : le Réseau des Partenaires pour l'Emploi, consituant en un réseau technique et humain réunissant ACTIRIS et ses partenaires, constitué notamment par des bases de données partagées relatives aux demandeurs d'emploi, aux employeurs et aux offres d'emploi, dont ACTIRIS est le responsable de traitement et auxquelles les partenaires peuvent avoir accès.
  10° " l'Administration " : L'Administration de l'Economie et de l'Emploi du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale;
  11° " ACTIRIS " : l'Office Régional Bruxellois de l'Emploi, réglementé par l'ordonnance du 18 janvier 2001 portant organisation et fonctionnement de l'Office régional bruxellois de l'Emploi;
  12° " CESRBC " : le Conseil économique et social de la Région de Bruxelles-Capitale;
  13° " Comité de collaboration " : le comité visé à l'article 15 de l'ordonnance;
  [1 14° " l'équipe de base " : l'équipe du personnel engagé dans les liens d'un contrat de travail chargée de réaliser les tâches transversales d'organisation des associations visées au 3;
   15° " l'équipe dédiée aux missions générales " : l'équipe du personnel engagé dans les liens d'un contrat de travail chargée de réaliser les missions générales visées par l'article 4 de l'ordonnance;
   16° " l'équipe dédiée aux missions spécifiques " : l'équipe du personnel engagé dans les liens d'un contrat de travail chargée de réaliser les missions spécifiques visées par l'article 5 de l'ordonnance.]1
  

Modifications

[1]  <ARR 2014-05-16/17, art. 1, 002; En vigueur : 16-05-2014>
HOOFDSTUK II. - Toekenning en hernieuwing van de erkenning
CHAPITRE II. - Octroi et renouvellement de l'agrément
Afdeling 1. - Procedure voor toekenning van de erkenning
Section 1re. - Procédure d'octroi de l'agrément
Art.2. § 1. De aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 14 van de ordonnantie wordt door de vereniging bij ACTIRIS ingediend;
  § 2. De aanvraag tot erkenning moet minstens de volgende documenten en inlichtingen bevatten :
  1° de beschrijving van de doelstellingen die door de vereniging worden nagestreefd in het kader van de erkenning, de middelen die worden ingezet om deze te bereiken en functies van de personeelsleden;
  2° de verwijzing van de meest recente statuten van de vereniging en de lijst van bestuurders zoals ze in het Belgisch Staatsblad kunnen geraadpleegd worden;
  3° Een schriftelijke verbintenis van het orgaan dat gemachtigd is om in naam van de vereniging op te treden, waarbij deze zich er toe verbindt om een driejaarlijks actieplan betreffende de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van de opdrachten bedoeld in hoofdstuk II van de ordonnantie aan Actiris over te maken alsook jaarlijks de aangebrachte wijzigingen aan dit driejaarlijks plan, indien er waren, en ook, elk jaar, een activiteitenverslag.
  4° Een schriftelijke verbintenis van het orgaan dat gemachtigd is om in naam van de vereniging op te treden, waarbij deze er zich toe verbindt om een stelselmatige opvolging mogelijk te maken middels het digitaal invoeren van gegevens in het NPW overeenkomstig artikel 13 van dit besluit.
  5° een kopij van de partnershipsovereenkomst met ACTIRIS.
Art.2. § 1er. La demande d'agrément visée à l'article 14 de l'ordonnance, est introduite par l'association auprès d'ACTIRIS.
  § 2. La demande d'agrément doit au moins contenir les documents et renseignements suivants :
  1° la description des buts poursuivis par l'association dans le cadre de l'agrément, des moyens mis en oeuvre pour atteindre ceux-ci et des fonctions des membres du personnel;
  2° la référence des statuts les plus récents de l'association et la liste des administrateurs tels qu'ils peuvent être consultés au Moniteur belge;
  3° un engagement écrit de l'organe habilité à engager l'association en vertu duquel celle-ci s'engage à transmettre à ACTIRIS un plan d'action triennal concernant les objectifs qualitatifs et quantitatifs des missions visées au chapitre II de l'ordonnance et chaque année les modifications apportées à ce plan triennal s'il y a lieu,, ainsi que, chaque année, un rapport d'activités;
  4° un engagement écrit de l'organe habilité à engager l'association en vertu duquel celle-ci s'engage à permettre un suivi systématique par le biais d'encodages dans le RPE conformément à l'article 13 du présent arrêté;
  5° une copie de la convention de partenariat avec ACTIRIS.
Art.3. ACTIRIS meldt de ontvangst van de aanvraag binnen de tien werkdagen.
Art.3. ACTIRIS accuse réception de la demande dans les dix jours ouvrables.
Art.4. § 1. In voorkomend geval, geeft ACTIRIS aan de verening aan welke documenten als bedoeld in artikel 2 zouden ontbreken of niet correct zijn. ACTIRIS nodigt de vereniging uit om de ontbrekende of conforme documenten binnen een termijn van dertig dagen in te dienen.
  § 2. Indien deze termijn verstreken is en de vereniging de gevraagde documenten niet heeft ingediend, dan wordt de aanvraag als nietig beschouwd.
  § 3. Zodra het dossier volledig is, licht ACTIRIS de vereniging hierover in.
Art.4. § 1er. Le cas échéant, ACTIRIS indique à l'association les documents visés à l'article 2 qui seraient manquants ou incorrects. ACTIRIS invite l'association à fournir les documents manquants ou les documents conformes dans un délai de trente jours.
  § 2. Si passé ce délai, l'association n'a pas rentré les documents demandés, la demande est considérée comme nulle et non avenue.
  § 3. Dès que le dossier est complet, ACTIRIS en avise l'association.
Art.5. § 1. ACTIRIS onderzoekt het dossier controleert meer bepaald of de vereniging de voorwaarden als bedoeld in het artikel 7 of 9 en in artikel 11, vierde lid van de ordonnantie vervult.
  In het kader van dit onderzoek kan hij aan de vereniging elk document of elke bijkomende inlichting vragen die noodzakelijk zijn voor het nazicht van het dossier.
  § 2. Wanneer het onderzoek is afgerond, en ten laatste een maand na ontvangst van het volledige dossier met inbegrip van elk document dat noodzakelijk is voor de controle ervan, stelt ACTIRIS een verslag over dit onderzoek op en maakt het aan het Bestuur over opdat deze haar goedkeurt middels een gemotiveerd advies. Het bestuur maakt het genoemde advies aan ACTIRIS over binnen de vijtien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag van het genoemde verslag. ACTIRIS neemt het advies in zijn verslag op.
Art.5. § 1er. ACTIRIS instruit le dossier en vérifiant notamment que l'association remplit bien les conditions visées à l'article 7 ou 9 et à l'article 11, quatrième alinéa de l'ordonnance.
  Dans le cadre de cette instruction, elle peut demander à l'association tout document ou renseignement complémentaire qui sont nécessaires à la vérification du dossier.
  § 2. Quand l'instruction est terminée et au plus tard un mois après réception du dossier complet en ce compris tout document nécessaire à sa vérification, ACTIRIS rédige un rapport de cette instruction et le transmet à l'Administration pour qu'elle le sanctionne au moyen d'un avis motivé. L'Administration transmet ledit avis à ACTIRIS dans les quinze jours à dater de la réception de la demande dudit rapport. ACTIRIS intégre l'avis dans son rapport.
Art.6. § 1. ACIRIS maakt de aanvraag en het verslag als bedoeld in artikel 5 § 2 voor advies aan de ESRBHG over, ten laatste vijftien dagen na het advies als bedoeld in artikel 5 § 2.
  § 2. De ESRBHG en het Beheerscomité van ACTIRIS formuleren binnen de vijfenveertig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek tot advies en van het verslag een gemotiveerd advies over de aanvraag tot erkenning.
  Indien de termijn als bedoeld in het voorgaande lid verstrijkt tussen 1 juli en 31 augustus, wordt hij verlengd tot 15 september.
  De ESRBHG maakt zijn advies aan ACTIRIS over.
  ACTIRIS maakt een kopij van het genaamde advies alsook van het advies van zijn beheerscomité aan het Bestuur over.
  § 3. ACTIRIS maakt het dossier binnen de vijftien dagen na ontvangst van het advies van zijn Beheerscomité en van de ESRBHG of na het verstrijken van de termijn als bedoeld in § 2 aan de Minister over.
  Het dossier bevat de aanvraag, het verslag van ACTIRIS, inbegrepen het advies van het Bestuur en de adviezen van het Beheerscomité van Actiris en van de ESRBHG die binnen de termijn werden afgeleverd.
Art.6. § 1er. ACTIRIS transmet pour avis la demande et le rapport visés à l'article 5 paragraphe 2 au CESRBC au plus tard quinze jours après l'avis visé à l'article 5 paragraphe 2.
  § 2. Le CESRBC et le Comité de gestion d'ACTIRIS émettent, dans les quarante cinq jours à dater de la réception de la demande et du rapport, un avis motivé sur la demande d'agrément.
  Si le délai visé à l'alinea précédent expire entre le 1er juillet et le 31 août, il est prolongé jusqu'au 15 septembre suivant.
  Le CESRBC transmet son avis à ACTIRIS.
  ACTIRIS transmet une copie dudit avis ainsi que de l'avis de son comité de gestion à l'Administration.
  § 3. ACTIRIS transmet le dossier au Ministre dans les quinze jours de la réception de l'avis de son Comité de gestion et du CESRBC ou de l'expiration du délai visé au paragraphe 2
  Le dossier contient la demande, le rapport d'ACTIRIS, en ce compris l'avis de l'Administration et les avis du Comité de gestion d'Actiris et de du CESRBC qui ont été transmis dans les délais.
Art.7. § 1. De erkenning wordt door de Regering op voorstel van de Minister verleend binnen een termijn van honderd dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier als bedoeld in art. 6 § 3.
  De beslissing wordt per uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
  § 2. In geval van weigering van erkenning van een vereniging, gaat de beslissing van kracht op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  In geval van weigering van de erkenning van een vereniging als bedoeld in artikel 20 van de ordonnantie, gaat de beslissing van kracht 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  Geen enkele weigeringsbeslissing van een erkenning mag genomen worden zonder de vereniging de kans te geven om gehoord te worden door het beheerscomité van Actiris.
  In voorkomend geval, geeft de Regering de opdracht aan het beheerscomité van Actiris uit om de vereniging voor een dergelijke horing uit te nodigen.
  De Regering kan de bewuste publicatie voor een duur die ze vaststelt en, die niet verder mag lopen dan de datum van de definitieve beslissing afgeleverd in geval van beroep tegen de beslissing, schorsen.
Art.7. § 1er. L'agrément est octroyé par le Gouvernement sur proposition du Ministre dans un délai de cent jours, à dater de la réception du dossier visé à l'article 6 paraghraphe 3.
  La décision est publiée par extrait au Moniteur belge.
  § 2. En cas de refus d'agrément d'une association, la décision prend cours le jour de la publication au Moniteur Belge.
  En cas de refus d'agrément d'une association visée à l'article 20 de l'ordonnance, la décision prend cours cent quatre vingt jours après la publication au Moniteur Belge.
  Aucune décision de refus d'agrément ne peut être prise si l'association n'a pas eu la possibilité d'être entendue par le Comité de gestion d'ACTIRIS;
  Le cas échéant, le Gouvernement charge le Comité de gestion d'ACTIRIS d'inviter l'association à une telle audition.
  Le Gouvernement peut suspendre ladite publication pour une durée qu'il détermine et qui ne peut aller au-delà de la date de la décision définitive rendue en cas de recours contre la décision.
Afdeling 2. - Hernieuwingsprocedure
Section 2. - Procédure de renouvellement
Art.8. § 1. Een aanvraag tot hernieuwing dient bij ACTIRIS ten vroegste twaalf maanden voor het verstrijken van de lopende erkenning ingediend te worden.
  § 2. Deze aanvraag tot hernieuwing wordt voor advies aan het Beheerscomité van ACTIRIS en aan de ESRBHG voorgelegd.
  Deze adviezen moeten meer bepaald de handhaving van de erkenningsvoorwaarden bedoeld door de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten en het verslag van stelselmatige opvolging in rekening nemen.
  ACTIRIS maakt de relevante documenten aan de ESRBHG over ofwel op eigen initiatief, ofwel op vraag van deze.
  § 3. De termijnen voorzien in de artikels 3, 4, 6 paragraaf 2 en 7 zijn op de procedure voor vernieuwing van toepassing.
  § 4. In geval van niet-hernieuwing van de erkenning, gaat de beslissing 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van kracht.
  Geen enkele beslissing voor niet-hernieuwing kan genomen worden indien de partijen niet de mogelijkheid hebben gekregen om door het beheerscomité van Actiris gehoord te worden.
  In voorkomend geval, geeft de Regering aan het beheerscomité van Actiris de opdracht om de vereniging voor een dergelijke horing uit te nodigen.
Art.8. § 1er. Une demande de renouvellement doit être introduite auprès d' ACTIRIS au plus tôt douze mois avant l'expiration de l'agrément en cours.
  § 2. Cette demande de renouvellement est soumise pour avis au Comité de gestion d'ACTIRIS et au CESRBC.
  Ces avis doivent notamment prendre en compte le maintien des conditions d'agréments visées par l'ordonnance et ses arrêtés d'exécution et le rapport du suivi systématique.
  ACTIRIS transmet les documents pertinents au CESRBC soit d'initiative soit à la demande de celui-ci.
  § 3. Les délais prévus aux articles 3, 4, 6 paragraphe 2 et 7 sont applicables à la procédure de renouvellement.
  § 4. En cas de non renouvellement d'agrément, la décision prend cours cent quatre vingt jours après la publication au Moniteur Belge.
  Aucune décision de non renouvellement ne peut être prise si les parties n'ont pas eu la possibilité d'être entendue par le Comité de gestion d'ACTIRIS;
  Le cas échéant, le Gouvernement charge le Comité de gestion d'ACTIRIS d'inviter l'association à une telle audition.
HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de " missions locales pour l'emploi " en van de lokale werkwinkels
CHAPITRE III. - Obligations des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels "
Afdeling 1. - De overeenkomst
Section 1re. - De la convention
Art.9. § 1. De overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie moet ten laatste twee maanden voor het verstrijken van de lopende overeenkomst afgesloten worden.
  § 2. Ten laatste 240 dagen voor het verstrijken van de lopende overeenkomst, nodigt Actiris de vereniging uit om een nieuwe overeenkomst af te sluiten en maakt hij een geschreven voorstel over.
  § 3. Indien er in de loop van de besprekingen tussen Actiris en de vereniging onenigheid over de inhoud van de overeenkomst blijft bestaan, kan de meest gerede partij de onenigheid aan de Minister voorleggen die op zijn beurt het Samenwerkingscomité raadpleegt.
  Het Samenwerkingscomité probeert de standpunten dichter bij elkaar te brengen.
  § 4. Wanneer hij zoals in § 3 voormeld, geraadpleegd wordt, brengt het samenwerkingscomité verslag uit aan de Minister zodra hij vaststelt dat de standpunten niet tijdig zullen kunnen verzoend worden om de overeenkomst binnen de termijn zoals opgelegd in § 1 af te sluiten.
  § 5. In het geval voorzien in § 4, alsook wanneer er geen enkele overeenkomst binnen de termijn als voorzien in § 1 ondertekend wordt, stelt de Minister een ontwerp van overeenkomst op, waarbij hij rekening houdt met het verslag van het Samenwerkingscomité, de criteria die door dit comité zijn opgesteld en de bestaande overeenkomsten tussen Actiris en de andere verenigingen.
  Dit ontwerp wordt ter ondertekening aan de partijen voorgelegd.
Art.9. § 1er. La convention visée à l'article 6 de l'ordonnance doit être conclue au plus tard deux mois avant l'expiration de la convention en cours.
  § 2. Au plus tard 240 jours avant l'expiration de la convention en cours, Actiris invite l'association à conclure une nouvelle convention et transmet une proposition écrite.
  § 3. Si au cours des discussions entre Actiris et l'association, un désaccord sur le contenu de la convention persiste, la partie la plus diligente peut soumettre le désaccord au Comité de collaboration.
  Le Comité de collaboration tente de rapprocher les points de vue.
  § 4. Lorsqu'il est saisi comme il est dit au paragraphe 3, le comité de collaboration fait rapport au Ministre dès qu'il constate que les points de vue ne pourront être rapprochés à temps pour conclure la convention dans le délai imparti au paragraphe 1.
  § 5. Dans le cas prévu au paragraphe 4, ainsi que si aucune convention n'est signée dans le délai prévu au paragraphe 1er, le Ministre arrête un projet de convention en tenant compte du rapport du Comité de collaboration, des critères établis par celui-ci et des conventions existantes entre Actiris et les autres associations.
  Ce projet est soumis à la signature des parties.
Art.10. De overeenkomst zal zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen bevatten dewelke tegen elkaar in afweging kunnen worden gebracht.
  De doelstellingen en de indicatoren moeten voldoende in de overeenkomst omschreven en gedefinieerd worden :
  - op een positieve, eenvoudige en duidelijke manier;
  - op een meetbare manier;
  - op een manier die wederzijdse verbintenissen impliceert en die rekening houdt zowel met de materiële en menselijke middelen als met de socio-economische context;
  - voor een welomschreven periode in de tijd, in lijn met ofwel het jaarlijks verslag, ofwel met de driejaarlijkse evaluatie zoals bedoeld in artikel 2, § 2, 3°.
Art.10. La convention mentionnera tant des objectifs qualitatifs que quantitatifs, pouvant se pondérer.
  Les objectifs et les indicateurs doivent être décrits à suffisance dans la convention et définis :
  - de manière positive, simple et précise;
  - de manière mesurable;
  - d'une manière qui implique des engagements réciproques et tient compte tant des moyens matériels et humains que du contexte socio-économique;
  - pour une période définie dans le temps, en phase soit avec le rapport annuel, soit avec l'évaluation triennale telle que visée à l'article 2, paragraphe 2, 3°.
Afdeling 2. - Modaliteiten voor de evaluatie van de overeenkomst
Section 2. - Modalités d'évaluation de la convention
Art.11. De evaluatie van de kwantitatieve doelstellingen gebeurt op basis van verwezenlijkings- en resultaatsindicatoren waarvan de beoordeling onder meer gebaseerd is op het NPW en het jaarlijks activiteitenverslag.
  De evaluatie van de kwalitatieve doelstellingen gebeurt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag.
Art.11. L'évaluation des objectifs quantitatifs est faite sur la base d'indicateurs de réalisation et de résultat dont l'appréciation se fonde notamment sur le RPE et du rapport annuel d'activité.
  L'évaluation des objectifs qualitatifs est faite sur la base du rapport annuel d'activité.
Art.12. Onverminderd het jaarlijks verslag zoals bedoeld in artikel 2, § 2, 3°, moet de overeenkomst noodzakelijkerwijze een procedure met korte termijnen voorzien :
  - via dewelke de ene partij de andere moet waarschuwen over gebreken die ze haar ten laste legt;
  - via dewelke de ene partij de andere moet verwittigen over nieuwe omstandigheden waarmee ze geconfronteerd wordt en die de goede uitvoering van de overeenkomst verhinderen.
  In voorkomend geval, verduidelijkt de overeenkomst of deze termijnen zijn voorzien onder verval van rechten.
  De procedure voorziet noodzakelijkerwijze het advies van het Samenwerkingscomité.
Art.12. Sans préjudice du rapport annuel visé à l'article 2, § 2, 3°, la convention doit prévoir obligatoirement une procédure impliquant un bref délai :
  - par laquelle une partie doit avertir l'autre des manquements qu'elle lui impute;
  - par lesquels une partie doit avertir l'autre des circonstances nouvelles auxquelles elle fait face et qui empêche la bonne exécution de la convention.
  Le cas échéant, la convention précise si ces délais sont prévus sous peine de déchéance.
  La procédure prévoit obligatoirement l'avis du Comité de Collaboration.
Afdeling 3. - Stelselmatige opvolging
Section 3. - Suivi systématique
Art.13. § 1. De " mission locale pour l'emploi " of de lokale werkwinkel gaat over tot de stelselmatige digitale invoering van acties bepaald in art. 4, § 1, van de ordonnantie in het NPW overeenkomstig de coderingsnormen omschreven in de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie.
  § 2. De mission locale pour l'emploi of de " lokale werkwinkel " gaat over tot de systematische invoering van de werkaanbiedingen in het NWP overeenkomstig de coderingsnormen van prospectie voorzien in de overeenkomst.
  § 3. ACTIRIS levert maandelijks een statistisch verslag af over de uitgevoerde coderingen in het NPW aan de " mission locale pour l'emploi " of aan de lokale werkwinkel.
Art.13. § 1er. La mission locale pour l'emploi ou le " lokale werkwinkel " procède à l'encodage systématique des actions définies à l'article 4, paragraphe 1er de l'ordonnance dans le RPE conformément aux standards d'encodage prévus dans la convention visée à l'article 6 de l'ordonnance.
  § 2. La mission locale pour l'emploi ou le " lokale werkwinkel " procède à l'encodage systématique des offres d'emploi dans le RPE conformément aux standards d'encodage de prospection prévus dans la convention.
  § 3. ACTIRIS fournit mensuellement un rapport statistique des encodages effectués dans le RPE à la mission locale pour l'emploi ou au " lokale werkwinkel ".
HOOFDSTUK IV. - Subsidiëringsnormen
CHAPITRE IV. - Normes de subventionnement
Afdeling 1. - Forfaitair bedrag van de subsidie
Section 1re. - Montant forfaitaire de la subvention
Onderafdeling 1. - Forfaitair bedrag van de subsidie toegewezen aan de missions locales pour l'emploi
Sous-section 1re. - Montant forfaitaire de la subvention allouée aux missions locales pour l'emploi
Art.14. [1 § 1. ACTIRIS kent, binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten, een jaarlijkse subsidie toe aan elke vereniging als bedoeld in artikel 1, 3°. Volgens de regels bepaald door dit besluit wordt het bedrag van deze subsidie door de overeenkomst vastgelegd.
   § 2. Het bedrag van de subsidie moet overeenstemmen met de som van de voorziene bedragen om de volgende zaken te waarborgen : de financiering van een basisteam, de financiering van een team voor de algemene opdrachten dat, na afloop van twee driejaarlijkse overeenkomsten de begeleiding van een aantal werkzoekenden wil dekken die met 10% van de getelde werkzoekenden in de perimeter in 2012 overeenstemt, de financiering van een team voor de specifieke opdrachten en de financiering van de werkingskosten :
   1° het financieringsbedrag van het basisteam wordt berekend door een forfaitair bedrag van 630.000 euro te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die afhangt van het aandeel van de gewestelijke tussenkomst in de transversale kosten van de "mission locale". Deze coëfficiënt kan tussen 0,67 en 1 schommelen,
   2° het financieringsbedrag van het team voor de algemene opdrachten wordt berekend door een forfaitair bedrag van 60.000 euro te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die gelijk is aan het aantal begeleidingen van werkzoekenden als bedoeld in § 4, 4° gedeeld door 150. Deze coëfficiënt kan tussen 3 en 15 schommelen,
   3° het financieringsbedrag van het team voor de bijzondere opdrachten wordt berekend door een forfaitair bedrag van 60.000 euro te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die afhangt van het aandeel van de gewestelijke tussenkomst in de opdrachten bepaald door artikel 4 en artikel 5 van de ordonnantie, alsook in andere inschakelingsprojecten bepaald met ACTIRIS. Deze coëfficiënt kan tussen 2 en 3 schommelen,
   4° het financieringsbedrag voor werkingskosten wordt op 15% van de som van de bedragen bepaald in 2° en 3° vastgelegd.
   § 3. De overeenkomst moet de indexering van de subsidiebedragen voorzien op basis van de loonmassa gekoppeld aan de baremieke evolutie zoals die door collectieve arbeidsovereenkomsten van toepassing op de " mission locale " en lokale werkwinkels en in de non profitakkoorden is vastgesteld. Ze bepaalt op welke wijze met deze evolutie rekening wordt gehouden voor de bepaling van de subsidiebedragen.
   § 4. De overeenkomst bepaalt voor elk jaar :
   1° de evolutie van de coëfficiënten als bedoeld in § 2, 1°, 2° en 3° ;
   2° het aandeel van de subsidie dat als veranderlijk bedrag beschouwd moet worden in de zin van artikel 16 van de ordonnantie en de wijze waarop dit moet toenemen, onverminderd de bedragen bepaald in artikel 14/1;
   3° het minimumaantal voltijdse equivalenten toegewezen aan het basisteam als bedoeld in § 2, 1° ;
   4° het minimumaantal begeleidingen van werkzoekenden ingeschreven bij ACTIRIS. ACTIRIS verwijst twee derde van deze werkzoekenden door naar de " missions locales " of de lokale werkwinkels volgens de nadere regels die de overeenkomst bepaalt.]1
  

Modifications

[1]  <BESL 2014-05-16/17, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Art.14. [1 § 1. ACTIRIS octroi, dans les limites des crédits prévus à cet effet, une subvention annuelle à chaque association visée à l'article 1er, 3°. Le montant de cette subvention est fixé par la convention, selon les règles déterminées par le présent arrêté.
   § 2. Le montant de la subvention doit correspondre à la somme des montants prévus pour assurer le financement d'une équipe de base, le financement d'une équipe dédiée aux missions générales qui vise, au terme de deux conventions triennales, à couvrir l'accompagnement d'un nombre de demandeurs d'emploi correspondant à 10 % des demandeurs d'emploi recensés dans le périmètre en 2012, le financement d'une équipe dédiée aux missions spécifiques, et le financement des frais de fonctionnement :
   1° le montant du financement de l'équipe de base est calculé en multipliant un forfait de 630.000 euros par un coefficient qui est fonction de la part de l'intervention régionale dans les coûts transversaux de la mission locale. Ce coefficient peut varier entre 0,67 et 1,
   2° le montant du financement de l'équipe dédié aux missions générales est calculé en multipliant un forfait de 60.000 euros par un coefficient qui est égal au nombre d'accompagnements de demandeurs d'emploi visés au § 4, 4° divisé par 150. Ce coefficient peut varier entre 3 et 15,
   3° le montant du financement d'une équipe dédiée aux missions spécifiques est calculé en multipliant un forfait de 60.000 euros par un coefficient qui est fonction de la part de l'intervention régionale dans les missions définies par l'ordonnance à l'article 5, ainsi qu'à d'autres projets d'insertion définis avec ACTIRIS. Ce coefficient peut varier entre 2 et 3,
   4° le montant du financement de frais de fonctionnement est fixé à 15 % de la somme des montants définis aux 2° et 3°.
   § 3. La convention doit prévoir l'indexation des montants de la subvention sur base de la masse salariale liée à l'évolution barémique tel que fixée par les conventions collectives de travail applicables aux missions locales et " lokale werwinkels " et dans les accords du non-marchand. Elle détermine de quelle manière cette évolution est prise en compte pour la détermination des montants de la subvention.
   § 4. La convention détermine pour chaque année :
   1° l'évolution des coefficients visés au § 2, 1°, 2° et 3° ;
   2° la part de la subvention qui doit être considérée comme montant variable au sens de l'article 16 de l'ordonnance et la manière dont elle est amenée à progresser, sans préjudice des montants prévus à l'article 14/1;
   3° le nombre minimum d' équivalents temps plein affectés à l'équipe de base visée au § 2, 1° ;
   4° le nombre minimum d'accompagnements de demandeurs d'emploi inscrits chez ACTIRIS. Deux tiers de ces demandeurs d'emploi sont adressés aux missions locales et lokale werkwinkels par ACTIRIS selon des modalités définies par la convention.]1
  

Modifications

[1]  <ARR 2014-05-16/17, art. 2, 002; En vigueur : 16-05-2014>
Art.14/1. [1 Voor de toepassing van dit besluit mogen de subsidies als bedoeld in artikel 14, § 2 niet lager zijn dan de bedragen van de financiering die door de " missions locales " en lokale werkwinkels momenteel voor de invoering van de door de ordonnantie beoogde acties ontvangen worden.]1
  

Modifications

[1]  <Ingevoegd bij BESL 2014-05-16/17, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Art. 14/1. [1 Pour l'application du présent arrêté, les subventions visées à l'article 14, § 2 ne peuvent être inférieures aux montants des financements actuellement perçus par les missions locales et " lokale werwinkels " pour la mise en oeuvre des actions visées par l'ordonnance.]1
  

Modifications

[1]  <Inséré par ARR 2014-05-16/17, art. 3, 002; En vigueur : 16-05-2014>
Onderafdeling 2. - Forfaitair bedrag van de subsidie toegewezen aan de lokale werkwinkels
Sous-section 2. - Montant forfaitaire de la subvention alloué eaux " lokale werkwinkels "
Art.15. [1 Onverminderd de bepalingen van de overeenkomst bepalen de "missions locales" en de lokale werkwinkel vrij de verdeling van de subsidie over de verschillende opdrachten en de verschillende kosten. Niettemin bepaalt de overeenkomst de wijze waarop de gesubsidieerde contractuele arbeidsplaatsen, in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen, voor de vereffening van de werkingssubsidie in aanmerking genomen worden. De overeenkomst of een bijgevoegde overeenkomst bepaalt de voorwaarden voor toewijzing van elke gesubsidieerde contractueel.]1
  

Modifications

[1]  <BESL 2014-05-16/17, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Art.15. [1 Sans préjudice des dispositions de la convention, les missions locales et " lokale werkwinkels " sont libres de la répartition de la subvention entre ses différentes missions et ses différents coûts. Toutefois, la convention détermine la manière dont les emplois contractuels subventionnés, au sens de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 28 novembre 2002 relatif au régime des contractuels subventionnés, sont pris en considération dans la liquidation du subside de fonctionnement. Les conditions de l'affectation de chaque agent contractuel subventionné sont déterminées par la convention ou par une convention annexe.]1
  

Modifications

[1]  <ARR 2014-05-16/17, art. 4, 002; En vigueur : 16-05-2014>
Afdeling 2. - Veranderlijk bedrag van de subsidie
Section 2. - Montant variable de la subvention
Art.16. [1 § 1. Het forfaitair bedrag van de subsidie voor het geheel van de lokale werkwinkels stemt overeen met een bedrag dat gelijk is aan 25% van de som van de subsidies van de "missions locales".
   § 2. Artikel 14 is van toepassing op de lokale werkwinkels. Ter eerbiediging van het beginsel verzekerd door § 1 mag ACTIRIS echter coëfficiënten vastleggen die lager of hoger zijn dan die welke in artikel 14, § 2, 1°, 2° en 3° bepaald zijn.]1
  

Modifications

[1]  <BESL 2014-05-16/17, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Art.16. [1 § 1er. Le montant forfaitaire de la subvention pour l'ensemble des " lokale werkwinkels " équivaut à un montant égal à 25 % de la somme des subsides des missions locales.
   § 2. L'article 14 est applicable aux " lokale werkwinkels ". Toutefois, afin d'assurer le respect du principe assuré au § 1. ACTIRIS peut déterminer des coefficients inférieurs ou supérieurs à ceux prévus à l'article 14, § 2, 1°, 2° et 3°.]1
  

Modifications

[1]  <ARR 2014-05-16/17, art. 5, 002; En vigueur : 16-05-2014>
Afdeling 3. - Voorwaarden voor toekenning en intrekking van de subsidie
Section 3. - Conditions d'octroi et de retrait du subside
Art.17. [1 § 1. De subsidies als bedoeld in hoofdstuk IV van de ordonnantie worden toegekend voor zover en in de mate dat de " missions locales " en de lokale werkwinkels de bepalingen en voorwaarden opgelegd door de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie naleeft en vervult. Verzuim van naleving van deze doelstellingen kan echter geen aanleiding geven tot de terugbetaling van reeds gestorte subsidies, behalve in het geval waarin ACTIRIS aantoont dat onvoldoende middelen werden gewijd aan hun vervulling. In voorkomend geval bepaalt de overeenkomst de criteria volgens welke verondersteld wordt dat er voldoende middelen aan de vervulling van de doelstelling werden gewijd. Ze kan met name het aantal aan deze of gene opdracht toe te wijzen voltijdse equivalenten bepalen.
   § 2. De overeenkomst kan de subsidie eveneens aan de uitvoering van bepaalde specifieke, tussen partijen onderhandelde opdrachten koppelen, met name voor het vervullen of wijzigen van projectoproepen die op het ogenblik van haar inwerkingtreding lopende zijn.]1
  

Modifications

[1]  <BESL 2014-05-16/17, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2014>
Art.17. [1 § 1. Les subventions visées au chapitre IV de l'ordonnance sont accordées pour autant que et dans la mesure où les missions locales et " lokale werkwinkels " respectent et remplissent les dispositions et conditions imposées par la convention visée à l'article 6 de l'ordonnance. Toutefois, le non-respect de ces objectifs ne peut donner lieu au remboursement de subsides déjà liquidés, sauf dans le cas où ACTIRIS peut prouver que des moyens suffisants n'ont pas été consacrés à leur poursuite. Le cas échéant, la convention défini les critères par lesquels les moyens suffisants sont supposés être affectés à l'objectif. Elle peut notamment stipuler le nombre d'équivalent temps plein devant être affectés à une mission.
   § 2. La convention peut également lier le subside à l'exécution de certaines missions spécifiques négociées entre parties, notamment pour la poursuite, ou la modification d'appels à projets en cours d'exécution au moment de son entrée en vigueur.]1
  

Modifications

[1]  <ARR 2014-05-16/17, art. 6, 002; En vigueur : 16-05-2014>
Art.18. Onverminderd de toepassing van de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie, verliest de " mission locale pour l'emploi " of lokale werkwinkel het voordeel van de subsidies als bedoeld in hoofdstuk IV van de ordonnantie wanneer haar erkenning wordt ingetrokken overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V van dit besluit.
Art.18. Sans préjudice de l'application de la convention visée à l'article 6 de l'ordonnance, la mission locale pour l'emploi ou le " lokale werkwinkel " perd le bénéfice des subventions visées au chapitre IV de l'ordonnance lorsque son agrément lui est retiré conformément aux dispositions du chapitre V du présente arrêté.
HOOFDSTUK V. - Procedure van intrekking van de erkenning
CHAPITRE V. - Procédure de retrait de l'agrément
Art.19. § 1. Onverminderd de toepassing van de overeenkomst bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie, indien hij een tekortkoming vaststelt als bedoeld in art. 13 § 1 van de ordonnantie, meer bepaald na hierover door Actiris of door het Bestuur door middel van een omstandig verslag ingelicht te zijn, kan de Minister de vereniging vragen om een einde aan de tekortkoming te stellen binnen een termijn van negentig dagen op straffe van het uitspreken van de intrekking van de erkenning indien de vereniging zich niet in regel heeft gesteld.
  Het Bestuur deelt de beslissing van de Minister aan de vereniging per aangetekende zending mee en nodigt ze uit om het onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke corrigerende maatregel die genomen zou worden. De termijn voorzien in het voorgaande lid loopt vanaf de datum van deze kennisgeving.
  § 2. Bij het verstrijken van de termijn voorzien in § 1, maakt het Bestuur verslag uit van de eventuele corrigerende maatregelen en hun tenuitvoelegging. Indien de terkortkoming blijft duren licht de Minister er het Beheerscomité van Actiris en de ESRBHG over in.
  § 3. Alvorens het advies voorzien in § 4 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen.
  § 4. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven een gemotiveerd advies over de tekortkoming, ten laatste binnen de 60 dagen na onstangst van de mededeling voorzien in § 2.
Art.19. § 1er. Sans préjudice de l'application de la convention visée à l'article 6 de l'ordonnance, lorsqu'il constate un manquement visé à l'art. 13 paragraphe 1er de l'ordonnance, notamment après en avoir été avisé par Actiris ou par l'Administration au moyen d'un rapport circonstancié, le Ministre peut demander à l'association de mettre fin au manquement dans un délai de nonante jours sous peine de prononcer le retrait de l'agrément si l'association ne s'est pas mise en règle.
  L'Administration notifie la décision du Ministre par courrier recommandé à l'association et l'invite à l'avertir immédiatement de toute mesure correctrice qui serait adoptée. Le délai prévu à l'alinéa précédent court à dater de cette notification.
  § 2. Passé le délai prévu au § 1, l'Administration fait rapport des éventuelles mesures correctrices et de leur mise en oeuvre. Si le manquement subsiste, le Ministre en avise le Comité de gestion d'Actiris et le CESRBC.
  § 3. Avant de rendre l'avis prévu au § 4 et au plus tard dans les trente jours de la réception de l'avis prévu au § 2, le CESRBC convoque l'association afin de l'entendre en ses explications.
  § 4. Le CESRBC et le Comité de gestion d'Actiris rendent un avis motivé sur le manquement au plus tard dans les 60 jours de la réception de l'avis prévu au § 2.
Art.20. § 1. Wanneer de vereniging haar operationele doelstellingen gedurende twee opeenvolgende jaren niet heeft bereikt, zoals vermeld in artikel 13 § 2 van de ordonnantie, licht Actiris de Minister daarvan in door middel van een omstandig verslag.
  § 2. De Minister brengt het Beheerscomité van Actiris en de ESRBHG op de hoogte over de tekortkoming.
  § 3. Alvorens het advies voorzien in § 4 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen.
  § 4. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven ten laatste binnen de 60 dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2 een gemotiveerd advies over de tekortkoming.
Art.20. § 1er. Lorsque l'association n'a pas réalisé ses objectifs opérationnels pendant deux années consécutives, ainsi qu'il est dit à l'article 13 paragraphe 2 de l'ordonnance, Actiris en avise le Ministre au moyen d'un rapport circonstancié.
  § 2. Le Ministre avise du manquement le Comité de gestion d'Actiris et le CESRBC.
  § 3. Avant de rendre l'avis prévu au § 4 et au plus tard dans les les trente jours de la réception de l'avis prévu au paragraphe 2, le CESRBC convoque l'association afin de l'entendre en ses explications.
  § 4 Le CESRBC et le Comité de gestion d'Actiris rendent un avis motivé sur le manquement au plus tard dans les 60 jours de la réception de l'avis prévu au paragraphe 2.
Art.21. § 1. Wanneer hij vaststelt dat de vereniging de erkenning heeft bekomen op basis van verklaringen die vals, onvolledig of onjuist blijken te zijn, en dit, met een frauduleuze bedoeling, meer bepaald na hierover door Actiris middels een omstandig rapport ingelicht te zijn, licht de Minister de vereniging hiervan in per aangetekende brief. Hij brengt eveneens het Beheerscomité van ACTIRIS en de ESRBHG op de hoogte.
  § 2. Alvorens het advies voorzien in § 3 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 1, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen.
  § 3. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven een gemotiveerd advies over de tekortkoming ten laatste 60 dagen na de ontvangst van de mededeling voorzien in § 1.
Art.21. § 1er. Lorsqu'il constate que l'association a obtenu l'agrément sur la base de déclarations qui s'avèrent fausses, incomplètes ou inexactes, et ce, dans un but frauduleux notamment après en avoir été avisé par Actiris au moyen d'un rapport circonstancié, le Ministre en avise l'association par recommandé. Il avise également le Comité de gestion d'ACTIRIS et le CESRBC.
  § 2. Avant de rendre l'avis prévu au paragraphe 3 et au plus tard dans les les trente jours de la réception de l'avis prévu au paragrpahe premier, le CESRBC convoque l'association afin de l'entendre en ses explications.
  § 3. Le CESRBC et le Comité de gestion d'Actiris rendent un avis motivé sur le manquement au plus tard dans les 60 jours de la réception de l'avis prévu au paragraphe premier.
Art.22. § 1. De Regering kan de erkenning op voorstel van de Minister intrekken, door kennis te nemen van de adviezen zoals bepaald, naargelang het geval, in de artikelen 19, 20 of 21, tenzij deze niet binnen de termijn werden gegeven.
  § 2. De Minister deelt de intrekking aan de vereniging mee.
  § 3. De beslissing tot intrekking wordt gepubliceerd in het Staatsblad.
Art.22. § 1er. Le Gouvernement peut retirer l'agrément sur proposition du Ministre, et en prenant connaissance des avis visés, selon le cas, aux articles 19, 20 ou 21, à moins que ceux-ci n'aient pas été rendus dans le délai.
  § 2. Le Ministre notifie le retrait à l'association.
  § 3. La décision de retrait est publiée au Moniteur.
Art.23. In geval van intrekking van de erkenning gaat de beslissing van kracht 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  Onverminderd andere bepalingen die in de beslissing voor intrekking zijn opgenomen, is geen enkele subsidie nog verschuldigd vanaf de beslissing van intrekking.
  De Regering kan de terugbetaling van de reeds toegekende subsidies die niet noodzakelijk zijn voor de vereffening, vragen.
Art.23. En cas de retrait d'agrément, la décision prend cours 180 jours après la publication au Moniteur Belge.
  Sans préjudice d'autres dispositions prises dans la décision de retrait, plus aucune subvention n'est due à partir de la décision de retrait.
  Le Gouvernement peut demander le remboursement des subventions déjà octroyées et non nécessaires à la liquidation.
Art.24. § 1. De beslissing van de Regering houdende weigering of intrekking van de erkenning brengt voor de vereniging het verbod met zich mee om de benaming " mission locale pour l'emploi " te gebruiken.
  § 2. De beslissing van de Regering houdende weigering of intrekking van de erkenning brengt voor de " lokale werkwinkel " het verbod met zich mee om de subactiviteiten bedoeld in artikel 3, paragraaf 1 van de ordonnantie uit te voeren.
Art.24. § 1er. La décision du Gouvernement portant refus ou retrait de l'agrément entraîne l'interdiction, pour l'association, de porter la dénomination de " mission locale pour l'emploi ".
  § 2. La décision du Gouvernement portant refus ou retrait de l'agrément entraîne l'interdiction, pour le " lokale werkwinkel " d'exercer les sous-activités visées à l'article 3, paragraphe 1er de l'ordonnance.
HOOFDSTUK VI.
CHAPITRE VI.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
CHAPITRE VII. - Dispositions finales
Art.26. De eerste overeenkomst treedt ten laatste in werking op het einde van de periode van twee jaar zoals bepaald in artikel 20, paragraaf 1, van de ordonnantie.
Art.26. La première convention entre en vigueur au plus tard au terme de la période de deux ans visée à l'article 20, paragraphe premier, de l'ordonnance.
Art.27. De artikelen 1 tot en met 14, 16 en 17 en 19 tot en met 21 van de ordonnantie van 27 november 2008 met betrekking tot de ondersteuning van de " missions locales pour l'emploi " en lokale werkwinkels treden in werking op de dag van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.27. Les articles 1re jusqu'à 14 inclus, 16 et 17 et 19 jusqu'à 21 inclus de l'ordonnance du 27 novembre 2008 relative au soutien des missions locales pour l'emploi et des " lokale werkwinkels " entrent en vigueur à la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 28. De Minister met Tewerkstelling in zijn bevoegdheden wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 28. Le Ministre ayant l'Emploi dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.