Artikel 1. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 juni 2004, 8 juli 2004 en 25 februari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 4° en 5° vervangen als volgt :
" 4° zowel statutair als contractueel wetenschappelijk personeel;
5° zowel statutair als contractueel, administratief en technisch personeel; "
2° in de paragrafen 2 en 3 worden de woorden " de statuten " vervangen door de woorden " de statuten of de stelsels ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
12 JUNI 2012. - Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen betreffende de statuten van de federale wetenschappelijke instellingen
Titre
12 JUIN 2012. - Arrêté royal portant diverses modifications relatives aux statuts des établissements scientifiques fédéraux
Informations sur le document
Numac: 2012021090
Datum: 2012-06-12
Info du document
Numac: 2012021090
Date: 2012-06-12
Table des matières
Tekst (40)
Texte (40)
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen
CHAPITRE Ier. - Modification de l'arrêté royal du 20 avril 1965 fixant le statut organique des établissements scientifiques fédéraux
Article 1er. A l'article 5 de l'arrêté royal du 20 avril 1965 fixant le statut organique des établissements scientifiques fédéraux, modifié par les arrêtés royaux des 5 juin 2004, 8 juillet 2004 et 25 février 2008, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le paragraphe 1er, les 4° et 5° sont remplacées par ce qui suit :
" 4° du personnel scientifique tant statutaire que contractuel;
5° du personnel administratif et du personnel technique tant statutaire que contractuel; "
2° dans les paragraphes 2 et 3, les mots " les statuts " sont remplacés par les mots " les statuts ou les régimes ".
1° dans le paragraphe 1er, les 4° et 5° sont remplacées par ce qui suit :
" 4° du personnel scientifique tant statutaire que contractuel;
5° du personnel administratif et du personnel technique tant statutaire que contractuel; "
2° dans les paragraphes 2 et 3, les mots " les statuts " sont remplacés par les mots " les statuts ou les régimes ".
Art.2. In artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde streepje, luidende :
" - de specifieke wetenschappelijke functies van hoofd van een wetenschappelijke dienst en hoofd van een wetenschappelijk programma. ";
2° paragraaf 3 wordt aangevuld als volgt :
" Eenzelfde directeur van een ondersteunende dienst kan zijn tijd verdelen over verscheidene instellingen, op voorwaarde dat hij uitsluitend activiteiten verricht als directeur van een ondersteunende dienst in elk van die instellingen.
In alle gevallen, de oprichting van gedeelde directeur zal moeten gebeuren via protocollen waarin geregld wordt hoe de tijd in de kosten onder de betrokken instellingen worden verdeeld. " ;
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4 luidende :
" § 4. In de zin van § 1, is een wetenschappelijke dienst of een wetenschappelijk programma een eenheid of een door de directieraad van de instelling ingestelde groepering van personeelsleden om een betere organisatie ervan te garanderen in het kader van de uitvoering van zijn opdrachten en het behalen van zijn doelstellingen.
De wetenschappelijke dienst past in een langetermijnbeheer van de instelling. Een wetenschappelijk programma is op zich tijdelijk.
Om ze te kunnen oprichten, moeten die structuren minstens een van de volgende voorwaarden vervullen :
1° behalve het hoofd, een aantal voltijds equivalente medewerkers tellen van minstens vier leden van het wetenschappelijk personeel;
2° beschikken over een eigen jaarbudget van minstens 500.000,00 euro. Het in aanmerking genomen budget omvat de totale middelen waarover de betrokken eenheid beschikt om haar doelstellingen te halen. Zij kunnen afkomstig zijn van diverse, publieke of private, nationale of internationale bronnen, en omvatten met name de werkingskredieten, de investering en de afschrijving van het op jaarbasis berekende materiaal, alsook de bezoldigingen van de aan voornoemde eenheid toegewezen personeelsleden. "
1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een derde streepje, luidende :
" - de specifieke wetenschappelijke functies van hoofd van een wetenschappelijke dienst en hoofd van een wetenschappelijk programma. ";
2° paragraaf 3 wordt aangevuld als volgt :
" Eenzelfde directeur van een ondersteunende dienst kan zijn tijd verdelen over verscheidene instellingen, op voorwaarde dat hij uitsluitend activiteiten verricht als directeur van een ondersteunende dienst in elk van die instellingen.
In alle gevallen, de oprichting van gedeelde directeur zal moeten gebeuren via protocollen waarin geregld wordt hoe de tijd in de kosten onder de betrokken instellingen worden verdeeld. " ;
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4 luidende :
" § 4. In de zin van § 1, is een wetenschappelijke dienst of een wetenschappelijk programma een eenheid of een door de directieraad van de instelling ingestelde groepering van personeelsleden om een betere organisatie ervan te garanderen in het kader van de uitvoering van zijn opdrachten en het behalen van zijn doelstellingen.
De wetenschappelijke dienst past in een langetermijnbeheer van de instelling. Een wetenschappelijk programma is op zich tijdelijk.
Om ze te kunnen oprichten, moeten die structuren minstens een van de volgende voorwaarden vervullen :
1° behalve het hoofd, een aantal voltijds equivalente medewerkers tellen van minstens vier leden van het wetenschappelijk personeel;
2° beschikken over een eigen jaarbudget van minstens 500.000,00 euro. Het in aanmerking genomen budget omvat de totale middelen waarover de betrokken eenheid beschikt om haar doelstellingen te halen. Zij kunnen afkomstig zijn van diverse, publieke of private, nationale of internationale bronnen, en omvatten met name de werkingskredieten, de investering en de afschrijving van het op jaarbasis berekende materiaal, alsook de bezoldigingen van de aan voornoemde eenheid toegewezen personeelsleden. "
Art.2. Dans l'article 6bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 25 février 2008, sont apportées les modifications suivantes :
1° le paragraphe 1er est complété par un troisième tiret, rédigé comme suit :
" - les fonctions scientifiques particulières de chef de service scientifique et de chef de programme scientifique. ";
2° le paragraphe 3 est complété comme suit :
" Un même directeur de service d'appui peut partager son temps entre plusieurs établissements, à condition d'être affecté exclusivement à des activités de directeur du service d'appui dans chacun de ces établissements.
Dans tous les cas, ce partage devra se faire dans le cadre de protocoles précisant les règles de répartitions de temps et de frais entre les établissements concernés. " ;
3° l'article est complété par un paragraphe 4 rédigé comme suit :
" § 4. Au sens du § 1er, un service scientifique ou un programme scientifique est une entité ou un regroupement de membres du personnel érigé par le conseil de direction de l'établissement afin d'assurer une meilleure organisation de celui-ci dans le cadre de la réalisation de ses missions et objectifs.
Le service scientifique s'inscrit dans une gestion à long terme de l'établissement. Un programme scientifique a vocation à être temporaire.
Pour pouvoir être créées, ces structures doivent remplir au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre le chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins quatre membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel d'au moins 500.000,00 euros. Le budget pris en considération reprend les moyens globaux dont dispose l'entité concernée pour atteindre ses objectifs. Ils peuvent provenir de diverses sources, publiques ou privées, nationales ou internationales, et comprennent notamment les crédits de fonctionnement, l'investissement et l'amortissement du matériel calculé sur base annuelle, ainsi que les rémunérations des membres du personnel affectés à ladite entité. "
1° le paragraphe 1er est complété par un troisième tiret, rédigé comme suit :
" - les fonctions scientifiques particulières de chef de service scientifique et de chef de programme scientifique. ";
2° le paragraphe 3 est complété comme suit :
" Un même directeur de service d'appui peut partager son temps entre plusieurs établissements, à condition d'être affecté exclusivement à des activités de directeur du service d'appui dans chacun de ces établissements.
Dans tous les cas, ce partage devra se faire dans le cadre de protocoles précisant les règles de répartitions de temps et de frais entre les établissements concernés. " ;
3° l'article est complété par un paragraphe 4 rédigé comme suit :
" § 4. Au sens du § 1er, un service scientifique ou un programme scientifique est une entité ou un regroupement de membres du personnel érigé par le conseil de direction de l'établissement afin d'assurer une meilleure organisation de celui-ci dans le cadre de la réalisation de ses missions et objectifs.
Le service scientifique s'inscrit dans une gestion à long terme de l'établissement. Un programme scientifique a vocation à être temporaire.
Pour pouvoir être créées, ces structures doivent remplir au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre le chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins quatre membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel d'au moins 500.000,00 euros. Le budget pris en considération reprend les moyens globaux dont dispose l'entité concernée pour atteindre ses objectifs. Ils peuvent provenir de diverses sources, publiques ou privées, nationales ou internationales, et comprennent notamment les crédits de fonctionnement, l'investissement et l'amortissement du matériel calculé sur base annuelle, ainsi que les rémunérations des membres du personnel affectés à ladite entité. "
Art.3. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt het derde lid vervangen als volgt :
" De raad omvat minstens zes leden in de instellingen van eerste categorie en minstens vier leden in de instellingen van tweede categorie, evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. "
" De raad omvat minstens zes leden in de instellingen van eerste categorie en minstens vier leden in de instellingen van tweede categorie, evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. "
Art.3. Dans l'article 7, § 1er, du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 25 février 2008, l'alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :
" Le conseil comprend au minimum six membres dans les établissements de première catégorie et au minimum quatre membres dans les établissements de deuxième catégorie, autant de membres francophones que de membres néerlandophones. "
" Le conseil comprend au minimum six membres dans les établissements de première catégorie et au minimum quatre membres dans les établissements de deuxième catégorie, autant de membres francophones que de membres néerlandophones. "
Art.4. Artikel 7bis, § 2, eerste zin, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt vervangen als volgt :
" § 2. De directieraad vergaderd op geldige wijzen inden ten minste drie leden aanwezig zijn. ".
" § 2. De directieraad vergaderd op geldige wijzen inden ten minste drie leden aanwezig zijn. ".
Art.4. L'article 7bis, § 2, 1re phrase, du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 25 février 2008, est remplacé par ce qui suit :
" § 2. Le conseil de direction siège valablement lorsque trois membres au moins sont présents. ".
" § 2. Le conseil de direction siège valablement lorsque trois membres au moins sont présents. ".
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat
CHAPITRE II. - Modification de l'arrêté royal du 25 février 2008 modifiant l'arrêté royal 20 avril 1965 relatif au statut organique des établissements scientifiques de l'Etat
Art.5. In artikel 21 van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden " het instellingshoofd " en " departementshoofden " respectievelijk vervangen door de woorden " de titularis van de leidinggevende functie van trap I " en " titularissen van een leidinggevende functie van trap II ";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden " afdelingshoofden " vervangen door de woorden " titularissen van een leidinggevende functie van trap III ";
3° in paragraaf 2 worden de woorden " het instellingshoofd " vervangen door de woorden " de titularis van de leidinggevende functie van trap I ".
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden " het instellingshoofd " en " departementshoofden " respectievelijk vervangen door de woorden " de titularis van de leidinggevende functie van trap I " en " titularissen van een leidinggevende functie van trap II ";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden " afdelingshoofden " vervangen door de woorden " titularissen van een leidinggevende functie van trap III ";
3° in paragraaf 2 worden de woorden " het instellingshoofd " vervangen door de woorden " de titularis van de leidinggevende functie van trap I ".
Art.5. Dans l'article 21 de l'arrêté royal du 25 février 2008 modifiant l'arrêté royal du 20 avril 1965 relatif au statut organique des établissements scientifiques de l'Etat, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " chef d'établissement " et " chefs de département " sont respectivement remplacés par les mots " titulaire de la fonction dirigeante du degré I " et " titulaires d'une fonction dirigeante du degré II ";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots " chefs de section " sont remplacés par les mots " titulaires d'une fonction dirigeante du degré III ";
3° dans le paragraphe 2, les mots " chef d'établissement " sont remplacés par les mots " titulaire de la fonction dirigeante du degré I ".
1° dans le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " chef d'établissement " et " chefs de département " sont respectivement remplacés par les mots " titulaire de la fonction dirigeante du degré I " et " titulaires d'une fonction dirigeante du degré II ";
2° dans le paragraphe 1er, alinéa 2, les mots " chefs de section " sont remplacés par les mots " titulaires d'une fonction dirigeante du degré III ";
3° dans le paragraphe 2, les mots " chef d'établissement " sont remplacés par les mots " titulaire de la fonction dirigeante du degré I ".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt het als volgt luidende artikel 21bis ingevoegd :
" Art. 21bis. § 1. In de federale wetenschappelijke instellingen van eerste categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties en van de functies van operationeel directeur.
§ 2. In de federale wetenschappelijke instellingen van tweede categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties.
§ 3. In geval van overlijden, verhindering of ontslag van een lid van een van de bovengenoemde wetenschappelijke raden, wordt hij/zij vervangen overeenkomstig de bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 vastgestelde voorwaarden, zoals opgesteld in de lezing van vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Het nieuwe door Ons aangewezen lid voltooit het mandaat van het lid dat hij/zij vervangt. "
" Art. 21bis. § 1. In de federale wetenschappelijke instellingen van eerste categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties en van de functies van operationeel directeur.
§ 2. In de federale wetenschappelijke instellingen van tweede categorie, wordt het mandaat van de leden van de wetenschappelijke raad verlengd tot de eerste dag van de maand die volgt op de aanwijzing van de titularissen van de management- en staffuncties.
§ 3. In geval van overlijden, verhindering of ontslag van een lid van een van de bovengenoemde wetenschappelijke raden, wordt hij/zij vervangen overeenkomstig de bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 20 april 1965 vastgestelde voorwaarden, zoals opgesteld in de lezing van vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Het nieuwe door Ons aangewezen lid voltooit het mandaat van het lid dat hij/zij vervangt. "
Art.6. Dans le même arrêté, il est inséré un article 21bis rédigé comme suit :
" Art. 21bis. § 1er. Dans les établissements scientifiques fédéraux de première catégorie, le mandat des membres du conseil scientifique est prolongé jusqu'au premier jour du mois qui suit la désignation des titulaires des fonctions de management et d'encadrement et des fonctions de directeur opérationnel.
§ 2. Dans les établissements scientifiques fédéraux de deuxième catégorie, le mandat des membres du conseil scientifique est prolongé jusqu'au premier jour du mois qui suit la désignation des titulaires de fonctions de management et d'encadrement.
§ 3. En cas de décès, empêchement ou démission d'un membre d'un des conseils scientifiques visés ci-dessus, il est remplacé selon les modalités fixées par l'article 7 de l'arrêté royal du 20 avril 1965 dans la rédaction qui était la sienne avant l'entrée en vigueur du présent arrêté. Le nouveau membre désigné par Nous achève le mandat du membre qu'il remplace. ".
" Art. 21bis. § 1er. Dans les établissements scientifiques fédéraux de première catégorie, le mandat des membres du conseil scientifique est prolongé jusqu'au premier jour du mois qui suit la désignation des titulaires des fonctions de management et d'encadrement et des fonctions de directeur opérationnel.
§ 2. Dans les établissements scientifiques fédéraux de deuxième catégorie, le mandat des membres du conseil scientifique est prolongé jusqu'au premier jour du mois qui suit la désignation des titulaires de fonctions de management et d'encadrement.
§ 3. En cas de décès, empêchement ou démission d'un membre d'un des conseils scientifiques visés ci-dessus, il est remplacé selon les modalités fixées par l'article 7 de l'arrêté royal du 20 avril 1965 dans la rédaction qui était la sienne avant l'entrée en vigueur du présent arrêté. Le nouveau membre désigné par Nous achève le mandat du membre qu'il remplace. ".
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen
CHAPITRE III. - Modification de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux
Art.7. In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, wordt de twaalfde definitie vervangen als volgt :
" - " wetenschappelijk(e) personeelslid(leden) ", het (de) lid (leden) van het wetenschappelijk personeel dat (die), tegen de voorwaarden van dit statuut, als vastbenoemde zijn (hun) diensten presteert (presteren) in een instelling; ".
" - " wetenschappelijk(e) personeelslid(leden) ", het (de) lid (leden) van het wetenschappelijk personeel dat (die), tegen de voorwaarden van dit statuut, als vastbenoemde zijn (hun) diensten presteert (presteren) in een instelling; ".
Art.7. l'article 1er, § 1er, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, la douzième définition est remplacée par la disposition suivante :
" - " agent(s) scientifique(s) ", le(s) membre(s) du personnel scientifique qui, aux conditions du présent statut, preste(nt) ses (leurs) services à titre définitif dans un établissement; ".
" - " agent(s) scientifique(s) ", le(s) membre(s) du personnel scientifique qui, aux conditions du présent statut, preste(nt) ses (leurs) services à titre définitif dans un établissement; ".
Art.8. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " het wetenschappelijk personeel " vervangen door de woorden " de wetenschappelijke personeelsleden ".
Art.8. Dans l'article 2 du même arrêté, les mots " au personnel scientifique " sont remplacés par les mots " aux agents scientifiques ".
Art.9. In artikel 4, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "klasse A4" vervangen door de woorden "klasse A3";
2° in paragraaf 1, eerste lid, 4°, worden de woorden "klasse SW3" vervangen door de woorden "klasse SW2";
3° paragraaf 2, wordt aangevuld met de volgende leden :
" Als de toe te kennen functie openstaat voor kandidaten van de beide taalrollen, moet minstens één lid van de bovengenoemde jury de kennis van de tweede landstaal hebben bewezen overeenkomstig artikel 43, § 3, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, of moet de jury worden bijgestaan door een administratieve of wetenschappelijke ambtenaar welke die kennis heeft bewezen en die dan in onderlinge overeenstemming door de voorzitter en de verslaggever wordt gekozen.
Iedere voorzitter van de jury verzocht ziet toe op de naleving van de taalpariteit telkens als de jury bijeenkomt. " .
1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "klasse A4" vervangen door de woorden "klasse A3";
2° in paragraaf 1, eerste lid, 4°, worden de woorden "klasse SW3" vervangen door de woorden "klasse SW2";
3° paragraaf 2, wordt aangevuld met de volgende leden :
" Als de toe te kennen functie openstaat voor kandidaten van de beide taalrollen, moet minstens één lid van de bovengenoemde jury de kennis van de tweede landstaal hebben bewezen overeenkomstig artikel 43, § 3, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, of moet de jury worden bijgestaan door een administratieve of wetenschappelijke ambtenaar welke die kennis heeft bewezen en die dan in onderlinge overeenstemming door de voorzitter en de verslaggever wordt gekozen.
Iedere voorzitter van de jury verzocht ziet toe op de naleving van de taalpariteit telkens als de jury bijeenkomt. " .
Art.9. l'article 4 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :
1° au § 1er, alinéa 1er, 1°, les mots "classe A4" sont remplacés par les mots "classe A3";
2° au § 1er, alinéa 1er, 4°, les mots "classe SW3" sont remplacés par les mots "classe SW2";
3° le § 2 est complété par les alinéas suivants :
" Lorsqu'une fonction est ouverte à des candidats des deux rôles linguistiques, un membre du jury au moins doit avoir prouvé la connaissance de la seconde langue conformément à l'article 43, § 3, alinéa 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, soit le jury doit être assisté d'un agent administratif ou scientifique qui a prouvé cette connaissance et qui est alors choisi de commun accord par le président et le rapporteur.
Chaque président de jury veille au respect de la parité linguistique pour chaque réunion du jury. ".
1° au § 1er, alinéa 1er, 1°, les mots "classe A4" sont remplacés par les mots "classe A3";
2° au § 1er, alinéa 1er, 4°, les mots "classe SW3" sont remplacés par les mots "classe SW2";
3° le § 2 est complété par les alinéas suivants :
" Lorsqu'une fonction est ouverte à des candidats des deux rôles linguistiques, un membre du jury au moins doit avoir prouvé la connaissance de la seconde langue conformément à l'article 43, § 3, alinéa 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, soit le jury doit être assisté d'un agent administratif ou scientifique qui a prouvé cette connaissance et qui est alors choisi de commun accord par le président et le rapporteur.
Chaque président de jury veille au respect de la parité linguistique pour chaque réunion du jury. ".
Art.10. Artikel 5, § 4, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 4. In het kader van een selectieprocedure kan de jury schriftelijk worden geraadpleegd voor :
- de goedkeuring van de notulen als bedoeld in § 5 van dit artikel;
- de bepaling van de wetenschappelijke anciënniteit van de kandidaten als bedoeld in artikel 7;
- de opstelling van het profiel als bedoeld in artikel 9;
- de wijziging van wetenschappelijke activiteiten groep van een personeelslid als bedoeld in artikel 44. ".
" § 4. In het kader van een selectieprocedure kan de jury schriftelijk worden geraadpleegd voor :
- de goedkeuring van de notulen als bedoeld in § 5 van dit artikel;
- de bepaling van de wetenschappelijke anciënniteit van de kandidaten als bedoeld in artikel 7;
- de opstelling van het profiel als bedoeld in artikel 9;
- de wijziging van wetenschappelijke activiteiten groep van een personeelslid als bedoeld in artikel 44. ".
Art.10. L'article 5, § 4, du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" § 4. Dans le cadre d'une procédure de sélection, il pourra être recouru à une consultation écrite du jury pour :
- l'approbation des procès-verbaux visés au § 5 du présent article;
- la détermination de l'ancienneté scientifique des lauréats visée à l'article 7;
- l'établissement du profil visé à l'article 9;
- le changement du groupe d'activités scientifiques d'un agent visé à l'article 44. ".
" § 4. Dans le cadre d'une procédure de sélection, il pourra être recouru à une consultation écrite du jury pour :
- l'approbation des procès-verbaux visés au § 5 du présent article;
- la détermination de l'ancienneté scientifique des lauréats visée à l'article 7;
- l'établissement du profil visé à l'article 9;
- le changement du groupe d'activités scientifiques d'un agent visé à l'article 44. ".
Art.11. Artikel 6, § 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 3. De loopbaan omvat vier klassen genummerd van SW1 tot SW4, de hoogste klasse. De personeelsleden dragen de volgende titels :
Klasse SW1 : assistent-stagiair of assistent;
Klasse SW2 : werkleider;
Klasse SW3 : eerstaanwezend werkleider;
Klasse SW4 : onderzoeksleider. ".
" § 3. De loopbaan omvat vier klassen genummerd van SW1 tot SW4, de hoogste klasse. De personeelsleden dragen de volgende titels :
Klasse SW1 : assistent-stagiair of assistent;
Klasse SW2 : werkleider;
Klasse SW3 : eerstaanwezend werkleider;
Klasse SW4 : onderzoeksleider. ".
Art.11. L'article 6, § 3 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" § 3. La carrière comprend quatre classes numérotées de SW1 à SW4, qui est la plus élevée. Les agents portent les titres suivants :
Classe SW1 : assistant stagiaire ou assistant;
Classe SW2 : chef de travaux;
Classe SW3 : chef de travaux principal;
Classe SW4 : maître de recherches. ".
" § 3. La carrière comprend quatre classes numérotées de SW1 à SW4, qui est la plus élevée. Les agents portent les titres suivants :
Classe SW1 : assistant stagiaire ou assistant;
Classe SW2 : chef de travaux;
Classe SW3 : chef de travaux principal;
Classe SW4 : maître de recherches. ".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 6/1. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 6, kan de minister aan sommige wetenschappelijke personeelsleden de aanvullende titel verlenen van conservator van collecties in de instellingen die in hun permanente opdrachten, de verplichting hebben een of meerdere publieke collecties van goederen te beheren, of die van archeologische, artistieke, historische of wetenschappelijke aard zijn.
§ 2. Ieder bevestigd wetenschappelijk personeelslid kan, op zijn verzoek, worden aangesteld als conservator van collecties op voorstel van de algemeen directeur en na gunstig en gemotiveerd advies van de wetenschappelijke raad.
Het wetenschappelijk personeelslid bezorgt zijn gemotiveerde aanvraag schriftelijk aan de algemeen directeur die hem een bericht van ontvangst overhandigt.
§ 3. De algemeen directeur toetst de relevantie van de aanvraag aan de functiefiche van de betrokkene als bedoeld in artikel 35 van dit besluit.
Hij hoort de hiërarchisch meerdere van het wetenschappelijk personeelslid dat de aanvraag tot aanstelling heeft gedaan.
Uiterlijk de zestigste dag die volgt op de indiening van de aanvraag :
- legt de algemeen directeur de ontvankelijke aanvraag voor aan de wetenschappelijke raad en brengt hij het wetenschappelijk personeelslid er schriftelijk op de hoogte van of
- brengt hij het wetenschappelijk personeelslid per brief op de hoogte van de onontvankelijkheid van zijn aanvraag.
De wetenschappelijke raad is verplicht zijn advies te geven binnen zes maanden na de indiening ervan.
Zo het advies van de raad ongunstig is, wordt het personeelslid er schriftelijk van op de hoogte gebracht door de algemeen directeur.
§ 4. De algemeen directeur bezorgt de aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid aan de minister samen met het gunstige advies van de wetenschappelijke raad.
Elke aan een wetenschappelijk personeelslid verleende aanstelling heeft met terugwerkende kracht uitwerking vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag als bedoeld in § 2.
§ 5. Het wetenschappelijk personeelslid dat de functie niet meer uitoefent of van wie de functie wordt ontnomen door de wetenschappelijke raad wegens niet-uitvoering ervan, verliest automatisch de titel, het recht om hem te dragen en er staat op te maken. De minister noteert de beslissing op verzoek van de algemeen directeur. ".
" Art. 6/1. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 6, kan de minister aan sommige wetenschappelijke personeelsleden de aanvullende titel verlenen van conservator van collecties in de instellingen die in hun permanente opdrachten, de verplichting hebben een of meerdere publieke collecties van goederen te beheren, of die van archeologische, artistieke, historische of wetenschappelijke aard zijn.
§ 2. Ieder bevestigd wetenschappelijk personeelslid kan, op zijn verzoek, worden aangesteld als conservator van collecties op voorstel van de algemeen directeur en na gunstig en gemotiveerd advies van de wetenschappelijke raad.
Het wetenschappelijk personeelslid bezorgt zijn gemotiveerde aanvraag schriftelijk aan de algemeen directeur die hem een bericht van ontvangst overhandigt.
§ 3. De algemeen directeur toetst de relevantie van de aanvraag aan de functiefiche van de betrokkene als bedoeld in artikel 35 van dit besluit.
Hij hoort de hiërarchisch meerdere van het wetenschappelijk personeelslid dat de aanvraag tot aanstelling heeft gedaan.
Uiterlijk de zestigste dag die volgt op de indiening van de aanvraag :
- legt de algemeen directeur de ontvankelijke aanvraag voor aan de wetenschappelijke raad en brengt hij het wetenschappelijk personeelslid er schriftelijk op de hoogte van of
- brengt hij het wetenschappelijk personeelslid per brief op de hoogte van de onontvankelijkheid van zijn aanvraag.
De wetenschappelijke raad is verplicht zijn advies te geven binnen zes maanden na de indiening ervan.
Zo het advies van de raad ongunstig is, wordt het personeelslid er schriftelijk van op de hoogte gebracht door de algemeen directeur.
§ 4. De algemeen directeur bezorgt de aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid aan de minister samen met het gunstige advies van de wetenschappelijke raad.
Elke aan een wetenschappelijk personeelslid verleende aanstelling heeft met terugwerkende kracht uitwerking vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag als bedoeld in § 2.
§ 5. Het wetenschappelijk personeelslid dat de functie niet meer uitoefent of van wie de functie wordt ontnomen door de wetenschappelijke raad wegens niet-uitvoering ervan, verliest automatisch de titel, het recht om hem te dragen en er staat op te maken. De minister noteert de beslissing op verzoek van de algemeen directeur. ".
Art.12. Dans le même arrêté, il est inséré un article 6/1, rédigé comme suit :
" Art. 6/1. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 6, le ministre peut conférer à certains agents scientifiques, le titre complémentaire de conservateur de collections dans les établissements qui ont dans leurs missions permanentes, l'obligation de gérer une ou plusieurs collections publiques de biens qu'ils soient de nature archéologique, artistique, historique ou scientifique.
§ 2. Chaque agent scientifique confirmé peut, à sa demande, être désigné comme conservateur de collections sur proposition du directeur général et moyennant avis favorable et motivé du conseil scientifique.
L'agent scientifique adresse sa demande motivée par écrit au directeur général qui lui remet un accusé de réception.
§ 3. Le directeur général vérifie la pertinence de la demande par rapport à la fiche de fonction de l'intéressé telle que visée à l'article 35 du présent arrêté.
Il entend le supérieur hiérarchique de l'agent scientifique qui a fait la demande de désignation.
Au plus tard, le soixantième jour qui suit l'introduction de la demande, le directeur général :
- soit saisit le conseil scientifique de la demande recevable et en informe par écrit l'agent scientifique;
- soit informe par courrier, l'agent scientifique de l'irrecevabilité de sa demande.
Le conseil scientifique est tenu de rendre son avis dans les six mois de sa saisine.
Si l'avis du conseil est défavorable, l'agent en est informé par écrit par le directeur général.
§ 4. Le directeur général transmet la demande de l'agent scientifique au ministre accompagné de l'avis favorable du conseil scientifique.
Toute désignation accordée à un agent scientifique opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la demande visée au § 2.
§ 5. L'agent scientifique qui n'exerce plus la fonction ou qui se la voit retirée par le conseil scientifique pour inexécution de celle-ci, perd automatiquement le titre, le droit de le porter et d'en faire état. La décision est actée par le ministre sur demande du directeur général. ".
" Art. 6/1. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 6, le ministre peut conférer à certains agents scientifiques, le titre complémentaire de conservateur de collections dans les établissements qui ont dans leurs missions permanentes, l'obligation de gérer une ou plusieurs collections publiques de biens qu'ils soient de nature archéologique, artistique, historique ou scientifique.
§ 2. Chaque agent scientifique confirmé peut, à sa demande, être désigné comme conservateur de collections sur proposition du directeur général et moyennant avis favorable et motivé du conseil scientifique.
L'agent scientifique adresse sa demande motivée par écrit au directeur général qui lui remet un accusé de réception.
§ 3. Le directeur général vérifie la pertinence de la demande par rapport à la fiche de fonction de l'intéressé telle que visée à l'article 35 du présent arrêté.
Il entend le supérieur hiérarchique de l'agent scientifique qui a fait la demande de désignation.
Au plus tard, le soixantième jour qui suit l'introduction de la demande, le directeur général :
- soit saisit le conseil scientifique de la demande recevable et en informe par écrit l'agent scientifique;
- soit informe par courrier, l'agent scientifique de l'irrecevabilité de sa demande.
Le conseil scientifique est tenu de rendre son avis dans les six mois de sa saisine.
Si l'avis du conseil est défavorable, l'agent en est informé par écrit par le directeur général.
§ 4. Le directeur général transmet la demande de l'agent scientifique au ministre accompagné de l'avis favorable du conseil scientifique.
Toute désignation accordée à un agent scientifique opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la demande visée au § 2.
§ 5. L'agent scientifique qui n'exerce plus la fonction ou qui se la voit retirée par le conseil scientifique pour inexécution de celle-ci, perd automatiquement le titre, le droit de le porter et d'en faire état. La décision est actée par le ministre sur demande du directeur général. ".
Art.13. Afdeling 1 van hoofdstuk V van titel II van hetzelfde besluit, die de artikelen 39 tot 43 bevat, wordt vervangen als volgt :
" Afdeling 1. - Bevordering
Art. 39. § 1. Elk bevestigd wetenschappelijk personeelslid dat minstens één evaluatie heeft ondergaan overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV kan, op zijn verzoek, door Ons worden bevorderd in de klasse onmiddellijk boven die welke hij bezet, op voorstel van de minister en met een gunstig en gemotiveerd advies van de jury.
§ 2. Er mag geen bevordering worden toegekend als het wetenschappelijk personeelslid niet voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° de vermelding "voldoende" verkregen hebben bij de laatste evaluatie overeenkomstig hoofdstuk IV;
2° voor de toegang tot klasse SW2 :
a) vier jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) voor het wetenschappelijk personeel in de activiteitengroep I, houder zijn van een diploma van doctor behaald na een openbare verdediging van een verhandeling. Het onderwerp van het doctoraat moet verband houden met de opdrachten van de instelling of een nuttig verband vertonen met de functie van het wetenschappelijk personeelslid zoals vastgelegd in zijn persoonlijke functiefiche;
c) voor het wetenschappelijk personeel in de activiteitengroep II, een of meer relevante verwezenlijkingen hebben verricht in het kader van zijn functie of houder zijn van een diploma van doctor als bedoeld in punt b) hiervoor. Die verwezenlijkingen worden in de persoonlijke functiefiche specifiek bepaald op basis van het voorstel van de jury geformuleerd in zijn advies dat de bevestiging van het wetenschappelijk personeelslid voorafging;
3° voor de toegang tot klasse SW3 :
a) acht jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) volgens de activiteitengroep waaronder hij ressorteert en de taken die hem zijn toevertrouwd : sinds de vorige bevordering, wetenschappelijke werken en/of expertisediensten en/of diensten voor het publiek van een hoge kwaliteit hebben verricht die verband houden met de opdrachten van de instelling;
4° voor de toegang tot klasse SW4 :
a) twaalf jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) sinds de vorige bevordering, in het vakgebied waartoe zijn functie behoort, uitzonderlijke wetenschappelijke werkzaamheden of verwezenlijkingen verricht hebben en aldus bekendheid verworven hebben.
§ 3. De vereiste minimale wetenschappelijke voorwaarden in § 2, 2°, b) en c), 3°, b) en 4°, b), om toegelaten te worden tot de bevordering worden omgezet in operationele ontvankelijkheidscriteria in het kader van een matrixmodel en van een uniform curriculum vitae-model.
Art. 40. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid richt zijn aanvraag tot bevordering schriftelijk aan de algemeen directeur, die hem een bewijs van ontvangst overhandigt.
Hij voegt bij zijn aanvraag :
1° het resultaat van de toepassing van het matrixmodel als bedoeld in artikel 39, § 3;
2° een curriculum vitae opgesteld overeenkomstig het uniforme model als bedoeld in artikel 43/1;
3° alle nuttige documenten die de jury in staat kan stellen zijn wetenschappelijke activiteit en zijn prestaties te evalueren.
§ 2. De algemeen directeur controleert of de voorwaarden vastgelegd in artikel 39, § 2, vervuld zijn, alsook of er in een bevorderingsbetrekking is voorzien in het goedgekeurde en geldende personeelsplan.
Uiterlijk de zestigste dag volgend op de indiening van de aanvraag brengt de algemeen directeur per gemotiveerde brief het wetenschappelijk personeelslid op de hoogte van de [onontvankelijkheid] van zijn aanvraag als hij niet voldoet aan de in het eerste lid toegelichte voorwaarden.
De aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid van wie uit de toepassing van het matrixmodel op zijn situatie blijkt dat niet aan de minimale wetenschappelijke voorwaarden is voldaan, kan bij wijze van afwijking een bevorderingsaanvraag indienen overeenkomstig § 1. Die aanvraag wordt als ontvankelijk beschouwd voor zover dat :
1° de toepassing van het matrixmodel op zijn situatie minstens 50 % bedraagt van het gewoonlijk vereiste totaal;
2° het personeelslid in zijn aanvraag specifiek de redenen wettigt waarom hij van oordeel is dat gunstig gevolg kan worden gegeven aan zijn aanvraag;
3° hij aan alle andere voorwaarden voldoet.
Art. 41. § 1. De algemeen directeur legt de jury elke ontvankelijke bevorderingsaanvraag voor.
§ 2. De jury voert een diepgaand kwalitatief onderzoek uit naar de wetenschappelijke activiteit, de prestaties en de resultaten van het wetenschappelijk personeelslid.
De evaluatiecriteria houden ten minste rekening met :
1° de kwaliteit en de hoeveelheid van het werk, de diensten of verwezenlijkingen;
2° de kwaliteit van het gehele werk van het wetenschappelijk personeelslid;
3° de manier waarop hij zich integreert in de instelling en meer bepaald in de dienst waar hij is aangesteld;
4° zijn bijdrage tot de instelling alsook de mate waarin hij voor de instelling relevante ervaring of deskundigheid heeft ontwikkeld;
5° de opleidingen die hij heeft gevolgd met het oog op de ontwikkeling van zijn kennis of deskundigheid.
De jury houdt bij de evaluatie rekening met de functie, de taken en de doelstellingen die werden toevertrouwd aan het personeelslid, alsook met zijn anciënniteit en zijn voorgaande ervaring.
Zij voert die evaluatie uit op basis van met name de gemotiveerde aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid, zijn curriculum vitae, zijn individuele dossier en een hoorzitting met hem.
De jury mag ook elke persoon horen die geacht wordt meer details te kunnen leveren over de verdiensten van het wetenschappelijk personeelslid. Het wetenschappelijk personeelslid wordt op de hoogte gebracht van die hoorzittingen.
§ 3. De jury moet haar gemotiveerd advies uitbrenen binnen zes maanden na de aanhangigmaking overeenkomstig § 1.
De jury kan ter indicatie kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen of criteria bepalen, die in het advies worden vermeld, met het oog op de volgende evaluatie van het wetenschappelijk personeelslid die zij zal moeten uitvoeren na een aanvraag tot bevordering. Zij maakt er melding van in haar advies.
Art. 42. Het wetenschappelijk personeelslid dat oordeelt dat hij de voorwaarden vervult om een bevordering aan te vragen tot een andere klasse dan die onmiddellijk boven de zijne, kan in zijn aanvraag aan de algemeen directeur overeenkomstig artikel 40 tegelijk solliciteren naar zijn bevordering in de klasse onmiddellijk boven de zijne en de daaropvolgende klasse. Voor beide klassen motiveert hij zijn aanvraag afzonderlijk.
Hij mag een dergelijke aanvraag pas indienen als geen enkele van de evaluaties overeenkomstig hoofdstuk IV de vermelding " onvoldoende " draagt.
Met een gemotiveerd gunstig advies van de jury kan het wetenschappelijk personeelslid door Ons worden bevorderd, hetzij in de klasse onmiddellijk boven de zijne, hetzij onmiddellijk in de tweede aangevraagde klasse. In het laatste geval moet het advies van de jury vaststellen dat alle specifieke voorwaarden voor de bevordering naar de twee aangevraagde klassen worden vervuld door het betrokken personeelslid.
Voor het overige gelden de bepalingen van die afdeling voor die aanvraag.
Art. 43. § 1. De algemeen directeur bezorgt de aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid aan de minister samen met het gemotiveerde gunstige advies van de jury, die werd geraadpleegd overeenkomstig artikel 41.
§ 2. Elke bevordering toegekend aan een wetenschappelijk personeelslid heeft uitwerking met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag ontvankelijk werd verklaard door de algemeen directeur.
§ 3. Een wetenschappelijk personeelslid mag pas een nieuwe aanvraag voor bevordering indienen vanaf de dag waarop hem de evaluatie wordt toegekend, overeenkomstig hoofdstuk IV, die volgt op hetzij het verkrijgen van de voorgaande bevordering, hetzij op het ongunstige advies van de jury op zijn voorgaande aanvraag.
Art. 43/1. § 1. De minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort legt de algemene principes vast die de evaluatie van de wetenschappelijke personeelsleden door de jury regelen, conform de bepalingen van deze afdeling. Hij legt er de praktische regeling van vast en met name de modellen van de hiervoor vereiste documenten.
§ 2. Na akkoordbevinding van de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken, bepaalt de minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort :
1° het matrixmodel als bedoeld in artikel 39, § 3, met inbegrip van :
a) de algemene principes ervan;
b) de meetgebieden en de weging ervan;
c) de differentiatie per activiteitengroep;
d) de referentieperiode en de referentieoutput;
e) het verrekeningssysteem;
2° het uniforme curriculum vitae-model. "
" Afdeling 1. - Bevordering
Art. 39. § 1. Elk bevestigd wetenschappelijk personeelslid dat minstens één evaluatie heeft ondergaan overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV kan, op zijn verzoek, door Ons worden bevorderd in de klasse onmiddellijk boven die welke hij bezet, op voorstel van de minister en met een gunstig en gemotiveerd advies van de jury.
§ 2. Er mag geen bevordering worden toegekend als het wetenschappelijk personeelslid niet voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° de vermelding "voldoende" verkregen hebben bij de laatste evaluatie overeenkomstig hoofdstuk IV;
2° voor de toegang tot klasse SW2 :
a) vier jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) voor het wetenschappelijk personeel in de activiteitengroep I, houder zijn van een diploma van doctor behaald na een openbare verdediging van een verhandeling. Het onderwerp van het doctoraat moet verband houden met de opdrachten van de instelling of een nuttig verband vertonen met de functie van het wetenschappelijk personeelslid zoals vastgelegd in zijn persoonlijke functiefiche;
c) voor het wetenschappelijk personeel in de activiteitengroep II, een of meer relevante verwezenlijkingen hebben verricht in het kader van zijn functie of houder zijn van een diploma van doctor als bedoeld in punt b) hiervoor. Die verwezenlijkingen worden in de persoonlijke functiefiche specifiek bepaald op basis van het voorstel van de jury geformuleerd in zijn advies dat de bevestiging van het wetenschappelijk personeelslid voorafging;
3° voor de toegang tot klasse SW3 :
a) acht jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) volgens de activiteitengroep waaronder hij ressorteert en de taken die hem zijn toevertrouwd : sinds de vorige bevordering, wetenschappelijke werken en/of expertisediensten en/of diensten voor het publiek van een hoge kwaliteit hebben verricht die verband houden met de opdrachten van de instelling;
4° voor de toegang tot klasse SW4 :
a) twaalf jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben;
b) sinds de vorige bevordering, in het vakgebied waartoe zijn functie behoort, uitzonderlijke wetenschappelijke werkzaamheden of verwezenlijkingen verricht hebben en aldus bekendheid verworven hebben.
§ 3. De vereiste minimale wetenschappelijke voorwaarden in § 2, 2°, b) en c), 3°, b) en 4°, b), om toegelaten te worden tot de bevordering worden omgezet in operationele ontvankelijkheidscriteria in het kader van een matrixmodel en van een uniform curriculum vitae-model.
Art. 40. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid richt zijn aanvraag tot bevordering schriftelijk aan de algemeen directeur, die hem een bewijs van ontvangst overhandigt.
Hij voegt bij zijn aanvraag :
1° het resultaat van de toepassing van het matrixmodel als bedoeld in artikel 39, § 3;
2° een curriculum vitae opgesteld overeenkomstig het uniforme model als bedoeld in artikel 43/1;
3° alle nuttige documenten die de jury in staat kan stellen zijn wetenschappelijke activiteit en zijn prestaties te evalueren.
§ 2. De algemeen directeur controleert of de voorwaarden vastgelegd in artikel 39, § 2, vervuld zijn, alsook of er in een bevorderingsbetrekking is voorzien in het goedgekeurde en geldende personeelsplan.
Uiterlijk de zestigste dag volgend op de indiening van de aanvraag brengt de algemeen directeur per gemotiveerde brief het wetenschappelijk personeelslid op de hoogte van de [onontvankelijkheid] van zijn aanvraag als hij niet voldoet aan de in het eerste lid toegelichte voorwaarden.
De aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid van wie uit de toepassing van het matrixmodel op zijn situatie blijkt dat niet aan de minimale wetenschappelijke voorwaarden is voldaan, kan bij wijze van afwijking een bevorderingsaanvraag indienen overeenkomstig § 1. Die aanvraag wordt als ontvankelijk beschouwd voor zover dat :
1° de toepassing van het matrixmodel op zijn situatie minstens 50 % bedraagt van het gewoonlijk vereiste totaal;
2° het personeelslid in zijn aanvraag specifiek de redenen wettigt waarom hij van oordeel is dat gunstig gevolg kan worden gegeven aan zijn aanvraag;
3° hij aan alle andere voorwaarden voldoet.
Art. 41. § 1. De algemeen directeur legt de jury elke ontvankelijke bevorderingsaanvraag voor.
§ 2. De jury voert een diepgaand kwalitatief onderzoek uit naar de wetenschappelijke activiteit, de prestaties en de resultaten van het wetenschappelijk personeelslid.
De evaluatiecriteria houden ten minste rekening met :
1° de kwaliteit en de hoeveelheid van het werk, de diensten of verwezenlijkingen;
2° de kwaliteit van het gehele werk van het wetenschappelijk personeelslid;
3° de manier waarop hij zich integreert in de instelling en meer bepaald in de dienst waar hij is aangesteld;
4° zijn bijdrage tot de instelling alsook de mate waarin hij voor de instelling relevante ervaring of deskundigheid heeft ontwikkeld;
5° de opleidingen die hij heeft gevolgd met het oog op de ontwikkeling van zijn kennis of deskundigheid.
De jury houdt bij de evaluatie rekening met de functie, de taken en de doelstellingen die werden toevertrouwd aan het personeelslid, alsook met zijn anciënniteit en zijn voorgaande ervaring.
Zij voert die evaluatie uit op basis van met name de gemotiveerde aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid, zijn curriculum vitae, zijn individuele dossier en een hoorzitting met hem.
De jury mag ook elke persoon horen die geacht wordt meer details te kunnen leveren over de verdiensten van het wetenschappelijk personeelslid. Het wetenschappelijk personeelslid wordt op de hoogte gebracht van die hoorzittingen.
§ 3. De jury moet haar gemotiveerd advies uitbrenen binnen zes maanden na de aanhangigmaking overeenkomstig § 1.
De jury kan ter indicatie kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen of criteria bepalen, die in het advies worden vermeld, met het oog op de volgende evaluatie van het wetenschappelijk personeelslid die zij zal moeten uitvoeren na een aanvraag tot bevordering. Zij maakt er melding van in haar advies.
Art. 42. Het wetenschappelijk personeelslid dat oordeelt dat hij de voorwaarden vervult om een bevordering aan te vragen tot een andere klasse dan die onmiddellijk boven de zijne, kan in zijn aanvraag aan de algemeen directeur overeenkomstig artikel 40 tegelijk solliciteren naar zijn bevordering in de klasse onmiddellijk boven de zijne en de daaropvolgende klasse. Voor beide klassen motiveert hij zijn aanvraag afzonderlijk.
Hij mag een dergelijke aanvraag pas indienen als geen enkele van de evaluaties overeenkomstig hoofdstuk IV de vermelding " onvoldoende " draagt.
Met een gemotiveerd gunstig advies van de jury kan het wetenschappelijk personeelslid door Ons worden bevorderd, hetzij in de klasse onmiddellijk boven de zijne, hetzij onmiddellijk in de tweede aangevraagde klasse. In het laatste geval moet het advies van de jury vaststellen dat alle specifieke voorwaarden voor de bevordering naar de twee aangevraagde klassen worden vervuld door het betrokken personeelslid.
Voor het overige gelden de bepalingen van die afdeling voor die aanvraag.
Art. 43. § 1. De algemeen directeur bezorgt de aanvraag van het wetenschappelijk personeelslid aan de minister samen met het gemotiveerde gunstige advies van de jury, die werd geraadpleegd overeenkomstig artikel 41.
§ 2. Elke bevordering toegekend aan een wetenschappelijk personeelslid heeft uitwerking met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag ontvankelijk werd verklaard door de algemeen directeur.
§ 3. Een wetenschappelijk personeelslid mag pas een nieuwe aanvraag voor bevordering indienen vanaf de dag waarop hem de evaluatie wordt toegekend, overeenkomstig hoofdstuk IV, die volgt op hetzij het verkrijgen van de voorgaande bevordering, hetzij op het ongunstige advies van de jury op zijn voorgaande aanvraag.
Art. 43/1. § 1. De minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort legt de algemene principes vast die de evaluatie van de wetenschappelijke personeelsleden door de jury regelen, conform de bepalingen van deze afdeling. Hij legt er de praktische regeling van vast en met name de modellen van de hiervoor vereiste documenten.
§ 2. Na akkoordbevinding van de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken, bepaalt de minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort :
1° het matrixmodel als bedoeld in artikel 39, § 3, met inbegrip van :
a) de algemene principes ervan;
b) de meetgebieden en de weging ervan;
c) de differentiatie per activiteitengroep;
d) de referentieperiode en de referentieoutput;
e) het verrekeningssysteem;
2° het uniforme curriculum vitae-model. "
Art.13. La section 1re du chapitre V du titre II du même arrêté, comportant les articles 39 à 43, est remplacée par ce qui suit :
" Section 1re. - De la promotion
Art. 39. § 1er. Chaque agent scientifique confirmé et qui a fait l'objet d'au moins une évaluation conformément aux dispositions du chapitre IV, peut, à sa demande, être promu par Nous dans la classe immédiatement supérieure à celle qu'il occupe, sur la proposition du ministre et moyennant avis favorable et motivé du jury.
§ 2. Aucune promotion ne peut être accordée si l'agent scientifique ne remplit pas les conditions suivantes :
1° avoir obtenu la mention " suffisant " à la dernière évaluation qui lui a été attribuée conformément au chapitre IV;
2° pour l'accès à la classe SW2 :
a) compter quatre ans d'ancienneté scientifique;
b) pour les agents scientifiques relevant du groupe d'activités I, être porteur d'un diplôme de docteur obtenu à la suite de la défense publique d'une dissertation. Le sujet du doctorat doit être en rapport avec les missions de l'établissement ou présenter un lien utile avec la fonction de l'agent scientifique telle que définie dans sa fiche de fonction personnelle;
c) pour les agents scientifiques relevant du groupe d'activités II, avoir accompli une ou plusieurs réalisations pertinentes dans le cadre de sa fonction ou être porteur d'un diplôme de docteur comme visé au point b) ci-dessus. Les réalisations sont spécifiquement déterminées dans la fiche de fonction personnelle sur proposition du jury formulée dans son avis préalable à la confirmation de l'agent scientifique;
3° pour l'accès à la classe SW3 :
a) compter huit ans d'ancienneté scientifique;
b) selon le groupe d'activités dont il relève et les tâches qui lui sont confiées : avoir effectué, depuis la promotion précédente, des travaux scientifiques et/ou des services d'expertise et/ou des services au public de haute qualité qui sont en rapport avec les missions de l'établissement;
4° pour l'accès à la classe SW4 :
a) compter douze ans d'ancienneté scientifique;
b) justifier depuis la promotion précédente, dans la discipline à laquelle appartient sa fonction, de travaux ou de réalisations scientifiques exceptionnelles et avoir ainsi acquis une notoriété.
§ 3. Les conditions scientifiques minimales requises au § 2, 2°, b) et c), 3°, b) et 4°, b), pour être admissible à la promotion sont transposées en critères de recevabilité opérationnels dans le cadre d'un modèle matriciel et d'un modèle de curriculum vitae uniforme.
Art. 40. § 1er. L'agent scientifique adresse sa demande de promotion par écrit au directeur général qui lui remet un accusé de réception.
Il joint à sa demande :
1° le résultat de l'application du modèle matriciel visé à l'article 39, § 3;
2° un curriculum vitae établi conformément au modèle uniforme visé à l'article 43/1;
3° tous documents utiles de nature à permettre au jury d'évaluer son activité scientifique et ses prestations.
§ 2. Le directeur général vérifie quelles sont les conditions déterminées à l'article 39, § 2 qui sont réunies ainsi que l'existence de l'emploi de promotion au plan de personnel approuvé et en vigueur.
Au plus tard le soixantième jour qui suit l'introduction de la demande, le directeur général informe, par courrier motivé, l'agent scientifique de l'irrecevabilité de sa demande lorsqu'il ne réunit pas les conditions précisées à l'alinéa 1er.
La demande de l'agent scientifique dont l'application du modèle matriciel à sa situation indique que les conditions scientifiques minimales ne sont pas atteintes peut à titre dérogatoire introduire une demande de promotion conformément au § 1er. Cette demande est considérée comme recevable pour autant :
1° que l'application du modèle matriciel à sa situation indique un résultat d'au moins 50 % du total requis ordinairement;
2° que l'agent justifie spécifiquement dans sa demande les raisons pour lesquelles il estime qu'une suite favorable pourrait être réservée à sa requête;
3° qu'il satisfasse à toutes les autres conditions.
Art. 41. § 1er. Le directeur général saisit le jury de toute demande de promotion recevable.
§ 2. Le jury procède à un examen qualitatif approfondi de l'activité scientifique, des prestations et résultats de l'agent scientifique.
Les critères d'évaluation tiennent compte au minimum :
1° de la qualité et de la quantité des travaux, services ou réalisations;
2° de la qualité de l'ensemble du travail de l'agent scientifique;
3° de la manière dont il s'intègre dans l'établissement et plus spécifiquement dans le service auquel il est affecté;
4° de son apport à l'établissement ainsi que la mesure dans laquelle il a développé une expérience ou une expertise pertinente pour l'établissement;
5° des formations auxquelles il a participé en vue développer ses connaissances ou son expertise.
Le jury tient compte dans son appréciation de la fonction, des tâches et des objectifs qui ont été confiés à l'agent, ainsi que de son ancienneté et de ses expériences antérieures.
Il procède à cette évaluation sur base notamment de la demande motivée de l'agent scientifique, de son curriculum vitae, de son dossier individuel et d'une audition de celui-ci.
Le jury peut également entendre toute personne qu'il estime pouvoir apporter des précisions sur les mérites de l'agent scientifique. L'agent scientifique est informé de ces auditions.
§ 3. Le jury est tenu de rendre son avis motivé dans les six mois de sa saisine conformément au § 1er.
Le jury peut déterminer à titre indicatif des objectifs ou des critères, qualitatifs ou quantitatifs, en vue de la prochaine évaluation de l'agent scientifique qu'il sera appelé à effectuer suite à une demande de promotion. Il les mentionne dans son avis.
Art. 42. L'agent scientifique qui estime être dans les conditions pour solliciter une promotion dans une classe autre que celle immédiatement supérieure à la sienne peut dans la demande qu'il adresse au directeur général conformément à l'article 40, solliciter conjointement sa promotion dans la classe immédiatement supérieure et dans la suivante. Il motive sa demande distinctement pour chacune des deux classes.
Il ne peut introduire une telle requête que si aucune des évaluations effectuées conformément au chapitre IV ne comporte la mention " insuffisant ".
Moyennant avis favorable et motivé du jury, l'agent scientifique pourra être promu par Nous soit dans la seule classe immédiatement supérieure à la sienne, soit directement dans la seconde classe sollicitée. Dans ce dernier cas, l'avis du jury devra constater que l'ensemble des conditions spécifiques cumulées pour l'accès aux deux classes sollicitées est remplie par l'agent concerné.
Pour le surplus, les dispositions de la présente section sont applicables à cette demande.
Art. 43. § 1er. Le directeur général transmet la demande de l'agent scientifique au ministre accompagnée de l'avis favorable et motivé du jury, sollicité conformément à l'article 41.
§ 2. Toute promotion accordée à un agent scientifique opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la date à laquelle la demande a été jugée recevable par le directeur général.
§ 3. Un agent scientifique ne peut introduire une nouvelle demande de promotion qu'à compter du jour où lui est attribuée l'évaluation, conformément au chapitre IV, qui suit soit l'obtention de la promotion précédente, soit l'avis défavorable du jury sur la demande précédente.
Art. 43/1. § 1er. Le ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions définit les principes généraux qui régissent l'évaluation des agents scientifiques par le jury conformément à la présente section. Il en détermine les modalités pratiques et arrête notamment les modèles des documents requis à cet égard.
§ 2. Après accord du ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions, le ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions fixe :
1° le modèle matriciel visé à l'article 39, § 3, en ce compris :
a) ses principes généraux;
b) les domaines de mesure et leur pondération;
c) la différenciation en fonction des groupes d'activités;
d) la période de référence et les résultats (output) de référence;
e) le système de comptabilisation;
2° le modèle de curriculum vitae uniforme. "
" Section 1re. - De la promotion
Art. 39. § 1er. Chaque agent scientifique confirmé et qui a fait l'objet d'au moins une évaluation conformément aux dispositions du chapitre IV, peut, à sa demande, être promu par Nous dans la classe immédiatement supérieure à celle qu'il occupe, sur la proposition du ministre et moyennant avis favorable et motivé du jury.
§ 2. Aucune promotion ne peut être accordée si l'agent scientifique ne remplit pas les conditions suivantes :
1° avoir obtenu la mention " suffisant " à la dernière évaluation qui lui a été attribuée conformément au chapitre IV;
2° pour l'accès à la classe SW2 :
a) compter quatre ans d'ancienneté scientifique;
b) pour les agents scientifiques relevant du groupe d'activités I, être porteur d'un diplôme de docteur obtenu à la suite de la défense publique d'une dissertation. Le sujet du doctorat doit être en rapport avec les missions de l'établissement ou présenter un lien utile avec la fonction de l'agent scientifique telle que définie dans sa fiche de fonction personnelle;
c) pour les agents scientifiques relevant du groupe d'activités II, avoir accompli une ou plusieurs réalisations pertinentes dans le cadre de sa fonction ou être porteur d'un diplôme de docteur comme visé au point b) ci-dessus. Les réalisations sont spécifiquement déterminées dans la fiche de fonction personnelle sur proposition du jury formulée dans son avis préalable à la confirmation de l'agent scientifique;
3° pour l'accès à la classe SW3 :
a) compter huit ans d'ancienneté scientifique;
b) selon le groupe d'activités dont il relève et les tâches qui lui sont confiées : avoir effectué, depuis la promotion précédente, des travaux scientifiques et/ou des services d'expertise et/ou des services au public de haute qualité qui sont en rapport avec les missions de l'établissement;
4° pour l'accès à la classe SW4 :
a) compter douze ans d'ancienneté scientifique;
b) justifier depuis la promotion précédente, dans la discipline à laquelle appartient sa fonction, de travaux ou de réalisations scientifiques exceptionnelles et avoir ainsi acquis une notoriété.
§ 3. Les conditions scientifiques minimales requises au § 2, 2°, b) et c), 3°, b) et 4°, b), pour être admissible à la promotion sont transposées en critères de recevabilité opérationnels dans le cadre d'un modèle matriciel et d'un modèle de curriculum vitae uniforme.
Art. 40. § 1er. L'agent scientifique adresse sa demande de promotion par écrit au directeur général qui lui remet un accusé de réception.
Il joint à sa demande :
1° le résultat de l'application du modèle matriciel visé à l'article 39, § 3;
2° un curriculum vitae établi conformément au modèle uniforme visé à l'article 43/1;
3° tous documents utiles de nature à permettre au jury d'évaluer son activité scientifique et ses prestations.
§ 2. Le directeur général vérifie quelles sont les conditions déterminées à l'article 39, § 2 qui sont réunies ainsi que l'existence de l'emploi de promotion au plan de personnel approuvé et en vigueur.
Au plus tard le soixantième jour qui suit l'introduction de la demande, le directeur général informe, par courrier motivé, l'agent scientifique de l'irrecevabilité de sa demande lorsqu'il ne réunit pas les conditions précisées à l'alinéa 1er.
La demande de l'agent scientifique dont l'application du modèle matriciel à sa situation indique que les conditions scientifiques minimales ne sont pas atteintes peut à titre dérogatoire introduire une demande de promotion conformément au § 1er. Cette demande est considérée comme recevable pour autant :
1° que l'application du modèle matriciel à sa situation indique un résultat d'au moins 50 % du total requis ordinairement;
2° que l'agent justifie spécifiquement dans sa demande les raisons pour lesquelles il estime qu'une suite favorable pourrait être réservée à sa requête;
3° qu'il satisfasse à toutes les autres conditions.
Art. 41. § 1er. Le directeur général saisit le jury de toute demande de promotion recevable.
§ 2. Le jury procède à un examen qualitatif approfondi de l'activité scientifique, des prestations et résultats de l'agent scientifique.
Les critères d'évaluation tiennent compte au minimum :
1° de la qualité et de la quantité des travaux, services ou réalisations;
2° de la qualité de l'ensemble du travail de l'agent scientifique;
3° de la manière dont il s'intègre dans l'établissement et plus spécifiquement dans le service auquel il est affecté;
4° de son apport à l'établissement ainsi que la mesure dans laquelle il a développé une expérience ou une expertise pertinente pour l'établissement;
5° des formations auxquelles il a participé en vue développer ses connaissances ou son expertise.
Le jury tient compte dans son appréciation de la fonction, des tâches et des objectifs qui ont été confiés à l'agent, ainsi que de son ancienneté et de ses expériences antérieures.
Il procède à cette évaluation sur base notamment de la demande motivée de l'agent scientifique, de son curriculum vitae, de son dossier individuel et d'une audition de celui-ci.
Le jury peut également entendre toute personne qu'il estime pouvoir apporter des précisions sur les mérites de l'agent scientifique. L'agent scientifique est informé de ces auditions.
§ 3. Le jury est tenu de rendre son avis motivé dans les six mois de sa saisine conformément au § 1er.
Le jury peut déterminer à titre indicatif des objectifs ou des critères, qualitatifs ou quantitatifs, en vue de la prochaine évaluation de l'agent scientifique qu'il sera appelé à effectuer suite à une demande de promotion. Il les mentionne dans son avis.
Art. 42. L'agent scientifique qui estime être dans les conditions pour solliciter une promotion dans une classe autre que celle immédiatement supérieure à la sienne peut dans la demande qu'il adresse au directeur général conformément à l'article 40, solliciter conjointement sa promotion dans la classe immédiatement supérieure et dans la suivante. Il motive sa demande distinctement pour chacune des deux classes.
Il ne peut introduire une telle requête que si aucune des évaluations effectuées conformément au chapitre IV ne comporte la mention " insuffisant ".
Moyennant avis favorable et motivé du jury, l'agent scientifique pourra être promu par Nous soit dans la seule classe immédiatement supérieure à la sienne, soit directement dans la seconde classe sollicitée. Dans ce dernier cas, l'avis du jury devra constater que l'ensemble des conditions spécifiques cumulées pour l'accès aux deux classes sollicitées est remplie par l'agent concerné.
Pour le surplus, les dispositions de la présente section sont applicables à cette demande.
Art. 43. § 1er. Le directeur général transmet la demande de l'agent scientifique au ministre accompagnée de l'avis favorable et motivé du jury, sollicité conformément à l'article 41.
§ 2. Toute promotion accordée à un agent scientifique opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la date à laquelle la demande a été jugée recevable par le directeur général.
§ 3. Un agent scientifique ne peut introduire une nouvelle demande de promotion qu'à compter du jour où lui est attribuée l'évaluation, conformément au chapitre IV, qui suit soit l'obtention de la promotion précédente, soit l'avis défavorable du jury sur la demande précédente.
Art. 43/1. § 1er. Le ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions définit les principes généraux qui régissent l'évaluation des agents scientifiques par le jury conformément à la présente section. Il en détermine les modalités pratiques et arrête notamment les modèles des documents requis à cet égard.
§ 2. Après accord du ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions, le ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions fixe :
1° le modèle matriciel visé à l'article 39, § 3, en ce compris :
a) ses principes généraux;
b) les domaines de mesure et leur pondération;
c) la différenciation en fonction des groupes d'activités;
d) la période de référence et les résultats (output) de référence;
e) le système de comptabilisation;
2° le modèle de curriculum vitae uniforme. "
Art.14. In titel II van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd die de artikelen 47/1 tot 47/9 bevat, luidende :
" HOOFDSTUK Vbis. - Specifieke functies van hoofd van een wetenschappelijke dienst en van hoofd van een wetenschappelijk programma
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 47/1. Om tegemoet te komen aan de wetenschappelijke behoeften van de instelling, kan de directieraad in het kader van een mandaat bevestigde wetenschappelijke personeelsleden van de instelling aanwijzen als " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ".
Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk, blijven de andere bepalingen van dit besluit van toepassing op de aldus aangewezen wetenschappelijke personeelsleden.
Art. 47/2. § 1. Het hoofd van een wetenschappelijke dienst leidt en coördineert vanuit wetenschappelijk en administratief oogpunt diverse permanente wetenschappelijke activiteiten van de instelling die bij beslissing van de directieraad in een wetenschappelijke dienst zijn gegroepeerd.
De dienst wordt verbonden aan de algemene directie of aan een operationele directie. Het hoofd van een wetenschappelijke dienst wordt onder het gezag geplaatst van de betrokken algemeen directeur of van de betrokken operationeel directeur.
§ 2. Het hoofd van een wetenschappelijk programma leidt en coördineert vanuit wetenschappelijk en administratief oogpunt een door de directieraad vastgesteld en opgezet wetenschappelijk activiteiten-programma. Onder wetenschappelijk activiteiten-programma moet worden verstaan een of meerdere wetenschappelijke activiteiten in de zin van het huidige statuut die geen permanent karakter hebben.
De directieraad legt het programma en inzonderheid de erin te halen doelstellingen vast. Hij wijst de personeelsleden aan die meewerken aan het programma en bepaalt in hoever zij eraan deelnemen.
Het programma wordt in hoofdzaak verbonden aan de algemene directie of aan een operationele directie. Het hoofd van een wetenschappelijk programma wordt onder het gezag geplaatst van de algemeen directeur of van de betrokken operationeel directeur.
§ 3. De directieraad stelt een ontwerp van functioneel organogram van de instelling op met daarin de overeenkomstig § 1 opgerichte wetenschappelijke diensten en de overeenkomstig § 2 vastgestelde wetenschappelijke programma's. Hij voegt er alle gegevens aan toe betreffende de opdrachten, nagestreefde doelstellingen, beoogde resultaten, toegewezen middelen en praktische werkingsregelingen van die diensten en programma's, alsook het functieprofiel van de aan te wijzen titularis om de leiding ervan te verzorgen.
De algemeen directeur legt dat ontwerp en zijn bijlagen voor aan het advies van de wetenschappelijke raad tijdens de volgende vergadering ervan. Hij deelt het advies mee aan de directieraad die, na er kennis te hebben van genomen, het definitieve functionele organogram en zijn bijlagen vastlegt.
Het functionele organogram en de bijlagen ervan worden ter kennis gebracht van de leden van het personeel van de instelling. De algemeen directeur bezorgt er binnen dertig dagen een kopie van aan de voorzitter.
Het wordt telkens als dat nodig is volgens dezelfde procedure gewijzigd.
Art. 47/3. De persoonlijke functiefiche van het wetenschappelijk personeelslid aangewezen als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma wordt aangepast overeenkomstig de taken en verantwoordelijkheden die hem in het kader van dit hoofdstuk worden toevertrouwd.
Voor de duur van het toegewezen mandaat, is de meerdere als bedoeld in artikel 36, § 1, de algemeen directeur of de operationeel directeur als bedoeld naargelang het geval in artikel 47/2, § 1 of § 2.
Art. 47/4. Een wetenschappelijk personeelslid kan niet terzelfder tijd worden aangewezen in meer dan een van de in dit hoofdstuk bedoelde functies.
Art. 47/5. Tijdens de duur van het mandaat dat hem is toegewezen, ontvangt het betrokken wetenschappelijk personeelslid een premie waarvan het bedrag en de voorwaarden door Ons worden vastgelegd.
Afdeling 2. - Selectie en aanwijzing
Art. 47/6. § 1. Wanneer de algemeen directeur een functie van hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma vacant verklaart, lanceert hij een oproep tot kandidaten.
Daartoe deelt hij alle wetenschappelijke personeelsleden van zijn instelling een dienstnota mee waarin staat wat volgt :
1° de vacante functie,
2° een beschrijving van de opdrachten, nagestreefde doelstellingen, beoogde resultaten en praktische regels voor de werking van de dienst of van het betrokken programma,
3° het functieprofiel,
4° de duur van het mandaat,
5° de termijn en de presentatievorm van de kandidaatstellingen, alsook in voorkomend geval de voor te leggen stukken,
6° alle nuttige informatie over de selectie en inzonderheid een uittreksel uit het huishoudelijk reglement als bedoeld in § 2.
§ 2. De selectie wordt uitgevoerd door de directieraad.
De praktische regels ervan worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de raad.
§ 3. De beslissing van de directieraad wordt intern of per brief aan de kandidaten meegedeeld. Daartegen kan in geen geval beroep worden aangetekend.
De gekozen kandidaat wordt aangewezen als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma te rekenen vanaf de eerste dag van de door de directieraad vastgelegde maand en ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking van de beslissing.
Afdeling 3. - Duur en einde van het mandaat
Art. 47/7. De directieraad legt de duur van het mandaat vast op maximum zes jaar. Zo er geen specifieke termijn is, wordt het mandaat toegekend voor een duur van zes jaar.
Art. 47/8. § 1. Het mandaat loopt van rechtswege af :
1° na afloop van de duur als bedoeld in het vorige artikel,
2° als de vermelding " onvoldoende " wordt toegekend bij de evaluatie als bedoeld in artikel 36, § 1,
3° als de titularis van de functie de hoedanigheid van wetenschappelijk personeelslid verliest.
§ 2. Bij beslissing van de directieraad kan voortijdig een einde worden gemaakt aan het mandaat :
1° als uit het activiteitenverslag als bedoeld in artikel 47/9 blijkt dat de titularis van de functie geen voldoening schenkt voor de opdracht waarvoor hij werd aangewezen of als voornoemd verslag niet binnen de vereiste termijn werd ingediend. Het personeelslid moet voorafgaandelijk worden gehoord;
2° in geval van wijziging in het functionele organogram waarbij de dienst of het programma geschrapt wordt, of de opdrachten of de hoofddoelstellingen van voornoemde dienst of programma geherdefinieerd worden.
§ 3. De titularis van de functie kan eruit ontslag nemen met een opzegging gericht aan de algemeen directeur bij een ter post aangetekende brief. De opzegging duurt één maand en loopt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op het versturen van voornoemde brief.
Met ontslag wordt gelijkgesteld elke door de titularis van de functie ingediende verlofaanvraag die een vermindering van de werktijd impliceert vergeleken bij het stelsel dat van toepassing was op het betrokken personeelslid bij zijn aanwijzing als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma, met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen. In voorkomend geval is de in dat lid bedoelde aanvraag die welke door de bevoegde overheid werd goedgekeurd, zo dergelijk akkoord vereist is.
Afdeling 4. - Verplichtingen van de titularis van de functie
Art. 47/9. De titularis van een functie van hoofd van een wetenschappelijke dienst of van hoofd van een wetenschappelijk programma stelt de directieraad een jaarlijks activiteitenverslag ter hand, voor de eerste maal de 10e maand die volgt op zijn infunctietreding en vervolgens elk jaar in dezelfde maand.
De raad analyseert het verslag en deelt de titularis van de functie elke opmerking of richtlijn mee die hij nuttig acht voor de voortzetting van zijn mandaat. "
" HOOFDSTUK Vbis. - Specifieke functies van hoofd van een wetenschappelijke dienst en van hoofd van een wetenschappelijk programma
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 47/1. Om tegemoet te komen aan de wetenschappelijke behoeften van de instelling, kan de directieraad in het kader van een mandaat bevestigde wetenschappelijke personeelsleden van de instelling aanwijzen als " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ".
Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk, blijven de andere bepalingen van dit besluit van toepassing op de aldus aangewezen wetenschappelijke personeelsleden.
Art. 47/2. § 1. Het hoofd van een wetenschappelijke dienst leidt en coördineert vanuit wetenschappelijk en administratief oogpunt diverse permanente wetenschappelijke activiteiten van de instelling die bij beslissing van de directieraad in een wetenschappelijke dienst zijn gegroepeerd.
De dienst wordt verbonden aan de algemene directie of aan een operationele directie. Het hoofd van een wetenschappelijke dienst wordt onder het gezag geplaatst van de betrokken algemeen directeur of van de betrokken operationeel directeur.
§ 2. Het hoofd van een wetenschappelijk programma leidt en coördineert vanuit wetenschappelijk en administratief oogpunt een door de directieraad vastgesteld en opgezet wetenschappelijk activiteiten-programma. Onder wetenschappelijk activiteiten-programma moet worden verstaan een of meerdere wetenschappelijke activiteiten in de zin van het huidige statuut die geen permanent karakter hebben.
De directieraad legt het programma en inzonderheid de erin te halen doelstellingen vast. Hij wijst de personeelsleden aan die meewerken aan het programma en bepaalt in hoever zij eraan deelnemen.
Het programma wordt in hoofdzaak verbonden aan de algemene directie of aan een operationele directie. Het hoofd van een wetenschappelijk programma wordt onder het gezag geplaatst van de algemeen directeur of van de betrokken operationeel directeur.
§ 3. De directieraad stelt een ontwerp van functioneel organogram van de instelling op met daarin de overeenkomstig § 1 opgerichte wetenschappelijke diensten en de overeenkomstig § 2 vastgestelde wetenschappelijke programma's. Hij voegt er alle gegevens aan toe betreffende de opdrachten, nagestreefde doelstellingen, beoogde resultaten, toegewezen middelen en praktische werkingsregelingen van die diensten en programma's, alsook het functieprofiel van de aan te wijzen titularis om de leiding ervan te verzorgen.
De algemeen directeur legt dat ontwerp en zijn bijlagen voor aan het advies van de wetenschappelijke raad tijdens de volgende vergadering ervan. Hij deelt het advies mee aan de directieraad die, na er kennis te hebben van genomen, het definitieve functionele organogram en zijn bijlagen vastlegt.
Het functionele organogram en de bijlagen ervan worden ter kennis gebracht van de leden van het personeel van de instelling. De algemeen directeur bezorgt er binnen dertig dagen een kopie van aan de voorzitter.
Het wordt telkens als dat nodig is volgens dezelfde procedure gewijzigd.
Art. 47/3. De persoonlijke functiefiche van het wetenschappelijk personeelslid aangewezen als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma wordt aangepast overeenkomstig de taken en verantwoordelijkheden die hem in het kader van dit hoofdstuk worden toevertrouwd.
Voor de duur van het toegewezen mandaat, is de meerdere als bedoeld in artikel 36, § 1, de algemeen directeur of de operationeel directeur als bedoeld naargelang het geval in artikel 47/2, § 1 of § 2.
Art. 47/4. Een wetenschappelijk personeelslid kan niet terzelfder tijd worden aangewezen in meer dan een van de in dit hoofdstuk bedoelde functies.
Art. 47/5. Tijdens de duur van het mandaat dat hem is toegewezen, ontvangt het betrokken wetenschappelijk personeelslid een premie waarvan het bedrag en de voorwaarden door Ons worden vastgelegd.
Afdeling 2. - Selectie en aanwijzing
Art. 47/6. § 1. Wanneer de algemeen directeur een functie van hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma vacant verklaart, lanceert hij een oproep tot kandidaten.
Daartoe deelt hij alle wetenschappelijke personeelsleden van zijn instelling een dienstnota mee waarin staat wat volgt :
1° de vacante functie,
2° een beschrijving van de opdrachten, nagestreefde doelstellingen, beoogde resultaten en praktische regels voor de werking van de dienst of van het betrokken programma,
3° het functieprofiel,
4° de duur van het mandaat,
5° de termijn en de presentatievorm van de kandidaatstellingen, alsook in voorkomend geval de voor te leggen stukken,
6° alle nuttige informatie over de selectie en inzonderheid een uittreksel uit het huishoudelijk reglement als bedoeld in § 2.
§ 2. De selectie wordt uitgevoerd door de directieraad.
De praktische regels ervan worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de raad.
§ 3. De beslissing van de directieraad wordt intern of per brief aan de kandidaten meegedeeld. Daartegen kan in geen geval beroep worden aangetekend.
De gekozen kandidaat wordt aangewezen als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma te rekenen vanaf de eerste dag van de door de directieraad vastgelegde maand en ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking van de beslissing.
Afdeling 3. - Duur en einde van het mandaat
Art. 47/7. De directieraad legt de duur van het mandaat vast op maximum zes jaar. Zo er geen specifieke termijn is, wordt het mandaat toegekend voor een duur van zes jaar.
Art. 47/8. § 1. Het mandaat loopt van rechtswege af :
1° na afloop van de duur als bedoeld in het vorige artikel,
2° als de vermelding " onvoldoende " wordt toegekend bij de evaluatie als bedoeld in artikel 36, § 1,
3° als de titularis van de functie de hoedanigheid van wetenschappelijk personeelslid verliest.
§ 2. Bij beslissing van de directieraad kan voortijdig een einde worden gemaakt aan het mandaat :
1° als uit het activiteitenverslag als bedoeld in artikel 47/9 blijkt dat de titularis van de functie geen voldoening schenkt voor de opdracht waarvoor hij werd aangewezen of als voornoemd verslag niet binnen de vereiste termijn werd ingediend. Het personeelslid moet voorafgaandelijk worden gehoord;
2° in geval van wijziging in het functionele organogram waarbij de dienst of het programma geschrapt wordt, of de opdrachten of de hoofddoelstellingen van voornoemde dienst of programma geherdefinieerd worden.
§ 3. De titularis van de functie kan eruit ontslag nemen met een opzegging gericht aan de algemeen directeur bij een ter post aangetekende brief. De opzegging duurt één maand en loopt vanaf de eerste dag van de maand die volgt op het versturen van voornoemde brief.
Met ontslag wordt gelijkgesteld elke door de titularis van de functie ingediende verlofaanvraag die een vermindering van de werktijd impliceert vergeleken bij het stelsel dat van toepassing was op het betrokken personeelslid bij zijn aanwijzing als hoofd van een wetenschappelijke dienst of hoofd van een wetenschappelijk programma, met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen. In voorkomend geval is de in dat lid bedoelde aanvraag die welke door de bevoegde overheid werd goedgekeurd, zo dergelijk akkoord vereist is.
Afdeling 4. - Verplichtingen van de titularis van de functie
Art. 47/9. De titularis van een functie van hoofd van een wetenschappelijke dienst of van hoofd van een wetenschappelijk programma stelt de directieraad een jaarlijks activiteitenverslag ter hand, voor de eerste maal de 10e maand die volgt op zijn infunctietreding en vervolgens elk jaar in dezelfde maand.
De raad analyseert het verslag en deelt de titularis van de functie elke opmerking of richtlijn mee die hij nuttig acht voor de voortzetting van zijn mandaat. "
Art.14. Dans le titre II du même arrêté, il est inséré un chapitre Vbis, comportant les articles 47/1 à 47/9, rédigé comme suit :
" CHAPITRE Vbis. - Fonctions particulières de chef de service scientifique et de chef de programme scientifique
Section 1re. - Dispositions générales
Art. 47/1. Pour répondre aux besoins scientifiques de l'établissement, le conseil de direction peut désigner des agents scientifiques confirmés de l'établissement en qualité de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " dans le cadre d'un mandat.
Sans préjudice des dispositions du présent chapitre, les autres dispositions du présent arrêté restent d'application aux agents scientifiques ainsi désignés.
Art. 47/2. § 1er. Le chef de service scientifique dirige et coordonne, d'un point de vue scientifique et administratif, diverses activités scientifiques permanentes de l'établissement regroupées par décision du conseil de direction en service scientifique.
Le service est rattaché à la direction générale ou à une direction opérationnelle. Le chef de service scientifique est placé sous l'autorité du directeur général ou du directeur opérationnel concerné.
§ 2. Le chef de programme scientifique dirige et coordonne, d'un point de vue scientifique et administratif, un programme d'activité(s) scientifique(s) défini et initié par le conseil de direction. Par programme d'activité(s) scientifique(s), il y a lieu d'entendre une ou plusieurs activités scientifiques au sens du présent statut qui n'ont pas un caractère permanent.
Le conseil de direction arrête le programme et notamment les objectifs à y atteindre. Il indique les membres du personnel qui collaborent au programme et la mesure dans laquelle ils y participent.
Le programme est rattaché à titre principal à la direction générale ou à une direction opérationnelle. Le chef de programme scientifique est placé sous l'autorité du directeur général ou du directeur opérationnel concerné.
§ 3. Le conseil de direction établit un projet d'organigramme fonctionnel de l'établissement reprenant les services scientifiques créés conformément au § 1er et les programmes scientifiques définis conformément au § 2. Il y annexe toutes les données relatives aux missions, objectifs recherchés, résultats visés, moyens alloués et modalités pratiques de fonctionnement de ces services et programmes ainsi que le profil de fonction du titulaire à désigner pour en assurer la direction.
Le directeur général soumet ce projet et ses annexes à l'avis du conseil scientifique lors de sa prochaine réunion. Il communique l'avis au conseil de direction qui, après en avoir pris connaissance, arrête l'organigramme fonctionnel définitif et ses annexes.
L'organigramme fonctionnel et ses annexes sont portés à la connaissance des membres du personnel de l'établissement. Le directeur général en communique copie au président dans les trente jours.
Il est modifié chaque fois que nécessaire selon la même procédure.
Art. 47/3. La fiche de fonction personnelle de l'agent scientifique désigné à une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique est adaptée conformément aux tâches et responsabilités qui lui sont confiées dans le cadre du présent chapitre.
Pour la durée du mandat conféré, le supérieur visé à l'article 36, § 1er, est le directeur général ou le directeur opérationnel visé selon le cas à l'article 47/2, § 1er ou § 2.
Art. 47/4. Un agent scientifique ne peut être désigné en même temps à plus d'une des fonctions visées au présent chapitre.
Art. 47/5. Pendant la durée du mandat qui lui est conféré, l'agent scientifique concerné reçoit une prime dont le montant et les modalités sont fixés par Nous.
Section 2. - Sélection et désignation
Art. 47/6. § 1er. Lorsque le directeur général déclare vacante une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique, il procède à un appel à candidatures.
Il communique à cette fin à l'ensemble des agents scientifiques de son établissement une note de service qui indique :
1° la fonction vacante,
2° une description des missions, objectifs recherchés, résultats visés et modalités pratiques de fonctionnement du service ou programme concerné,
3° le profil de fonction,
4° la durée du mandat,
5° le délai et la forme de présentation des candidatures ainsi que le cas échéant les pièces à produire,
6° toute information utile relative à la sélection, et notamment un extrait du règlement d'ordre intérieur visé au § 2.
§ 2. La sélection est opérée par le conseil de direction.
Les modalités pratiques en sont arrêtées dans le règlement d'ordre intérieur du conseil.
§ 3. La décision du conseil de direction est notifiée aux candidats par courrier interne ou lettre à la poste. Elle n'est susceptible d'aucun recours.
Le candidat sélectionné est désigné en qualité de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique à compter du premier jour du mois fixé par le conseil de direction et au plus tôt le premier jour du mois qui suit la notification de la décision.
Section 3. - Durée et fin du mandat
Art. 47/7. Le conseil de direction fixe la durée du mandat avec un maximum de six ans. A défaut de terme spécifique, le mandat est conféré pour une durée de six ans.
Art. 47/8. § 1er. Le mandat prend fin de plein droit :
1° au terme de la durée visée à l'article précédent,
2° lorsque la mention " insuffisant " est attribuée lors de l'évaluation visée à l'article 36, § 1er,
3° en cas de perte de la qualité d'agent scientifique par le titulaire de la fonction.
§ 2. Il peut être mis fin anticipativement au mandat par décision du conseil de direction :
1° lorsque le rapport d'activités visé à l'article 47/9 démontre que le titulaire de la fonction ne satisfait pas à la mission pour laquelle il a été désigné ou à défaut de remise dudit rapport dans les délais requis. L'agent doit au préalable être entendu;
2° en cas de modification de l'organigramme fonctionnel entraînant une suppression du service ou du programme, ou une redéfinition des missions ou objectifs fondamentaux dudit service ou programme.
§ 3. Le titulaire de la fonction peut démissionner de celle-ci moyennant préavis adressé au directeur général par lettre recommandée à la poste. Le préavis a une durée d'un mois et prend cours le premier jour du mois qui suit l'envoi du courrier précité.
Est assimilée à une démission toute demande de congé introduite par le titulaire de la fonction impliquant une réduction du temps de travail par rapport au régime qui était celui de l'agent concerné au moment de sa désignation en qualité de chef de service scientifique ou chef de programme scientifique, à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs. Le cas échéant la demande visée au présent alinéa est celle qui a été acceptée par l'autorité compétente si un tel accord est requis.
Section 4. - Obligations du titulaire de la fonction
Art. 47/9. Le titulaire d'une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique communique au conseil de direction un rapport d'activités annuel, pour la première fois le 10e mois qui suit son entrée en fonction et ensuite chaque année au cours du même mois.
Le conseil examine le rapport et formule au titulaire de la fonction toute remarque ou directive qu'il juge utile en vue de la poursuite de son mandat. "
" CHAPITRE Vbis. - Fonctions particulières de chef de service scientifique et de chef de programme scientifique
Section 1re. - Dispositions générales
Art. 47/1. Pour répondre aux besoins scientifiques de l'établissement, le conseil de direction peut désigner des agents scientifiques confirmés de l'établissement en qualité de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " dans le cadre d'un mandat.
Sans préjudice des dispositions du présent chapitre, les autres dispositions du présent arrêté restent d'application aux agents scientifiques ainsi désignés.
Art. 47/2. § 1er. Le chef de service scientifique dirige et coordonne, d'un point de vue scientifique et administratif, diverses activités scientifiques permanentes de l'établissement regroupées par décision du conseil de direction en service scientifique.
Le service est rattaché à la direction générale ou à une direction opérationnelle. Le chef de service scientifique est placé sous l'autorité du directeur général ou du directeur opérationnel concerné.
§ 2. Le chef de programme scientifique dirige et coordonne, d'un point de vue scientifique et administratif, un programme d'activité(s) scientifique(s) défini et initié par le conseil de direction. Par programme d'activité(s) scientifique(s), il y a lieu d'entendre une ou plusieurs activités scientifiques au sens du présent statut qui n'ont pas un caractère permanent.
Le conseil de direction arrête le programme et notamment les objectifs à y atteindre. Il indique les membres du personnel qui collaborent au programme et la mesure dans laquelle ils y participent.
Le programme est rattaché à titre principal à la direction générale ou à une direction opérationnelle. Le chef de programme scientifique est placé sous l'autorité du directeur général ou du directeur opérationnel concerné.
§ 3. Le conseil de direction établit un projet d'organigramme fonctionnel de l'établissement reprenant les services scientifiques créés conformément au § 1er et les programmes scientifiques définis conformément au § 2. Il y annexe toutes les données relatives aux missions, objectifs recherchés, résultats visés, moyens alloués et modalités pratiques de fonctionnement de ces services et programmes ainsi que le profil de fonction du titulaire à désigner pour en assurer la direction.
Le directeur général soumet ce projet et ses annexes à l'avis du conseil scientifique lors de sa prochaine réunion. Il communique l'avis au conseil de direction qui, après en avoir pris connaissance, arrête l'organigramme fonctionnel définitif et ses annexes.
L'organigramme fonctionnel et ses annexes sont portés à la connaissance des membres du personnel de l'établissement. Le directeur général en communique copie au président dans les trente jours.
Il est modifié chaque fois que nécessaire selon la même procédure.
Art. 47/3. La fiche de fonction personnelle de l'agent scientifique désigné à une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique est adaptée conformément aux tâches et responsabilités qui lui sont confiées dans le cadre du présent chapitre.
Pour la durée du mandat conféré, le supérieur visé à l'article 36, § 1er, est le directeur général ou le directeur opérationnel visé selon le cas à l'article 47/2, § 1er ou § 2.
Art. 47/4. Un agent scientifique ne peut être désigné en même temps à plus d'une des fonctions visées au présent chapitre.
Art. 47/5. Pendant la durée du mandat qui lui est conféré, l'agent scientifique concerné reçoit une prime dont le montant et les modalités sont fixés par Nous.
Section 2. - Sélection et désignation
Art. 47/6. § 1er. Lorsque le directeur général déclare vacante une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique, il procède à un appel à candidatures.
Il communique à cette fin à l'ensemble des agents scientifiques de son établissement une note de service qui indique :
1° la fonction vacante,
2° une description des missions, objectifs recherchés, résultats visés et modalités pratiques de fonctionnement du service ou programme concerné,
3° le profil de fonction,
4° la durée du mandat,
5° le délai et la forme de présentation des candidatures ainsi que le cas échéant les pièces à produire,
6° toute information utile relative à la sélection, et notamment un extrait du règlement d'ordre intérieur visé au § 2.
§ 2. La sélection est opérée par le conseil de direction.
Les modalités pratiques en sont arrêtées dans le règlement d'ordre intérieur du conseil.
§ 3. La décision du conseil de direction est notifiée aux candidats par courrier interne ou lettre à la poste. Elle n'est susceptible d'aucun recours.
Le candidat sélectionné est désigné en qualité de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique à compter du premier jour du mois fixé par le conseil de direction et au plus tôt le premier jour du mois qui suit la notification de la décision.
Section 3. - Durée et fin du mandat
Art. 47/7. Le conseil de direction fixe la durée du mandat avec un maximum de six ans. A défaut de terme spécifique, le mandat est conféré pour une durée de six ans.
Art. 47/8. § 1er. Le mandat prend fin de plein droit :
1° au terme de la durée visée à l'article précédent,
2° lorsque la mention " insuffisant " est attribuée lors de l'évaluation visée à l'article 36, § 1er,
3° en cas de perte de la qualité d'agent scientifique par le titulaire de la fonction.
§ 2. Il peut être mis fin anticipativement au mandat par décision du conseil de direction :
1° lorsque le rapport d'activités visé à l'article 47/9 démontre que le titulaire de la fonction ne satisfait pas à la mission pour laquelle il a été désigné ou à défaut de remise dudit rapport dans les délais requis. L'agent doit au préalable être entendu;
2° en cas de modification de l'organigramme fonctionnel entraînant une suppression du service ou du programme, ou une redéfinition des missions ou objectifs fondamentaux dudit service ou programme.
§ 3. Le titulaire de la fonction peut démissionner de celle-ci moyennant préavis adressé au directeur général par lettre recommandée à la poste. Le préavis a une durée d'un mois et prend cours le premier jour du mois qui suit l'envoi du courrier précité.
Est assimilée à une démission toute demande de congé introduite par le titulaire de la fonction impliquant une réduction du temps de travail par rapport au régime qui était celui de l'agent concerné au moment de sa désignation en qualité de chef de service scientifique ou chef de programme scientifique, à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs. Le cas échéant la demande visée au présent alinéa est celle qui a été acceptée par l'autorité compétente si un tel accord est requis.
Section 4. - Obligations du titulaire de la fonction
Art. 47/9. Le titulaire d'une fonction de chef de service scientifique ou de chef de programme scientifique communique au conseil de direction un rapport d'activités annuel, pour la première fois le 10e mois qui suit son entrée en fonction et ensuite chaque année au cours du même mois.
Le conseil examine le rapport et formule au titulaire de la fonction toute remarque ou directive qu'il juge utile en vue de la poursuite de son mandat. "
Art.15. In artikel 52 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- het tweede streepje wordt vervangen als volgt :
" - de rechten, de plichten, de belangenconflicten en de cumulaties; ";
- het vijfde streepje wordt geschrapt;
- het achtste streepje wordt aangevuld met de woorden " met uitzondering van de premie voor competentieontwikkeling ";
2° paragraaf 2 wordt aangevuld door de volgende zin :
" - " dienstanciënniteit voor de bepalingen die betrekking hebben op de berekening van het ziekteverlof ", de wetenschappelijke anciënniteit als bedoeld in artikel 7 van dit besluit ".
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- het tweede streepje wordt vervangen als volgt :
" - de rechten, de plichten, de belangenconflicten en de cumulaties; ";
- het vijfde streepje wordt geschrapt;
- het achtste streepje wordt aangevuld met de woorden " met uitzondering van de premie voor competentieontwikkeling ";
2° paragraaf 2 wordt aangevuld door de volgende zin :
" - " dienstanciënniteit voor de bepalingen die betrekking hebben op de berekening van het ziekteverlof ", de wetenschappelijke anciënniteit als bedoeld in artikel 7 van dit besluit ".
Art.15. Dans l'article 52 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans le paragraphe 1er, les modifications suivantes sont apportées :
- le 2e tiret est remplacé par ce qui suit :
" - les droits, les devoirs, les conflits d'intérêt et les cumuls; ";
- le 5e tiret est supprimé;
- le 8e tiret est complété par les mots " à l'exception de la prime de développement de compétences ";
2° le paragraphe 2 est complété par la phrase suivante :
" - " par ancienneté de service pour les dispositions qui concernent le calcul du congé de maladie ", l'ancienneté scientifique visée à l'article 7 du présent arrêté ".
1° dans le paragraphe 1er, les modifications suivantes sont apportées :
- le 2e tiret est remplacé par ce qui suit :
" - les droits, les devoirs, les conflits d'intérêt et les cumuls; ";
- le 5e tiret est supprimé;
- le 8e tiret est complété par les mots " à l'exception de la prime de développement de compétences ";
2° le paragraphe 2 est complété par la phrase suivante :
" - " par ancienneté de service pour les dispositions qui concernent le calcul du congé de maladie ", l'ancienneté scientifique visée à l'article 7 du présent arrêté ".
Art.16. In artikel 53, § 2, tweede lid, b), van hetzelfde besluit worden de woorden " en wel twee assessoren per organisatie " vervangen door " en wel minstens één assessor per organisatie ".
Art.16. Dans l'article 53, § 2, alinéa 2, b), du même arrêté, les mots " à raison de deux assesseurs par organisation " sont remplacés par les mots " à raison d'au moins un assesseur par organisation ".
Art.17. In artikel 55 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. De personeelsleden als bedoeld in § 1 kunnen door Ons ten vroegste bevestigd worden in de 24e maand na de begindatum van het eerste mandaat dat hun werd toevertrouwd, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Het advies van de jury moet in elk geval uiterlijk worden uitgesproken in de 24e maand na de inwerkingtreding van dit besluit.
Het betrokken personeelslid en zijn hiërarchisch meerdere bepalen in gemeen overleg in welke maand de vergadering moet plaatsvinden van de jury die over eerstgenoemde moet beraadslagen. Bij onenigheid beslist de algemeen directeur.
De bevestiging loopt met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de vastgelegde datum voor de beraadslaging van de jury overeenkomstig het voorgaande lid, voor zover het betrokken personeelslid op de vastgelegde datum voldoet aan alle vereiste verplichtingen.
Tijdens de beraadslaging spreekt de jury zich ook uit over de duur van de wetenschappelijke activiteit vóór de indienstneming van de betrokkene als wetenschappelijk personeelslid met een mandaat die in aanmerking zou kunnen worden genomen voor de berekening van de wetenschappelijke anciënniteit, overeenkomstig artikel 7, § 2, 2° en 3°. "
2° er wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende :
" § 2bis. In afwijking van artikel 30 van dit besluit kunnen de personeelsleden die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de titel van doctor en die minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben, rechtstreeks worden bevestigd in klasse SW2 van de loopbaan van het wetenschappelijke personeel, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Zij dragen de titel van werkleider en krijgen de aan die titel verbonden weddeschaal. "
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. De personeelsleden als bedoeld in § 1 kunnen door Ons ten vroegste bevestigd worden in de 24e maand na de begindatum van het eerste mandaat dat hun werd toevertrouwd, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Het advies van de jury moet in elk geval uiterlijk worden uitgesproken in de 24e maand na de inwerkingtreding van dit besluit.
Het betrokken personeelslid en zijn hiërarchisch meerdere bepalen in gemeen overleg in welke maand de vergadering moet plaatsvinden van de jury die over eerstgenoemde moet beraadslagen. Bij onenigheid beslist de algemeen directeur.
De bevestiging loopt met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de vastgelegde datum voor de beraadslaging van de jury overeenkomstig het voorgaande lid, voor zover het betrokken personeelslid op de vastgelegde datum voldoet aan alle vereiste verplichtingen.
Tijdens de beraadslaging spreekt de jury zich ook uit over de duur van de wetenschappelijke activiteit vóór de indienstneming van de betrokkene als wetenschappelijk personeelslid met een mandaat die in aanmerking zou kunnen worden genomen voor de berekening van de wetenschappelijke anciënniteit, overeenkomstig artikel 7, § 2, 2° en 3°. "
2° er wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende :
" § 2bis. In afwijking van artikel 30 van dit besluit kunnen de personeelsleden die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de titel van doctor en die minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit hebben, rechtstreeks worden bevestigd in klasse SW2 van de loopbaan van het wetenschappelijke personeel, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Zij dragen de titel van werkleider en krijgen de aan die titel verbonden weddeschaal. "
Art.17. Dans l'article 55 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. Les agents visés au § 1er peuvent être confirmés par Nous au plus tôt le 24e mois qui suit la date de début du premier mandat qui leur a été accordé, moyennant avis favorable et motivé du jury. L'avis du jury doit en tout état de cause intervenir au plus tard le 24e mois qui suit la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
L'agent concerné et son supérieur hiérarchique déterminent de commun accord le mois au cours duquel sera sollicitée la réunion du jury appelé à délibérer sur le cas du premier cité. Tout désaccord est tranché par le directeur général.
La confirmation opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la date fixée pour la délibération du jury conformément à l'alinéa précédent, pour autant que l'agent concerné ait satisfait à toutes les obligations requises à la date fixée.
Lors de la délibération, le jury se prononce également sur la durée de l'activité scientifique antérieure au recrutement de l'intéressé en qualité d'agent scientifique sous mandat qui pourrait entrer en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté scientifique, conformément à l'article 7, § 2, 2° et 3°. "
2° Il est inséré un paragraphe 2bis, rédigé comme suit :
" § 2bis. Par dérogation à l'article 30 du présent arrêté, les agents qui, à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, sont titulaires du titre de docteur et qui comptent au moins quatre ans d'ancienneté scientifique peuvent être confirmés directement dans la classe SW2 de la carrière du personnel scientifique, moyennant avis favorable et motivé du jury. Ils portent le titre de chef de travaux et obtiennent l'échelle de traitement liée à ce titre. "
1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. Les agents visés au § 1er peuvent être confirmés par Nous au plus tôt le 24e mois qui suit la date de début du premier mandat qui leur a été accordé, moyennant avis favorable et motivé du jury. L'avis du jury doit en tout état de cause intervenir au plus tard le 24e mois qui suit la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
L'agent concerné et son supérieur hiérarchique déterminent de commun accord le mois au cours duquel sera sollicitée la réunion du jury appelé à délibérer sur le cas du premier cité. Tout désaccord est tranché par le directeur général.
La confirmation opère avec effet rétroactif au premier jour du mois qui suit la date fixée pour la délibération du jury conformément à l'alinéa précédent, pour autant que l'agent concerné ait satisfait à toutes les obligations requises à la date fixée.
Lors de la délibération, le jury se prononce également sur la durée de l'activité scientifique antérieure au recrutement de l'intéressé en qualité d'agent scientifique sous mandat qui pourrait entrer en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté scientifique, conformément à l'article 7, § 2, 2° et 3°. "
2° Il est inséré un paragraphe 2bis, rédigé comme suit :
" § 2bis. Par dérogation à l'article 30 du présent arrêté, les agents qui, à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, sont titulaires du titre de docteur et qui comptent au moins quatre ans d'ancienneté scientifique peuvent être confirmés directement dans la classe SW2 de la carrière du personnel scientifique, moyennant avis favorable et motivé du jury. Ils portent le titre de chef de travaux et obtiennent l'échelle de traitement liée à ce titre. "
Art.18. In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De wetenschappelijke personeelsleden die titularis zijn van een leidinggevende functie van trap II of trap III en die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit onderworpen waren aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat, worden door de minister ingedeeld in een van de twee activiteitengroepen als bedoeld in artikel 6, § 1, van dit besluit, volgens de procedure als bedoeld in § 2. ";
2° in paragraaf 4 worden de woorden " in de hoedanigheid van departementshoofd of afdelingshoofd " vervangen door de woorden " in de hoedanigheid van titularis van een leidinggevende functie van trap II of trap III ".
1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De wetenschappelijke personeelsleden die titularis zijn van een leidinggevende functie van trap II of trap III en die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit onderworpen waren aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat, worden door de minister ingedeeld in een van de twee activiteitengroepen als bedoeld in artikel 6, § 1, van dit besluit, volgens de procedure als bedoeld in § 2. ";
2° in paragraaf 4 worden de woorden " in de hoedanigheid van departementshoofd of afdelingshoofd " vervangen door de woorden " in de hoedanigheid van titularis van een leidinggevende functie van trap II of trap III ".
Art.18. Dans l'article 56 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° le paragraphe 1er, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Les agents scientifiques titulaires d'une fonction dirigeante du degré II ou du degré III et qui à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté étaient soumis aux dispositions de l'arrêté royal du 21 avril 1965 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques de l'Etat, sont répartis par le ministre dans l'un des deux groupes d'activités visés à l'article 6, § 1er, du présent arrêté, selon la procédure visée au § 2. ";
2° dans le paragraphe 4, les mots " en qualité de chef de département ou de chef de section " sont remplacés par les mots " en qualité de titulaire d'une fonction dirigeante du degré II ou du degré III ".
1° le paragraphe 1er, alinéa 1er, est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Les agents scientifiques titulaires d'une fonction dirigeante du degré II ou du degré III et qui à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté étaient soumis aux dispositions de l'arrêté royal du 21 avril 1965 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques de l'Etat, sont répartis par le ministre dans l'un des deux groupes d'activités visés à l'article 6, § 1er, du présent arrêté, selon la procédure visée au § 2. ";
2° dans le paragraphe 4, les mots " en qualité de chef de département ou de chef de section " sont remplacés par les mots " en qualité de titulaire d'une fonction dirigeante du degré II ou du degré III ".
Art.19. In artikel 57 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. De titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trappen III, II en I in de instellingen worden afgeschaft. "
2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. De titularissen van de titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trap I behouden ten persoonlijke titel het recht om hun afgeschafte titel te blijven dragen. Hun administratieve en geldelijke situatie wordt door Ons vastgelegd. ";
3° in paragraaf 4 worden de woorden " De titularissen van de afgeschafte graden van " departementshoofd " en van " afdelingshoofd " " vervangen door de woorden " De titularissen van de titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trappen III en II behouden ten persoonlijke titel het recht om hun geschrapte titel te blijven dragen. Zij... ".
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. De titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trappen III, II en I in de instellingen worden afgeschaft. "
2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. De titularissen van de titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trap I behouden ten persoonlijke titel het recht om hun afgeschafte titel te blijven dragen. Hun administratieve en geldelijke situatie wordt door Ons vastgelegd. ";
3° in paragraaf 4 worden de woorden " De titularissen van de afgeschafte graden van " departementshoofd " en van " afdelingshoofd " " vervangen door de woorden " De titularissen van de titels die gelinkt zijn aan de leidinggevende functies van trappen III en II behouden ten persoonlijke titel het recht om hun geschrapte titel te blijven dragen. Zij... ".
Art.19. Dans l'article 57 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. Les titres liés aux fonctions dirigeantes des degrés III, II et I dans les établissements sont supprimés. "
2° le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit :
" § 3. Les titulaires des titres liés aux fonctions dirigeantes du degré I conservent à titre personnel le droit de porter leur titre supprimé. Leur situation administrative et pécuniaire est fixée par Nous. ";
3° dans le paragraphe 4, les mots " Les titulaires des grades supprimés de " chef de département " et de " chef de section " " sont remplacés par les mots " Les titulaires des titres liés aux fonctions dirigeantes des degrés III et II conservent à titre personnel le droit de porter leur titre supprimé. Ils... ".
1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. Les titres liés aux fonctions dirigeantes des degrés III, II et I dans les établissements sont supprimés. "
2° le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit :
" § 3. Les titulaires des titres liés aux fonctions dirigeantes du degré I conservent à titre personnel le droit de porter leur titre supprimé. Leur situation administrative et pécuniaire est fixée par Nous. ";
3° dans le paragraphe 4, les mots " Les titulaires des grades supprimés de " chef de département " et de " chef de section " " sont remplacés par les mots " Les titulaires des titres liés aux fonctions dirigeantes des degrés III et II conservent à titre personnel le droit de porter leur titre supprimé. Ils... ".
Art.20. Artikel 60 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld als volgt :
" Voor de selectie- en wervingsprocedures als bedoeld in het vorige lid spreekt de jury zich, bij de indiensttreding van het betrokken personeelslid, uit over de duur van de wetenschappelijke activiteit vóór de aanwerving van de betrokkene die in aanmerking zou kunnen worden genomen voor de berekening van de wetenschappelijke anciënniteit, overeenkomstig artikel 7, § 2, 2° en 3°.
§ 2. In afwijking van artikel 30 van dit besluit, kan de kandidaat die als stagiair in dienst is genomen in het kader van een procedure als bedoeld in § 1 en die, bij zijn bevestiging, titularis is van de titel van doctor en minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit heeft, onmiddellijk worden bevestigd in klasse SW2 van de loopbaan van het wetenschappelijk personeel van de Staat, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Hij draagt de titel van werkleider en krijgt de aan die titel verbonden weddeschaal. "
" Voor de selectie- en wervingsprocedures als bedoeld in het vorige lid spreekt de jury zich, bij de indiensttreding van het betrokken personeelslid, uit over de duur van de wetenschappelijke activiteit vóór de aanwerving van de betrokkene die in aanmerking zou kunnen worden genomen voor de berekening van de wetenschappelijke anciënniteit, overeenkomstig artikel 7, § 2, 2° en 3°.
§ 2. In afwijking van artikel 30 van dit besluit, kan de kandidaat die als stagiair in dienst is genomen in het kader van een procedure als bedoeld in § 1 en die, bij zijn bevestiging, titularis is van de titel van doctor en minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit heeft, onmiddellijk worden bevestigd in klasse SW2 van de loopbaan van het wetenschappelijk personeel van de Staat, na een gunstig en gemotiveerd advies van de jury. Hij draagt de titel van werkleider en krijgt de aan die titel verbonden weddeschaal. "
Art.20. L'article 60 du même arrêté, dont le texte actuel formera le paragraphe 1er, est complété comme suit :
" Pour les procédures de sélection et de recrutement visées à l'alinéa précédent, au moment de l'entrée en service de l'agent concerné, le jury se prononce sur la durée de l'activité scientifique antérieure au recrutement de l'intéressé qui pourrait entrer en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté scientifique conformément à l'article 7, § 2, 2° et 3°.
§ 2. Par dérogation à l'article 30 du présent arrêté, le candidat recruté comme stagiaire dans le cadre d'une procédure visée au § 1er et qui, au moment de sa confirmation, est titulaire du titre de docteur et compte au moins quatre ans d'ancienneté scientifique, peut être confirmé directement dans la classe SW2 de la carrière du personnel scientifique de l'Etat, moyennant l'avis favorable et motivé du jury. Il porte le titre de chef de travaux et obtient l'échelle de traitement liée à ce titre. "
" Pour les procédures de sélection et de recrutement visées à l'alinéa précédent, au moment de l'entrée en service de l'agent concerné, le jury se prononce sur la durée de l'activité scientifique antérieure au recrutement de l'intéressé qui pourrait entrer en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté scientifique conformément à l'article 7, § 2, 2° et 3°.
§ 2. Par dérogation à l'article 30 du présent arrêté, le candidat recruté comme stagiaire dans le cadre d'une procédure visée au § 1er et qui, au moment de sa confirmation, est titulaire du titre de docteur et compte au moins quatre ans d'ancienneté scientifique, peut être confirmé directement dans la classe SW2 de la carrière du personnel scientifique de l'Etat, moyennant l'avis favorable et motivé du jury. Il porte le titre de chef de travaux et obtient l'échelle de traitement liée à ce titre. "
Art.21. In hetzelfde besluit wordt een artikel 61/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 61/1. § 1. In afwijking van artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen en uiterlijk tot de datum van de indiensttreding van de operationeel directeurs, kan de minister hogere functies toekennen op de openstaande betrekkingen van de afgeschafte graden van afdelingshoofd of departementshoofd.
§ 2. Die aanstellingen kunnen slechts worden verleend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten.
§ 3. Die aanstellingen mogen in geen geval langer dan twee jaar lopen.
Voor het overige zijn de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 8 augustus 1983 van toepassing op die aanstellingen. ".
" Art. 61/1. § 1. In afwijking van artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen en uiterlijk tot de datum van de indiensttreding van de operationeel directeurs, kan de minister hogere functies toekennen op de openstaande betrekkingen van de afgeschafte graden van afdelingshoofd of departementshoofd.
§ 2. Die aanstellingen kunnen slechts worden verleend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten.
§ 3. Die aanstellingen mogen in geen geval langer dan twee jaar lopen.
Voor het overige zijn de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 8 augustus 1983 van toepassing op die aanstellingen. ".
Art.21. Dans le même arrêté, il est inséré un article 61/1, rédigé comme suit :
" Art. 61/1. § 1er. Par dérogation à l'article 4 de l'arrêté royal du 8 août 1983 relatif à l'exercice d'une fonction supérieure dans les administrations de l'Etat et au plus tard jusqu'à la date d'entrée en service des directeurs opérationnels, le ministre peut conférer des fonctions supérieures sur les emplois vacants des grades supprimés de chef de section ou de chef de département.
§ 2. Ces désignations ne peuvent être conférées que dans les limites des crédits budgétaires disponibles.
§ 3. Ces désignations ne peuvent en toute hypothèse dépasser une durée maximale de deux ans.
Pour le surplus, les dispositions de l'arrêté royal précité du 8 août 1983 sont d'application à ces désignations. ".
" Art. 61/1. § 1er. Par dérogation à l'article 4 de l'arrêté royal du 8 août 1983 relatif à l'exercice d'une fonction supérieure dans les administrations de l'Etat et au plus tard jusqu'à la date d'entrée en service des directeurs opérationnels, le ministre peut conférer des fonctions supérieures sur les emplois vacants des grades supprimés de chef de section ou de chef de département.
§ 2. Ces désignations ne peuvent être conférées que dans les limites des crédits budgétaires disponibles.
§ 3. Ces désignations ne peuvent en toute hypothèse dépasser une durée maximale de deux ans.
Pour le surplus, les dispositions de l'arrêté royal précité du 8 août 1983 sont d'application à ces désignations. ".
Art.22. In hetzelfde besluit wordt bijlage 1 vervangen als volgt :
Art.22. Dans le même arrêté, l'annexe 1re est remplacée par ce qui suit :
Conversietabel
Tableau de conversion
| Rang/Rang | Graad/Grade | Weddeschaal Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal Echelle de traitement |
| A | Attaché/Attaché (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 1921 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW10 |
| A | Attaché/Attaché | 1921 1919 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A | Assistent / Assistant (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 1923 | SW1 | Assistent / Assistant | SW10 |
| A | Assistent/Assistant | 1923 1920 | SW1 | Assistent/Assistant | SW11 |
| A | Eerstaanwezend assistent/ Premier assistant | 1924 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| B | Werkleider/ Chef de travaux | 1913 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| C | Geaggregeerd werkleider/ Chef de travaux agrégé | 1914 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Rang/Rang | Graad/Grade | Weddeschaal Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal Echelle de traitement |
| A | Attaché/Attaché (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 1921 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW10 |
| A | Attaché/Attaché | 1921 1919 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A | Assistent / Assistant (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 1923 | SW1 | Assistent / Assistant | SW10 |
| A | Assistent/Assistant | 1923 1920 | SW1 | Assistent/Assistant | SW11 |
| A | Eerstaanwezend assistent/ Premier assistant | 1924 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| B | Werkleider/ Chef de travaux | 1913 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| C | Geaggregeerd werkleider/ Chef de travaux agrégé | 1914 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Trap/Degré | Weddeschaal/ Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal / Echelle de traitement |
| Leidinggevende functie van trap III/ Fonction dirigeante du degré III | 1916 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Leidinggevende functie van trap II / Fonction dirigeante du degré II | 1917 | SW4 | Onderzoeksleider / Maître de recherches | SW41 |
| Trap/Degré | Weddeschaal/ Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal / Echelle de traitement |
| Leidinggevende functie van trap III/ Fonction dirigeante du degré III | 1916 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Leidinggevende functie van trap II / Fonction dirigeante du degré II | 1917 | SW4 | Onderzoeksleider / Maître de recherches | SW41 |
| Conversietabel / Tableau de conversion | |||||
| Klasse/Classe | Graad/Grade | Weddeschaal / Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal/ Echelle de traitement |
| A1 | Attaché stagiair / Attaché stagiaire (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire | SW10 |
| A1 | Attaché stagiair/ Attaché stagiaire | A11 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur) / Attaché (ex-conseiller adjoint) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) / (wetenschappelijke anciënniteit / ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A11 | SW1 | Assistent / Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint)/ (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-adjunct- adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus) / Attaché (ex- informaticien) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Adviseur (ex-industrieel ingenieur - directeur) / Conseiller (ex-ingénieur industriel-directeur) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus)/ Attaché (ex-informaticien) | A33 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Conversietabel / Tableau de conversion | |||||
| Klasse/Classe | Graad/Grade | Weddeschaal / Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal/ Echelle de traitement |
| A1 | Attaché stagiair / Attaché stagiaire (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire | SW10 |
| A1 | Attaché stagiair/ Attaché stagiaire | A11 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur) / Attaché (ex-conseiller adjoint) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) / (wetenschappelijke anciënniteit / ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A11 | SW1 | Assistent / Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint)/ (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-adjunct- adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus) / Attaché (ex- informaticien) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Adviseur (ex-industrieel ingenieur - directeur) / Conseiller (ex-ingénieur industriel-directeur) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus)/ Attaché (ex-informaticien) | A33 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
Art. 23. In hetzelfde besluit wordt bijlage 2 vervangen als volgt :
Art. 23. Dans le même arrêté, l'annexe 2 est remplacée par ce qui suit :
| Trap/Degré | Weddeschaal/ Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal / Echelle de traitement |
| Leidinggevende functie van trap III/ Fonction dirigeante du degré III | 1916 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Leidinggevende functie van trap II / Fonction dirigeante du degré II | 1917 | SW4 | Onderzoeksleider / Maître de recherches | SW41 |
Echelle de traitementKlasse/Classe Titel/TitreWeddeschaal /
Echelle de traitementLeidinggevende functie van trap III/
Fonction dirigeante du degré III1916SW3Eerstaanwezend werkleider/
Chef de travaux principal SW31Leidinggevende functie van trap II /
Fonction dirigeante du degré II 1917SW4Onderzoeksleider /
Maître de recherches SW41
| Trap/Degré | Weddeschaal/ Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal / Echelle de traitement |
| Leidinggevende functie van trap III/ Fonction dirigeante du degré III | 1916 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
| Leidinggevende functie van trap II / Fonction dirigeante du degré II | 1917 | SW4 | Onderzoeksleider / Maître de recherches | SW41 |
Echelle de traitementKlasse/Classe Titel/TitreWeddeschaal /
Echelle de traitementLeidinggevende functie van trap III/
Fonction dirigeante du degré III1916SW3Eerstaanwezend werkleider/
Chef de travaux principal SW31Leidinggevende functie van trap II /
Fonction dirigeante du degré II 1917SW4Onderzoeksleider /
Maître de recherches SW41
Art. 24. In hetzelfde besluit wordt bijlage 3 vervangen als volgt :
Art. 24. Dans le même arrêté, l'annexe 3 est remplacée par ce qui suit :
| Conversietabel / Tableau de conversion | |||||
| Klasse/Classe | Graad/Grade | Weddeschaal / Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal/ Echelle de traitement |
| A1 | Attaché stagiair / Attaché stagiaire (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire | SW10 |
| A1 | Attaché stagiair/ Attaché stagiaire | A11 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur) / Attaché (ex-conseiller adjoint) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) / (wetenschappelijke anciënniteit / ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A11 | SW1 | Assistent / Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint)/ (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-adjunct- adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus) / Attaché (ex- informaticien) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Adviseur (ex-industrieel ingenieur - directeur) / Conseiller (ex-ingénieur industriel-directeur) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus)/ Attaché (ex-informaticien) | A33 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
Echelle de traitementKlasse/Classe Titel/TitreWeddeschaal/
Echelle de traitementA1Attaché stagiair /
Attaché stagiaire
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11
SW1Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire SW10A1Attaché stagiair/
Attaché stagiaire A11SW1Assistent-stagiair /
Assistant stagiaire SW11A1Attaché (ex-adjunct-adviseur) /
Attaché (ex-conseiller adjoint)
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint) A11SW1Assistent/
Assistant SW11A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel) /
(wetenschappelijke anciënniteit /
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) A11SW1Assistent /
Assistant SW11A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)/
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)12SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)A12SW1Assistent/
Assistant SW11A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A12SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)A12SW1Assistent/
Assistant SW11A2Attaché (ex-adjunct-
adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)A21SW1Assistent/
Assistant SW11A2Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)A21SW1Assistent/
Assistant SW11A3Attaché (ex-informaticus) /
Attaché
(ex- informaticien)A31SW2Werkleider/
Chef de travauxSW21A3Adviseur
(ex-industrieel ingenieur - directeur) /
Conseiller
(ex-ingénieur industriel-directeur)A31SW2Werkleider/
Chef de travauxSW21A3Attaché (ex-informaticus)/
Attaché (ex-informaticien)A33SW3Eerstaanwezend werkleider/
Chef de travaux principalSW31
| Conversietabel / Tableau de conversion | |||||
| Klasse/Classe | Graad/Grade | Weddeschaal / Echelle de traitement | Klasse/Classe | Titel/Titre | Weddeschaal/ Echelle de traitement |
| A1 | Attaché stagiair / Attaché stagiaire (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire | SW10 |
| A1 | Attaché stagiair/ Attaché stagiaire | A11 | SW1 | Assistent-stagiair / Assistant stagiaire | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur) / Attaché (ex-conseiller adjoint) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) / (wetenschappelijke anciënniteit / ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A11 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A11 | SW1 | Assistent / Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint)/ (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | 12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-adjunct-adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) (wetenschappelijke anciënniteit/ ancienneté scientifique < 2 jaar/ans) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW10 |
| A1 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A12 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-adjunct- adviseur)/ Attaché (ex-conseiller adjoint) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A2 | Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) | A21 | SW1 | Assistent/ Assistant | SW11 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus) / Attaché (ex- informaticien) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Adviseur (ex-industrieel ingenieur - directeur) / Conseiller (ex-ingénieur industriel-directeur) | A31 | SW2 | Werkleider/ Chef de travaux | SW21 |
| A3 | Attaché (ex-informaticus)/ Attaché (ex-informaticien) | A33 | SW3 | Eerstaanwezend werkleider/ Chef de travaux principal | SW31 |
Echelle de traitementKlasse/Classe Titel/TitreWeddeschaal/
Echelle de traitementA1Attaché stagiair /
Attaché stagiaire
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11
SW1Assistent-stagiair/ Assistant stagiaire SW10A1Attaché stagiair/
Attaché stagiaire A11SW1Assistent-stagiair /
Assistant stagiaire SW11A1Attaché (ex-adjunct-adviseur) /
Attaché (ex-conseiller adjoint)
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint) A11SW1Assistent/
Assistant SW11A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel) /
(wetenschappelijke anciënniteit /
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A11SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/ Attaché (ex-ingénieur industriel) A11SW1Assistent /
Assistant SW11A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)/
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)12SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-adjunct-adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)A12SW1Assistent/
Assistant SW11A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)
(wetenschappelijke anciënniteit/
ancienneté scientifique
< 2 jaar/ans)A12SW1Assistent/
Assistant SW10A1Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)A12SW1Assistent/
Assistant SW11A2Attaché (ex-adjunct-
adviseur)/
Attaché (ex-conseiller adjoint)A21SW1Assistent/
Assistant SW11A2Attaché (ex-industrieel ingenieur)/
Attaché (ex-ingénieur industriel)A21SW1Assistent/
Assistant SW11A3Attaché (ex-informaticus) /
Attaché
(ex- informaticien)A31SW2Werkleider/
Chef de travauxSW21A3Adviseur
(ex-industrieel ingenieur - directeur) /
Conseiller
(ex-ingénieur industriel-directeur)A31SW2Werkleider/
Chef de travauxSW21A3Attaché (ex-informaticus)/
Attaché (ex-informaticien)A33SW3Eerstaanwezend werkleider/
Chef de travaux principalSW31
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het geldelijke statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen
CHAPITRE IV. - Modification de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut pécuniaire du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux
Art.28. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " § 1. " worden vóór de eerste zin ingevoegd;
2° in § 1, 2°, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- in het streepje a), worden de woorden " de diensten bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de diensten bij het " Fonds national de la Recherche scientifique " " vervangen door de woorden " de diensten bij het Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de diensten bij het " Fonds fédéral de la Recherche scientifique ", de diensten bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, de diensten bij het " Fonds de la Recherche scientifique " ";
- het streepje f) wordt vervangen als volgt :
" f) bij een secretariaat, een beleidscel, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris. ".
3° In § 2, worden de woorden " ... voor :
- een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998;
- een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999. " geschrapt.
1° de woorden " § 1. " worden vóór de eerste zin ingevoegd;
2° in § 1, 2°, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- in het streepje a), worden de woorden " de diensten bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de diensten bij het " Fonds national de la Recherche scientifique " " vervangen door de woorden " de diensten bij het Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de diensten bij het " Fonds fédéral de la Recherche scientifique ", de diensten bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, de diensten bij het " Fonds de la Recherche scientifique " ";
- het streepje f) wordt vervangen als volgt :
" f) bij een secretariaat, een beleidscel, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris. ".
3° In § 2, worden de woorden " ... voor :
- een maximumduur van drie jaar : vanaf 1 januari 1998;
- een maximumduur van zes jaar : vanaf 1 januari 1999. " geschrapt.
Art.28. Dans l'article 6, alinéa 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° les mots " § 1er. " sont insérés avant la première phrase;
2° dans le § 1er, 2°, les modifications suivantes sont apportées :
- dans le tiret a), les mots " des services du Fonds national de la Recherche scientifique, des services du " Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek " " sont remplacés par les mots " des services du Fonds fédéral de la Recherche scientifique, des services du " Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek ", des services du " Fonds de la Recherche scientifique ", des services du " Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen " ";
- le tiret f) est remplacé par ce qui suit :
" f) d'un secrétariat, d'une cellule stratégique, de la cellule coordination générale de la politique, d'une cellule de politique générale, d'un cabinet d'un mandataire politique fédéral, communautaire, régional, provincial ou local. ".
3° Dans le § 2, les mots " ... pour :
- une durée maximale de trois ans : à partir du 1er janvier 1998;
- une durée maximale de six ans : à partir du 1erjanvier 1999. " sont supprimés.
1° les mots " § 1er. " sont insérés avant la première phrase;
2° dans le § 1er, 2°, les modifications suivantes sont apportées :
- dans le tiret a), les mots " des services du Fonds national de la Recherche scientifique, des services du " Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek " " sont remplacés par les mots " des services du Fonds fédéral de la Recherche scientifique, des services du " Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek ", des services du " Fonds de la Recherche scientifique ", des services du " Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen " ";
- le tiret f) est remplacé par ce qui suit :
" f) d'un secrétariat, d'une cellule stratégique, de la cellule coordination générale de la politique, d'une cellule de politique générale, d'un cabinet d'un mandataire politique fédéral, communautaire, régional, provincial ou local. ".
3° Dans le § 2, les mots " ... pour :
- une durée maximale de trois ans : à partir du 1er janvier 1998;
- une durée maximale de six ans : à partir du 1erjanvier 1999. " sont supprimés.
Art. 26. In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in klasse SW2, worden de woorden " Eerstaanwezend assistent " vervangen door de woorden " Werkleider ";
2° in klasse SW3, worden de woorden " Werkleider " vervangen door de woorden " Eerstaanwezend werkleider ";
3° in klasse SW4, worden de woorden " Eerstaanwezend werkleider " vervangen door de woorden " Onderzoeksleider ".
1° in klasse SW2, worden de woorden " Eerstaanwezend assistent " vervangen door de woorden " Werkleider ";
2° in klasse SW3, worden de woorden " Werkleider " vervangen door de woorden " Eerstaanwezend werkleider ";
3° in klasse SW4, worden de woorden " Eerstaanwezend werkleider " vervangen door de woorden " Onderzoeksleider ".
Art. 26. Dans l'article 4 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° dans la classe SW2, les mots " Premier assistant " sont remplacés par les mots " Chef de travaux ";
2° dans la classe SW3, les mots " Chef de travaux " sont remplacés par les mots " Chef de travaux principal ";
3° dans la classe SW4, les mots " Chef de travaux principal " sont remplacés par les mots " Maître de recherches ".
1° dans la classe SW2, les mots " Premier assistant " sont remplacés par les mots " Chef de travaux ";
2° dans la classe SW3, les mots " Chef de travaux " sont remplacés par les mots " Chef de travaux principal ";
3° dans la classe SW4, les mots " Chef de travaux principal " sont remplacés par les mots " Maître de recherches ".
Art.30. Artikel 9, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
" Art. 9. § 1. De in aanmerking komende diensten worden berekend per kalendermaand, die welke geen volle maand bedragen, in voornoemd geval bij verschillende werkgevers, worden niet meegeteld. ".
" Art. 9. § 1. De in aanmerking komende diensten worden berekend per kalendermaand, die welke geen volle maand bedragen, in voornoemd geval bij verschillende werkgevers, worden niet meegeteld. ".
Art.30. L'article 9, § 1er, alinéa 1er du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 9. § 1er. Les services admissibles se comptent par mois du calendrier, ceux qui ne couvrent pas tout le mois, le cas échéant auprès de plusieurs employeurs, sont négligés. ".
" Art. 9. § 1er. Les services admissibles se comptent par mois du calendrier, ceux qui ne couvrent pas tout le mois, le cas échéant auprès de plusieurs employeurs, sont négligés. ".
Art.31. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd die de artikelen 12/1 en 12/2 bevat, luidende :
" HOOFDSTUK IIbis. - Bepalingen betreffende de specifieke wetenschappelijke functies van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " en " hoofd van een wetenschappelijk programma "
Art. 12/1. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid dat wordt aangewezen in een functie van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ", ontvangt voor de duur dat hij zijn mandaat uitoefent een jaarlijkse premie van 5.000,00 euro.
§ 2. De premie wordt op 8.000,00 euro per jaar gebracht als de dienst of het betrokken programma minstens aan een van de volgende voorwaarden voldoet :
1° behoudens het als hoofd aangewezen personeelslid, een aantal voltijds equivalenten medewerkers van minstens tien leden van het wetenschappelijk personeel tellen;
2° over een eigen jaarbudget beschikken, zoals vastgelegd in § 1, van minstens 1.000.000,00 euro.
Art. 12/2. De premie wordt maandelijks in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als de wedde vereffend.
Onverminderd artikel 47/8, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, en met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen, is de premie niet verschuldigd gedurende een periode van afwezigheid zodra het personeelslid tijdens de duur van het mandaat meer dan één maand afwezig is.
Zij wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld of van de eindejaarstoelage.
Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. "
" HOOFDSTUK IIbis. - Bepalingen betreffende de specifieke wetenschappelijke functies van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " en " hoofd van een wetenschappelijk programma "
Art. 12/1. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid dat wordt aangewezen in een functie van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ", ontvangt voor de duur dat hij zijn mandaat uitoefent een jaarlijkse premie van 5.000,00 euro.
§ 2. De premie wordt op 8.000,00 euro per jaar gebracht als de dienst of het betrokken programma minstens aan een van de volgende voorwaarden voldoet :
1° behoudens het als hoofd aangewezen personeelslid, een aantal voltijds equivalenten medewerkers van minstens tien leden van het wetenschappelijk personeel tellen;
2° over een eigen jaarbudget beschikken, zoals vastgelegd in § 1, van minstens 1.000.000,00 euro.
Art. 12/2. De premie wordt maandelijks in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als de wedde vereffend.
Onverminderd artikel 47/8, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, en met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen, is de premie niet verschuldigd gedurende een periode van afwezigheid zodra het personeelslid tijdens de duur van het mandaat meer dan één maand afwezig is.
Zij wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld of van de eindejaarstoelage.
Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. "
Art.31. Dans le même arrêté, il est inséré un chapitre IIbis, comportant les articles 12/1 et 12/2, rédigé comme suit :
" CHAPITRE IIbis. - Dispositions relatives aux fonctions scientifiques particulières de " chef de service scientifique " et " chef de programme scientifique "
Art. 12/1. § 1er. L'agent scientifique qui est désigné à une fonction de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " reçoit pendant la durée d'exercice de son mandat une prime annuelle de 5.000,00 euro.
§ 2. La prime est portée à 8.000,00 euros par an si le service ou le programme concerné remplit au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre l'agent désigné en qualité de chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins dix membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel, comme défini au § 1er, d'au moins 1.000.000,00 euros.
Art. 12/2. La prime est liquidée mensuellement dans la même mesure et aux mêmes conditions que le traitement.
Sans préjudice de l'article 47/8, § 3, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, et à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs, la prime n'est pas due pendant une période d'absence dès que le membre du personnel est absent plus d'un mois pendant la durée du mandat.
Elle n'entre en ligne de compte ni pour le calcul du pécule de vacances, ni pour celui de l'allocation de fin d'année.
Le montant de la prime est lié à l'indice-pivot 138,01. "
" CHAPITRE IIbis. - Dispositions relatives aux fonctions scientifiques particulières de " chef de service scientifique " et " chef de programme scientifique "
Art. 12/1. § 1er. L'agent scientifique qui est désigné à une fonction de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " reçoit pendant la durée d'exercice de son mandat une prime annuelle de 5.000,00 euro.
§ 2. La prime est portée à 8.000,00 euros par an si le service ou le programme concerné remplit au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre l'agent désigné en qualité de chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins dix membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel, comme défini au § 1er, d'au moins 1.000.000,00 euros.
Art. 12/2. La prime est liquidée mensuellement dans la même mesure et aux mêmes conditions que le traitement.
Sans préjudice de l'article 47/8, § 3, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, et à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs, la prime n'est pas due pendant une période d'absence dès que le membre du personnel est absent plus d'un mois pendant la durée du mandat.
Elle n'entre en ligne de compte ni pour le calcul du pécule de vacances, ni pour celui de l'allocation de fin d'année.
Le montant de la prime est lié à l'indice-pivot 138,01. "
Art. 29. Artikel 7, 1° en 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" 1° het personeelslid wordt beschouwd aanneembare diensten te verrichten voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wanneer hij in dienstactiviteit is of wanneer hij in disponibiliteit is wegens ziekte;
2° de diensten zijn volledig wanneer zij in het geheel een normale beroepsactiviteit omvatten. ".
" 1° het personeelslid wordt beschouwd aanneembare diensten te verrichten voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wanneer hij in dienstactiviteit is of wanneer hij in disponibiliteit is wegens ziekte;
2° de diensten zijn volledig wanneer zij in het geheel een normale beroepsactiviteit omvatten. ".
Art. 29. L'article 7, 1° et 2° du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" 1° l'agent est considéré comme prestant des services valorisables pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire lorsqu'il est en activité de service ou qu'il est en disponibilité pour maladie;
2° les services sont complets lorsqu'ils absorbent totalement une activité professionnelle normale. ".
" 1° l'agent est considéré comme prestant des services valorisables pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire lorsqu'il est en activité de service ou qu'il est en disponibilité pour maladie;
2° les services sont complets lorsqu'ils absorbent totalement une activité professionnelle normale. ".
Art.33. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vóór het eerste lid het volgende lid toegevoegd :
" De op 30 april 2008 verworven wetenschappelijke anciënniteit door de personeelsleden als bedoeld in de artikelen 54, 55 en 56 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt beschouwd als een dienst die in aanmerking kan worden genomen in de zin van artikel 6 ".
" De op 30 april 2008 verworven wetenschappelijke anciënniteit door de personeelsleden als bedoeld in de artikelen 54, 55 en 56 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt beschouwd als een dienst die in aanmerking kan worden genomen in de zin van artikel 6 ".
Art.33. Dans l'article 15 du même arrêté, l'alinéa suivant est inséré avant l'alinéa 1er :
" L'ancienneté scientifique acquise au 30 avril 2008 par les agents visés aux articles 54, 55 et 56 de l'arrêté royal précité du 25 février 2008, est considérée comme un service admissible au sens de l'article 6 ".
" L'ancienneté scientifique acquise au 30 avril 2008 par les agents visés aux articles 54, 55 et 56 de l'arrêté royal précité du 25 février 2008, est considérée comme un service admissible au sens de l'article 6 ".
Art. 31. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd die de artikelen 12/1 en 12/2 bevat, luidende :
" HOOFDSTUK IIbis. - Bepalingen betreffende de specifieke wetenschappelijke functies van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " en " hoofd van een wetenschappelijk programma "
Art. 12/1. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid dat wordt aangewezen in een functie van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ", ontvangt voor de duur dat hij zijn mandaat uitoefent een jaarlijkse premie van 5.000,00 euro.
§ 2. De premie wordt op 8.000,00 euro per jaar gebracht als de dienst of het betrokken programma minstens aan een van de volgende voorwaarden voldoet :
1° behoudens het als hoofd aangewezen personeelslid, een aantal voltijds equivalenten medewerkers van minstens tien leden van het wetenschappelijk personeel tellen;
2° over een eigen jaarbudget beschikken, zoals vastgelegd in § 1, van minstens 1.000.000,00 euro.
Art. 12/2. De premie wordt maandelijks in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als de wedde vereffend.
Onverminderd artikel 47/8, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, en met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen, is de premie niet verschuldigd gedurende een periode van afwezigheid zodra het personeelslid tijdens de duur van het mandaat meer dan één maand afwezig is.
Zij wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld of van de eindejaarstoelage.
Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. "
" HOOFDSTUK IIbis. - Bepalingen betreffende de specifieke wetenschappelijke functies van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " en " hoofd van een wetenschappelijk programma "
Art. 12/1. § 1. Het wetenschappelijk personeelslid dat wordt aangewezen in een functie van " hoofd van een wetenschappelijke dienst " of " hoofd van een wetenschappelijk programma ", ontvangt voor de duur dat hij zijn mandaat uitoefent een jaarlijkse premie van 5.000,00 euro.
§ 2. De premie wordt op 8.000,00 euro per jaar gebracht als de dienst of het betrokken programma minstens aan een van de volgende voorwaarden voldoet :
1° behoudens het als hoofd aangewezen personeelslid, een aantal voltijds equivalenten medewerkers van minstens tien leden van het wetenschappelijk personeel tellen;
2° over een eigen jaarbudget beschikken, zoals vastgelegd in § 1, van minstens 1.000.000,00 euro.
Art. 12/2. De premie wordt maandelijks in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als de wedde vereffend.
Onverminderd artikel 47/8, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, en met uitzondering van het moederschapsverlof, het adoptieverlof en het verlof voor loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verlenen, is de premie niet verschuldigd gedurende een periode van afwezigheid zodra het personeelslid tijdens de duur van het mandaat meer dan één maand afwezig is.
Zij wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld of van de eindejaarstoelage.
Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01. "
Art. 31. Dans le même arrêté, il est inséré un chapitre IIbis, comportant les articles 12/1 et 12/2, rédigé comme suit :
" CHAPITRE IIbis. - Dispositions relatives aux fonctions scientifiques particulières de " chef de service scientifique " et " chef de programme scientifique "
Art. 12/1. § 1er. L'agent scientifique qui est désigné à une fonction de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " reçoit pendant la durée d'exercice de son mandat une prime annuelle de 5.000,00 euro.
§ 2. La prime est portée à 8.000,00 euros par an si le service ou le programme concerné remplit au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre l'agent désigné en qualité de chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins dix membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel, comme défini au § 1er, d'au moins 1.000.000,00 euros.
Art. 12/2. La prime est liquidée mensuellement dans la même mesure et aux mêmes conditions que le traitement.
Sans préjudice de l'article 47/8, § 3, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, et à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs, la prime n'est pas due pendant une période d'absence dès que le membre du personnel est absent plus d'un mois pendant la durée du mandat.
Elle n'entre en ligne de compte ni pour le calcul du pécule de vacances, ni pour celui de l'allocation de fin d'année.
Le montant de la prime est lié à l'indice-pivot 138,01. "
" CHAPITRE IIbis. - Dispositions relatives aux fonctions scientifiques particulières de " chef de service scientifique " et " chef de programme scientifique "
Art. 12/1. § 1er. L'agent scientifique qui est désigné à une fonction de " chef de service scientifique " ou " chef de programme scientifique " reçoit pendant la durée d'exercice de son mandat une prime annuelle de 5.000,00 euro.
§ 2. La prime est portée à 8.000,00 euros par an si le service ou le programme concerné remplit au moins une des conditions suivantes :
1° compter, outre l'agent désigné en qualité de chef, un nombre de collaborateurs équivalents temps plein d'au moins dix membres du personnel scientifique;
2° disposer d'un budget propre annuel, comme défini au § 1er, d'au moins 1.000.000,00 euros.
Art. 12/2. La prime est liquidée mensuellement dans la même mesure et aux mêmes conditions que le traitement.
Sans préjudice de l'article 47/8, § 3, alinéa 2, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, et à l'exception du congé de maternité, du congé d'adoption et du congé d'interruption pour donner des soins palliatifs, la prime n'est pas due pendant une période d'absence dès que le membre du personnel est absent plus d'un mois pendant la durée du mandat.
Elle n'entre en ligne de compte ni pour le calcul du pécule de vacances, ni pour celui de l'allocation de fin d'année.
Le montant de la prime est lié à l'indice-pivot 138,01. "
Art.34. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van :
- artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 5 juni 2004;
- de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 30 maart 2008;
- de artikelen 7, 8, 15 tot 20 en 33 die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 2008.
- artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 5 juni 2004;
- de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 30 maart 2008;
- de artikelen 7, 8, 15 tot 20 en 33 die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 2008.
Art.34. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l'exception :
- de l'article 1er qui produit ses effets le 5 juin 2004;
- des articles 4 et 5 qui produisent leurs effets le 30 mars 2008;
- des articles 7, 8, 15 à 20 et 33 qui produisent leurs effets le 1er mai 2008.
- de l'article 1er qui produit ses effets le 5 juin 2004;
- des articles 4 et 5 qui produisent leurs effets le 30 mars 2008;
- des articles 7, 8, 15 à 20 et 33 qui produisent leurs effets le 1er mai 2008.
Art. 33. In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vóór het eerste lid het volgende lid toegevoegd :
" De op 30 april 2008 verworven wetenschappelijke anciënniteit door de personeelsleden als bedoeld in de artikelen 54, 55 en 56 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt beschouwd als een dienst die in aanmerking kan worden genomen in de zin van artikel 6 ".
" De op 30 april 2008 verworven wetenschappelijke anciënniteit door de personeelsleden als bedoeld in de artikelen 54, 55 en 56 van het voornoemde koninklijk besluit van 25 februari 2008, wordt beschouwd als een dienst die in aanmerking kan worden genomen in de zin van artikel 6 ".
Art. 33. Dans l'article 15 du même arrêté, l'alinéa suivant est inséré avant l'alinéa 1er :
" L'ancienneté scientifique acquise au 30 avril 2008 par les agents visés aux articles 54, 55 et 56 de l'arrêté royal précité du 25 février 2008, est considérée comme un service admissible au sens de l'article 6 ".
" L'ancienneté scientifique acquise au 30 avril 2008 par les agents visés aux articles 54, 55 et 56 de l'arrêté royal précité du 25 février 2008, est considérée comme un service admissible au sens de l'article 6 ".
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
CHAPITRE V. - Dispositions finales
Art. 34. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van :
- artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 5 juni 2004;
- de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 30 maart 2008;
- de artikelen 7, 8, 15 tot 20 en 33 die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 2008.
- artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 5 juni 2004;
- de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 30 maart 2008;
- de artikelen 7, 8, 15 tot 20 en 33 die uitwerking hebben met ingang van 1 mei 2008.
Art. 34. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l'exception :
- de l'article 1er qui produit ses effets le 5 juin 2004;
- des articles 4 et 5 qui produisent leurs effets le 30 mars 2008;
- des articles 7, 8, 15 à 20 et 33 qui produisent leurs effets le 1er mai 2008.
- de l'article 1er qui produit ses effets le 5 juin 2004;
- des articles 4 et 5 qui produisent leurs effets le 30 mars 2008;
- des articles 7, 8, 15 à 20 et 33 qui produisent leurs effets le 1er mai 2008.
Art. 35. Onze ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 35. Nos ministres sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Wetenschapsbeleid,
P. MAGNETTE
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Wetenschapsbeleid,
P. MAGNETTE
Donné à Bruxelles, le 12 juin 2012.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Politique scientifique,
P. MAGNETTE
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Politique scientifique,
P. MAGNETTE