Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
28 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking
Titre
28 DECEMBRE 2011. - Arrêté royal modifiant le système d'interruption de carrière
Informations sur le document
Numac: 2011206455
Datum: 2011-12-28
Info du document
Numac: 2011206455
Date: 2011-12-28
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt het tweede lid opgeheven.
Article 1er. A l'article 5 de l'arrêté royal du 2 janvier 1991 relatif à l'octroi d'allocations d'interruption, modifié par l'arrêté royal du 10 août 1998, l'alinéa 2 est abrogé.
Art.2. Artikel 8, § 1 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" Het recht op onderbrekingsuitkeringen voor de werknemers bedoeld in artikel 7 wordt beperkt tot maximum 60 maanden gedurende de beroepsloopbaan vóór de leeftijd van 50 jaar. Voor de berekening van de 60 maanden wordt geen rekening gehouden met de vermindering van de arbeidsprestaties gedurende de periodes bedoeld in artikel 7bis. "
" Het recht op onderbrekingsuitkeringen voor de werknemers bedoeld in artikel 7 wordt beperkt tot maximum 60 maanden gedurende de beroepsloopbaan vóór de leeftijd van 50 jaar. Voor de berekening van de 60 maanden wordt geen rekening gehouden met de vermindering van de arbeidsprestaties gedurende de periodes bedoeld in artikel 7bis. "
Art.2. L'article 8, § 1er du même arrêté royal, modifié par l'arrêté royal du 10 août 1998, l'alinéa premier est remplacé comme suit :
" Le droit aux allocations d'interruption pour les travailleurs visés à l'article 7 est limité à 60 mois maximum durant la carrière professionnelle avant l'âge de 50 ans. Pour le calcul des 60 mois, il n'est pas tenu compte de la réduction des prestations pendant les périodes visées à l'article 7bis. "
" Le droit aux allocations d'interruption pour les travailleurs visés à l'article 7 est limité à 60 mois maximum durant la carrière professionnelle avant l'âge de 50 ans. Pour le calcul des 60 mois, il n'est pas tenu compte de la réduction des prestations pendant les périodes visées à l'article 7bis. "
Art.3. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 juni 1999, worden de woorden "72 maanden" vervangen door de woorden "60 maanden".
Art.3. A l'article 3 de l'arrêté royal du 12 août 1991 relatif à l'octroi d'allocations d'interruption aux membres du personnel de l'enseignement et des centres psycho-médico-sociaux, remplacé par l'arrêté royal du 4 juin 1999, les mots "72 mois" sont remplacés par les mots "60 mois".
Art.4. In artikel 116, § 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden van toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk belsuit van 10 juni 2002, worden de woorden "tweeënzeventig maanden" vervangen door de woorden "zestig maanden".
Art.4. A l'article 116, § 1er de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat, remplacé par l'arrêté royal du 10 juin 2002, les mots "septante-deux mois" sont remplacés par les mots "soixante mois".
Art.5. In artikelen 4 en 6, § 3 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, worden de woorden "72 maanden" vervangen door de woorden "60 maanden".
Art.5. Aux articles 4 et 6, § 3 de l'arrêté royal du 7 mai 1999 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle du personnel des administrations, les mots "72 mois" sont remplacés par les mots "60 mois".
Art.6. In artikel 64, § 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht ter zijde staan, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2004, worden de woorden "tweeënzeventig maanden" vervangen door de woorden "zestig maanden".
Art.6. A l'article 64, § 1er de l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux congés et aux absences accordés à certains membres du personnel des services qui assistent le pouvoir judiciaire, remplacé par l'arrêté royal du 14 juillet 2004, les mots "septante-deux mois" sont remplacés par les mots "soixante mois".
Art.7. In artikel 93 van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2004, worden de woorden "tweeënzeventig maanden" vervangen door de woorden "zestig maanden".
Art.7. A l'article 93 du même arrêté royal, remplacé par l'arrêté royal du 14 juillet 2004, les mots "septante-deux mois" sont remplacés par les mots "soixante mois".
Art.8. Dit besluit is van toepassing op alle eerste aanvragen of verlengingsaanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die ingaan na 31 december 2011.
In afwijking van het vorige lid, blijven de bepalingen toepasselijk vóór de inwerkingtreding van onderhavig besluit, van toepassing op alle eerste aanvragen of verlengingsaanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die vóór 24 december 2011 werden ontvangen bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, voor zover de werkgever vóór 28 november 2011 schriftelijk op de hoogte werd gebracht door de werknemer.
In afwijking van het vorige lid, blijven de bepalingen toepasselijk vóór de inwerkingtreding van onderhavig besluit, van toepassing op alle eerste aanvragen of verlengingsaanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die vóór 24 december 2011 werden ontvangen bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, voor zover de werkgever vóór 28 november 2011 schriftelijk op de hoogte werd gebracht door de werknemer.
Art.8. Le présent arrêté s'applique à toutes les premières demandes ou les demandes de prolongation pour les allocations d'interruption qui prennent cours après le 31 décembre 2011.
Par dérogation à l'alinéa précédent, les dispositions d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, restent d'application à toutes les premières demandes ou les demandes de prolongation pour allocations d'interruption reçues avant le 24 décembre 2011 par l'Office national de l'Emploi, pour autant que l'employeur ait reçu un avertissement écrit du travailleur avant le 28 novembre 2011.
Par dérogation à l'alinéa précédent, les dispositions d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, restent d'application à toutes les premières demandes ou les demandes de prolongation pour allocations d'interruption reçues avant le 24 décembre 2011 par l'Office national de l'Emploi, pour autant que l'employeur ait reçu un avertissement écrit du travailleur avant le 28 novembre 2011.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.
Art.9. Le présent arrêté entre en vigueur le premier janvier 2012.
Art. 10. De Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, de Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Begroting en de Minister bevoegd voor Werk, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 10. Le Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions, le Ministre qui la Justice dans ses attributions, le Ministre qui a le Budget dans ses attributions et le Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister, belast met Ambtenarenzaken
S. VANACKERE
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Begroting,
O. CHASTEL
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten,
H. BOGAERT
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister, belast met Ambtenarenzaken
S. VANACKERE
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Minister van Begroting,
O. CHASTEL
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten,
H. BOGAERT
Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 28 décembre 2011.
ALBERT
Par le Roi :
Le Vice-Premier Ministre, chargé de la Fonction publique,
S. VANACKERE
La Ministre de la Justice,
Mme A. TURTELBOOM
Le Ministre du Budget,
O. CHASTEL
La Ministre de l'Emploi,
Mme M. DE CONINCK
Le Secrétaire d'Etat à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics,
H. BOGAERT
ALBERT
Par le Roi :
Le Vice-Premier Ministre, chargé de la Fonction publique,
S. VANACKERE
La Ministre de la Justice,
Mme A. TURTELBOOM
Le Ministre du Budget,
O. CHASTEL
La Ministre de l'Emploi,
Mme M. DE CONINCK
Le Secrétaire d'Etat à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics,
H. BOGAERT