Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
30 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan [...] voor het voortraject van personen met een handicap ) <Opschrift gewijzigd bij BVR2022-03-11/30, art. 11 , 011; Inwerkingtreding : 01-07-2022>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-11-2011 en tekstbijwerking tot 27-12-2024)
Titre
30 SEPTEMBRE 2011. - Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément et subventionnement des services Plan de soutien [...] pour le parcours préalable des personnes handicapées <Intitulé modifié parAGF2022-03-11/30, art.11, 011; En vigueur : 01-07-2022> (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 24-11-2011 et mise à jour au 27-12-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (38)
Texte (38)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
  [4 1° /1 G-index: het indexcijfer van de afgevlakte gezondheidsindex, vermeld in titel I, hoofdstuk II, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen;]4
  2° sociaal netwerk : een of meer natuurlijke personen die vanuit een familiale, sociale of emotionele band de zorgvrager, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpen of ondersteunen, of die betrokken zijn bij zijn dagelijkse leven;
  3° dienst : de dienst Ondersteuningsplan;
  4°[3 ...]3
  5° ondersteuningsplan : beschrijving van het geheel van ondersteuning waarop de zorgvrager een beroep kan doen, met inbegrip van de reguliere diensten, het sociale netwerk, materiële ondersteuning en ondersteuning, geleverd door voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het agentschap;
  [1 5° /1 [2 ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering: een ondersteuningsplan als vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke ondersteuning en over de terbeschikkingstelling van dat budget;]2]1
  6° reguliere diensten : ondersteuning die verstrekt wordt door functies in te zetten van diensten binnen de gezondheids- en welzijnszorg;
  7° zorgvrager : de persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, of een vermoeden ervan, die voldoet aan de voorwaarden van artikel 20 en 21 van voormeld decreet.
  
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° l'agence : le 'Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap';
  [4 1° /1 indice G : l'indice de l'indice santé lissé, visé au titre I, chapitre II, de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays;]4
  2° réseau social : un ou plusieurs personnes qui aident ou soutiennent le demandeur de soins, dans le cadre d'un lien familial, social ou émotionnel, non à titre professionnel mais plus qu'occasionnellement, ou qui sont impliqués dans sa vie quotidienne;
  3° service : le service Plan de soutien;
  4° [3 ...]3
  5° plan de soutien : description de l'ensemble des services de soutien auxquels le demandeur de soins peut faire appel, y compris les services réguliers, le réseau social, le soutien matériel et le soutien fourni par les structures agréées et subventionnées par l'agence;
  [1 5° /1 [2 plan de soutien de financement qui suit la personne : un plan de soutien tel que visé à l'article 5 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 novembre 2015 relatif à l'introduction et au traitement de la demande d'un budget pour les soins et le soutien non directement accessibles pour personnes majeures handicapées et relatif à la mise à disposition dudit budget ;]2]1
  6° services réguliers : soutien fourni en déployant des fonctions de services au sein des secteurs de la santé et de l'aide sociale;
  7° demandeur de soins : la personne handicapée telle que visée à l'article 2, 2° du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique " Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap ", ou la personne présumée être handicapée, répondant aux conditions des articles 20 et 21 du décret précité.
  
Art.2. Het agentschap kan overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en binnen de grenzen van de daarvoor op zijn begroting ingeschreven kredieten diensten Ondersteuningsplan erkennen en subsidiëren.
Art.2. L'agence peut, conformément aux dispositions du présent arrêté et dans les limites des crédits inscrits à cet effet au budget, agréer et subventionner des services Plan de soutien.
HOOFDSTUK 2. - Erkenning
CHAPITRE 2. - Agrément
Art.3. Met behoud van de toepassing van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 8bis en hoofdstuk II met uitzondering van artikel 11, b) en 11, c) van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, omvat de aanvraag tot erkenning de volgende gegevens :
  1° [1 ...]1;
  2° het bewijs dat er voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 4 [2 van dit besluit]2;
  3° het engagement om binnen zes maanden na de erkenning overeenkomsten voor te leggen die gesloten zijn met de andere diensten in de provincie, waarbij afspraken worden gemaakt om ervoor te zorgen dat heel de provincie territoriaal bediend wordt en alle doelgroepen aan bod komen;
  4° [2 het engagement om deel te nemen aan het afstemmingsoverleg, vermeld in artikel 8, § 5, van dit besluit]2.
  
Art.3. Sans préjudice de l'application des conditions d'agrément, visées à l'article 8bis et au chapitre II à l'exception de l'article 11, b) et c) de l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 1993 fixant la réglementation générale relative à l'octroi d'autorisations et d'agréments par la " Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap ", la demande d'agrément contient les données suivantes :
  1° [1 ...]1;
  2° la preuve que les dispositions de l'article 4 [2 du présent arrêté ]2 ont été respectées;
  3° l'engagement de conclure dans les six mois de l'agrément des accords avec d'autres services de la province, visant à couvrir l'ensemble du territoire provincial et tous les groupes-cibles;
  4° [2 l'engagement de participer à la concertation de coordination visée à l'article 8, § 5, du présent arrêté]2.
  
Art.4. § 1. Om erkend te worden, moet de dienst opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk.
  In de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk zijn minstens de volgende partijen vertegenwoordigd :
  1° voorzieningen en diensten die erkend [1 of vergund]1 zijn door het agentschap;
  2° de reguliere diensten;
  3° verenigingen voor personen met een handicap;
  4° multidisciplinaire teams die erkend zijn door het agentschap.
  [1 De samenstelling van de raad van bestuur waarborgt de onafhankelijke positie van de dienst. Elk lid kan maar een van de partijen, vermeld in het eerste lid, vertegenwoordigen.
   Naast de begeleiding, vermeld in dit besluit, biedt de dienst geen begeleiding, zorg of ondersteuning die de onafhankelijke positie van de dienst in het gedrang brengt.]1

  § 2. [1 ...]1
  § 3. De dienstverlening van de dienst wordt uitgevoerd door werknemers van de dienst, onder directe aansturing van de verantwoordelijke van de dienst.
  [1 Elke werknemer van de dienst neemt op jaarbasis minstens één keer deel aan een vorming over het inhoudelijke thema dat wordt vastgesteld conform artikel 8, § 4, tweede lid, van dit besluit]1.
  § 4. [1 ...]1.
  
Art.4. § 1er. Pour pouvoir être agréé, le service doit être une association sans but lucratif.
  Le conseil d'administration de l'association sans but lucratif doit comprendre au moins des représentants des parties suivantes :
  1° des structures et services agréés [1 ou autorisés]1 par l'agence;
  2° les services réguliers;
  3° des associations pour personnes handicapées;
  4° des équipes multidisciplinaires agréées par l'agence;
  [1 La composition du conseil d'administration garantit la position indépendante du service. Chaque membre ne peut représenter qu'une seule des parties visées à l'alinéa 1.
   Outre l'accompagnement visé au présent arrêté, le service ne fournit pas d'accompagnement, de soins ou de soutien qui compromettrait sa position indépendante. ]1

  § 2. [1 ...]1
  § 3. Les prestations du service sont fournies par les employés du service, sous la conduite directe du responsable du service.
  [1 Chaque travailleur du service participe au moins une fois par an à une formation dont la matière est déterminée conformément à l'article 8, § 4, alinéa 2, du présent arrêté]1.
  § 4.[1 ...]1
  
Art.5. Per provincie kunnen maximaal drie diensten vergund, erkend en gesubsidieerd worden. Voor de toepassing van dit besluit behoort het tweetalige gebied Brussel - Hoofdstad tot de provincie Vlaams-Brabant.
Art.5. Au plus trois services par province peuvent être autorisés, agréés et subventionnés. Pour l'application du présent arrêté, la région bilingue de Bruxelles-Capitale appartient à la province du Brabant flamand.
Art.6. Voor het jaar 2011 wordt de programmatie vastgesteld op 18.700 begeleidingen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan dat aantal jaarlijks wijzigen binnen de grenzen van de kredieten die daarvoor ingeschreven zijn op de begroting.
  Een dienst wordt erkend voor een aantal begeleidingen.
  [1 De diensten reserveren op vraag van het agentschap het aantal begeleidingen dat het agentschap vaststelt voor de begeleiding van [2 zorgvragers]2 die zich op verzoek van het agentschap laten begeleiden door de dienst voor de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering.
   Dit aantal kan fluctueren.]1

  
Art.6. Pour l'année 2011 la programmation est fixée à 18.700 accompagnements. Le Ministre flamand chargé de l'assistance aux personnes peut modifier annuellement ce nombre, dans les limites des crédits inscrits à cet effet au budget.
  Un service est agréé pour un certain nombre d'accompagnements.
  [1 A la demande de l'agence, les services réservent le nombre d'accompagnements fixés par l'agence pour l'accompagnement de [2 demandeurs de soins ]2 qui se font accompagner, à la demande de l'agence, par le service pour l'établissement d'un plan de soutien sur le financement qui suit la personne.
   Ce nombre peut fluctuer.]1

  
Art.7. De dienst is verplicht om, in samenwerking met de andere erkende diensten van de provincie, in elke gemeente van de provincie minstens één contactpunt te realiseren.
  Daarvoor maken, in voorkomend geval, de verschillende erkende diensten binnen de provincie afspraken.
  De contactpunten worden georganiseerd in samenwerking met lokale overheden en welzijnsoverleg. De dienst werkt nauw samen met organisaties voor welzijnswerk.
  De dienst organiseert een permanente bereikbaarheid tijdens de kantooruren.
  Op verzoek van de zorgvrager vindt de dienstverlening plaats in de verblijfplaats van de zorgvrager.
Art.7. Le service est obligé à réaliser, en collaboration avec les autres services agréés de la province, au moins un point de contact dans chaque commune de la province.
  Le cas échéant, les différents services agréés au sein de la province se mettent d'accord sur la manière de réaliser cet objectif.
  Les points de contact sont organisés en collaboration avec les pouvoirs locaux et la concertation sur le bien-être. Le service coopère étroitement avec les organisations d'aide sociale.
  Le service assure une permanence pendant les heures de bureau.
  Sur la demande du demandeur de soins la prestation de services a lieu dans la résidence du demandeur de soins.
Art.8. [1 . § 1. De diensten richten zich tot alle zorgvragers en zorgen er samen binnen de provincie voor dat zorgvragers van alle doelgroepen de dienstverlening kunnen gebruiken.
   § 2. De diensten hanteren de volgende principes bij de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 9:
   1° de zorgvrager in zijn context staat centraal;
   2° de zorgvrager en zijn context hebben de regie bij de opmaak, de uitvoering en de evaluatie van het ondersteuningsplan en bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering;
   3° er wordt vertrokken van en ingezet op de mogelijkheden en sterktes van de zorgvrager en zijn context;
   4° de ondersteuningsvragen van de cliënt worden verkend met familie, sociaal netwerk en eventueel betrokken hulpverleners;
   5° het ondersteuningsplan faciliteert zo inclusief mogelijke oplossingen, met als dat mogelijk is een complementaire inzet van de diverse ondersteuningsbronnen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd;
   6° binnen de samenwerking, vermeld in paragraaf 4, en in overleg met de persoon en zijn sociaal netwerk worden de nodige afspraken gemaakt over:
   a) de opvolging, de evaluatie en de eventuele bijsturing van het ondersteuningsplan;
   b) wie de opdrachten, vermeld in punt a), na afloop van de begeleiding door de dienst continueert, opvolgt en bijstuurt.
   § 3. De diensten werken in het kader van de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 9 van dit besluit, samen met de volgende diensten en organisaties:
   1° diensten die conform artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap erkend zijn voor de uitbouw van rechtstreeks toegankelijke hulp;
   2° de aanbieders van zorg en ondersteuning die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, vergund zijn door het agentschap;
   3° bijstandsorganisaties als vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de subsidieregeling van bijstandsorganisaties om budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende financiering;
   4° ouderinitiatieven geregistreerd bij het agentschap conform artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 december 2018 betreffende de registratie van ouderinitiatieven in het kader van de persoonsvolgende financiering;
   5° groenezorginitiatieven geregistreerd bij het agentschap conform artikel 3 van het ministerieel besluit van 20 februari 2017 tot regeling van de dagondersteuning die wordt geboden door groenezorginitiatieven;
   6° andere welzijnsvoorzieningen.
   § 4. De diensten werken onderling samen en stemmen af. De diensten rapporteren op periodieke wijze over de samenwerking en afstemming op de wijze die het agentschap vaststelt.
   De diensten bepalen jaarlijks in onderling overleg het inhoudelijk thema waarover dat jaar vorming wordt georganiseerd voor de werknemers van de diensten.
   De diensten hebben periodiek overleg om ervoor te zorgen dat een uniformiteit in omgaan met ondersteuningsvragen over de verschillende diensten heen gegarandeerd blijft.
   De diensten kunnen bijkomende vormingen over andere thema's aanbieden.
   § 5. De dienst neemt deel aan het afstemmingsoverleg dat het agentschap periodiek organiseert.
   De diensten stemmen de eigen werking af met de werking van andere welzijnsvoorzieningen ]1
.
  
Art.8. [1 § 1. Les services s'adressent à tous les demandeurs de soins et veillent ensemble, au sein de la province, à ce que les demandeurs de soins de tous les groupes cibles puissent utiliser la prestation de services.
   § 2. Les services appliquent les principes suivants lors de l'exécution des tâches visées à l'article 9 :
   1° le demandeur de soins dans son contexte occupe une position centrale ;
   2° le demandeur de soins et son contexte ont la direction dans l'élaboration, la mise en oeuvre et l'évaluation du plan de soutien et lors de l'élaboration du plan de soutien financement personnalisé ;
   3° l'objectif est d'exploiter les possibilités et les forces du demandeur de soins et de son contexte, toujours en partant de ces possibilités et forces ;
   4° les demandes de soutien du client sont examinées avec la famille, le réseau social et tout autre prestataire d'aide impliqué ;
   5° le plan de soutien facilite des solutions aussi inclusives que possible, avec une utilisation complémentaire des différentes sources de soutien, si possible, visées à l'annexe 1requi est jointe au présent arrêté ;
   6° dans le cadre de la coopération visée au paragraphe 4, et en concertation avec la personne et son réseau social, les accords nécessaires sont pris concernant :
   a) le suivi, l'évaluation et l'ajustement éventuel du plan de soutien ;
   b) qui, à l'issue de l'accompagnement par le service, poursuit, suit et ajuste les tâches visées au point a).
   § 3. Dans le cadre de l'exécution des tâches visées à l'article 9 du présent arrêté, les services coopèrent avec les services et organisations suivants :
   1° les services qui, conformément à l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 février 2013 relatif à l'aide directement accessible pour les personnes handicapées, sont reconnus pour le développement de l'aide directement accessible ;
   2° les offreurs de soins et de soutien qui, conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juin 2016 portant autorisation des offreurs de soins et de soutien non directement accessibles pour personnes handicapées, sont autorisés par l'agence ;
   3° les organisation d'assistance visées à l'article 1, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 décembre 2015 portant conditions d'autorisation et règlement de subvention des organisations d'assistance aux bénéficiaires d'enveloppe dans le cadre du financement personnalisé ;
   4° les initiatives de parents enregistrées auprès de l'agence conformément à l'article 2 de l'arrêté ministériel du 19 décembre 2018 relatif à l'enregistrement d'initiatives de parents dans le cadre du financement personnalisé ;
   5° les initiatives de soins verts enregistrées auprès de l'agence conformément à l'article 3 de l'arrêté ministériel du 20 février 2017 réglant l'accompagnement de jour offert par des initiatives de soins verts ;
   6° autres structures de l'aide sociale.
   § 4. Les services coopèrent et se coordonnent entre eux. Ils font périodiquement rapport sur la coopération et la coordination selon les modalités fixées par l'agence.
   Les services fixent annuellement de commun accord le thème de fond sur lequel une formation sera organisée cette année pour les travailleurs des services.
   Les services organisent des consultations périodiques afin d'assurer l'uniformité du traitement des demandes de soutien entre les différents services.
   Les services peuvent proposer des formations supplémentaires sur d'autres sujets.
   § 5. Le service participe aux réunions de coordination que l'agence organise périodiquement.
   Les services coordonnent leur propre fonctionnement avec celui des autres structures de l'aide sociale ]1
.
  
HOOFDSTUK 3. - Opdracht
CHAPITRE 3. - Mission
Art.9. [1 § 1. In dit artikel wordt verstaan onder outreach: kennisoverdracht van minimaal één uur en maximaal twee uur over kracht- en netwerkgericht werken en over vraagverduidelijking en ondersteuningsplanning aan een groep van minimaal drie ondersteuners van personen met een handicap of een externe organisatie.
   § 2. De diensten hebben de volgende opdrachten:
   1° de zelfregie van de cliënt en zijn netwerk bij de opmaak, de uitvoering en de evaluatie van het ondersteuningsplan versterken;
   2° de ondersteuningsvragen van de persoon en zijn sociaal netwerk in kaart brengen;
   3° de ondersteuningsbronnen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, die beschikbaar zijn of gemaakt kunnen worden, in kaart brengen;
   4° de ondersteuningsbronnen, vermeld in punt 3°, waar nodig versterken en nieuwe ondersteuningsbronnen toegankelijk maken en de inzet ervan faciliteren;
   5° het bestaande sociale netwerk van de zorgvrager versterken en inzetten. Als de zorgvrager niet over een sociaal netwerkt beschikt, staat de dienst de zorgvrager bij om een sociaal netwerk te creëren;
   6° reguliere diensten inzetten of versterken;
   7° rechtstreeks toegankelijke ondersteuning van het agentschap inzetten;
   8° onderzoeken of de inzet van een persoonsvolgend budget, complementair aan de inzet van andere ondersteuningsbronnen, nodig en mogelijk is en voor welke ondersteuning, met welke frequentie en intensiteit;
   9° begeleiden bij de opmaak van het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering;
   10° het ondersteuningsplan mee helpen realiseren en opvolgen;
   11° outreach.
   § 3. Vraagverheldering en ondersteuningsplanning houdt in dat de dienst conform de kwaliteitsindicatoren die het agentschap in overleg met de diensten vaststelt, bekijkt op welke wijze de ondersteuning van de zorgvrager zo inclusief mogelijk georganiseerd kan worden.
   Het ondersteuningsplan omvat ten minste de elementen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
   § 4. De diensten zorgen voor de opstart van de uitvoering van het ondersteuningsplan en werken daarvoor samen met de diensten, vermeld in artikel 8, § 3, 1° tot en met 4°.
   De diensten kunnen op eigen initiatief of op verzoek van ondersteuners van personen met een handicap of een externe organisatie outreach bieden.
   De diensten begeleiden de zorgvrager op hun verzoek of op verzoek van het agentschap bij de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering conform de visie en principes van de diensten. Als het verzoek uitgaat van de zorgvrager, beoordeelt de dienst of het aangewezen is om op dat verzoek in te gaan ]1
.
  
Art.9. [1 1. Dans le présent article, on entend par " diffusion de contenu " : le transfert de connaissances d'une heure au minimum et de deux heures au maximum sur le travail axé sur la puissance et le réseau et sur la clarification de la demande et la planification de soutien à un groupe d'au moins trois personnes de soutien de personnes handicapées ou à une organisation externe.
   § 2. Les services ont les tâches suivantes :
   1° renforcer l'autodétermination du client et de son réseau lors de l'élaboration, de la mise en oeuvre et de l'évaluation du plan de soutien ;
   2° identifier les demandes de soutien de la personne et cartographier son réseau social ;
   3° cartographier les ressources de soutien visées à l'annexe 1, jointe au présent arrêté, qui sont disponibles ou peuvent être mises à disposition ;
   4° renforcer, si nécessaire, les sources de soutien visées au point 3° et rendre accessibles de nouvelles sources de soutien et faciliter leur utilisation ;
   5° renforcer et déployer le réseau social existant du demandeur de soins. Si le demandeur de soins ne dispose pas d'un réseau social, le service l'aide à en créer un ;
   6° déployer ou renforcer les services réguliers ;
   7° déployer une assistance directement accessible de l'agence ;
   8° examiner si l'utilisation d'un budget personnalisé, en complément de l'utilisation d'autres sources de soutien, est nécessaire et possible et pour quel soutien, avec quelle fréquence et quelle intensité ;
   9° aider à l'élaboration du plan de soutien financement personnalisé ;
   10° aider à la réalisation et au suivi du plan de soutien ;
   11° travail social de proximité.
   § 3. La clarification de la demande et la planification du soutien signifient que le service examine, conformément aux indicateurs de qualité établis par l'agence en consultation avec les services, comment le soutien du demandeur de soins peut être organisé de la manière la plus inclusive possible.
   Le plan de soutien comprend au moins les éléments visés à l'annexe 1, jointe au présent arrêté.
   § 4. Les services veillent au démarrage de la mise en oeuvre du plan de soutien et collaborent à cette fin avec les services visés à l'article 8, § 3, 1° à 4°.
   Les services peuvent, de leur propre initiative ou à la demande de personnes de soutien de personnes handicapées ou d'une organisation externe, fournir des activités de proximité.
   Les services accompagnent le demandeur de soins, à sa demande ou à la demande de l'agence, lors de l'établissement d'un plan de soutien financement personnalisé, conformément à la vision et aux principes des services. Si la demande émane du demandeur de soins, le service apprécie s'il y a lieu de donner suite à cette demande ]1
.
  
Art.10. De dienst gaat[2 ...]2 na op welke wijze de ondersteuning van de zorgvrager zo inclusief mogelijk georganiseerd kan worden. Daarvoor wordt in dialoog met de zorgvrager een ondersteuningsplan opgesteld.
  Het ondersteuningsplan omvat ten minste de elementen, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
  Het ondersteuningsplan voorziet in :
  1° het versterken en inzetten van het bestaande sociale netwerk van de zorgvrager. Als de zorgvrager niet over een sociaal netwerk beschikt zal de dienst de zorgvrager bijstaan om een sociaal netwerk te creëren;
  2° het inzetten of versterken van de inzet van reguliere diensten;
  3° het inzetten van rechtstreeks toegankelijke ondersteuning van het agentschap;
  4° de inzet van niet rechtstreeks toegankelijke ondersteuning die door het agentschap gesubsidieerd wordt.
  [1 De dienst begeleidt [2 zorgvragers]2 op hun verzoek of op verzoek van het agentschap bij de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering.]1
  
Art.10. Le service vérifie [2 ...]2 comment le soutien peut être organisé de la façon la plus inclusive possible. A cet effet, un plan de soutien est établi en concertation avec le demandeur de soins.
  Le plan de soutien comprend au moins les éléments mentionnés dans l'annexe 1re jointe au présent arrêté.
  Le plan de soutien prévoit :
  1° le renforcement et le déploiement du réseau social existant du demandeur de soins. Lorsque le demandeur de soins ne dispose pas d'un réseau social, le service aidera le demandeur de soins à développer un réseau social;
  2° le déploiement ou le renforcement du déploiement des services réguliers;
  3° le déploiement d'un soutien directement accessible de l'agence;
  4° le déploiement d'un soutien indirectement accessible, subventionné par l'agence.
  [1 Le service accompagne des [2 demandeurs de soins]2 à leur demande ou à la demande de l'agence lors de l'établissement d'un plan de soutien sur le financement qui suit la personne.]1
  
HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring
CHAPITRE 4. - Subventionnement
Art.11. § 1. [3 [4 § 1. De volgende begeleidingen komen in aanmerking voor subsidiëring :
   1° de begeleidingen met het oog op de opmaak van een ondersteuningsplan die verstrekt zijn aan zorgvragers die ingeschreven zijn bij het agentschap en nog geen zorg en ondersteuning krijgen die wordt gesubsidieerd door het agentschap, met uitzondering van de individuele materiële bijstand, vermeld in artikel 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap, de bijstand door tolken voor doven en slechthorenden, vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap de kosten van bijstand door tolken voor doven en slechthorenden ten laste nemen, of de rechtstreeks toegankelijke hulp;
   2° de begeleidingen met het oog op de opmaak van een ondersteuningsplan die verstrekt zijn aan personen met een vermoeden van handicap of ernstig risico op de ontwikkeling van een handicap die nog niet ingeschreven zijn bij het agentschap;
   3° de begeleidingen met het oog op de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering;
   4° de begeleidingen in het kader van outreach.
   De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepaalt de gevallen waarin kan worden afgeweken van de voorwaarde dat er nog geen zorg en ondersteuning die wordt gesubsidieerd door het agentschap, mag worden gekregen, vermeld in het eerste lid, 1°.
   Maximaal vijf procent van het aantal begeleidingen waarvoor een dienst is erkend mag worden aangewend voor outreach]4
.]3

  § 2. De maximale duur van de begeleiding om een ondersteuningsplan voor de zorgvrager op te stellen bedraagt twaalf maanden.
  [3 In afwijking van het eerste lid mag in vijf procent van de begeleidingen de maximale duur van de begeleiding om een ondersteuningsplan voor de zorgvrager op te stellen achttien maanden bedragen.]3
  Een begeleiding bestaat uit een rechtstreeks persoonscontact en duurt minstens één uur. Als een begeleiding om inhoudelijke of organisatorische redenen langer duurt dan twee uur of als aaneensluitende begeleidingen langer duren dan twee uur, mogen twee begeleidingen aangerekend worden.
  Het gemiddelde aantal begeleidingen per zorgvrager mag niet hoger zijn dan twaalf.
  De zorgvrager is geen financiële bijdrage verschuldigd voor de begeleidingen.
  [3 Als bij het doorlopen van het traject voor de opmaak van een ondersteuningsplan blijkt dat de persoon met een handicap verzoekt om niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, waarvoor een aanvraag met een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering moet worden ingediend bij het agentschap, mag voor de begeleiding bij de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering geen extra begeleiding worden aangerekend en mag het gemiddelde aantal begeleidingen per zorgvrager, vermeld in het vierde lid, niet worden overschreden. ]3
  § 3. Een vraag naar begeleiding [3 voor de opmaak van een ondersteuningsplan]3 door de dienst kan hernieuwd worden door alle [4 zorgvragers]4 die op dat ogenblik nog geen ondersteuning krijgen van voorzieningen of diensten die erkend en gesubsidieerd zijn door het agentschap.
  Een vraag kan alleen hernieuwd worden als aan een of meer van de volgende voorwaarden voldaan is :
  1° uit een geneeskundig attest blijkt dat de handicap dermate geëvolueerd is dat de ondersteuning uit het voorgaande ondersteuningsplan niet meer volstaat;
  2° wijzigingen in het sociale netwerk of in de situatie van de gebruiker hebben als gevolg dat de ondersteuning uit het voorgaande ondersteuningsplan niet meer volstaat;
  3° wijzigingen van reglementaire aard hebben een wijziging van de inzet van reguliere diensten tot gevolg waardoor de ondersteuning uit het voorgaande ondersteuningsplan niet meer volstaat;
  4° de vraag wordt gesteld op scharniermomenten in de levensloop zoals bij de overgang naar hoger onderwijsvormen of bij de overgang van minderjarigen- naar meerderjarigenzorg.
  [3 § 4. Een verzoek om begeleiding bij de opmaak van een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering kan hernieuwd worden telkens als er een nieuw ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering moet worden opgemaakt.]3
  
Art.11. § 1er. [3 [4 L'accompagnement suivant est éligible au subventionnement :
   1° l'accompagnement en vue de l'établissement d'un plan de soutien fourni à des demandeurs de soins inscrits auprès de l'agence en n'ayant pas encore reçu de soins et de soutien subventionnés par l'agence, à l'exception de l'assistance matérielle individuelle visée à l'article 2, 3°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 2001 fixant les critères, les conditions et les montants de référence des interventions d'assistance matérielle individuelle à l'intégration sociale des personnes handicapées, l'assistance par des interprètes gestuels visée à l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 1994 fixant les règles suivant lesquelles l'agence " Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap " (Agence flamande pour les Personnes handicapées) prend en charge les frais d'assistance pour les interprètes gestuels, ou l'aide directement accessible ;
   2° l'accompagnement en vue de l'établissement d'un plan de soutien fourni aux personnes présumées être handicapées ou ayant un risque grave de développement d'un handicap, non encore inscrites auprès de l'agence ;
   3° l'accompagnement en vue de l'établissement d'un plan de soutien sur le financement personnalisé ;
   4° l'accompagnement dans le cadre du travail social de proximité.
   Le Ministre flamand compétent pour l'assistance aux personnes arrête les cas dans lesquels il peut être dérogé à la condition que la personne ne peut pas encore recevoir des soins et du soutien subventionnés par l'agence visée à l'alinéa 1, 1°.
   Un maximum de cinq pour cent du nombre d'accompagnements pour lesquels un service est reconnu peut être utilisé pour le travail social de proximité.]4
.]3

  § 2. La durée maximale de l'accompagnement en vue d'établir un plan de soutien pour le demandeur de soins est de douze mois.
  [3 Par dérogation à l'alinéa premier, dans cinq pour cent des accompagnements, la durée maximale de l'accompagnement en vue d'établir un plan de soutien pour le demandeur de soins peut être de dix-huit mois. ]3
  L'accompagnement se déroule par contact personnel direct et dure au moins une heure. Lorsque, pour des raisons de contenu ou d'organisation, un accompagnement dure plus de deux heures ou lorsque des accompagnements consécutifs durent plus de deux heures, deux accompagnements peuvent être comptés.
  La nombre d'accompagnements par demandeur de soins ne peut pas dépasser douze en moyenne.
  Les accompagnements sont gratuits pour le demandeur de soins.
  [3 Si, lors du parcours pour l'établissement d'un plan de soutien, il paraît que la personne handicapée demande des soins et du soutien non directement accessibles, pour lesquels une demande avec un plan de soutien sur le financement qui suit la personne doit être introduite auprès de l'agence, aucun accompagnement supplémentaire ne peut être imputé pour l'accompagnement de l'établissement d'un plan de soutien sur le financement qui suit la personne, et le nombre moyen d'accompagnements par demandeur de soins, visé à l'alinéa quatre, ne peut pas être dépassé.]3
  § 3. Une demande d'accompagnement par le service [3 de l'établissement d'un plan de soutien]3 peut être renouvelée par [4 tous les demandeurs de soins ]4 ne recevant pas encore de soutien à ce moment de structures ou services agréés et subventionnés par l'agence.
  Une demande ne peut être renouvelée que lorsque les conditions suivantes sont réunies :
  1° une attestation médicale établit que le handicap a évolué de manière telle que le soutien prévu par le précédent plan de soutien ne suffit plus;
  2° des changements du réseau social ou de la situation de l'utilisateur ont pour conséquence que le soutien prévu par le précédent plan de soutien ne suffit plus;
  3° des changements de nature réglementaire ont entraîné un changement du déploiement des services réguliers, ce qui a pour conséquence que le soutien prévu par le précédent plan de soutien ne suffit plus;
  4° la demande est faite à un moment charnière de la trajectoire de vie, tel que le passage à des types d'enseignement supérieur ou le passage de soins pour mineurs aux soins pour majeurs.
  [3 § 4. Une demande d'accompagnement lors de l'établissement d'un plan de soutien sur le financement qui suit la personne peut être renouvelée chaque fois qu'un nouveau plan de soutien sur le financement qui suit la personne doit être établi.]3
  
Art.12. De personeelsformatie wordt uitgedrukt in personeelspunten.
  De tabel, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd, geeft per functie de puntenwaarde aan per voltijdse equivalent.
  Van de personeelspunten moet ten minste 80% ingezet worden met personeelsleden van functies 13 tot en met 21 van de tabel, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
  [1 [2 Van de personeelspunten kan maximaal 3 % omgezet worden in een bedrag per punt om handicapspecifieke knowhow in te kopen. Het bedrag per punt bedraagt 834 euro (achthonderdvierendertig euro)]2.]1
  [2 De middelen, bepaald in het vierde lid,]2 mogen niet ingezet worden om andere organisaties onder eigen gezag begeleidingen te laten verrichten.
  [2 Het bedrag, vermeld in het vierde lid, mag niet aangewend worden voor reservevorming of voor de aanwerving van personeel of voor de vergoeding van eigen personeelskosten. De besteding van het bedrag mag gespreid worden over meer dan een boekhoudkundig jaar.]2
  [3 In afwijking van het zesde lid kan het bedrag, vermeld in het eerste lid, aangewend worden voor de vergoeding van variabele prestaties die niet vergoed worden conform [4 artikel 13/1 en 13/2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten.]4]3
  [2 [5 Het bedrag, vermeld in het vierde lid, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast, rekening houdend met de G-index, volgens de volgende formule: bedrag X-1 x G-index december X-1/G-index december X-2, waarbij X het jaartal is waarin de indexering plaatsvindt.]5]2
  
Art.12. Le cadre du personnel est exprimé en points de personnel.
  Le tableau joint en annexe 2 au présent arrêté, indique la valeur en points par fonction et par équivalent à temps plein.
  Au moins 80 % des points de personnel doivent être affectés aux personnels des fonctions 13 à 21 du tableau figurant à l'annexe 2 du présent arrêté.
  [1 [2 Au maximum 3 % des points de personnel peuvent être convertis en un montant par point afin de se pourvoir de savoir-faire spécifique relatif aux handicaps. Le montant par point s'élève à 834 euros (huit cent trente-quatre euros)]2.]1
  [2 Les moyens fixés à l'alinéa 4,]2 ne peuvent pas être utilisés dans le but de faire organiser sous son autorité les accompagnements par d'autres organisations.
  [2 Le montant, visé à l'alinéa 4, ne peut être affecté à la constitution de réserves ou au recrutement de personnel, ni à l'indemnisation des propres frais de personnel. La dépense du montant peut être étalée sur plusieurs exercices comptables.]2
  [3 Par dérogation à l'alinéa 6, le montant visé à l'alinéa 1er peut être utilisé pour la rémunération des prestations variables qui ne sont pas rémunérées conformément [4 aux articles 13/1 et 13/2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 mai 2017 relatif à la méthode de calcul des subventions pour frais de personnel]4]3
  [2 [5 Le montant visé à l'alinéa 4 est annuellement adapté au 1er janvier, compte tenu de l'indice G, selon la formule suivante : montant X-1 x indice G décembre X-1/indice G décembre X-2, où X est l'année au cours de laquelle l'indexation intervient.]5]2
  
Art.13. De dienst ontvangt naar rato van zijn erkenningsaantal 0,24 personeelspunten per begeleiding.
  [2 [3 Als de som van de personeelspunten die op basis van de geboden begeleidingen worden toegekend, meer dan 95% bedraagt van het aantal personeelspunten dat overeenstemt met het aantal begeleidingen waarvoor de dienst is erkend, ontvangt de dienst, in afwijking van het eerste lid, het aantal personeelspunten dat overeenstemt met het aantal begeleidingen waarvoor de dienst is erkend.]3]2
  
Art.13. Le service reçoit 0,24 points de personnel par accompagnement au prorata du nombre agréé.
  [2 [3 Si la somme des points de personnel attribués sur la base des accompagnements offerts dépasse 95 % du nombre de points de personnel correspondant au nombre d'accompagnements pour lesquels le service est agréé, le service reçoit, par dérogation à l'alinéa 1er, le nombre de points de personnel correspondant au nombre d'accompagnements pour lesquels le service est agréé.]3]2
  
Art.14. De tewerkstelling van de personeelsleden mag nog niet gesubsidieerd worden door het agentschap, de Vlaamse Gemeenschap of andere federale, communautaire, regionale of lokale overheden.
Art.14. L'emploi de personnels ne peut pas être déjà subventionné par l'agence, la Communauté flamande ou par d'autres autorités fédérales, communautaires, régionales ou locales.
Art.15. De personeelssubsidies worden toegekend op basis van de salarisschalen en de daaraan gekoppelde diplomavoorwaarden en de anciënniteitsregels, vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van de minderjarigen en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, en van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector.
Art.15. Les subventions au personnel sont attribuées sur la base des échelles barémiques et des conditions de diplôme et règles d'ancienneté y afférentes, fixées conformément à l'arrêté royal du 30 mars 1973 déterminant les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l'entretien, l'éducation et le traitement des mineurs d'âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics, à l'arrêté ministériel du 24 avril 1973 déterminant, en ce qui concerne le Ministère de la Santé publique e de la Famille, les règles communes à suivre pour fixer les subventions journalières allouées pour l'entretien, l'éducation et le traitement des mineurs d'âge et des handicapés placés à charge des pouvoirs publics et à l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 1993 réglant l'octroi de subventions pour les frais de personnel dans certaines structures du secteur de l'aide sociale.
Art.16. Per gepresteerde begeleiding ontvangt de dienst een werkingstoelage van 25 euro (vijfentwintig euro), met een maximum van het aantal begeleidingen, vermeld in de erkenning.
  [1 Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast, rekening houdend met de G-index, volgens de volgende formule: bedrag X-1 x G-index december X-1/G-index december X-2, waarbij X het jaartal is waarin de indexering plaatsvindt.]1
  
Art.16. Le service reçoit une allocation de fonctionnement de 25 euros (vingt cinq euros) par accompagnement réalisé, avec un maximum du nombre d'accompagnements mentionné dans l'agrément.
  [1 Le montant visé à l'alinéa 1er est annuellement adapté au 1er janvier, compte tenu de l'indice G, selon la formule suivante : montant X-1 x indice G décembre X-1/indice G décembre X-2, où X est l'année au cours de laquelle l'indexation intervient. ]1
  
Art.17. § 1. De personeelssubsidies en de werkingstoelagen worden per maand betaald voor een bedrag van acht procent van [1 de totale subsidie]1 op jaarbasis, dat wordt geraamd op basis van de bekende personeels- en cliëntgegevens.
  § 2. Het jaarverslag en het financieel verslag worden ingediend uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het werkingsjaar.
  [2 Het agentschap]2, bepaalt de inhoud en de vorm van het jaarverslag en het financieel verslag.
  § 3. Het saldo van de personeelssubsidies en de werkingstoelagen wordt verrekend na de goedkeuring van het jaarverslag en het financieel verslag, binnen achttien maanden die volgen op de datum, vermeld in paragraaf 2. De facto is dat 24 maanden na het einde van het werkingsjaar, op voorwaarde dat het jaarverslag en het financieel verslag op tijd en overeenkomstig de instructies van het agentschap ingediend zijn.
  
Art.17. § 1er. Les subventions de personnel et les allocations de fonctionnement sont payées par mois pour un montant de huit pour cent [1 de la subvention totale]1 sur base annuelle, estimé sur la base des données disponibles concernant le personnel et les clients.
  § 2. Le rapport annuel et le rapport financier sont déposés au plus tard le 30 juin de l'année qui suit l'exercice.
  [2 L'agence]2 fixe le contenu et la forme des rapports annuel et financier.
  § 3. Le solde des subventions de personnel et des allocations de fonctionnement est payé après approbation des rapports annuel et financier, dans les dix-huit mois de la date visée au paragraphe 2. De facto cela revient à 24 mois après la fin de l'exercice, à condition que les rapports annuel et financier aient été introduits à temps et conformément aux instructions de l'agence.
  
HOOFDSTUK 5.
CHAPITRE 5.
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions modificatives
Art.22. Aan artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " Voor de diensten Ondersteuningsplan moet geen individuele dienstverleningsovereenkomst opgesteld worden. ".
Art.22. A l'article 12 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 février 2011 relatif aux conditions générales d'agrément et à la gestion de la qualité des structures d'accueil, de traitement et d'accompagnement des personnes handicapées, il est ajouté un quatrième alinéa, ainsi rédigé :
  " Pour les services Plan de soutien aucune convention individuelle de prestation de services ne doit être établie. ".
Art.23. Aan artikel 30 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " De diensten Ondersteuningsplan moeten geen collectieve inspraak organiseren. ".
Art.23. A l'article 30 du même arrêté, il est ajouté un alinéa 3, rédigé comme suit :
  " Les services Plan de soutien ne doivent pas organiser de participation collective. ".
Art.24. In artikel 55, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen het woord " Agentschap " en het woord " dat " het woord " Zorginspectie " ingevoegd.
Art.24. A l'article 55, § 1er, du même arrêté, le mot " " Zorginspectie " " est inséré entre le mot " agence " et le mot " en ".
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
CHAPITRE 7. - Dispositions finales
Art.25. De bepalingen van dit besluit worden uiterlijk voor 1 juli 2013 door het agentschap geëvalueerd, in overleg met de daartoe bevoegde adviesorganen van het agentschap.
Art.25. Les dispositions du présent arrêté sont évaluées par l'agence avant le 1er juillet 2013, de concert avec les organes de consultation compétents de l'agence.
Art.26. De middelen die toegekend zijn in het uitbreidingsbeleid 2011 voor trajectbegeleiding binnen diensten begeleid wonen en thuisbegeleiding worden ten laatste vanaf 1 januari 2012 overgeheveld naar de diensten Ondersteuningsplan van de respectieve provincie
  De administrateur-generaal van het agentschap bepaalt de toewijzing van die middelen aan de respectieve diensten, het tijdstip en de wijze van overheveling.
Art.26. Les moyens alloués dans la politique d'expansion 2011 pour l'accompagnement de parcours au sein des services de logement supervisé et d'aide à domicile sont transférés au plus tard à partir du 1er janvier 2012 aux services Plan de soutien de la province respective.
  L'administrateur-général de l'agence détermine l'allocation de ces moyens aux services respectifs ainsi que le moment et la manière du transfert.
Art.27. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2011.
Art.27. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er octobre 2011.
Art.28. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.28. Le Ministre flamand ayant l'assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Het ondersteuningsplan, vermeld in artikel 10, tweede lid
Art. N1. Annexe 1. - Le plan de soutien, visé à l'article 10, deuxième alinéa

  
  
ondersteuningsdomeinenondersteunings-
  vormen
ondersteunings-
  bron
gradatie (1)
  
wonen  
  
werken dagbesteding  
  
vrije tijd  
  
gedrag, ontwikkeling en functioneren  
  
vorming en onderwijs  
  
omgeving  
  
algemeen  

  
  
domaines d'accompagnementformes
  d'accompagnement
source d'accompagnementgradation (1)
  
habitat  
  
travaux occupation quotidienne  
  
loisirs  
  
comportement, développement et fonctionnement  
  
formation et éducation  
  
entourage  
  
général  
ondersteuningsdomeinenondersteunings-
  vormenondersteunings-
  brongradatie (1)
wonen
werken dagbesteding
vrije tijd
gedrag, ontwikkeling en functioneren
vorming en onderwijs
omgeving
algemeen
domaines d'accompagnementformes
  d'accompagnementsource d'accompagnementgradation (1)
habitat
travaux occupation quotidienne
loisirs
comportement, développement et fonctionnement
formation et éducation
entourage
général
  (1) Frequentie en Intensiteit.
  (1) Fréquence et intensité.
Art. N2. Bijlage 2. - De tabel, vermeld in artikel 12, tweede lid
Art. N2. Annexe 2. - Le tableau, visé à l'article 12, deuxième alinéa
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-08-2020, p. 61287)
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 18-08-2020, p. 61299)
  Vervangen door :
  
  Remplacée par :