1° [3 residentiële voorziening: een voorziening die erkend is voor typemodule verblijf conform de bijlage 1 bij het besluit van 5 april 2019;]3
2° [3 centrum voor ontwikkelingsstoornissen: een voorziening die erkend is conform artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen;]3
3° [3 voorzieningen in de jeugdhulp: de erkende voorzieningen, vermeld in artikel 2 van het besluit van 5 april 2019 [5 en de vertrouwenscentra kindermishandeling]5]3.
[2 4° vergunde diensten voor pleegzorg: de vergunde diensten, vermeld in artikel 10 van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg.]2
[3 5° Fonds: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
6° besluit van 5 april 2019: het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp.]3
[4 7° OverKophuis: de locatie waar het aanbod wordt georganiseerd, vermeld in hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning.
8° gebruiker: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die, al dan niet vrijwillig, een beroep doet op een gezondheids-of welzijnsvoorziening als vermeld in het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;]4
[5 "9° agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;
10° centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning: een door de Vlaamse overheid erkend centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019;
11° vertrouwenscentrum kindermishandeling: een door de Vlaamse overheid erkend vertrouwenscentrum kindermishandeling als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie;
12° erfgoedgebouw: een gebouw dat aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
a) een beschermd monument als vermeld in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
b) een gebouw dat deel uitmaakt van een beschermd cultuurhistorisch landschap of van een beschermd stads- of dorpsgezicht als vermeld in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
c) een gebouw dat vastgesteld is in de inventaris van het bouwkundig erfgoed als vermeld in het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
d) een gebouw dat ingeschreven is in de inventaris van het onroerend erfgoed van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overeenkomstig het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.]5