Art.3. § 1. De aanvraag bevat :
1° de naam en het adres van de kwekers, de aanvragers en, in voorkomend geval, hun aanvraaggemachtigde en van de personen die verantwoordelijk zijn voor de instandhouding;
2° als een aanvraaggemachtigde is aangesteld, de volmacht;
3° de naam van de soort waartoe het ras behoort;
4° de kwekersreferentie en, in voorkomend geval, de voorgestelde benaming of de in een ander land reeds goedgekeurde of voorgestelde benaming;
5° de beschrijving van het ras met ten minste de kenmerken, gevraagd in de technische vragenlijsten van de richtsnoeren, vermeld in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek;
6° de stukken en inlichtingen die de aanvraag verduidelijken of dienstig zijn voor het onderzoek van het ras;
7° in voorkomend geval, de vermelding of er voor het ras al
[1 een aanvraag tot toelating tot]1 een nationale rassenlijst in een andere lidstaat of een ander gewest werd ingediend, en het gevolg dat daaraan werd gegeven;
8° in voorkomend geval, de vermelding of er voor het ras al een verzoek tot verkrijging van het kwekersrecht in een lidstaat of bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen werd ingediend, en het gevolg dat daaraan werd gegeven;
9° de toelating om met de bevoegde overheden van elke andere lidstaat of elk ander gewest, en de bevoegde diensten van de Europese Commissie en het Communautair Bureau voor Plantenrassen alle nuttige inlichtingen en materiaal met betrekking tot het ras uit te wisselen.
§ 2. Het bij de aanvraag behorende proefmateriaal beantwoordt voor het onderzoek naar de onderscheidbaarheid, de homogeniteit en de bestendigheid aan de voorwaarden die bepaald zijn in de richtsnoeren, vermeld in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, en voor het onderzoek naar de cultuur- en gebruikswaarde aan de voorwaarden die opgelegd zijn door het comité.
Het proefmateriaal moet door de aanvrager voor eigen rekening naar de betrokken onderzoeksinstelling in kwestie verzonden worden.