Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 DECEMBER 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-01-2010 en tekstbijwerking tot 29-07-2022)
Titre
17 DECEMBRE 2009. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant la liste des activités à risque (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-01-2010 et mise à jour au 29-07-2022)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. De lijst van de risicoactiviteiten in de zin van artikel 3, 3°, van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Article 1er. La liste des activités à risque au sens de l'article 3, 3°, de l'ordonnance du 5 mars 2009 relative à la gestion et à l'assainissement des sols pollués est fixée conformément à l'annexe au présent arrêté.
Art.2. § 1. De tijdelijke ingedeelde inrichtingen in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen die het voorwerp uitmaken van de toekenning van een milieuvergunning worden niet als risicoactiviteiten beschouwd.
  § 2. [1 De inrichtingen die in de bijlage bij dit besluit opgenomen zijn en die tijdens de hele duur van hun uitbating door minstens een toegankelijk niveau (zoals een kelder, parking of verdieping) van de grond gescheiden zijn of waren en die bovendien geen mogelijk contact vertoonden tussen de bodem en stoffen die een verontreiniging van de bodem of het grondwater zouden kunnen veroorzaken, onder andere door de afvoer van dergelijke stoffen via leidingen die in contact zijn met de bodem, worden niet als risicoactiviteiten beschouwd.]1
  [1 § 3 Indien door de aanvrager van een milieuvergunning met betrekking tot een inrichting kan worden aangetoond dat die inrichting, hoewel ze in de bijlage bij dit besluit opgenomen is, geen gebruik maakt of gemaakt heeft van producten die volgens de CLP-verordening (verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1907/2006) ingedeeld zijn als producten die een risico of een gevaar voor de gezondheid inhouden, anders dan corrosief en irriterend, of voor het leefmilieu, anders dan voor de ozonlaag, of dat deze producten niet van dergelijke aard zijn dat ze een verontreiniging van de bodem of het grondwater kunnen veroorzaken, moet die inrichting niet als risicoactiviteit beschouwd worden.
   De hiertoe aangebrachte bewijselementen worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid die beslist in het kader van de afleveringsprocedure.]1

  
Art.2. § 1. Les installations classées temporaires au sens de l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement qui ont fait l'objet de l'octroi d'un permis d'environnement ne sont pas considérées comme des activités à risque.
  § 2. [1 Les installations reprises en annexe du présent arrêté qui pendant toute leur durée d'exploitation ont été séparées du sol par au moins un niveau accessible (tel qu'un niveau de cave, parking ou étage) et qui, de plus, ne présentaient pas de possibilité de contact entre le sol et des substances susceptibles de causer une pollution du sol ou de l'eau souterraine, entre autres par l'évacuation de telles substances via des conduites en contact avec le sol, ne sont pas des activités à risque.]1
  [1 § 3. S'il peut être démontré par le demandeur d'un permis d'environnement relatif à une installation que cette installation, bien que figurant à l'annexe du présent arrêté, ne fait et n'a pas fait usage de produits classés selon le règlement CLP (règlement (CE) n° 1272/2008 du Parlement européen et du Conseil du 16 décembre 2008 relatif à la classification, à l'étiquetage et à l'emballage des substances et des mélanges, modifiant et abrogeant les directives 67/548/CEE et 1999/45/CE et modifiant le règlement (CE) n° 1907/2006) comme présentant un risque ou un danger envers la santé autre que corrosif et irritant, ou envers l'environnement autre que pour la couche d'ozone, ou que ces produits ne sont pas de nature à causer une pollution du sol ou des eaux souterraines, celle-ci ne doit pas être considérée comme une activité à risque.
   Les éléments destinés à le démontrer sont présentés à l'autorité délivrante du permis qui statue dans le cadre de la procédure de délivrance.]1

  
Art.3. § 1. Artikel 71, § 5, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden van benzinestations, zoals ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 december 2004 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden van benzinestations, wordt door de volgende paragraaf vervangen :
  " § 5. Artikelen 21 tot 66 zijn slechts van toepassing op de benzinestations die uitgebaat worden als verkooppunt van brandstof aan het publiek na het van kracht worden van dit besluit. "
  § 2. Wat de benzinestations betreft die als verkooppunt van brandstof aan het publiek uitgebaat worden, worden de studie- en saneringsprocedures die aangevat zijn volgens de bepalingen van artikelen 21 tot 66 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden van benzinestations voortgezet volgens de bepalingen van deze artikelen, onafgezien of deze benzinestations al dan niet uitgebaat werden na het van kracht worden van het genoemde besluit.
Art.3. § 1er. L'article 71, § 5, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 janvier 1999 fixant les conditions d'exploiter des stations-service, tel qu'introduit par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 9 décembre 2004 modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 janvier 1999 fixant les conditions d'exploiter des stations-service, est remplacé par le paragraphe suivant :
  " § 5. Les articles 21 à 66 ne s'appliquent qu'aux stations-service exploitées comme point de vente de carburant au public après l'entrée en vigueur du présent arrêté. "
  § 2. Pour les stations-service exploitées comme point de vente de carburant au public, les procédures d'études et d'assainissement engagées suivant les dispositions des articles 21 à 66 de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21 janvier 1999 fixant les conditions d'exploiter des stations-service, que les stations-service aient été exploitées ou non après l'entrée en vigueur de l'arrêté susmentionné, se poursuivent conformément aux dispositions de ces articles.
Art.4. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 december 2004 tot vaststelling van de lijst van risicoactiviteiten wordt opgeheven.
Art.4. L'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 9 décembre 2004 fixant la liste des activités à risque est abrogé.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Art.5. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2010.
Art.6. De Minister voor Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.6. Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. [1 Lijst van risicoactiviteiten]1
Art. N. [1 Liste des activités à risque]1
   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 09-10-2020, p. 71458)
   (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 09-10-2020, p. 71458)
  Gewijzigd door:
  Modifiée par: