Artikel 1. Artikel 2, § 1, van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 6 april 1995 en 18 december 2001, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De premie wordt vastgesteld op een brutobedrag van :
- 47,10 EUR per maand voor de bedienden die ambtshalve benoemd zijn in het niveau B of C;
- 29,75 EUR per maand voor de bedienden die ambtshalve benoemd zijn in het niveau D. ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
19 FEBRUARI 2010. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders
Titre
19 FEVRIER 2010. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 4 février 1991 instaurant une prime de formation en faveur des employés des conservateurs des hypothèques
Informations sur le document
Numac: 2010003129
Datum: 2010-02-19
Info du document
Numac: 2010003129
Date: 2010-02-19
Tekst (9)
Texte (9)
Article 1er. L'article 2, § 1er, de l'arrêté ministériel du 4 février 1991 instaurant une prime de formation en faveur des employés des conservateurs des hypothèques, modifié par les arrêtés ministériels du 6 avril 1995 et 18 décembre 2001, est remplacé par la disposition suivante :
" § 1er. La prime s'élève à un montant brut de :
- 47,10 EUR par mois pour les employés nommés d'office dans le niveau B ou C;
- 29,75 EUR par mois pour les employés nommés d'office dans le niveau D. " .
" § 1er. La prime s'élève à un montant brut de :
- 47,10 EUR par mois pour les employés nommés d'office dans le niveau B ou C;
- 29,75 EUR par mois pour les employés nommés d'office dans le niveau D. " .
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. De bedienden die ambtshalve werden benoemd in het niveau B of C en uit hoofde van hun graad gerechtigd zijn op deelname aan de competentiemetingen, zoals bedoeld in artikel 74 van het koninklijk besluit van 19 juni 2007 houdende hervorming van de loopbaan van de bedienden der hypotheekbewaarders, verliezen het recht op de premie met ingang van de geldigheidsduur van de competentiemeting waarin zij geslaagd zijn en uiterlijk met ingang van 1 januari 2011. ".
" Art. 3. De bedienden die ambtshalve werden benoemd in het niveau B of C en uit hoofde van hun graad gerechtigd zijn op deelname aan de competentiemetingen, zoals bedoeld in artikel 74 van het koninklijk besluit van 19 juni 2007 houdende hervorming van de loopbaan van de bedienden der hypotheekbewaarders, verliezen het recht op de premie met ingang van de geldigheidsduur van de competentiemeting waarin zij geslaagd zijn en uiterlijk met ingang van 1 januari 2011. ".
Art.2. L'article 3 du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 3. Les employés nommés d'office dans le niveau B ou C et qui, de par leur grade, sont en droit de participer aux mesures de compétences, telles que précisées à l'article 74 de l'arrêté royal du 19 juin 2007 portant réforme de la carrière des employés des conservateurs des hypothèques, perdent le droit à la prime dès le début de la période de validité de la mesure de compétences pour laquelle ils sont lauréats et au plus tard à partir du 1er janvier 2011. ".
" Art. 3. Les employés nommés d'office dans le niveau B ou C et qui, de par leur grade, sont en droit de participer aux mesures de compétences, telles que précisées à l'article 74 de l'arrêté royal du 19 juin 2007 portant réforme de la carrière des employés des conservateurs des hypothèques, perdent le droit à la prime dès le début de la période de validité de la mesure de compétences pour laquelle ils sont lauréats et au plus tard à partir du 1er janvier 2011. ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 6 april 1995, wordt vervangen als volgt :
" Art. 4. § 1. Er worden geen vormingsactiviteiten meer georganiseerd.
§ 2. Onverminderd de artikelen 3 en 5bis, behouden de bedienden die ambtshalve werden benoemd in de niveaus B, C of D het recht op de premie, voor de duur van hun benoeming in dit niveau, mits zij de dag die voorafgaat aan de inwerkingtreding van dit artikel, de voorwaarden vervulden vermeld in artikel 4 zoals dit artikel op die datum van toepassing was. ".
" Art. 4. § 1. Er worden geen vormingsactiviteiten meer georganiseerd.
§ 2. Onverminderd de artikelen 3 en 5bis, behouden de bedienden die ambtshalve werden benoemd in de niveaus B, C of D het recht op de premie, voor de duur van hun benoeming in dit niveau, mits zij de dag die voorafgaat aan de inwerkingtreding van dit artikel, de voorwaarden vervulden vermeld in artikel 4 zoals dit artikel op die datum van toepassing was. ".
Art.3. L'article 4 du même arrêté, modifié par l'arrêté ministériel du 6 avril 1995, est remplacé par la disposition suivante :
" Art.4. § 1. Il n'est plus organisé d'activités de formation.
§ 2. Sans préjudice des articles 3 et 5bis, les employés nommés d'office dans les niveaux B, C ou D maintiennent le droit à la prime, pour la durée de leur nomination dans ce niveau, à condition que, le jour précédent l'entrée en vigueur du présent article, ils remplissent les conditions mentionnées à l'article 4 tel que cet article était alors d'application. ".
" Art.4. § 1. Il n'est plus organisé d'activités de formation.
§ 2. Sans préjudice des articles 3 et 5bis, les employés nommés d'office dans les niveaux B, C ou D maintiennent le droit à la prime, pour la durée de leur nomination dans ce niveau, à condition que, le jour précédent l'entrée en vigueur du présent article, ils remplissent les conditions mentionnées à l'article 4 tel que cet article était alors d'application. ".
Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 6 april 1995, wordt opgeheven.
Art.4. L'article 5 du même arrêté, modifié par l'arrêté ministériel du 6 avril 1995, est abrogé.
Art.5. In artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 6 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder § 1, 1°, wordt opgeheven;
2° in § 3 wordt in de bepaling onder b) het woord " voltijdse " ingevoegd tussen de woorden " de bediende met " en de woorden " loopbaanonderbreking is ";
3° § 4 wordt opgeheven.
1° de bepaling onder § 1, 1°, wordt opgeheven;
2° in § 3 wordt in de bepaling onder b) het woord " voltijdse " ingevoegd tussen de woorden " de bediende met " en de woorden " loopbaanonderbreking is ";
3° § 4 wordt opgeheven.
Art.5. Dans l'article 5bis du même arrêté, inséré par l'arrêté ministériel du 6 avril 1995, sont apportées les modifications suivantes :
1° la disposition sous § 1er, 1°, est abrogée;
2° au § 3 dans la disposition sous b) les mots " à temps plein; " sont ajoutés après les mots " en interruption de carrière ";
3° le § 4 est abrogé.
1° la disposition sous § 1er, 1°, est abrogée;
2° au § 3 dans la disposition sous b) les mots " à temps plein; " sont ajoutés après les mots " en interruption de carrière ";
3° le § 4 est abrogé.
Art.6. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. L'article 6 du même arrêté est abrogé.
Art.7. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden " De Directeur-generaal van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen " vervangen door de woorden " De Administrateur-generaal van de patrimoniumdocumentatie ".
Art.7. Dans l'article 7 du même arrêté les mots " Le Directeur général de l'Administration de la taxe sur la valeur ajoutée, de l'enregistrement et des domaines " sont remplacés par les mots " L'Administrateur général de la documentation patrimoniale ".
Art.8. Onverminderd de artikelen 3 en 5bis van hetzelfde besluit, zijn de bedienden die ambtshalve worden benoemd in de niveaus B, C of D en die in uitvoering van artikel 5bis, § 4, het recht op de vormingspremie hebben verloren en het werk hebben hervat vóór de publicatie van dit besluit, zonder dat hen de mogelijkheid werd geboden om aan een vormingsactiviteit deel te nemen, terug gerechtigd op de vormingspremie verbonden aan het niveau waarin zij ambtshalve benoemd zijn met ingang van de datum van publicatie van dit besluit.
Art.8. Sans préjudice des articles 3 et 5bis du même arrêté, les employés nommés d'office dans les niveaux B, C ou D qui, en exécution de l'article 5 bis , § 4, ont perdu le droit à la prime de formation et qui ont repris le travail avant la publication du présent arrêté, sans que la possibilité de participer à une activité de formation ne leur ait été offerte, ont à nouveau droit à la prime de formation liée au niveau dans lequel ils sont nommés d'office à partir de la date de publication de présent arrêté.
Art. 9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van :
- artikel 1 dat voor de bedienden van de niveaus D, C en B uitwerking heeft respectievelijk met ingang van 1 januari 2002, 1 juni 2002 en 1 oktober 2002;
- artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2005.
Brussel, 19 februari 2010.
De Minister van Financien,
D. REYNDERS
- artikel 1 dat voor de bedienden van de niveaus D, C en B uitwerking heeft respectievelijk met ingang van 1 januari 2002, 1 juni 2002 en 1 oktober 2002;
- artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2005.
Brussel, 19 februari 2010.
De Minister van Financien,
D. REYNDERS
Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge à l'exception des dispositions de :
- l'article 1er qui pour les employés des niveaux D, C et B produit ses effets respectivement au 1er janvier 2002, 1er juin 2002 et 1er octobre 2002;
- l'article 2 qui produit ses effets au 1er septembre 2005.
Bruxelles, 19 février 2010.
Le Ministre des Finances,
D. REYNDERS
- l'article 1er qui pour les employés des niveaux D, C et B produit ses effets respectivement au 1er janvier 2002, 1er juin 2002 et 1er octobre 2002;
- l'article 2 qui produit ses effets au 1er septembre 2005.
Bruxelles, 19 février 2010.
Le Ministre des Finances,
D. REYNDERS