Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
12 FEBRUARI 2009. - [Besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2009 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de winning van grondwater dat tot drinkwater verwerkbaar of voor menselijk verbruik bestemd is en betreffende de installaties voor de winning van grondwater dat niet tot drinkwater verwerkbaar of niet voor menselijk verbruik bestemd is.]<BWG2015-07-16/09, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 13-08-2015>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-03-2009 en tekstbijwerking tot 11-09-2019)
Titre
12 FEVRIER 2009. - [Arrêté du Gouvernement wallon du 12 février 2009 déterminant les conditions intégrales relatives aux installations pour la prise d'eau souterraine potabilisable ou destinée à la consommation humaine et aux installations pour la prise d'eau souterraine non potabilisable et non destinée à la consommation humaine.]<ARW2015-07-16/09, art. 5, 002; En vigueur : 13-08-2015>(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 12-03-2009 et mise à jour au 11-09-2019)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (27)
Texte (27)
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen
CHAPITRE Ier. - Champ d'application et définitions
Artikel 1. [1 Deze integrale voorwaarden zijn van toepassing op de installaties voor de winning van tot grondwater verwerkbaar grondwater of voor menselijke consumptie bestemd met een winningscapaciteit lager dan of gelijk aan 10 m3/dag of de bevoorrading van minder dan 50 personen, wanneer de bevoorrading niet gebeurt in het kader van een commerciële, toeristische of publieke activiteit en op de installaties voor de winning van grondwater dat niet tot drinkwater verwerkbaar of niet voor menselijke consumptie bestemd is bedoeld in rubrieken 41.00.02.01 en 41.00.03.01 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties.]1
  
Article 1er. [1 Les présentes conditions intégrales s'appliquent aux installations pour la prise d'eau souterraine potabilisable ou destinée à la consommation humaine d'une capacité de prise d'eau inférieure ou égale à 10 m3/jour ou approvisionnant moins de 50 personnes, lorsque la fourniture ne s'effectue pas dans le cadre d'une activité commerciale, touristique ou publique et aux installations pour la prise d'eau souterraine non potabilisable et non destinée à la consommation humaine d'une capacité de prise d'eau inférieure ou égale à 10 m3/jour et 3000 m3/an visées aux rubriques 41.00.02.01 et 41.00.03.01 de l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 arrêtant la liste des projets soumis à étude d'incidences et des installations et activités classées.]1
  
Art.2. Voor de toepassing van deze bepalingen dient te worden verstaan onder :
  1° waterwinning : de verrichting voor de winning van ondergronds water;
  2° waterwingebied : zoals bepaald in de artikelen D. 2, 93 en [1 R.150 of R.153]1 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt;
  3° aansluitpunt voor waterwinning : alle putten, winningen, drainages en, in het algemeen, alle werken en installaties die als doel of als gevolg hebben een waterwinning te verrichten met inbegrip van de winningen van bronnen aan het welpunt;
  4° oppervlakte-installatie : het aan de oppervlakte gelegen gedeelte van het aansluitpunt voor waterwinning alsmede het gebouw dat het beschermt, met inbegrip van de beluchtingssystemen en de kijkgaten;
  5° Administratie : het Departement Leefmilieu en Water van het operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;
  6° grondwater : elk water dat zich in de verzadigde zone onder de bodemoppervlakte bevindt in rechtstreeks contact met de grond of ondergrond. Het bronwater aan het welpunt is een grondwater;
  7° bestaande inrichting : de vóór de inwerkingtreding van dit besluit uitgebate inrichting. De ombouw of de uitbreiding van een inrichting die de exploitant vóór de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen heeft in het register bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wordt gelijkgesteld met een bestaande inrichting.
  
Art.2. Pour l'application des présentes prescriptions, on entend par :
  1° prise d'eau : l'opération de prélèvement d'eau souterraine;
  2° zone de prise d'eau : telle que définie aux articles D. 2, 93° et [1 R.150 ou R.153]1 du Livre II du Code de l'Environnement, contenant le Code de l'Eau;
  3° ouvrage de prise d'eau : tous les puits, captages, drainages et, en général, tous les ouvrages et les installations ayant pour objectif ou pour effet d'opérer une prise d'eau y compris les captages de sources à l'émergence;
  4° installation de surface : la partie de l'ouvrage de prise d'eau située en surface ainsi que le bâtiment le protégeant, y compris les systèmes d'aération et les regards de contrôle;
  5° Administration : le Département de l'Environnement et de l'Eau de la Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement du Service public de Wallonie;
  6° eau souterraine : toute eau qui se trouve sous la surface du sol, dans la zone de saturation, en contact direct avec le sol ou le sous-sol. L'eau de source à l'émergence est une eau souterraine;
  7° établissement existant : l'établissement exploité avant l'entrée en vigueur du présent arrêté. La transformation ou l'extension d'un établissement que l'exploitant a, avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, consignée dans le registre prévu par l'article 10, § 2, du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement est assimilée à un établissement existant.
  
HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw
CHAPITRE II. - Implantation et construction
Art.3. Het aansluitpunt voor waterwinning en de oppervlakte-installaties worden zodanig uitgevoerd en ingericht dat elke besmetting van de grondwaterlaag en van het gewonnen water wordt voorkomen.
Art.3. L'ouvrage de prise d'eau et les installations de surface sont réalisés et aménagés de manière à éviter toute contamination de la nappe d'eau souterraine et de l'eau prélevée.
Art.4. Wanneer het aansluitpunt voor waterwinning een put is, wordt verhinderd dat onbevoegden het betreden aan de hand van een waterdicht systeem voorzien van een deksel of een deur met een slot.
Art.4. Lorsque l'ouvrage de prise d'eau consiste en un puits, son accès est défendu à toute personne non autorisée par l'exploitant au moyen d'un dispositif étanche comportant un couvercle ou une porte muni d'un système de fermeture à clef.
Art.5. § 1. Het aansluitpunt voor waterwinning is voorzien van een volumemeter bestemd om het volume genomen water te controleren.
  Wanneer de waterwinningen uitgerust zijn met een tank, kan de apparatuur voor de meting van het volume genomen water geïnstalleerd worden bij de uitgang van laatstgenoemde.
  § 2. In afwijking van § 1 is de installatie van een watermeter op het aansluitpunt voor waterwinning niet verbindend wanneer dat aansluitpunt een gezin uitsluitend voor huishoudelijk gebruik (voedingsconsumptie, sanitair, keuken, was, schoonmaak) en/of voor tuinbesproeiing bevoorraadt.
  § 3. In afwijking van § 1 is de installatie van een watermeter op het aansluitpunt voor waterwinning niet verbindend wanneer het toestel voor waterbevoorrading niet uitgerust is met een motorpomp.
Art.5. § 1er. L'ouvrage de prise d'eau est muni d'un compteur volumétrique destiné à contrôler le volume d'eau prélevée.
  Lorsque les prises d'eau sont équipées d'un réservoir, le dispositif de comptage du volume d'eau prélevée peut être installé à la sortie de celui-ci.
  § 2. Par dérogation au § 1er, le placement d'un compteur d'eau sur l'ouvrage de prise d'eau n'est pas obligatoire lorsque ledit ouvrage alimente exclusivement un ménage pour des usages domestiques (consommation alimentaire, sanitaires, cuisine, lessive, nettoyage) ou/et pour l'arrosage du jardin.
  § 3. Par dérogation au § 1er, le placement d'un compteur d'eau sur l'ouvrage de prise d'eau n'est pas obligatoire lorsque le dispositif d'alimentation en eau n'est pas équipé d'une pompe à moteur.
HOOFDSTUK III. - Uitbating
CHAPITRE III. - Exploitation
Art.6. Het waterwingebied wordt zodanig ingericht dat het afvloeiend hemelwater afkomstig van het gebied zelf daaruit kan vloeien en dat het water, ongeacht de aard, dat van buiten het gebied komt, daarin niet kan binnendringen, noch zich opstapelen aan de rand ervan.
Art.6. La zone de prise d'eau est aménagée de manière à ce que les eaux de ruissellement provenant de la zone elle-même puissent s'en échapper et que les eaux de toute nature provenant de l'extérieur de la zone ne puissent y pénétrer ni s'accumuler à sa périphérie.
Art.7. Wanneer het waterwingebied toegankelijk is voor onbevoegden, wordt een bord conform het in bijlage I bedoelde model op zichtbare wijze aangebracht vanaf alle toegangen tot het waterwingebied.
Art.7. Lorsque la zone de prise d'eau est accessible à des personnes étrangères à l'exploitation de la prise d'eau, un panneau conforme au modèle visé à l'annexe Ire est apposé de manière à être visible depuis tous les accès à la zone de prise d'eau.
Art.8. In het waterwingebied verboden zijn, alle andere activiteiten en installaties dan degene die nodig zijn voor de waterwinning.
Art.8. Sont interdites dans la zone de prise d'eau, toute activité et installation autres que celles nécessaires à l'usage de la prise d'eau.
Art.9. Wanneer de put waarvan de uitbating definitief verlaten is, niet ter beschikking wordt gesteld van het Waalse Gewest om voor piëzometrische en/of kwalitatieve controles te dienen, wordt hij ten laste van de exploitant opgevuld volgens de voorschriften van bijlage II.
Art.9. Lorsque le puits dont l'exploitation est définitivement abandonnée, n'est pas mis à la disposition de la Région wallonne pour servir à des contrôles piézométriques et /ou qualitatifs, il est remblayé aux frais de l'exploitant selon les prescriptions visées à l'annexe II.
HOOFDSTUK IV. - Voorkoming van de ongevallen
CHAPITRE IV. - Prévention des accidents
Art.10. Elke verontreiniging vastgesteld door de exploitant of die hem medegedeeld wordt, die het aansluitpunt voor waterwinning bereikt of zou kunnen bereiken, of elke kenmerkende en brutale aantasting van de kwaliteit van het genomen water, wordt onmiddellijk medegedeeld aan de Administratie.
Art.10. Toute pollution constatée par l'exploitant ou portée à sa connaissance, atteignant ou risquant d'atteindre l'ouvrage de prise d'eau, ou toute altération significative et brutale de la qualité de l'eau prélevée est immédiatement signalée à l'Administration.
HOOFDSTUK V. - Controle en toezicht
CHAPITRE V. - Contrôle et surveillance
Art.11. De exploitant stelt ter beschikking van de toezichthoudend ambtenaar het conformiteits- en ijkingsattest van de watermeter geïnstalleerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 1.
Art.11. L'exploitant tient à la disposition du fonctionnaire chargé de la surveillance l'attestation de conformité et d'étalonnage du compteur d'eau installé conformément aux dispositions de l'article 5, § 1er.
Art.12. De exploitant van de waterwinning moet jaarlijks en uiterlijk op 31 maart het volume van het gedurende het vorige jaar genomen jaar aangeven aan de Administratie.
  Een in te vullen formulier wordt hem eerst gestuurd door de Administratie.
Art.12. L'exploitant de la prise d'eau est tenu de déclarer annuellement et au plus tard pour le 31 mars le volume d'eau prélevé au cours de l'année précédente à l'Administration.
  Un formulaire à compléter lui est préalablement envoyé par l'Administration.
Art.13. Wanneer de waterwinning bestemd is voor menselijke consumptie, stelt de exploitant ter beschikking van de toezichthoudend ambtenaar de resultaten van de laatste wateranalyse verricht door een laboratorium erkend krachtens artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging alsmede inzake de bescherming en de exploitatie van grondwater en van tot drinkwater verwerkbaar water.
  Die analyse omvat minstens de volgende parameters : pH, geleidingsvermogen, nitraten, nitrieten, ammonium, coliforme bacteriën, Escherichia coli en enterococcus.
Art.13. Lorsque la prise d'eau est destinée à la consommation humaine, l'exploitant tient à la disposition du fonctionnaire chargé de la surveillance les résultats de la dernière analyse d'eau réalisée par un laboratoire agréé en application de l'article D.147 du Livre Ier du Code de l'Environnement en vue de réaliser des analyses officielles dans le domaine de la protection des eaux de surface contre la pollution, ainsi que dans celui de la protection et de l'exploitation des eaux souterraines et des eaux potabilisables.
  Cette analyse comprend au moins les paramètres pH, conductivité, nitrates, nitrites, ammonium, bactéries coliformes, Escherichia coli et Entérocoques.
HOOFDSTUK VI. - Bij de aangifte te voegen documenten
CHAPITRE VI. - Documents à joindre à la déclaration
Art.14. § 1. De behoorlijk ingevulde bijlage 3 wordt gevoegd bij het formulier voor waterwinningsaangifte.
  § 2. Een plan op een schaal van 1/100e of kleiner voor zover het document leesbaar is en waarin de ligging van het aansluitpunt ten opzichte van de bestaande gebouwen, wegen, waterlopen en andere installaties in de omgeving wordt vermeld, wordt ook gevoegd bij het formulier voor waterwinningsaangifte.
Art.14. § 1er. L'annexe 3 dûment complétée est jointe au formulaire de déclaration de prise d'eau.
  § 2. Est également joint au formulaire de déclaration de prise d'eau un plan à l'échelle maximale 1/100 e ou une échelle plus petite pour autant que le document soit lisible et indiquant l'emplacement de l'ouvrage par rapport aux bâtiments, voiries, cours d'eau et autres installations existants à proximité.
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen
CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires et finales
Art.15. Dit besluit is van toepassing op de inrichtingen die vanaf zijn inwerkingtreding bestaan.
  In afwijking van het eerste lid, zijn de artikelen 4, 5, 7, 11 en 13 van toepassing op de inrichtingen die uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit bestaan.
Art.15. Le présent arrêté s'applique aux établissements existants dès son entrée en vigueur.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, les articles 4, 5, 7, 11 et 13 s'appliquent aux établissements existants au plus tard un an après l'entrée en vigueur dudit arrêté.
Art.16. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.16. Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 12-03-2009, p. 21816)
Art. N1. Annexe 1.
  (Annexe non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 12-03-2009, p. 21808)
Art. N2. Bijlage 2.
  BIJLAGE 2 : OPVULLING VAN EEN PUT
  De opvulling van een put wordt uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap en overeenkomstig de gepaste technieken die het gebrek aan waterstroming tussen de verschillende doorgeboorde grondwaterlagen en het gebrek aan verontreinigingsoverdracht garanderen.
  De aanbevolen methode bestaat erin mager beton vanaf de basis van het aansluitpunt voor waterwinning tot bij de grond onder druk in te spuiten zodat de cimentering volkomen wordt gehomogeniseerd.
  Wanneer evenwel een risico op insijpeling van cement in de aquifer vastgesteld wordt, met name als de roosters beschadigd worden en als de aquifer belangrijke scheuren vertoont, wordt de opvulling uitgevoerd aan de hand van proper en silicumgrind met een diameter aangepast aan de diameter van de put tot boven het waterniveau.
  Boven dat niveau wordt de put gevuld met minimum een meter zwellende klei of met een dunne mortel van pure cement; op deze laag en tot de nabijheid van de bodem komt dan één van de volgende materialen :
  1° zand of grind met een diameter aangepast aan de diameter van de put;
  2° zwellende klei;
  3° dunne mortel van pure cement;
  4° beton of dunne mortel;
  5° niet-grondachtige en niet-schisthoudende inerte opvullingen met een diameter aangepast aan de diameter van de put.
  De uiteindelijke dichting bestaat uit een plaat van gewapend beton die ter plaatse gegoten wordt; die plaat is minimum 0,20 m dik, op de put gecentreerd en met een voldoende afmeting om die put te dekken met een randovervloeiing van minstens één meter. De wapening wordt zodanig berekend dat de plaat intact blijft onder de plaatselijke voorwaarden van gebruik van de site. De voorzieningen van de put worden zodanig gesneden dat ze in de plaat overstroomd worden op minimum 10 centimeter onder de oppervlakte ervan. Wanneer een bouw gepland wordt op de opgevulde put, wordt de plaat die de put dicht, begraven en gescheiden van de bouw. Wanneer het terrein opnieuw als landbouwgebied wordt aangewend, wordt deze installatie een meter diep begraven en met akkergrond bedekt.
Art. N2. Annexe 2.
  ANNEXE 2 : REMBLAYAGE D'UN PUITS
  Le comblement d'un puits est effectué dans les règles de l'art suivant les techniques appropriées garantissant l'absence de circulation d'eau entre les différentes nappes d'eau souterraine traversées et l'absence de transfert de pollution.
  La méthode recommandée consiste à injecter sous pression du béton maigre à partir de la base de l'ouvrage de prise d'eau en remontant jusqu'à proximité du sol de manière à assurer une parfaite homogénéité de la cimentation.
  Toutefois, lorsque l'on constate un risque d'introduction du ciment dans l'aquifère, notamment si les crépines sont endommagées et que l'aquifère comporte des fissures importantes, le remblai est effectué au moyen de gravier propre et siliceux de diamètre approprié au diamètre du puits jusqu'au dessus du niveau de l'eau.
  Au-dessus de ce niveau, le puits est rempli d'un mètre minimum d'argile gonflante ou d'un coulis de ciment pur, surmonté jusqu'à proximité du sol d'un des matériaux suivants :
  1° sable ou gravier de diamètre adapté au diamètre du puits;
  2° argile gonflante;
  3° coulis de ciment pur;
  4° béton ou mortier fluide;
  5° remblais inertes non terreux et non schisteux de diamètre adapté au diamètre du puits.
  L'obturation finale est constituée d'une dalle en béton armé coulée sur place, de 0,20 m d'épaisseur minimum, centrée sur le puits et de dimension suffisante pour couvrir ce dernier avec un débordement périphérique d'un mètre minimum. L'armature est calculée de manière à ce que la dalle demeure intacte dans les conditions locales d'utilisation du site. Les équipements du puits sont coupés à un niveau tel qu'ils soient noyés dans la dalle à 10 centimètres minimum sous la surface de celle-ci. Lorsqu'une construction est prévue sur le puits remblayé, la dalle obturant le puits sera enterrée et désolidarisée de celle-ci. Lorsque le terrain est rendu aux cultures, ce dispositif est enterré à un mètre de profondeur puis recouvert de terre arable.
Art. N3. Bijlage 3.
  BIJLAGE 3 : TER VERSTREKKEN GEGEVENS
  Soort werk :
  - Boorput
  - Traditionele put
  - Draineerbuis
  - Tunnel
  - Bron aan het welpunt
  - Andere (te bepalen) : . . . . .
  Benaming van de waterwinning :
  . . . . .
  Datum van uitvoering van het aansluitpunt voor waterwinning (zelfs approximatief)
  . . . . .
  Afmetingen van het werk (gelieve indien nodig een doorsnede van het aansluitpunt voor waterwinning voegen) :
  Diepte : . . . . .
  Binnendiameter : . . . . .
  Andere afmetingen : . . . . .
  Beschrijving van de inrichtingen voor de bescherming van het werk :
  -
  -
  -
  -
  Waterwinningapparatuur :
  Is het werk uitgerust met een motorpomp ?
  Ja Nee
  Indien ja : - Onder water liggende pomp ?
  - oppervlaktepomp : ?
  Meter :
  Wordt een volumemeter geplaatst ?
  ? Ja ? Nee
  Indien ja : - nummer van de meter : . . . . .
  - model (merk,...) : . . . . .
  Gebruik van het water :
  - Huishoudelijk en sanitair :
  - Menselijke consumptie
  - Landbouw, tuinbouw, boomkwekerij...
  - Teelt
  - Bevoorrading van vijver, privé-zwembad en fontein
  - Andere (te bepalen) : . . . . .
Art. N3. Annexe 3.
  ANNEXE 3 : RENSEIGNEMENTS A FOURNIR
  Type d'ouvrage :
  - Puits foré
  - Puits traditionnel
  - Drain
  - Galerie
  - Source à l'émergence
  - Autre à définir : . . . . .
  Dénomination de la prise d'eau :
  . . . . .
  Date de réalisation de l'ouvrage de prise d'eau (même approximative) :
  . . . . .
  Dimensions de l'ouvrage (joindre si possible une coupe de l'ouvrage de prise d'eau) :
  Profondeur : . . . . .
  Diamètre intérieur : . . . . .
  Autres dimensions : . . . . .
  Description des aménagements de protection de l'ouvrage :
  -
  -
  -
  -
  Dispositif de prélèvement :
  L'ouvrage est-il équipé d'une pompe à moteur ?
  Oui Non
  Si oui : - pompe immergée : ?
  - pompe de surface : ?
  Compteur :
  Un compteur volumétrique est-il installé ?
  Oui Non
  Si oui : - n° du compteur : . . . . .
  - modèle (marque, ...) : . . . . .
  Usage de l'eau :
  - Domestique et sanitaire
  - Consommation humaine
  - Agriculture, Horticulture, Arboriculture...
  - Elevage
  - Alimentation d'étang, de piscine privée, de fontaine
  Autre à définir : . . . . .