Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 MEI 2009. - Besluit 2006/1266 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking van het personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-12-2009 en tekstbijwerking tot 07-12-2022)
Titre
7 MAI 2009. - Arrêté 2006/1266 du Collège de la Commission communautaire française relatif au congé pour interruption de carrière du personnel de l'Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 11-12-2009 et mise à jour au 07-12-2022)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (15)
Texte (15)
HOOFDSTUK 1. - Het verlof voor loopbaanonderbreking
CHAPITRE 1er. - Du congé pour interruption de carrière
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Section 1er. - Du champ d'application
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.
Article 1er. Le présent arrêté règle, en application de l'article 138 de la Constitution, une matière visée aux articles 127 et 128 de celle-ci.
Art.2. Het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen wordt uitgebreid naar het statutaire personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, onder de hierna uiteengezette voorwaarden.
  Het toepassingsgebied van hoofdstuk 3, afdelingen 2 en 3 van het voornoemd koninklijk besluit van 7 mei 1999, wordt uitgebreid naar het administratieve en pedagogische contractuele personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.
  [1 In toepassing van artikel 10bis van voormeld koninklijk besluit van 7 mei 1999, ingevoegd bij koninklijk besluit van 19 oktober 2020, zijn de bepalingen voorzien in de artikelen 100ter en 102ter van herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen van toepassing op, zowel statutaire als contractuele, administratieve en pedagogische personeelsleden van het `Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle.]1
  
Art.2. Le champ d'application de l'arrêté royal du 7 mai 1999 relatif à l'interruption de la carrière professionnelle du personnel des administrations est étendu au personnel statutaire de l'Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle dans les conditions énoncées ci-après.
  Le champ d'application du chapitre 3, sections 2 et 3 de l'arrêté royal du 7 mai 1999, précité, est étendu au personnel contractuel administratif et pédagogique de l'Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle.
  [1 En application de l'article 10bis de l'arrêté royal du 7 mai 1999 précité, inséré par un arrêté royal du 19 octobre 2020, les dispositions prévues aux articles 100ter et 102ter de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales s'appliquent aux membres du personnel tant statutaire que contractuel administratif et pédagogique de l'Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle.]1
  
Afdeling 2. - Toepassingsregels voor de toekenning van het verlof voor loopbaanonderbreking
Section 2. - Des modalités d'octroi du congé pour interruption de carrière
Art.3. De ambtenaar kan verlof voor loopbaanonderbreking krijgen volgens de voorwaarden en modaliteiten van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 2, eerste alinea, van het onderhavige besluit :
  1° volledig;
  2° gedeeltelijk, naar rata van één vijfde of de helft van de duur van de dienstprestaties die normaal behoren te worden verricht;
  3° met het oog op hulpverlening aan of verzorging van een gezins- of familielid tot de tweede graad dat aan een ernstige kwaal lijdt;
  4° met het oog op palliatieve verzorging;
  5° in het kader van het ouderschapsverlof bij de geboorte of de adoptie van een kind.
Art.3. L'agent peut obtenir, aux conditions et selon les modalités prévues par l'arrêté royal visé à l'article 2, alinéa 1er, du présent arrêté, un congé pour interrompre sa carrière professionnelle :
  1°de manière complète;
  2° de manière partielle à raison d'un cinquième ou de la moitié de la durée des prestations qui lui sont normalement imposées;
  3° pour l'assistance ou l'octroi de soins à un membre de son ménage ou à un membre de sa famille jusqu'au deuxième degré, qui souffre d'une maladie grave;
  4° pour donner des soins palliatifs;
  5° dans le cadre du congé parental lors de la naissance ou de l'adoption d'un enfant.
Art.4. De statutaire ambtenaren die houder zijn van een wervingsgraad hebben recht op de verloven voor volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking, in het kader van de medische bijstand, het ouderschapsverlof en de palliatieve verzorging, zoals bedoeld in artikel 3, 1° tot 5°.
  De houders van een bevorderingsgraad en de leden van het contractuele personeel kunnen deze verloven genieten, voor zover ze op hen van toepassing zijn, middels de toelating van de directeur-generaal die erop toeziet dat de goede werking van de dienst verzekerd blijft.
Art.4. Ont droit aux congés pour interruption de la carrière complète, partielle, dans le cadre de l'assistance médicale, du congé parental et pour soins palliatifs visés à l'article 3, 1° à 5°, les agents statutaires titulaires d'un grade de recrutement.
  Peuvent bénéficier de ces congés les agents titulaires d'un grade de promotion ainsi que les membres du personnel contractuel, dans la mesure des congés qui leur sont applicables, moyennant l'autorisation du Directeur général qui vérifie que le bon fonctionnement du service ne s'en trouve pas affecté.
Art.5. De volgende personeelsleden hebben geen recht op een volledige of gedeeltelijke loopbaanonderbreking, voorzien in artikel 3, punt 1° en 2°, van dit besluit :
  - statutaire stagiaires;
  - titularissen van een mandaat;
  - titularissen van rang 13 of een hogere rang;
  - titularissen van een ambt als pedagogisch beheerder of directeur van een vormingscentrum.
  Als de goede werking van de dienst niet verstoord wordt, kan de directeur-generaal de titularissen van de ambten, bedoeld in de vorige alinea, echter toestaan een loopbaanonderbreking te nemen of hun arbeidsprestaties met de helft te verminderen, op voorwaarde dat zij dit aanvragen.
Art.5. Sont exclus du congé pour interruption complète ou à mi-temps de la carrière professionnelle prévus à l'article 3 point 1° et 2° du présent arrêté, les membres du personnel :
  - stagiaires statutaires;
  - titulaires d'un mandat;
  - titulaires du rang 13 ou d'un rang supérieur;
  - titulaire d'une fonction de gestionnaire pédagogique ou de directeur d'un centre de formation.
  Toutefois, le Directeur général peut, dans les cas où le bon fonctionnement du service ne s'en trouve pas compromis, autoriser les titulaires de fonctions visées à l'alinéa précédent qui en font la demande, à bénéficier d'une interruption de leur carrière ou d'une réduction de moitié de leurs prestations.
Art.6. § 1. Bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking worden de dienstprestaties ofwel dagelijks ofwel volgens een andere indeling van de werkweek verricht.
  In afwijking van het eerste lid, kan de directeur-generaal beslissen voor sommige door hem bepaalde functies een indeling van de dienstprestaties per maand op te leggen.
  § 2. De ambtenaar kan zijn ambtsverrichtingen hervatten vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verstreken is met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven aan de directeur-generaal ter kennis wordt gebracht, tenzij laatstgenoemde een kortere termijn aanvaardt.
Art.6. §. 1er. En cas d'interruption partielle de la carrière, les prestations s'effectuent soit chaque jour soit selon une autre répartition sur la semaine.
  En dérogation à l'alinéa 1er, le Directeur général peut décider d'une répartition par mois pour certaines fonctions qu'il détermine.
  § 2. L'agent peut reprendre sa fonction avant l'échéance de la période d'interruption de carrière moyennant un préavis de trois mois, communiqué par lettre recommandée au Directeur général, à moins que celui-ci n'accepte un délai plus court.
Art.7. Een personeelslid die de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en die verlof verkrijgt tot loopbaanonderbreking overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999, bedoeld in artikel 2, is ertoe gehouden zich ertoe te verbinden zijn loopbaan gedeeltelijk tot aan de pensionering te onderbreken. Hij kan voor een andere regeling opteren, op voorwaarde dat de duur van de verrichte dienstprestaties wordt beperkt.
  De ambtenaar kan de duur van zijn verrichte dienstprestaties echter opnieuw verlengen of terug voltijds gaan werken. In dat geval, verliest hij de in de eerste alinea bedoelde verhoogde onderbrekingsuitkering, voorzien door artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999.
Art.7. Le membre du personnel qui a atteint l'âge de 50 ans et qui obtient un congé pour interrompre sa carrière professionnelle, conformément à l'article 8 de l'arrêté royal du 7 mai 1999 visé à l'article 2 est tenu de s'engager à interrompre partiellement sa carrière jusqu'à sa retraite. Il peut changer de régime pour autant que la durée de ses prestations de travail s'en trouve réduite.
  Toutefois, l'agent peut augmenter à nouveau la durée de ses prestations ou reprendre le travail à temps plein. Dans ce cas, il perd le bénéfice de l'allocation d'interruption majorée prévue par l'article 8 de l'arrêté royal du 7 mai 1999, visé à l'alinéa 1er.
Art.8. Het verlof wegens loopbaanonderbreking wordt niet bezoldigd.
  Het verlof wordt voor het overige evenwel gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art.8. Le congé pour interruption de carrière n'est pas rémunéré.
  Le congé est, pour le surplus, assimilé à une période d'activité de service.
HOOFDSTUK 2. - Opheffings- en slotbepalingen
CHAPITRE 2. - Dispositions abrogatoires et finales
Art.9. Punt 4° van artikel 143/3 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, zoals gewijzigd bij het besluit nr. 2002/316 van het College van 3 juni 2004, wordt geschrapt.
Art.9. Le point 4° de l'article 143/3 de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 20 octobre 1994 portant le statut des fonctionnaires des organismes d'intérêt public de la Commission communautaire française, tel que modifié par l'arrêté du Collège n° 2002/316 du 3 juin 2004, est supprimé.
Art.10. Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 september 1996 betreffende de deeltijdse loopbaanonderbreking in de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, wordt opgeheven.
Art.10. L'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 12 septembre 1996 relatif à l'interruption de carrière à mi-temps dans les organismes d'intérêt public de la Commission communautaire française est abrogé.
Art. 11. Het Collegelid bevoegd voor Ambtenarenzaken en het Collegelid bevoegd voor Beroepsopleiding, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 11. Le Membre du Collège qui a la Fonction publique dans ses attributions et le Membre du Collège qui a la Formation professionnelle dans ses attributions sont chargés de l'exécution du présent arrêté.