Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
31 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor het hof van beroep te Luik. (NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
31 MAI 2009. - Arrêté royal établissant le règlement particulier de la cour d'appel de Liège. (NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Info du document
Tekst (13)
Texte (13)
Artikel 1. Het hof van beroep te Luik bestaat uit zesentwintig kamers, met inbegrip van de bureaus voor rechtsbijstand die zitting houden in het Frans en in het Duits.
Article 1er. La cour d'appel de Liège est composée de vingt-six chambres, en ce compris les bureaux d'assistance judiciaire siégeant en langue française et en langue allemande.
Art.2. De eerste kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en in de zaken die haar uitdrukkelijk zijn toegewezen, met name de zaken waarin het hof zich uitspreekt, zonder mogelijkheid tot hoger beroep, ten aanzien van de magistraten en personen bedoeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering.
  Zij houdt zitting op maandag en dinsdag om 9 uur. De mededeelbare zaken worden behandeld op maandag en op de eerste, derde en vierde dinsdag; de niet-mededeelbare zaken worden behandeld op de tweede en vijfde dinsdag van de maand.
  De tweede kamer met drie magistraten houdt als kamer van inbeschuldigingstelling zitting op maandag, dinsdag, de tweede en vierde woensdag en donderdag om 9 uur.
  De derde kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en handelszaken op maandag om 9 en 14 uur en op dinsdag om 14 uur.
  De vierde kamer met drie magistraten houdt zitting in correctionele zaken waaronder de overtredingen van de sociale wetgeving, op maandag, dinsdag en woensdag om 9 uur.
  De vijfde kamer met drie magistraten houdt zitting in het Duits in alle zaken alsmede in het Frans voor het hoger beroep tegen de vonnissen gewezen in die taal door de correctionele rechtbank te Eupen, op donderdag om 14 uur. Zij neemt kennis van de zaken die haar uitdrukkelijk zijn toegewezen, met name met betrekking tot het onderzoek van de zaken bedoeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering; met betrekking tot de zaken haar toegewezen als kamer van inbeschuldigingstelling in het Duits, houdt zij zitting op dinsdag om 8.30 uur.
  Zij neemt kennis van correctionele zaken op donderdag om 9 of 14 uur.
  Zij neemt kennis van burgerlijke, fiscale en handelszaken en houdt zitting op de eerste en derde donderdag om 9 uur en op de derde donderdag om 14 uur voor de niet-mededeelbare zaken, op de tweede en vierde donderdag om 14 uur en op de vijfde donderdag van de maand om 14 uur.
  De zesde kamer met drie magistraten houdt zitting in correctionele zaken op woensdag, donderdag en vrijdag om 9 uur.
  De zevende kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en handelszaken op maandag om 14 uur en op dinsdag en donderdag om 9 uur.
  De achtste kamer met drie magistraten houdt zitting in strafzaken, waaronder de zaken die aanleiding geven tot herstel van lichamelijke schade, op maandag, dinsdag en donderdag om 9 uur.
  De negende kamer met drie magistraten houdt zitting in fiscale zaken op de eerste, derde en vijfde woensdag om 9 uur en op de tweede en vierde vrijdag.
  De tiende kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken op de eerste, derde en vierde dinsdag om 14 uur voor de mededeelbare zaken, telkens op dinsdag om 9 uur, op de tweede en vijfde dinsdag om 14 uur en op woensdag voor de niet-mededeelbare zaken.
  De elfde kamer met één magistraat neemt kennis van de zaken die toegewezen worden bij artikel 109bis van het Gerechtelijk Wetboek, uitgezonderd de zaken bedoeld in § 1,1°, op maandag en donderdag om 9 uur, en van dringende verzoeken, op donderdag en vrijdag om 9 uur.
  De twaalfde kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en handelszaken op dinsdag om 9 en 14 uur en op vrijdag om 9 uur.
  De dertiende kamer met één magistraat neemt kennis van de zaken die toegewezen worden bij artikel 109bis van het Gerechtelijk Wetboek, met inbegrip van de zaken bedoeld in § 1,1°, de rechtsgeschillen betreffende natuurrampen en collectieve schuldenregelingen (tot de uitdoving van het rechtsgeding), op de even weken op dinsdag om 9 en 14 uur, op de oneven weken op dinsdag om 9 uur, en van dringende verzoeken op maandag, dinsdag en woensdag om 9 uur.
  De veertiende kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en handelszaken op maandag en donderdag om 14 uur en op vrijdag om 9 uur.
  De vijftiende kamer met één magistraat houdt zitting in het Duits, zij neemt kennis van de zaken die toewezen worden bij artikel 109bis van het Gerechtelijk Wetboek, uitgezonderd de zaken bedoeld in § 1, 1°, op de tweede en vierde donderdag om 14 uur.
  De zestiende kamer is een jeugdkamer van hoger beroep met één magistraat. Zij houdt zitting in alle burgerlijke zaken op woensdag om 9 uur en op de eerste, derde en vijfde donderdag om 13 u. 30 m. Zij houdt zitting in beschermingsaangelegenheden op de eerste, tweede, derde en vijfde donderdag om 9 uur. De magistraat houdt zitting in een kabinet, volgens de noodwendigheden van de dienst, iedere werkdag in de voormiddag of namiddag, voor het nemen van voorlopige maatregelen.
  De zeventiende kamer met één magistraat is een jeugdkamer van hoger beroep die zitting houdt in het Duits. Zij houdt zitting in burgerlijke zaken en beschermingsaangelegenheden op de derde donderdag van de maand om 14 uur. De magistraat houdt zitting in een kabinet, volgens de noodwendigheden van de dienst, iedere werkdag in de voormiddag en namiddag, voor het nemen van voorlopige maatregelen.
  De achttiende kamer met drie magistraten houdt zitting in correctionele zaken op maandag en vrijdag om 9 uur en op dinsdag om 14 uur.
  De negentiende kamer met één magistraat houdt zitting als bureau voor rechtsbijstand op de eerste en derde vrijdag om 9 uur in het Frans en op de tweede en vierde donderdag om 14 uur in het Duits.
  De twintigste kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken en handelszaken op woensdag om 9 uur en op donderdag om 9 uur en om 14 uur.
  De eenentwintigste kamer is een jeugdkamer van hoger beroep met één magistraat. Zij houdt zitting in burgerlijke zaken op de tweede donderdag om 14 uur en in beschermingsaangelegenheden op de vierde donderdag om 9 uur. De magistraat houdt zitting in een kabinet, volgens de noodwendigheden van de dienst, iedere werkdag in de voormiddag of namiddag, voor het nemen van voorlopige maatregelen.
  De tweeëntwintigste kamer met één magistraat houdt zitting in burgerlijke zaken en neemt kennis van de schriftelijke procedures.
  De drieëntwintigste kamer met één magistraat houdt zitting als bureau voor rechtsbijstand.
  De vierentwintigste kamer met één magistraat houdt zitting als bureau voor rechtsbijstand in het Duits.
  De vijfentwintigste kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken.
  De zesentwintigste kamer met drie magistraten houdt zitting in burgerlijke zaken of strafzaken. Zij neemt ook kennis van schriftelijke procedures.
  De werkzaamheden van de tweeëntwintigste, drieëntwintigste, vierentwintigste, vijfentwintigste en zesentwintigste kamer zijn thans opgeschort.
Art.2. La première chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière civile ainsi que dans les causes qui lui sont expressément dévolues, notamment celles où la cour se prononce, sans qu'il puisse y avoir appel, à l'égard des magistrats et personnes visées à l'article 479 du Code d'instruction criminelle.
  Elle siège les lundis et mardis à 9 heures. Les affaires communicables sont traitées les lundis et les premier, troisième et quatrième mardis et les affaires non communicables les deuxième et cinquième mardis du mois.
  La deuxième chambre, comprenant trois magistrats, siège comme chambre des mises en accusation les lundis, mardis, les deuxième et quatrième mercredis et jeudis à 9 heures.
  La troisième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matières civile et commerciale les lundis à 9 et à 14 heures et les mardis à 14 heures.
  La quatrième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière correctionnelle dont les infractions à la législation sociale les lundis, mardis et mercredis à 9 heures.
  La cinquième chambre comprenant trois magistrats, siège en langue allemande en toutes matières ainsi qu'en langue française pour les appels des jugements rendus en cette langue par le tribunal correctionnel d'Eupen, les jeudis à 14 heures. Elle connaît des causes qui lui sont expressément dévolues, notamment en ce qui concerne l'examen des affaires visées à l'article 479 du Code d'instruction criminelle; en ce qui concerne ses attributions de chambre des mises en accusation de langue allemande, elle siège les mardis à 8 heures 30.
  Elle connaît des affaires correctionnelles les jeudis à 9 heures ou à 14 heures.
  Elle connaît des affaires civiles, commerciales et fiscales et siège les premier et troisième jeudis à 9 heures et troisième jeudis à 14 heures pour les affaires non communicables, les deuxième et quatrième jeudis à 14 heures et le cinquième jeudi du mois à 14 heures.
  La sixième chambre, comprenant trois magistrats, siège, en matière correctionnelle, les mercredis, jeudis et vendredis à 9 heures.
  La septième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matières civile et commerciale les lundis à 14 heures, mardis à 9 heures et jeudis à 9 heures.
  La huitième chambre, comprenant trois magistrats, siège, en matières pénales dont celles donnant lieu à la réparation de préjudices corporels, les lundis, mardis et jeudis à 9 heures.
  La neuvième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière fiscale les premier, troisième et cinquième mercredis à 9 heures et les deuxième et quatrième vendredis.
  La dixième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matières civile, les premier, troisième et quatrième mardis à 14 heures pour les affaires communicables, tous les mardis à 9 heures, les deuxième et cinquième mardis à 14 heures et tous les mercredis pour les affaires non communicables.
  La onzième chambre, comprenant un magistrat, connaît des affaires attribuées par l'article 109bis du Code judiciaire, sauf celles visées au § 1er, 1°, les lundis et jeudis à 9 heures et des requêtes urgentes les jeudis et vendredis à 9 heures.
  La douzième chambre, comprenant trois magistrats, siège, en matières civile et commerciale, les mardis à 9 heures et à 14 heures et les vendredis à 9 heures.
  La treizième chambre, comprenant un magistrat connaît des affaires attribuées par l'article 109bis du Code judiciaire y compris celles visées au § 1er, 1°, les litiges concernant les calamités naturelles et les règlements collectifs de dettes (jusqu'à extinction du contentieux) les semaines paires le mardi à 9 heures et à 14 heures, les semaines impaires le mardi à 9 heures et des requêtes urgentes les lundis, mardis et mercredis à 9 heures.
  La quatorzième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière civile et commerciale, les lundis et jeudis à 14 heures et les vendredis à 9 heures.
  La quinzième chambre, comprenant un magistrat, siège en langue allemande, elle connaît des affaires attribuées par l'article 109bis du Code judiciaire, sauf celles visées au § 1er,1° les deuxième et quatrième jeudis à 14 heures.
  La seizième chambre est une chambre d'appel de la jeunesse comprenant un magistrat. Elle siège en toutes matières civiles les mercredis à 9 heures et les premier, troisième et cinquième jeudis à 13 heures 30. En matière protectionnelle elle siége les premier, deuxième, troisième et cinquième jeudis à 9 heures. Le magistrat tient audience de cabinet, selon les nécessités du service, tous les jours ouvrables matin ou après-midi pour régler les mesures provisoires.
  La dix-septième chambre, comprenant un magistrat, est une chambre d'appel de la jeunesse siégeant en langue allemande. Elle siège le troisième jeudi du mois à 14 heures en matières civile et au protectionnelle. Le magistrat tient audience de cabinet, selon les nécessités du service, tous les jours ouvrables pour régler les mesures provisoires.
  La dix-huitième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière correctionnelle les lundis et vendredis à 9 heures et les mardis à 14 heures.
  La dix-neuvième chambre, comprenant un magistrat, siège comme bureau d'assistance judiciaire, les premier et troisième vendredis à 9 heures en langue française et les deuxième et quatrième jeudis à 14 heures en langue allemande.
  La vingtième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière civile et commerciale les mercredis à 9 heures et les jeudis à 9 heures et à 14 heures.
  La vingt-et-unième chambre comprenant un magistrat est une chambre d'appel de la jeunesse. Elle siège en toutes matières civiles le deuxième jeudi à 14 heures; en matière protectionnelle, le quatrième jeudi à 9 heures. Le magistrat tient audience de cabinet, selon les nécessités du service, tous les jours ouvrables matin ou après-midi pour régler les mesures provisoires.
  La vingt-deuxième chambre, comprenant un magistrat, siège en matière civile et connaît des procédures écrites.
  La vingt-troisième chambre, comprenant un magistrat, siège comme bureau d'assistance judiciaire.
  La vingt-quatrième chambre, comprenant un magistrat, siège comme bureau d'assistance judiciaire en langue allemande.
  La vingt-cinquième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière civile.
  La vingt-sixième chambre, comprenant trois magistrats, siège en matière civile ou pénale. Elle connaît également des procédures écrites.
  L'activité des vingt-deuxième, vingt-troisième, vingt-quatrième, vingt-cinquième et vingt-sixième chambres est momentanément suspendue.
Art.3. De misdrijven bedoeld in artikel 2 van de bijzondere wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van leden van een gemeenschaps- of gewestregering, worden overeenkomstig artikel 22, § 1, van voornoemde wet toegewezen aan de algemene vergadering van het hof, bestaande uit vijf leden. De eerste voorzitter zit de algemene vergadering voor en wijst de overige leden naar rangorde aan, hij houdt daarbij rekening met de onverenigbaarheden bedoeld in artikel 22, § 3, van voornoemde wet. Hij stelt eveneens, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, de dagen en uren vast waarop de zittingen van de algemene vergadering plaatsvinden.
Art.3. Les infractions visées à l'article 2 de la loi spéciale du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des membres des gouvernements de Communauté et de Région sont, conformément à l'article 22, § 1er, de ladite loi, attribuées à l'assemblée générale de la cour composée de cinq membres. Le premier président préside l'assemblée générale et désigne les autres membres en fonction du rang et en tenant compte des incompatibilités visées à l'article 22, § 3, de la loi précitée. Il détermine également, après avoir recueilli l'avis du procureur général, les jours et heures auxquels les audiences de l'assemblée générale ont lieu.
Art.4. De zittingen vangen aan om 9 of 14 uur, behalve de zittingen van de vijfde kamer, die aanvangen om 8 u. 30 m., met betrekking tot de zaken haar toegewezen als kamer van inbeschuldigingstelling in het Duits; de zittingen van de zestiende kamer, die zitting houdt in burgerlijke zaken, vangen aan om 13 u..30 m. op de eerste, derde en vijfde donderdag. De duur ervan bedraagt minstens 3 uur en 30 minuten, de uitspraak van de arresten niet inbegrepen.
Art.4. Les audiences commencent à 9 heures ou à 14 heures, sauf celles de la cinquième chambre, qui commencent à 8 heures 30, en ce qui concerne ses attributions de chambre des mises en accusation de langue allemande et celles de la seizième chambre, siégeant en matière civile, qui commencent à 13 heures 30 les premier, troisième et cinquième jeudis. Leur durée est de 3 heures 30 minutes au moins, non compris le prononcé des arrêts.
Art.5. De eerste voorzitter kan, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, beslissen hetzij om tijdelijke kamers samen te stellen overeenkomstig artikel 107 van het Gerechtelijk Wetboek, hetzij dat kamers bijkomende zittingen zouden houden waarvan hij de dagen en uren vaststelt.
Art.5. Le premier président peut, après avoir pris l'avis du procureur général, décider, soit de créer des chambres temporaires en exécution de l'article 107 du Code judiciaire, soit d'ordonner que des chambres tiennent des audiences supplémentaires, dont il fixe les jours et heures.
Art.6. De eerste voorzitter kan ook, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, het aantal zittingen en de bevoegdheden van de kamers tijdelijk wijzigen.
Art.6. Le premier président peut aussi, après avoir pris l'avis du procureur général, modifier temporairement le nombre des audiences et les attributions des chambres.
Art.7. § 1. De inleiding geschiedt :
  1° voor de procedures in het Frans :
  a) op de zitting van de eerste kamer op dinsdag om 9 uur;
  b) op de zitting van de derde kamer op maandag om 9 uur;
  c) op de zitting van de zevende kamer op donderdag om 9 uur;
  d) op de zitting van de negende kamer op de eerste, derde en vijfde woensdag alsmede op de tweede en vierde vrijdag om 9 uur;
  e) op de zitting van de tiende kamer op dinsdag om 14 uur;
  f) op de zitting van de elfde kamer op maandag om 9 uur;
  g) op de zitting van de twaalfde kamer op dinsdag om 9 uur;
  h) op de zitting van de dertiende kamer op dinsdag om 9 uur;
  i) op de zitting van de veertiende kamer op vrijdag om 9 uur;
  j) op de zitting van de zestiende kamer op de tweede en vierde woensdag om 9 uur;
  k) op de zitting van de twintigste kamer op woensdag om 9 uur;
  l) op de zitting van de eenentwintigste kamer op de tweede donderdag om 14 uur;
  2° voor de procedures in het Duits :
  a) op de zitting van de vijfde kamer op de tweede en vierde donderdag om 14 uur voor de zaken die toegewezen moeten worden aan een kamer met drie magistraten;
  b) op de zitting van de vijftiende kamer op de tweede donderdag om 14 uur voor de zaken die toegewezen moeten worden aan een kamer met één magistraat.
  § 2. Wanneer de inleidingszitting valt op 1 september of op een wettelijke feestdag, geschieden de inleidingen voor diezelfde kamers op de eerstvolgende zittingsdag.
Art.7. § 1er. Les introductions ont lieu :
  1° en ce qui concerne les procédures en langue française :
  a) à l'audience de la première chambre, les mardis à 9 heures;
  b) à l'audience de la troisième chambre, les lundis à 9 heures;
  c) à l'audience de la septième chambre, les jeudis à 9 heures;
  d) à l'audience de la neuvième chambre, les premier, troisième et cinquième mercredis, ainsi que les deuxième et quatrième vendredis à 9 heures;
  e) à l'audience de la dixième chambre, les mardis à 14 heures;
  f) à l'audience de la onzième chambre, les lundis à 9 heures;
  g) à l'audience de la douzième chambre, les mardis à 9 heures;
  h) à l'audience de la treizième chambre, les mardis à 9 heures;
  i) à l'audience de la quatorzième chambre, les vendredis à 9 heures;
  j) à l'audience de la seizième chambre, les deuxième et quatrième mercredis à 9 heures;
  k) à l'audience de la vingtième chambre, les mercredis à 9 heures;
  l) à l'audience de la vingt-et-unième chambre, le deuxième jeudi à 14 heures;
  2° en ce qui concerne les procédures en langue allemande :
  a) à l'audience de la cinquième chambre, le deuxième et le quatrième jeudi à 14 heures, pour les causes à attribuer à une chambre composée de trois magistrats;
  b) à l'audience de la quinzième chambre, le deuxième jeudi à 14 heures, pour les causes à attribuer à une chambre composée d'un magistrat.
  § 2. Si le 1er septembre ou un jour férié légal tombe un jour retenu pour l'audience d'introduction, les introductions se font devant les mêmes chambres le premier jour suivant où elles ont audience.
Art.8. De verzoekschriften tot voorlopige invrijheidstelling worden neergelegd ter griffie van het hof en door de eerste voorzitter toegewezen aan een van de correctionele kamers, id est de vierde, vijfde, zesde, achtste of achttiende kamer of aan de bevoegde kamer van inbeschuldigingstelling, of het hof van assisen, overeenkomstig het onderscheid op grond van artikel 7 van de wet betreffende de voorlopige hechtenis.
Art.8. Les requêtes en libération provisoire sont déposées au greffe de la cour et distribuées par le premier président à l'une des chambres correctionnelles, soit aux quatrième, cinquième, sixième, huitième ou dix-huitième chambres ou à la chambre des mises en accusation compétente, ou à la cour d'assises, conformément aux distinctions établies à l' article 7 de la loi sur la détention préventive.
Art.9. De eerste voorzitter wijst de burgerlijke en fiscale zaken toe. Op voorstel van de procureur-generaal wijst hij ook de strafzaken toe.
Art.9. Le premier président distribue les affaires civiles et fiscales. Sur proposition du procureur général, il distribue également les affaires pénales.
Art.10. Na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, stelt de eerste voorzitter de dag en het uur van de vakantiezittingen vast en maakt hij een lijst op van de magistraten die zitting houden. Hij kan te allen tijde, volgens de noodwendigheden van de dienst, de lijst van die zittingen wijzigen.
Art.10. Le premier président fixe, après avoir pris l'avis du procureur général, les jours et heures des audiences de vacation et établit la liste des magistrats qui y siègent. Il peut, selon les nécessités du service, modifier en tout temps le tableau de ces audiences.
Art.11. Het koninklijk besluit van 30 november 1994 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor het hof van beroep te Luik, wordt opgeheven.
Art.11. L'arrêté royal du 30 novembre 1994 établissant le règlement particulier de la cour d'appel de Liège est abrogé.
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2009.
Art.12. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2009.
Art. 13. De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 mei 2009.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK
Art. 13. Le Ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Châteauneuf-de-Grasse, le 31 mai 2009.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de la Justice,
  S. DE CLERCK