Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 wordt een punt 2°bis ingevoegd dat luidt als volgt :
"2°bis organiserend bestuur : de rechtspersoon die geen winstoogmerk heeft en onder wiens verantwoordelijkheid een initiatief functioneert;";
2° in § 1 wordt een punt 3°bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"3°bis gezondheidsindexcijfer : het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen;"
3° § 2 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 2. Een organiserend bestuur kan voor initiatieven worden erkend en gesubsidieerd volgens de bepalingen van dit besluit."
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
18 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang.
Titre
18 JUILLET 2008. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 février 2001 fixant les conditions d'agrément et de subventionnement des initiatives d'accueil extrascolaire (TRADUCTION).
Informations sur le document
Numac: 2008203917
Datum: 2008-07-18
Info du document
Numac: 2008203917
Date: 2008-07-18
Tekst (16)
Texte (16)
Article 1. A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 février 2001 fixant les conditions d'agrément et de subventionnement des initiatives d'accueil extrascolaire, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 29 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes :
1° dans le § 1er, il est inséré un point 2°bis, rédigé comme suit :
"2°bis pouvoir organisateur : la personne morale sans but lucratif et sous la responsabilité de laquelle fonctionne une initiative;";
2° dans le § 1er, il est inséré un point 3°bis, rédigé comme suit :
"3°bis indice de santé : l'indice des prix qui est calculé pour l'application de l'article 2 de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, confirmé par la loi du 30 mars 1994 portant dispositions sociales;"
3° le § 2 est remplacé par la disposition suivante :
"§ 2. Un pouvoir organisateur peut être reconnu et subventionné pour des initiatives suivant les dispositions du présent arrêté."
1° dans le § 1er, il est inséré un point 2°bis, rédigé comme suit :
"2°bis pouvoir organisateur : la personne morale sans but lucratif et sous la responsabilité de laquelle fonctionne une initiative;";
2° dans le § 1er, il est inséré un point 3°bis, rédigé comme suit :
"3°bis indice de santé : l'indice des prix qui est calculé pour l'application de l'article 2 de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, confirmé par la loi du 30 mars 1994 portant dispositions sociales;"
3° le § 2 est remplacé par la disposition suivante :
"§ 2. Un pouvoir organisateur peut être reconnu et subventionné pour des initiatives suivant les dispositions du présent arrêté."
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 2. Een initiatief richt zich exclusief op buitenschoolse opvang van kinderen in het basisonderwijs, en met name minstens op een van de volgende functies :
1° voor- en naschoolse opvang;
2° opvang op woensdagnamiddag;
3° opvang gedurende schoolvrije dagen en gedurende een of meer schoolvakanties.
Tijdens de schoolvakanties wordt er voorrang gegeven aan de opvang van kinderen tot zes jaar.
Een initiatief heeft minstens een basisopvangaanbod. Dat is een aanbod van 's morgens 7 uur tot 's avonds 18 uur gedurende ten minste 230 werkdagen per jaar, waarvan 50 volle dagen; op woensdagnamiddag opent het initiatief na de schooltijd.
De minimumcapaciteit van een initiatief bedraagt 21 opvangplaatsen. Die capaciteit kan gerealiseerd worden in verschillende vestigingsplaatsen, die elk minstens 8 opvangplaatsen hebben."
" Art. 2. Een initiatief richt zich exclusief op buitenschoolse opvang van kinderen in het basisonderwijs, en met name minstens op een van de volgende functies :
1° voor- en naschoolse opvang;
2° opvang op woensdagnamiddag;
3° opvang gedurende schoolvrije dagen en gedurende een of meer schoolvakanties.
Tijdens de schoolvakanties wordt er voorrang gegeven aan de opvang van kinderen tot zes jaar.
Een initiatief heeft minstens een basisopvangaanbod. Dat is een aanbod van 's morgens 7 uur tot 's avonds 18 uur gedurende ten minste 230 werkdagen per jaar, waarvan 50 volle dagen; op woensdagnamiddag opent het initiatief na de schooltijd.
De minimumcapaciteit van een initiatief bedraagt 21 opvangplaatsen. Die capaciteit kan gerealiseerd worden in verschillende vestigingsplaatsen, die elk minstens 8 opvangplaatsen hebben."
Art.2. L'article 2 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
"Art. 2. Une initiative se concentre exclusivement sur l'accueil extrascolaire d'enfants dans l'enseignement fondamental, et notamment sur au moins une des fonctions suivantes :
1° l'accueil avant et après l'école;
2° l'accueil le mercredi après-midi;
3° l'accueil au cours des jours non scolaires et pendant une ou plusieurs périodes de vacances.
Au cours des vacances scolaires, l'accueil des enfants jusqu'à 6 ans est prioritaire.
Une initiative assure au moins un accueil de base. Il s'agit d'un accueil de 7 heures du matin jusqu'au 18 heures du soir pendant au moins 230 jours ouvrables par an, dont 50 jours entiers; le mercredi après-midi l'initiative ouvre ses portes à partir de la fin de l'école.
La capacité minimum d'une initiative est de 21 places d'accueil. Cette capacité peut être réalisée à plusieurs implantations différentes qui ont chacune une capacité minimum de 8 places d'accueil."
"Art. 2. Une initiative se concentre exclusivement sur l'accueil extrascolaire d'enfants dans l'enseignement fondamental, et notamment sur au moins une des fonctions suivantes :
1° l'accueil avant et après l'école;
2° l'accueil le mercredi après-midi;
3° l'accueil au cours des jours non scolaires et pendant une ou plusieurs périodes de vacances.
Au cours des vacances scolaires, l'accueil des enfants jusqu'à 6 ans est prioritaire.
Une initiative assure au moins un accueil de base. Il s'agit d'un accueil de 7 heures du matin jusqu'au 18 heures du soir pendant au moins 230 jours ouvrables par an, dont 50 jours entiers; le mercredi après-midi l'initiative ouvre ses portes à partir de la fin de l'école.
La capacité minimum d'une initiative est de 21 places d'accueil. Cette capacité peut être réalisée à plusieurs implantations différentes qui ont chacune une capacité minimum de 8 places d'accueil."
Art.3. In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een ruimere opvang aanbieden, met name opvang voor 7 uur, opvang na 18 uur, opvang in het weekend," vervangen door de woorden "een flexibel opvangaanbod aanbieden, namelijk opvang minstens gedurende 30 minuten voor 7 uur, opvang minstens gedurende 30 minuten na 18 uur, opvang op feestdagen, opvang in het weekend, opvang op dagen boven op het minimum aantal openingsdagen voor het basisopvangaanbod, alsook een aanbod van".
Art.3. A l'article 3, § 1er du même arrêté, les mots "assurer un accueil plus large, notamment avant 7 heures, après 18 heures, pendant le week-end," sont remplacés par les mots "assurer une offre d'accueil flexible, notamment l'accueil au moins pendant 30 minutes avant 7 heures, l'accueil au moins pendant 30 minutes après 18 heures, l'accueil les jours fériés, l'accueil le week-end, l'accueil les jours qui ne tombent pas dans le nombre minimal de jours d'ouverture pour une offre de base, ainsi qu'une offre d'accueil occasionnel et d'urgence".
Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 5. De erkenning van een initiatief strookt met de visie en de doelstellingen, opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang, van de gemeente waar het initiatief ligt, of, wanneer het initiatief over verschillende vestigingsplaatsen beschikt, van de gemeente waar de vestigingsplaats van het initiatief ligt. Kind en Gezin vraagt advies aan het lokaal bestuur volgens de bepalingen die de minister vastlegt.
Het initiatief, of, wanneer het initiatief over verschillende vestigingsplaatsen beschikt, de vestigingsplaats van het initiatief, participeert in het Lokaal Overleg Kinderopvang, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang."
"Art. 5. De erkenning van een initiatief strookt met de visie en de doelstellingen, opgenomen in het lokaal beleidsplan kinderopvang, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang, van de gemeente waar het initiatief ligt, of, wanneer het initiatief over verschillende vestigingsplaatsen beschikt, van de gemeente waar de vestigingsplaats van het initiatief ligt. Kind en Gezin vraagt advies aan het lokaal bestuur volgens de bepalingen die de minister vastlegt.
Het initiatief, of, wanneer het initiatief over verschillende vestigingsplaatsen beschikt, de vestigingsplaats van het initiatief, participeert in het Lokaal Overleg Kinderopvang, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang."
Art.4. L'article 5 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
"Art. 5. L'agrément d'une initiative correspond à la vision et aux objectifs, repris au plan local de politique en matière d'accueil d'enfants, visé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2007 portant la politique locale en matière d'accueil d'enfants de la commune où se trouve l'initiative, ou, si l'initiative dispose de plusieurs implantations, de la commune où se trouve l'implantation de l'initiative. "Kind en Gezin" recueille l'avis de l'administration locale suivant les dispositions fixées par le Ministre.
L'initiative, ou, si l'initiative dispose de plusieurs implantations, l'implantation de l'initiative participe à la Concertation locale en matière d'accueil d'enfants, visé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2007 portant la politique locale en matière d'accueil d'enfants."
"Art. 5. L'agrément d'une initiative correspond à la vision et aux objectifs, repris au plan local de politique en matière d'accueil d'enfants, visé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2007 portant la politique locale en matière d'accueil d'enfants de la commune où se trouve l'initiative, ou, si l'initiative dispose de plusieurs implantations, de la commune où se trouve l'implantation de l'initiative. "Kind en Gezin" recueille l'avis de l'administration locale suivant les dispositions fixées par le Ministre.
L'initiative, ou, si l'initiative dispose de plusieurs implantations, l'implantation de l'initiative participe à la Concertation locale en matière d'accueil d'enfants, visé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 mai 2007 portant la politique locale en matière d'accueil d'enfants."
Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 6. Om erkend te worden en te blijven, moeten de initiatieven voldoen aan de algemene erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 7, en aan de bepalingen, overeengekomen in het kwaliteitscharter buitenschoolse opvang, vermeld in artikel 8.
Daarenboven moeten de initiatieven voldoen aan de specifieke erkenningsvoorwaarden, vermeld in dit besluit, voor kwaliteit, infrastructuur, veiligheid en gezondheid, en begeleiding, en aan de regeling voor de financiële bijdrage van de gezinnen.
De procedure voor de toekenning en intrekking van een erkenning en voor de toekenning, opschorting en intrekking van een subsidiëring wordt door de minister vastgelegd."
"Art. 6. Om erkend te worden en te blijven, moeten de initiatieven voldoen aan de algemene erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 7, en aan de bepalingen, overeengekomen in het kwaliteitscharter buitenschoolse opvang, vermeld in artikel 8.
Daarenboven moeten de initiatieven voldoen aan de specifieke erkenningsvoorwaarden, vermeld in dit besluit, voor kwaliteit, infrastructuur, veiligheid en gezondheid, en begeleiding, en aan de regeling voor de financiële bijdrage van de gezinnen.
De procedure voor de toekenning en intrekking van een erkenning en voor de toekenning, opschorting en intrekking van een subsidiëring wordt door de minister vastgelegd."
Art.5. L'article 6 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
"Art. 6. Pour obtenir et maintenir l'agrément, les initiatives doivent remplir les conditions générales d'agrément, visées à l'article 7, et aux dispositions, convenues dans la charte de la qualité en matière d'accueil extrascolaire, visée à l'article 8.
En outre, les initiatives doivent répondre aux conditions d'agrément spécifiques, visées au présent arrêté, en matière de qualité, d'infrastructure, de sécurité et de salubrité, d'encadrement, et du règlement pour la contribution financière des familles.
La procédure d'octroi et de retrait d'un agrément et d'octroi, de suspension et de retrait d'un subventionnement est fixée par le Ministre."
"Art. 6. Pour obtenir et maintenir l'agrément, les initiatives doivent remplir les conditions générales d'agrément, visées à l'article 7, et aux dispositions, convenues dans la charte de la qualité en matière d'accueil extrascolaire, visée à l'article 8.
En outre, les initiatives doivent répondre aux conditions d'agrément spécifiques, visées au présent arrêté, en matière de qualité, d'infrastructure, de sécurité et de salubrité, d'encadrement, et du règlement pour la contribution financière des familles.
La procédure d'octroi et de retrait d'un agrément et d'octroi, de suspension et de retrait d'un subventionnement est fixée par le Ministre."
Art.6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 8. Het kwaliteitscharter buitenschoolse opvang bevat de volgende bepalingen, waaraan initiatieven moeten voldoen :
1° bepalingen over de pedagogische werking :
a) De voorziening ziet erop toe dat de buitenschoolse opvang optimale kansen biedt aan elk kind en de draagkracht van het kind niet overschrijdt.
b) De opvang van kinderen in grote groepen moet worden vermeden. Daartoe kan de groep opgedeeld worden in subgroepen. De opdeling in naar leeftijd gemengde groepen is daarbij wenselijk met het oog op de sociale ontplooiing van de kinderen. Bij de groepsindeling moet ook rekening worden gehouden met de spontane voorkeur van de kinderen.
c) Binnen het gestructureerde aanbod van de voorziening moeten kinderen vrij kunnen kiezen en initiatieven kunnen nemen. Onder meer moeten kinderen kunnen kiezen of ze zich willen uitleven in spel dan wel rustig bezig willen zijn, of ze alleen willen spelen dan wel in groep, met of zonder volwassene, binnen of buiten. Bepaalde activiteiten, zoals het eetmaal, moeten gestructureerd worden aangeboden. Tijdens de vakantiedagen en op woensdagnamiddag moet een gevarieerd spelaanbod ontwikkeld worden waar kinderen vrij aan kunnen deelnemen. Daarbij wordt zo veel mogelijk specifiek en gericht gewerkt naar diverse leeftijdsgroepen.
d) Er moet voldoende verantwoord en veilig spelmateriaal ter beschikking zijn dat passend wordt aangeboden. Dat spelmateriaal is aangepast aan de leeftijd, de aard en het ontwikkelingsniveau van de opgevangen kinderen.
e) De kinderen worden gestimuleerd in hun zelfvertrouwen door hen aan te spreken op hun vaardigheden, door rekening te houden met hun voorkeuren en door hun eigen initiatief te bevorderen.
f) De kinderen krijgen de ruimte om, binnen de opvang, zichzelf te zijn in hun sociale relaties. Daarbij wordt specifieke aandacht besteed aan de wijze waarop ze met relaties omgaan. Het belang van een verdraagzaam en geweldloos optreden staat daarbij centraal.
g) De omgang met de kinderen is sensitief, informeel en persoonlijk. Waar nodig worden duidelijk en consequent grenzen getrokken. Elk kind moet zich psychisch en fysiek veilig kunnen voelen. Kinderen met specifieke noden, zoals kinderen met een handicap en kinderen uit kansarme gezinnen, krijgen adequate zorg en aandacht.
h) De kinderen worden zo veel mogelijk betrokken bij het opstellen of wijzigen van de leefregels, het inrichten van de ruimte, het organiseren van de activiteiten, het reilen en zeilen van de opvang.
2° bepalingen over de begeleiding :
a) Bij de selectie van de begeleiders moet de voorziening rekening houden met hun inzichten, attitudes en vaardigheden in het omgaan met kinderen en hun mogelijkheden tot bewust en passend pedagogisch handelen.
b) De voorziening ziet erop toe dat de nodige continuïteit in de begeleiding verzekerd wordt, zodat de begeleiders een persoonlijke relatie kunnen opbouwen met de kinderen.
3° bepalingen over de ouderparticipatie :
a) De ouders kunnen samen met hun kind kennismaken met de begeleiders, de lokalen en de wijze van werken voor de eigenlijke opvang begint.
b) De ouders ontvangen bij de inschrijving het huishoudelijk reglement van de voorziening en ondertekenen dat voor akkoord.
c) Aan de ouders wordt via een inlichtingenblad informatie opgevraagd over eventuele specifieke bijzonderheden in de aanpak van en de zorg voor hun kind.
d) De breng- en haalcontacten met de ouders vinden op een dergelijke wijze plaats dat het wederzijdse vertrouwen versterkt wordt; de nodige tijd en ruimte worden daartoe vrijgemaakt.
e) De ouders hebben tijdens de openingsuren van de opvang toegang tot alle lokalen waar de kinderen kunnen verblijven.
f) De ouders worden regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken in de opvangvoorziening en worden betrokken bij de organisatie van activiteiten, alsook bij de ruimere werking en het beleid van de opvang.
4° bepalingen over de infrastructuur :
a) De lokalen van de voorziening zijn bestemd en geschikt voor de opvangfunctie. Ze kunnen voldoende worden verlucht en verlicht.
b) De lokalen en de speelruimte worden voldoende ruim en passend ingericht, rekening houdend met het aantal en de leeftijd van de opgevangen kinderen.
c) In de lokalen wordt een huiselijke sfeer gecreëerd;
5° bepalingen over veiligheid en gezondheid :
a) De voorziening zorgt voor een veilige, gezonde en goed onderhouden opvangomgeving voor de kinderen; de eventueel verstrekte voeding is evenwichtig samengesteld. Een permanente, ononderbroken begeleiding bij de aanwezige kinderen is absoluut vereist.
b) Alle verplaatsingen van kinderen worden veilig en onder gepaste begeleiding georganiseerd.
c) Van elk opgevangen kind moet minstens een van de ouders of een persoon die hen vervangt, bereikbaar zijn. Elke opvangvoorziening beschikt over een telefoon.
6° bepaling over het huishoudelijk reglement : elke voorziening beschikt over een huishoudelijk reglement dat alle belangrijke elementen en regels bevat van de wijze waarop de voorziening intern en extern functioneert. Kind en Gezin kan ter zake verdere richtlijnen verstrekken."
"Art. 8. Het kwaliteitscharter buitenschoolse opvang bevat de volgende bepalingen, waaraan initiatieven moeten voldoen :
1° bepalingen over de pedagogische werking :
a) De voorziening ziet erop toe dat de buitenschoolse opvang optimale kansen biedt aan elk kind en de draagkracht van het kind niet overschrijdt.
b) De opvang van kinderen in grote groepen moet worden vermeden. Daartoe kan de groep opgedeeld worden in subgroepen. De opdeling in naar leeftijd gemengde groepen is daarbij wenselijk met het oog op de sociale ontplooiing van de kinderen. Bij de groepsindeling moet ook rekening worden gehouden met de spontane voorkeur van de kinderen.
c) Binnen het gestructureerde aanbod van de voorziening moeten kinderen vrij kunnen kiezen en initiatieven kunnen nemen. Onder meer moeten kinderen kunnen kiezen of ze zich willen uitleven in spel dan wel rustig bezig willen zijn, of ze alleen willen spelen dan wel in groep, met of zonder volwassene, binnen of buiten. Bepaalde activiteiten, zoals het eetmaal, moeten gestructureerd worden aangeboden. Tijdens de vakantiedagen en op woensdagnamiddag moet een gevarieerd spelaanbod ontwikkeld worden waar kinderen vrij aan kunnen deelnemen. Daarbij wordt zo veel mogelijk specifiek en gericht gewerkt naar diverse leeftijdsgroepen.
d) Er moet voldoende verantwoord en veilig spelmateriaal ter beschikking zijn dat passend wordt aangeboden. Dat spelmateriaal is aangepast aan de leeftijd, de aard en het ontwikkelingsniveau van de opgevangen kinderen.
e) De kinderen worden gestimuleerd in hun zelfvertrouwen door hen aan te spreken op hun vaardigheden, door rekening te houden met hun voorkeuren en door hun eigen initiatief te bevorderen.
f) De kinderen krijgen de ruimte om, binnen de opvang, zichzelf te zijn in hun sociale relaties. Daarbij wordt specifieke aandacht besteed aan de wijze waarop ze met relaties omgaan. Het belang van een verdraagzaam en geweldloos optreden staat daarbij centraal.
g) De omgang met de kinderen is sensitief, informeel en persoonlijk. Waar nodig worden duidelijk en consequent grenzen getrokken. Elk kind moet zich psychisch en fysiek veilig kunnen voelen. Kinderen met specifieke noden, zoals kinderen met een handicap en kinderen uit kansarme gezinnen, krijgen adequate zorg en aandacht.
h) De kinderen worden zo veel mogelijk betrokken bij het opstellen of wijzigen van de leefregels, het inrichten van de ruimte, het organiseren van de activiteiten, het reilen en zeilen van de opvang.
2° bepalingen over de begeleiding :
a) Bij de selectie van de begeleiders moet de voorziening rekening houden met hun inzichten, attitudes en vaardigheden in het omgaan met kinderen en hun mogelijkheden tot bewust en passend pedagogisch handelen.
b) De voorziening ziet erop toe dat de nodige continuïteit in de begeleiding verzekerd wordt, zodat de begeleiders een persoonlijke relatie kunnen opbouwen met de kinderen.
3° bepalingen over de ouderparticipatie :
a) De ouders kunnen samen met hun kind kennismaken met de begeleiders, de lokalen en de wijze van werken voor de eigenlijke opvang begint.
b) De ouders ontvangen bij de inschrijving het huishoudelijk reglement van de voorziening en ondertekenen dat voor akkoord.
c) Aan de ouders wordt via een inlichtingenblad informatie opgevraagd over eventuele specifieke bijzonderheden in de aanpak van en de zorg voor hun kind.
d) De breng- en haalcontacten met de ouders vinden op een dergelijke wijze plaats dat het wederzijdse vertrouwen versterkt wordt; de nodige tijd en ruimte worden daartoe vrijgemaakt.
e) De ouders hebben tijdens de openingsuren van de opvang toegang tot alle lokalen waar de kinderen kunnen verblijven.
f) De ouders worden regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken in de opvangvoorziening en worden betrokken bij de organisatie van activiteiten, alsook bij de ruimere werking en het beleid van de opvang.
4° bepalingen over de infrastructuur :
a) De lokalen van de voorziening zijn bestemd en geschikt voor de opvangfunctie. Ze kunnen voldoende worden verlucht en verlicht.
b) De lokalen en de speelruimte worden voldoende ruim en passend ingericht, rekening houdend met het aantal en de leeftijd van de opgevangen kinderen.
c) In de lokalen wordt een huiselijke sfeer gecreëerd;
5° bepalingen over veiligheid en gezondheid :
a) De voorziening zorgt voor een veilige, gezonde en goed onderhouden opvangomgeving voor de kinderen; de eventueel verstrekte voeding is evenwichtig samengesteld. Een permanente, ononderbroken begeleiding bij de aanwezige kinderen is absoluut vereist.
b) Alle verplaatsingen van kinderen worden veilig en onder gepaste begeleiding georganiseerd.
c) Van elk opgevangen kind moet minstens een van de ouders of een persoon die hen vervangt, bereikbaar zijn. Elke opvangvoorziening beschikt over een telefoon.
6° bepaling over het huishoudelijk reglement : elke voorziening beschikt over een huishoudelijk reglement dat alle belangrijke elementen en regels bevat van de wijze waarop de voorziening intern en extern functioneert. Kind en Gezin kan ter zake verdere richtlijnen verstrekken."
Art.6. L'article 8 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
"Art. 8. La charte de la qualité en matière d'accueil extrascolaire contient les dispositions suivantes, auxquelles les initiatives doivent répondre :
1° dispositions relatives au fonctionnement pédagogique :
a) La structure veille à ce que l'accueil extrascolaire offre des chances optimales à chaque enfant et que les moyens de l'enfant ne soient pas surpassés.
b) L'accueil des enfants en grands groupes doit être évité. A cet effet, le groupe peut être divisé en sous-groupes. La division en groupes mixtes suivant âge est souhaitable à cet effet en vue de l'épanouissement social des enfants. Lors de la division en groupes il y a lieu de tenir compte de la préférence spontanée des enfants.
c) Dans l'offre structurée de la structure, les enfants doivent pouvoir choisir librement et prendre des initiatives. Les enfants doivent pouvoir choisir entre autres s'ils veulent se défouler avec le jeu ou bien s'ils préfèrent passer leur temps tranquillement, s'ils veulent jouer seuls ou en groupe, avec ou sans adultes, à l'intérieur ou dehors. Certaines activités, comme le repas, doivent être offertes de façon structurée. Pendant les jours de vacances et le mercredi après-midi une offre de jeux variée doit être développée, à laquelle les enfants peuvent participer librement. Cette approche permet de se focaliser le plus possible et tout spécifiquement sur les différentes classes d'âge.
d) Un nombre suffisant de jeux réfléchis et sûrs doit être disponible et ceux-ci doivent être offerts de façon appropriée. Ces jeux sont adaptés à l'âge, à la nature et au niveau de développement des enfants accueillis.
e) La confiance en soi des enfants est stimulée en mettant l'accent sur leurs aptitudes, en tenant compte de leurs préférences et en promouvant leur propre initiative.
f) Les enfants ont la possibilité, au sein de l'accueil, d'être eux-mêmes dans leurs relations sociales. A cet effet, une attention particulière est accordée à la façon dont ils manient des relations. L'importance d'un comportement tolérant et non violent occupe une place centrale.
g) L'attitude à l'égard des enfants est sensitive, informelle et personnelle. Si nécessaire des limites sont posées de manière claire et conséquente. Chaque enfant doit pouvoir se sentir en sécurité sur le plan psychique et physique. Des enfants à besoins spécifiques, tels que des enfants handicapés et des enfants des familles défavorisés, reçoivent des soins adéquats et de l'attention.
h) Les enfants sont impliqués au maximum à l'établissement ou à la modification des règles de vie, à l'aménagement de la salle, à l'organisation des activités, à tout ce qui se passe pendant l'accueil.
2° dispositions relatives à l'encadrement :
a) Lors de la sélection des accompagnateurs la structure doit tenir compte de leurs perceptions, attitudes et aptitudes dans le contact avec des enfants et de leurs possibilités d'actions pédagogiques appropriées et conscientes.
b) La structure veille à ce que la continuité nécessaire de l'encadrement soit assurée, afin que les accompagnateurs puissent établir une relation personnelle avec les enfants.
3° dispositions relatives à la participation des parents :
a) Les parents peuvent, ensemble avec leur enfant, faire connaissance avec les accompagnateurs, les locaux et le mode de travail avant que l'accueil proprement dit entame.
b) Les parents reçoivent lors de l'inscription le règlement d'ordre intérieur de la structure et le signent pour accord.
c) Des informations sur d'éventuelles particularités spécifiques dans l'approche et la charge de leur enfant sont demandées aux parents par une feuille d'informations.
d) Les contacts avec les parents lorsqu'ils conduisent ou recherchent leurs enfants, se font de telle manière que la confiance mutuelle soit renforcée; à cet effet le temps et l'espace nécessaires doivent être prévus.
e) Pendant les heures d'ouverture de l'accueil les parents ont accès à tous les locaux où les enfants peuvent résider.
f) Les parents sont informés régulièrement sur le cours des choses dans la structure d'accueil et ils sont associés à l'organisation des activités, ainsi qu'au fonctionnement dans le sens large et à la politique de l'accueil.
4° dispositions relatives à l'infrastructure :
a) Les locaux de la structure sont destinés et appropriés à la fonction d'accueil. Ils peuvent être suffisamment aérés et éclairés.
b) Les locaux et l'espace de jeu sont aménagés de façon suffisamment large et appropriée, compte tenu du nombre et de l'âge des enfants accueillis.
c) Dans les locaux une ambiance familiale est créée;
5° dispositions relatives à la sécurité et la santé :
a) La structure s'occupe d'un environnement d'accueil sûr, sain et bien entretenu pour les enfants; l'alimentation qui est fournie éventuellement est composée de manière équilibrée. Un encadrement permanent, ininterrompu des enfants présents est indispensable.
b) Tous les déplacements des enfants sont organisés en toute sécurité et sous accompagnement approprié.
c) De chaque enfant accueilli au moins un des parents ou une personne qui les remplace doit être accessible. Chaque structure d'accueil dispose d'un téléphone.
6° disposition relative au règlement d'ordre intérieur : chaque structure dispose d'un règlement d'ordre intérieur qui comprend tous les éléments et toutes les règles de la façon dont la structure fonctionne sur le plan interne et externe. "Kind en Gezin" peut donner des directives supplémentaires en la matière."
"Art. 8. La charte de la qualité en matière d'accueil extrascolaire contient les dispositions suivantes, auxquelles les initiatives doivent répondre :
1° dispositions relatives au fonctionnement pédagogique :
a) La structure veille à ce que l'accueil extrascolaire offre des chances optimales à chaque enfant et que les moyens de l'enfant ne soient pas surpassés.
b) L'accueil des enfants en grands groupes doit être évité. A cet effet, le groupe peut être divisé en sous-groupes. La division en groupes mixtes suivant âge est souhaitable à cet effet en vue de l'épanouissement social des enfants. Lors de la division en groupes il y a lieu de tenir compte de la préférence spontanée des enfants.
c) Dans l'offre structurée de la structure, les enfants doivent pouvoir choisir librement et prendre des initiatives. Les enfants doivent pouvoir choisir entre autres s'ils veulent se défouler avec le jeu ou bien s'ils préfèrent passer leur temps tranquillement, s'ils veulent jouer seuls ou en groupe, avec ou sans adultes, à l'intérieur ou dehors. Certaines activités, comme le repas, doivent être offertes de façon structurée. Pendant les jours de vacances et le mercredi après-midi une offre de jeux variée doit être développée, à laquelle les enfants peuvent participer librement. Cette approche permet de se focaliser le plus possible et tout spécifiquement sur les différentes classes d'âge.
d) Un nombre suffisant de jeux réfléchis et sûrs doit être disponible et ceux-ci doivent être offerts de façon appropriée. Ces jeux sont adaptés à l'âge, à la nature et au niveau de développement des enfants accueillis.
e) La confiance en soi des enfants est stimulée en mettant l'accent sur leurs aptitudes, en tenant compte de leurs préférences et en promouvant leur propre initiative.
f) Les enfants ont la possibilité, au sein de l'accueil, d'être eux-mêmes dans leurs relations sociales. A cet effet, une attention particulière est accordée à la façon dont ils manient des relations. L'importance d'un comportement tolérant et non violent occupe une place centrale.
g) L'attitude à l'égard des enfants est sensitive, informelle et personnelle. Si nécessaire des limites sont posées de manière claire et conséquente. Chaque enfant doit pouvoir se sentir en sécurité sur le plan psychique et physique. Des enfants à besoins spécifiques, tels que des enfants handicapés et des enfants des familles défavorisés, reçoivent des soins adéquats et de l'attention.
h) Les enfants sont impliqués au maximum à l'établissement ou à la modification des règles de vie, à l'aménagement de la salle, à l'organisation des activités, à tout ce qui se passe pendant l'accueil.
2° dispositions relatives à l'encadrement :
a) Lors de la sélection des accompagnateurs la structure doit tenir compte de leurs perceptions, attitudes et aptitudes dans le contact avec des enfants et de leurs possibilités d'actions pédagogiques appropriées et conscientes.
b) La structure veille à ce que la continuité nécessaire de l'encadrement soit assurée, afin que les accompagnateurs puissent établir une relation personnelle avec les enfants.
3° dispositions relatives à la participation des parents :
a) Les parents peuvent, ensemble avec leur enfant, faire connaissance avec les accompagnateurs, les locaux et le mode de travail avant que l'accueil proprement dit entame.
b) Les parents reçoivent lors de l'inscription le règlement d'ordre intérieur de la structure et le signent pour accord.
c) Des informations sur d'éventuelles particularités spécifiques dans l'approche et la charge de leur enfant sont demandées aux parents par une feuille d'informations.
d) Les contacts avec les parents lorsqu'ils conduisent ou recherchent leurs enfants, se font de telle manière que la confiance mutuelle soit renforcée; à cet effet le temps et l'espace nécessaires doivent être prévus.
e) Pendant les heures d'ouverture de l'accueil les parents ont accès à tous les locaux où les enfants peuvent résider.
f) Les parents sont informés régulièrement sur le cours des choses dans la structure d'accueil et ils sont associés à l'organisation des activités, ainsi qu'au fonctionnement dans le sens large et à la politique de l'accueil.
4° dispositions relatives à l'infrastructure :
a) Les locaux de la structure sont destinés et appropriés à la fonction d'accueil. Ils peuvent être suffisamment aérés et éclairés.
b) Les locaux et l'espace de jeu sont aménagés de façon suffisamment large et appropriée, compte tenu du nombre et de l'âge des enfants accueillis.
c) Dans les locaux une ambiance familiale est créée;
5° dispositions relatives à la sécurité et la santé :
a) La structure s'occupe d'un environnement d'accueil sûr, sain et bien entretenu pour les enfants; l'alimentation qui est fournie éventuellement est composée de manière équilibrée. Un encadrement permanent, ininterrompu des enfants présents est indispensable.
b) Tous les déplacements des enfants sont organisés en toute sécurité et sous accompagnement approprié.
c) De chaque enfant accueilli au moins un des parents ou une personne qui les remplace doit être accessible. Chaque structure d'accueil dispose d'un téléphone.
6° disposition relative au règlement d'ordre intérieur : chaque structure dispose d'un règlement d'ordre intérieur qui comprend tous les éléments et toutes les règles de la façon dont la structure fonctionne sur le plan interne et externe. "Kind en Gezin" peut donner des directives supplémentaires en la matière."
Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
"1° de vestigingsplaats waar een initiatief opvang aanbiedt, moet gunstig liggen ten opzichte van scholen, moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor kinderen en moet zich in een veilige en gezonde omgeving bevinden;";
2° in punt 2° worden tussen de woorden "Ze zijn" en de woorden "exclusief beschikbaar" de woorden "gedurende de opvanguren" ingevoegd;
3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt :
"3° het initiatief ziet erop toe dat het aantal aanwezige kinderen in verhouding is tot de beschikbare infrastructuur en het bij de erkenning vastgelegde maximaal aantal plaatsen van de vestigingsplaats. Gedurende een piekperiode van maximaal een uur per opvangmoment zijn er nooit meer kinderen gelijktijdig aanwezig dan 130 % van het bij de erkenning vastgelegde aantal plaatsen van de vestigingsplaats. Bij vestigingsplaatsen met maximaal 21 opvangplaatsen kunnen kinderen gelijktijdig aanwezig zijn tot 130 % van het bij de erkenning vastgelegde maximaal aantal plaatsen van de vestigingsplaats;";
4° in punt 5° worden de woorden "de capaciteit" vervangen door de woorden "het aantal opgevangen kinderen";
5° punt 6° wordt vervangen door wat volgt :
"6° elke vestigingsplaats moet beschikken over een aangrenzende buitenspeelruimte waar kinderen vrij van kunnen gebruikmaken. Op gemotiveerd verzoek van het organiserend bestuur kan Kind en Gezin daarop een uitzondering toestaan, nadat de situatie ter plaatse beoordeeld is door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De buitenspeelruimte biedt mogelijkheid voor onder meer bewegings- en experimenteel spel, rustig en sociaal spel. Ze is passend ingericht naargelang van het aantal opgevangen kinderen van de vestigingsplaats en de leeftijd van de kinderen";
6° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"8° gedurende schoolvakanties mag de opvang doorgaan in aanvullende ruimte bovenop de ruimte voor erkende opvang, mits de bepalingen van punt 1° tot en met 7° van dit artikel toegepast kunnen worden".
7° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"9° de initiatiefnemer die gebruik maakt van de bepalingen in 8° van dit artikel, en die voldoet aan de overige bepalingen van dit besluit, kan een tijdelijke verhoging van de erkende capaciteit bekomen, mits een gemotiveerde aanvraag."
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
"1° de vestigingsplaats waar een initiatief opvang aanbiedt, moet gunstig liggen ten opzichte van scholen, moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor kinderen en moet zich in een veilige en gezonde omgeving bevinden;";
2° in punt 2° worden tussen de woorden "Ze zijn" en de woorden "exclusief beschikbaar" de woorden "gedurende de opvanguren" ingevoegd;
3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt :
"3° het initiatief ziet erop toe dat het aantal aanwezige kinderen in verhouding is tot de beschikbare infrastructuur en het bij de erkenning vastgelegde maximaal aantal plaatsen van de vestigingsplaats. Gedurende een piekperiode van maximaal een uur per opvangmoment zijn er nooit meer kinderen gelijktijdig aanwezig dan 130 % van het bij de erkenning vastgelegde aantal plaatsen van de vestigingsplaats. Bij vestigingsplaatsen met maximaal 21 opvangplaatsen kunnen kinderen gelijktijdig aanwezig zijn tot 130 % van het bij de erkenning vastgelegde maximaal aantal plaatsen van de vestigingsplaats;";
4° in punt 5° worden de woorden "de capaciteit" vervangen door de woorden "het aantal opgevangen kinderen";
5° punt 6° wordt vervangen door wat volgt :
"6° elke vestigingsplaats moet beschikken over een aangrenzende buitenspeelruimte waar kinderen vrij van kunnen gebruikmaken. Op gemotiveerd verzoek van het organiserend bestuur kan Kind en Gezin daarop een uitzondering toestaan, nadat de situatie ter plaatse beoordeeld is door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De buitenspeelruimte biedt mogelijkheid voor onder meer bewegings- en experimenteel spel, rustig en sociaal spel. Ze is passend ingericht naargelang van het aantal opgevangen kinderen van de vestigingsplaats en de leeftijd van de kinderen";
6° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"8° gedurende schoolvakanties mag de opvang doorgaan in aanvullende ruimte bovenop de ruimte voor erkende opvang, mits de bepalingen van punt 1° tot en met 7° van dit artikel toegepast kunnen worden".
7° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"9° de initiatiefnemer die gebruik maakt van de bepalingen in 8° van dit artikel, en die voldoet aan de overige bepalingen van dit besluit, kan een tijdelijke verhoging van de erkende capaciteit bekomen, mits een gemotiveerde aanvraag."
Art.7. A l'article 10 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° le point 1° est remplacé par la disposition suivante :
"1° l'implantation où une initiative organise un accueil doit être située favorablement par rapport aux écoles, doit être aisément accessible aux enfants et doit se trouver dans un environnement sain et sûr;";
2° au point 2° les mots "pendant les heures d'accueil" sont insérés après les mots "uniquement réservés";
3° le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
"3° l'initiative veille à ce que le nombre d'enfants présents soit proportionnel à l'infrastructure disponible et à la capacité maximum de l'implantation prévue par l'agrément. Pendant une période de pointe d'une heure au maximum
par moment d'accueil le nombre d'enfants présents simultanément ne peut être supérieur à 130 % de la capacité de l'implantation prévue par l'agrément. Dans les implantations ayant 21 places d'accueil au maximum le nombre d'enfants présents simultanément ne peut être supérieur à 130 % de la capacité maximum de l'implantation;";
4° dans le point 5°, les mots "à la capacité" sont remplacés par les mots "au nombre d'enfants accueillis";
5° le point 6° est remplacé par la disposition suivante :
"6° chaque implantation doit disposer d'une aire de jeu extérieure adjacente qui peut être utilisée librement par les enfants. Sur demande motivée du pouvoir organisateur "Kind en Gezin" peut autoriser une exception, après que la situation a été jugée sur place par les membres du personnel de l'agence autonomisée interne "Inspectie Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin". L'aire de jeu extérieure permet des jeux de mouvement et expérimentaux ainsi que des jeux tranquilles et sociaux. Son équipement est adéquatement adapté au nombre d'enfants accueillis et à l'âge des enfants";
6° il est ajouté un point 8°, rédigé comme suit :
"8° pendant les vacances scolaires l'accueil peut avoir lieu dans un espace supplémentaire en plus de l'espace pour l'accueil agréé, à condition que les dispositions du point 1° au point 7 inclus du présent article puissent être appliquées".
7° il est ajouté un point 9°, rédigé comme suit :
"9° l'initiateur qui fait usage des dispositions au point 8° du présent article et qui répond aux autres dispositions du présent arrêté, peut obtenir une augmentation temporaire de la capacité agréée, moyennant une demande motivée."
1° le point 1° est remplacé par la disposition suivante :
"1° l'implantation où une initiative organise un accueil doit être située favorablement par rapport aux écoles, doit être aisément accessible aux enfants et doit se trouver dans un environnement sain et sûr;";
2° au point 2° les mots "pendant les heures d'accueil" sont insérés après les mots "uniquement réservés";
3° le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
"3° l'initiative veille à ce que le nombre d'enfants présents soit proportionnel à l'infrastructure disponible et à la capacité maximum de l'implantation prévue par l'agrément. Pendant une période de pointe d'une heure au maximum
par moment d'accueil le nombre d'enfants présents simultanément ne peut être supérieur à 130 % de la capacité de l'implantation prévue par l'agrément. Dans les implantations ayant 21 places d'accueil au maximum le nombre d'enfants présents simultanément ne peut être supérieur à 130 % de la capacité maximum de l'implantation;";
4° dans le point 5°, les mots "à la capacité" sont remplacés par les mots "au nombre d'enfants accueillis";
5° le point 6° est remplacé par la disposition suivante :
"6° chaque implantation doit disposer d'une aire de jeu extérieure adjacente qui peut être utilisée librement par les enfants. Sur demande motivée du pouvoir organisateur "Kind en Gezin" peut autoriser une exception, après que la situation a été jugée sur place par les membres du personnel de l'agence autonomisée interne "Inspectie Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin". L'aire de jeu extérieure permet des jeux de mouvement et expérimentaux ainsi que des jeux tranquilles et sociaux. Son équipement est adéquatement adapté au nombre d'enfants accueillis et à l'âge des enfants";
6° il est ajouté un point 8°, rédigé comme suit :
"8° pendant les vacances scolaires l'accueil peut avoir lieu dans un espace supplémentaire en plus de l'espace pour l'accueil agréé, à condition que les dispositions du point 1° au point 7 inclus du présent article puissent être appliquées".
7° il est ajouté un point 9°, rédigé comme suit :
"9° l'initiateur qui fait usage des dispositions au point 8° du présent article et qui répond aux autres dispositions du présent arrêté, peut obtenir une augmentation temporaire de la capacité agréée, moyennant une demande motivée."
Art.8. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
"4° het initiatief voert een beleid inzake veiligheid en gezondheid dat ertoe leidt dat :
a) de fysieke en psychische veiligheid van de kinderen niet in het gedrang komt. Kind en Gezin ondersteunt de opvangvoorzieningen daartoe met onderbouwde informatie.
b) medicijnen, EHBO-materiaal, gevaarlijke producten en toestellen op een veilige plaats worden bewaard, en zich buiten het bereik van de kinderen bevinden.
c) er een crisisprocedure is. Dat is een procedure die de opeenvolgende stappen en de wijze van communicatie vastlegt die een voorziening moet volgen als er zich een gevaarsituatie voordoet in de voorziening. Er is sprake van een gevaarsituatie als de fysieke of psychische integriteit van een kind dat gebruikmaakt van een voorziening, in gevaar is of zou kunnen zijn;
d) elke gevaarsituatie die zich voordoet in de opvang, zo snel mogelijk gemeld wordt aan Kind en Gezin."
2° in punt 5° wordt het woord "erkende" geschrapt.
1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
"4° het initiatief voert een beleid inzake veiligheid en gezondheid dat ertoe leidt dat :
a) de fysieke en psychische veiligheid van de kinderen niet in het gedrang komt. Kind en Gezin ondersteunt de opvangvoorzieningen daartoe met onderbouwde informatie.
b) medicijnen, EHBO-materiaal, gevaarlijke producten en toestellen op een veilige plaats worden bewaard, en zich buiten het bereik van de kinderen bevinden.
c) er een crisisprocedure is. Dat is een procedure die de opeenvolgende stappen en de wijze van communicatie vastlegt die een voorziening moet volgen als er zich een gevaarsituatie voordoet in de voorziening. Er is sprake van een gevaarsituatie als de fysieke of psychische integriteit van een kind dat gebruikmaakt van een voorziening, in gevaar is of zou kunnen zijn;
d) elke gevaarsituatie die zich voordoet in de opvang, zo snel mogelijk gemeld wordt aan Kind en Gezin."
2° in punt 5° wordt het woord "erkende" geschrapt.
Art.8. A l'article 11 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° le point 4° est remplacé par la disposition suivante :
"4° l'initiative mène une politique en matière de sécurité et de santé qui mène à ce que :
a) la sécurité physique et psychique des enfants ne soit pas compromise. A cet effet, "Kind en Gezin" soutient les structures d'accueil par des informations étayées.
b) la médication, le matériel de secours d'urgence, les produits dangereux et les appareils sont conservés dans un lieu sûr hors de la portée des enfants.
c) il y ait une procédure de crise, à savoir une procédure qui détermine les démarches successives et le mode de communication qu'une structure doit suivre en cas de situation dangereuse dans la structure. Il est question d'une situation dangereuse si l'intégrité physique ou psychique d'un enfant admis dans une structure est ou pourrait être compromise;
g) toute situation dangereuse au cours de l'accueil soit communiquée sans délai à "Kind en Gezin"."
2° au 5°, le mot 'agréée' est supprimé;
1° le point 4° est remplacé par la disposition suivante :
"4° l'initiative mène une politique en matière de sécurité et de santé qui mène à ce que :
a) la sécurité physique et psychique des enfants ne soit pas compromise. A cet effet, "Kind en Gezin" soutient les structures d'accueil par des informations étayées.
b) la médication, le matériel de secours d'urgence, les produits dangereux et les appareils sont conservés dans un lieu sûr hors de la portée des enfants.
c) il y ait une procédure de crise, à savoir une procédure qui détermine les démarches successives et le mode de communication qu'une structure doit suivre en cas de situation dangereuse dans la structure. Il est question d'une situation dangereuse si l'intégrité physique ou psychique d'un enfant admis dans une structure est ou pourrait être compromise;
g) toute situation dangereuse au cours de l'accueil soit communiquée sans délai à "Kind en Gezin"."
2° au 5°, le mot 'agréée' est supprimé;
Art.9. In artikel 12 van het hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
"1° per begonnen schijf van 14 aanwezige kinderen moet minstens 1 begeleider de opvang verzekeren;";
2° er wordt een punt 1°bis toegevoegd, dat luidt als volgt :
"1°bis de norm vermeld in 1° geldt niet voor de bepalingen vermeld in artikel 10, 3°. Het aantal begeleiders is evenwel nooit minder dan wat geldt voor een bezetting van 100 % ;";
3° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"11° Het minimaal vereiste personeel beschikt over een attest van een basisopleiding levensreddend handelen bij kinderen volgens de bepalingen die de minister vastlegt."
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
"1° per begonnen schijf van 14 aanwezige kinderen moet minstens 1 begeleider de opvang verzekeren;";
2° er wordt een punt 1°bis toegevoegd, dat luidt als volgt :
"1°bis de norm vermeld in 1° geldt niet voor de bepalingen vermeld in artikel 10, 3°. Het aantal begeleiders is evenwel nooit minder dan wat geldt voor een bezetting van 100 % ;";
3° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"11° Het minimaal vereiste personeel beschikt over een attest van een basisopleiding levensreddend handelen bij kinderen volgens de bepalingen die de minister vastlegt."
Art.9. A l'article 12 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 29 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes :
1° le point 1° est remplacé par la disposition suivante :
"1° par tranche entamée de 14 enfants présents, l'accueil doit être assuré par au moins 1 accompagnateur;";
2° il est ajouté un 1bis °, rédigé comme suit :
"1°bis la norme visé au point 1° ne s'applique pas aux dispositions visées à l'article 10, 3°. Cependant, le nombre d'accompagnateurs n'est jamais inférieur à ce qui est applicable pour une occupation de 100 % ;";
3° il est ajouté un point 11°, rédigé comme suit :
"11° Le personnel minimum requis est porteur d'une attestation d'une formation de base de sauveteur d'enfants suivant les dispositions arrêtées par le Ministre."
1° le point 1° est remplacé par la disposition suivante :
"1° par tranche entamée de 14 enfants présents, l'accueil doit être assuré par au moins 1 accompagnateur;";
2° il est ajouté un 1bis °, rédigé comme suit :
"1°bis la norme visé au point 1° ne s'applique pas aux dispositions visées à l'article 10, 3°. Cependant, le nombre d'accompagnateurs n'est jamais inférieur à ce qui est applicable pour une occupation de 100 % ;";
3° il est ajouté un point 11°, rédigé comme suit :
"11° Le personnel minimum requis est porteur d'une attestation d'une formation de base de sauveteur d'enfants suivant les dispositions arrêtées par le Ministre."
Art.10. In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord "ouderbijdragenregeling" wordt vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen";
2° in punt 1° wordt het woord "ouders" vervangen door het woord "gezinnen";
3° in punt 2° wordt het woord "ouderbijdrage" vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen";
4° punt 5° wordt vervangen door wat volgt :
"5° als de financiële situatie van de gezinnen daartoe aanleiding geeft, kan een sociaal tarief gehanteerd worden. Dat sociaal tarief bedraagt maximaal 50 % van de door het initiatief, volgens de bepalingen in 2°, 3° en 4°, vastgelegde bijdrage. In zeer uitzonderlijke gevallen, als de situatie van het gezin daartoe aanleiding geeft, kan het initiatief een gratis opvang toestaan. Het initiatief beslist over het al dan niet toekennen van het sociaal tarief of de gratis opvang op basis van een dossier dat alle relevante aspecten voor een gemotiveerde beslissing bevat. Een toegekend sociaal tarief of gratis opvang wordt door het initiatief periodiek geëvalueerd en, indien noodzakelijk, bevestigd;";
5° in punt 6° wordt het woord "ouderbijdrage" vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen".
6° in punt 8° worden de woorden "de index van de consumptieprijzen" vervangen door de woorden "het gezondheidsindexcijfer".
1° het woord "ouderbijdragenregeling" wordt vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen";
2° in punt 1° wordt het woord "ouders" vervangen door het woord "gezinnen";
3° in punt 2° wordt het woord "ouderbijdrage" vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen";
4° punt 5° wordt vervangen door wat volgt :
"5° als de financiële situatie van de gezinnen daartoe aanleiding geeft, kan een sociaal tarief gehanteerd worden. Dat sociaal tarief bedraagt maximaal 50 % van de door het initiatief, volgens de bepalingen in 2°, 3° en 4°, vastgelegde bijdrage. In zeer uitzonderlijke gevallen, als de situatie van het gezin daartoe aanleiding geeft, kan het initiatief een gratis opvang toestaan. Het initiatief beslist over het al dan niet toekennen van het sociaal tarief of de gratis opvang op basis van een dossier dat alle relevante aspecten voor een gemotiveerde beslissing bevat. Een toegekend sociaal tarief of gratis opvang wordt door het initiatief periodiek geëvalueerd en, indien noodzakelijk, bevestigd;";
5° in punt 6° wordt het woord "ouderbijdrage" vervangen door de woorden "financiële bijdrage van de gezinnen".
6° in punt 8° worden de woorden "de index van de consumptieprijzen" vervangen door de woorden "het gezondheidsindexcijfer".
Art.10. A l'article 13 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 25 janvier 2002, sont apportées les modifications suivantes :
1° les mots "le régime des participations parentales" sont remplacés par les mots "la contribution financière des parents";
2° dans le point 1°, les mots "aux parents" sont remplacés par les mots "aux familles";
3° dans le point 2° les mots "la participation parentale" sont remplacés par les mots "la contribution financière des familles";
4° le point 5° est remplacé par la disposition suivante :
"5° si la situation financière de la famille le justifie, un tarif social peut être appliqué. Ce tarif social s'élève au maximum à 50 % de la contribution fixée par l'initiative suivant les dispositions de 2°, 3° et 4°. Dans des cas extrêmement exceptionnels, lorsque la situation de la famille y donne lieu, la structure peut autoriser un accueil gratuit. L'initiative statue sur l'octroi ou non d'un tarif social ou de l'accueil gratuit sur la base d'un dossier administratif qui contient toutes les données pertinentes pour prendre une décision motivée. Un tarif social octroyé ou un accueil gratuit est évalué périodiquement par l'initiative et, si nécessaire, confirmé;";
5° dans le point 6° les mots "la participation parentale" sont remplacés par les mots "la contribution financière des familles";
6° dans le point 8° les mots "l'indice des prix à la consommation" sont remplacés par les mots "l'indice santé"".
1° les mots "le régime des participations parentales" sont remplacés par les mots "la contribution financière des parents";
2° dans le point 1°, les mots "aux parents" sont remplacés par les mots "aux familles";
3° dans le point 2° les mots "la participation parentale" sont remplacés par les mots "la contribution financière des familles";
4° le point 5° est remplacé par la disposition suivante :
"5° si la situation financière de la famille le justifie, un tarif social peut être appliqué. Ce tarif social s'élève au maximum à 50 % de la contribution fixée par l'initiative suivant les dispositions de 2°, 3° et 4°. Dans des cas extrêmement exceptionnels, lorsque la situation de la famille y donne lieu, la structure peut autoriser un accueil gratuit. L'initiative statue sur l'octroi ou non d'un tarif social ou de l'accueil gratuit sur la base d'un dossier administratif qui contient toutes les données pertinentes pour prendre une décision motivée. Un tarif social octroyé ou un accueil gratuit est évalué périodiquement par l'initiative et, si nécessaire, confirmé;";
5° dans le point 6° les mots "la participation parentale" sont remplacés par les mots "la contribution financière des familles";
6° dans le point 8° les mots "l'indice des prix à la consommation" sont remplacés par les mots "l'indice santé"".
Art.11. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 1. Een initiatief kan door Kind en Gezin forfaitair gesubsidieerd worden, om het basisopvangaanbod te realiseren, volgens de bepalingen die de minister vastlegt en rekening houdend met onder meer het aantal erkende plaatsen, het aantal openingsdagen op jaarbasis, het soort opvangmomenten en het feit of een deel van de ingeschreven kinderen uit achtergestelde gebieden komt.";
2° in § 2 worden de woorden "verruimd opvangaanbod" vervangen door de woorden "flexibel opvangaanbod, en/of een aanbod van occasionele en urgentieopvang".
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt :
"§ 1. Een initiatief kan door Kind en Gezin forfaitair gesubsidieerd worden, om het basisopvangaanbod te realiseren, volgens de bepalingen die de minister vastlegt en rekening houdend met onder meer het aantal erkende plaatsen, het aantal openingsdagen op jaarbasis, het soort opvangmomenten en het feit of een deel van de ingeschreven kinderen uit achtergestelde gebieden komt.";
2° in § 2 worden de woorden "verruimd opvangaanbod" vervangen door de woorden "flexibel opvangaanbod, en/of een aanbod van occasionele en urgentieopvang".
Art.11. A l'article 15 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° le § 1er est remplacé par la disposition suivante :
"§ 1er. Une initiative peut être subventionnée forfaitairement par "Kind en Gezin" pour la réalisation d'une offre d'accueil de base suivant les dispositions fixées par le Ministre et en tenant compte, entre autres, du nombre de places agréées, du nombre de jours d'ouverture sur base annuelle, du type de moments d'accueil et du fait si une partie des enfants inscrits provient de zones défavorisées.";
2° dans le § 2 les mots "d'un accueil élargi" sont remplacés par les mots "d'un accueil flexible et/ou d'un accueil occasionnel et d'un accueil d'urgence".
1° le § 1er est remplacé par la disposition suivante :
"§ 1er. Une initiative peut être subventionnée forfaitairement par "Kind en Gezin" pour la réalisation d'une offre d'accueil de base suivant les dispositions fixées par le Ministre et en tenant compte, entre autres, du nombre de places agréées, du nombre de jours d'ouverture sur base annuelle, du type de moments d'accueil et du fait si une partie des enfants inscrits provient de zones défavorisées.";
2° dans le § 2 les mots "d'un accueil élargi" sont remplacés par les mots "d'un accueil flexible et/ou d'un accueil occasionnel et d'un accueil d'urgence".
Art.12. In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt :
"§ 1. De subsidiëring is afhankelijk van een minimumbezetting van 80 %, behalve tijdens het kalenderjaar van de erkenning. Voor de berekening van de bezetting komt elke aanwezigheid per opvangmoment per kind in aanmerking, ongeacht de aanwezigheidsduur."
"§ 1. De subsidiëring is afhankelijk van een minimumbezetting van 80 %, behalve tijdens het kalenderjaar van de erkenning. Voor de berekening van de bezetting komt elke aanwezigheid per opvangmoment per kind in aanmerking, ongeacht de aanwezigheidsduur."
Art.12. Dans l'article 16 du même arrêté, le § 1er est remplacé par la disposition suivante :
"§ 1er. Les subventions sont tributaires d'une occupation minimale de 80 %, sauf pendant l'année calendaire d'agrément. Pour le calcul de l'occupation est prise en compte toute présence par moment d'accueil par enfant, quelle que soit la durée de présence."
"§ 1er. Les subventions sont tributaires d'une occupation minimale de 80 %, sauf pendant l'année calendaire d'agrément. Pour le calcul de l'occupation est prise en compte toute présence par moment d'accueil par enfant, quelle que soit la durée de présence."
Art.13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 17bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 17bis. Elk initiatief ontvangt in 2008 aanvullend een eenmalige forfaitaire vergoeding van 2500 euro, bedoeld voor de basisuitrusting en de verdere informatisering van de werking van het initiatief in het kader van e-government."
"Art. 17bis. Elk initiatief ontvangt in 2008 aanvullend een eenmalige forfaitaire vergoeding van 2500 euro, bedoeld voor de basisuitrusting en de verdere informatisering van de werking van het initiatief in het kader van e-government."
Art.13. Dans le même arrêté, il est inséré un article 17bis, rédigé comme suit :
"Art. 17bis. Chaque initiative reçoit en 2008 à titre complémentaire une subvention unique et forfaitaire de 2500 euros pour l'équipement de base et l'informatisation accrue du fonctionnement de l'initiative service dans le cadre de l'e-gouvernement."
"Art. 17bis. Chaque initiative reçoit en 2008 à titre complémentaire une subvention unique et forfaitaire de 2500 euros pour l'équipement de base et l'informatisation accrue du fonctionnement de l'initiative service dans le cadre de l'e-gouvernement."
Art.14. In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden "de index van de consumptieprijzen" vervangen door de woorden "het gezondheidsindexcijfer".
Art.14. Dans l'article 20 du même arrêté, les mots "l'indice des prix à la consommation" sont remplacés par les mots "l'indice de santé".
Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2008.
Art.15. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2008.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 juli 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
S. VANACKERE.
Brussel, 18 juli 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
S. VANACKERE.
Art. 16. Le Ministre flamand ayant l'Assistance aux Personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 18 juillet 2008.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
K. PEETERS
Le Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,
S. VANACKERE.
Bruxelles, le 18 juillet 2008.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
K. PEETERS
Le Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,
S. VANACKERE.