Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
20 DECEMBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 31 mei 2007 betreffende de inspraak van het publiek inzake het leefmilieu (VERTALING).
Titre
20 DECEMBRE 2007. - Arrêté du Gouvernement wallon portant exécution du décret du 31 mai 2007 relatif à la participation du public en matière d'environnement.
Informations sur le document
Numac: 2008200591
Datum: 2007-12-20
Info du document
Numac: 2008200591
Date: 2007-12-20
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de inspra...
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en opheffingsbepali...
Afdeling I. - Boek I van het Milieuwetboek.
Afdeling II. - Boek II van het Milieuwetboek.
Afdeling III. - Koninklijk besluit van 20 decem...
Afdeling IV. - Koninklijk besluit van 7 april 1...
Afdeling V. - Koninklijk besluit van 29 novembe...
Afdeling VI. - Koninklijk besluit van 2 april 1...
Afdeling VII. - Besluit van de Waalse Gewestexe...
Afdeling VIII. - Besluit van de Waalse Gewestex...
Afdeling IX. - Besluit van de Waalse Gewestexec...
Afdeling X. - Besluit van 29 juli 1993 tot onts...
Afdeling XI. - Besluit van de Waalse Regering v...
Afdeling XII. - Besluit van de Waalse Regering ...
Afdeling XIII. - Besluit van de Waalse Regering...
Afdeling XIV. - Besluit van de Waalse Regering ...
HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Dispositions relatives à la par...
CHAPITRE II. - Dispositions modificatives et ab...
Section Ire. - Livre Ier du Code de l'Environne...
Section II. - Livre II du Code de l'Environnement.
Section III. - Arrêté royal du 20 décembre 1854...
Section IV. - Arrêté royal du 7 avril 1953 déte...
Section V. - Arrêté royal du 29 novembre 1968 f...
Section VI. - Arrêté royal du 2 avril 1979 étab...
Section VII. - Arrêté de l'Exécutif régional wa...
Section VIII. - Arrêté de l'Exécutif régional w...
Section IX. - Arrêté de l'Exécutif régional wal...
Section X. - Arrêté du 29 juillet 1993 relatif ...
Section XI. - Arrêté du Gouvernement wallon du ...
Section XII. - Arrêté du Gouvernement wallon du...
Section XIII. - Arrêté du Gouvernement wallon d...
Section XIV. - Arrêté du Gouvernement wallon du...
CHAPITRE III. - Dispositions transitoires et fi...
Tekst (80)
Texte (80)
Artikel 1. Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu en, met betrekking tot inspraak van het publiek en toegang tot de rechter, tot wijziging van de Richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad, wat betreft de bepaling van gemeenschappelijke regels voor inspraak van het publiek in de opstelling van plannen en programma's betreffende het milieu en in de besluitvorming i.v.m. specifieke activiteiten wordt gedeeltelijk bij dit besluit omgezet.
Article 1. Le présent arrêté transpose partiellement la Directive 2003/35/CE du Parlement européen et du Conseil du 26 mai 2003 prévoyant la participation du public lors de l'élaboration de certains plans et programmes relatifs à l'environnement et modifiant, en ce qui concerne la participation du public et l'accès à la justice, les Directives 85/337/CEE et 96/61/CE du Conseil, en ce qui concerne la détermination de règles communes de participation du public à l'élaboration de plans et programmes relatifs à l'environnement et au processus décisionnel d'activités particulières.
HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de inspraak van het publiek in de opstelling van plannen en programma's betreffende het milieu en in de besluitvorming i.v.m. specifieke activiteiten.
CHAPITRE Ier. - Dispositions relatives à la participation du public à l'élaboration de plans et programmes relatifs à l'environnement et au processus décisionnel d'activités particulières.
Art.2. Het opschrift van deel III van het regelgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek wordt vervangen door volgend opschrift : "Informatie, bewustmaking en inspraak van het publiek inzake het leefmilieu".
Art.2. L'intitulé de la partie III de la partie réglementaire du livre Ier du Code de l'Environnement est remplacé par l'intitulé suivant : "Information, sensibilisation et participation du public en matière d'environnement".
Art.3. Deel III van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangevuld met een titel III, luidend als volgt :
" (TITEL III. - Inspraak van het publiek inzake het leefmilieu
HOOFDSTUK I. - Informatievergadering)
Art. R.41-1. De aanvrager maakt de gegevens bedoeld in artikel D.29-5, § 2, eerste lid, 2°, bij gewoon schrijven over aan de instantie moet nagaan of de aanvraag volledig en ontvankelijk is.
Deze instantie bepaalt binnen twintig dagen na ontvangst van de gegevens op welke gemeenten het project betrekking kan hebben (met inbegrip van de gemeente(n) waartoe het zich uitstrekt) en geeft de aanvrager kennis daarvan bij aangetekend schrijven.
Art. R.41-2. Het bericht bedoeld in artikel D.29-5, § 2, vierde lid, wordt in zwarte letters op gele achtergrond gedrukt en heeft een oppervlakte van minimum 35 d m2.
Art. R.41-3. De aanvrager organiseert in de gemeente waar het project de grootste oppervlakte bestrijkt, een informatievergadering waarop de bevolking van de overeenkomstig artikel D.29-5, § 3, betrokken gemeente(n) wordt uitgenodigd.
Ook de volgende personen of instanties worden op de vergadering uitgenodigd en kunnen zich daar laten vertegenwoordigen :
1° de persoon die de aanvrager heeft gekozen om het milieueffectonderzoek uit te voeren, als een dergelijke studie wordt vereist;
2° de bevoegde overheid;
3° de Administratie Leefmilieu en de Administratie Ruimtelijke Ordening;
4° De "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse milieuraad voor duurzame ontwikkeling), la "Commission consultative communale d'aménagement du territoire" (Gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening), de "Commission régionale d'aménagement du territoire" (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening), die hoogstens twee leden mogen afvaardigen;
5° de vertegenwoordigers van de overeenkomstig artikel D.29-5, § 3, betrokken gemeente(n).
Art. R.41-4. Iedereen kan binnen vijftien dagen, te rekenen van de datum van de informatievergadering opmerkingen en suggesties formuleren en erom verzoeken dat specifieke punten betreffende het project aan het licht gebracht worden, alsook technische alternatieven voorleggen die redelijkerwijs door de aanvrager overwogen kunnen worden opdat ze in overweging genomen worden bij de tenuitvoerlegging van het effectonderzoek, en ze indienen bij het gemeentecollege waar de informatievergadering heeft plaatsgevonden. Daarbij worden naam en adres opgegeven.
Een afschrift wordt overgemaakt aan de aanvrager, die het onmiddellijk doorstuurt naar de auteur van de studie als een dergelijke studie vereist is.
Art. R.41-5. § 1. De minimale inhoud van de notulen van de informatievergadering wordt in bijlage IV bepaald.
§ 2. De termijnen voorzien inzake de organisatie van de informatievergadering worden geschorst tussen 16 juli en 15 augustus en tussen 24 december en 1 januari.
HOOFDSTUK II. - Bericht van openbaar onderzoek.
Art. R.41-6. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 is in zwarte letters op gele achtergrond gedrukt en heeft een oppervlakte van minimum 35 d m2.
HOOFDSTUK III. - Grensoverschrijdende effecten.
Art. R.41-7. § 1. Het plan- of programma-ontwerp bedoeld in artikel D.29-11, § 1, wordt door de auteur ervan overgemaakt aan de bevoegde overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in ditzelfde artikel.
Terwijl hij het dossier overmaakt, stelt de auteur van het plan of het programma de Regering en de gemeente(n) in kennis van de plaats waar een openbaar onderzoek wordt gevoerd.
§ 2. De beslissing tot aanneming of goedkeuring van een plan of programma, alsook de milieuaangifte en de vastgelegde opvolgingsmaatregelen wordt door de auteur van het plan of programma meegedeeld aan de bevoegde overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in artikel D.29-11, § 1.
Art. R.41-8. Als de Regering de in artikel D.29-11, § 2, bedoelde informatie i.v.m. een plan of programma ontvangt, maakt ze die over aan :
1° de gemeentecolleges van de gemeenten waar het project effecten zou kunnen veroorzaken, die deze informatie ter inzage leggen van het publiek overeenkomstig de procedure van openbaar onderzoek bedoeld in Titel III van deel III van het decreetgevende deel, met de volgende aanpassingen :
a) de Regering of haar afgevaardigde bepaalt de gemeenten die het voorwerp kunnen uitmaken van het plan of programma en op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek uitgevoerd moet worden;
b) de bepalingen van onderafdeling 2 van hoofdstuk III zijn niet van toepassing;
c) het openbaar onderzoek duurt dertig dagen;
2° de "CWEDD".
De instanties bedoeld in het eerste lid, 1°, zamelen de opmerkingen van het publiek in en verstrekken de Regering hun eventuele adviezen en ingezamelde opmerkingen binnen vijfenveertig dagen, te rekenen van de dag waarop het openbaar onderzoek bedoeld in het eerste lid afgesloten is. De "CWEDD" verstrekt de Regering zijn eventueel advies binnen vijfenveertig dagen, te rekenen van de dag waarop hij de in het eerste lid bedoelde informatie heeft ontvangen.
Art. R.41-9. § 1. Het project bedoeld in artikel D.29-11, § 1, wordt door de instantie die moet nagaan of de aanvraag volledig en ontvankelijk is overgemaakt aan de betrokken overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in ditzelfde artikel, met melding van :
1° de bevoegde overheid en de termijn waarbinnen de beslissing moet worden genomen;
2° de modaliteiten voor de organisatie van het openbaar onderzoek betreffende de behandeling van de vergunningsaanvraag, meer bepaald de duur van het onderzoek, de vermoedelijke begindatum ervan en de overheid die de opmerkingen van het publiek in ontvangst zal nemen.
Ze geeft de Regering en de bevoegde overheid kennis van het tijdstip waarop ze het dossier overmaakt.
§ 2. De bevoegde overheid zendt haar besluit bij aangetekend schrijven naar de overheden bedoeld in § 1.
§ 3. Als de Regering omtrent een project de in artikel D.29-11, § 2, bedoelde gegevens ontvangt, maakt ze die over aan :
1° de gemeentecolleges van de gemeenten waar het project effecten zou kunnen veroorzaken, die deze informatie ter inzage van het publiek leggen overeenkomstig de procedure van openbaar onderzoek bedoeld in Titel III van deel III van dit Wetboek, met de volgende aanpassingen :
a) de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn gemachtigde bepaalt de gemeenten die het voorwerp van het project kunnen uitmaken en op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek uitgevoerd moet worden;
b) de bepalingen betreffende de informatievergadering zijn niet van toepassing;
c) de bepalingen van onderafdeling 2 van hoofdstuk III zijn niet van toepassing;
d) artikel D.29-10 is niet van toepassing;
e) het openbaar onderzoek duurt dertig dagen;
2° de "CWEDD".
De instanties bedoeld in het eerste lid, 1° verzamelen de opmerkingen van het publiek en verstrekken de Regering hun eventuele adviezen en verzamelde opmerkingen binnen dertig dagen, te rekenen van de dag waarop ze de in het eerste lid bedoelde informatie hebben ontvangen. De "CWEDD" verstrekt de Regering zijn eventueel advies binnen dertig dagen, te rekenen van de dag waarop hij de in het eerste lid bedoelde informatie heeft ontvangen.
HOOFDSTUK IV. - Vervangingsbevoegdheid.
Art. R.41-10. Voor de toepassing van artikel D.29-20 kan de Regering of de instantie die moet nagaan of de aanvraag volledig of ontvankelijk is, beroep doen op een gerechtsdeurwaarder van zijn keuze om het bericht van openbaar onderzoek aan te plakken.
De kosten i.v.m. de formaliteiten van het openbaar onderzoek worden gedragen door het in gebreke gebleven gemeentecollege.
HOOFDSTUK V. - Bekendmaking betreffende de beslissing.
Art. R.41-11. De beslissing tot aanneming of goedkeuring van een plan of programma van categorie B, alsook de milieuaangifte en de vastgelegde opvolgingsmaatregelen en de beslissing van de bevoegde overheid betreffende een project van categorie B of C worden meegedeeld aan elk orgaan waarvan de bevoegde overheid acht dat het onmiddellijk op de hoogte gebracht moet worden.
HOOFDSTUK VI. - Milieuadviseur.
Art. R.41-12. § 1. De toekenning van een subsidie voor de indienstneming of de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur bedoeld in artikel D.5-1 is aan de volgende voorwaarden onderworpen :
1° de gemeente, meerdere gemeenten of een vereniging van gemeenten nemen een milieuadviseur in dienst binnen zes maanden na de beslissing tot toekenning van de subsidie of kondigen binnen dezelfde termijn aan dat de milieuadviseur in functie blijft;
2° over een "lokale agenda 21" beschikken binnen drie jaar na de beslissing tot toekenning van de subsidie;
3° de milieuadviseur vervult de opdrachten die hem krachtens het decreetgevende deel worden toegewezen, o.a. :
a) de coördinatie van de verschillende milieuplanningen in de gemeente, met inbegrip van de "lokale agenda 21";
b) het beheer van de in de gemeente lopende milieudossiers en de bemiddeling in het domeinoverschrijdend beheer van deze dossiers;
c) de totstandbrenging van een dialoog met de bevolking om elke milieugunstige maatregel te promoten en toe te passen;
4° de milieuadviseur heeft de volgende opleiding gevolgd :
a) een opleiding van minstens 300 uur inzake leefmilieu, met een multidisciplinaire inhoud i.v.m. milieu- wetenschappen en technieken;
b) een inleiding van minstens 30 uur tot de methoden en technieken inzake communicatie en sociaal overleg. Deze inleiding kan worden opgenomen in de opleiding bedoeld in punt 3°, a) ;
5° de adviseur volgt een jaarlijkse opleiding die door het "Centre permanent de formation en environnement durable" (Centrum voor permanente vorming inzake duurzame ontwikkeling) wordt verzorgd.
§ 2. Om een opleiding van hoge kwaliteit te waarborgen, wordt het volgende jaarlijks door het centrum bedoeld in § 1, 5° aan de goedkeuring van de Minister van Leefmilieu onderworpen :
1° de inhoud en de duur van de voorgestelde opleiding;
2° een raming van de onderwerpen voor de komende jaren, rekening houdend met de actualiteit;
3° de wijze waarop de adviseurs worden beoordeeld.
Art. R.41-13. De aanvraag om subsidie voor de indienstneming of de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur wordt door het (de) gemeentecollege(s) gestuurd naar het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.
Het aanvraagdossier bevat :
1° een afschrift van de beraadslaging van de gemeenteraad van de betrokken gemeente of gemeenten waarbij het volgende beslist wordt :
a) de indienstneming van een personeelslid in een betrekking van de gemeentelijke personeelsformatie of
b) de indienstneming van een persoon op grond van een arbeidsovereenkomst van minstens één jaar of
c) het afsluiten van een opdracht voor aanneming van diensten van minstens één jaar, met hetzij een natuurlijke persoon die aan de vereiste voorwaarden voldoet, hetzij een rechtspersoon die op de diensten van één of meerdere milieuadviseurs beroep doet, voor zover de overeenkomst bepaalt dat de aan de gemeente verleende diensten uitgevoerd worden door personen die aan de gestelde voorwaarden voldoen;
2° een afschrift van het diploma bedoeld in artikel D.5-1, § 2, vergezeld van elk document waaruit blijkt dat hij de opleiding bedoeld in bovenvermeld artikel gevolgd heeft, of elk document waaruit blijkt dat hij beschikt over de beroepservaring bedoeld in datzelfde artikel, alsook een attest waaruit blijkt dat hij de in artikel R.41-12, § 1, 4°, bedoelde opleiding gevolgd heeft.
Art. R.41-14. Het bedrag van de jaarlijkse subsidie wordt forfaitair op 20.000 euro vastgelegd voor een voltijdse betrekking.
Bij deeltijdse arbeid wordt het bedrag van de subsidie in verhouding tot de duur van de arbeid verminderd.
Ze wordt niet toegekend als het jaarlijkse aantal diensturen lager is dan 468.
Art. R.41-15. Een eerste schijf die 50 % van de jaarlijkse subsidie bedraagt, wordt als voorschot uitbetaald op grond van een aangifte van schuldvordering die vanaf de toekenningsbeslissing door de gemeente of een vereniging van gemeenten wordt ingediend in het geval van de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur of vanaf de indienstneming van een nieuwe milieuadviseur.
Art. R.41-16. Het saldo wordt uitbetaald op het einde van het afgelopen kalenderjaar en op grond van de volgende stukken :
1° een aangifte van schuldvordering met het verantwoordingsstuk voor de uitgaven, met, meer bepaald, de loonlast van de milieuadviseur en de werkingskosten voor zijn opdrachten;
2° het activiteitenverslag betreffende de opdrachten die de milieuadviseur uitgevoerd heeft;
3° het attest waaruit blijkt dat hij de jaarlijkse opleiding bedoeld in artikel R.41-12, § 1, 4° gevolgd heeft.
Het (de) gemeentecollege(s) richt(en) de aanvraag tot uitbetaling van de subsidie samen met de stukken bedoeld in het eerste lid aan de "D.G.R.N.E." uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het voor subsidie in aanmerking komende kalenderjaar. De aanvraag tot uitbetaling geldt als aanvraag voor de verlenging van de subsidie, behoudens andersluidend advies van de gemeente.
Het verslag bedoeld in het eerste lid, 2°, van dit artikel heeft o.a. betrekking op :
1° de stand van vordering van de "lokale agenda 21" vastgesteld in de vorm van een situatie-overzicht waarop de doelstellingen, de ingezette middelen en de beoordeling van de resultaten worden vermeld.
2° het aantal bestaande plannen in hun gemeente en hun ontwikkeling;
3° het aantal behandelde milieudossiers en hun hoofddoelstelling;
4° het aantal gevoerde sensibiliseringsacties. "
" (TITEL III. - Inspraak van het publiek inzake het leefmilieu
HOOFDSTUK I. - Informatievergadering)
Art. R.41-1. De aanvrager maakt de gegevens bedoeld in artikel D.29-5, § 2, eerste lid, 2°, bij gewoon schrijven over aan de instantie moet nagaan of de aanvraag volledig en ontvankelijk is.
Deze instantie bepaalt binnen twintig dagen na ontvangst van de gegevens op welke gemeenten het project betrekking kan hebben (met inbegrip van de gemeente(n) waartoe het zich uitstrekt) en geeft de aanvrager kennis daarvan bij aangetekend schrijven.
Art. R.41-2. Het bericht bedoeld in artikel D.29-5, § 2, vierde lid, wordt in zwarte letters op gele achtergrond gedrukt en heeft een oppervlakte van minimum 35 d m2.
Art. R.41-3. De aanvrager organiseert in de gemeente waar het project de grootste oppervlakte bestrijkt, een informatievergadering waarop de bevolking van de overeenkomstig artikel D.29-5, § 3, betrokken gemeente(n) wordt uitgenodigd.
Ook de volgende personen of instanties worden op de vergadering uitgenodigd en kunnen zich daar laten vertegenwoordigen :
1° de persoon die de aanvrager heeft gekozen om het milieueffectonderzoek uit te voeren, als een dergelijke studie wordt vereist;
2° de bevoegde overheid;
3° de Administratie Leefmilieu en de Administratie Ruimtelijke Ordening;
4° De "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse milieuraad voor duurzame ontwikkeling), la "Commission consultative communale d'aménagement du territoire" (Gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening), de "Commission régionale d'aménagement du territoire" (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening), die hoogstens twee leden mogen afvaardigen;
5° de vertegenwoordigers van de overeenkomstig artikel D.29-5, § 3, betrokken gemeente(n).
Art. R.41-4. Iedereen kan binnen vijftien dagen, te rekenen van de datum van de informatievergadering opmerkingen en suggesties formuleren en erom verzoeken dat specifieke punten betreffende het project aan het licht gebracht worden, alsook technische alternatieven voorleggen die redelijkerwijs door de aanvrager overwogen kunnen worden opdat ze in overweging genomen worden bij de tenuitvoerlegging van het effectonderzoek, en ze indienen bij het gemeentecollege waar de informatievergadering heeft plaatsgevonden. Daarbij worden naam en adres opgegeven.
Een afschrift wordt overgemaakt aan de aanvrager, die het onmiddellijk doorstuurt naar de auteur van de studie als een dergelijke studie vereist is.
Art. R.41-5. § 1. De minimale inhoud van de notulen van de informatievergadering wordt in bijlage IV bepaald.
§ 2. De termijnen voorzien inzake de organisatie van de informatievergadering worden geschorst tussen 16 juli en 15 augustus en tussen 24 december en 1 januari.
HOOFDSTUK II. - Bericht van openbaar onderzoek.
Art. R.41-6. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 is in zwarte letters op gele achtergrond gedrukt en heeft een oppervlakte van minimum 35 d m2.
HOOFDSTUK III. - Grensoverschrijdende effecten.
Art. R.41-7. § 1. Het plan- of programma-ontwerp bedoeld in artikel D.29-11, § 1, wordt door de auteur ervan overgemaakt aan de bevoegde overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in ditzelfde artikel.
Terwijl hij het dossier overmaakt, stelt de auteur van het plan of het programma de Regering en de gemeente(n) in kennis van de plaats waar een openbaar onderzoek wordt gevoerd.
§ 2. De beslissing tot aanneming of goedkeuring van een plan of programma, alsook de milieuaangifte en de vastgelegde opvolgingsmaatregelen wordt door de auteur van het plan of programma meegedeeld aan de bevoegde overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in artikel D.29-11, § 1.
Art. R.41-8. Als de Regering de in artikel D.29-11, § 2, bedoelde informatie i.v.m. een plan of programma ontvangt, maakt ze die over aan :
1° de gemeentecolleges van de gemeenten waar het project effecten zou kunnen veroorzaken, die deze informatie ter inzage leggen van het publiek overeenkomstig de procedure van openbaar onderzoek bedoeld in Titel III van deel III van het decreetgevende deel, met de volgende aanpassingen :
a) de Regering of haar afgevaardigde bepaalt de gemeenten die het voorwerp kunnen uitmaken van het plan of programma en op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek uitgevoerd moet worden;
b) de bepalingen van onderafdeling 2 van hoofdstuk III zijn niet van toepassing;
c) het openbaar onderzoek duurt dertig dagen;
2° de "CWEDD".
De instanties bedoeld in het eerste lid, 1°, zamelen de opmerkingen van het publiek in en verstrekken de Regering hun eventuele adviezen en ingezamelde opmerkingen binnen vijfenveertig dagen, te rekenen van de dag waarop het openbaar onderzoek bedoeld in het eerste lid afgesloten is. De "CWEDD" verstrekt de Regering zijn eventueel advies binnen vijfenveertig dagen, te rekenen van de dag waarop hij de in het eerste lid bedoelde informatie heeft ontvangen.
Art. R.41-9. § 1. Het project bedoeld in artikel D.29-11, § 1, wordt door de instantie die moet nagaan of de aanvraag volledig en ontvankelijk is overgemaakt aan de betrokken overheden van het Gewest, de lidstaat van de Europese Unie of de Staat die partij is bij het Verdrag van Espoo bedoeld in ditzelfde artikel, met melding van :
1° de bevoegde overheid en de termijn waarbinnen de beslissing moet worden genomen;
2° de modaliteiten voor de organisatie van het openbaar onderzoek betreffende de behandeling van de vergunningsaanvraag, meer bepaald de duur van het onderzoek, de vermoedelijke begindatum ervan en de overheid die de opmerkingen van het publiek in ontvangst zal nemen.
Ze geeft de Regering en de bevoegde overheid kennis van het tijdstip waarop ze het dossier overmaakt.
§ 2. De bevoegde overheid zendt haar besluit bij aangetekend schrijven naar de overheden bedoeld in § 1.
§ 3. Als de Regering omtrent een project de in artikel D.29-11, § 2, bedoelde gegevens ontvangt, maakt ze die over aan :
1° de gemeentecolleges van de gemeenten waar het project effecten zou kunnen veroorzaken, die deze informatie ter inzage van het publiek leggen overeenkomstig de procedure van openbaar onderzoek bedoeld in Titel III van deel III van dit Wetboek, met de volgende aanpassingen :
a) de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn gemachtigde bepaalt de gemeenten die het voorwerp van het project kunnen uitmaken en op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek uitgevoerd moet worden;
b) de bepalingen betreffende de informatievergadering zijn niet van toepassing;
c) de bepalingen van onderafdeling 2 van hoofdstuk III zijn niet van toepassing;
d) artikel D.29-10 is niet van toepassing;
e) het openbaar onderzoek duurt dertig dagen;
2° de "CWEDD".
De instanties bedoeld in het eerste lid, 1° verzamelen de opmerkingen van het publiek en verstrekken de Regering hun eventuele adviezen en verzamelde opmerkingen binnen dertig dagen, te rekenen van de dag waarop ze de in het eerste lid bedoelde informatie hebben ontvangen. De "CWEDD" verstrekt de Regering zijn eventueel advies binnen dertig dagen, te rekenen van de dag waarop hij de in het eerste lid bedoelde informatie heeft ontvangen.
HOOFDSTUK IV. - Vervangingsbevoegdheid.
Art. R.41-10. Voor de toepassing van artikel D.29-20 kan de Regering of de instantie die moet nagaan of de aanvraag volledig of ontvankelijk is, beroep doen op een gerechtsdeurwaarder van zijn keuze om het bericht van openbaar onderzoek aan te plakken.
De kosten i.v.m. de formaliteiten van het openbaar onderzoek worden gedragen door het in gebreke gebleven gemeentecollege.
HOOFDSTUK V. - Bekendmaking betreffende de beslissing.
Art. R.41-11. De beslissing tot aanneming of goedkeuring van een plan of programma van categorie B, alsook de milieuaangifte en de vastgelegde opvolgingsmaatregelen en de beslissing van de bevoegde overheid betreffende een project van categorie B of C worden meegedeeld aan elk orgaan waarvan de bevoegde overheid acht dat het onmiddellijk op de hoogte gebracht moet worden.
HOOFDSTUK VI. - Milieuadviseur.
Art. R.41-12. § 1. De toekenning van een subsidie voor de indienstneming of de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur bedoeld in artikel D.5-1 is aan de volgende voorwaarden onderworpen :
1° de gemeente, meerdere gemeenten of een vereniging van gemeenten nemen een milieuadviseur in dienst binnen zes maanden na de beslissing tot toekenning van de subsidie of kondigen binnen dezelfde termijn aan dat de milieuadviseur in functie blijft;
2° over een "lokale agenda 21" beschikken binnen drie jaar na de beslissing tot toekenning van de subsidie;
3° de milieuadviseur vervult de opdrachten die hem krachtens het decreetgevende deel worden toegewezen, o.a. :
a) de coördinatie van de verschillende milieuplanningen in de gemeente, met inbegrip van de "lokale agenda 21";
b) het beheer van de in de gemeente lopende milieudossiers en de bemiddeling in het domeinoverschrijdend beheer van deze dossiers;
c) de totstandbrenging van een dialoog met de bevolking om elke milieugunstige maatregel te promoten en toe te passen;
4° de milieuadviseur heeft de volgende opleiding gevolgd :
a) een opleiding van minstens 300 uur inzake leefmilieu, met een multidisciplinaire inhoud i.v.m. milieu- wetenschappen en technieken;
b) een inleiding van minstens 30 uur tot de methoden en technieken inzake communicatie en sociaal overleg. Deze inleiding kan worden opgenomen in de opleiding bedoeld in punt 3°, a) ;
5° de adviseur volgt een jaarlijkse opleiding die door het "Centre permanent de formation en environnement durable" (Centrum voor permanente vorming inzake duurzame ontwikkeling) wordt verzorgd.
§ 2. Om een opleiding van hoge kwaliteit te waarborgen, wordt het volgende jaarlijks door het centrum bedoeld in § 1, 5° aan de goedkeuring van de Minister van Leefmilieu onderworpen :
1° de inhoud en de duur van de voorgestelde opleiding;
2° een raming van de onderwerpen voor de komende jaren, rekening houdend met de actualiteit;
3° de wijze waarop de adviseurs worden beoordeeld.
Art. R.41-13. De aanvraag om subsidie voor de indienstneming of de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur wordt door het (de) gemeentecollege(s) gestuurd naar het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.
Het aanvraagdossier bevat :
1° een afschrift van de beraadslaging van de gemeenteraad van de betrokken gemeente of gemeenten waarbij het volgende beslist wordt :
a) de indienstneming van een personeelslid in een betrekking van de gemeentelijke personeelsformatie of
b) de indienstneming van een persoon op grond van een arbeidsovereenkomst van minstens één jaar of
c) het afsluiten van een opdracht voor aanneming van diensten van minstens één jaar, met hetzij een natuurlijke persoon die aan de vereiste voorwaarden voldoet, hetzij een rechtspersoon die op de diensten van één of meerdere milieuadviseurs beroep doet, voor zover de overeenkomst bepaalt dat de aan de gemeente verleende diensten uitgevoerd worden door personen die aan de gestelde voorwaarden voldoen;
2° een afschrift van het diploma bedoeld in artikel D.5-1, § 2, vergezeld van elk document waaruit blijkt dat hij de opleiding bedoeld in bovenvermeld artikel gevolgd heeft, of elk document waaruit blijkt dat hij beschikt over de beroepservaring bedoeld in datzelfde artikel, alsook een attest waaruit blijkt dat hij de in artikel R.41-12, § 1, 4°, bedoelde opleiding gevolgd heeft.
Art. R.41-14. Het bedrag van de jaarlijkse subsidie wordt forfaitair op 20.000 euro vastgelegd voor een voltijdse betrekking.
Bij deeltijdse arbeid wordt het bedrag van de subsidie in verhouding tot de duur van de arbeid verminderd.
Ze wordt niet toegekend als het jaarlijkse aantal diensturen lager is dan 468.
Art. R.41-15. Een eerste schijf die 50 % van de jaarlijkse subsidie bedraagt, wordt als voorschot uitbetaald op grond van een aangifte van schuldvordering die vanaf de toekenningsbeslissing door de gemeente of een vereniging van gemeenten wordt ingediend in het geval van de handhaving van de indienstneming van een milieuadviseur of vanaf de indienstneming van een nieuwe milieuadviseur.
Art. R.41-16. Het saldo wordt uitbetaald op het einde van het afgelopen kalenderjaar en op grond van de volgende stukken :
1° een aangifte van schuldvordering met het verantwoordingsstuk voor de uitgaven, met, meer bepaald, de loonlast van de milieuadviseur en de werkingskosten voor zijn opdrachten;
2° het activiteitenverslag betreffende de opdrachten die de milieuadviseur uitgevoerd heeft;
3° het attest waaruit blijkt dat hij de jaarlijkse opleiding bedoeld in artikel R.41-12, § 1, 4° gevolgd heeft.
Het (de) gemeentecollege(s) richt(en) de aanvraag tot uitbetaling van de subsidie samen met de stukken bedoeld in het eerste lid aan de "D.G.R.N.E." uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het voor subsidie in aanmerking komende kalenderjaar. De aanvraag tot uitbetaling geldt als aanvraag voor de verlenging van de subsidie, behoudens andersluidend advies van de gemeente.
Het verslag bedoeld in het eerste lid, 2°, van dit artikel heeft o.a. betrekking op :
1° de stand van vordering van de "lokale agenda 21" vastgesteld in de vorm van een situatie-overzicht waarop de doelstellingen, de ingezette middelen en de beoordeling van de resultaten worden vermeld.
2° het aantal bestaande plannen in hun gemeente en hun ontwikkeling;
3° het aantal behandelde milieudossiers en hun hoofddoelstelling;
4° het aantal gevoerde sensibiliseringsacties. "
Art.3. Dans la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement, est inséré un titre III rédigé comme suit :
" (TITRE III. - Participation du public en matière d'environnement.
CHAPITRE Ier. - De la réunion d'information)
Art. R.41-1. Le demandeur transmet par pli simple à l'instance chargée d'apprécier le caractère complet et recevable de la demande les informations visées à l'article D.29-5, § 2, alinéa 1er, 2°.
Dans les vingt jours de la réception de ces informations, cette instance détermine les communes, en ce compris la ou les communes auxquelles s'étend le projet, susceptibles d'être affectées par ledit projet et en informe le demandeur par envoi recommandé.
Art. R.41-2. L'avis visé à l'article D.29-5, § 2, alinéa 4, est imprimé en lettres noires sur fond jaune et a une dimension d'au moins 35 d m2.
Art. R.41-3. Le demandeur organise dans la commune où se situe la plus grande superficie occupée par le projet la réunion d'information, à laquelle est invitée la population de la ou des communes concernées conformément à l'article D.29-5, § 3.
Sont également invités à la réunion et peuvent s'y faire représenter :
1° la personne choisie par le demandeur pour réaliser l'étude d'incidences, si une telle étude est requise;
2° l'autorité compétente;
3° l'administration de l'environnement et l'administration de l'aménagement du territoire;
4° le Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable, la Commission consultative communale d'aménagement du territoire et de mobilité, ainsi que la Commission régionale d'aménagement du territoire, qui peuvent y déléguer deux de leurs membres au plus;
5° les représentants de la ou des communes concernées conformément à l'article D.29-5, § 3.
Art. R.41-4. Toute personne peut, dans un délai de quinze jours à dater du jour de la tenue de la réunion d'information, émettre ses observations, suggestions et demandes de mise en évidence de points particuliers concernant le projet ainsi que présenter les alternatives techniques pouvant raisonnablement être envisagées par le demandeur afin qu'il en soit tenu compte lors de la réalisation de l'étude d'incidences, en les adressant par écrit au collège communal du lieu où s'est tenue ladite réunion, en y indiquant ses nom et adresse.
Elle en adresse une copie au demandeur, lequel la communique sans délai à l'auteur d'étude dans l'hypothèse où une telle étude est requise.
Art. R.41-5. § 1er. Le contenu minimal du procès-verbal de la réunion d'information est déterminé à l'annexe IV.
§ 2. Les délais prévus en matière d'organisation de la réunion d'information sont suspendus entre le 16 juillet et le 15 août et entre le 24 décembre et le 1er janvier.
CHAPITRE II. - De l'avis d'enquête publique.
Art. R.41-6. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 est imprimé en lettres noires sur fond jaune et a une dimension d'au moins 35 d m2.
CHAPITRE III. - Des incidences transfrontières.
Art. R.41-7. § 1er. Le projet de plan ou de programme visé à l'article D.29-11, § 1er, est transmis par l'auteur dudit plan ou programme aux autorités compétentes de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à ce même article.
En même temps qu'il transmet le dossier, l'auteur du plan ou du programme en informe le Gouvernement et la ou les communes où une enquête publique est organisée.
§ 2. La décision d'adoption ou d'approbation d'un plan ou programme, ainsi que la déclaration environnementale et les mesures arrêtées concernant le suivi, est notifiée par l'auteur dudit plan ou programme aux autorités compétentes de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à l'article D.29-11, § 1er.
Art. R.41-8. Lorsque le Gouvernement reçoit des informations relatives à un plan ou programme, telles que visées à l'article D.29-11, § 2, il les transmet :
1° aux collèges communaux des communes susceptibles d'être concernées, qui les mettent à la disposition du public conformément à la procédure d'enquête publique prévue au titre III de la partie III de la partie décrétale, moyennant les adaptations suivantes :
a) le Gouvernement ou son délégué précise les communes susceptibles d'être affectées par le plan ou programme et sur le territoire desquelles une enquête publique doit être réalisée;
b) les dispositions de la sous-section 2 du chapitre III ne sont pas applicables;
c) la durée de l'enquête publique est de trente jours;
2° au CWEDD.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 1°, recueillent les observations du public et transmettent au Gouvernement leurs avis éventuels et les observations qu'ils ont recueillies dans un délai de quarante-cinq jours à dater de la clôture de l'enquête publique visée à l'alinéa 1er. Le CWEDD transmet au Gouvernement son avis éventuel dans un délai de quarante-cinq jours à dater du jour où il a reçu les informations visées à l'alinéa 1er.
Art. R.41-9. § 1er. Le projet visé à l'article D.29-11, § 1er, est transmis par l'instance chargée d'examiner le caractère complet et recevable de la demande aux autorités concernées de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à ce même article, en indiquant :
1° l'autorité compétente et le délai endéans lequel sa décision doit être prise;
2° les modalités d'organisation de l'enquête publique afférente à l'instruction de la demande de permis et notamment la durée de l'enquête, la date probable de début de celle-ci, et l'autorité chargée de recevoir les observations du public.
En même temps qu'elle transmet le dossier, elle informe le Gouvernement et l'autorité compétente de cette transmission.
§ 2. L'autorité compétente envoie sa décision par recommandé aux autorités concernées visées au paragraphe 1er.
§ 3. Lorsque le Gouvernement reçoit, à propos d'un projet, des informations visées à l'article D.29-11, § 2, il les transmet :
1° aux collèges communaux des communes susceptibles d'être concernées qui les mettent à la disposition du public conformément à la procédure d'enquête publique prévue au titre III de la partie III du présent Code, moyennant les adaptations suivantes :
a) le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement ou son délégué précise les communes susceptibles d'être affectées par le projet et sur le territoire desquelles une enquête publique doit être réalisée;
b) les dispositions relatives à la réunion d'information ne sont pas applicables;
c) les dispositions de la sous-section 2 du chapitre III ne sont pas applicables;
d) l'article D.29-10 n'est pas applicable;
e) la durée de l'enquête publique est de trente jours;
2° au CWEDD.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 1°, recueillent les observations du public et transmettent au Gouvernement leurs avis éventuels et les observations qu'ils ont recueillies dans un délai de trente jours à dater du jour où ils ont reçu les informations visées à l'alinéa 1er. Le CWEDD transmet au Gouvernement son avis éventuel dans un délai de trente jours à dater du jour où il a reçu les informations visées à l'alinéa 1er.
CHAPITRE IV. - Du pouvoir de substitution.
Art. R.41-10. Pour l'application de l'article D.29-20, le Gouvernement ou l'instance chargée d'apprécier le caractère complet et recevable du dossier peut avoir recours pour l'affichage de l'avis d'enquête publique à un huissier de justice de son choix.
Les frais inhérents à l'accomplissement des formalités d'enquête publique sont à charge du collège communal défaillant.
CHAPITRE V. - Publicité relative à la décision.
Art. R.41-11. La décision d'adoption ou d'approbation d'un plan ou programme de catégorie B, ainsi que la déclaration environnementale et les mesures arrêtées concernant le suivi, et la décision de l'autorité compétente relative à un projet de catégorie B ou C, sont notifiées à tout organe que l'autorité compétente juge utile d'informer directement.
CHAPITRE VI. - Du conseiller en environnement.
Art. R.41-12. § 1er. L'octroi d'une subvention pour l'engagement ou le maintien de l'engagement d'un conseiller en environnement visé à l'article D.5-1 est subordonné aux conditions suivantes :
1° la commune, plusieurs communes limitrophes ou une association de communes procèdent à l'engagement d'un conseiller en environnement dans les six mois de la décision d'octroi de la subvention ou déclarent le maintien du conseiller en environnement en fonction dans le même délai;
2° disposer d'un agenda 21 local dans les trois ans suivant la décision d'octroi de la subvention;
3° le conseiller en environnement assure les missions qui lui sont confiées en application de la partie décrétale et veille notamment à :
a) coordonner les diverses planifications environnementales mises en place au sein de la commune, en ce compris l'agenda 21 local;
b) gérer les dossiers environnementaux en cours dans la commune et constituer un relais dans leur gestion transversale;
c) créer un dialogue avec la population en vue d'assurer la promotion et la mise en oeuvre de toute mesure favorable à l'environnement;
4° le conseiller en environnement a suivi :
a) une formation d'un minimum de 300 heures dans le domaine de l'environnement, avec un contenu pluridisciplinaire portant sur les sciences et techniques relatives à l'environnement;
b) une initiation d'un minimum de 30 heures aux méthodes et techniques de communication et de concertation sociale. Cette initiation peut être incluse dans la formation visée au point 3°, a) ;
5° le conseiller suit une formation annuelle assurée par le centre permanent de formation en environnement et développement durable.
§ 2. Afin de garantir une qualité élevée de formation, le centre visé au § 1er, 5°, soumet annuellement à l'approbation du Ministre de l'Environnement :
1° le contenu et la durée de la formation proposée;
2° un programme prévisionnel de sujets pour les années suivantes, compte tenu des sujets d'actualité;
3° la manière dont l'évaluation des conseillers sera réalisée.
Art. R.41-13. La demande de subvention pour l'engagement ou le maintien de l'engagement d'un conseiller en environnement est envoyée par le(s) collège(s) communal(aux) à la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement.
Le dossier de demande contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal de la commune ou des communes concernées décidant :
a) l'engagement d'un agent dans un emploi du cadre du personnel communal ou
b) l'engagement d'une personne dans les liens d'un contrat de travail pour une durée d'un an au moins ou
c) la conclusion d'un marché de service, d'une durée d'au moins un an, avec soit une personne physique répondant aux conditions requises, soit une personne morale recourant aux services d'un ou de plusieurs conseillers en environnement, pour autant que le contrat prévoie que toutes les prestations dont bénéficiera la commune seront exécutées par des personnes répondant aux conditions requises;
2° une copie du diplôme visé à l'article D.5-1, § 2, accompagnée de tout document attestant du suivi de la formation visée à l'article précité, ou tout document attestant de l'expérience professionnelle visée à ce même article, ainsi qu'une attestation de suivi de la formation visée à l'article R.41-12, § 1er, 4°.
Art. R.41-14. Le montant de la subvention annuelle est fixé forfaitairement à 20.000 euros en cas d'emploi à temps plein.
En cas d'emploi à temps partiel, le montant de la subvention est diminué au prorata du temps presté.
Elle ne peut être octroyée si le nombre d'heures de service annuel est inférieur à 468.
Art. R.41-15. La liquidation d'une première tranche de 50 % du montant de la subvention annuelle a lieu, à titre d'avance, sur base d'une déclaration de créance introduite par la commune ou l'association de communes à partir de la décision d'octroi dans l'hypothèse du maintien en fonction d'un conseiller en environnement ou à partir de l'entrée en fonction d'un nouveau conseiller en environnement.
Art. R.41-16. Le paiement du solde est effectué au terme de l'année civile écoulée, au prorata des prestations effectuées et sur la base des documents suivants :
1° une déclaration de créance accompagnée du justificatif des dépenses qui comprennent, notamment, la charge salariale du conseiller en environnement et les frais de fonctionnement relatifs à ses missions;
2° le rapport d'activités relatif aux missions effectuées par le conseiller en environnement;
3° l'attestation de suivi de la formation annuelle visée à l'article R.41-12, § 1er, 4°.
Le(s) collège(s) communal(aux) adresse(nt) la demande de liquidation de la subvention, accompagnée des documents visés à l'alinéa 1er, à la D.G.R.N.E. au plus tard le 31 mars qui suit l'année civile pour laquelle la subvention a été octroyée. La demande de liquidation vaut demande de renouvellement de la subvention, sauf avis contraire de la commune.
Le rapport visé à l'alinéa 1er, 2°, du présent article porte notamment sur :
1° l'état d'avancement de l'agenda 21 local établi sous forme d'un tableau de bord reprenant les objectifs fixés, les moyens mis en oeuvre et l'évaluation des résultats;
2° le nombre de plans existants dans leur commune ainsi que leur évolution;
3° le nombre de dossiers environnementaux traités ainsi que leur objet principal;
4° le nombre d'actions de sensibilisation entreprises. "
" (TITRE III. - Participation du public en matière d'environnement.
CHAPITRE Ier. - De la réunion d'information)
Art. R.41-1. Le demandeur transmet par pli simple à l'instance chargée d'apprécier le caractère complet et recevable de la demande les informations visées à l'article D.29-5, § 2, alinéa 1er, 2°.
Dans les vingt jours de la réception de ces informations, cette instance détermine les communes, en ce compris la ou les communes auxquelles s'étend le projet, susceptibles d'être affectées par ledit projet et en informe le demandeur par envoi recommandé.
Art. R.41-2. L'avis visé à l'article D.29-5, § 2, alinéa 4, est imprimé en lettres noires sur fond jaune et a une dimension d'au moins 35 d m2.
Art. R.41-3. Le demandeur organise dans la commune où se situe la plus grande superficie occupée par le projet la réunion d'information, à laquelle est invitée la population de la ou des communes concernées conformément à l'article D.29-5, § 3.
Sont également invités à la réunion et peuvent s'y faire représenter :
1° la personne choisie par le demandeur pour réaliser l'étude d'incidences, si une telle étude est requise;
2° l'autorité compétente;
3° l'administration de l'environnement et l'administration de l'aménagement du territoire;
4° le Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable, la Commission consultative communale d'aménagement du territoire et de mobilité, ainsi que la Commission régionale d'aménagement du territoire, qui peuvent y déléguer deux de leurs membres au plus;
5° les représentants de la ou des communes concernées conformément à l'article D.29-5, § 3.
Art. R.41-4. Toute personne peut, dans un délai de quinze jours à dater du jour de la tenue de la réunion d'information, émettre ses observations, suggestions et demandes de mise en évidence de points particuliers concernant le projet ainsi que présenter les alternatives techniques pouvant raisonnablement être envisagées par le demandeur afin qu'il en soit tenu compte lors de la réalisation de l'étude d'incidences, en les adressant par écrit au collège communal du lieu où s'est tenue ladite réunion, en y indiquant ses nom et adresse.
Elle en adresse une copie au demandeur, lequel la communique sans délai à l'auteur d'étude dans l'hypothèse où une telle étude est requise.
Art. R.41-5. § 1er. Le contenu minimal du procès-verbal de la réunion d'information est déterminé à l'annexe IV.
§ 2. Les délais prévus en matière d'organisation de la réunion d'information sont suspendus entre le 16 juillet et le 15 août et entre le 24 décembre et le 1er janvier.
CHAPITRE II. - De l'avis d'enquête publique.
Art. R.41-6. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 est imprimé en lettres noires sur fond jaune et a une dimension d'au moins 35 d m2.
CHAPITRE III. - Des incidences transfrontières.
Art. R.41-7. § 1er. Le projet de plan ou de programme visé à l'article D.29-11, § 1er, est transmis par l'auteur dudit plan ou programme aux autorités compétentes de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à ce même article.
En même temps qu'il transmet le dossier, l'auteur du plan ou du programme en informe le Gouvernement et la ou les communes où une enquête publique est organisée.
§ 2. La décision d'adoption ou d'approbation d'un plan ou programme, ainsi que la déclaration environnementale et les mesures arrêtées concernant le suivi, est notifiée par l'auteur dudit plan ou programme aux autorités compétentes de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à l'article D.29-11, § 1er.
Art. R.41-8. Lorsque le Gouvernement reçoit des informations relatives à un plan ou programme, telles que visées à l'article D.29-11, § 2, il les transmet :
1° aux collèges communaux des communes susceptibles d'être concernées, qui les mettent à la disposition du public conformément à la procédure d'enquête publique prévue au titre III de la partie III de la partie décrétale, moyennant les adaptations suivantes :
a) le Gouvernement ou son délégué précise les communes susceptibles d'être affectées par le plan ou programme et sur le territoire desquelles une enquête publique doit être réalisée;
b) les dispositions de la sous-section 2 du chapitre III ne sont pas applicables;
c) la durée de l'enquête publique est de trente jours;
2° au CWEDD.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 1°, recueillent les observations du public et transmettent au Gouvernement leurs avis éventuels et les observations qu'ils ont recueillies dans un délai de quarante-cinq jours à dater de la clôture de l'enquête publique visée à l'alinéa 1er. Le CWEDD transmet au Gouvernement son avis éventuel dans un délai de quarante-cinq jours à dater du jour où il a reçu les informations visées à l'alinéa 1er.
Art. R.41-9. § 1er. Le projet visé à l'article D.29-11, § 1er, est transmis par l'instance chargée d'examiner le caractère complet et recevable de la demande aux autorités concernées de la Région, de l'Etat membre de l'Union européenne ou de l'Etat partie à la Convention d'Espoo visés à ce même article, en indiquant :
1° l'autorité compétente et le délai endéans lequel sa décision doit être prise;
2° les modalités d'organisation de l'enquête publique afférente à l'instruction de la demande de permis et notamment la durée de l'enquête, la date probable de début de celle-ci, et l'autorité chargée de recevoir les observations du public.
En même temps qu'elle transmet le dossier, elle informe le Gouvernement et l'autorité compétente de cette transmission.
§ 2. L'autorité compétente envoie sa décision par recommandé aux autorités concernées visées au paragraphe 1er.
§ 3. Lorsque le Gouvernement reçoit, à propos d'un projet, des informations visées à l'article D.29-11, § 2, il les transmet :
1° aux collèges communaux des communes susceptibles d'être concernées qui les mettent à la disposition du public conformément à la procédure d'enquête publique prévue au titre III de la partie III du présent Code, moyennant les adaptations suivantes :
a) le directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement ou son délégué précise les communes susceptibles d'être affectées par le projet et sur le territoire desquelles une enquête publique doit être réalisée;
b) les dispositions relatives à la réunion d'information ne sont pas applicables;
c) les dispositions de la sous-section 2 du chapitre III ne sont pas applicables;
d) l'article D.29-10 n'est pas applicable;
e) la durée de l'enquête publique est de trente jours;
2° au CWEDD.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 1°, recueillent les observations du public et transmettent au Gouvernement leurs avis éventuels et les observations qu'ils ont recueillies dans un délai de trente jours à dater du jour où ils ont reçu les informations visées à l'alinéa 1er. Le CWEDD transmet au Gouvernement son avis éventuel dans un délai de trente jours à dater du jour où il a reçu les informations visées à l'alinéa 1er.
CHAPITRE IV. - Du pouvoir de substitution.
Art. R.41-10. Pour l'application de l'article D.29-20, le Gouvernement ou l'instance chargée d'apprécier le caractère complet et recevable du dossier peut avoir recours pour l'affichage de l'avis d'enquête publique à un huissier de justice de son choix.
Les frais inhérents à l'accomplissement des formalités d'enquête publique sont à charge du collège communal défaillant.
CHAPITRE V. - Publicité relative à la décision.
Art. R.41-11. La décision d'adoption ou d'approbation d'un plan ou programme de catégorie B, ainsi que la déclaration environnementale et les mesures arrêtées concernant le suivi, et la décision de l'autorité compétente relative à un projet de catégorie B ou C, sont notifiées à tout organe que l'autorité compétente juge utile d'informer directement.
CHAPITRE VI. - Du conseiller en environnement.
Art. R.41-12. § 1er. L'octroi d'une subvention pour l'engagement ou le maintien de l'engagement d'un conseiller en environnement visé à l'article D.5-1 est subordonné aux conditions suivantes :
1° la commune, plusieurs communes limitrophes ou une association de communes procèdent à l'engagement d'un conseiller en environnement dans les six mois de la décision d'octroi de la subvention ou déclarent le maintien du conseiller en environnement en fonction dans le même délai;
2° disposer d'un agenda 21 local dans les trois ans suivant la décision d'octroi de la subvention;
3° le conseiller en environnement assure les missions qui lui sont confiées en application de la partie décrétale et veille notamment à :
a) coordonner les diverses planifications environnementales mises en place au sein de la commune, en ce compris l'agenda 21 local;
b) gérer les dossiers environnementaux en cours dans la commune et constituer un relais dans leur gestion transversale;
c) créer un dialogue avec la population en vue d'assurer la promotion et la mise en oeuvre de toute mesure favorable à l'environnement;
4° le conseiller en environnement a suivi :
a) une formation d'un minimum de 300 heures dans le domaine de l'environnement, avec un contenu pluridisciplinaire portant sur les sciences et techniques relatives à l'environnement;
b) une initiation d'un minimum de 30 heures aux méthodes et techniques de communication et de concertation sociale. Cette initiation peut être incluse dans la formation visée au point 3°, a) ;
5° le conseiller suit une formation annuelle assurée par le centre permanent de formation en environnement et développement durable.
§ 2. Afin de garantir une qualité élevée de formation, le centre visé au § 1er, 5°, soumet annuellement à l'approbation du Ministre de l'Environnement :
1° le contenu et la durée de la formation proposée;
2° un programme prévisionnel de sujets pour les années suivantes, compte tenu des sujets d'actualité;
3° la manière dont l'évaluation des conseillers sera réalisée.
Art. R.41-13. La demande de subvention pour l'engagement ou le maintien de l'engagement d'un conseiller en environnement est envoyée par le(s) collège(s) communal(aux) à la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement.
Le dossier de demande contient :
1° une copie de la délibération du conseil communal de la commune ou des communes concernées décidant :
a) l'engagement d'un agent dans un emploi du cadre du personnel communal ou
b) l'engagement d'une personne dans les liens d'un contrat de travail pour une durée d'un an au moins ou
c) la conclusion d'un marché de service, d'une durée d'au moins un an, avec soit une personne physique répondant aux conditions requises, soit une personne morale recourant aux services d'un ou de plusieurs conseillers en environnement, pour autant que le contrat prévoie que toutes les prestations dont bénéficiera la commune seront exécutées par des personnes répondant aux conditions requises;
2° une copie du diplôme visé à l'article D.5-1, § 2, accompagnée de tout document attestant du suivi de la formation visée à l'article précité, ou tout document attestant de l'expérience professionnelle visée à ce même article, ainsi qu'une attestation de suivi de la formation visée à l'article R.41-12, § 1er, 4°.
Art. R.41-14. Le montant de la subvention annuelle est fixé forfaitairement à 20.000 euros en cas d'emploi à temps plein.
En cas d'emploi à temps partiel, le montant de la subvention est diminué au prorata du temps presté.
Elle ne peut être octroyée si le nombre d'heures de service annuel est inférieur à 468.
Art. R.41-15. La liquidation d'une première tranche de 50 % du montant de la subvention annuelle a lieu, à titre d'avance, sur base d'une déclaration de créance introduite par la commune ou l'association de communes à partir de la décision d'octroi dans l'hypothèse du maintien en fonction d'un conseiller en environnement ou à partir de l'entrée en fonction d'un nouveau conseiller en environnement.
Art. R.41-16. Le paiement du solde est effectué au terme de l'année civile écoulée, au prorata des prestations effectuées et sur la base des documents suivants :
1° une déclaration de créance accompagnée du justificatif des dépenses qui comprennent, notamment, la charge salariale du conseiller en environnement et les frais de fonctionnement relatifs à ses missions;
2° le rapport d'activités relatif aux missions effectuées par le conseiller en environnement;
3° l'attestation de suivi de la formation annuelle visée à l'article R.41-12, § 1er, 4°.
Le(s) collège(s) communal(aux) adresse(nt) la demande de liquidation de la subvention, accompagnée des documents visés à l'alinéa 1er, à la D.G.R.N.E. au plus tard le 31 mars qui suit l'année civile pour laquelle la subvention a été octroyée. La demande de liquidation vaut demande de renouvellement de la subvention, sauf avis contraire de la commune.
Le rapport visé à l'alinéa 1er, 2°, du présent article porte notamment sur :
1° l'état d'avancement de l'agenda 21 local établi sous forme d'un tableau de bord reprenant les objectifs fixés, les moyens mis en oeuvre et l'évaluation des résultats;
2° le nombre de plans existants dans leur commune ainsi que leur évolution;
3° le nombre de dossiers environnementaux traités ainsi que leur objet principal;
4° le nombre d'actions de sensibilisation entreprises. "
HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen.
CHAPITRE II. - Dispositions modificatives et abrogatoires.
Afdeling I. - Boek I van het Milieuwetboek.
Section Ire. - Livre Ier du Code de l'Environnement.
Art.4. Artikel R.42 van Boek I van het Milieuwetboek wordt vervangen als volgt :
" Art. R.42. De raadpleging, zoals bedoeld in artikel D.42 wordt overeenkomstig de regelgevende bepalingen geregeld. "
" Art. R.42. De raadpleging, zoals bedoeld in artikel D.42 wordt overeenkomstig de regelgevende bepalingen geregeld. "
Art.4. L'article R.42 du Livre Ier du Code de l'Environnement est remplacé par la disposition suivante :
" Art. R.42. La consultation prévue à l'article D.42 est organisée conformément aux présentes dispositions réglementaires. "
" Art. R.42. La consultation prévue à l'article D.42 est organisée conformément aux présentes dispositions réglementaires. "
Art.5. In artikel R.43 van Boek I van het Milieuwetboek wordt de eerste zin geschrapt.
Art.5. Dans l'article R.43 du Livre Ier du Code de l'Environnement, la première phrase est supprimée.
Art.6. Artikel R.44 van Boek I van het Milieuwetboek wordt vervangen als volgt :
" Art. R.44. Tijdens de duur van de aanplakking van het bericht van openbaar onderzoek kan de gemeentelijke overheid beslissen het ontwerp-plan of -programma voor advies voor te leggen aan de door haar ingestelde overlegcommissies, waarvan de bevoegdheden op de ter inzage gelegde tekst betrekking hebben. Over het (de) uitgebrachte advies (adviezen) wordt schriftelijk gerapporteerd.
Binnen dertig dagen na afsluiting van de terinzagelegging doet het gemeentebestuur de Minister, samen met de eventuele synthesenota's en het met redenen omklede advies van de gemeenteraad, een afschrift toekomen van de door de bevolking en/of de in het eerste lid bedoelde overlegcommissies uitgebrachte adviezen. "
" Art. R.44. Tijdens de duur van de aanplakking van het bericht van openbaar onderzoek kan de gemeentelijke overheid beslissen het ontwerp-plan of -programma voor advies voor te leggen aan de door haar ingestelde overlegcommissies, waarvan de bevoegdheden op de ter inzage gelegde tekst betrekking hebben. Over het (de) uitgebrachte advies (adviezen) wordt schriftelijk gerapporteerd.
Binnen dertig dagen na afsluiting van de terinzagelegging doet het gemeentebestuur de Minister, samen met de eventuele synthesenota's en het met redenen omklede advies van de gemeenteraad, een afschrift toekomen van de door de bevolking en/of de in het eerste lid bedoelde overlegcommissies uitgebrachte adviezen. "
Art.6. L'article R.44 du Livre Ier du Code de l'Environnement est remplacé par la disposition suivante :
" Art. R.44. Pendant la durée d'affichage de l'avis d'enquête publique, les autorités communales peuvent décider de soumettre le projet de plan ou programme à l'avis des commissions consultatives qu'elles ont instituées, et dont les compétences touchent des matières abordées dans le texte soumis à enquête. Un compte-rendu du ou des avis émis est réalisé par écrit.
Dans les trente jours de la clôture de l'enquête publique, les autorités communales adressent au Ministre une copie des avis émis par la population et/ou les commissions citées à l'alinéa 1er, auxquels sont joints les éventuels rapport de synthèse et avis motivé du conseil communal. "
" Art. R.44. Pendant la durée d'affichage de l'avis d'enquête publique, les autorités communales peuvent décider de soumettre le projet de plan ou programme à l'avis des commissions consultatives qu'elles ont instituées, et dont les compétences touchent des matières abordées dans le texte soumis à enquête. Un compte-rendu du ou des avis émis est réalisé par écrit.
Dans les trente jours de la clôture de l'enquête publique, les autorités communales adressent au Ministre une copie des avis émis par la population et/ou les commissions citées à l'alinéa 1er, auxquels sont joints les éventuels rapport de synthèse et avis motivé du conseil communal. "
Art.7. In artikel R.45 van Boek I van het Milieuwetboek worden de woorden "van de in artikel 43 en artikel 44, punt 7," vervangen door de woorden "van de in de artikelen 43 en 44, tweede lid,".
Art.7. Dans l'article R.45 du Livre Ier du Code de l'Environnement, les mots "à l'article 43 et à l'article 44, 7°" sont remplacés par les mots "aux articles 43 et 44, alinéa 2".
Art.8. Artikel R.48 van Boek I van het Milieuwetboek wordt opgeheven.
Art.8. L'article R.48 du Livre Ier du Code de l'Environnement est abrogé.
Art.9. De eerste zin van artikel R.49 van Boek I van het Milieuwetboek wordt geschrapt.
Art.9. La première phrase de l'article R.49 du Livre Ier du Code de l'Environnement est abrogée.
Art.10. De artikelen R.50 en R.51 van Boek I van het Milieuwetboek worden opgeheven.
Art.10. Les articles R.50 et R.51 du Livre Ier du Code de l'Environnement sont abrogés.
Art.11. De artikelen R.76 tot R.80 van Boek I van het Milieuwetboek worden opgeheven.
Art.11. Les articles R.76 à R.80 du Livre Ier du Code de l'Environnement sont abrogés.
Art.12. De artikelen R.83 tot R.85 van het Milieuwetboek worden opgeheven.
Art.12. Les articles R.83 à R.85 du Code de l'Environnement sont abrogés.
Art.13. In het regelgevend deel van Boek I van het Milieuwetboek wordt bijlage IV vervangen door de volgende bijlage :
" Bijlage IV. - Minimale inhoud van de notulen van de informatievergadering
De notulen van de informatievergadering bedoeld in artikel D.29-5 bevatten minstens de volgende gegevens :
1. de datum, het uur en de plaats van de vergadering;
2. de identiteit en personalia van de voorzitter van de vergadering;
3. de naam van de personen zoals vermeld op de lijst der aanwezigen op de laatste vergadering;
4. een samenvatting van de verschillende besproken punten, meer bepaald :
- de voorstelling van het project door de aanvrager;
- de opmerkingen en voorstellen i.v.m. het project (met melding van de identiteit van de personen die het woord genomen hebben);
- als een milieueffectstudie wordt voorgeschreven :
° de bijzondere punten die aan het licht zijn gebracht om in het kader van de milieueffectstudie besproken te worden;
° de overgelegde technische alternatieven die redelijkerwijs door de aanvrager overwogen kunnen worden. "
" Bijlage IV. - Minimale inhoud van de notulen van de informatievergadering
De notulen van de informatievergadering bedoeld in artikel D.29-5 bevatten minstens de volgende gegevens :
1. de datum, het uur en de plaats van de vergadering;
2. de identiteit en personalia van de voorzitter van de vergadering;
3. de naam van de personen zoals vermeld op de lijst der aanwezigen op de laatste vergadering;
4. een samenvatting van de verschillende besproken punten, meer bepaald :
- de voorstelling van het project door de aanvrager;
- de opmerkingen en voorstellen i.v.m. het project (met melding van de identiteit van de personen die het woord genomen hebben);
- als een milieueffectstudie wordt voorgeschreven :
° de bijzondere punten die aan het licht zijn gebracht om in het kader van de milieueffectstudie besproken te worden;
° de overgelegde technische alternatieven die redelijkerwijs door de aanvrager overwogen kunnen worden. "
Art.13. Dans la partie réglementaire du Livre Ier du Code de l'Environnement, l'annexe IV est remplacée par l'annexe suivante :
" Annexe IV. - Contenu minimal du procès-verbal de la réunion d'information
Le procès-verbal de la réunion d'information visée à l'article D.29-5 contient au minimum les informations suivantes :
1. la date, l'heure et le lieu de la réunion;
2. l'identité et les coordonnées du président de la réunion;
3. le nom des personnes tel que renseigné par la liste des présences à la réunion;
4. un résumé des différents points abordés, et notamment :
- la présentation du projet réalisée par le demandeur;
- les observations et suggestions émises concernant le projet (avec indication de l'identité des personnes ayant pris la parole);
- si une étude d'incidences est prescrite :
° les points particuliers qui ont été mis en évidence afin d'être abordés dans l'étude d'incidences;
° les alternatives techniques présentées comme pouvant raisonnablement être envisagées par le demandeur. "
" Annexe IV. - Contenu minimal du procès-verbal de la réunion d'information
Le procès-verbal de la réunion d'information visée à l'article D.29-5 contient au minimum les informations suivantes :
1. la date, l'heure et le lieu de la réunion;
2. l'identité et les coordonnées du président de la réunion;
3. le nom des personnes tel que renseigné par la liste des présences à la réunion;
4. un résumé des différents points abordés, et notamment :
- la présentation du projet réalisée par le demandeur;
- les observations et suggestions émises concernant le projet (avec indication de l'identité des personnes ayant pris la parole);
- si une étude d'incidences est prescrite :
° les points particuliers qui ont été mis en évidence afin d'être abordés dans l'étude d'incidences;
° les alternatives techniques présentées comme pouvant raisonnablement être envisagées par le demandeur. "
Afdeling II. - Boek II van het Milieuwetboek.
Section II. - Livre II du Code de l'Environnement.
Art.14. In artikel R.152 van Boek II van het Milieuwetboek worden de leden 2 tot 5 vervangen als volgt :
" Binnen vijftien dagen na ontvangst van het dossier stelt het gemeentecollege een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Binnen vijftien dagen na ontvangst van het dossier stelt het gemeentecollege een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.14. Dans l'article R.152 du Livre II du Code de l'Environnement, les alinéas 2 à 5 sont remplacés par la disposition suivante :
" Dans les quinze jours de la réception du dossier, le collège communal ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Dans les quinze jours de la réception du dossier, le collège communal ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.15. In artikel R.162 van Boek II van het Milieuwetboek worden de leden 2 tot 5 vervangen als volgt :
" Binnen vijftien dagen na ontvangst van het dossier stelt het gemeentecollege een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Binnen vijftien dagen na ontvangst van het dossier stelt het gemeentecollege een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.15. Dans l'article R.162 du Livre II du Code de l'Environnement, les alinéas 2 à 5 sont remplacés par la disposition suivante :
" Dans les quinze jours de la réception du dossier, le collège communal ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Dans les quinze jours de la réception du dossier, le collège communal ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Afdeling III. - Koninklijk besluit van 20 december 1854 betreffende de uitvoering van het Boswetboek.
Section III. - Arrêté royal du 20 décembre 1854 concernant l'exécution du Code forestier.
Art.16. Artikel 36 van het koninklijk besluit van 20 december 1854 betreffende de uitvoering van het Boswetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
" De inrichting of de wijziging van de geldende inrichting wordt vóór de aanneming ervan krachtens artikel 31, eerste lid, van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
" De inrichting of de wijziging van de geldende inrichting wordt vóór de aanneming ervan krachtens artikel 31, eerste lid, van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
Art.16. Dans l'article 36 de l'arrêté royal du 20 décembre 1854 concernant l'exécution du Code forestier, il est ajouté un 2e alinéa rédigé comme suit :
" L'aménagement ou la modification de l'aménagement établi est soumis, préalablement à son adoption en vertu de l'article 31, alinéa 1er, de la loi du 19 décembre 1854 contenant le Code forestier, aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" L'aménagement ou la modification de l'aménagement établi est soumis, préalablement à son adoption en vertu de l'article 31, alinéa 1er, de la loi du 19 décembre 1854 contenant le Code forestier, aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.17. Artikel 37 van het koninklijk besluit van 20 december 1854 betreffende de uitvoering van het Boswetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
" Binnen een maand na ontvangst van het advies van het Provinciecollege wordt het inrichtingsproject onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
" Binnen een maand na ontvangst van het advies van het Provinciecollege wordt het inrichtingsproject onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
Art.17. Dans l'article 37 de l'arrêté royal du 20 décembre 1854 concernant l'exécution du Code forestier, il est ajouté un 2e alinéa rédigé comme suit :
" Dans le mois de la réception de l'avis du collège provincial, le projet d'aménagement est soumis aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Dans le mois de la réception de l'avis du collège provincial, le projet d'aménagement est soumis aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Afdeling IV. - Koninklijk besluit van 7 april 1953 houdende regeling van de vorm en van de wijze van onderzoek der aanvragen tot het bekomen van een uitsluitende vergunning tot het opsporen of ontginnen van petroleum en brandbare gassen.
Section IV. - Arrêté royal du 7 avril 1953 déterminant la forme et les modalités de l'instruction des demandes de permis exclusif de recherche ou d'exploitation du pétrole et des gaz.
Art.18. Het koninklijk besluit van 7 april 1953 houdende regeling van de vorm en van de wijze van onderzoek der aanvragen tot het bekomen van een uitsluitende vergunning tot het opsporen of ontginnen van petroleum en brandbare gassen wordt aangevuld met een artikel 5bis, luidend als volgt :
" Art. 5bis. "Binnen zestig dagen na afloop van de termijn voorgeschreven voor de indiening van de aanvraag tot mededinging en van het verzet wordt een openbaar onderzoek gevoerd overeenkomstig de bepalingen van titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. Een afschrift van het aanvraagdossier wordt overgemaakt aan de gemeenten die door de directeur-generaal van het mijnwezen worden aangewezen overeenkomstig artikel D.29-4, tweede lid, van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Art. 5bis. "Binnen zestig dagen na afloop van de termijn voorgeschreven voor de indiening van de aanvraag tot mededinging en van het verzet wordt een openbaar onderzoek gevoerd overeenkomstig de bepalingen van titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. Een afschrift van het aanvraagdossier wordt overgemaakt aan de gemeenten die door de directeur-generaal van het mijnwezen worden aangewezen overeenkomstig artikel D.29-4, tweede lid, van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.18. Dans l'arrêté royal du 7 avril 1953 déterminant la forme et les modalités de l'instruction des demandes de permis exclusif de recherche ou d'exploitation du pétrole et des gaz, il est ajouté un article 5bis rédigé comme suit :
" Art. 5bis. Dans les soixante jours qui suivent l'expiration du délai pour former les demandes en concurrence et les oppositions, une enquête publique est organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. Une copie du dossier de demande est transmise aux communes désignées par le directeur général des mines en application de l'article D.29-4, alinéa 2, du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Art. 5bis. Dans les soixante jours qui suivent l'expiration du délai pour former les demandes en concurrence et les oppositions, une enquête publique est organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. Une copie du dossier de demande est transmise aux communes désignées par le directeur général des mines en application de l'article D.29-4, alinéa 2, du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.19. Hetzelfde besluit wordt met een artikel 5ter aangevuld, luidend als volgt :
" Art. 5ter. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het openbaar onderzoek is afgesloten, geeft de gemeente de directeur-generaal van het mijnwezen kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
" Art. 5ter. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het openbaar onderzoek is afgesloten, geeft de gemeente de directeur-generaal van het mijnwezen kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
Art.19. Dans le même arrêté, il est ajouté un article 5ter rédigé comme suit :
" Art. 5ter. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, la commune communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture au directeur général des Mines. "
" Art. 5ter. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, la commune communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture au directeur général des Mines. "
Art.20. In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "het verstrijken van de termijn gesteld voor het doen van de aanvraag om mededinging en van het verzet" vervangen door de woorden "het ontvangen van de stukken bedoeld in artikel 5ter ".
Art.20. Dans l'article 6 du même arrêté royal, les mots "l'expiration du délai pour former les demandes en concurrence et les oppositions" sont remplacés par les mots "la réception des documents visés à l'article 5ter ".
Afdeling V. - Koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo en incommodo, voorgeschreven bij de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Section V. - Arrêté royal du 29 novembre 1968 fixant la procédure des enquêtes de commodo et incommodo et des recours prévus par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables.
Art.21. Het koninklijk besluit van 29 november 1968 houdende vaststelling van de procedure bij de onderzoeken de commodo en incommodo, voorgeschreven bij de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, wordt aangevuld met een artikel 7bis, luidend als volgt :
" Het tweede lid van artikel 3, het tweede en het derde lid van artikel 4 en de artikelen 6 en 7 zijn niet van toepassing op de plannen, programma's en projecten bedoeld in artikel D.29-1 van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Het tweede lid van artikel 3, het tweede en het derde lid van artikel 4 en de artikelen 6 en 7 zijn niet van toepassing op de plannen, programma's en projecten bedoeld in artikel D.29-1 van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.21. Dans l'arrêté royal du 29 novembre 1968 fixant la procédure des enquêtes de commodo et incommodo et des recours prévus par la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d'eau non navigables, il est ajouté un article 7bis formulé comme suit :
" Le 2e alinéa de l'article 3, les 2e et 3e alinéas de l'article 4 et les articles 6 et 7 ne sont pas applicables aux plans, programmes et projets visés par l'article D.29-1 du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Le 2e alinéa de l'article 3, les 2e et 3e alinéas de l'article 4 et les articles 6 et 7 ne sont pas applicables aux plans, programmes et projets visés par l'article D.29-1 du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Afdeling VI. - Koninklijk besluit van 2 april 1979 houdende vaststelling van het beheersreglement der bosreservaten.
Section VI. - Arrêté royal du 2 avril 1979 établissant le règlement de gestion des réserves forestières.
Art.22. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 2 april 1979 houdende vaststelling van het beheersreglement der bosreservaten wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt :
" Binnen een maand na ontvangst van het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" wordt het ontwerp van besluit houdende de inrichting van een bosreservaat dat onder de bosregeling valt onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
" Binnen een maand na ontvangst van het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" wordt het ontwerp van besluit houdende de inrichting van een bosreservaat dat onder de bosregeling valt onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. "
Art.22. Dans l'article 3 de l'arrêté royal du 2 avril 1979 établissant le règlement de gestion des réserves forestières, il est ajouté un 3e alinéa rédigé comme suit :
" Dans le mois de la réception de l'avis du Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature, le projet d'arrêté portant l'aménagement d'une réserve forestière soumise au régime forestier est soumis aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Dans le mois de la réception de l'avis du Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature, le projet d'arrêté portant l'aménagement d'une réserve forestière soumise au régime forestier est soumis aux modalités de participation du public prévues au titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Afdeling VII. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1987 houdende het reglement betreffende het openbare onderzoek over de ontwerpen van natuurparken.
Section VII. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon du 10 septembre 1987 portant le règlement relatif à l'enquête publique sur les projets de parcs naturel.
Art.23. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 september 1987 houdende het reglement betreffende het openbare onderzoek over de ontwerpen van natuurparken wordt opgeheven.
Art.23. L'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 10 septembre 1987 portant le règlement relatif à l'enquête publique sur les projets de parcs naturels est abrogé.
Afdeling VIII. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 juli 1990 houdende uitvoering van het decreet van 7 juli 1988, op de mijnen wat de procedure betreft die inzake toekenning, afstand, fusie, verhuring of verpachting van mijnconcessies dient te worden toegepast.
Section VIII. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon du 26 juillet 1990 portant exécution du décret du 7 juillet 1988 sur les mines, en ce qui concerne la procédure à suivre pour l'octroi, la cession, la fusion, la location ou l'amodiation de concessions.
Art.24. In het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 juli 1990 houdende uitvoering van het decreet van 7 juli 1988, op de mijnen wat de procedure betreft die inzake toekenning, afstand, fusie, verhuring of verpachting van mijnconcessies dient te worden toegepast, worden de leden 2 tot 8 van artikel 5 vervangen als volgt :
" De gouverneur maakt een afschrift van het aanvraagdossier, in voorkomend geval samen met de stukken bedoeld in artikel D.29-14, tweede lid, aan de betrokken gemeenten over teneinde een openbaar onderzoek te organiseren overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De administratie bepaalt de openingsdatum van dit onderzoek. "
" De gouverneur maakt een afschrift van het aanvraagdossier, in voorkomend geval samen met de stukken bedoeld in artikel D.29-14, tweede lid, aan de betrokken gemeenten over teneinde een openbaar onderzoek te organiseren overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De administratie bepaalt de openingsdatum van dit onderzoek. "
Art.24. Dans l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 26 juillet 1990 portant exécution du décret du 7 juillet 1988 sur les mines, en ce qui concerne la procédure à suivre pour l'octroi, la cession, la fusion, la location ou l'amodiation de concessions, les alinéas 2 à 8 de l'article 5 sont remplacés par les dispositions suivantes :
" Le gouverneur transmet une copie du dossier de demande accompagné, le cas échéant, des documents visés à l'article D.29-14, alinéa 2, aux communes concernées afin qu'une enquête publique soit organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
La date d'ouverture de l'enquête est fixée par l'administration. "
" Le gouverneur transmet une copie du dossier de demande accompagné, le cas échéant, des documents visés à l'article D.29-14, alinéa 2, aux communes concernées afin qu'une enquête publique soit organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
La date d'ouverture de l'enquête est fixée par l'administration. "
Art.25. In hetzelfde besluit worden de leden 1 tot 3 van artikel 6 vervangen als volgt :
" Bij de sluiting van het openbaar onderzoek beschikt de aanvrager over een termijn van dertig dagen om kennis te nemen van het openbaar onderzoek en om op de opmerkingen in te gaan.
Na afloop van deze termijn stuurt de gemeente het dossier binnen acht dagen aan de mijningenieur. "
" Bij de sluiting van het openbaar onderzoek beschikt de aanvrager over een termijn van dertig dagen om kennis te nemen van het openbaar onderzoek en om op de opmerkingen in te gaan.
Na afloop van deze termijn stuurt de gemeente het dossier binnen acht dagen aan de mijningenieur. "
Art.25. Dans le même arrêté, les alinéas 1er à 3 de l'article 6 sont remplacés par la disposition suivante :
" A la clôture de l'enquête publique, le demandeur dispose d'un délai de trente jours pour prendre connaissance du dossier d'enquête publique et répondre aux observations.
Passé ce délai, la commune communique dans les huit jours le dossier à l'ingénieur des mines. "
" A la clôture de l'enquête publique, le demandeur dispose d'un délai de trente jours pour prendre connaissance du dossier d'enquête publique et répondre aux observations.
Passé ce délai, la commune communique dans les huit jours le dossier à l'ingénieur des mines. "
Afdeling IX. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 juli 1990 houdende uitvoering van het decreet van 7 juli 1988, op de mijnen wat de procedure en de voorwaarden inzake toekenning, verlenging, afstand en samenvoeging van de opsporingsvergunningen betreft.
Section IX. - Arrêté de l'Exécutif régional wallon du 26 juillet 1990 portant exécution du décret du 7 juillet 1988 sur les mines, en ce qui concerne la procédure et les conditions d'octroi, de prolongation, de cession et de fusion des permis de recherche.
Art.26. In het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 juli 1990 houdende uitvoering van het decreet van 7 juli 1988, op de mijnen wat de procedure en de voorwaarden inzake toekenning, verlenging, afstand en samenvoeging van de opsporingsvergunningen betreft, worden de leden 2 tot 8 van artikel 5 vervangen als volgt :
" De gouverneur maakt een exemplaar van het aanvraagdossier, in voorkomend geval samen met de stukken bedoeld in artikel D.29-14, tweede lid, aan de betrokken gemeenten over teneinde een openbaar onderzoek te organiseren overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De administratie bepaalt de openingsdatum van dit onderzoek. "
" De gouverneur maakt een exemplaar van het aanvraagdossier, in voorkomend geval samen met de stukken bedoeld in artikel D.29-14, tweede lid, aan de betrokken gemeenten over teneinde een openbaar onderzoek te organiseren overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De administratie bepaalt de openingsdatum van dit onderzoek. "
Art.26. Dans l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 26 juillet 1990 portant exécution du décret du 7 juillet 1988 sur les mines, en ce qui concerne la procédure et les conditions d'octroi, de prolongation, de cession et de fusion des permis de recherche, les alinéas 2 à 8 de l'article 5 sont remplacés par les dispositions suivantes :
" Le gouverneur transmet un exemplaire du dossier de demande accompagné, le cas échéant, des documents visés à l'article D.29-14, alinéa 2, aux communes concernées afin qu'une enquête publique soit organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
La date d'ouverture de l'enquête est fixée par l'administration. "
" Le gouverneur transmet un exemplaire du dossier de demande accompagné, le cas échéant, des documents visés à l'article D.29-14, alinéa 2, aux communes concernées afin qu'une enquête publique soit organisée conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
La date d'ouverture de l'enquête est fixée par l'administration. "
Art.27. In hetzelfde besluit worden de leden 1 tot 3 van artikel 6 vervangen als volgt :
" Bij de sluiting van het openbaar onderzoek beschikt de aanvrager over een termijn van dertig dagen om kennis te nemen van het openbaar onderzoek en om op de opmerkingen in te gaan.
Na afloop van deze termijn stuurt de gemeente het dossier binnen acht dagen aan de mijningenieur. "
" Bij de sluiting van het openbaar onderzoek beschikt de aanvrager over een termijn van dertig dagen om kennis te nemen van het openbaar onderzoek en om op de opmerkingen in te gaan.
Na afloop van deze termijn stuurt de gemeente het dossier binnen acht dagen aan de mijningenieur. "
Art.27. Dans l'article 6 du même arrêté, les alinéas 1er à 3 sont remplacés par les dispositions suivantes :
" A la clôture de l'enquête publique, le demandeur dispose d'un délai de trente jours pour prendre connaissance du dossier d'enquête publique et répondre aux observations.
Passé ce délai, la commune communique dans les huit jours le dossier à l'ingénieur des mines. "
" A la clôture de l'enquête publique, le demandeur dispose d'un délai de trente jours pour prendre connaissance du dossier d'enquête publique et répondre aux observations.
Passé ce délai, la commune communique dans les huit jours le dossier à l'ingénieur des mines. "
Afdeling X. - Besluit van 29 juli 1993 tot ontsluiting van steenbergen.
Section X. - Arrêté du 29 juillet 1993 relatif à la valorisation des terrils.
Art.28. Artikel 4, § 4, van het besluit van 29 juli 1993 tot ontsluiting van steenbergen wordt aangevuld met de volgende zin :
" Hij maakt een volledig exemplaar van de aanvraag aan de naburige gemeenten en de ontbrekende stukken en inlichtingen aan de gewestelijke ambtenaren over. "
" Hij maakt een volledig exemplaar van de aanvraag aan de naburige gemeenten en de ontbrekende stukken en inlichtingen aan de gewestelijke ambtenaren over. "
Art.28. Dans l'article 4, § 4, de l'arrêté du 29 juillet 1993 relatif à la valorisation des terrils, la phrase suivante est ajoutée in fine :
" Il transmet un exemplaire complet de la demande aux communes voisines et les pièces et renseignements manquants aux fonctionnaires régionaux. "
" Il transmet un exemplaire complet de la demande aux communes voisines et les pièces et renseignements manquants aux fonctionnaires régionaux. "
Art.29. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 5. Binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag stelt het college een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Art. 5. Binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag stelt het college een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.29. Dans le même arrêté, l'article 5 est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 5. Dans les quarante jours de l'introduction de la demande, le collège ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Art. 5. Dans les quarante jours de l'introduction de la demande, le collège ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.30. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "en de colleges van de naburige gemeenten" geschrapt.
Art.30. Dans l'article 6 du même arrêté, les mots "et aux collèges des communes voisines" sont supprimés.
Art.31. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.31. L'article 10 du même arrêté est abrogé.
Art.32. Artikel 12, § 4, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin :
" Zij maakt een volledig exemplaar van de aanvraag aan deze gemeenten en de ontbrekende stukken en inlichtingen aan de gewestelijke ambtenaren over. "
" Zij maakt een volledig exemplaar van de aanvraag aan deze gemeenten en de ontbrekende stukken en inlichtingen aan de gewestelijke ambtenaren over. "
Art.32. Dans l'article 12, § 4, du même arrêté, la phrase suivante est ajoutée in fine :
" Elle transmet un exemplaire complet de la demande à ces communes et les pièces et renseignements manquants aux fonctionnaires régionaux. "
" Elle transmet un exemplaire complet de la demande à ces communes et les pièces et renseignements manquants aux fonctionnaires régionaux. "
Art.33. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 13. Binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag stelt het college een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Art. 13. Binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag stelt het college een openbaar onderzoek in overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.33. L'article 13 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 13. Dans les quarante jours de l'introduction de la demande, le collège ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Art. 13. Dans les quarante jours de l'introduction de la demande, le collège ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.34. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 14. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het onderzoek is afgesloten, geeft het college de gewestelijke ambtenaren kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
" Art. 14. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het onderzoek is afgesloten, geeft het college de gewestelijke ambtenaren kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
Art.34. L'article 14 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 14. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, le collège communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture aux fonctionnaires régionaux. "
" Art. 14. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, le collège communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture aux fonctionnaires régionaux. "
Art.35. In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "betrokken" vervangen door de woorden "waar een openbaar onderzoek werd gevoerd".
Art.35. Dans l'article 15, alinéa 1er, du même arrêté, le mot "concernées" est remplacé par les mots "où une enquête publique a été organisée".
Art.36. In artikel 18, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de in de aanvraag bedoelde steenberg(en) gelegen is (zijn)" vervangen door de woorden "een openbaar onderzoek werd gevoerd".
Art.36. Dans l'article 18, alinéa 2, du même arrêté, les mots "se situent le terril ou les terrils visés par la demande" sont remplacés par les mots "une enquête publique a été organisée".
Art.37. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.37. L'article 19 du même arrêté est abrogé.
Art.38. In artikel 26, § 4, van hetzelfde besluit :
1° wordt in het eerste lid het woord "naburige" vervangen door de woorden "waar een openbaar onderzoek werd gevoerd";
2° wordt het tweede lid opgeheven.
1° wordt in het eerste lid het woord "naburige" vervangen door de woorden "waar een openbaar onderzoek werd gevoerd";
2° wordt het tweede lid opgeheven.
Art.38. Dans l'article 26, § 4, du même arrêté :
1° à l'alinéa 1er, le mot "voisines" est remplacé par les mots "où une enquête publique a été organisée";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
1° à l'alinéa 1er, le mot "voisines" est remplacé par les mots "où une enquête publique a été organisée";
2° l'alinéa 2 est abrogé.
Art.39. In artikel 27 van hetzelfde besluit :
1° in § 1 :
a) wordt in het tweede lid het woord "naburige" vervangen door de woorden "waar een openbaar onderzoek werd gevoerd";
b) wordt het derde lid opgeheven.
2° wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. Buiten de in § 1 bedoelde gevallen wordt een openbaar onderzoek ingesteld overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De Waalse Regering maakt een afschrift van het dossier aan betrokken gemeenten over binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag en vermeldt de openingsdatum van het openbaar onderzoek. ";
3° worden de §§ 3 tot 7 opgeheven.
1° in § 1 :
a) wordt in het tweede lid het woord "naburige" vervangen door de woorden "waar een openbaar onderzoek werd gevoerd";
b) wordt het derde lid opgeheven.
2° wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. Buiten de in § 1 bedoelde gevallen wordt een openbaar onderzoek ingesteld overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.
De Waalse Regering maakt een afschrift van het dossier aan betrokken gemeenten over binnen veertig dagen na de indiening van de aanvraag en vermeldt de openingsdatum van het openbaar onderzoek. ";
3° worden de §§ 3 tot 7 opgeheven.
Art.39. Dans l'article 27, du même arrêté :
1° au § 1er :
a) à l'alinéa 2, le mot "voisines" est remplacé par les mots "où une enquête publique a été organisée";
b) l'alinéa 3 est abrogé.
2° le § 2 est remplacé par la disposition suivante :
" § 2. En dehors des cas visés au § 1er, une enquête publique est ouverte conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
Le Gouvernement wallon transmet une copie du dossier aux communes concernées dans les quarante jours de l'introduction de la demande et précise la date d'ouverture de l'enquête publique. ";
3° les §§ 3 à 7 sont abrogés.
1° au § 1er :
a) à l'alinéa 2, le mot "voisines" est remplacé par les mots "où une enquête publique a été organisée";
b) l'alinéa 3 est abrogé.
2° le § 2 est remplacé par la disposition suivante :
" § 2. En dehors des cas visés au § 1er, une enquête publique est ouverte conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement.
Le Gouvernement wallon transmet une copie du dossier aux communes concernées dans les quarante jours de l'introduction de la demande et précise la date d'ouverture de l'enquête publique. ";
3° les §§ 3 à 7 sont abrogés.
Art.40. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 28. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het onderzoek is afgesloten, geeft het college de gewestelijke ambtenaren kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
" Art. 28. Binnen tien dagen, met ingang van de datum waarop het onderzoek is afgesloten, geeft het college de gewestelijke ambtenaren kennis van het afschrift van de opmerkingen en klachten, alsook van het proces-verbaal van sluiting. "
Art.40. L'article 28 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 28. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, le collège communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture aux fonctionnaires régionaux. "
" Art. 28. Dans un délai de dix jours à dater de la clôture de l'enquête, le collège communique la copie des observations et réclamations ainsi que du procès-verbal de clôture aux fonctionnaires régionaux. "
Art.41. In artikel 32, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de in de aanvraag bedoelde steenberg(en) gelegen is (zijn)" vervangen door de woorden "een openbaar onderzoek werd gevoerd".
Art.41. Dans l'article 32, alinéa 2, du même arrêté, les mots "se situent le terril ou les terrils visés par la demande" sont remplacés par les mots "une enquête publique a été organisée".
Art.42. Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.42. L'article 33 du même arrêté est abrogé.
Afdeling XI. - Besluit van de Waalse Regering van 25 juli 1996 tot vaststelling van de regels voor het milieueffectenonderzoek en het openbaar onderzoek betreffende het plan voor centra voor technische ingraving.
Section XI. - Arrêté du Gouvernement wallon du 25 juillet 1996 établissant les règles de l'étude des incidences sur l'environnement et de l'enquête publique relatives au plan des centres d'enfouissement technique.
Art.43. In artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 25 juli 1996 tot vaststelling van de regels voor het milieueffectenonderzoek en het openbaar onderzoek betreffende het plan voor centra voor technische ingraving :
1° wordt het tweede lid vervangen door volgend lid :
" Het openbaar onderzoek wordt gevoerd volgens de modaliteiten bedoeld in titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. ";
2° wordt het derde lid opgeheven;
3° worden in het vierde lid de woorden "bekendgemaakt in ten minste twee dagbladen, zoals bepaald in artikel 3, 2° van voormeld besluit van 21 april 1994" geschrapt.
1° wordt het tweede lid vervangen door volgend lid :
" Het openbaar onderzoek wordt gevoerd volgens de modaliteiten bedoeld in titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. ";
2° wordt het derde lid opgeheven;
3° worden in het vierde lid de woorden "bekendgemaakt in ten minste twee dagbladen, zoals bepaald in artikel 3, 2° van voormeld besluit van 21 april 1994" geschrapt.
Art.43. Dans l'article 5 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 25 juillet 1996 établissant les règles de l'étude des incidences sur l'environnement et de l'enquête publique relatives au plan des centres d'enfouissement technique :
1° le 2e alinéa est remplacé par l'alinéa suivant :
" L'enquête publique est organisée selon les modalités prévues par le titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. ";
2° le 3e alinéa est abrogé;
3° dans le 4e alinéa, les mots "parue dans au moins deux journaux telle que prévue à l'article 3, 2°, de l'arrêté précité du 21 avril 1994" sont abrogés.
1° le 2e alinéa est remplacé par l'alinéa suivant :
" L'enquête publique est organisée selon les modalités prévues par le titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. ";
2° le 3e alinéa est abrogé;
3° dans le 4e alinéa, les mots "parue dans au moins deux journaux telle que prévue à l'article 3, 2°, de l'arrêté précité du 21 avril 1994" sont abrogés.
Art.44. Bijlage II bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.44. L'annexe II du même arrêté est abrogée.
Afdeling XII. - Besluit van de Waalse Regering van 27 mei 1999 inzake de opstelling en de financiering van de gemeentelijke milieu- en natuurbevorderingsplannen.
Section XII. - Arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 1999 relatif à l'établissement et au financement des plans communaux d'environnement et de développement de la nature.
Art.45. In het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 1999 inzake de opstelling en de financiering van de gemeentelijke milieu- en natuurbevorderingsplannen worden de artikelen 9, § 2, 10, 13, laatste lid, 14 en 16, § 2, opgeheven.
Art.45. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 mai 1999 relatif à l'établissement et au financement des plans communaux d'environnement et de développement de la nature, les articles 9, § 2, 10, 13, dernier alinéa, 14 et 16, § 2, sont abrogés.
Art.46. In artikel 12, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "die beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 14" geschrapt.
Art.46. Dans l'article 12, 1°, du même arrêté les mots répondant aux conditions fixées à l'article 14 sont supprimés.
Afdeling XIII. - Besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
Section XIII. - Arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 relatif à la procédure et à diverses mesures d'exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement.
Art.47. In het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wordt artikel 7 opgeheven.
Art.47. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 relatif à la procédure et à diverses mesures d'exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, l'article 7 est abrogé.
Art.48. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden "op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek wordt georganiseerd" vervangen door de woorden "die onder het aangevraagd project kunnen vallen".
Art.48. Dans l'article 8 du même arrêté, les mots "sur le territoire desquelles une enquête publique est organisée" sont remplacés par les mots "susceptibles d'être affectées par le projet faisant l'objet de la demande".
Art.49. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art 9. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 8 aangeplakt. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X. "
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd bezorgt de technische ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies."
" Art 9. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 8 aangeplakt. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X. "
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd bezorgt de technische ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies."
Art.49. L'article 9 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 9. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 8. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X. "
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
" Art. 9. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 8. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X. "
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
Art.50. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.50. Les articles 10, 11, 12 et 13 du même arrêté sont abrogés.
Art.51. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.51. Dans le même arrêté, l'article 35 est abrogé.
Art.52. In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de woorden "op het grondgebied waarvan een openbaar onderzoek wordt georganiseerd" vervangen door de woorden "die onder het aangevraagd project kunnen vallen".
Art.52. Dans l'article 36 du même arrêté, les mots "sur le territoire desquelles une enquête publique est organisée" sont remplacés par les mots "susceptibles d'être affectées par le projet faisant l'objet de la demande".
Art.53. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 37. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 36. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X.
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de technische ambtenaar en de afgevaardigde ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies. "
" Art. 37. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 36. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X.
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de technische ambtenaar en de afgevaardigde ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D.29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies. "
Art.53. L'article 37 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 37. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 36. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X.
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique et au fonctionnaire délégué les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
" Art. 37. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 36. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X.
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique et au fonctionnaire délégué les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
Art.54. De artikelen 38, 39, 40 en 41 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.54. Les articles 38, 39, 40 et 41 du même arrêté sont abrogés.
Art.55. In hetzelfde besluit wordt bijlage X vervangen door de volgende bijlage :
" Bijlage X. - Openbaar onderzoek
Gemeente van ...........
INRICHTINGEN MET INSTALLATIES OF ACTIVITEITEN INGEDEELD KRACHTENS HET DECREET VAN 11 MAART 1999 BETREFFENDE DE MILIEUVERGUNNING
Betreft de aanvraag van
om een milieuvergunning of een unieke vergunning of de wijziging van de bijzondere exploitatievoorwaarden voor (voorwerp van de aanvraag en beknopte beschrijving van het project).
Het dossier (aangeven of het vergezeld gaat van een milieueffectstudie) ligt ter inzage bij het gemeentebestuur vanaf
Datum van aanplakking van de aanvraag :
Openingsdatum van het onderzoek :
Plaats, datum en uur van sluiting van het onderzoek :
Geschreven opmerkingen kunnen gericht worden aan :
De burgemeester informeert de bevolking dat een openbaar onderzoek betreffende bovenbedoelde aanvraag is geopend.
Het dossier ligt ter inzage vanaf de openingsdatum tot de sluitingsdatum van het onderzoek, elke werkdag tijdens de diensturen en op tot 20 uur of op zaterdagochtend.
Als de raadpleging plaatsvindt op een werkdag na zestien uur of op zaterdagochtend, moet de persoon die het dossier wenst in te kijken uiterlijk vierentwintig uur op voorhand afspraak maken bij
(naam en personalia van de persoon die verantwoordelijk is voor de afspraken).
Opmerkingen kunnen tot de sluiting van het onderzoek binnen bovenbedoeld termijn schriftelijk of mondeling gericht worden aan de gemeentelijke administratie.
Mondelinge klachten en opmerkingen worden op afspraak ingezameld door de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, door de daartoe afgevaardigde gemeentebeambte1.
Technische uitleg over het project kan verkregen worden bij de aanvrager, de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, bij het gemeentecollege of de daartoe afgevaardigde gemeentebeambte1, de technische ambtenaar (adres en algemeen telefoonnummer) en de afgevaardigde ambtenaar (als het gaat om een eenmalige vergunning, adres en algemeen telefoonnummer).
De overheid die bevoegd is om te beslissen over de aanvraag die het voorwerp uitmaakt van dit openbaar onderzoek is ...............
(Aangeven of het project het voorwerp uitmaakt van een milieueffectbeoordelingsprocedure in grensoverschrijdend verband overeenkomstig artikel D.29-11, § 1, van Boek I van het Milieuwetboek).
(Aangeven of overige milieuinformatie betreffende het project beschikbaar is).
(De naam en personalia van de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, van de adviseur(s) inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw opgeven).
Te .........., op ................
De burgemeester "
" Bijlage X. - Openbaar onderzoek
Gemeente van ...........
INRICHTINGEN MET INSTALLATIES OF ACTIVITEITEN INGEDEELD KRACHTENS HET DECREET VAN 11 MAART 1999 BETREFFENDE DE MILIEUVERGUNNING
Betreft de aanvraag van
om een milieuvergunning of een unieke vergunning of de wijziging van de bijzondere exploitatievoorwaarden voor (voorwerp van de aanvraag en beknopte beschrijving van het project).
Het dossier (aangeven of het vergezeld gaat van een milieueffectstudie) ligt ter inzage bij het gemeentebestuur vanaf
Datum van aanplakking van de aanvraag :
Openingsdatum van het onderzoek :
Plaats, datum en uur van sluiting van het onderzoek :
Geschreven opmerkingen kunnen gericht worden aan :
De burgemeester informeert de bevolking dat een openbaar onderzoek betreffende bovenbedoelde aanvraag is geopend.
Het dossier ligt ter inzage vanaf de openingsdatum tot de sluitingsdatum van het onderzoek, elke werkdag tijdens de diensturen en op tot 20 uur of op zaterdagochtend.
Als de raadpleging plaatsvindt op een werkdag na zestien uur of op zaterdagochtend, moet de persoon die het dossier wenst in te kijken uiterlijk vierentwintig uur op voorhand afspraak maken bij
(naam en personalia van de persoon die verantwoordelijk is voor de afspraken).
Opmerkingen kunnen tot de sluiting van het onderzoek binnen bovenbedoeld termijn schriftelijk of mondeling gericht worden aan de gemeentelijke administratie.
Mondelinge klachten en opmerkingen worden op afspraak ingezameld door de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, door de daartoe afgevaardigde gemeentebeambte1.
Technische uitleg over het project kan verkregen worden bij de aanvrager, de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, bij het gemeentecollege of de daartoe afgevaardigde gemeentebeambte1, de technische ambtenaar (adres en algemeen telefoonnummer) en de afgevaardigde ambtenaar (als het gaat om een eenmalige vergunning, adres en algemeen telefoonnummer).
De overheid die bevoegd is om te beslissen over de aanvraag die het voorwerp uitmaakt van dit openbaar onderzoek is ...............
(Aangeven of het project het voorwerp uitmaakt van een milieueffectbeoordelingsprocedure in grensoverschrijdend verband overeenkomstig artikel D.29-11, § 1, van Boek I van het Milieuwetboek).
(Aangeven of overige milieuinformatie betreffende het project beschikbaar is).
(De naam en personalia van de milieuadviseur of, bij gebreke daarvan, van de adviseur(s) inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw opgeven).
Te .........., op ................
De burgemeester "
Art.55. Dans le même arrêté, l'annexe X est remplacée par l'annexe suivante :
" Annexe X. - Enquête publique
Commune de
ETABLISSEMENTS CONTENANT DES INSTALLATIONS OU ACTIVITES CLASSEES EN VERTU DU DECRET DU 11 MARS 1999 RELATIF AU PERMIS D'ENVIRONNEMENT
Concerne la demande de
en vue d'obtenir le permis d'environnement, le permis unique ou la modification des conditions particulières d'exploitation pour (objet de la demande et courte description du projet).
Le dossier (indiquer s'il est accompagné d'une étude d'incidences) peut être consulté à l'administration communale à partir du
Date d'affichage de la demande :
Date d'ouverture de l'enquête :
Lieu date et heure de clôture de l'enquête :
Les observations écrites peuvent être adressées à :
Le bourgmestre, porte à la connaissance de la population qu'une enquête publique est ouverte, relative à la demande susmentionnée.
Le dossier peut être consulté à partir de la date d'ouverture jusqu'à la date de clôture de l'enquête, chaque jour ouvrable pendant les heures de service, et le jusqu'à 20 heures ou le samedi matin.
Lorsque la consultation a lieu un jour ouvrable après seize heures ou le samedi matin, la personne souhaitant consulter le dossier doit prendre rendez-vous au plus tard vingt-quatre heures à l'avance auprès de
(nom et coordonnées de la personne responsable de l'organisation des rendez-vous).
Tout intéressé peut formuler ses observations écrites ou orales auprès de l'administration communale dans le délai mentionné ci-dessus, jusqu'à la clôture de l'enquête.
Les réclamations et observations verbales sont recueillies sur rendez-vous par le conseiller en environnement ou, à défaut, par l'agent communal délégué à cet effet1.
Tout intéressé peut obtenir des explications techniques sur le projet auprès du demandeur, du conseiller en environnement ou, à défaut, du collège communal ou de l'agent communal délégué à cet effet1, du fonctionnaire technique (adresse et numéro de téléphone général) et du fonctionnaire délégué (lorsqu'il s'agit d'un permis unique, adresse et numéro de téléphone général).
L'autorité compétente pour prendre la décision sur la demande faisant l'objet de la présente enquête publique est ...............
(Indiquer si le projet fait l'objet d'une procédure d'évaluation de l'impact sur l'environnement dans un contexte transfrontière conformément à l'article D.29-11, § 1er, du Livre Ier du Code de l'Environnement).
(Indiquer si d'autres informations sur l'environnement se rapportant au projet sont disponibles).
(Indiquer, s'il existe, le nom et les coordonnées du conseiller en environnement ou, à défaut du ou des conseiller en aménagement du territoire et urbanisme).
A, ..... le ......
Le bourgmestre "
" Annexe X. - Enquête publique
Commune de
ETABLISSEMENTS CONTENANT DES INSTALLATIONS OU ACTIVITES CLASSEES EN VERTU DU DECRET DU 11 MARS 1999 RELATIF AU PERMIS D'ENVIRONNEMENT
Concerne la demande de
en vue d'obtenir le permis d'environnement, le permis unique ou la modification des conditions particulières d'exploitation pour (objet de la demande et courte description du projet).
Le dossier (indiquer s'il est accompagné d'une étude d'incidences) peut être consulté à l'administration communale à partir du
Date d'affichage de la demande :
Date d'ouverture de l'enquête :
Lieu date et heure de clôture de l'enquête :
Les observations écrites peuvent être adressées à :
Le bourgmestre, porte à la connaissance de la population qu'une enquête publique est ouverte, relative à la demande susmentionnée.
Le dossier peut être consulté à partir de la date d'ouverture jusqu'à la date de clôture de l'enquête, chaque jour ouvrable pendant les heures de service, et le jusqu'à 20 heures ou le samedi matin.
Lorsque la consultation a lieu un jour ouvrable après seize heures ou le samedi matin, la personne souhaitant consulter le dossier doit prendre rendez-vous au plus tard vingt-quatre heures à l'avance auprès de
(nom et coordonnées de la personne responsable de l'organisation des rendez-vous).
Tout intéressé peut formuler ses observations écrites ou orales auprès de l'administration communale dans le délai mentionné ci-dessus, jusqu'à la clôture de l'enquête.
Les réclamations et observations verbales sont recueillies sur rendez-vous par le conseiller en environnement ou, à défaut, par l'agent communal délégué à cet effet1.
Tout intéressé peut obtenir des explications techniques sur le projet auprès du demandeur, du conseiller en environnement ou, à défaut, du collège communal ou de l'agent communal délégué à cet effet1, du fonctionnaire technique (adresse et numéro de téléphone général) et du fonctionnaire délégué (lorsqu'il s'agit d'un permis unique, adresse et numéro de téléphone général).
L'autorité compétente pour prendre la décision sur la demande faisant l'objet de la présente enquête publique est ...............
(Indiquer si le projet fait l'objet d'une procédure d'évaluation de l'impact sur l'environnement dans un contexte transfrontière conformément à l'article D.29-11, § 1er, du Livre Ier du Code de l'Environnement).
(Indiquer si d'autres informations sur l'environnement se rapportant au projet sont disponibles).
(Indiquer, s'il existe, le nom et les coordonnées du conseiller en environnement ou, à défaut du ou des conseiller en aménagement du territoire et urbanisme).
A, ..... le ......
Le bourgmestre "
Art.56. Artikel 95quater, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" 2° de gemeente(n) die het voorwerp van het kunnen uitmaken. "
" 2° de gemeente(n) die het voorwerp van het kunnen uitmaken. "
Art.56. Dans le même arrêté, l'article 95quater, 2°, est remplacé par la disposition suivante :
" 2° la ou les communes susceptibles d'être affectées par le projet. "
" 2° la ou les communes susceptibles d'être affectées par le projet. "
Art.57. Artikel 95quinquies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 95quinquies. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 95ter. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X. "
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de technische ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D. 29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies. "
" Art. 95quinquies. Het bericht van openbaar onderzoek bedoeld in artikel D.29-7 van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangeplakt binnen vijf dagen na ontvangst van de stukken bedoeld in artikel 95ter. Het bericht is conform het model opgenomen in bijlage X. "
Het gemeentecollege van elke gemeente waar een openbaar onderzoek werd georganiseerd, bezorgt de technische ambtenaar binnen tien dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek de schriftelijke en mondelinge geformuleerde bezwaren en opmerkingen, met inbegrip van het proces-verbaal bedoeld in artikel D. 29-19 van Boek I van het Milieuwetboek. Daarbij voegt hij zijn eventueel advies. "
Art.57. L'article 95quinquies du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 95quinquies. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 95ter. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X.
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
" Art. 95quinquies. L'avis d'enquête publique visé à l'article D.29-7 du Livre Ier du Code de l'Environnement est affiché dans les cinq jours de la réception des documents visés à l'article 95ter. L'avis est conforme au modèle figurant en annexe X.
Le collège communal de chaque commune où une enquête publique a été organisée envoie, dans les dix jours de la clôture de l'enquête, au fonctionnaire technique les objections et observations écrites et orales formulées au cours de l'enquête publique, y compris le procès-verbal visé à l'article D.29-19 du Livre Ier du Code de l'Environnement. Il y joint son avis éventuel. "
Art.58. De artikelen 95sexies, 95septies, 95octies en 95nonies van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.58. Les articles 95sexies, 95septies, 95octies et 95nonies du même arrêté sont abrogés.
Afdeling XIV. - Besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2003 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 2002 op de groeven en houdende wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunningen.
Section XIV. - Arrêté du Gouvernement wallon du 2 octobre 2003 portant exécution du décret du 4 juillet 2002 sur les carrières et modifiant certaines dispositions du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement.
Art.59. In het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2003 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 2002 op de groeven en houdende wijziging van sommige bepalingen van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunningen wordt artikel 15 vervangen als volgt :
" Art. 15. De technisch ambtenaar maakt het dossier, alsmede zijn verslag waarin hij bevestigt dat het dossier volledig is, over aan het gemeentecollege, dat binnen tien dagen na ontvangst van de documenten en uiterlijk de negentigste dag na de indiening van de aanvraag een openbaar onderzoek instelt overeenkomstig de bepalingen van titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. "
" Art. 15. De technisch ambtenaar maakt het dossier, alsmede zijn verslag waarin hij bevestigt dat het dossier volledig is, over aan het gemeentecollege, dat binnen tien dagen na ontvangst van de documenten en uiterlijk de negentigste dag na de indiening van de aanvraag een openbaar onderzoek instelt overeenkomstig de bepalingen van titel III van deel III van Boek I van het Milieuwetboek. "
Art.59. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 2 octobre 2003 portant exécution du décret du 4 juillet 2002 sur les carrières et modifiant certaines dispositions du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, l'article 15 est remplace par la disposition suivante :
" Art. 15. Le fonctionnaire technique transmet le dossier ainsi que son rapport concluant au caractère complet du dossier au collège communal qui, dans les dix jours de la réception des ces documents et au plus tard le nonantième jour après l'introduction de la demande, ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
" Art. 15. Le fonctionnaire technique transmet le dossier ainsi que son rapport concluant au caractère complet du dossier au collège communal qui, dans les dix jours de la réception des ces documents et au plus tard le nonantième jour après l'introduction de la demande, ouvre une enquête publique conformément aux dispositions du titre III de la partie III du Livre Ier du Code de l'Environnement. "
Art.60. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.60. L'article 18 du même arrêté est abrogé.
HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions transitoires et finales.
Art.61. De milieuopleiding bedoeld in artikel 63 van het decreet van 31 mei 2007 betreffende de inspraak van het publiek inzake het leefmilieu is de opleiding die door het "Centre permanent de formation en environnement durable" wordt georganiseerd.
Elke milieuadviseur bedoeld in bovenvermeld artikel 63 kan deze functie blijven uitoefenen op voorwaarde dat hij in de loop van het jaar van inwerkingtreding van dit besluit aan de gemeente die hem tewerkstelt een attest overmaakt waaruit blijkt dat hij de opleiding gevolgd heeft.
Elke milieuadviseur bedoeld in bovenvermeld artikel 63 kan deze functie blijven uitoefenen op voorwaarde dat hij in de loop van het jaar van inwerkingtreding van dit besluit aan de gemeente die hem tewerkstelt een attest overmaakt waaruit blijkt dat hij de opleiding gevolgd heeft.
Art.61. La formation en environnement visée à l'article 63 du décret du 31 mai 2007 relatif à la participation du public en matière d'environnement est celle organisée par le Centre permanent de formation en environnement et développement durable.
Tout conseiller en environnement visé par l'article 63 précité peut continuer à exercer cette fonction à la condition de transmettre à la commune qui l'emploie une attestation de suivi de cette formation dans l'année de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Tout conseiller en environnement visé par l'article 63 précité peut continuer à exercer cette fonction à la condition de transmettre à la commune qui l'emploie une attestation de suivi de cette formation dans l'année de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.62. Het decreet van 31 mei 2007 betreffende de inspraak van het publiek inzake het leefmilieu treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.62. Le décret du 31 mai 2007 relatif à la participation du public en matière d'environnement entre en vigueur le jour de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 63. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 20 december 2007.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
B. LUTGEN.
Namen, 20 december 2007.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
B. LUTGEN.
Art. 63. Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Namur, le 20 décembre 2007.
Le Ministre-Président,
R. DEMOTTE
Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du Tourisme,
B. LUTGEN.
Namur, le 20 décembre 2007.
Le Ministre-Président,
R. DEMOTTE
Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du Tourisme,
B. LUTGEN.