Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° " elektriciteitsordonnantie " : de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006;
2° " gasordonnantie " : de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006;
3° " besluit " : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer bedoeld in artikel 23 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
4° " BRUGEL " : de Reguleringsommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals georganiseerd door de bepalingen van artikel 30 bis tot 30 octies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006;
5° " bemiddeling " : de bemiddelingsprocedure bedoeld in artikel 23, § 1, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17, § 1, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
6° " Geschillenkamer " : het autonome orgaan bedoeld in artikel 23, § 2, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17, § 2, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
7° " verzoeker " : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de bemiddelingsprocedure of de procedure voor de Geschillenkamer aanhangig maakt;
8° " procedure ten gronde " : procedure ingesteld voor de Geschillenkamer bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer;
9° " procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen " : procedure ingesteld voor de Geschillenkamer bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
17 NOVEMBER 2008. - Ministerieel besluit houdende de bepaling van het bedrag en de berekeningswijze van de vergoedingen toegekend aan de personen die optreden als bemiddelaar en aan de leden van de zetel van de Geschillenkamer.
Titre
17 NOVEMBRE 2008. - Arrêté ministériel fixant le montant et le mode de calcul des indemnités octroyées aux personnes intervenant en qualité de médiateur et aux membres composant le siège de la Chambre de recours.
Informations sur le document
Numac: 2008031596
Datum: 2008-11-17
Info du document
Numac: 2008031596
Date: 2008-11-17
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Definities.
HOOFDSTUK II. - Vergoedingen van de aangewezen ...
Afdeling I. - Vergoedingen van de aangewezen be...
Afdeling II. - Vergoedingen van de voorzitter e...
Onderafdeling I. - Procedure ten gronde.
Onderafdeling II. - Procedure tot het opleggen ...
HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen.
BIJLAGEN.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Définitions.
CHAPITRE II. - Indemnités du médiateur désigné ...
Section Ire. - Indemnités du médiateur désigné.
Section II. - Indemnités du président et d'autr...
Sous-section Ire. - Procédure au fond.
Sous-section II. - Procédure visant à l'imposit...
CHAPITRE III. - Dispositions diverses.
ANNEXES.
Tekst (17)
Texte (17)
HOOFDSTUK I. - Definities.
CHAPITRE Ier. - Définitions.
Article 1. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
1° " ordonnance électricité " : l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale telle que modifiée par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
2° " ordonnance gaz " : l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
3° " arrêté " : l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours visés à l'article 23 de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17 de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale, concernant des redevances de voiries en matière de gaz et d'électricité et portant modification de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale;
4° " BRUGEL " : la Commission de régulation pour l'énergie en Région de Bruxelles-Capitale telle qu'organisée par les dispositions de l'article 30bis à 30octies de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale, insérés dans cette ordonnance par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
5° " médiation " : la procédure de médiation visée à l'article 23, § 1er, de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17, § 1er, de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale;
6° " Chambre de recours " : l'organe autonome visé à l'article 23, § 2, de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17, § 2, de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale;
7° " requérant " : la personne physique ou morale initiant la procédure de médiation ou la procédure devant la Chambre de recours;
8° " procédure au fond " : procédure initiée devant la Chambre de recours en application du chapitre III, section II, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours;
9° " procédure visant à l'imposition de mesures provisoires " : procédure initiée devant la Chambre de recours en application du chapitre III, section III, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours.
1° " ordonnance électricité " : l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale telle que modifiée par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
2° " ordonnance gaz " : l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale, telle que modifiée par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
3° " arrêté " : l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours visés à l'article 23 de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17 de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale, concernant des redevances de voiries en matière de gaz et d'électricité et portant modification de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale;
4° " BRUGEL " : la Commission de régulation pour l'énergie en Région de Bruxelles-Capitale telle qu'organisée par les dispositions de l'article 30bis à 30octies de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale, insérés dans cette ordonnance par l'ordonnance du 14 décembre 2006;
5° " médiation " : la procédure de médiation visée à l'article 23, § 1er, de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17, § 1er, de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale;
6° " Chambre de recours " : l'organe autonome visé à l'article 23, § 2, de l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale et à l'article 17, § 2, de l'ordonnance du 1er avril 2004 relative à l'organisation du marché du gaz en Région de Bruxelles-Capitale;
7° " requérant " : la personne physique ou morale initiant la procédure de médiation ou la procédure devant la Chambre de recours;
8° " procédure au fond " : procédure initiée devant la Chambre de recours en application du chapitre III, section II, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours;
9° " procédure visant à l'imposition de mesures provisoires " : procédure initiée devant la Chambre de recours en application du chapitre III, section III, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 mai 2004 organisant la procédure de médiation et le fonctionnement de la Chambre de recours.
HOOFDSTUK II. - Vergoedingen van de aangewezen bemiddelaar en van de leden van de zetel van de Geschillenkamer.
CHAPITRE II. - Indemnités du médiateur désigné et des membres composant le siège de la Chambre de recours.
Afdeling I. - Vergoedingen van de aangewezen bemiddelaar.
Section Ire. - Indemnités du médiateur désigné.
Art.2. § 1. De bemiddelaar, aangewezen overeenkomstig artikel 4 van het besluit zoals gedefinieerd in artikel 1, 3°, van dit besluit, ontvangt vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt op basis van een tarief van 120 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 1 van dit besluit.
§ 2. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen " bedoeld in de vorige paragraaf. Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 3. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria :
- Het aantal afname- of injectiepunten waarvoor de toegang tot het distributienet wordt gevraagd;
- Het type aansluiting;
- Het vermogen van de aansluiting;
- Het spanningsniveau voor elektriciteit of het drukniveau voor gas;
- Het verbruiksprofiel;
- Het type meter.
§ 2. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen " bedoeld in de vorige paragraaf. Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 3. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria :
- Het aantal afname- of injectiepunten waarvoor de toegang tot het distributienet wordt gevraagd;
- Het type aansluiting;
- Het vermogen van de aansluiting;
- Het spanningsniveau voor elektriciteit of het drukniveau voor gas;
- Het verbruiksprofiel;
- Het type meter.
Art.2. § 1er. Le médiateur désigné conformément à l'article 4 de l'arrêté tel que défini à l'article 1er, 3°, du présent arrêté, perçoit des indemnités dont le montant est calculé sur base d'un tarif de 120 euro par heure de travail prestée en fonction du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 1re au présent arrêté.
§ 2. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités visées au paragraphe précédent. Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 3. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères suivants :
- Le nombre de points de prélèvement ou d'injection pour lesquels l'accès au réseau de distribution est demandé;
- Le type de raccordement;
- La puissance du raccordement;
- Le niveau de la tension pour l'électricité ou de le niveau de la pression pour le gaz;
- La courbe de charge;
- Le type de compteur.
§ 2. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités visées au paragraphe précédent. Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 3. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères suivants :
- Le nombre de points de prélèvement ou d'injection pour lesquels l'accès au réseau de distribution est demandé;
- Le type de raccordement;
- La puissance du raccordement;
- Le niveau de la tension pour l'électricité ou de le niveau de la pression pour le gaz;
- La courbe de charge;
- Le type de compteur.
Afdeling II. - Vergoedingen van de voorzitter en van de overige leden van de zetel van de Geschillenkamer.
Section II. - Indemnités du président et d'autres membres composant le siège de la Chambre de recours.
Onderafdeling I. - Procedure ten gronde.
Sous-section Ire. - Procédure au fond.
Art.3. § 1. Dit artikel heeft betrekking op de procedure ten gronde.
§ 2. De effectieve voorzitter van de Geschillenkamer en de plaatsvervangende voorzitter die de effectieve voorzitter vervangt, wanneer deze wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt op basis van een tarief van 150 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in paragrafen 4 en 5.
§ 3. De overige effectieve leden van de zetel van de Geschillenkamer en de overige plaatsvervangende leden die een effectief lid vervangen, wanneer dit wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen die berekend worden op basis van een tarief van 120 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in de paragrafen 4 en 5.
§ 4. Voor de studie van het dossier, worden de arbeidsuren die reeds werden vergoed in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen in mindering gebracht van het aantal arbeidsuren bedoeld in de paragrafen 2 en 3.
§ 5. Indien de voorzitter of een zetelend lid niet reeds zetelde in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen, vindt de voorgaande paragraaf geen toepassing op de voorzitter of op dit lid.
§ 6. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties " studie van het dossier ", " verschijning van de partijen ", " beslissing ten gronde " en " redactie van de beslissing ten gronde ". Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 7. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit.
§ 2. De effectieve voorzitter van de Geschillenkamer en de plaatsvervangende voorzitter die de effectieve voorzitter vervangt, wanneer deze wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt op basis van een tarief van 150 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in paragrafen 4 en 5.
§ 3. De overige effectieve leden van de zetel van de Geschillenkamer en de overige plaatsvervangende leden die een effectief lid vervangen, wanneer dit wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen die berekend worden op basis van een tarief van 120 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in de paragrafen 4 en 5.
§ 4. Voor de studie van het dossier, worden de arbeidsuren die reeds werden vergoed in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen in mindering gebracht van het aantal arbeidsuren bedoeld in de paragrafen 2 en 3.
§ 5. Indien de voorzitter of een zetelend lid niet reeds zetelde in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen, vindt de voorgaande paragraaf geen toepassing op de voorzitter of op dit lid.
§ 6. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties " studie van het dossier ", " verschijning van de partijen ", " beslissing ten gronde " en " redactie van de beslissing ten gronde ". Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 7. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit.
Art.3. § 1er. Le présent article concerne la procédure au fond.
§ 2. Le président effectif de la Chambre de recours et le président suppléant remplaçant le président effectif, lorsque celui-ci est légitimement empêché, perçoivent des indemnités dont le montant est calculé sur base d'un tarif de 150 euro par heure de travail prestée en fonction du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sous réserve de ce qui est prévu aux paragraphes 4 en 5.
§ 3. Les autres membres effectifs composant le siège de la Chambre de recours et les autres membres suppléants remplaçant un membre effectif, lorsque celui-ci est légitimement empêché, perçoivent des indemnités qui sont calculées sur base d'un tarif de 120 euro par heure de travail prestée en fonction du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sous réserve de ce qui est prévu aux paragraphes 4 et 5.
§ 4. Pour l'étude du dossier, les heures de travail qui ont déjà été rémunérées dans le cadre d'une procédure préalable visant à l'imposition de mesures provisoires, sont déduites du nombre d'heures de travail visé aux paragraphes 2 et 3.
§ 5. Si le président ou un membre siégeant n'a pas déjà siégé dans le cadre d'une procédure préalable visant à l'imposition de mesures provisoires, le paragraphe précédent n'est pas d'application au président ou à ce membre.
§ 6. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités rémunérant les actions " étude du dossier ", " comparution des parties ", " décision au fond " et " rédaction de la décision au fond ". Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 7. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères mentionnés à l'article 2, § 3, du présent arrêté.
§ 2. Le président effectif de la Chambre de recours et le président suppléant remplaçant le président effectif, lorsque celui-ci est légitimement empêché, perçoivent des indemnités dont le montant est calculé sur base d'un tarif de 150 euro par heure de travail prestée en fonction du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sous réserve de ce qui est prévu aux paragraphes 4 en 5.
§ 3. Les autres membres effectifs composant le siège de la Chambre de recours et les autres membres suppléants remplaçant un membre effectif, lorsque celui-ci est légitimement empêché, perçoivent des indemnités qui sont calculées sur base d'un tarif de 120 euro par heure de travail prestée en fonction du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sous réserve de ce qui est prévu aux paragraphes 4 et 5.
§ 4. Pour l'étude du dossier, les heures de travail qui ont déjà été rémunérées dans le cadre d'une procédure préalable visant à l'imposition de mesures provisoires, sont déduites du nombre d'heures de travail visé aux paragraphes 2 et 3.
§ 5. Si le président ou un membre siégeant n'a pas déjà siégé dans le cadre d'une procédure préalable visant à l'imposition de mesures provisoires, le paragraphe précédent n'est pas d'application au président ou à ce membre.
§ 6. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités rémunérant les actions " étude du dossier ", " comparution des parties ", " décision au fond " et " rédaction de la décision au fond ". Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 7. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères mentionnés à l'article 2, § 3, du présent arrêté.
Onderafdeling II. - Procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen.
Sous-section II. - Procédure visant à l'imposition de mesures provisoires.
Art.4. § 1. Dit artikel heeft betrekking op de procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen.
§ 2. Het bedrag van de vergoedingen, ontvangen in het kader van een procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen wordt berekend op basis van de uurtarieven, vastgesteld in de paragrafen 2 en 3 van artikel 3 van dit besluit, verhoogd met 25 %. Het bedrag van de vergoedingen wordt berekend op basis van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, behalve voor wat betreft de studie van het dossier. De studie van het dossier wordt vergoed ten belope van 4 arbeidsuren.
§ 3. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties " studie van het dossier ", " verschijning van de partijen ", " beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen " en " redactie van de beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen ". Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 4. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit.
§ 2. Het bedrag van de vergoedingen, ontvangen in het kader van een procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen wordt berekend op basis van de uurtarieven, vastgesteld in de paragrafen 2 en 3 van artikel 3 van dit besluit, verhoogd met 25 %. Het bedrag van de vergoedingen wordt berekend op basis van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, behalve voor wat betreft de studie van het dossier. De studie van het dossier wordt vergoed ten belope van 4 arbeidsuren.
§ 3. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties " studie van het dossier ", " verschijning van de partijen ", " beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen " en " redactie van de beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen ". Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2.
§ 4. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit.
Art.4. § 1er. Le présent article concerne la procédure visant à l'imposition de mesures provisoires.
§ 2. Le montant des indemnités, perçues dans le cadre d'une procédure visant à l'imposition de mesures provisoires, est calculé sur base des tarifs horaires, fixés par les paragraphes 2 et 3 de l'article 3 du présent arrêté, augmentés de 25 %. Le montant des indemnités est calculé sur base du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sauf pour ce qui concerne l'étude du dossier. L'étude du dossier est rémunérée à concurrence de 4 heures de travail.
§ 3. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités rémunérant les actions " étude du dossier ", " comparution des parties ", " décision visant à l'imposition de mesures provisoires " et " rédaction de la décision visant à l'imposition de mesures provisoires ". Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 4. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères mentionnés à l'article 2, § 3, du présent arrêté.
§ 2. Le montant des indemnités, perçues dans le cadre d'une procédure visant à l'imposition de mesures provisoires, est calculé sur base des tarifs horaires, fixés par les paragraphes 2 et 3 de l'article 3 du présent arrêté, augmentés de 25 %. Le montant des indemnités est calculé sur base du nombre d'heures de travail repris au tableau joint en annexe 2 du présent arrêté, sauf pour ce qui concerne l'étude du dossier. L'étude du dossier est rémunérée à concurrence de 4 heures de travail.
§ 3. En fonction de la complexité du dossier, un coefficient de correction peut être appliqué aux indemnités rémunérant les actions " étude du dossier ", " comparution des parties ", " décision visant à l'imposition de mesures provisoires " et " rédaction de la décision visant à l'imposition de mesures provisoires ". Ce coefficient sera déterminé par BRUGEL et variera entre 0,25 et 2.
§ 4. La complexité du dossier sera appréciée par BRUGEL en fonction des critères mentionnés à l'article 2, § 3, du présent arrêté.
HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen.
CHAPITRE III. - Dispositions diverses.
Art.5. De vergoedingen toegekend aan de aangewezen bemiddelaar, alsook aan de voorzitter en de leden van de zetel van de Geschillenkamer zijn ten laste van het budget BRUGEL.
Art.5. Les indemnités octroyées au médiateur désigné, ainsi qu'au président et aux membres composant le siège de la Chambre de recours, sont à charge du budget BRUGEL.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2008 en heeft uitwerking gedurende een periode van drie jaar.
Art.6. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2008 et sort ses effets pendant une période de trois ans.
Art.7. De Minister die bevoegd is voor Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK
Brussel, 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK
Art.7. Le Ministre qui a l'Energie dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Bruxelles, le 17 novembre 2008.
Mme E. HUYTEBROECK
Bruxelles, le 17 novembre 2008.
Mme E. HUYTEBROECK
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage I. - Tabel die het aantal arbeidsuren weergeeft van de aangewezen bemiddelaar.
Art. N1. Annexe 1. - Tableau reprenant le nombre d'heures de travail du médiateur désigné.
ACTIES | ARBEIDSUREN
Modifications
|------------------------------------
Studie van het dossier : | 8
Bemiddelingsvergadering : | 4
Opstelling van het proces-verbaal | 4
van de bemiddelingsvergadering : |
ACTIONS | HEURES DE TRAVAIL
Modifications
|------------------------------------
Etude du dossier : | 8
Reunion de mediation : | 4
Redaction du proces-verbal de la | 4
reunion de mediation : |
Art. N2. Bijlage II. - Tabel die het aantal arbeidsuren weergeeft van de leden van de zetel van de Geschillenkamer.
Art. N2. Annexe 2. - Tableau reprenant le nombre d'heures de travail des membres qui composent le siège de la Chambre de recours.
ACTIES | ARBEIDSUREN
Modifications
|------------------------------------
Aanwijzing van een deskundige : | 1
Vraag van de Geschillenkamer aan de| 1
partijen om bijkomende |
inlichtingen : |
Studie van het dossier : | 8
Verschijning van de partijen : | 4
Beslissing ten gronde of beslissing| 2
tot het opleggen van voorlopige |
maatregelen |
Redactie van de beslissing ten | 4
gronde of van de beslissing tot |
het opleggen van voorlopige |
maatregelen : |
ACTIONS | HEURES DE TRAVAIL
Modifications
|------------------------------------
Designation d'un expert : | 1
Demande par la Chambre de recours | 1
de l'information complementaire |
aux parties : |
Etude du dossier : | 8
Comparution des parties : | 4
Decision au fond ou décision visant| 2
a l'imposition de mesures |
provisoires |
Redaction de la décision au fond ou| 4
de la décision visant a |
l'imposition de mesures |
provisoires : |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK.
Mevr. E. HUYTEBROECK.
Vu pour être joint à l'arrêté du 17 novembre 2008.
Mme E. HUYTEBROECK.
Mme E. HUYTEBROECK.