Zonder dat de lijst exhaustief is, bestaan de maatregelen ter bevordering van de slaagkansen uit :
1° de verplichte aanwijzing binnen de hogeschool van personeel dat specifiek bestemd is voor de bevordering van de slaagkansen. Dat personeel heeft als opdracht de studenten te informeren, te oriënteren en, in het algemeen, te begeleiden, om hun de mogelijkheid te bieden om hun studieproject tot een goed einde te brengen. Dat personeel wordt samengebracht binnen een duidelijk geïdentificeerde dienst voor de bevordering van de slaagkansen, opgericht binnen de hogeschool of verschillende hogescholen en/of in medewerking met een dienst van een universitaire instelling die dezelfde doelstellingen heeft;
2° het verplichte aanbod van specifieke activiteiten voor de studenten van het eerste jaar van de eerste cyclus, om hun de mogelijkheid te bieden om de methoden en technieken te verwerven die hun slaagkansen kunnen verhogen;
3° de terbeschikkingstelling van zelfevaluatie-instrumenten en van raadgevingsdiensten voor het opsporen van de vaardigheden van de studenten of van hun eventuele leemten;
4° de verplichte organisatie, vóór 1 december van elk academiejaar, van een onderwijs binnen kleine groepen, besteed aan praktische oefeningen in ten minste één vak dat voor de gekozen studiecategorie specifiek is, om zich van de goede oriëntatie van de student te vergewissen;
5° de ontwikkeling van vernieuwende didactische methoden, gericht op het profiel van studenten van het eerste jaar van de eerste cyclus in een bijzondere studiecategorie;
6° het verplichte voeren van een beleid, gericht op de sociaal-economisch kansarme bevolkingsgroepen die in het hoger onderwijs komen, om aan hun specifieke behoeften en vragen te beantwoorden;
7° het organiseren van een opleiding bestemd voor de verbetering van de taalvaardigheden;
8° de ondertekening, met het Centrum voor Hogere Didactiek van het hoger onderwijs van het academische pool, van een samenwerkingsovereenkomst voor de begeleiding van de leerkrachten die zich met de betrokken leerlingen bezighouden. Het centrum voor hogere didactiek van het hoger onderwijs van het academische pool waarmee de hogeschool een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten, is ter beschikking van de leerkrachten en de directies die het willen raadplegen om ze, in voorkomend geval, raadgevingen te verstrekken, en samen oplossingen te vinden voor de verbetering van het verstrekte onderwijs.
De Regering kan daartoe bijkomende middelen aan de hogescholen toekennen en bepaalt de wijze waarop kan worden bewezen dat die middelen uitsluitend voor zulke activiteiten worden aangewend.]1