Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Verviers bestaat uit drie kamers.
De eerste en tweede kamer nemen kennis van alle zaken genoemd in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek.
De eerste kamer neemt ook kennis van de verwijzing na cassatie.
De derde kamer neemt kennis van de zaken bepaald bij titel IV van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek genoemd " De collectieve schuldenregeling " alsmede van de geschillen bedoeld bij artikel 52, § 3, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 MAART 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Verviers.(NOTA : opgeheven met ingang op een onbepaalde datum bij KB2016-06-12/04, art. 1, Inwerkingtreding : onbepaald )
Titre
4 MARS 2008. - Arrêté royal établissant le règlement particulier du tribunal de travail de Verviers.(NOTE : abrogé avec effet à une date indéterminée par AR2016-06-12/04, art. 1, En vigueur : indéterminée )
Informations sur le document
Numac: 2008009215
Datum: 2008-03-04
Info du document
Numac: 2008009215
Date: 2008-03-04
Tekst (9)
Texte (9)
Article 1. Le tribunal du travail de Verviers se compose de trois chambres.
La première et la deuxième chambre connaissent de toutes les matières reprises aux articles 578 à 583 du Code judiciaire.
La première chambre connaît aussi des renvois après cassation.
La troisième chambre connaît de la matière prévue au titre IV de la 5e partie du Code judicaire intitulé " Du règlement collectif de dettes " ainsi que des contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnité coordonnée le 14 juillet 1994.
La première et la deuxième chambre connaissent de toutes les matières reprises aux articles 578 à 583 du Code judiciaire.
La première chambre connaît aussi des renvois après cassation.
La troisième chambre connaît de la matière prévue au titre IV de la 5e partie du Code judicaire intitulé " Du règlement collectif de dettes " ainsi que des contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnité coordonnée le 14 juillet 1994.
Art.2. De zittingen van de verschillende kamers worden gehouden te Verviers, rue du Tribunal n° 4, nieuwe vleugel van het Justitiepaleis, gelijkvloers.
De eerste kamer houdt zitting op elke maandag, dinsdag en woensdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 009 zittingzaal 2).
De twee kamer houdt zitting op elke donderdag en vrijdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 009 zittingszaal 2).
De derde kamer houdt zitting op elke dinsdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 003 zittingszaal 1).
De zittingen tot minnelijke schikking zoals bedoeld in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek worden gehouden door de eerste kamer op de eerste maandag van de maand, om 14 u. 30 m.
De zittingen van de voorzitter van de rechtbank, zitting houdend in kort geding, worden gehouden op elke donderdag van de maand, om 14 uur, op het kabinet van de voorzitter (hetzelfde adres, 3e verdieping).
De eerste kamer houdt zitting op elke maandag, dinsdag en woensdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 009 zittingzaal 2).
De twee kamer houdt zitting op elke donderdag en vrijdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 009 zittingszaal 2).
De derde kamer houdt zitting op elke dinsdag, om 14 u. 30 m. (lokaal 003 zittingszaal 1).
De zittingen tot minnelijke schikking zoals bedoeld in artikel 731 van het Gerechtelijk Wetboek worden gehouden door de eerste kamer op de eerste maandag van de maand, om 14 u. 30 m.
De zittingen van de voorzitter van de rechtbank, zitting houdend in kort geding, worden gehouden op elke donderdag van de maand, om 14 uur, op het kabinet van de voorzitter (hetzelfde adres, 3e verdieping).
Art.2. Les audiences des différentes chambres se tiennent à Verviers, rue du Tribunal n° 4, nouvelle aile du Palais de Justice, au rez-de-chaussée.
La première chambre siège les lundis, mardis et mercredis à 14 h 30 m (local 009 salle d'audience 2).
La deuxième chambre siège les jeudis et vendredis à 14 h 30 m (local 009 salle d'audience 2).
La troisième chambre siège les mardis à 14 h 30 m (local 003 salle d'audience 1).
Les audiences de conciliation telle que visée à l'article 731 du Code judiciaire sont tenues par la première chambre le premier lundi du mois à 14 h 30 m.
Les audiences du président du tribunal siégeant en référé se tiennent chaque jeudi du mois à 14 heures au cabinet du président (même adresse, 3e étage).
La première chambre siège les lundis, mardis et mercredis à 14 h 30 m (local 009 salle d'audience 2).
La deuxième chambre siège les jeudis et vendredis à 14 h 30 m (local 009 salle d'audience 2).
La troisième chambre siège les mardis à 14 h 30 m (local 003 salle d'audience 1).
Les audiences de conciliation telle que visée à l'article 731 du Code judiciaire sont tenues par la première chambre le premier lundi du mois à 14 h 30 m.
Les audiences du président du tribunal siégeant en référé se tiennent chaque jeudi du mois à 14 heures au cabinet du président (même adresse, 3e étage).
Art.3. De kamers kunnen, mits toestemming van de voorzitter van de rechtbank die vooraf het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier inwint, naar gelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden waarvan zij zelf de dag en het uur vaststellen.
De beschikking die een zitting bepaalt wordt ter griffie aangeplakt en wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
De beschikking die een zitting bepaalt wordt ter griffie aangeplakt en wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
Art.3. Les chambres peuvent, avec l'accord du président du tribunal, lequel recueille préalablement l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, selon les besoins du service, tenir des audiences extraordinaires dont elles fixent elles-mêmes les jours et heures.
L'ordonnance fixant une telle audience est affichée au greffe et le premier président de la cour du travail en est immédiatement informé.
L'ordonnance fixant une telle audience est affichée au greffe et le premier président de la cour du travail en est immédiatement informé.
Art.4. Indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de voorzitter van de rechtbank, van ambtswege, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen houden op de dag en uren die hij vaststelt.
Bovendien kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers en de bevoegdheden ervan tijdelijk wijzigen, evenals de dagen en de uren van de zittingen en de plaats waar zij op de zetel van de jurisdictie gehouden worden.
In deze gevallen wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
Bovendien kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers en de bevoegdheden ervan tijdelijk wijzigen, evenals de dagen en de uren van de zittingen en de plaats waar zij op de zetel van de jurisdictie gehouden worden.
In deze gevallen wordt zijn beschikking ter griffie aangeplakt en onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het arbeidshof.
Art.4. Lorsque les besoins du service l'exigent, le président du tribunal, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, peut décider de faire tenir par une ou plusieurs chambres, des audiences supplémentaires dont il fixe les jours et heures.
Le président peut, en outre, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, modifier temporairement le nombre et les attributions des chambres, les jours et heures d'audiences ainsi que le lieu où elles se tiennent au siège de la juridiction.
Dans ces cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour du travail en est immédiatement informé.
Le président peut, en outre, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, modifier temporairement le nombre et les attributions des chambres, les jours et heures d'audiences ainsi que le lieu où elles se tiennent au siège de la juridiction.
Dans ces cas, son ordonnance est affichée au greffe et le premier président de la cour du travail en est immédiatement informé.
Art.5. De inleidingen vinden plaats als volgt :
1. op de zitting van de eerste kamer, op de tweede en vierde maandag van de maand, in alle zaken die genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de wetgeving inzake de arbeidsovereenkomsten, beroepsziekten, mindervaliden en zelfstandigen;
2. op de zitting van de eerste kamer, op de eerste woensdag van de maand inzake de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten werknemer en op de vierde woensdag van de maand inzake de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten arbeider;
3. op de zitting van de tweede kamer, op de derde en vierde donderdag van de maand, inzake de wetgeving op arbeidsongevallen en beroepsziekten;
4. op de zitting van de tweede kamer, op de eerste vrijdag van de maand, inzake de wetgeving op mindervaliden en op de zitting van de tweede kamer, op de derde vrijdag van de maand, inzake geschillen betreffende zelfstandigen;
5. op elke donderdag van de maand inzake kort geding;
6. op de zitting van de eerste kamer, op de eerste maandag van de maand, voor andere zaken waarvan de arbeidsjurisdicties kennis nemen krachtens wettelijke bepalingen die niet genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van de betwistingen bedoeld in artikel 52, § 3, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering;
7. op de zitting van de tweede dinsdag van de maand inzake geschillen genoemd bij artikel 52, § 3, van de wet van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering.
1. op de zitting van de eerste kamer, op de tweede en vierde maandag van de maand, in alle zaken die genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de wetgeving inzake de arbeidsovereenkomsten, beroepsziekten, mindervaliden en zelfstandigen;
2. op de zitting van de eerste kamer, op de eerste woensdag van de maand inzake de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten werknemer en op de vierde woensdag van de maand inzake de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten arbeider;
3. op de zitting van de tweede kamer, op de derde en vierde donderdag van de maand, inzake de wetgeving op arbeidsongevallen en beroepsziekten;
4. op de zitting van de tweede kamer, op de eerste vrijdag van de maand, inzake de wetgeving op mindervaliden en op de zitting van de tweede kamer, op de derde vrijdag van de maand, inzake geschillen betreffende zelfstandigen;
5. op elke donderdag van de maand inzake kort geding;
6. op de zitting van de eerste kamer, op de eerste maandag van de maand, voor andere zaken waarvan de arbeidsjurisdicties kennis nemen krachtens wettelijke bepalingen die niet genoemd zijn in de artikelen 578 tot 583 van het Gerechtelijk Wetboek, met uitzondering van de betwistingen bedoeld in artikel 52, § 3, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering;
7. op de zitting van de tweede dinsdag van de maand inzake geschillen genoemd bij artikel 52, § 3, van de wet van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 met betrekking tot de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering.
Art.5. Les introductions ont lieu :
1. à l'audience des 2e et 4e lundis du mois de la première chambre, en toutes les matières reprises aux articles 578 à 583 du Code judiciaire, sauf en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail, les accidents du travail, les maladies professionnelles, les handicapés et les travailleurs indépendants;
2. à l'audience de la première chambre des 1er mercredi du mois en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail d'employé et 4e mercredi du mois en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail d'ouvrier;
3. à l'audience des 3e et 4e jeudis du mois de la deuxième chambre, en ce qui concerne la législation sur les accidents du travail et les maladies professionnelles;
4. à l'audience du 1er vendredi du mois de la 2e chambre en ce qui concerne la législation sur les handicapés et du 3e vendredi du mois de la deuxième chambre en ce qui concerne les litiges relatifs aux travailleurs indépendants;
5. chaque jeudi du mois en matière de référé;
6. pour les autres affaires dont les juridictions du travail prennent connaissance en vertu des dispositions légales qui ne sont pas visées par les articles 578 à 583 du Code judiciaire, l'introduction se fait le 1er lundi du mois à l'audience de la première chambre sauf les contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994;
7. à l'audience du 2e mardi du mois en matière de contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994.
1. à l'audience des 2e et 4e lundis du mois de la première chambre, en toutes les matières reprises aux articles 578 à 583 du Code judiciaire, sauf en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail, les accidents du travail, les maladies professionnelles, les handicapés et les travailleurs indépendants;
2. à l'audience de la première chambre des 1er mercredi du mois en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail d'employé et 4e mercredi du mois en ce qui concerne la législation sur les contrats de travail d'ouvrier;
3. à l'audience des 3e et 4e jeudis du mois de la deuxième chambre, en ce qui concerne la législation sur les accidents du travail et les maladies professionnelles;
4. à l'audience du 1er vendredi du mois de la 2e chambre en ce qui concerne la législation sur les handicapés et du 3e vendredi du mois de la deuxième chambre en ce qui concerne les litiges relatifs aux travailleurs indépendants;
5. chaque jeudi du mois en matière de référé;
6. pour les autres affaires dont les juridictions du travail prennent connaissance en vertu des dispositions légales qui ne sont pas visées par les articles 578 à 583 du Code judiciaire, l'introduction se fait le 1er lundi du mois à l'audience de la première chambre sauf les contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994;
7. à l'audience du 2e mardi du mois en matière de contestations visées à l'article 52, § 3, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994.
Art.6. Ieder jaar stelt de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de dagen en uren van de vakantiezittingen vast en wijst de magistraten aan die er zitting zullen nemen.
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde bij beschikking, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de dagen en uren in het belang van de dienst wijzigen.
Deze beschikking en de eventuele wijzigingen ervan worden toegezonden aan de eerste voorzitter van het arbeidshof en aan de arbeidsauditeur.
Zij wordt ter griffie aangeplakt.
De voorzitter van de rechtbank kan te allen tijde bij beschikking, na het advies van de arbeidsauditeur en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, de dagen en uren in het belang van de dienst wijzigen.
Deze beschikking en de eventuele wijzigingen ervan worden toegezonden aan de eerste voorzitter van het arbeidshof en aan de arbeidsauditeur.
Zij wordt ter griffie aangeplakt.
Art.6. Chaque année, le président du tribunal établit, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, les jours et heures des audiences de vacation et désigne les magistrats qui doivent y siéger.
Le président peut, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, en tout temps, modifier les jours et heures en raison des nécessités du service et ce, par ordonnance.
Cette ordonnance et ses modifications éventuelles sont transmises au premier président de la cour du travail ainsi qu'à l'auditeur du travail.
Elle est affichée au greffe.
Le président peut, après avoir pris l'avis de l'auditeur du travail et du greffier en chef, en tout temps, modifier les jours et heures en raison des nécessités du service et ce, par ordonnance.
Cette ordonnance et ses modifications éventuelles sont transmises au premier président de la cour du travail ainsi qu'à l'auditeur du travail.
Elle est affichée au greffe.
Art.7. Het koninklijk besluit van 8 augustus 1988 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de arbeidsrechtbank te Verviers wordt opgeheven.
Art.7. L'arrêté royal du 8 août 1988 établissant le règlement particulier du tribunal du travail de Verviers, est abrogé.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.8. Cet arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 9. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk worden, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
De Minister van Werk,
J. PIETTE.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
J. VANDEURZEN
De Minister van Werk,
J. PIETTE.
Art. 9. Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Emploi sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 4 mars 2008.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
J. VANDEURZEN
Le Ministre de l'Emploi,
J. PIETTE.
Donné à Bruxelles, le 4 mars 2008.
ALBERT
Par le Roi :
Le Ministre de la Justice,
J. VANDEURZEN
Le Ministre de l'Emploi,
J. PIETTE.