Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
28 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen en van diverse koninklijke besluiten genomen in uitvoering van het generatiepact.
Titre
28 MARS 2007. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l'emploi de travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations et de divers arrêtés royaux pris en exécution du contrat de solidarité entre les générations.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (28)
Texte (28)
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen.
CHAPITRE Ier. - Modifications de l'arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l'emploi de travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations.
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) 3° wordt aangevuld met de volgende zin :
  " De outplacementbegeleiding moet minstens voldoen aan de kwaliteitsvereisten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002; "
  B) 5° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 5° tewerkstellingscel : het samenwerkingsverband dat is samengesteld conform de artikelen 5, tweede en volgende leden van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen. Indien de werkgever verplicht is een tewerkstellingscel op te richten in toepassing van het voormelde koninklijk besluit van 9 maart 2006 kan toepassing gemaakt worden van artikel 8 van dat voormelde koninklijk besluit van 9 maart 2006 op de tewerkstellingscellen opgericht in toepassing van dit besluit; "
  C) 7° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 7° werknemer ontslagen in het kader van een herstructurering : de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst met de onderneming in herstructurering werd beëindigd door kennisgeving van de opzegging of wiens arbeidsovereenkomst werd beëindigd zonder opzeggingstermijn, voor zover de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :
  - de kennisgeving van de opzegging of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft plaats tijdens de geldigheidsperiode van de erkenning bedoeld in artikel 2, §§ 3, of 4;
  - in geval van opzeg, vangt de opzeggingstermijn aan tijdens de geldigheidsperiode van de erkenning bedoeld in artikel 2, §§ 3, of 4;
  - de werknemer wordt uiterlijk twee maanden na de effectieve beëindiging van de arbeidsovereenkomst ingeschreven bij de tewerkstellingscel voor het volgen van een outplacementbegeleiding; "
  D) 8° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 8° de aankondiging van het collectief ontslag : de mededeling door de werkgever van de intentie tot collectief ontslag zoals bedoeld in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad op 2 oktober 1975; "
  E) 10° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 10° nieuwe werkgever : iedere werkgever andere dan de werkgever van de betrokken onderneming in herstructurering. "
  F) een 11° wordt ingevoegd dat als volgt luidt :
  " 11° de kennisgeving van het collectief ontslag : de kennisgeving van het collectief ontslag aan de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst zoals bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag. "
Article 1. Les modifications suivantes sont apportées à l'article 1er de l'arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l'emploi de travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations :
  A) 3° est complété par la phrase suivante :
  " L'outplacement doit au moins satisfaire aux conditions de qualité prévues dans la convention collective de travail n° 82 conclue au Conseil National du Travail le 10 juillet 2002; "
  B) 5° est remplacé par la disposition suivante :
  " 5° cellule pour l'emploi : le lien de coopération constitué conformément aux articles 5, alinéas deux et suivants de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations. Si l'employeur est obligé de créer une cellule pour l'emploi en application de l'arrêté précité du 9 mars 2006, il peut être fait application de l'article 8 de l'arrêté royal précité du 9 mars 2006 aux cellules pour l'emploi créées en application du présent arrêté. "
  C) 7° est remplacé par la disposition suivante :
  " 7° travailleur licencié dans le cadre d'une restructuration : le travailleur dont le contrat de travail avec l'entreprise en restructuration a pris fin par notification du préavis ou dont le contrat de travail a pris fin sans délai de préavis, pour autant que les conditions suivantes soient simultanément remplies :
  - la notification du préavis ou la fin du contrat de travail a lieu pendant la période de validité de la reconnaissance visée à l'article 2, §§ 3, ou 4;
  - en cas de préavis, le délai de préavis prend cours pendant la période de validité de la reconnaissance visée à l'article 2, §§ 3, ou 4;
  - le travailleur est, en vue du suivi d'un outplacement, inscrit dans la cellule pour l'emploi au plus tard deux mois après la fin effective du contrat de travail; "
  D) 8° est remplacé par la disposition suivante :
  " 8° l'annonce du licenciement collectif : la communication par l'employeur de l'intention de procéder à un licenciement collectif tel que visé à l'article 6 de la convention collective de travail n° 24 conclue au Conseil National du Travail le 2 octobre 1975; "
  E) 10° est remplacé par la disposition suivante :
  " 10° nouvel employeur : tout employeur autre que l'employeur de l'entreprise en restructuration concernée. "
  F) un 11° est inséré, rédigé comme suit :
  " 11° la notification du licenciement collectif : la notification du licenciement collectif au directeur du service subrégional de l'emploi tel que visé à l'article 7 de l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs. "
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) § 1, 4) wordt opgeheven.
  B) In § 1 wordt een tweede lid ingevoegd dat als volgt luidt :
  " De onderneming bedoeld in het vorige lid kan een bijkomende erkenning genieten indien hij bewijst dat hij aan alle werknemers betrokken bij het collectief ontslag zoals bedoeld in artikel 9, § 2, 1°, van het voormelde besluit van 7 december 1992, ongeacht hun leeftijd, schriftelijk het recht heeft aangeboden zich in te schrijven in de tewerkstellingscel en een schriftelijk outplacementaanbod heeft gedaan aan alle werknemers die zich effectief hebben ingeschreven. "
  C) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. De erkenningsbeslissing vermeldt naar gelang van het geval expliciet :
  - ofwel dat de onderneming enkel voldoet aan de voorwaarden van § 1, eerste lid;
  - ofwel dat de onderneming aan alle voorwaarden van § 1 voldoet en bijgevolg een bijkomende erkenning geniet.
  De erkenning gaat in vanaf de kennisgeving van het collectief ontslag en wordt verleend voor een maximale periode van 2 jaar, gerekend van datum tot datum. "
  D) Een § 4 wordt toegevoegd, die als volgt luidt :
  " § 4 De onderneming die is erkend als zijnde in herstructurering in toepassing van artikel 12sexies, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 7 december 1992, wordt automatisch erkend als onderneming in herstructurering voor de toepassing van § 1, eerste lid.
  In afwijking van § 3 is de erkenningsperiode in dat geval gelijk aan de periode gedurende dewelke de onderneming is erkend in toepassing van artikel 12sexies, § 1 van het voormelde koninklijk besluit van 7 december 1992. "
Art.2. Les modifications suivantes sont apportées à l'article 2 du même arrêté :
  A) § 1er, 4) est abrogé.
  B) Dans le § 1er un alinéa 2 est inséré, rédigé comme suit :
  " L'entreprise visée à l'alinéa précédent, peut bénéficier d'une reconnaissance supplémentaire si elle prouve avoir offert par écrit, à tous les travailleurs touchés par le licenciement collectif comme prévu à l'article 9, § 2, 1°, de l'arrêté royal précité du 7 décembre 1992, quel que soit leur âge, le droit de s'inscrire dans la cellule pour l'emploi, et d'avoir fait par écrit une offre d'outplacement à tous les travailleurs qui se sont effectivement inscrits. "
  C) § 3 est remplacé par la disposition suivante :
  " § 3. La décision de reconnaissance mentionne selon le cas explicitement :
  - soit que l'entreprise ne remplit que les conditions visées au § 1er, alinéa 1er;
  - soit que l'entreprise remplit toutes les conditions du § 1er et bénéficie par conséquent d'une reconnaissance supplémentaire.
  La reconnaissance prend cours dès la notification du licenciement collectif et est accordée pour une durée maximale de 2 ans, calculée de date à date. "
  D) Un § 4 est ajouté, rédigé comme suit :
  " § 4. L'entreprise qui est reconnue comme étant en restructuration en application de l'article 12sexies, § 1er de l'arrêté royal précité du 7 décembre 1992, est automatiquement reconnue comme étant en restructuration pour l'application du § 1er, alinéa 1er.
  Par dérogation au § 3, la période de reconnaissance correspond dans ce cas à la période pendant laquelle l'entreprise est reconnue en application de l'article 12sexies, § 1er, de l'arrêté royal précité du 7 décembre 1992. "
Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 3. De werknemers die zijn ingeschreven bij de tewerkstellingscel bedoeld in artikel 5 van het voormelde koninklijk besluit van 9 maart 2006, en die zich nog niet hebben ingeschreven in de tewerkstellingscel bedoeld in artikel 1, 5°, van dit besluit, worden geacht ingeschreven te zijn in de tewerkstellingscel bedoeld in artikel 1, 5°, van dit besluit vanaf de datum bedoeld in artikel 10, § 6, van het voormelde koninklijk besluit van 9 maart 2006.
  De werknemers niet bedoeld in het eerste lid, worden door de directeur van de tewerkstellingscel ingeschreven bij de tewerkstellingscel vanaf de datum waarop zij hun werkgever schriftelijk hebben gevraagd ingeschreven te worden.
  De tewerkstellingscel is er op straffe van verval toe gehouden het hoofdbestuur van de Rijksdienst, uiterlijk binnen de maand, gerekend van datum tot datum, na de beslissing tot erkenning bedoeld in artikel 2, de lijst te bezorgen met de identiteitsgegevens, alsook de datum van inschrijving bij de tewerkstellingscel, van alle werknemers ontslagen in het kader van een herstructurering en reeds ingeschreven bij de tewerkstellingscel. De tewerkstellingscel deelt eveneens de gegevens mee die de Rijksdienst moeten toelaten om de voorwaarden vervat in artikel 1, 7°, te controleren.
  De tewerkstellingscel is er op straffe van verval toe gehouden het hoofdbestuur van de Rijksdienst, uiterlijk binnen de maand, gerekend van datum tot datum, na de inschrijving bij de tewerkstellingscel, de lijst te bezorgen met de identiteitsgegevens, alsook de datum van inschrijving bij de tewerkstellingscel, van alle werknemers ontslagen in het kader van een herstructurering en ingeschreven bij de tewerkstellingscel na het einde van de maand bedoeld in het vorige lid. De tewerkstellingscel deelt eveneens de gegevens mee die de Rijksdienst moeten toelaten om de voorwaarden vervat in artikel 1, 7°, te controleren.
  De tewerkstellingscel is er daarna toe gehouden het hoofdbestuur van de Rijksdienst onverwijld in kennis te stellen van alle wijzigingen die betrekking hebben op de gegevens van de werknemers die vermeld staan op de lijsten bedoeld in de vorige leden.
  De Rijksdienst bepaalt wat dient verstaan onder identiteitsgegevens, alsook de modaliteiten van deze gegevenstransmissie. "
Art.3. L'article 3 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 3. Les travailleurs inscrits dans la cellule pour l'emploi visée à l'article 5 de l'arrêté royal précité du 9 mars 2006, et qui ne sont pas encore inscrits dans la cellule pour l'emploi visée à l'article 1er, 5°, de cet arrêté, sont censés être inscrits dans la cellule pour l'emploi visée à l'article 1er, 5°, du présent arrêté à partir de la date visée à l'article 10, § 6, de l'arrêté royal précité du 9 mars 2006.
  Les travailleurs qui ne sont pas visés à l'alinéa 1er sont inscrits par le directeur de la cellule pour l'emploi à partir de la date à laquelle ils ont demandé par écrit à leur employeur d'être inscrits.
  La cellule pour l'emploi est tenue, sous peine de déchéance, de communiquer à l'administration centrale de l'Office national, au plus tard dans le mois, calculé de date à date, suivant la reconnaissance visée à l'article 2, la liste contenant les données d'identité, ainsi que la date d'inscription auprès de la cellule pour l'emploi de tous les travailleurs licenciés à l'occasion d'une restructuration et déjà inscrits auprès de la cellule pour l'emploi. La cellule pour l'emploi communique également les données qui doivent permettre à l'Office national de contrôler les conditions contenues à l'article 1er, 7°.
  La cellule pour l'emploi est tenue, sous peine de déchéance, de communiquer à l'administration centrale de l'Office national, au plus tard dans le mois, calculé de date à date, suivant l'inscription auprès de la cellule pour l'emploi, la liste contenant les données d'identité, ainsi que la date d'inscription auprès de la cellule pour l'emploi de tous les travailleurs licenciés à l'occasion d'une restructuration et inscrits auprès de la cellule pour l'emploi après le mois visé à l'alinéa précédent. La cellule pour l'emploi communique également les données qui doivent permettre à l'Office national de contrôler les conditions contenues à l'article 1er, 7°.
  La cellule pour l'emploi est ensuite tenue d'informer sans délai l'administration centrale de l'Office national de toutes les modifications ayant trait aux données des travailleurs mentionnés dans les listes visées aux alinéas précédents.
  L'Office national détermine ce qu'il convient d'entendre par données d'identité de même que les modalités de cette transmission de données. "
Art.4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 4. - Na ontvangst van de goedkeuring door de Minister van Werk bedoeld in artikel 2 en na controle van de voorwaarden vervat in artikel 1, 7°, bezorgt de Rijksdienst spontaan aan de werknemer ontslagen in het kader van een herstructurering bij diens eerste inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 3 een "verminderingskaart herstructureringen", met een geldigheidsduur vanaf de datum van de aankondiging van het collectief ontslag tot twaalf maanden, gerekend van datum tot datum, volgend op de datum van de inschrijving bij de tewerkstellingscel.
  De werknemer ontslagen in het kader van een herstructurering heeft in het kader van die herstructurering slechts eenmaal recht op een verminderingskaart herstructureringen.
  De verminderingskaart herstructureringen is geldig bij elke nieuwe werkgever. Gedurende zijn geldigheidsperiode, kan de werknemer steeds een kopie van de verminderingskaart herstructureringen krijgen.
  Het model en de inhoud van de verminderingskaart herstructureringen worden vastgesteld door de Rijksdienst.
  De Rijksdienst bezorgt de gegevens betreffende de verminderingskaarten herstructureringen aan de instellingen belast met de inning en de invorderingen van de sociale zekerheidsbijdragen. "
Art.4. L'article 4 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 4. Après réception de l'approbation par le Ministre de l'Emploi visée à l'article 2 et après contrôle des conditions contenues dans l'article 1er, 7°, l'Office national remet spontanément au travailleur licencié à l'occasion d'une restructuration, lors de la première inscription de celui-ci sur la liste visée à l'article 3, une "carte de réduction restructurations" avec une durée de validité de la date de l'annonce du licenciement collectif jusqu'à douze mois, calculés de date à date, suivant la date de l'inscription dans la cellule pour l'emploi.
  Le travailleur licencié dans le cadre d'une restructuration n'a droit qu'une seule fois à une carte de réduction restructurations dans le cadre de cette restructuration.
  La carte de réduction restructurations est valable chez tout nouvel employeur. Pendant sa période de validité, le travailleur peut toujours obtenir une copie de la carte de réduction restructurations.
  Le modèle et le contenu de la carte de réduction restructurations sont fixés par l'Office national.
  L'Office national fournit les données concernant les cartes de réduction restructurations aux organismes chargés de la perception et des recouvrements des cotisations de sécurité sociale. "
Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en tweede lid een nieuwe tweede lid ingevoegd dat als volgt luidt :
  " In afwijking van het vorige lid is de werknemer niet gerechtigd op een "verminderingskaart herstructureringen" indien de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :
  1° op de datum van inschrijving in de tewerkstellingscel is hij minder dan 45 jaar;
  2° de onderneming voldoet niet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid. "
Art.5. Dans l'article 4 du même arrêté un nouvel alinéa 2 est inséré entre les alinéas 1er et 2, rédigé comme suit :
  " Par dérogation à l'alinéa précédent, le travailleur n'a pas droit à une "carte de réduction restructurations", lorsque les conditions suivantes sont remplies simultanément :
  1° à la date de l'inscription dans la cellule pour l'emploi, il a moins de 45 ans;
  2° l'entreprise ne satisfait pas à la condition prévue à l'article 2, § 1er, alinéa 2. "
Art.6. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 5. - De onderneming in herstructurering die voldoet aan de voorwaarde van artikel 2, § 1, tweede lid, kan een tegemoetkoming krijgen in de outplacementkost voor een werknemer ontslagen in het kader van een herstructurering aan wie een verminderingskaart werd uitgereikt voor zover deze werknemer tijdens de geldigheidsperiode van deze verminderingskaart gedurende minstens 120 kalenderdagen verbonden is geweest door één of meerdere arbeidsovereenkomsten met één of meerdere nieuwe werkgevers. "
Art.6. L'article 5 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 5. L'entreprise en restructuration qui satisfait à la condition prévue à l'article 2, § 1er, alinéa 2, peut obtenir une intervention dans les frais d'outplacement pour un travailleur licencié dans le cadre d'une restructuration à qui une carte de réduction a été délivrée pour autant que ce travailleur ait, pendant la période de validité de cette carte de réduction, été lié au minimum pendant 120 jours calendrier par un ou plusieurs contrats de travail avec un ou plusieurs nouveaux employeurs. "
Art.7. In de artikelen 6 en 8 van hetzelfde besluit wordt het woord " verminderingskaart B " vervangen door het woord " verminderingskaart ".
Art.7. Dans les articles 6 et 8 du même arrêté, le mot " carte de réduction B " est remplacé par le mot " carte de réduction ".
Art.8. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 14. - De Nationale Arbeidsraad maakt jaarlijks een evaluatie van de toepassing van dit besluit en kan de daartoe vereiste statistische gegevens opvragen bij de Rijksdienst, de instellingen belast met de inning en de invorderingen van de sociale zekerheidsbijdragen en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. "
Art.8. L'article 14 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 14. Le Conseil national du travail fait chaque année une évaluation de l'application de cet arrêté et peut demander les données statistiques requises à l'Office, aux organismes chargés de la perception et des recouvrements des cotisations de sécurité sociale et au Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale. "
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen.
CHAPITRE II. - Modifications de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations.
Art.9. Artikel 1, § 1, 8°, van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 8° nieuwe werkgever : iedere werkgever andere dan de werkgever van de betrokken onderneming in herstructurering. "
Art.9. L'article 1er, § 1er, 8°, de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations est remplacé par la disposition suivante :
  " 8° nouvel employeur : tout employeur autre que l'employeur de l'entreprise en restructuration concernée. "
Art.10. In artikel 10, § 6, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) Het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De directeur van de tewerkstellingscel die in toepassing van de vorige paragraaf de beslissing ontving van de werknemer om zich in te schrijven bij deze tewerkstellingscel, schrijft deze werknemer in in die cel op de dag na die waarop de arbeidsovereenkomst met deze werknemer effectief verbroken werd. "
  B) Tussen het vierde en het vijfde lid wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd dat als volgt luidt :
  " De werknemer moet gedurende zes maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven blijven in de tewerkstellingscel. Tewerkstellingsperiodes worden gelijkgesteld met een periode van inschrijving. "
Art.10. Les modifications suivantes sont apportées à l'article 10, § 6, du même arrêté :
  A) L'alinéa premier est remplacé par la disposition suivante :
  " Le directeur de la cellule pour l'emploi qui, en application du paragraphe précédent, a reçu la décision du travailleur de s'inscrire dans cette cellule pour l'emploi, inscrit ce travailleur dans cette cellule le jour qui suit celui où le contrat de travail avec ce travailleur a été effectivement rompu. "
  B) Un nouvel alinéa 5 est inséré entre les alinéas 4 et 5, rédigé comme suit :
  " Le travailleur doit, pendant six mois, calculés de date à date, rester inscrit dans la cellule pour l'emploi. Les périodes d'occupation sont assimilées à une période d'inscription. "
Art.11. In artikel 11 wordt een nieuw lid toegevoegd dat als volgt luidt :
  " Het bedrag van de maandelijkse inschakelingsvergoeding wordt vastgesteld op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en wordt op dezelfde wijze berekend als de opzeggingsvergoeding die verschuldigd zou zijn geweest. "
Art.11. Un nouvel alinéa rédigé comme suit est inséré dans l'article 11, :
  " Le montant de l'indemnité mensuelle de reclassement est fixé au moment de la fin du contrat de travail et est calculé de la même manière que l'indemnité de préavis qui aurait été due. "
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen.
CHAPITRE III. - Modifications de l'arrêté royal du 16 mai 2003 pris en exécution du CHAPITRE 7 du Titre IV de la loi-programme du 24 décembre 2002 (I), relative à l'harmonisation et la simplification des régimes de réductions des cotisations de sécurité sociale.
Art.12. Artikel 28/1 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 28/1 - Een doelgroepvermindering voor werknemers ontslagen in het kader van een herstructurering wordt op de volgende wijze toegekend :
  1° een forfaitaire vermindering G1 tijdens het kwartaal van indiensttreding en de daaropvolgende vier kwartalen, indien de werknemer op de dag van de indiensttreding jonger dan 45 jaar is;
  2° een forfaitaire vermindering G1 tijdens het kwartaal van indiensttreding en de vier volgende kwartalen, dan een forfaitaire vermindering G2 tijdens de volgende zestien kwartalen, indien de werknemer op de dag van de indiensttreding minstens 45 jaar is.
  Een werkgever kan de voordelen bedoeld in het vorige lid slechts genieten indien de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :
  1° hij neemt een werknemer in dienst tijdens de geldigheidsperiode van de verminderingskaart herstructureringen bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen;
  2° hij is een nieuwe werkgever in de zin van artikel 1, 10°, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004;
  3° het refertekwartaalloon van de werknemer, bedoeld in artikel 2, 3°, c), is niet hoger dan :
  - de loongrens S1, bedoeld in artikel 2, 3°, b) wanneer de werknemer op het ogenblik van de indiensttreding minstens 30 jaar is
  - de loongrens S0 zoals van toepassing voor een werknemer van categorie 1, bedoeld in artikel 2, 3°, d) wanneer de werknemer op het ogenblik van de indiensttreding minder dan 30 jaar is.
  Voor de toepassing van het eerste lid wordt als kwartaal van indiensttreding beschouwd het kwartaal waarin de werknemer tijdens de geldigheidsperiode van de verminderingskaart herstructureringen bedoeld in artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 voor het eerst bij de betrokken werkgever wordt tewerkgesteld. "
Art.12. Article 28/1 de l'arrêté royal du 16 mai 2003 pris en exécution du CHAPITRE 7 du Titre IV de la loi-programme du 24 décembre 2002 (I), relative à l'harmonisation et à la simplification des régimes de réductions des cotisations de sécurité sociale est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 28/1. Une diminution s'adressant à un groupe cible est octroyée pour des travailleurs licenciés dans le cadre d'une restructuration de la manière suivante :
  1° une diminution forfaitaire G1 pendant le trimestre de l'entrée en service et les quatre trimestres suivants, si le travailleur a moins de 45 ans le jour de l'entrée en service;
  2° une diminution forfaitaire G1 pendant le trimestre de l'entrée en service et les quatre trimestres suivants, suivie d'une diminution forfaitaire G2 pendant les seize trimestres suivants, si le travailleur a au moins 45 ans le jour de l'entrée en service.
  Un employeur peut uniquement bénéficier des avantages visés à l'alinéa précédent si les conditions suivantes sont simultanément remplies :
  1° il engage un travailleur pendant la période de validité de la carte de réduction restructurations visée à l'article 4 de l'arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l'emploi de travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations;
  2° il s'agit d'un nouvel employeur au sens de l'article 1er, 10°, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004;
  3° le salaire trimestriel de référence du travailleur visé à l'article 2, 3°, c) ne dépasse pas :
  - la limite salariale S1, visée à l'article 2, 3°, b) lorsque le travailleur a au moins 30 ans au moment de l'entrée en service
  - la limite salariale S0 telle que d'application pour un travailleur de catégorie 1, visée à l'article 2, 3°, d) lorsque le travailleur a moins de 30 ans au moment de l'entrée en service.
  Pour l'application du premier alinéa, on considère comme trimestre d'entrée en service le trimestre au cours duquel le travailleur a été occupé pour la première fois auprès de l'employeur concerné pendant la période de validité de la carte de réduction restructurations visée à l'article 4 de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004.''
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering.
CHAPITRE IV. - Modifications de l'arrêté royal du 17 janvier 2000 pris en exécution de l'article 2 de la loi du 20 décembre 1999 visant à octroyer un bonus à l'emploi sous la forme d'une réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale aux travailleurs salariés ayant un bas salaire et à certains travailleurs qui ont été victimes d'une restructuration.
Art.13. Artikel 1, § 3, eerste lid van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De werknemers bedoeld in artikel 3bis van de voornoemde wet van 20 december 1999 bekomen een forfaitaire vermindering van de persoonlijke bijdragen van 133,33 euro per maand. Voor handarbeiders wordt het bedrag van 133,33 euro vermenigvuldigd met 1,08. "
  Een werknemer kan de voordelen bedoeld in het vorige lid slechts genieten indien de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :
  1° hij treedt in dienst bij een nieuwe werkgever in de zin van artikel 1, 10° van het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen;
  2° de vermindering geldt slechts voor de tewerkstellingsperiodes gelegen tijdens de periode vanaf de eerste tewerkstelling aangevat tijdens de geldigheidsperiode van de verminderingskaart herstructureringen bedoeld in artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004, tot het einde van het tweede kwartaal volgend op de begindatum van die eerste tewerkstelling;
  3° voor de betreffende tewerkstellingsperiodes is de loonmassa S bedoeld in § 1, 2°, niet hoger dan :
  - de loongrens S1, bedoeld in artikel 2, 3°, b) van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gedeeld door 3, wanneer de werknemer op het ogenblik van de indiensttreding minstens 30 jaar is
  - de loongrens S0 zoals van toepassing voor een werknemer van categorie 1, bedoeld in artikel 2, 3°, d) van het voormeld koninklijk besluit van 16 mei 2003, gedeeld door 3, wanneer de werknemer op het ogenblik van de indiensttreding minder dan 30 jaar is. "
Art.13. Article 1, § 3, alinéa premier de l'arrêté royal du 17 janvier 2000 pris en exécution de l'article 2 de la loi du 20 décembre 1999 visant à octroyer un bonus à l'emploi sous la forme d'une réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale aux travailleurs salariés ayant un bas salaire et à certains travailleurs qui ont été victimes d'une restructuration est remplacé par la disposition suivante :
  " Les travailleurs visés à l'article 3bis de la loi précitée du 20 décembre 1999 obtiennent une diminution forfaitaire des cotisations personnelles de 133,33 euros par mois. Pour les ouvriers, le montant de 133,33 euros est multiplié par 1,08.
  Un travailleur peut uniquement bénéficier des avantages visés à l'alinéa précédent si les conditions suivantes sont simultanément remplies :
  1° il entre en service chez un nouvel employeur au sens de l'article 1er, 10°, de l'arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l'emploi des travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations;
  2° la diminution ne vaut que pour les périodes d'occupation situées pendant la période à partir de la première occupation ayant débuté pendant la période de validité de la carte de réduction restructurations visée à l'article 4 de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, jusqu'à la fin du deuxième trimestre qui suit la date de début de cette première occupation;
  3° pour les périodes d'occupation concernées, la masse salariale S visée au § 1er, 2°, n'est pas supérieure à :
  - la limite salariale S1, visée à l'article 2, 3°, b), de l'arrêté royal du 16 mai 2003 pris en exécution du CHAPITRE 7 du Titre IV de la loi programme du 24 décembre 2002 (I), relative à l'harmonisation et à la simplification des régimes relatifs aux diminutions des cotisations de sécurité sociale, divisée par 3, lorsque le travailleur a au moins 30 ans au moment de l'entrée en service
  - la limite salariale S0 telle que d'application pour un travailleur de catégorie 1, visée à l'article 2, 3°, d) de l'arrêté royal précité du 16 mai 2003 divisée par 3, lorsque le travailleur a moins de 30 ans au moment de l'entrée en service."
HOOFDSTUK V. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
CHAPITRE V. - Modifications de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage.
Art.14. In artikel 51, § 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) In het tweede lid wordt, 8° vervangen door de volgende bepaling :
  " 8° het feit als werknemer van 45 jaar of meer die minstens één jaar ononderbroken anciënniteit in de onderneming heeft, zich niet in te schrijven binnen de termijnen bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, bij een tewerkstellingscel waaraan de werkgever deelneemt of niet gedurende zes maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven te zijn gebleven in die tewerkstellingscel; "
  B) In het tweede lid, wordt 9° vervangen door de volgende bepaling :
  " 9° het feit als werknemer van 45 jaar of meer, geen outplacementbegeleiding te vragen waarop hij recht heeft in toepassing van artikel 13 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, binnen de termijnen en conform de procedure bepaald in de CAO nr. 82 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002. "
  C) Het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " In afwijking van het tweede lid, 8° wordt de werknemer niet beschouwd als werkloos afhankelijk van zijn wil indien hij het bewijs levert dat hij outplacementbegeleiding heeft gevraagd aan zijn werkgever uiterlijk op het einde van de termijn waarin hij conform de voormelde CAO nr. 82 zijn werkgever schriftelijk in gebreke moet stellen wanneer de werkgever hem geen valabel outplacementaanbod heeft gedaan. "
  D Tussen het vierde en het vijfde lid wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd, dat als volgt luidt :
  " Voor de toepassing van het tweede lid, 8° worden tewerkstellingsperiodes gelijkgesteld met een periode van inschrijving in de tewerkstellingscel. "
  E) Het vijfde lid, dat het zesde lid wordt, wordt vervangen door de volgende leden :
  " In afwijking van het tweede lid, 9° en het vierde lid wordt de werknemer niet beschouwd als werkloos afhankelijk van zijn wil indien hij het bewijs levert dat hij onmiddellijk na het einde van zijn arbeidsovereenkomst het werk heeft hervat als loontrekkende bij een nieuwe werkgever of als zelfstandige voor rekening van een opdrachtgever gedurende een ononderbroken periode van minstens twee maanden, gerekend van datum tot datum.
  Voor de toepassing van het vorige lid wordt verstaan onder :
  1° nieuwe werkgever : iedere werkgever andere dan de werkgever die de vorige arbeidsovereenkomst heeft beëindigd of dan een werkgever behorend tot de technische bedrijfseenheid, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en in de uitvoeringsbesluiten van deze wet, waartoe die werkgever behoort die de vorige arbeidsovereenkomst heeft beëindigd;
  2° opdrachtgever : iedere opdrachtgever andere dan de werkgever die de vorige arbeidsovereenkomst heeft beëindigd of dan een werkgever behorend tot de technische bedrijfseenheid, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en in de uitvoeringsbesluiten van deze wet, waartoe die werkgever behoort die de vorige arbeidsovereenkomst heeft beëindigd. "
Art.14. Dans l'article 51, § 1er, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du chômage, les modifications suivantes sont apportées :
  A) A l'alinéa 2, 8°, est remplacé par la disposition suivante :
  " 8° le fait pour un travailleur de 45 ans ou plus avec au minimum une année ininterrompue d'ancienneté dans l'entreprise, de ne pas s'inscrire dans les délais visés à l'article 10 de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations, dans une cellule pour l'emploi à laquelle l'employeur participe ou de ne pas être resté inscrit pendant six mois, calculés de date à date, dans cette cellule pour l'emploi; "
  B) A l'alinéa 2, 9°, est remplacé par la disposition suivante :
  " 9° le fait pour un travailleur âgé d'au moins 45 ans, de ne pas demander l'outplacement auquel il a droit en application de l'article 13 de la loi du 5 septembre 2001 visant à améliorer le taux d'emploi des travailleurs, dans les délais et conformément à la procédure prévus à la CCT n° 82 conclue au Conseil national du Travail le 10 juillet 2002. "
  C) L'alinéa 4 est remplacé par la disposition suivante :
  " Par dérogation à l'alinéa 2, 8°, le travailleur n'est pas considéré comme un chômeur par suite de circonstances dépendant de sa volonté s'il apporte la preuve qu'il a demandé une mesure d'outplacement à son employeur au plus tard à la fin du délai dans lequel il doit, conformément à la CCT n° 82 précitée, mettre en demeure par écrit son employeur lorsque celui-ci ne lui a pas fait une offre valable d'outplacement. "
  D) Un nouvel alinéa 5 dont le texte est le suivant est inséré entre les alinéas 4 et 5 :
  " Pour l'application de l'alinéa 2, 8°, les périodes d'occupation sont assimilées à une période d'inscription dans la cellule pour l'emploi. "
  E) L'alinéa 5, qui devient l'alinéa 6, est remplacé par les alinéas suivants :
  " Par dérogation à l'alinéa 2, 9° et à l'alinéa 4, le travailleur n'est pas considéré comme chômeur dépendant de sa volonté s'il apporte la preuve qu'immédiatement après la fin de son contrat de travail, il a repris le travail comme salarié chez un nouvel employeur ou comme indépendant pour le compte d'un donneur d'ordre pendant une période ininterrompue d'au moins deux mois, calculés de date à date.
  Pour l'application du précédent alinéa, on entend par :
  1° nouvel employeur : tout employeur autre que l'employeur qui a mis fin au précédent contrat de travail ou qu'un employeur qui appartient à l'unité technique d'exploitation visée à l'article 14 de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie et dans les arrêtés d'exécution de cette loi, à laquelle l'employeur qui a mis fin au précédent contrat de travail appartient;
  2° donneur d'ordre : tout donneur d'ordre autre que l'employeur qui a mis fin au précédent contrat de travail ou qu'un employeur qui appartient à l'unité technique d'exploitation visée à l'article 14 de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie et dans les arrêtés d'exécution de cette loi, à laquelle l'employeur qui a mis fin au précédent contrat de travail appartient. "
Art.15. In artikel 52bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) In § 1, wordt 6° vervangen door de volgende bepaling :
  " 6° het feit als werknemer van 45 jaar of meer die minstens één jaar ononderbroken dienstanciënniteit in de onderneming heeft, zich niet in te schrijven binnen de termijnen bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, bij een tewerkstellingscel waaraan de werkgever deelneemt of niet gedurende zes maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven te zijn gebleven in die tewerkstellingscel; "
  B) In § 1, wordt 7° vervangen door de volgende bepaling :
  " 7° het feit als werknemer van 45 jaar of meer, geen outplacementbegeleiding te vragen waarop hij recht heeft in toepassing van artikel 13 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, binnen de termijnen en conform de procedure bepaald in de CAO nr. 82 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002. "
  C) In § 2, eerste lid, wordt 5° vervangen door de volgende bepaling :
  5° het feit als werknemer van 45 jaar of meer die minstens één jaar ononderbroken dienstanciënniteit in de onderneming heeft, zich niet in te schrijven binnen de termijnen bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, bij een tewerkstellingscel waaraan de werkgever deelneemt of niet gedurende zes maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven te zijn gebleven in die tewerkstellingscel, in de zin van artikel 51, § 1, tweede lid, 8°, met het opzet uitkeringen te kunnen genieten of te kunnen blijven genieten; "
  D) In § 2, eerste lid, wordt 6° vervangen door de volgende bepaling :
  " 6° het feit als werknemer van 45 jaar of meer, geen outplacementbegeleiding te vragen waarop hij recht heeft in toepassing van artikel 13 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, binnen de termijnen en conform de procedure bepaald in de CAO nr. 82 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002, in de zin van artikel 51, § 1, tweede lid, 9°, met het opzet uitkeringen te kunnen genieten of te kunnen blijven genieten. "
Art.15. Les modifications suivantes sont apportées à l'article 52bis du même arrêté :
  A) Au § 1, 6° est remplacé par la disposition suivante :
  " 6° le fait pour un travailleur de 45 ans ou plus avec au minimum une année ininterrompue d'ancienneté de service dans l'entreprise, de ne pas s'inscrire dans les délais visés à l'article 10 de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations, dans une cellule pour l'emploi à laquelle l'employeur participe ou de ne pas être resté inscrit pendant six mois, calculés de date à date, dans cette cellule pour l'emploi; "
  B) Au § 1er, 7° est remplacé par la disposition suivante :
  " 7° le fait pour un travailleur âgé d'au moins 45 ans, de ne pas demander l'outplacement auquel il a droit en application de l'article 13 de la loi du 5 septembre 2001 visant à améliorer le taux d'emploi des travailleurs, dans les délais et conformément à la procédure prévus à la CCT n° 82 conclue au Conseil national du Travail le 10 juillet 2002. "
  C) Au § 2, alinéa 1er, 5°, est remplacé par la disposition suivante :
  " 5° le fait pour un travailleur de 45 ans ou plus avec au minimum une année ininterrompue d'ancienneté de service dans l'entreprise, de ne pas s'inscrire dans les délais visés à l'article 10 de l'arrêté royal du 9 mars 2006 relatif à la gestion active des restructurations, dans une cellule pour l'emploi à laquelle l'employeur participe ou de ne pas être resté inscrit six mois calculés de date à date dans cette cellule pour l'emploi; au sens de l'article 51, § 1er, alinéa deux, 8°, avec l'intention de pouvoir bénéficier ou de pouvoir continuer à bénéficier d'allocations; "
  D) Au § 2, alinéa 1er, 6° est remplacé par la disposition suivante :
  " 6° le fait pour un travailleur âgé d'au moins 45 ans, de ne pas demander l'outplacement auquel il a droit en application de l'article 13 de la loi du 5 septembre 2001 visant à améliorer le taux d'emploi des travailleurs, dans les délais et conformément à la procédure prévus à la CCT n° 82 conclue au Conseil National du Travail le 10 juillet 2002, au sens de l'article 51, § 1er, alinéa deux, 9°, avec l'intention de pouvoir bénéficier ou de pouvoir continuer à bénéficier d'allocations. "
HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
CHAPITRE VI. - Modifications de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension conventionnelle.
Art.16. In artikel 12sexies van het voormelde koninklijk besluit van 7 december 1992 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A) In § 1 wordt het eerste lid vervangen door de volgende leden :
  " § 1. Indien de gemotiveerde aanvraag bedoeld in artikel 12quinquies alle aldaar vereiste elementen bevat, kan de Minister van Werk de ondernemingen een erkenning verlenen als zijnde onderneming in moeilijkheden of onderneming in herstructurering in het kader van het brugpensioen.
  Deze erkenning wordt verleend voor een periode die aanvangt op de datum van de mededeling door de werkgever aan de werknemersvertegenwoordigers van zijn voornemen over te gaan tot een collectief ontslag, bedoeld in artikel 6 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 van 2 oktober 1975 en die eindigt maximaal 2 jaar, gerekend van datum tot datum, na de datum van kennisgeving van het collectief ontslag aan de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst zoals bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag. "
  B) § 10 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 10. Om de voordelen van deze afdeling of van afdeling 3 te genieten, moet de werknemer geviseerd door een collectief ontslag, zoals gedefinieerd in artikel 31 van de voormelde wet van 23 december 2005, bovendien aanvaarden zich in te schrijven bij de tewerkstellingscel bedoeld in artikel 33 van dezelfde wet en ingeschreven te blijven in deze cel gedurende een periode van 6 maanden, gerekend van datum tot datum.
  Voor de toepassing van het vorige lid zijn de periodes van tewerkstelling gelijkgesteld met periodes gedurende dewelke de werknemer ingeschreven is gebleven bij de cel. "
Art.16. Dans l'article 12sexies de l'arrêté royal précité du 7 décembre 1992, les modifications suivantes sont apportées :
  A) Au § 1er l'alinéa 1er est remplacé par les alinéas suivants :
  " § 1er. Lorsque la demande motivée, visée à l'article 12quinquies, contient tous les éléments requis, le Ministre de l'emploi peut octroyer aux entreprises une reconnaissance comme étant une entreprise en difficulté ou une entreprise en restructuration dans le cadre de la prépension.
  Cette reconnaissance est accordée pour une période qui commence à la date de la communication par l'employeur de l'intention de procéder à un licenciement collectif tel que visé à l'article 6 de la convention collective de travail n° 24 conclue au Conseil national du Travail le 2 octobre 1975, et qui prend fin maximum 2 ans, calculés de date à date, après la date de la notification du licenciement collectif au directeur du service subrégional de l'emploi tel que visé à l'article 7 de l'arrêté royal du 24 mai 1976 sur les licenciements collectifs. "
  B) § 10 est remplacé par la disposition suivante :
  " § 10. Pour bénéficier des avantages de cette section ou de la section 3, le travailleur visé par un licenciement collectif, tel que défini à l'article 31 de la loi précitée du 23 décembre 2005, doit en plus accepter de s'inscrire dans la cellule pour l'emploi visée à l'article 33 de cette même loi et rester inscrit dans cette cellule pendant une période de 6 mois, calculés de date à date.
  Pour l'application de l'alinéa précédent, les périodes d'occupation sont assimilées aux périodes durant lesquelles le travailleur est resté inscrit dans la cellule. "
HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot invoering van een speciale patronale sociale zekerheidsbijdrage op sommige aanvullende vergoedingen in het kader van het generatiepact en tot vaststelling van de uitvoeringsregelen van artikel 50 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
CHAPITRE VII. - Modifications de l'arrêté royal du 22 mars 2006 introduisant une cotisation spéciale patronale de sécurité sociale sur certaines indemnités complémentaires en exécution du Pacte de solidarité entre les générations et fixant les mesures d'exécution de l'article 50 de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales.
Art.17. In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot invoering van een speciale patronale sociale zekerheidsbijdrage op sommige aanvullende vergoedingen in het kader van het generatiepact en tot vaststelling van de uitvoeringsregelen van artikel 50 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen wordt een nieuw lid ingevoegd dat als volgt luidt :
  " Voor de toepassing van dit artikel wordt onder groep verstaan alle werkgevers behorend tot de technische bedrijfseenheid, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en in de uitvoeringsbesluiten van deze wet, waartoe die werkgever behoort die de aanvullende vergoeding rechtstreeks of onrechtstreeks betaalt. "
Art.17. Dans l'article 5, § 1er, de l'arrêté royal du 22 mars 2006 introduisant une cotisation spéciale patronale de sécurité sociale sur certaines indemnités complémentaires en exécution du Pacte de solidarité entre les générations et fixant les mesures d'exécution de l'article 50 de la loi du 30 mars 1994 portant des dispositions sociales, un nouvel alinéa est ajouté rédigé comme suit :
  " Pour l'application de cet article, on entend par groupe tous les employeurs qui appartiennent à l'unité technique d'exploitation visée à l'article 14 de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l'économie et dans les arrêtés d'exécution de cette loi, à laquelle appartient cet employeur qui paie directement ou indirectement l'indemnité complémentaire. "
HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen.
CHAPITRE VIII. - Dispositions finales et transitoires.
Art.18. De artikelen 1, 2, 3, 5, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 16 en 17 treden in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  Het artikel 1, A) en B) is toepasselijk op alle tewerkstellingscellen opgericht vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  Artikel 1. C) is toepasselijk op alle werknemers die ten vroegste zijn ontslagen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  De artikelen 1, E), 9, 10, B), 14, A) en D), 15, A) en C) en 16, B) zijn toepasselijk voor alle werknemers die ten vroegste ingeschreven zijn in de tewerkstellingscel vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  De artikelen 10, A), 11, 14, B), C) en E), 15, B) en D) en 17 zijn toepasselijk op alle werknemers wiens arbeidsovereenkomst ten vroegste een einde heeft genomen op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  De artikelen 2, 3, 5 en 16, A) zijn toepasselijk op alle aanvragen tot erkenning ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.18. Les articles 1er, 2, 3, 5, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 16 et 17 entrent en vigueur à la date de publication au Moniteur belge.
  L'article 1er, A) et B) s'applique à toutes les cellules pour l'emploi créées à partir de la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
  L'article 1er, C) s'applique à tous les travailleurs qui ont été licenciés au plus tôt à partir de la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Les articles 1er, E), 9, 10, B), 14, A) et D), 15, A) et C) et 16, B) s'appliquent à tous les travailleurs qui sont inscrits dans la cellule pour l'emploi au plus tôt à partir de la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Les articles 10, A), 11, 14, B), C) et E), 15, B) et D) et 17 s'appliquent à tous les travailleurs dont le contrat de travail prend effectivement fin au plus tôt à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Les articles 2, 3, 5 et 16, A) s'appliquent à toutes les demandes de reconnaissance introduites à partir de la date d'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.19. § 1. De artikelen 4, 6, 7, 12 en 13 hebben uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2007.
  § 2. - Artikel 4 is van toepassing op alle werknemers die zich voor het eerst hebben ingeschreven in de tewerkstellingscel na 31 december 2006.
  De werknemers bedoeld in het vorige lid, die het werk hebben hervat na de aankondiging van het collectief ontslag, maar vóór 1 januari 2007, worden voor de toepassing van artikel 12 geacht in dienst te treden op 1 januari 2007.
  De werknemers bedoeld in het eerste lid, die het werk hebben hervat na de aankondiging van het collectief ontslag, maar vóór 1 januari 2007, worden voor de toepassing van artikel 13 geacht hun eerste tewerkstelling te hebben aangevat op 1 januari 2007.
  § 3. - De werknemer die al vóór de inwerkingtreding van dit besluit verminderingskaarten herstructureringen A heeft gekregen, bedoeld in artikel 4, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, ontvangt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit de verminderingskaart herstructureringen bedoeld in artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, voor zover hij vóór de inwerkingtreding van dit besluit geen arbeidsovereenkomst heeft aangevat waarvoor hij de verminderingskaart herstructureringen B heeft gevraagd, bedoeld in artikel 4, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
  In dit geval is de geldigheidsperiode van de verminderingskaart herstructureringen in afwijking van artikel 4, eerste lid van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, gelijk aan het aantal kwartalen gedurende dewelke de werknemer nog zou gerechtigd zijn geweest op de verminderingskaart herstructureringen A bedoeld in artikel 4, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Deze periode kan hoe dan ook nooit twaalf maanden overschrijden.
  Voor arbeidsovereenkomsten ten vroegste aangevat vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit kunnen geen verminderingskaarten herstructureringen B meer worden gegeven bedoeld in artikel 4, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
  § 4. - Artikel 5 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft verder toepasselijk voor alle werknemers die een verminderingskaart herstructureringen B hebben gekregen in toepassing van artikel 4, § 2 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
  Indien de werknemer bedoeld in § 3, nog gerechtigd is op een verminderingskaart herstructureringen waarvan de geldigheidsduur minder dan 12 maanden bedraagt, opent hij voor de onderneming in herstructurering het recht op een tegemoetkoming in de outplacementkost zoals bedoeld in artikel 5 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004, voorzover deze werknemer tijdens de geldigheidsperiode van deze verminderingskaart verbonden is geweest door één of meerdere arbeidsovereenkomsten met één of meerdere nieuwe werkgevers gedurende minstens een aantal kalenderdagen dat wordt verkregen door 120 te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller aan het aantal maanden dat de verminderingskaart geldig is.
  § 5. - Voor de werknemers die in dienst zijn getreden vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven de voordelen bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid van het voormelde koninklijk besluit van 17 januari 2000, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, verder toegekend tot het einde van de geldigheidsduur van de verminderingskaart herstructureringen B gegeven in toepassing van artikel 4, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
  Voor de werknemers die in dienst zijn getreden vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven de voordelen bedoeld in artikel 28/1 van het voormelde koninklijk besluit van 16 mei 2003, zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, verder toegekend tot het einde van de geldigheidsduur van de verminderingskaart herstructureringen B gegeven in toepassing van artikel 4, § 2 van het voormelde koninklijk besluit van 16 juli 2004 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.19. § 1er. Les articles 4, 6, 7, 12 et 13 produisent leurs effets à partir du 1er janvier 2007.
  § 2. - L'article 4 est d'application à tous les travailleurs qui se sont inscrits dans la cellule pour l'emploi pour la première fois après le 31 décembre 2006.
  Les travailleurs visés à l'alinéa précédent, qui ont repris le travail après l'annonce du licenciement collectif, mais avant le 1er janvier 2007, sont, pour l'application de l'article 12, censés être entrés en service au 1er janvier 2007.
  Les travailleurs visés à l'alinéa 1er, qui ont repris le travail après l'annonce du licenciement collectif, mais avant le 1er janvier 2007, sont, pour l'application de l'article 13, censés être occupés pour la première fois au 1er janvier 2007.
  § 3. - Le travailleur qui, déjà avant l'entrée en vigueur de cet arrêté, a reçu des cartes de réduction restructurations A visées à l'article 4, § 1er, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté reçoit, à partir de l'entrée en vigueur du présent arrêté, la carte de réduction restructurations visée à l'article 4 de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel qu'applicable à partir de l'entrée en vigueur du présent arrêté, pour autant qu'il n'aie pas entamé un contrat de travail avant l'entrée en vigueur du présent arrêté pour lequel il a demandé la carte de réduction restructurations B, visée à l'article 4, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Dans ce cas, la période de validité de la carte de réduction restructurations est, par dérogation à l'article 4, alinéa 1er, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel que d'application à partir de l'entrée en vigueur du présent arrêté, est égale au nombre de trimestres durant lesquels le travailleur aurait encore droit à la carte de réduction restructurations A visée à l'article 4, § 1er, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté. Cette période ne peut en aucun cas jamais dépasser douze mois.
  Pour les contrats de travail qui ont commencé au plus tôt à partir de la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, il ne peut plus être délivré de carte de réduction restructurations B telle que visée à l'article 4, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  § 4. - L'article 5 de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté reste applicable pour tous les travailleurs qui ont reçu une carte de réduction restructurations B en application de l'article 4, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004 tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
  Lorsque le travailleur visé au § 3, a encore droit à une carte de réduction restructurations dont la durée de validité est inférieure à 12 mois, il ouvre pour l'entreprise en restructuration le droit à une intervention dans les frais d'outplacement, tel que visé à l'article 5 de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, pour autant qu'il ait été lié pendant la période de validité de cette carte de réduction par un ou plusieurs contrats de travail avec un ou plusieurs nouveaux employeurs pendant au minimum un nombre de jours calendrier obtenu en multipliant 120 par une fraction dont le dénominateur est egal à 12 et le numérateur est égal au nombre de mois de validité de la carte restructurations.
  § 5. - Pour les travailleurs entrés en service avant l'entree en vigueur du présent arrêté, les avantages prévus à l'article 1er, § 3, alinéa 1er, de l'arrêté royal précité du 17 janvier 2000, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté restent octroyés jusqu'à la fin de la période de validité de la carte de réduction restructurations B, délivrée en application de l'article 4, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrête.
  Pour les travailleurs entrés en service avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, les avantages prévus à l'article 28/1 de l'arrêté royal précité du 16 mai 2003, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, restent octroyés jusqu'à la fin de la période de validité de la carte de réduction restructurations B, délivrée en application de l'article 4, § 2, de l'arrêté royal précité du 16 juillet 2004, tel que d'application avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 20. Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 28 maart 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN
  De Minister van Sociale Zaken,
  R. DEMOTTE.
Art. 20. Notre Ministre de l'Emploi et Notre Ministre des Affaires sociales sont chargés, chacun pour ce qui le concerne, de l'exécution du présent arreté.
  Donné à Bruxelles, le 28 mars 2007.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de Travail,
  P. VANVELTHOVEN
  Le Ministre des Affaires sociales,
  R. DEMOTTE.