Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
1 FEBRUARI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een Opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen (VERTALING).
Titre
1 FEVRIER 2007. - Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 mars 2005 portant création d'une Cellule de suivi des financements alternatifs et des états financiers des organismes d'intérêt public.
Informations sur le document
Numac: 2007200554
Datum: 2007-02-01
Info du document
Numac: 2007200554
Date: 2007-02-01
Tekst (15)
Texte (15)
Artikel 1. In artikel 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005 houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen worden de woorden "bij de Waalse Regering" ingevoegd tussen de woorden "Er wordt" en "een cel opgericht".
Article 1. A l'article 1er, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 24 mars 2005 portant création d'une Cellule de suivi des financements alternatifs et des états financiers des organismes d'intérêt public, les mots "auprès du Gouvernement wallon" sont insérés entre les mots "Il est institué" et "une cellule de suivi".
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd tussen de woorden "Minister van Begroting" en de woorden "waarin de werkzaamheden van de cel".
Art.2. A l'article 3 du même arrêté, les mots "et des Finances" sont insérés entre les mots "Ministre du Budget" et "décrivant de manière synthétique".
Art.3. In artikel 4, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd na de woorden "Minister van Begroting".
Art.3. A l'article 4, § 3, du même arrêté, les mots "et des Finances" sont insérés après les mots "Ministre du Budget".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
a) in § 1 worden de woorden "artikel 9" vervangen door de woorden "artikel 8";
b) in § 2 worden de woorden "27 juli 2004" vervangen door de woorden "14 december 2006";
c) er worden een § 3 en een § 4 toegevoegd, luidend als volgt :
" § 3. De in dit artikel bedoelde personeelsleden genieten de tussenwedden die met weddetrappen van geldelijke anciënniteit overeenkomen en die voortvloeien uit tussentijdse verhogingen voorzien in de schaal waarin hun als wedde geldende kabinetstoelage is vastgesteld. De verdiende geldelijke anciënniteit die hen kan worden toegekend, wordt berekend volgens dezelfde regels als die welke vastgesteld zijn voor de berekening van de in aanmerking komende diensten van het personeel van de Diensten van de Waalse Regering.
§ 4. Bij gemotiveerde beslissing kan de Minister van Begroting en Financiën, met de toestemming van de Minister-President, binnen de perken van de aan het personeel van de Cel toegekende begrotingskredieten, de als wedde geldende toelagen waarvan sprake in dit artikel verhogen. "
a) in § 1 worden de woorden "artikel 9" vervangen door de woorden "artikel 8";
b) in § 2 worden de woorden "27 juli 2004" vervangen door de woorden "14 december 2006";
c) er worden een § 3 en een § 4 toegevoegd, luidend als volgt :
" § 3. De in dit artikel bedoelde personeelsleden genieten de tussenwedden die met weddetrappen van geldelijke anciënniteit overeenkomen en die voortvloeien uit tussentijdse verhogingen voorzien in de schaal waarin hun als wedde geldende kabinetstoelage is vastgesteld. De verdiende geldelijke anciënniteit die hen kan worden toegekend, wordt berekend volgens dezelfde regels als die welke vastgesteld zijn voor de berekening van de in aanmerking komende diensten van het personeel van de Diensten van de Waalse Regering.
§ 4. Bij gemotiveerde beslissing kan de Minister van Begroting en Financiën, met de toestemming van de Minister-President, binnen de perken van de aan het personeel van de Cel toegekende begrotingskredieten, de als wedde geldende toelagen waarvan sprake in dit artikel verhogen. "
Art.4. A l'article 6 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :
a) au § 1er, les mots "de l'article 9" sont remplacés par les mots "de l'article 8";
b) au § 2, les mots "du 27 juillet 2004" sont remplacés par les mots "14 décembre 2006"
c) il est ajouté un § 3 et un § 4, rédigés comme suit :
" § 3. Les membres du personnel visés au présent article bénéficient des traitements intermédiaires correspondant à des échelons d'ancienneté pécuniaire et résultant d'augmentations intercalaires prévues à l'échelle dans laquelle leur allocation tenant lieu de traitement a été fixée. L'ancienneté pécuniaire proméritée pouvant leur être accordée est calculée suivant les mêmes règles que celles établies pour le calcul des services admissibles du personnel des services du Gouvernement wallon.
§ 4. Par décision motivée, moyennant l'accord du Ministre-Président, dans les limites des crédits budgétaires alloués à la CIF, le Ministre du Budget et des Finances peut majorer les allocations tenant lieu de traitement dont question au présent article. "
a) au § 1er, les mots "de l'article 9" sont remplacés par les mots "de l'article 8";
b) au § 2, les mots "du 27 juillet 2004" sont remplacés par les mots "14 décembre 2006"
c) il est ajouté un § 3 et un § 4, rédigés comme suit :
" § 3. Les membres du personnel visés au présent article bénéficient des traitements intermédiaires correspondant à des échelons d'ancienneté pécuniaire et résultant d'augmentations intercalaires prévues à l'échelle dans laquelle leur allocation tenant lieu de traitement a été fixée. L'ancienneté pécuniaire proméritée pouvant leur être accordée est calculée suivant les mêmes règles que celles établies pour le calcul des services admissibles du personnel des services du Gouvernement wallon.
§ 4. Par décision motivée, moyennant l'accord du Ministre-Président, dans les limites des crédits budgétaires alloués à la CIF, le Ministre du Budget et des Finances peut majorer les allocations tenant lieu de traitement dont question au présent article. "
Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
a) de woorden "van 27 juli 2004" worden vervangen door de woorden "van 14 december 2006";
b) de woorden "De personen die een ambt uitoefenen bij de cel wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd : "worden vervangen door de woorden "De personeelsleden die naar de cel gedetacheerd zijn, wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd :".
a) de woorden "van 27 juli 2004" worden vervangen door de woorden "van 14 december 2006";
b) de woorden "De personen die een ambt uitoefenen bij de cel wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd : "worden vervangen door de woorden "De personeelsleden die naar de cel gedetacheerd zijn, wordt een toelage verleend die als volgt is vastgelegd :".
Art.5. A l'article 8 du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :
a) les mots "du 27 juillet 2004" sont remplacés par les mots "du 14 décembre 2006";
b) les mots "Il est accordé aux personnes en fonction à la Cellule une allocation fixée comme suit : sont remplacés par les mots "Il est accordé aux agents détachés à la Cellule une allocation fixée comme suit :".
a) les mots "du 27 juillet 2004" sont remplacés par les mots "du 14 décembre 2006";
b) les mots "Il est accordé aux personnes en fonction à la Cellule une allocation fixée comme suit : sont remplacés par les mots "Il est accordé aux agents détachés à la Cellule une allocation fixée comme suit :".
Art.6. Artikel 10 wordt opgeheven.
Art.6. L'article 10 est abrogé.
Art.7. Na artikel 12 van hetzelfde besluit worden de artikelen 12bis tot 12quinquies ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 12bis. Het rechtsstelsel van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF is van het statutaire type en de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten is niet van toepassing. Ze zijn onderworpen aan het statuut van de sociale zekerheid van de contractuele personeelsleden van de Staat.
Art. 12ter. De bepalingen bedoeld in artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering inzake verloven en afwezigheden van de statutaire en contractuele personeelsleden zijn van toepassing op de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2.
Art. 12quater. § 1. De bepalingen waarin wordt voorzien voor de personeelsleden van de Waalse Ministeries en van de instellingen van openbaar nut die onderworpen zijn aan de statuten van de gewestelijke ambtenaren inzake verblijf- en reiskosten die voortvloeien uit verplaatsingen in het belang van de dienst en uit het gebruik van het openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis toepasselijk op de personeelsleden van de CIF.
§ 2. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit kunnen ter vervanging van de maaltijdcheques een jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoeding genieten.
Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald met verwijzing naar de vergoedingen bepaald bij artikel 22, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het bedrag van de vergoeding staat gelijk met :
a) de vergoeding voor een attaché of adviseur voor de personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 4, § 2, littera a) ;
b) de vergoeding voor uitvoerend personeel of attaché voor de personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 4, § 2, littera b).
De vergoeding wordt aan het einde van elke maand betaald en kan worden geproratiseerd in geval van deeltijdse dienstverstrekking.
De vergoeding wordt gehandhaafd in geval van hoogstens dertig kalenderdagen afwezigheid.
§ 3. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, wier woonplaats en administratieve verblijfplaats buiten de vestigingsplaats van de CIF liggen, hebben recht op een abonnement voor een openbaar vervoermiddel of, afwijkingshalve, op de financiële tegenwaarde daarvan mits, in dit laatste geval, een bijzondere machtiging van de Minister van Begroting en Financiën en mits vermelding van de redenen van de afwijking. Het abonnement loopt één maand en moet maandelijks verlengd worden. De klas van het abonnement wordt bepaald op basis van de graad die het personeelslid bekleedt. Die maatregel mag niet inhouden dat de personeelsleden ingedeeld worden in een lagere klas dan die welke ze genieten in hun oorspronkelijke bestuur.
§ 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van de CIF bepaalt de Minister van Begroting en Financiën het individuele kilometercontingent dat jaarlijks moet worden toegekend aan de andere personeelsleden van de CIF die ertoe kunnen worden gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken in het belang van de dienst onder dezelfde voorwaarden als die welke waarin is voorzien bij de Waalse Ambtenarencode. Dit contingent mag echter niet hoger zijn dan 12 000 km per jaar per begunstigde. De terugbetaling geschiedt pas na voorlegging van een maandelijkse schuldvorderingsverklaring die gestaafd wordt door bewijsstukken waaruit de verplaatsingen om dienstredenen blijken.
§ 5. De nadere regels voor de aankoop en het gebruik van ambts- en dienstvoertuigen, de nadere regels voor de bijdrage in de abonnementskosten voor het vaste en het mobiele telefoonnet, fax en internet en de gesprekskosten van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF worden geregeld bij de omzendbrief van de Waalse Regering bedoeld in artikel 1, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering.
Art. 12quinquies. Een compenserende toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 6, § 1, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. "
" Art. 12bis. Het rechtsstelsel van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF is van het statutaire type en de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten is niet van toepassing. Ze zijn onderworpen aan het statuut van de sociale zekerheid van de contractuele personeelsleden van de Staat.
Art. 12ter. De bepalingen bedoeld in artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering inzake verloven en afwezigheden van de statutaire en contractuele personeelsleden zijn van toepassing op de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2.
Art. 12quater. § 1. De bepalingen waarin wordt voorzien voor de personeelsleden van de Waalse Ministeries en van de instellingen van openbaar nut die onderworpen zijn aan de statuten van de gewestelijke ambtenaren inzake verblijf- en reiskosten die voortvloeien uit verplaatsingen in het belang van de dienst en uit het gebruik van het openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis toepasselijk op de personeelsleden van de CIF.
§ 2. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit kunnen ter vervanging van de maaltijdcheques een jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoeding genieten.
Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald met verwijzing naar de vergoedingen bepaald bij artikel 22, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het bedrag van de vergoeding staat gelijk met :
a) de vergoeding voor een attaché of adviseur voor de personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 4, § 2, littera a) ;
b) de vergoeding voor uitvoerend personeel of attaché voor de personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 4, § 2, littera b).
De vergoeding wordt aan het einde van elke maand betaald en kan worden geproratiseerd in geval van deeltijdse dienstverstrekking.
De vergoeding wordt gehandhaafd in geval van hoogstens dertig kalenderdagen afwezigheid.
§ 3. De personeelsleden bedoeld in artikel 4, § 2, wier woonplaats en administratieve verblijfplaats buiten de vestigingsplaats van de CIF liggen, hebben recht op een abonnement voor een openbaar vervoermiddel of, afwijkingshalve, op de financiële tegenwaarde daarvan mits, in dit laatste geval, een bijzondere machtiging van de Minister van Begroting en Financiën en mits vermelding van de redenen van de afwijking. Het abonnement loopt één maand en moet maandelijks verlengd worden. De klas van het abonnement wordt bepaald op basis van de graad die het personeelslid bekleedt. Die maatregel mag niet inhouden dat de personeelsleden ingedeeld worden in een lagere klas dan die welke ze genieten in hun oorspronkelijke bestuur.
§ 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van de CIF bepaalt de Minister van Begroting en Financiën het individuele kilometercontingent dat jaarlijks moet worden toegekend aan de andere personeelsleden van de CIF die ertoe kunnen worden gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken in het belang van de dienst onder dezelfde voorwaarden als die welke waarin is voorzien bij de Waalse Ambtenarencode. Dit contingent mag echter niet hoger zijn dan 12 000 km per jaar per begunstigde. De terugbetaling geschiedt pas na voorlegging van een maandelijkse schuldvorderingsverklaring die gestaafd wordt door bewijsstukken waaruit de verplaatsingen om dienstredenen blijken.
§ 5. De nadere regels voor de aankoop en het gebruik van ambts- en dienstvoertuigen, de nadere regels voor de bijdrage in de abonnementskosten voor het vaste en het mobiele telefoonnet, fax en internet en de gesprekskosten van de in artikel 4, § 2, bedoelde personeelsleden van de CIF worden geregeld bij de omzendbrief van de Waalse Regering bedoeld in artikel 1, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering.
Art. 12quinquies. Een compenserende toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 6, § 1, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 14 december 2006 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. "
Art.7. Après l'article 12 du même arrêté, sont insérés les articles 12bis à 12quinquies, rédigés comme suit :
" Art. 12bis. Le régime juridique des membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2, est de type statutaire et la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail n'est pas d'application. Ils sont soumis au statut de sécurité sociale des membres du personnel contractuel de l'Etat.
Art. 12ter. Les dispositions visées à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon en matière de congés et absences des agents statutaires et contractuels sont applicables aux membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2.
Art. 12quater. § 1er. Les dispositions prévues pour les membres du personnel des Ministères wallons et organismes d'intérêt publics, soumis aux statuts des fonctionnaires de la Région, en matière de frais de séjour et de frais de parcours, résultant de déplacements pour les besoins du service et d'utilisation de transports en commun, sont applicables mutatis mutandis aux agents de la CIF.
§ 2. Une indemnité forfaitaire annuelle pour frais de séjour est octroyée aux membres du personnel visés à l'article 4, § 2, du présent arrêté, en remplacement des chèques-repas.
Le montant de l'indemnité est fixé par référence aux indemnités prévues par l'article 22, § 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon, le montant de l'indemnité est équivalent :
a) à l'indemnité d'attaché ou de conseiller pour le personnel de niveau 1 visé à l'article 4, § 2, litera a) ;
b) à l'indemnité de personnel d'exécution ou d'attaché pour le personnel de niveau 2+ visé à l'article 4, § 2, litera b).
L'indemnité est due par mois à terme échu et peut être payée à due concurrence en cas de prestation à temps partiel.
L'indemnité est maintenue pendant les absences ne dépassant pas trente jours calendrier.
§ 3. Les membres du personnel visés à l'article 4, § 2, qui ont leur domicile et leur résidence administrative en dehors du lieu d'implantation de la CIF peuvent bénéficier d'un abonnement sur un moyen de transport en commun ou, par dérogation, de sa contre-valeur financière moyennant, dans ce dernier cas, une autorisation particulière, délivrée par le Ministre du Budget et des Finances et mentionnant des motifs de dérogation. La durée de l'abonnement est limitée à un mois et peut être prorogée de mois en mois. La classe de l'abonnement est déterminée par le grade dont le membre du personnel est revêtu. Cette mesure ne peut avoir pour effet de le ranger dans une classe d'abonnement inférieure à celle dont il bénéficie dans son administration d'origine.
§ 4. Dans les limites des crédits budgétaires de la CIF, le Ministre du Budget et des Finances fixe le contingent kilométrique individuel à octroyer annuellement aux autres membres du personnel de la CIF qui peuvent être autorisés à utiliser leur véhicule à moteur personnel pour les besoins du service dans les conditions prévues par le Code de la Fonction publique. Ce contingent ne peut toutefois dépasser 12 000 km par an, par bénéficiaire. Le remboursement ne peut intervenir que sur présentation d'une déclaration de créance mensuelle appuyée des pièces justificatives attestant les déplacements effectués pour les besoins du service.
§ 5. Les modalités d'acquisition et d'utilisation des véhicules de fonction et de service, les modalités d'intervention dans les frais d'abonnement au réseau de téléphonie fixe et mobile, de télécopie et d'Internet et les frais de communication des membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2, sont réglées par la circulaire du Gouvernement wallon visée à l'article 1er, § 3 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon.
Art. 12quinquies. Une allocation compensatoire est octroyée aux membres du personnel de la CIF visés à l'article 6, § 1er, conformément aux dispositions prévues par l'article 26, § 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon. "
" Art. 12bis. Le régime juridique des membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2, est de type statutaire et la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail n'est pas d'application. Ils sont soumis au statut de sécurité sociale des membres du personnel contractuel de l'Etat.
Art. 12ter. Les dispositions visées à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon en matière de congés et absences des agents statutaires et contractuels sont applicables aux membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2.
Art. 12quater. § 1er. Les dispositions prévues pour les membres du personnel des Ministères wallons et organismes d'intérêt publics, soumis aux statuts des fonctionnaires de la Région, en matière de frais de séjour et de frais de parcours, résultant de déplacements pour les besoins du service et d'utilisation de transports en commun, sont applicables mutatis mutandis aux agents de la CIF.
§ 2. Une indemnité forfaitaire annuelle pour frais de séjour est octroyée aux membres du personnel visés à l'article 4, § 2, du présent arrêté, en remplacement des chèques-repas.
Le montant de l'indemnité est fixé par référence aux indemnités prévues par l'article 22, § 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon, le montant de l'indemnité est équivalent :
a) à l'indemnité d'attaché ou de conseiller pour le personnel de niveau 1 visé à l'article 4, § 2, litera a) ;
b) à l'indemnité de personnel d'exécution ou d'attaché pour le personnel de niveau 2+ visé à l'article 4, § 2, litera b).
L'indemnité est due par mois à terme échu et peut être payée à due concurrence en cas de prestation à temps partiel.
L'indemnité est maintenue pendant les absences ne dépassant pas trente jours calendrier.
§ 3. Les membres du personnel visés à l'article 4, § 2, qui ont leur domicile et leur résidence administrative en dehors du lieu d'implantation de la CIF peuvent bénéficier d'un abonnement sur un moyen de transport en commun ou, par dérogation, de sa contre-valeur financière moyennant, dans ce dernier cas, une autorisation particulière, délivrée par le Ministre du Budget et des Finances et mentionnant des motifs de dérogation. La durée de l'abonnement est limitée à un mois et peut être prorogée de mois en mois. La classe de l'abonnement est déterminée par le grade dont le membre du personnel est revêtu. Cette mesure ne peut avoir pour effet de le ranger dans une classe d'abonnement inférieure à celle dont il bénéficie dans son administration d'origine.
§ 4. Dans les limites des crédits budgétaires de la CIF, le Ministre du Budget et des Finances fixe le contingent kilométrique individuel à octroyer annuellement aux autres membres du personnel de la CIF qui peuvent être autorisés à utiliser leur véhicule à moteur personnel pour les besoins du service dans les conditions prévues par le Code de la Fonction publique. Ce contingent ne peut toutefois dépasser 12 000 km par an, par bénéficiaire. Le remboursement ne peut intervenir que sur présentation d'une déclaration de créance mensuelle appuyée des pièces justificatives attestant les déplacements effectués pour les besoins du service.
§ 5. Les modalités d'acquisition et d'utilisation des véhicules de fonction et de service, les modalités d'intervention dans les frais d'abonnement au réseau de téléphonie fixe et mobile, de télécopie et d'Internet et les frais de communication des membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2, sont réglées par la circulaire du Gouvernement wallon visée à l'article 1er, § 3 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon.
Art. 12quinquies. Une allocation compensatoire est octroyée aux membres du personnel de la CIF visés à l'article 6, § 1er, conformément aux dispositions prévues par l'article 26, § 2, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 décembre 2006 relatif aux cabinets des Ministres du Gouvernement wallon. "
Art.8. In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "en Financiën" ingevoegd tussen de woorden "Minister van Begroting" en "kan volgens".
Art.8. A l'article 13, § 1er, du même arrêté, les mots "et des Finances" sont insérés entre les mots "Ministre du Budget" et "peut accorder".
Art.9. De artikelen 14 tot en met 16 van hetzelfde besluit worden vervangen door volgende bepaling :
" Art. 14. Er wordt een machtiging verleend aan de kabinetschef van de Minister van Begroting om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit.
Art. 15. Er wordt aan de leider van de CIF bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit tot en met het bedrag van 5.500 euro een machtiging verleend om elke uitgave vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocaties 12.01 en 74.01 van programma 06 betreffende, respectievelijk, de werking van de CIF en de aankoop van allerlei goederen van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.
Art. 16. § 1. De Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten is belast met de administratieve bijstand in de personeelszaken van de CIF en de loonadministratie van de wedden, vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2.
§ 2. Er wordt een machtiging verleend aan de adviseur verantwoordelijk voor de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten om elke uitgave vastgelegd door de primaire ordonnateur of zijn gemachtigde bedoeld in artikel 14 te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de wedden, vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2. "
" Art. 14. Er wordt een machtiging verleend aan de kabinetschef van de Minister van Begroting om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit.
Art. 15. Er wordt aan de leider van de CIF bedoeld in artikel 4, § 1, van dit besluit tot en met het bedrag van 5.500 euro een machtiging verleend om elke uitgave vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocaties 12.01 en 74.01 van programma 06 betreffende, respectievelijk, de werking van de CIF en de aankoop van allerlei goederen van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.
Art. 16. § 1. De Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten is belast met de administratieve bijstand in de personeelszaken van de CIF en de loonadministratie van de wedden, vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2.
§ 2. Er wordt een machtiging verleend aan de adviseur verantwoordelijk voor de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten om elke uitgave vastgelegd door de primaire ordonnateur of zijn gemachtigde bedoeld in artikel 14 te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 06 van organisatieafdeling 40 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de wedden, vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel bedoeld in artikel 4, § 2. "
Art.9. Les articles 14 à 16 du même arrêté sont remplacés par les dispositions suivantes :
" Art. 14. Délégation est accordée au chef de cabinet du Ministre du Budget pour engager et approuver toute dépense imputable sur l'allocation de base 11.01 du programme 06 de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne et relative aux indemnités et allocations allouées au personnel visé à l'article 4, § 2, du présent arrêté.
Art. 15. Délégation est accordée au dirigeant de la CIF visé à l'article 4, § 1er, du présent arrêté, jusqu'à concurrence d'un montant de 5.500 euros, pour engager, approuver et ordonnancer toute dépense imputable sur les allocations de base 12.01 et 74.01 du programme 06 relatives respectivement au fonctionnement de la CIF et à l'achat de biens divers de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne.
Art. 16. § 1er. Le Service permanent d'assistance en matière administrative et pécuniaire des cabinets est chargé de l'assistance administrative en matière de personnel à la CIF et de l'administration salariale des traitements, indemnités et allocations alloués au personnel visé à l'article 4, § 2.
§ 2. Délégation est accordée au conseiller, responsable du Service permanent d'assistance en matière administrative et pécuniaire des cabinets, pour ordonnancer toute dépense engagée par l'ordonnateur primaire ou de son délégué visé à l'article 14 imputable sur l'allocation de base 11.01 du programme 06 de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne et relative aux traitements, indemnités et allocations alloués au personnel visé à l'article 4, § 2. "
" Art. 14. Délégation est accordée au chef de cabinet du Ministre du Budget pour engager et approuver toute dépense imputable sur l'allocation de base 11.01 du programme 06 de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne et relative aux indemnités et allocations allouées au personnel visé à l'article 4, § 2, du présent arrêté.
Art. 15. Délégation est accordée au dirigeant de la CIF visé à l'article 4, § 1er, du présent arrêté, jusqu'à concurrence d'un montant de 5.500 euros, pour engager, approuver et ordonnancer toute dépense imputable sur les allocations de base 12.01 et 74.01 du programme 06 relatives respectivement au fonctionnement de la CIF et à l'achat de biens divers de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne.
Art. 16. § 1er. Le Service permanent d'assistance en matière administrative et pécuniaire des cabinets est chargé de l'assistance administrative en matière de personnel à la CIF et de l'administration salariale des traitements, indemnités et allocations alloués au personnel visé à l'article 4, § 2.
§ 2. Délégation est accordée au conseiller, responsable du Service permanent d'assistance en matière administrative et pécuniaire des cabinets, pour ordonnancer toute dépense engagée par l'ordonnateur primaire ou de son délégué visé à l'article 14 imputable sur l'allocation de base 11.01 du programme 06 de la division organique 40 du budget général des dépenses de la Région wallonne et relative aux traitements, indemnités et allocations alloués au personnel visé à l'article 4, § 2. "
Art.10. Een artikel 17bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 17bis. Er wordt een buitengewoon rekenplichtige aangewezen onder de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2. Er worden hem voorschotten verleend met inachtneming van de maximumbedragen vastgesteld in het beschikkende gedeelte van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer ter betaling van de schuldvorderingen die 5.500 euro, BTW niet meegerekend, niet overschrijden. "
" Art. 17bis. Er wordt een buitengewoon rekenplichtige aangewezen onder de personeelsleden van de CIF bedoeld in artikel 4, § 2. Er worden hem voorschotten verleend met inachtneming van de maximumbedragen vastgesteld in het beschikkende gedeelte van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer ter betaling van de schuldvorderingen die 5.500 euro, BTW niet meegerekend, niet overschrijden. "
Art.10. Dans le même arrêté, il est inséré un article 17bis, rédigé comme suit :
" Art. 17bis. Un comptable extraordinaire est désigné parmi les membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2. Des avances de fonds lui sont consenties dans le respect des plafonds fixés dans le dispositif du budget général des dépenses de la Région wallonne pour les comptables extraordinaires du Ministère de la Région wallonne et du Ministère wallon de l'Equipement et des Transports à l'effet de payer les créances n'excédant pas euro 5.500 hors T.V.A. ".
" Art. 17bis. Un comptable extraordinaire est désigné parmi les membres du personnel de la CIF visés à l'article 4, § 2. Des avances de fonds lui sont consenties dans le respect des plafonds fixés dans le dispositif du budget général des dépenses de la Région wallonne pour les comptables extraordinaires du Ministère de la Région wallonne et du Ministère wallon de l'Equipement et des Transports à l'effet de payer les créances n'excédant pas euro 5.500 hors T.V.A. ".
Art.11. Een artikel 17ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 17ter. De Minister van Begroting en Financiën treft de nuttige maatregelen om lokalen, meubilair en software- en kantoorautomatiseringsbenodigdheden voor de werking ervan ter beschikking van de CIF te stellen. De benodigdheden kunnen aangekocht of gehuurd worden in de voorwaarden verwoord in artikel 18. "
" Art. 17ter. De Minister van Begroting en Financiën treft de nuttige maatregelen om lokalen, meubilair en software- en kantoorautomatiseringsbenodigdheden voor de werking ervan ter beschikking van de CIF te stellen. De benodigdheden kunnen aangekocht of gehuurd worden in de voorwaarden verwoord in artikel 18. "
Art.11. Dans le même arrêté, il est inséré un article 17ter, rédigé comme suit :
" Art. 17ter. Le Ministre du Budget et des Finances prend les mesures utiles en vue de la mise à disposition de la CIF de locaux, de mobiliers et d'équipements informatiques et bureautiques nécessaires à son fonctionnement. Les équipements peuvent être acquis ou loués dans les conditions énoncées à l'article 18. "
" Art. 17ter. Le Ministre du Budget et des Finances prend les mesures utiles en vue de la mise à disposition de la CIF de locaux, de mobiliers et d'équipements informatiques et bureautiques nécessaires à son fonctionnement. Les équipements peuvent être acquis ou loués dans les conditions énoncées à l'article 18. "
Art.12. In artikel 18 van hetzelfde besluit woorden de woorden "in artikel 19" vervangen door de woorden "in artikel 17ter ".
Art.12. A l'article 18 du même arrêté, les mots "à l'article 19" sont remplacés par les mots "à l'article 17ter ".
Art.13. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2007.
Art.13. Le présent arrêté produit ses effets au 1er janvier 2007.
Art.14. Artikel 4, c), van dit besluit belet niet de handhaving, na inwerkingtreding van dit besluit, van de geldelijke anciënniteit die aan de personeelsleden van de Cel erkend is vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.14. L'article 4, c), du présent arrêté ne fait pas obstacle au maintien, postérieurement à l'entrée en vigueur du présent arrêté, de l'ancienneté pécuniaire reconnue aux agents de la Cellule avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art. 15. De Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 1 februari 2007.
De Minister-President,
E. DI RUPO
De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium,
M. DAERDEN.
Namen, 1 februari 2007.
De Minister-President,
E. DI RUPO
De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium,
M. DAERDEN.
Art. 15. Le Ministre du Budget est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Namur, le 1er février 2007.
Le Ministre-Président,
E. DI RUPO
Le Ministre du Budget, des Finances, de l'Equipement et du Patrimoine,
M. DAERDEN.
Namur, le 1er février 2007.
Le Ministre-Président,
E. DI RUPO
Le Ministre du Budget, des Finances, de l'Equipement et du Patrimoine,
M. DAERDEN.