Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° Waterwegen en Zeekanaal NV het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
2° zeevaartuig : elk vaartuig dat gewoonlijk de zee bevaart of hiertoe bestemd is;
3° geregelde dienst : een door de vennootschap erkende en aanvaarde dienst waarbij op regelmatige wijze per zeevaartuig goederen van eenzelfde categorie worden vervoerd en/of waarbij de bevrachting gebeurt door dezelfde scheepsagent op het zeekanaal Brussel-Schelde.
De hier bedoelde categorieën van lading zijn :
Categorie 0 : landbouwproducten
Categorie 1 : voedingswaren en veevoeders
Categorie 2 : vaste brandstoffen
Categorie 3 : petroleumproducten
Categorie 4 : ertsen
Categorie 5 : metaalproducten
Categorie 6 : delfstoffen en bouwmaterialen
Categorie 7 : meststoffen
Categorie 8 : nijverheidsproducten
Categorie 9 : allerhande
4° Sectie : de volledige lengte van het Zeekanaal met inbegrip van de Haven van Brussel, vertrekkend vanuit de zeesluis Wintam tot aan Brussel-Voorhaven, wordt ingedeeld in vier (4) secties, elk van ongeveer gelijke lengte :
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
12 DECEMBER 2007. - Besluit van de raad van bestuur houdende de wijziging van de bijlage van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2005 tot bekrachtiging van het tariefreglement voor het Kanaal Brussel-Schelde.
Titre
12 DECEMBRE 2007. - Arrêté du conseil d'administration modifiant l'annexe d'arrêté du Gouvernement flamand confirmant le règlement des tarifs du canal Bruxelles-Escaut (TRADUCTION).
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (10)
Texte (1)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Article M. Pour le texte, voir version néerlandaise.
-
Sectie 1. Zeesluis Wintam tot aan de spoorbrug Willebroek (doortocht van
de spoorbrug Willebroek niet inbegrepen)
Sectie 2. Spoorbrug Willebroek tot de sluis van Zemst (doortocht
spoorbrug Willebroek inbegrepen)
Sectie 3. Sluis Zemst tot hefbrug Vilvoorde (van in de sluis van Zemst)
Sectie 4. Hefbrug Vilvoorde tot Brussel-Voorhaven (doortocht van de
hefbrug Vilvoorde inbegrepen)
de spoorbrug Willebroek niet inbegrepen)
Sectie 2. Spoorbrug Willebroek tot de sluis van Zemst (doortocht
spoorbrug Willebroek inbegrepen)
Sectie 3. Sluis Zemst tot hefbrug Vilvoorde (van in de sluis van Zemst)
Sectie 4. Hefbrug Vilvoorde tot Brussel-Voorhaven (doortocht van de
hefbrug Vilvoorde inbegrepen)
-
-
Art.2. Dit besluit bepaalt de tarieven van de scheepvaartrechten die gelden voor zeevaartuigen die zich, al dan niet varend, bevinden op het kanaal Brussel-Schelde
-
HOOFDSTUK III. - Tarieven.
-
Art.3. De scheepvaartrechten voor zeevaartuigen worden bepaald op basis van de bruto register ton zoals deze staat vermeld in de Lloyds Register of Shipping.
-
Art.4. Art. 7. van Afdeling II. - Toegangsrechten zeevaart, van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2005 tot bekrachtiging van het tariefreglement voor het kanaal Brussel-Schelde wordt vervangen door :
" Art. 7. § 1. Zeevaartuigen zijn onderworpen aan de betaling van een toegangsrecht dat voor een heen- en terugreis bepaald wordt op 0,2570 euro per brutoton voor de sectie één, en 0,2108 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier.
§ 2. Voor zeevaartuigen die een door de vennootschap erkende geregelde dienst onderhouden wordt dit recht vastgesteld als volgt :
voor de sectie één :
1° 0,1756 euro per brutoton voor elk van de eerste tien reizen tijdens het kalenderjaar;
2° 0,1385 euro per brutoton voor elk van de vijftien volgende reizen tijdens het kalenderjaar;
3° 0,1178 euro per brutoton voor elk van de volgende reizen tijdens het kalenderjaar.
voor de secties twee tot en met vier :
1° 0,1238 euro per brutoton voor elk van de eerste tien reizen tijdens het kalenderjaar;
2° 0,0976 euro per brutoton voor elk van de vijftien volgende reizen tijdens het kalenderjaar;
3° 0,0830 euro per brutoton voor elk van de volgende reizen tijdens het kalenderjaar.
§ 3. Het toegangsrecht dat betaald wordt aan de zeesluis in Wintam is ook geldig voor de reis tot Brussel. "
" Art. 7. § 1. Zeevaartuigen zijn onderworpen aan de betaling van een toegangsrecht dat voor een heen- en terugreis bepaald wordt op 0,2570 euro per brutoton voor de sectie één, en 0,2108 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier.
§ 2. Voor zeevaartuigen die een door de vennootschap erkende geregelde dienst onderhouden wordt dit recht vastgesteld als volgt :
voor de sectie één :
1° 0,1756 euro per brutoton voor elk van de eerste tien reizen tijdens het kalenderjaar;
2° 0,1385 euro per brutoton voor elk van de vijftien volgende reizen tijdens het kalenderjaar;
3° 0,1178 euro per brutoton voor elk van de volgende reizen tijdens het kalenderjaar.
voor de secties twee tot en met vier :
1° 0,1238 euro per brutoton voor elk van de eerste tien reizen tijdens het kalenderjaar;
2° 0,0976 euro per brutoton voor elk van de vijftien volgende reizen tijdens het kalenderjaar;
3° 0,0830 euro per brutoton voor elk van de volgende reizen tijdens het kalenderjaar.
§ 3. Het toegangsrecht dat betaald wordt aan de zeesluis in Wintam is ook geldig voor de reis tot Brussel. "
-
Art.5. Art. 8. van HOOFDSTUK III. - Aanlegrechten, van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2005 tot bekrachtiging van het tariefreglement voor het kanaal Brussel-Schelde wordt vervangen door :
Art. 8. § 1. Voor het aanleggen en laden of lossen van een vaartuig is de kapitein een aanlegrecht verschuldigd dat als volgt wordt bepaald :
1° als de laad- of losverrichtingen langs oevers verlopen die niet voorzien zijn van kaaimuren, of langs kaaimuren die gefinancierd worden door particulieren of als de overslag van de lading plaatsheeft in de dokken of in het kanaal zonder gebruik van de oevers :
a) voor binnenvaartuigen : 0,0211 euro per ton van 1 000 kilogram lading;
b) voor zeevaartuigen : 0,0248 euro per brutoton;
2° als de laad- of losverrichtingen verlopen langs muren en kaaien, andere dan deze onder 1° bedoeld :
a) voor de binnenvaartuigen : 0,0359 euro per ton van 1 000 kilogram lading;
b) voor zeevaartuigen : 0,0401 euro per brutoton voor de sectie één, en 0,0326 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier. Voor zeevaartuigen die een door de vennootschap erkende geregelde dienst onderhouden wordt dit recht vastgesteld als volgt :
voor de sectie één : 0,0392 euro per brutoton, en 0,0277 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier.
§ 2. Door de aanlegrechten kunnen de goederen die uit een vaartuig gelost worden of die in een vaartuig geladen moeten worden gedurende drie dagen op de kaaien of oevers blijven. De termijn van drie dagen geldt :
1° voor de geloste goederen : vanaf de eerstvolgende dag na de lossing van het vaartuig;
2° voor de goederen die geladen moeten worden : vanaf de eerstvolgende dag na het op de kade plaatsen van de goederen.
Art. 8. § 1. Voor het aanleggen en laden of lossen van een vaartuig is de kapitein een aanlegrecht verschuldigd dat als volgt wordt bepaald :
1° als de laad- of losverrichtingen langs oevers verlopen die niet voorzien zijn van kaaimuren, of langs kaaimuren die gefinancierd worden door particulieren of als de overslag van de lading plaatsheeft in de dokken of in het kanaal zonder gebruik van de oevers :
a) voor binnenvaartuigen : 0,0211 euro per ton van 1 000 kilogram lading;
b) voor zeevaartuigen : 0,0248 euro per brutoton;
2° als de laad- of losverrichtingen verlopen langs muren en kaaien, andere dan deze onder 1° bedoeld :
a) voor de binnenvaartuigen : 0,0359 euro per ton van 1 000 kilogram lading;
b) voor zeevaartuigen : 0,0401 euro per brutoton voor de sectie één, en 0,0326 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier. Voor zeevaartuigen die een door de vennootschap erkende geregelde dienst onderhouden wordt dit recht vastgesteld als volgt :
voor de sectie één : 0,0392 euro per brutoton, en 0,0277 euro per brutoton voor de secties twee tot en met vier.
§ 2. Door de aanlegrechten kunnen de goederen die uit een vaartuig gelost worden of die in een vaartuig geladen moeten worden gedurende drie dagen op de kaaien of oevers blijven. De termijn van drie dagen geldt :
1° voor de geloste goederen : vanaf de eerstvolgende dag na de lossing van het vaartuig;
2° voor de goederen die geladen moeten worden : vanaf de eerstvolgende dag na het op de kade plaatsen van de goederen.
-
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
-
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Willebroek, 12 december 2007.
L. Clinckers,
Gedelegeerd bestuurder
A. Absillis,
Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Willebroek, 12 december 2007.
L. Clinckers,
Gedelegeerd bestuurder
A. Absillis,
Voorzitter van de Raad van Bestuur.
-