Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
29 JUNI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van het kader en van de financiële ondersteuning van proefprojecten 'Centrum voor Kinderopvang'.
Titre
29 JUIN 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand établissant le cadre et l'aide financière des projets-pilotes "Centrum voor Kinderopvang" (TRADUCTION).
Informations sur le document
Info du document
Tekst (17)
Texte (17)
HOOFDSTUK I. - Definities en algemene bepaling.
CHAPITRE Ier. - Définitions et disposition générale.
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Kind en Gezin : het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;
  2° proefproject : proefproject Centrum voor Kinderopvang is een groep van lokaal of regionaal samenwerkende opvangvoorzieningen; deze opvangvoorzieningen zijn erkend door Kind en Gezin, hebben een attest van toezicht van Kind en Gezin of zijn gemeld aan Kind en Gezin.
Article 1. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° "Kind en Gezin" : l'agence autonomisée interne 'Kind en Gezin', créée par le décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique " Kind en Gezin ";
  2° projet-pilote : le projet-pilote "Centrum voor Kinderopvang" est un groupe de structures d'accueil coopérant à l'échelle locale ou régionale; ces structures d'accueil sont agréées par "Kind en Gezin", disposent d'un certificat de contrôle de "Kind en Gezin" ou ont été notifiées à "Kind en Gezin".
Art.2. Proefprojecten die geselecteerd zijn door Kind en Gezin kunnen een financiële ondersteuning krijgen volgens de bepalingen van dit besluit.
Art.2. Les projets-pilotes sélectionnés par "Kind en Gezin" peuvent bénéficier d'une aide financière de la part de "Kind en Gezin", aux termes des dispositions du présent arrêté.
HOOFDSTUK II. - Kader voor proefprojecten.
CHAPITRE II. - Cadre pour projets-pilotes.
Art.3. Kind en Gezin legt het kader voor proefprojecten vast. Dat kader bevat minstens de volgende elementen :
  1° de wijze waarop een groep van samenwerkende opvangvoorzieningen zich kandidaat kan stellen voor een proefproject;
  2° de selectiecriteria en de selectieprocedure;
  3° de opdrachten voor een proefproject;
  4° de minimaal te ambiëren resultaten als kandidaat voor een proefproject;
  5° de leerpunten voor de evaluatie van de proefprojecten.
Art.3. "Kind en Gezin" établit le cadre pour les projets-pilotes. Ce cadre comprend au moins les éléments suivants :
  1° les modalités suivant lesquelles les structures d'accueil coopérantes posent leur candidature pour un projet-pilote;
  2° les critères et la procédure de sélection;
  3° les missions pour le projet-pilote;
  4° les résultats minimums à ambitionner par le candidat au projet-pilote;
  5° les leçons à tirer pour l'évaluation des projets-pilotes.
Art.4. Kind en Gezin selecteert de proefprojecten, is bevoegd voor de praktische uitwerking en organisatie van de proefopzet, en begeleidt en evalueert de proefprojecten.
Art.4. "Kind en Gezin" sélectionne les projets-pilotes, est compétent pour l'élaboration pratique et l'organisation des conditions d'essai et accompagne et évalue les projets-pilotes.
Art.5. Het aantal proefprojecten wordt vastgelegd op zestien.
Art.5. Le nombre de projets-pilotes est fixé à seize.
HOOFDSTUK III. - Financiële ondersteuning.
CHAPITRE III. - Aide financière.
Art.6. Om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning, moet een proefproject :
  1° ten minste op de volgende werkterreinen samenwerken :
  a) een lokaal of regionaal opvangproject ontwikkelen en realiseren dat expliciet aandacht heeft voor de drie maatschappelijke functies van de kinderopvang : de economische functie die ouders in staat stelt om aan het arbeidsproces deel te nemen of een opleiding te volgen; de sociale functie die bijdraagt aan een meer rechtvaardige samenleving via herverdeling en maatschappelijke integratie; de educatieve functie vanuit de complementariteit aan de ouderlijke opvoeding en de belangrijke rol als sociale leerplek waar kinderen respectvol leren omgaan met de grote diversiteit in de samenleving;
  b) een transparant, efficiënt en gecoördineerd opnamebeleid uitwerken en toepassen dat afgestemd is op de lokale of regionale behoeften, en dat elk van de drie maatschappelijke functies van de kinderopvang, vermeld in punt a), een volwaardige plaats geeft;
  c) een coördinatiesysteem uitwerken en toepassen om de lokale of regionale opvangvragen te registeren, te verspreiden en zo efficiënt mogelijk te beantwoorden;
  d) samenwerking omtrent één of meer organisatorische aspecten van de werking als opvangvoorziening;
  2° een publieke of private rechtspersoon, of een feitelijke vereniging zijn;
  3° op verzoek van Kind en Gezin informatie aanleveren over de werking, het verloop en de resultaten van het proefproject;
  4° toestaan dat Kind en Gezin de werking en het verloop van het proefproject ter plaatse mee volgt;
  5° een projectovereenkomst ondertekenen met Kind en Gezin, die de engagementen van beide partijen bevat.
Art.6. Pour pouvoir bénéficier d'une aide financière, un projet-pilote doit :
  1° coopérer dans au moins l'un des domaines de travail suivants :
  a) développer et réaliser un projet d'accueil local ou régional qui cible expressément les trois fonctions sociales de l'accueil d'enfants : la fonction économique qui permet aux parents de participer au processus du travail ou de suivre une formation; la fonction sociale qui contribue à une société plus équitable par la redistribution et l'intégration sociale; la fonction éducative en tant que complément à l'éducation donnée par les parents et le rôle éducatif important sur le plan social visant à inculquer aux enfants une vision respectueuse de la grande diversité de notre société;
  b) élaborer et mettre en oeuvre une politique d'admission transparente, efficace et coordonnée qui s'aligne sur les besoins locaux ou régionaux et qui réserve une place à part entière aux trois fonctions de l'accueil d'enfants, visées au point a);
  c) élaborer et mettre en application un système de coordination pour enregistrer, diffuser et répondre de manière aussi efficace que possible aux question d'accueil locales ou régionales;
  d) coopérer à l'un ou plusieurs aspects organisationnels du fonctionnement comme structure d'accueil;
  2° être une personne publique ou privée ou une association de fait;
  3° fournir à la demande de "Kind en Gezin" des informations sur le fonctionnement, le déroulement et les résultats du projet-pilote;
  4° permettre que "Kind en Gezin" suit sur place le fonctionnement et le déroulement du projet-pilote;
  5° signer un contrat de projet avec "Kind en Gezin" qui stipule les engagements des deux parties.
Art.7. De financieel ondersteunde proefperiode start in mei 2007 en eindigt op 30 september 2008, en verloopt in twee fasen :
  1° eerste fase : vanaf mei 2007 tot uiterlijk 30 augustus 2007. In die periode vertaalt elk proefproject de intenties uit de aanvaarde kandidatuur naar concrete actievoorstellen;
  2° tweede fase : vanaf uiterlijk 1 september 2007 tot 30 september 2008. In die periode voert elk proefproject de actievoorstellen uit.
Art.7. La période d'essai bénéficiant de l'aide financière débute mai 2007 et prend fin le 30 septembre 2008 et se déroule en deux phases :
  1° première phase : à partir de mai 2007 jusqu'au 30 août 2007 au plus tard. Au cours de cette période, chaque projet-pilote traduit les intentions de la candidature acceptée dans des propositions d'action concrètes;
  2° deuxième phase : à partir du 1er septembre 2007 au plus tard jusqu'au 30 septembre 2008. Au cours de cette période, chaque projet-pilote exécute les propositions d'action.
Art.8. De financiële ondersteuning bedraagt 10.000 euro per proefproject.
  Een eerste schijf van 5.000 euro wordt betaald uiterlijk twee maanden na de aanvang van de eerste fase. Een tweede schijf van 5.000 euro wordt betaald uiterlijk twee maanden na de aanvang van de tweede fase, op voorwaarde dat de werkterreinen, vermeld in artikel 6, 1°, werden uitgewerkt.
Art.8. L'aide financière s'élève à 10.000 euros par projet-pilote.
  Une première tranche de 5.000 euros est versée au plus tard deux mois après le début de la première phase. Une deuxième tranche de 5.000 euros est versée au plus tard deux mois après le début de la deuxième phase, à la condition que les domaines de travail visés à l'article 6, 1°, ont été élaborés.
Art.9. Het proefproject voert minstens een kasboekhouding volgens de richtlijnen van Kind en Gezin, waaruit de besteding van de financiële ondersteuning blijkt. Het administratief toezicht daarop wordt uitgeoefend door personeelsleden van Kind en Gezin.
Art.9. Le projet-pilote tient au moins une comptabilité de caisse suivant les directives de "Kind en Gezin" qui fait apparaître l'affectation de l'aide financière. Le contrôle administratif est exercé par les membres du personnel de "Kind en Gezin".
Art.10. De financiële ondersteuning kan enkel aangewend worden voor kosten die verbonden zijn aan de werking van het lokale of regionale samenwerkingsproject. De financiële ondersteuning kan niet aangewend worden om opvangplaatsen te creëren.
Art.10. L'aide financière peut seulement être affectée aux frais de fonctionnement du projet de coopération local ou régional. L'aide financière ne peut pas servir à la création de places d'accueil.
Art.11. Als het proefproject niet voldoet aan de voorwaarden van dit besluit, kan Kind en Gezin de uitbetaling van de financiële ondersteuning opschorten of stopzetten en/of al uitbetaalde bedragen geheel of ten dele terugvorderen.
Art.11. Si le projet-pilote ne répond pas aux conditions du présent arrêté, "Kind en Gezin" peut suspendre ou mettre fin au paiement de l'aide financière et/ou recouvrer en tout ou en partie les montants déjà versés.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art.12. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2007.
Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 29 juni 2007.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  S. VANACKERE.
Art. 13. Le Ministre flamand qui a l'Assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Bruxelles, le 29 juin 2007.
  Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
  K. PEETERS
  Le Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille,
  S. VANACKERE.