Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
8 DECEMBER 2006. - Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-02-2007 en tekstbijwerking tot 07-10-2019)
Titre
8 DECEMBRE 2006. - Décret visant l'organisation et le subventionnement du sport en Communauté française. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 20-02-2007 et mise à jour au 07-10-2019)
Informations sur le document
Numac: 2007029009
Datum: 2006-12-08
Info du document
Numac: 2007029009
Date: 2006-12-08
Table des matières
Tekst (74)
Texte (74)
HOOFDSTUK I.
CHAPITRE Ier.
HOOFDSTUK II.
CHAPITRE II.
Afdeling I.
Section Ire.
Afdeling II.
Section II.
Afdeling III.
Section III.
Afdeling IV.
Section IV.
Afdeling V.
Section V.
HOOFDSTUK III.
CHAPITRE III.
HOOFDSTUK IV.
CHAPITRE IV.
Afdeling I.
Section Ire.
Afdeling II.
Section II.
Afdeling III.
Section III.
HOOFDSTUK V. - Subsidie.
CHAPITRE V. - De la subvention.
Art.30. § 1. De Regering kent jaarlijks aan elke sportfederatie, recreatieve sportfederatie en erkende sportvereniging een forfaitaire werkingssubsidie toe.
Die subsidie dient om een deel van de uitgaven te dekken die gedaan zijn door de erkende federaties en verenigingen om zowel hun basiswerking met als doel hun maatschappelijk doel te realiseren als de bezoldiging van het personeel van het bestuurskader van de erkende sportfederaties en van de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° en van het personeel van de administratieve en sportkaders van de recreatieve sportfederaties en sportverenigingen te garanderen.
[1 De Regering bepaalt, voor de inlichtingen in verband met tewerkstelling, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling die werd opgericht binnen het secretariaat-generaal en bepaald wordt door het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. De overzending en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en van de besluiten ter uitvoering ervan alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de besluiten ter uitvoering ervan.]1
§ 2. Voor de sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1°, is de subsidie die aan elk van hen wordt toegekend gelijk aan de hoogste werkingssubsidie uitbetaald in de loop van de drie jaren die voorafgaan aan de inwerkingtreding van dit decreet op basis van de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 51.
Voor de recreatieve sportfederaties en de sportverenigingen is de subsidie die toegekend wordt aan elk van hen gelijk aan de hoogste subsidie die uitbetaald is in de loop van de drie jaren die aan de inwerkingtreding van dit decreet voorafgaan door de werkingssubsidie en de aanvullende subsidie die uitbetaald worden op basis van de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 51 op te tellen.
§ 3. De forfaitaire werkingssubsidie wordt verhoogd met :
1° 2,5 % als de betrokken federatie of vereniging tussen 20 en 33 % van de sportbeoefenaars telt die behoren tot het minderheidsgenre;
2° 5 % als de betrokken federatie of vereniging meer dan 33 % sportbeoefenaars telt die behoren tot het minderheidsgenre.
§ 4. Het bedrag van de forfaitaire werkingssubsidie is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het indexcijfer van de consumptieprijzen is die van kracht op 1 december 2007.
§ 5. Wanneer nieuwe middelen worden ontwikkeld, worden die verdeeld over de verschillende begunstigden naar rato van de bedragen vastgelegd op basis van de in dit artikel bepaalde berekeningswijze.
§ 6. De Regering bepaalt de procedure voor het indienen van de aanvragen en de voorwaarden voor het toekennen van de forfaitaire werkingssubsidie.
[2 Onverminderd het vorige lid komen slechts in aanmerking voor de toekenning van subsidies de sportorganisaties, de sportfederaties van vrijetijdbesteding en sportverenigingen die beantwoorden aan de doelstellingen en principes opgenomen in de Wereld Anti doping Code aangenomen door het WADA op 5 maart 2003 te Kopenhagen, zoals opgenomen in bijlage 1 van de Internationale Conventie tegen het dopinggebruik in de sport, opgemaakt te Parijs op 19 oktober 2005 en de bijwerkingen ervan.]2
Die subsidie dient om een deel van de uitgaven te dekken die gedaan zijn door de erkende federaties en verenigingen om zowel hun basiswerking met als doel hun maatschappelijk doel te realiseren als de bezoldiging van het personeel van het bestuurskader van de erkende sportfederaties en van de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° en van het personeel van de administratieve en sportkaders van de recreatieve sportfederaties en sportverenigingen te garanderen.
[1 De Regering bepaalt, voor de inlichtingen in verband met tewerkstelling, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling die werd opgericht binnen het secretariaat-generaal en bepaald wordt door het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. De overzending en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en van de besluiten ter uitvoering ervan alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de besluiten ter uitvoering ervan.]1
§ 2. Voor de sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1°, is de subsidie die aan elk van hen wordt toegekend gelijk aan de hoogste werkingssubsidie uitbetaald in de loop van de drie jaren die voorafgaan aan de inwerkingtreding van dit decreet op basis van de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 51.
Voor de recreatieve sportfederaties en de sportverenigingen is de subsidie die toegekend wordt aan elk van hen gelijk aan de hoogste subsidie die uitbetaald is in de loop van de drie jaren die aan de inwerkingtreding van dit decreet voorafgaan door de werkingssubsidie en de aanvullende subsidie die uitbetaald worden op basis van de bepalingen van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 51 op te tellen.
§ 3. De forfaitaire werkingssubsidie wordt verhoogd met :
1° 2,5 % als de betrokken federatie of vereniging tussen 20 en 33 % van de sportbeoefenaars telt die behoren tot het minderheidsgenre;
2° 5 % als de betrokken federatie of vereniging meer dan 33 % sportbeoefenaars telt die behoren tot het minderheidsgenre.
§ 4. Het bedrag van de forfaitaire werkingssubsidie is gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het indexcijfer van de consumptieprijzen is die van kracht op 1 december 2007.
§ 5. Wanneer nieuwe middelen worden ontwikkeld, worden die verdeeld over de verschillende begunstigden naar rato van de bedragen vastgelegd op basis van de in dit artikel bepaalde berekeningswijze.
§ 6. De Regering bepaalt de procedure voor het indienen van de aanvragen en de voorwaarden voor het toekennen van de forfaitaire werkingssubsidie.
[2 Onverminderd het vorige lid komen slechts in aanmerking voor de toekenning van subsidies de sportorganisaties, de sportfederaties van vrijetijdbesteding en sportverenigingen die beantwoorden aan de doelstellingen en principes opgenomen in de Wereld Anti doping Code aangenomen door het WADA op 5 maart 2003 te Kopenhagen, zoals opgenomen in bijlage 1 van de Internationale Conventie tegen het dopinggebruik in de sport, opgemaakt te Parijs op 19 oktober 2005 en de bijwerkingen ervan.]2
Art.30. § 1er. Le Gouvernement octroie annuellement à chaque fédération sportive, fédération sportive de loisirs et association sportive reconnue une subvention forfaitaire de fonctionnement.
Cette subvention est destinée à couvrir une partie des dépenses exposées par les fédérations et associations reconnues pour assurer tant leur fonctionnement de base dans l'optique de la réalisation de leur objet social que la rémunération du personnel du cadre administratif des fédérations sportives reconnues et de l'association visée à l'article 25, 1° et du personnel des cadres administratif et sportif des fédérations sportives de loisirs et des associations sportives.
[1 Le Gouvernement détermine, en ce qui concerne informations relatives à l'emploi, les éléments provenant du cadastre de l'emploi créé au sein du Secrétariat général tel que défini par le décret de la Communauté française du 19 octobre 2007 instaurant un cadastre de l'emploi non marchand en Communauté française. La transmission et l'utilisation de ces données se fait dans le respect de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-Carrefour de la Sécurité sociale et de ses arrêtés d'exécution ainsi que de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et de ses arrêtés d'exécution.]1
§ 2. Pour les fédérations sportives et l'association visée à l'article 25, 1°, la subvention octroyée à chacune d'entre elles est égale à la subvention de fonctionnement la plus élevée mise en liquidation au cours des trois années précédant celle de l'entrée en vigueur du présent décret sur base des dispositions du décret du 26 avril 1999 organisant le sport en Communauté française visé à l'article 51.
Pour les fédérations sportives de loisirs et les associations sportives, la subvention octroyée à chacune d'entre elles est égale à celle, la plus élevée, obtenue au cours des trois années précédant celle de l'entrée en vigueur du présent décret en additionnant la subvention de fonctionnement et la subvention complémentaire mises en liquidation sur base des dispositions du décret du 26 avril 1999 organisant le sport en Communauté française visé à l'article 51.
§ 3. La subvention forfaitaire de fonctionnement est majorée de :
1° 2,5 % si la fédération ou l'association concernée compte entre 20 et 33 % de sportif(ve)s appartenant au genre minoritaire en son sein;
2° 5 % si la fédération ou l'association concernée compte plus de 33 % de sportif(ve)s appartenant au genre minoritaire en son sein.
§ 4. Le montant de la subvention forfaitaire de fonctionnement est lié aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation. L'indice des prix à la consommation de base est celui en vigueur au 1er décembre 2007.
§ 5. Lorsque des moyens nouveaux sont dégagés, ils sont répartis entre les différents bénéficiaires au prorata des montants établis sur base du mode de calcul défini dans le présent article.
§ 6. Le Gouvernement détermine la procédure d'introduction des demandes et les conditions d'octroi de la subvention forfaitaire de fonctionnement.
[2 Sans préjudice de l'alinéa précédent, sont seules admissibles à l'octroi de subventions les organisations sportives, fédérations sportives de loisirs et associations sportives qui souscrivent aux objectifs et principes consacrés par le Code Mondial Antidopage adopté par l'AMA le 5 mars 2003 à Copenhague tel que figurant en appendice 1 de la Convention internationale contre le dopage dans le sport faite à Paris le 19 octobre 2005 et ses mises à jour.]2
Cette subvention est destinée à couvrir une partie des dépenses exposées par les fédérations et associations reconnues pour assurer tant leur fonctionnement de base dans l'optique de la réalisation de leur objet social que la rémunération du personnel du cadre administratif des fédérations sportives reconnues et de l'association visée à l'article 25, 1° et du personnel des cadres administratif et sportif des fédérations sportives de loisirs et des associations sportives.
[1 Le Gouvernement détermine, en ce qui concerne informations relatives à l'emploi, les éléments provenant du cadastre de l'emploi créé au sein du Secrétariat général tel que défini par le décret de la Communauté française du 19 octobre 2007 instaurant un cadastre de l'emploi non marchand en Communauté française. La transmission et l'utilisation de ces données se fait dans le respect de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-Carrefour de la Sécurité sociale et de ses arrêtés d'exécution ainsi que de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et de ses arrêtés d'exécution.]1
§ 2. Pour les fédérations sportives et l'association visée à l'article 25, 1°, la subvention octroyée à chacune d'entre elles est égale à la subvention de fonctionnement la plus élevée mise en liquidation au cours des trois années précédant celle de l'entrée en vigueur du présent décret sur base des dispositions du décret du 26 avril 1999 organisant le sport en Communauté française visé à l'article 51.
Pour les fédérations sportives de loisirs et les associations sportives, la subvention octroyée à chacune d'entre elles est égale à celle, la plus élevée, obtenue au cours des trois années précédant celle de l'entrée en vigueur du présent décret en additionnant la subvention de fonctionnement et la subvention complémentaire mises en liquidation sur base des dispositions du décret du 26 avril 1999 organisant le sport en Communauté française visé à l'article 51.
§ 3. La subvention forfaitaire de fonctionnement est majorée de :
1° 2,5 % si la fédération ou l'association concernée compte entre 20 et 33 % de sportif(ve)s appartenant au genre minoritaire en son sein;
2° 5 % si la fédération ou l'association concernée compte plus de 33 % de sportif(ve)s appartenant au genre minoritaire en son sein.
§ 4. Le montant de la subvention forfaitaire de fonctionnement est lié aux fluctuations de l'indice des prix à la consommation. L'indice des prix à la consommation de base est celui en vigueur au 1er décembre 2007.
§ 5. Lorsque des moyens nouveaux sont dégagés, ils sont répartis entre les différents bénéficiaires au prorata des montants établis sur base du mode de calcul défini dans le présent article.
§ 6. Le Gouvernement détermine la procédure d'introduction des demandes et les conditions d'octroi de la subvention forfaitaire de fonctionnement.
[2 Sans préjudice de l'alinéa précédent, sont seules admissibles à l'octroi de subventions les organisations sportives, fédérations sportives de loisirs et associations sportives qui souscrivent aux objectifs et principes consacrés par le Code Mondial Antidopage adopté par l'AMA le 5 mars 2003 à Copenhague tel que figurant en appendice 1 de la Convention internationale contre le dopage dans le sport faite à Paris le 19 octobre 2005 et ses mises à jour.]2
Art.31. § 1. De Regering kan aan de erkende sportfederaties alsmede aan de vereniging bedoeld in artikel 25, 1°, een aanvullende subsidie toekennen die bestemd is voor de ondersteuning van een programmaplan voor de ontwikkeling van topsport met inbegrip van het personeel van het sportkader nodig voor de uitvoering ervan.
[1 De Regering bepaalt, voor de inlichtingen in verband met tewerkstelling, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling die werd opgericht binnen het secretariaat-generaal en bepaald wordt door het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. De overzending en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en van de besluiten ter uitvoering ervan alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de besluiten ter uitvoering ervan.]1
Het programmaplan strekt over een periode van vier jaar, beginnende op 1 januari volgend op de Olympische en paralympische zomerspelen en eindigt op 31 december volgend op de volgende Olympische en paralympische zomerspelen.
Voor de sportfederaties die een wintersporttak beheren, wordt de spreidingsperiode van de programmaplannen bepaald door rekening te houden met de tijdslimieten in verband met de Olympische en paralympische winterspelen.
De sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° actualiseren jaarlijks hun programmaplan. Daartoe delen zij inzonderheid aan de Regering een activiteitenverslag betreffende het vorige begrotingsjaar.
De sportfederaties die een sporttak beheren die behoort tot het programma van de Olympische zomer- of winterspelen, wanneer hun programma ten einde komt, maken een verslag over de vier jaar van het programmaplan over aan de Regering. Dezelfde verplichting geldt voor de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° wat betreft de paralympische spelen.
§ 2. Om het bedrag van de subsidie bedoeld in § 1 vast te leggen bepaalt de Regering voor elke sportfederatie en voor de vereniging bedoeld in artikel 25, § 1 :
1° De activiteiten die voor een subsidie in aanmerking komen;
2° De aard van de uitgaven die kunnen worden toegelaten met inbegrip van de subsidie die in voorkomend geval bestemd is om de uitgaven te dekken inzake bezoldiging van het personeel van het sportkader;
3° De interventieplafonds die eventueel van toepassing zijn voor de toelaatbare uitgaven.
De Regering kan een plafond vastleggen op het totaal bedrag van de toelaatbare uitgaven.
§ 3. De Regering bepaalt de te volgen procedure voor het indienen van het programmaplan waarvan sprake is in § 1. Daarenboven bepaalt zij de minimale richtingen die het programmaplan moet bevatten.
[1 De Regering bepaalt, voor de inlichtingen in verband met tewerkstelling, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling die werd opgericht binnen het secretariaat-generaal en bepaald wordt door het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. De overzending en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en van de besluiten ter uitvoering ervan alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de besluiten ter uitvoering ervan.]1
Het programmaplan strekt over een periode van vier jaar, beginnende op 1 januari volgend op de Olympische en paralympische zomerspelen en eindigt op 31 december volgend op de volgende Olympische en paralympische zomerspelen.
Voor de sportfederaties die een wintersporttak beheren, wordt de spreidingsperiode van de programmaplannen bepaald door rekening te houden met de tijdslimieten in verband met de Olympische en paralympische winterspelen.
De sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° actualiseren jaarlijks hun programmaplan. Daartoe delen zij inzonderheid aan de Regering een activiteitenverslag betreffende het vorige begrotingsjaar.
De sportfederaties die een sporttak beheren die behoort tot het programma van de Olympische zomer- of winterspelen, wanneer hun programma ten einde komt, maken een verslag over de vier jaar van het programmaplan over aan de Regering. Dezelfde verplichting geldt voor de vereniging bedoeld in artikel 25, 1° wat betreft de paralympische spelen.
§ 2. Om het bedrag van de subsidie bedoeld in § 1 vast te leggen bepaalt de Regering voor elke sportfederatie en voor de vereniging bedoeld in artikel 25, § 1 :
1° De activiteiten die voor een subsidie in aanmerking komen;
2° De aard van de uitgaven die kunnen worden toegelaten met inbegrip van de subsidie die in voorkomend geval bestemd is om de uitgaven te dekken inzake bezoldiging van het personeel van het sportkader;
3° De interventieplafonds die eventueel van toepassing zijn voor de toelaatbare uitgaven.
De Regering kan een plafond vastleggen op het totaal bedrag van de toelaatbare uitgaven.
§ 3. De Regering bepaalt de te volgen procedure voor het indienen van het programmaplan waarvan sprake is in § 1. Daarenboven bepaalt zij de minimale richtingen die het programmaplan moet bevatten.
Modifications
Art.31. § 1er. Le Gouvernement peut octroyer aux fédérations sportives reconnues ainsi qu'à l'association visée à l'article 25, 1°, une subvention complémentaire destinée à soutenir la réalisation d'un plan-programme de développement du sport de haut niveau en ce compris le personnel du cadre sportif nécessaire à sa mise en oeuvre.
[1 Le Gouvernement détermine, en ce qui concerne les informations relatives à l'emploi, les éléments provenant du cadastre de l'emploi créé au sein du Secrétariat général tel que défini par le décret de la Communauté française du 19 octobre 2007 instaurant un cadastre de l'emploi non marchand en Communauté française. La transmission et l'utilisation de ces données se fait dans le respect de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-Carrefour de la Sécurité sociale et de ses arrêtés d'exécution ainsi que de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et de ses arrêtés d'exécution.]1
Le plan-programme s'étend sur une période de quatre années qui débute le 1er janvier qui suit la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'été et se termine le 31 décembre qui suit la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'été suivants.
Pour les fédérations sportives qui gèrent une discipline d'hiver, la période d'étalement des plans-programmes est définie tenant compte des échéances liées à la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'hiver.
Les fédérations sportives et l'association visée à l'article 25, 1° actualisent annuellement leur plan-programme. A cette fin, elles communiquent au Gouvernement, notamment, un rapport d'activités relatif à l'exercice budgétaire précédent.
Les fédérations sportives gérant une discipline figurant au programme des Jeux olympiques d'été ou d'hiver, lorsque leur plan-programme arrive à terme, communiquent au Gouvernement un rapport portant sur les quatre années de ce plan-programme. La même obligation s'impose à l'association visée à l'article 25, 1° pour ce qui concerne les Jeux paralympiques.
§ 2. Pour déterminer le montant de la subvention visée au § 1er le Gouvernement, pour chaque fédération sportive et pour l'association visée à l'article 25, 1°, arrête :
1° Les activités admissibles à la subvention;
2° La nature des dépenses réputées admissibles en ce compris les conditions d'octroi de la partie de la subvention destinée, le cas échéant, à couvrir les dépenses prévues en matière de rémunération du personnel du cadre sportif;
3° Les plafonds d'intervention éventuellement applicables aux dépenses réputées admissibles.
Le Gouvernement peut fixer un plafond au montant total des dépenses réputées admissibles.
§ 3. Le Gouvernement détermine la procédure à suivre pour l'introduction du plan-programme dont question au § 1er. En outre, il arrête les orientations minimales que doit contenir le plan-programme.
[1 Le Gouvernement détermine, en ce qui concerne les informations relatives à l'emploi, les éléments provenant du cadastre de l'emploi créé au sein du Secrétariat général tel que défini par le décret de la Communauté française du 19 octobre 2007 instaurant un cadastre de l'emploi non marchand en Communauté française. La transmission et l'utilisation de ces données se fait dans le respect de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-Carrefour de la Sécurité sociale et de ses arrêtés d'exécution ainsi que de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et de ses arrêtés d'exécution.]1
Le plan-programme s'étend sur une période de quatre années qui débute le 1er janvier qui suit la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'été et se termine le 31 décembre qui suit la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'été suivants.
Pour les fédérations sportives qui gèrent une discipline d'hiver, la période d'étalement des plans-programmes est définie tenant compte des échéances liées à la tenue des Jeux olympiques et paralympiques d'hiver.
Les fédérations sportives et l'association visée à l'article 25, 1° actualisent annuellement leur plan-programme. A cette fin, elles communiquent au Gouvernement, notamment, un rapport d'activités relatif à l'exercice budgétaire précédent.
Les fédérations sportives gérant une discipline figurant au programme des Jeux olympiques d'été ou d'hiver, lorsque leur plan-programme arrive à terme, communiquent au Gouvernement un rapport portant sur les quatre années de ce plan-programme. La même obligation s'impose à l'association visée à l'article 25, 1° pour ce qui concerne les Jeux paralympiques.
§ 2. Pour déterminer le montant de la subvention visée au § 1er le Gouvernement, pour chaque fédération sportive et pour l'association visée à l'article 25, 1°, arrête :
1° Les activités admissibles à la subvention;
2° La nature des dépenses réputées admissibles en ce compris les conditions d'octroi de la partie de la subvention destinée, le cas échéant, à couvrir les dépenses prévues en matière de rémunération du personnel du cadre sportif;
3° Les plafonds d'intervention éventuellement applicables aux dépenses réputées admissibles.
Le Gouvernement peut fixer un plafond au montant total des dépenses réputées admissibles.
§ 3. Le Gouvernement détermine la procédure à suivre pour l'introduction du plan-programme dont question au § 1er. En outre, il arrête les orientations minimales que doit contenir le plan-programme.
Modifications
Art.32. Bij uitzonderlijke gevallen of nieuwe situatie die voorkomt in een erkende federatie of vereniging, kan de Regering op eigen initiatief of op aanvraag van de betrokken federatie of vereniging, een evaluatie voeren van de factoren die een belangrijke evolutie zouden kunnen veroorzaken, positief of negatief, van haar werkingsuitgaven en in functie daarvan de jaarlijkse forfaitaire werkingssubsidie aanpassen die haar wordt toegekend.
Art.32. En cas d'événement exceptionnel ou de situation nouvelle intervenant dans une fédération ou une association reconnue, le Gouvernement peut, à son initiative ou à la demande de la fédération ou de l'association concernée, procéder à une évaluation des facteurs susceptibles d'entraîner une évolution significative, positive ou négative, de ses dépenses de fonctionnement et adapter en conséquence la subvention annuelle forfaitaire de fonctionnement qui lui est octroyée.
Art.33. [1 § 1. Een voorschot op de jaarlijkse forfaitaire werkingssubsidie bedoeld in artikel 30 wordt gestort aan de begunstigden.
Dat voorschot bedraagt 80 % van het bedrag dat voor hetzelfde doel het jaar voordien aan dezelfde begunstigde uitbetaald werd en wordt als volgt verdeeld :
1) Een maximaal bedrag van 50 % kan voortijdig gestort worden in de loop van het laatste trimester van het jaar dat aan het gesubsidieerde dienstjaar voorafgaat;
2) Het saldo van dat voorschot wordt gestort in de loop van het eerste trimester van het gesubsidieerde dienstjaar.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op het einde van het eerste semester van het gesubsidieerde dienstjaar voor zover de begunstigde de boekhoudkundige aanwending van de toegekende voorschotten heeft verantwoord.
§ 2. Een voorschot op de bijkomende subsidie bedoeld in artikel 31 wordt gestort aan de begunstigde. Dat voorschot bedraagt 80 % van het bedrag dat het jaar voordien uitbetaald is voor hetzelfde doel aan dezelfde begunstigden en wordt als volgt verdeeld :
1) Een maximaal bedrag van 50 % kan voortijdig gestort worden in de loop van het laatste trimester van het jaar dat aan het gesubsidieerde dienstjaar voorafgaat;
2) Het saldo van dat voorschot wordt gestort in de loop van het eerste trimester van het gesubsidieerde dienstjaar.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op het einde van het eerste semester van het gesubsidieerde dienstjaar voor zover de begunstigde de boekhoudkundige aanwending van de toegekende voorschotten heeft verantwoord.
§ 3. Een deel of het geheel van een niet-verantwoorde subsidie zal onverwijld teruggevorderd worden en ten laatste op het moment van de uitbetaling van het daaropvolgend voorschot of de daaropvolgende subsidie aan de begunstigde op basis van dit decreet of van elke andere verordeningstekst.]1
Dat voorschot bedraagt 80 % van het bedrag dat voor hetzelfde doel het jaar voordien aan dezelfde begunstigde uitbetaald werd en wordt als volgt verdeeld :
1) Een maximaal bedrag van 50 % kan voortijdig gestort worden in de loop van het laatste trimester van het jaar dat aan het gesubsidieerde dienstjaar voorafgaat;
2) Het saldo van dat voorschot wordt gestort in de loop van het eerste trimester van het gesubsidieerde dienstjaar.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op het einde van het eerste semester van het gesubsidieerde dienstjaar voor zover de begunstigde de boekhoudkundige aanwending van de toegekende voorschotten heeft verantwoord.
§ 2. Een voorschot op de bijkomende subsidie bedoeld in artikel 31 wordt gestort aan de begunstigde. Dat voorschot bedraagt 80 % van het bedrag dat het jaar voordien uitbetaald is voor hetzelfde doel aan dezelfde begunstigden en wordt als volgt verdeeld :
1) Een maximaal bedrag van 50 % kan voortijdig gestort worden in de loop van het laatste trimester van het jaar dat aan het gesubsidieerde dienstjaar voorafgaat;
2) Het saldo van dat voorschot wordt gestort in de loop van het eerste trimester van het gesubsidieerde dienstjaar.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald op het einde van het eerste semester van het gesubsidieerde dienstjaar voor zover de begunstigde de boekhoudkundige aanwending van de toegekende voorschotten heeft verantwoord.
§ 3. Een deel of het geheel van een niet-verantwoorde subsidie zal onverwijld teruggevorderd worden en ten laatste op het moment van de uitbetaling van het daaropvolgend voorschot of de daaropvolgende subsidie aan de begunstigde op basis van dit decreet of van elke andere verordeningstekst.]1
Modifications
Art.33. [1 § 1er. Une avance sur la subvention annuelle forfaitaire de fonctionnement visée à l'article 30 est versée aux bénéficiaires.
Cette avance s'élève à 80 % du montant mis en liquidation pour le même objet au même bénéficiaire, l'année précédente et est répartie comme suit :
1) Un montant maximum de 50 % peut être versé anticipativement dans le courant du dernier trimestre de l'année précédant l'exercice subventionné;
2) Le solde de cette avance est versé dans le courant du premier trimestre de l'exercice subventionné.
Le solde de la subvention est versé à la fin du premier semestre de l'exercice subventionné pour autant que le bénéficiaire ait justifié l'utilisation comptable des avances octroyées.
§ 2. Une avance sur la subvention complémentaire visée à l'article 31 est versée aux bénéficiaires. Cette avance s'élève à 80 % du montant mis en liquidation pour le même objet au même bénéficiaire, l'année précédente et est répartie comme suit :
1) Un montant maximum de 50 % peut être versé anticipativement dans le courant du dernier trimestre de l'année précédant l'exercice subventionné;
2) Le solde de cette avance est versé dans le courant du premier trimestre de l'exercice subventionné.
Le solde de la subvention est versé à la fin du premier semestre de l'exercice subventionné pour autant que le bénéficiaire ait justifié l'utilisation comptable des avances octroyées.
§ 3. Tout ou partie d'une subvention non justifiée sera récupérée sans délai et au plus tard au moment du versement de la prochaine avance ou subvention au bénéficiaire sur la base du présent décret ou de tout autre texte réglementaire.]1
Cette avance s'élève à 80 % du montant mis en liquidation pour le même objet au même bénéficiaire, l'année précédente et est répartie comme suit :
1) Un montant maximum de 50 % peut être versé anticipativement dans le courant du dernier trimestre de l'année précédant l'exercice subventionné;
2) Le solde de cette avance est versé dans le courant du premier trimestre de l'exercice subventionné.
Le solde de la subvention est versé à la fin du premier semestre de l'exercice subventionné pour autant que le bénéficiaire ait justifié l'utilisation comptable des avances octroyées.
§ 2. Une avance sur la subvention complémentaire visée à l'article 31 est versée aux bénéficiaires. Cette avance s'élève à 80 % du montant mis en liquidation pour le même objet au même bénéficiaire, l'année précédente et est répartie comme suit :
1) Un montant maximum de 50 % peut être versé anticipativement dans le courant du dernier trimestre de l'année précédant l'exercice subventionné;
2) Le solde de cette avance est versé dans le courant du premier trimestre de l'exercice subventionné.
Le solde de la subvention est versé à la fin du premier semestre de l'exercice subventionné pour autant que le bénéficiaire ait justifié l'utilisation comptable des avances octroyées.
§ 3. Tout ou partie d'une subvention non justifiée sera récupérée sans délai et au plus tard au moment du versement de la prochaine avance ou subvention au bénéficiaire sur la base du présent décret ou de tout autre texte réglementaire.]1
Modifications
Art.34. De subsidies bepaald in de artikelen 30 en 31 van dit decreet zijn inzonderheid bestemd voor de bezoldiging van het administratief en sportkader tewerkgesteld door de sportfederaties en -verenigingen bedoeld in artikel 1, 8°, 9° en 10° van dit decreet en erkend door de Franse Gemeenschap.
Art.34. Les subventions prévues aux articles 30 et 31 du présent décret sont notamment destinées à la rémunération du cadre administratif et sportif occupé par les fédérations et les associations sportives visées à l'article 1er, 8°, 9° et 10° du présent décret et reconnues par la Communauté française.
Art.35. De erkende federaties en verenigingen moeten als een goed huisvader de jaarlijkse forfaitaire werkingssubsidie beheren die hen toegekend wordt en die aanwenden om uitsluitend hun administratieve, technische en organisatorische opdrachten te vervullen. Die fondsen kunnen noch rechtstreeks noch onrechtstreeks dienen voor de financiering van hun aangesloten kringen en voor andere subsidiaire structuren.
Zij verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om de diensten van een kwaliteitspersoneel te verzekeren.
Als de controle bedoeld in artikel 15, 14° wijst op een niet-naleving van die bepalingen of de boekhoudkundige wetgeving, de wet op de verenigingen zonder winstoogmerk of de sociale en fiscale wetten, kan de Regering nadat de federatie of de vereniging verzocht werd om haar argumenten te laten gelden, tegen haar een sanctie uitroepen bedoeld in artikel 22.
Zij kan in het kader van die procedure en alvorens erover te beslissen, aan de betrokken algemene vergadering van de federatie of de vereniging vragen om een audit bij een bedrijfsrevisor te bestellen, op haar eigen kosten.
Zij verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om de diensten van een kwaliteitspersoneel te verzekeren.
Als de controle bedoeld in artikel 15, 14° wijst op een niet-naleving van die bepalingen of de boekhoudkundige wetgeving, de wet op de verenigingen zonder winstoogmerk of de sociale en fiscale wetten, kan de Regering nadat de federatie of de vereniging verzocht werd om haar argumenten te laten gelden, tegen haar een sanctie uitroepen bedoeld in artikel 22.
Zij kan in het kader van die procedure en alvorens erover te beslissen, aan de betrokken algemene vergadering van de federatie of de vereniging vragen om een audit bij een bedrijfsrevisor te bestellen, op haar eigen kosten.
Art.35. Les fédérations et les associations reconnues doivent gérer en bon père de famille la subvention annuelle forfaitaire de fonctionnement qui leur est octroyée et l'utiliser afin de remplir exclusivement leurs missions administratives, techniques et organisationnelles. Ces fonds ne peuvent servir, ni directement, ni indirectement, au financement de leurs cercles affiliés et autres structures subsidiaires.
Elles s'engagent à tout mettre en oeuvre pour s'assurer les services d'un personnel de qualité.
Si le contrôle prévu à l'article 15, 14° laisse apparaître un non-respect de ces dispositions ou des manquements à la législation comptable, à la loi sur les associations sans but lucratif ou aux lois sociales et fiscales, le Gouvernement peut, après que la fédération ou l'association ait été invitée à faire valoir ses arguments, prononcer à son égard une des sanctions prévues à l'article 22.
Il peut, dans le cadre de cette procédure et avant de statuer, enjoindre l'assemblée générale de la fédération ou de l'association concernée, à commander, aux frais de celle-ci, un audit auprès d'un réviseur d'entreprise.
Elles s'engagent à tout mettre en oeuvre pour s'assurer les services d'un personnel de qualité.
Si le contrôle prévu à l'article 15, 14° laisse apparaître un non-respect de ces dispositions ou des manquements à la législation comptable, à la loi sur les associations sans but lucratif ou aux lois sociales et fiscales, le Gouvernement peut, après que la fédération ou l'association ait été invitée à faire valoir ses arguments, prononcer à son égard une des sanctions prévues à l'article 22.
Il peut, dans le cadre de cette procédure et avant de statuer, enjoindre l'assemblée générale de la fédération ou de l'association concernée, à commander, aux frais de celle-ci, un audit auprès d'un réviseur d'entreprise.
Art.36. § 1. Ingeval van een nieuwe erkenning wordt, voor de toepassing van artikel 30, de forfaitaire subsidie berekend in functie van het gemiddelde van het totaal van de forfaitaire subsidies toegekend aan het geheel van de federaties of verenigingen gerangschikt in dezelfde categorie, in verhouding tot het aantal sportbeoefenaars van de betrokken federatie of vereniging.
§ 2. Voor de toepassing van artikel 31 zal het bedrag van de voorschotten bedoeld in artikel 33, 2° geëvalueerd worden op basis van de inhoud van het programmaplan ingediend door de recent erkende sportfederatie.
§ 2. Voor de toepassing van artikel 31 zal het bedrag van de voorschotten bedoeld in artikel 33, 2° geëvalueerd worden op basis van de inhoud van het programmaplan ingediend door de recent erkende sportfederatie.
Art.36. § 1er. En cas de nouvelle reconnaissance, pour l'application de l'article 30, la subvention forfaitaire est calculée en fonction de la moyenne du total des subventions forfaitaires attribuées à l'ensemble des fédérations ou associations classées dans la même catégorie, rapportée au nombre de sportifs de la fédération ou association concernée.
§ 2. Pour l'application de l'article 31, le montant des avances prévues à l'article 33, 2° sera évalué sur base du contenu du plan-programme introduit par la fédération sportive nouvellement reconnue.
§ 2. Pour l'application de l'article 31, le montant des avances prévues à l'article 33, 2° sera évalué sur base du contenu du plan-programme introduit par la fédération sportive nouvellement reconnue.
Art.37. Vanaf het begrotingsjaar 2007 worden binnen de organisatieafdeling " Sport " van de begroting van de Franse Gemeenschap zes basisallocaties opgericht luidend als volgt :
1° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende sportfederaties;
2° Subsidiëring van de programmaplannen van de erkende sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1°;
3° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende recreatieve sportfederaties;
4° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende sportverenigingen met uitzondering van die bedoeld in 5° en 6° van dit artikel;
5° Forfaitaire subsidiëring van de werking van een vereniging die tot doel het beheer, de coördinatie en de promotie van de praktijk van een competitiesport, met inbegrip van topsport, heeft door de personen die afwijkingen vertonen die aangepaste sportactiviteiten vereisen en van een vereniging die zorgt voor de integratie van de personen met afwijkingen die aangepaste sportactiviteiten vereisen door het beheer, de coördinatie en de promotie van gediversifieerde erkende sportactiviteiten, met inbegrip van competitie;
6° Forfaitaire subsidiëring van de werking van een erkende schoolsportvereniging en van een erkende sportvereniging in het hoger onderwijs.
1° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende sportfederaties;
2° Subsidiëring van de programmaplannen van de erkende sportfederaties en de vereniging bedoeld in artikel 25, 1°;
3° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende recreatieve sportfederaties;
4° Forfaitaire subsidiëring van de werking van de erkende sportverenigingen met uitzondering van die bedoeld in 5° en 6° van dit artikel;
5° Forfaitaire subsidiëring van de werking van een vereniging die tot doel het beheer, de coördinatie en de promotie van de praktijk van een competitiesport, met inbegrip van topsport, heeft door de personen die afwijkingen vertonen die aangepaste sportactiviteiten vereisen en van een vereniging die zorgt voor de integratie van de personen met afwijkingen die aangepaste sportactiviteiten vereisen door het beheer, de coördinatie en de promotie van gediversifieerde erkende sportactiviteiten, met inbegrip van competitie;
6° Forfaitaire subsidiëring van de werking van een erkende schoolsportvereniging en van een erkende sportvereniging in het hoger onderwijs.
Art.37. A partir de l'année budgétaire 2007, il est créé, au sein de la division organique " Sport " du budget de la Communauté française, six allocations de base intitulées comme suit :
1° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des fédérations sportives reconnues;
2° Subventionnement des plans-programmes des fédérations sportives reconnues et de l'association visée à l'article 25, 1°;
3° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des fédérations sportives de loisirs reconnues;
4° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des associations sportives reconnues à l'exception de celles visées aux 5° et 6° du présent article;
5° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement d'une association ayant pour objet la gestion, la coordination et la promotion de la pratique sportive de compétition, en ce compris de haut niveau, par les personnes présentant des déficiences nécessitant la mise en place d'activités sportives adaptées et d'une association ayant pour objet l'intégration des personnes présentant des déficiences nécessitant la mise en place d'activités sportives adaptées par la gestion, la coordination et la promotion d'activités sportives diversifiées, en ce compris de compétition, reconnues;
6° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement d'une association du sport scolaire et d'une association du sport dans l'enseignement supérieur reconnues.
1° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des fédérations sportives reconnues;
2° Subventionnement des plans-programmes des fédérations sportives reconnues et de l'association visée à l'article 25, 1°;
3° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des fédérations sportives de loisirs reconnues;
4° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement des associations sportives reconnues à l'exception de celles visées aux 5° et 6° du présent article;
5° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement d'une association ayant pour objet la gestion, la coordination et la promotion de la pratique sportive de compétition, en ce compris de haut niveau, par les personnes présentant des déficiences nécessitant la mise en place d'activités sportives adaptées et d'une association ayant pour objet l'intégration des personnes présentant des déficiences nécessitant la mise en place d'activités sportives adaptées par la gestion, la coordination et la promotion d'activités sportives diversifiées, en ce compris de compétition, reconnues;
6° Subventionnement forfaitaire du fonctionnement d'une association du sport scolaire et d'une association du sport dans l'enseignement supérieur reconnues.
HOOFDSTUK VI.
CHAPITRE VI.
Afdeling I.
Section Ire.
Afdeling II.
Section II.
HOOFDSTUK VII.
CHAPITRE VII.
HOOFDSTUK VIII..
CHAPITRE VIII.