Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 JULI 2007. - Protocol tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie ten gunste van de personen met een handicap. - Protocol betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België krachtens de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Titre
19 JUILLET 2007. - Protocole entre l'Etat fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale, la Commission communautaire commune, la Commission communautaire française en faveur des personnes en situation de handicap. - Protocole relatif au concept d'aménagements raisonnables en Belgique en vertu de la loi du 25 février 2003 tendant à lutter contre la discrimination et modifiant la loi du 15 février 1993 créant un Centre pour l'égalité des chances et de lutte contre le racisme.
Informations sur le document
Tekst (8)
Texte (8)
Doel van het protocol.
Objectif du protocole.
Artikel 1. Bij de interpretatie van het begrip redelijke aanpassingen' zullen de Federale Staat en de Gewesten en Gemeenschappen zich laten leiden door de in dit protocol omschreven principes en indicatoren.
Article 1. Pour l'interprétation du concept des aménagements raisonnables l'Etat fédéral et les Communautés et les Régions se laisseront guider par les principes et les indicateurs décrits dans le présent protocole.
Beschrijving van het begrip redelijke aanpassingen.
Description du concept des aménagements raisonnables.
Art.2. § 1. Een aanpassing is een concrete maatregel die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap kan neutraliseren.
  § 2. De aanpassing moet :
  - doeltreffend zijn, zodat de persoon met een handicap daadwerkelijk kan participeren;
  - een evenwaardige participatie van de persoon met een handicap mogelijk maken;
  - ervoor zorgen dat de persoon met een handicap zelfstandig kan participeren;
  - de veiligheid van de persoon met een handicap waarborgen.
  Een slechts gedeeltelijke realisatie op het vlak van de evenwaardige of autonome participatie mag evenwel geen alibi zijn voor het niet realiseren van de redelijke aanpassing.
  § 3. De redelijkheid van de aanpassing wordt beoordeeld in het licht van onder meer volgende indicatoren:
  - de financiële impact van de aanpassing, waarbij rekening wordt gehouden met
  * eventuele ondersteunende financiële tegemoetkomingen;
  * de financiële draagkracht van degene op wie de aanpassingsplicht rust;
  - de organisatorische impact van de aanpassing;
  - de te verwachten frequentie en duur van het gebruik van de aanpassing door personen met een handicap;
  - de impact van de aanpassing op de levenskwaliteit van (een) daadwerkelijke of potentiële gebruiker(s) met een handicap;
  - de impact van de aanpassing op de omgeving en op andere gebruikers;
  - het ontbreken van gelijkwaardige alternatieven;
  - het verzuim van voor de hand liggende of wettelijk verplichte normen.
Art.2. § 1er. Un aménagement est une mesure concrète pouvant neutraliser l'impact limitatif d'un environnement non adapté sur la participation d'une personne handicapée.
  § 2. L'aménagement doit :
  - être efficace afin de permettre à la personne en situation de handicap de participer effectivement à une activité;
  - permettre une participation égale de la personne en situation de handicap;
  - permettre une participation autonome de la personne en situation de handicap;
  - assurer la sécurité de la personne en situation de handicap.
  Une réalisation uniquement partielle au niveau de la participation égale ou autonome ne peut être un alibi pour la non réalisation de l'aménagement raisonnable.
  § 3. Le caractère raisonnable de l'aménagement est évalué à la lumière des indicateurs suivants entre autres :
  - l'impact financier de l'aménagement, compte tenu :
  * d'éventuelles interventions financières de soutien;
  * de la capacité financière de celui qui est obligé de réaliser l'aménagement;
  - l'impact organisationnel de l'aménagement;
  - la fréquence et la durée prévues de l'utilisation de l'aménagement par la personne handicapée;
  - l'impact de l'aménagement sur la qualité de vie d'un (des) utilisateur(s) effectif(s) ou potentiel(s) handicapé(s);
  - l'impact de l'aménagement sur l'environnement et sur d'autres utilisateurs;
  - l'absence d'alternatives équivalentes;
  - la négligence de normes évidentes ou légalement obligatoires.
Toepassing van het protocol.
Mise en oeuvre du protocole.
Art.3. § 1. In het kader van de verwezenlijking van de in dit protocol beoogde doelstelling, wordt door elke overheid op regelmatige basis informatie verzameld over :
  - beste praktijken op het vlak van redelijke aanpassingen
  - wijze waarop redelijke aanpassingen worden gestimuleerd (financiële incentives, sensibilisering, adviesverstrekking, ...)
  - wijze waarop redelijke aanpassingen in de regelgeving verankerd is of wordt.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde informatie wordt op regelmatige basis door elke overheid overgemaakt aan de Interministeriële Conferentie waarin het beleid inzake personen met een handicap behandeld wordt. Zij zijn het onderwerp van een tweejaarlijks rapport, dat opgesteld wordt door de diensten van de minister die het secretariaat van de betrokken Interministeriële Conferentie verzorgt en voorgesteld wordt aan alle leden van de betrokken Interministeriële Conferentie.
Art.3. § 1er. Dans le cadre de la réalisation de l'objectif visé au présent protocole, chaque autorité rassemble régulièrement des informations sur :
  - les meilleures pratiques au niveau des aménagements raisonnables;
  - la façon dont des aménagements raisonnables sont stimulés (primes, sensibilisation, recommandations, ...);
  - la façon dont le concept des aménagements raisonnables est ancré dans la réglementation.
  § 2. Chaque autorité transmet régulièrement les informations visées au §1er à la Conférence interministérielle au sein de laquelle la politique en matière des personnes handicapées est traitée. Elles feront l'objet d'un rapport bisannuel, rédigé par les services du ministre en charge du secrétariat de ladite Conférence interministérielle et présenté à tous les membres de cette Conférence interministérielle.
Slotbepalingen.
Dispositions finales.
Art. 4. Dit protocol wordt voor iedere partij van kracht vanaf de goedkeuring ervan door haar regering.
  Aldus opgemaakt te Brussel, op 19 juli 2007.
  Voor de Federale Regering :
  G. VERHOFSTADT,
  Eerste minister.
  R. DEMOTTE,
  Minister van Sociale Zaken
  en Volksgezondheid.
  C. DUPONT,
  Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
  P. VANVELTHOVEN
  Minister van Werk en Consumentenzaken.
  G. MANDAILA MALAMBA,
  Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap.
  Voor de Vlaamse Regering :
  Y. LETERME,
  Minister-Voorzitter van de Vlaamse Regering.
  G. BOURGEOIS,
  Minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme.
  F. VANDENBROUCKE,
  Minister van Werk, Onderwijs en Vorming.
  K. VAN BREMPT,
  Minister van Mobiliteit, Sociale Economie
  en Gelijke Kansen.
  I. VERVOTTE,
  Minister van Welzijn, Gezondheid en Gezin.
  Voor de Regering
  van de Franse Gemeenschap :
  M. ARENA,
  Minister-Voorzitter van de regering van de Gemeenschap Brussel-Wallonië.
  C. EEREDEKENS,
  Minister van Ambtenarenzaken en Sport
  C. FONCK,
  Minister van Gezondheid, Kind en Jeugdhulp.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  K.-H. LAMBERTZ,
  Minister-Voorzitter van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, minister van Plaatselijke Besturen.
  B. GENTGES,
  Vice-Minister-Voorzitter van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme.
  Voor de Waalse Regering :
  E. DI RUPO,
  Minister-Voorzitter van de Waalse Regering.
  Ph. COURARD,
  Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken.
  J.-Cl. MARCOURT,
  Minister van Economie, Werk en Buitenlandse handel.
  C. VIENNE,
  Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen.
  Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
  Ch. PICQUE,
  Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen.
  B. CEREXHE,
  Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie en Tewerkstelling.
  Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie :
  Ch. PICQUE,
  Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
  E. HUYTEBROECK,
  Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Bijstand aan Personen.
  P. SMET,
  Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen en het Openbaar Ambt.
  Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie :
  B. CEREXHE,
  Minister-Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid, Openbaar Ambt.
  E. HUYTEBROECK,
  Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met Begroting, Personen met een Handicap en Toerisme.
Art. 4. Le présent protocole entre en vigueur pour chaque partie dès approbation par son Gouvernement.
  Ainsi conclu à Bruxelles, le 19 juillet 2007.
  Pour le Gouvernement fédéral :
  G. VERHOFSTADT,
  Premier Ministre.
  R. DEMOTTE,
  Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique.
  C. DUPONT,
  Ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances.
  P. VANVELTHOVEN,
  Ministre de l'Emploi chargé de la Protection de la consommation.
  G. MANDAILA MALAMBA,
  Secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées.
  Pour le Gouvernement flamand :
  Y. LETERME,
  Ministre-Président du Gouvernement flamand.
  G. BOURGEOIS,
  Ministre des Affaires administratives, de la Politique étrangère, des Médias, du Tourisme.
  F. VANDENBROUCKE,
  Ministre de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation.
  K. VAN BREMPT
  Ministre de la Mobilité, de l'Economie sociale et de l'Egalité des chances.
  I. VERVOTTE,
  Ministre du Bien-être, de la Santé et de la famille.
  Pour le Gouvernement de la Communauté française :
  M. ARENA,
  Ministre Présidente du Gouvernement de la Communauté Wallonie-Bruxelles.
  C. EEREDEKENS,
  Ministre de la Fonction publique et des Sports.
  C. FONCK,
  Ministre de la Santé, de l'Enfance et de l'Aide à la jeunesse.
  Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :
  K.-H. LAMBERTZ,
  Ministre Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre des Pouvoirs locaux.
  B. GENTGES,
  Vice-Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre de la Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme.
  Pour le Gouvernement Wallon :
  E. DI RUPO,
  Ministre-Président du Gouvernement wallon.
  Ph. COURARD,
  Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique.
  J.-Cl. MARCOURT,
  Ministre de l'Economie, de l'Emploi et du Commerce extérieur.
  C. VIENNE,
  Ministre de la Santé, de l'Action sociale et de l'Egalité des chances.
  Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :
  Ch. PICQUE,
  Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux.
  B. CEREXHE,
  Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l'Economie et de l'Emploi.
  Pour le Collège réuni de la Commission communautaire commune :
  Ch. PICQUE,
  Président du Collège réuni de la Commission communautaire commune.
  E. HUYTEBROECK,
  Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune chargée de l'Aide aux personnes.
  P. SMET,
  Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune, compétent pour la Politique d'aide aux personnes et la Fonction publique.
  Pour le Collège de la Commission communautaire française :
  B. CEREXHE,
  Ministre-Président du Collège de la Commission Communautaire française, chargé de la Santé, de la Fonction publique.
  E. HUYTEBROECK,
  Membre du Collège de la Commission communautaire française chargée du Budget, des Personnes handicapées et du Tourisme.