Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
26 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd.
Titre
26 AVRIL 2007. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre.
Informations sur le document
Info du document
Tekst (3)
Texte (3)
Artikel 1. Punt 9°bis van de bijlage, deel 1, "Algemene normen die op al de inrichtingen toepasselijk zijn", punt III, "Organisatorische normen", van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 april 1974, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 november 1988, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 en gedeeltelijk vernietigd door de Raad van State bij arrest van 12 juni 2003, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " 9°bis. ziekenhuishygiëne
  a) algemeen
  In ieder ziekenhuis is het bevorderen van de hygiëne een taak van :
  - de hoofdgeneesheer;
  - het hoofd van het verpleegkundig departement;
  - een team voor ziekenhuishygiëne;
  - en een comité voor ziekenhuishygiëne.
  b) het team voor ziekenhuishygiëne
  Het team voor ziekenhuishygiëne bestaat uit :
  - één of meerdere geneeshe(e)r(en) - ziekenhuishygiënist;
  - en één of meerdere verpleegkundige(n) - ziekenhuishygiënist.
  De geneesheer-ziekenhuishygiënist hangt bij het uitoefenen van zijn functie binnen het team af van de hoofdgeneesheer van het ziekenhuis onder wiens supervisie hij rechtstreeks functioneert.
  De verpleegkundige-ziekenhuishygiënist hangt bij het uitoefenen van zijn functie binnen het team af van het hoofd van het verpleegkundig departement onder wiens supervisie hij rechtstreeks functioneert.
  Het team voor ziekenhuishygiëne is op het operationele vlak onafhankelijk, maar rapporteert naar het comité voor ziekenhuishygiëne, de hoofdgeneesheer en het hoofd van het verpleegkundig departement. De operationele beslissingen van het team voor ziekenhuishygiëne worden uitgevoerd na overleg met, in opdracht van en onder de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer en het hoofd van het verpleegkundig departement. Het team voor ziekenhuishygiëne kan rechtstreeks samenwerken met andere comités en instanties in het ziekenhuis.
  De geneesheer-ziekenhuishygiënist coördineert de werking van het team voor ziekenhuishygiëne.
  De leden van het team dienen te beschikken over een gepaste opleiding van universitair niveau zoals bedoeld in de volgende leden.
  De verpleegkundige-ziekenhuishygiënist dient te beschikken over een diploma van bachelor verpleegkunde aangevuld met een master in de verpleegkunde of een master in de volksgezondheid.
  Met het oog op het doelmatig uitvoeren van de functie moet hij bovendien aantonen, dat hij met goed gevolg een opleiding heeft gevolgd in ten minste de volgende domeinen :
  - ziekenhuisinfecties : preventie en controle; microbiologische en infectiologische aspecten; epidemiologische aspecten;
  - wetgeving inzake ziekenhuishygiëne.
  Deze opleiding bedraagt minstens 250 contacturen.
  In afwijking op de vorige leden dient de verpleegkundige die, op de datum van inwerking treden van het koninklijk besluit van 26 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, in toepassing van de op dat ogenblik vigerende erkenningsnormen, fungeert als verpleegkundigeziekenhuishygiënist, niet te voldoen aan de gestelde voorwaarden inzake de vereiste opleiding.
  De geneesheer-hygiënist is een geneesheer of een apotheker-klinisch bioloog die een opleiding heeft gevolgd die equivalent is aan deze van geneesheer-ziekenhuishygiënist zoals hieronder beschreven.
  Met het oog op het doelmatig uitvoeren van de functie moet hij aantonen, dat hij met goed gevolg een opleiding heeft gevolgd in ten minste de volgende domeinen :
  - ziekenhuisinfecties : preventie en controle, microbiologische en infectiologische aspecten; epidemiologische aspecten;
  - wetgeving inzake ziekenhuishygiëne;
  - antimicrobiële middelen en antibioticabeleid.
  Deze opleiding bedraagt minstens 300 contacturen.
  In afwijking op de vorige leden dient de geneesheer of de apotheker-bioloog die, op de datum van inwerkingtreden van het koninklijk besluit van 26 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, in toepassing van de op dat ogenblik vigerende erkenningsnormen, fungeert als geneesheer-ziekenhuishygiënist, niet te voldoen aan de gestelde voorwaarden inzake de vereiste opleiding.
  Het team voor ziekenhuishygiëne vervult volgende taken :
  1° ontwikkeling, implementatie en opvolging van een beleid doorheen het ziekenhuis in verband met :
  a) standaardvoorzorgsmaatregelen ter preventie van overdracht van besmettelijke kiemen;
  b) isolatie van besmette patiënten ter indijking van overdracht van besmettelijke ziekten;
  c) surveillance van ziekenhuisinfecties aan de hand van indicatoren die toelaten hun incidentie in de instelling te volgen en bij te sturen;
  2° opzetten van een epidemiebeleid;
  3° opvolgen van de hygiëneaspecten bij ziekenhuisactiviteiten zoals :
  a) het bouwen of verbouwen;
  b) de activiteiten in het operatiekwartier en het verloskwartier;
  c) de aankoop van materialen;
  4° implementatie van richtlijnen en aanbevelingen opgesteld door officiële instanties, zoals de Hoge Gezondheidsraad;
  5° uitwisselen van informatie en ervaring met andere instellingen binnen het kader van een samenwerkingsplatform op het gebied van ziekenhuishygiëne zoals bedoeld in artikel 56, § 3, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.
  Het team stelt een algemeen strategisch plan op evenals een jaarlijks beleidsplan, een jaarlijks activiteitenverslag en een jaarlijks verslag over de werking van het team.
  c) Het Comité voor ziekenhuishygiëne
  Het Comité voor ziekenhuishygiëne is minstens samengesteld uit :
  1° de directeur van het ziekenhuis;
  2° het team voor ziekenhuishygiëne;
  3° een ziekenhuisapotheker;
  4° een microbioloog;
  5° de hoofdgeneesheer;
  6° het hoofd van het verpleegkundig departement;
  7° drie geneesheren werkzaam in de instelling, aangewezen door de medische raad;
  8° drie verpleegkundigen werkzaam in de instelling, aangewezen door het hoofd van het verpleegkundig departement.
  Het comité voor ziekenhuishygiëne vervult minimaal volgende taken :
  1° bespreken en goedkeuren van het algemeen strategisch plan en het jaarlijkse beleidsplan opgesteld door het team;
  2° bespreken en goedkeuren van het jaarlijks activiteitenverslag opgesteld door het team;
  3° bespreken en goedkeuren van het jaarlijks verslag van de werking van het team;
  4° bespreken en goedkeuren van de budgetten en kostenramingen;
  5° het coördineren van het toewijzen van opdrachten op het vlak van :
  a) de controle op technieken van sterilisatie;
  b) antibioticumbeleid;
  c) het uitwerken van richtlijnen voor en het houden van toezicht op :
  - de methoden van wassen en verdeling van linnen;
  - de hygiëne in de bereiding en de distributie van de voeding in keuken en melkkeuken;
  - het verzamelen en verwijderen van ziekenhuisafval;
  d) het opstellen van een reglement van inwendige orde voor de operatieafdeling, de bevallingsafdelingen en desgevallend de risicodiensten.
  Alle beslissingen die binnen het comité worden genomen worden geacteerd in een register en als advies overgemaakt aan de directeur van het ziekenhuis. Het register kan bovendien worden geraadpleegd door de bevoegde geneesheer-inspecteur.
  Het comité komt minstens 4 maal per jaar samen.
  Het comité wijst een voorzitter aan onder zijn leden-geneesheren.
  Het comité kan de diensthoofden die betrokken zijn bij de behandelde materie uitnodigen.
  Het comité mag beroep doen op adviseurs. "
Article 1. Le point 9°bis de l'annexe, partie I, "Normes générales applicables à tous les établissements", point III, "Normes d'organisation", de l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, inséré par l'arrêté royal du 24 avril 1974, remplacé par l'arrêté royal du 7 novembre 1988, modifié par l'arrêté royal du 17 octobre 1991 et partiellement annulé par le Conseil d'Etat par arrêt du 12 juin 2003, est remplacé par les dispositions suivantes :
  " 9°bis hygiène hospitalière
  a) généralités
  Dans tout hôpital, la promotion de l'hygiène requiert le concours :
  - du médecin-chef;
  - du chef du département infirmier;
  - d'une équipe d'hygiène hospitalière;
  - et d'un comité d'hygiène hospitalière.
  b) l'équipe d'hygiène hospitalière
  L'équipe d'hygiène hospitalière se compose :
  - d'un ou plusieurs médecin(s) - hygiéniste(s) hospitalier(s);
  - et d'un ou plusieurs infirmier(s) - hygiéniste(s) hospitalier(s).
  Dans l'exercice de ses fonctions au sein de l'équipe, le médecin hygiéniste hospitalier dépend du médecin-chef de l'établissement, sous la supervision duquel il travaille directement.
  Dans l'exercice de ses fonctions au sein de l'équipe, l'infirmier hygiéniste hospitalier dépend du chef du département infirmier, sous la supervision duquel il travaille directement.
  L'équipe d'hygiène hospitalière jouit d'une indépendance opérationnelle mais fait rapport au comité d'hygiène hospitalière, au médecin-chef et au chef du département infirmier. Les décisions opérationnelles de l'équipe d'hygiène hospitalière sont exécutées après concertation avec le médecin-chef et le chef du département infirmier, et pour le compte et sous la responsabilité de ces derniers. L'équipe d'hygiène hospitalière peut collaborer directement avec d'autres comités et instances de l'hôpital.
  Le médecin hygiéniste hospitalier coordonne le fonctionnement de l'équipe d'hygiène hospitalière.
  Les membres de l'équipe auront suivi une formation appropriée de niveau universitaire comme visée dans les alinéas suivants.
  L'infirmier hygiéniste hospitalier sera titulaire d'un diplôme de bachelier en soins infirmiers complété par un master en art infirmier ou un master en santé publique.
  Pour pouvoir s'acquitter efficacement de sa fonction, il doit en plus faire la preuve d'avoir suivi avec succès une formation dans au moins les domaines suivants :
  - infections nosocomiales : prévention et contrôle; aspects microbiologiques et infectiologiques; aspects épidémiologiques;
  - législation relative à l'hygiène hospitalière.
  Cette formation comprend au moins 250 heures de contact.
  Par dérogation aux alinéas précédents, l'infirmier qui, à la date de l'entrée en vigueur de l'arrêté royal du 26 avril 2007 modifiant l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, fait fonction d'infirmier- hygiéniste hospitalier en application des normes d'agrément en application à ce moment, ne doit pas remplir les conditions fixées en ce qui concerne la formation.
  Le médecin hygiéniste est un médecin ou un pharmacien-biologiste clinique qui a suivi une formation équivalente à celle de médecin-hygiéniste hospitalier comme décrite ci-dessous.
  Pour pouvoir s'acquitter efficacement de sa fonction, il doit faire la preuve d'avoir suivi avec succès une formation dans au moins les domaines suivants
  - infections nosocomiales : prévention et contrôle; aspects microbiologiques et infectiologiques; aspects épidémiologiques;
  - législation relative à l'hygiène hospitalière;
  - agents antimicrobiens et gestion des antibiotiques.
  Cette formation comprend au moins 300 heures de contact.
  Par dérogation aux alinéas précédents, le médecin ou le pharmacien-biologiste qui, à la date de l'entrée en vigueur de l'arrêté royal du 26 avril 2007 modifiant l'arrêté royal du 23 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre, fait fonction de médecin-hygiéniste hospitalier en application des normes d'agrément en application à ce moment, ne doit pas remplir les conditions fixées en matière de formation.
  L'équipe d'hygiène hospitalière exécute les tâches suivantes :
  1° le développement, la mise en oeuvre et le suivi, à travers l'hôpital, d'une stratégie relative :
  a) aux mesures de protection standard ayant pour objet de prévenir la transmission de germes infectieux;
  b) à l'isolement des patients infectés afin d'endiguer la transmission des maladies infectieuses;
  c) à la surveillance des infections nosocomiales à l'aide d'indicateurs permettant d'en suivre et d'en corriger l'incidence au sein de l'établissement;
  2° la mise sur pied d'une stratégie de lutte contre les épidémies;
  3° le suivi des aspects ayant trait à l'hygiène dans le cadre d'activités hospitalières telles que :
  a) la construction ou la transformation;
  b) les activités au quartier opératoire ou en salle d'accouchements;
  c) l'achat de matériels;
  4° la mise en oeuvre des directives et recommandations rédigées par des organismes officiels tels que le Conseil supérieur de la Santé;
  5° l'échange avec d'autres établissements d'informations et de l'expérience acquise, dans le cadre d'une plate-forme de collaboration en matière d'hygiène hospitalière au sens de l'article 56, § 3, de l'arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux.
  L'équipe établit un plan stratégique général ainsi qu'un plan d'action annuel, un rapport annuel d'activités et un rapport annuel sur le fonctionnement de l'équipe.
  c) Le Comité d'hygiène hospitalière
  Le Comité d'hygiène hospitalière se compose au minimum :
  1° du directeur de l'hôpital;
  2° de l'équipe d'hygiène hospitalière;
  3° d'un pharmacien hospitalier;
  4° d'un microbiologiste;
  5° du médecin-chef;
  6° du chef du département infirmier;
  7° de trois médecins exerçant dans l'établissement, désignés par le conseil médical;
  8° de trois infirmiers exerçant dans l'établissement, désignés par le chef du département infirmier.
  Le comité d'hygiène hospitalière exécute au minimum les tâches suivantes :
  1° discuter et approuver le plan stratégique général et le plan d'action annuel rédigés par l'équipe;
  2° discuter et approuver le rapport annuel d'activités rédigé par l'équipe;
  3° discuter et approuver le rapport annuel sur le fonctionnement de l'équipe;
  4° discuter et approuver les budgets et les devis;
  5° coordonner l'attribution de missions relatives :
  a) au contrôle des techniques de stérilisation;
  b) à la gestion des antibiotiques;
  c) à l'élaboration de directives et à la surveillance :
  - des procédés de lavage et de distribution du linge;
  - de l'hygiène dans la préparation et la distribution de l'alimentation tant à la cuisine qu'à la biberonnerie;
  - des méthodes de collecte et d'évacuation des déchets hospitaliers;
  d) à l'élaboration d'un règlement d'ordre intérieur pour le quartier opératoire, les quartiers d'accouchements et, le cas échéant, les services à risques.
  Toutes les décisions prises au sein du comité sont consignées dans un registre et transmises à titre d'avis au directeur de l'hôpital. Le registre peut, en outre, être consulté par le médecin inspecteur compétent.
  Le comité se réunit au moins 4 fois par an.
  Le comité désigne un président parmi ses membres médecins.
  Le comité peut inviter les chefs de service associés à la matière traitée.
  Le comité peut faire appel à des conseillers. "
Art.2. Gedurende een overgangsperiode van vijf jaar na het inwerking treden van onderhavig besluit, volstaat het dat de verpleegkundige-ziekenhuishygiënist of de geneesheer-ziekenhuishygiënist die wordt aangeworven, uiterlijk op het ogenblik van het verstrijken van deze periode voldoet aan de voorwaarden inzake opleiding die door onderhavig besluit worden ingevoegd in het punt 9°bis van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd.
  De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft kan de in het vorige lid bedoelde termijn verlengen indien zou blijken dat bij het verstrijken ervan niet voldoende verpleegkundigen respectievelijk geneesheren of apothekersklinisch biologen beantwoorden aan de gestelde voorwaarden inzake opleiding.
Art.2. Pendant une période transitoire de cinq ans faisant suite à l'entrée en vigueur du présent arrêté, il suffit que l'infirmier-hygiéniste hospitalier ou le médecin-hygiéniste hospitalier engagé, remplisse, au plus tard à l'expiration de cette période, les conditions fixées en termes de formation, qui sont insérées, par le présent arrêté, dans le point 9°bis de l'arrêté royal du 2 octobre 1964 portant fixation des normes auxquelles les hôpitaux et leurs services doivent répondre.
  Le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions peut prolonger le délai visé à l'alinéa précédent s'il devait s'avérer qu'à son expiration, un nombre insuffisant d'infirmiers, respectivement de médecins ou de pharmaciens-biologistes cliniques remplissent la condition de formation.
Art. 3. Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 26 april 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE.
Art. 3. Notre Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 26 avril 2007.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de la Santé publique,
  R. DEMOTTE.