Vergelijken - 2007014091

HOOFDSTUK I. - Centrale Examencommissie.

CHAPITRE Ier. - Commission centrale d'examen.

Artikel 1. [1 Er wordt een centrale Examencommissie opgericht, hierna te noemen " de Commissie ", die belast is met de organisatie van de examens met het oog op het bekomen van de volgende bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart :
   1° het Rijnpatent;
   2° het vaarbewijs A en B;
   3° het ADN-attest basis, chemie of gas;
   4° het radarpatent;
   5° het bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen;
   6° het bewijs van riviergedeelten van de Rijn;
   7° de uitbreiding van het Rijnpatent.]1

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

Article 1. [1 Il est institué une Commission centrale d'examen, dénommée ci-après " la Commission ", chargée de procéder à l'organisation des examens en vue de l'obtention des attestations de qualification en navigation rhénane et intérieure suivantes :
   1° la patente du Rhin;
   2° le certificat de conduite A et B;
   3° l'attestation ADN base, chimie ou gaz;
   4° la patente radar;
   5° l'attestation complémentaire obligatoire pour la conduite d'un bateau de navigation intérieure destiné au transport de plus de douze personnes;
   6° l'attestation de connaissance de secteurs du Rhin;
   7° l'extension de la patente du Rhin.]1

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 1, 002; En vigueur : 01-03-2013>

Art. 1_WAALS_GEWEST. [1 Er wordt een centrale Examencommissie opgericht, hierna te noemen " de Commissie ", die belast is met de organisatie van de examens met het oog op het bekomen van de volgende bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart :
   1° het Rijnpatent;
   2° het ADN-attest basis, chemie of gas;
   3° het radarpatent;
   4° het bewijs van riviergedeelten van de Rijn;
   5° het bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen;
   6° het bewijs van riviergedeelten van de Rijn;
   7° de uitbreiding van het Rijnpatent.]1

Modifications

[1] <BWG 2022-08-25/05, art. 49, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 1 _REGION_WALLONNE. [1 Il est institué une Commission centrale d'examen, dénommée ci-après " la Commission ", chargée de procéder à l'organisation des examens en vue de l'obtention des attestations de qualification en navigation rhénane et intérieure suivantes :
   1° la patente du Rhin;
   2° le certificat de conduite A et B;
   3° l'attestation ADN base, chimie ou gaz;
   4° la patente radar;
   5° l'attestation complémentaire obligatoire pour la conduite d'un bateau de navigation intérieure destiné au transport de plus de douze personnes;
   6° l'attestation de connaissance de secteurs du Rhin;
   7° l'extension de la patente du Rhin.]1

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 1, 002; En vigueur : 01-03-2013>

Art.2. De Commissie bestaat uit zeven werkende leden, aangewezen op grond van hun deskundigheid, onder wie een voorzitter, die ambtenaar is en zes examinatoren. Voor ieder werkend lid wordt ten minste een plaatsvervangend lid aangewezen. De werkende en plaatsvervangende leden worden door de Minister bevoegd voor het vervoer benoemd voor een duur van drie jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.

Art.2. La Commission est composée de sept membres effectifs, désignés en raison de leur compétence, parmi lesquels un président, fonctionnaire, et six examinateurs. Un membre suppléant au moins est désigné pour chacun des membres effectifs. Les membres effectifs et les membres suppléants sont nommés par le Ministre qui a le transport dans ses attributions pour une durée de trois ans. Leur mandat est renouvelable.

Art. 2_WAALS_GEWEST. De Commissie bestaat uit zeven werkende leden, aangewezen op grond van hun deskundigheid, onder wie een voorzitter, die ambtenaar is en zes examinatoren. Voor ieder werkend lid wordt ten minste een plaatsvervangend lid aangewezen. De werkende en plaatsvervangende leden worden door [2 de Minister bevoegd voor waterwegen]2 benoemd voor een duur van drie jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.

Modifications

[1] <BVR 2015-07-10/11, art. 146, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[2] <BWG 2022-08-25/05, art. 50, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 2 _REGION_WALLONNE. La Commission est composée de sept membres effectifs, désignés en raison de leur compétence, parmi lesquels un président, fonctionnaire, et six examinateurs. Un membre suppléant au moins est désigné pour chacun des membres effectifs. Les membres effectifs et les membres suppléants sont nommés par [2 le ministre qui a les Voies hydrauliques dans ses attributions]2 pour une durée de trois ans. Leur mandat est renouvelable.

Modifications

[1] <AGF 2015-07-10/11, art. 146, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[2] <ARW 2022-08-25/05, art. 50, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art.3. [1 § 1. De leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn, hebben per vergadering, met een minimum duur van drie uur, recht op een presentiegeld van 60 euro. Voor vergaderingen van minder dan drie uur wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. Het presentiegeld vergoedt het werk dat bij het examen behoort.
   Het bedrag van het presentiegeld wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : 120,89 (index van mei 2012 basis 2004 = 100).
   Vanaf 1 januari 2014, wordt het automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand mei van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1
  [1 § 2.]1 Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de federale overheidsdiensten. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden die geen ambtenaren zijn, gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

Art.3. [1 § 1er. Les membres de la Commission qui ne sont pas fonctionnaires ont droit à un jeton de présence de 60 euros par journée de réunion d'une durée minimale de trois heures. Pour les réunions de moins de trois heures, le montant du jeton de présence est réduit de moitié. Les jetons de présence couvrent les travaux ayant trait à l'examen.
   Le montant du jeton de présence est rattaché à l'indice des prix à la consommation : 120,89 (indice de mai 2012 base 2004 = 100).
   A partir du 1er janvier 2014, il est adapté automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1
  [1 § 2.]1 Ils ont également droit au remboursement de leurs frais de parcours et de séjour conformément aux dispositions applicables au personnel des services publics fédéraux. Pour l'application de ces dispositions, les membres qui ne sont pas fonctionnaires sont assimilés à des fonctionnaires de la classe A3.

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 2, 002; En vigueur : 01-03-2013>

Art. 3_WAALS_GEWEST. [1 § 1. De leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn, hebben per vergadering, met een minimum duur van drie uur, recht op een presentiegeld van 60 euro. Voor vergaderingen van minder dan drie uur wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. Het presentiegeld vergoedt het werk dat bij het examen behoort. Het bedrag van het presentiegeld wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : 120,89 (index van mei 2012 basis 2004 = 100). Vanaf 1 januari 2014, wordt het automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand mei van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1 [1 § 2.]1 Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel [3 van de Waalse Overheidsdienst]3. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden die geen ambtenaren zijn, gelijkgesteld met ambtenaren [3 van de Waalse Overheidsdienst]3.

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

[2] <BVR 2015-07-10/11, art. 147, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[3] <BWG 2022-08-25/05, art. 51, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 3 _REGION_WALLONNE. [1 § 1er. Les membres de la Commission qui ne sont pas fonctionnaires ont droit à un jeton de présence de 60 euros par journée de réunion d'une durée minimale de trois heures. Pour les réunions de moins de trois heures, le montant du jeton de présence est réduit de moitié. Les jetons de présence couvrent les travaux ayant trait à l'examen. Le montant du jeton de présence est rattaché à l'indice des prix à la consommation : 120,89 (indice de mai 2012 base 2004 = 100). A partir du 1er janvier 2014, il est adapté automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1 [1 § 2.]1 Ils ont également droit au remboursement de leurs frais de parcours et de séjour conformément aux dispositions applicables au personnel [3 du Service public de Wallonie]3. Pour l'application de ces dispositions, les membres qui ne sont pas fonctionnaires sont assimilés à des fonctionnaires [3 du Service public de Wallonie]3.

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 2, 002; En vigueur : 01-03-2013>

[2] <AGF 2015-07-10/11, art. 147, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[3] <ARW 2022-08-25/05, art. 51, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art. 3_VLAAMS_GEWEST.    [1 § 1. De leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn, hebben per vergadering, met een minimum duur van drie uur, recht op een presentiegeld van [3 250 euro]3. Voor vergaderingen van minder dan drie uur wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. Het presentiegeld vergoedt het werk dat bij het examen behoort.
   Het bedrag van het presentiegeld wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : [3 103,26 (index van de maand augustus 2016; basis 2013 = 100)]3.
   Vanaf [3 1 januari 2017]3, wordt het automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand [3 juli]3 van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1
  [1 § 2.]1 Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de federale overheidsdiensten. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden die geen ambtenaren zijn, gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.

Art. 3 _REGION_FLAMANDE.
   [1 § 1er. Les membres de la Commission qui ne sont pas fonctionnaires ont droit à un jeton de présence de [3 250 euros]3 par journée de réunion d'une durée minimale de trois heures. Pour les réunions de moins de trois heures, le montant du jeton de présence est réduit de moitié. Les jetons de présence couvrent les travaux ayant trait à l'examen.
   Le montant du jeton de présence est rattaché à l'indice des prix à la consommation : [3 103,26 (indice du mois d'août 2016 ; base 2013 = 100)]3.
   A partir du [3 1er janvier 2017]3, il est adapté automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de [3 juillet]3 de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1
  [1 § 2.]1 Ils ont également droit au remboursement de leurs frais de parcours et de séjour conformément aux dispositions applicables au personnel des services publics fédéraux. Pour l'application de ces dispositions, les membres qui ne sont pas fonctionnaires sont assimilés à des fonctionnaires de la classe A3.

VLAAMS GEWEST

REGION FLAMANDE

Art. 3. [1 § 1. De leden van de Commissie die geen [2 personeelsleden]2 zijn, hebben per vergadering, met een minimum duur van drie uur, recht op een presentiegeld van 60 euro. Voor vergaderingen van minder dan drie uur wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. Het presentiegeld vergoedt het werk dat bij het examen behoort.
   Het bedrag van het presentiegeld wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : 120,89 (index van mei 2012 basis 2004 = 100).
   Vanaf 1 januari 2014, wordt het automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand mei van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1
  [1 § 2.]1 Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van [2 de Vlaamse overheidsdiensten]2. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden die geen [2 personeelsleden]2 zijn, gelijkgesteld met [2 personeelsleden]2 [2 van de Vlaamse overheid]2.

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

[2] <BVR 2015-07-10/11, art. 147, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[3] <BVR 2016-12-23/55, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 13-02-2017>

Art. 3. [1 § 1er. Les membres de la Commission qui ne sont pas fonctionnaires ont droit à un jeton de présence de 60 euros par journée de réunion d'une durée minimale de trois heures. Pour les réunions de moins de trois heures, le montant du jeton de présence est réduit de moitié. Les jetons de présence couvrent les travaux ayant trait à l'examen.
   Le montant du jeton de présence est rattaché à l'indice des prix à la consommation : 120,89 (indice de mai 2012 base 2004 = 100).
   A partir du 1er janvier 2014, il est adapté automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1
  [1 § 2.]1 Ils ont également droit au remboursement de leurs frais de parcours et de séjour conformément aux dispositions applicables au personnel [2 des services publics flamands]2. Pour l'application de ces dispositions, les membres qui ne sont pas fonctionnaires sont assimilés à des fonctionnaires [2 de l'Autorité flamande]2.

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 2, 002; En vigueur : 01-03-2013>

[2] <AGF 2015-07-10/11, art. 147, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[3] <AGF 2016-12-23/55, art. 1, 004; En vigueur : 13-02-2017>

Art.4. Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door het Directoraat-generaal Vervoer te Land.

Art.4. Le secrétariat de la Commission est assuré par la Direction générale Transport terrestre.

Art. 4_WAALS_GEWEST. Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door [2 de directie van de Waalse Overheidsdienst belast met de beroepskwalificaties in de binnenvaart]2.

Modifications

[1] <BVR 2015-07-10/11, art. 148, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[2] <BWG 2022-08-25/05, art. 52, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 4 _REGION_WALLONNE. Le secrétariat de la Commission est assuré par [2 la direction du Service public de Wallonie compétente pour les qualifications professionnelles en navigation intérieure]2.

Modifications

[1] <AGF 2015-07-10/11, art. 148, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[2] <ARW 2022-08-25/05, art. 52, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art.5. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en bepaalt haar werkwijze.
Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister bevoegd voor het vervoer.Art. 5_WAALS_GEWEST. [1 De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast bij meerderheid van stemmen van de gewone leden of hun plaatsvervangers.]1

Modifications

[1] <BWG 2022-08-25/05, art. 53, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art.5. La Commission arrête son règlement d'ordre intérieur et fixe les modalités de son fonctionnement.
Le règlement d'ordre intérieur est soumis à l'approbation du Ministre qui a le transport dans ses attributions.Art. 5_REGION_WALLONNE. [1 La Commission arrête son règlement d'ordre intérieur à la majorité des voix des membres effectifs ou de leurs suppléants.]1

Modifications

[1] <ARW 2022-08-25/05, art. 53, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art. 5_WAALS_GEWEST. [1 De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast bij meerderheid van stemmen van de gewone leden of hun plaatsvervangers.]1

Modifications

[1] <BWG 2022-08-25/05, art. 53, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 5 _REGION_WALLONNE. [1 La Commission arrête son règlement d'ordre intérieur à la majorité des voix des membres effectifs ou de leurs suppléants.]1

Modifications

[1] <ARW 2022-08-25/05, art. 53, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art.7. De beslissingen van de Commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
De beslissingen worden in een proces-verbaal opgenomen.
Na sluiting van het proces-verbaal wordt elke kandidaat ervan in kennis gesteld of hij voor het examen geslaagd of mislukt is.

Art.7. Les décisions de la Commission sont prises à la majorité des voix. En cas de parité, la voix du président est prépondérante.
Les décisions sont consignées dans un procès-verbal.
Après clôture du procès-verbal, chaque candidat est informé de sa réussite ou de son échec à l'examen.

Art.8. De examens georganiseerd met het oog op het behalen van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen hebben plaats volgens de noodwendigheden en ten minste drie maal per jaar.
De examens worden bekendgemaakt met alle middelen die de Commissie gepast acht en bij wijze van bericht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Art. 7. Les décisions de la Commission sont prises à la majorité des voix. En cas de parité, la voix du président est prépondérante.
Les décisions sont consignées dans un procès-verbal.
Après clôture du procès-verbal, chaque candidat est informé de sa réussite ou de son échec à l'examen.

Art. 8. De examens georganiseerd met het oog op het behalen van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen hebben plaats volgens de noodwendigheden en ten minste drie maal per jaar.
De examens worden bekendgemaakt met alle middelen die de Commissie gepast acht en bij wijze van bericht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Art. 8. Les examens en vue de l'obtention des attestations de qualification visées à l'article 1er ont lieu en fonction des besoins et au moins trois fois par an.
Les examens sont annoncés par tous les moyens jugés convenables par la Commission et par avis publié au Moniteur belge.

Art.9. Een afgevaardigde van iedere werknemersorganisatie die in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vertegenwoordigd is mag de examens bijwonen.

Art.9. Un délégué de chacune des organisations de travailleurs représentées au sein de la Commission paritaire de la batellerie est autorisé à assister aux examens.

Art. 9. Een afgevaardigde van iedere werknemersorganisatie die in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vertegenwoordigd is mag de examens bijwonen.

Art. 9. Un délégué de chacune des organisations de travailleurs représentées au sein de la Commission paritaire de la batellerie est autorisé à assister aux examens.

Art.10. De deelname aan een examen is afhankelijk van het indienen van een aanvraag voor het bekomen van één van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen en van het betalen van de retributie overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
De aanvragen worden ingediend bij het Directoraat-generaal Vervoer te Land door middel van het formulier waarvan het model door de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde wordt bepaald.Art. 10_WAALS_GEWEST. De deelname aan een examen is afhankelijk van het indienen van een aanvraag voor het bekomen van één van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen en van het betalen van de retributie overeenkomstig de bepalingen van artikel 12. [2 De aanvragen worden elektronisch bij de administratie ingediend volgens de procedure die op de website van de Waalse Overheidsdienst wordt beschreven.]2

Modifications

[1] <BVR 2015-07-10/11, art. 150, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[2] <BWG 2022-08-25/05, art. 56, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art.10. La participation à un examen est subordonnée à l'introduction d'une demande d'obtention d'une des attestations de qualification visées à l'article 1er et au paiement de la rétribution due conformément aux dispositions de l'article 12.
Les demandes sont introduites auprès de la Direction générale Transport terrestre au moyen du formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre qui a le transport dans ses attributions ou son délégué.Art. 10_REGION_WALLONNE. La participation à un examen est subordonnée à l'introduction d'une demande d'obtention d'une des attestations de qualification visées à l'article 1er et au paiement de la rétribution due conformément aux dispositions de l'article 12. [2 Les demandes sont introduites auprès de l'administration par voie électronique selon la procédure décrite sur le site internet du Service public de Wallonie.]2

Modifications

[1] <AGF 2015-07-10/11, art. 150, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[2] <ARW 2022-08-25/05, art. 1, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art. 10. De deelname aan een examen is afhankelijk van het indienen van een aanvraag voor het bekomen van één van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen en van het betalen van de retributie overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
De aanvragen worden ingediend bij het Directoraat-generaal Vervoer te Land door middel van het formulier waarvan het model door de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde wordt bepaald.

Art. 10. La participation à un examen est subordonnée à l'introduction d'une demande d'obtention d'une des attestations de qualification visées à l'article 1er et au paiement de la rétribution due conformément aux dispositions de l'article 12.
Les demandes sont introduites auprès de la Direction générale Transport terrestre au moyen du formulaire dont le modèle est fixé par le Ministre qui a le transport dans ses attributions ou son délégué.

Art. 10_WAALS_GEWEST. De deelname aan een examen is afhankelijk van het indienen van een aanvraag voor het bekomen van één van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen en van het betalen van de retributie overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
[2 De aanvragen worden elektronisch bij de administratie ingediend volgens de procedure die op de website van de Waalse Overheidsdienst wordt beschreven.]2

Modifications

[1] <BVR 2015-07-10/11, art. 150, 003; Inwerkingtreding : 04-09-2015>

[2] <BWG 2022-08-25/05, art. 56, 006; Inwerkingtreding : 17-01-2022>

Art. 10 _REGION_WALLONNE.
La participation à un examen est subordonnée à l'introduction d'une demande d'obtention d'une des attestations de qualification visées à l'article 1er et au paiement de la rétribution due conformément aux dispositions de l'article 12.
[2 Les demandes sont introduites auprès de l'administration par voie électronique selon la procédure décrite sur le site internet du Service public de Wallonie.]2

Modifications

[1] <AGF 2015-07-10/11, art. 150, 003; En vigueur : 04-09-2015>

[2] <ARW 2022-08-25/05, art. 1, 006; En vigueur : 17-01-2022>

Art.12. [1 § 1. Voor de hierna omschreven verrichtingen dient de ernaast vermelde retributie te worden betaald :
   1° aanvraag Rijnpatent : 125 euro
   2° aanvraag vaarbewijs A of B : 125 euro
   3° aanvraag ADN-attest basis, chemie of gas : 125 euro
   4° aanvraag radarpatent : 125 euro
   5° aanvraag bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen : 75 euro
   6° aanvraag bewijs van riviergedeelten van de Rijn : 75 euro
   7° aanvraag uitbreiding Rijnpatent : 75 euro
   8° aanvraag verklaring deskundige voor de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   9° aanvraag verklaring eerste hulpverlener in de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   10° aanvraag verklaring persluchtmaskerdragers in de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   11° aanvraag van een bijkomende aantekening op het Rijnpatent of het vaarbewijs : 20 euro
   12° aanvraag van verlenging van verklaringen bedoeld van 1° tot 3° en van 8° tot 10° : 20 euro
   13° aanvraag van een duplicaat van verklaringen bedoeld van 1° tot 6° en van 8° tot 10° : 20 euro
   14° afleveren van een dienstboekje : 12 euro
   15° afstempeling ter controle van de dienstboekjes : 12 euro
   16° afleveren van een vaartijdenboek en van de verklaring die deze afgifte bevestigt : 8 euro
   § 2. De bedragen van de in § 1 vermelde retributies worden gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : 120,89 (index van mei 2012 basis 2004 = 100).
   Vanaf 1 januari 2014 worden ze automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand mei van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

Art.12. [1 § 1er. Les opérations décrites ci-après donnent lieu au paiement des rétributions prévues en regard de chacune d'entre elles :
   1° demande de la patente du Rhin : 125 euros
   2° demande du certificat de conduite A ou B : 125 euros
   3° demande d'une attestation ADN base, chimie ou gaz : 125 euros
   4° demande de la patente radar : 125 euros
   5° demande de l'attestation complémentaire obligatoire pour la conduite d'un bateau de navigation intérieure destiné au transport de plus de douze personnes : 75 euros
   6° demande d'une attestation de connaissance de secteurs du Rhin : 75 euros
   7° demande d'une extension de la patente du Rhin : 75 euros
   8° demande de l'attestation d'expert en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   9° demande de l'attestation de secouriste en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   10° demande de l'attestation de porteur d'appareil respiratoire en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   11° demande d'une mention sur la patente du Rhin ou le certificat de conduite : 20 euros
   12° demande de prolongation des attestations visées sous 1° à 3° et sous 8° à 10° : 20 euros
   13° demande de duplicata des attestations visées sous 1° à 6° et sous 8° à 10° : 20 euros
   14° délivrance d'un livret de service : 12 euros
   15° apposition des visas de contrôle sur les livrets de service : 12 euros
   16° délivrance d'un livre de bord et de l'attestation certifiant cette délivrance : 8 euros
   § 2. Les montants des rétributions visées au § 1er sont rattachés à l'indice des prix à la consommation : 120,89 (indice de mai 2012 base 2004 = 100).
   A partir du 1er janvier 2014, ils sont adaptés automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 3, 002; En vigueur : 01-03-2013>

HOOFDSTUK III. - Opheffings- wijzigings- en slotbepalingen.

CHAPITRE III. - Dispositions abrogatoires modificatives et finales.

Art. 12. [1 § 1. Voor de hierna omschreven verrichtingen dient de ernaast vermelde retributie te worden betaald :
   1° aanvraag Rijnpatent : 125 euro
   2° aanvraag vaarbewijs A of B : 125 euro
   3° aanvraag ADN-attest basis, chemie of gas : 125 euro
   4° aanvraag radarpatent : 125 euro
   5° aanvraag bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen : 75 euro
   6° aanvraag bewijs van riviergedeelten van de Rijn : 75 euro
   7° aanvraag uitbreiding Rijnpatent : 75 euro
   8° aanvraag verklaring deskundige voor de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   9° aanvraag verklaring eerste hulpverlener in de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   10° aanvraag verklaring persluchtmaskerdragers in de passagiersvaart op de Rijn : 20 euro
   11° aanvraag van een bijkomende aantekening op het Rijnpatent of het vaarbewijs : 20 euro
   12° aanvraag van verlenging van verklaringen bedoeld van 1° tot 3° en van 8° tot 10° : 20 euro
   13° aanvraag van een duplicaat van verklaringen bedoeld van 1° tot 6° en van 8° tot 10° : 20 euro
   14° afleveren van een dienstboekje : 12 euro
   15° afstempeling ter controle van de dienstboekjes : 12 euro
   16° afleveren van een vaartijdenboek en van de verklaring die deze afgifte bevestigt : 8 euro
   § 2. De bedragen van de in § 1 vermelde retributies worden gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen : 120,89 (index van mei 2012 basis 2004 = 100).
   Vanaf 1 januari 2014 worden ze automatisch ieder jaar aangepast in functie van het indexcijfer van de maand mei van het voorafgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.]1

Modifications

[1] <KB 2012-12-21/62, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2013>

Art. 12. [1 § 1er. Les opérations décrites ci-après donnent lieu au paiement des rétributions prévues en regard de chacune d'entre elles :
   1° demande de la patente du Rhin : 125 euros
   2° demande du certificat de conduite A ou B : 125 euros
   3° demande d'une attestation ADN base, chimie ou gaz : 125 euros
   4° demande de la patente radar : 125 euros
   5° demande de l'attestation complémentaire obligatoire pour la conduite d'un bateau de navigation intérieure destiné au transport de plus de douze personnes : 75 euros
   6° demande d'une attestation de connaissance de secteurs du Rhin : 75 euros
   7° demande d'une extension de la patente du Rhin : 75 euros
   8° demande de l'attestation d'expert en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   9° demande de l'attestation de secouriste en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   10° demande de l'attestation de porteur d'appareil respiratoire en navigation à passagers pour le Rhin : 20 euros
   11° demande d'une mention sur la patente du Rhin ou le certificat de conduite : 20 euros
   12° demande de prolongation des attestations visées sous 1° à 3° et sous 8° à 10° : 20 euros
   13° demande de duplicata des attestations visées sous 1° à 6° et sous 8° à 10° : 20 euros
   14° délivrance d'un livret de service : 12 euros
   15° apposition des visas de contrôle sur les livrets de service : 12 euros
   16° délivrance d'un livre de bord et de l'attestation certifiant cette délivrance : 8 euros
   § 2. Les montants des rétributions visées au § 1er sont rattachés à l'indice des prix à la consommation : 120,89 (indice de mai 2012 base 2004 = 100).
   A partir du 1er janvier 2014, ils sont adaptés automatiquement chaque année en fonction de l'indice du mois de mai de l'année précédente. Le résultat obtenu est arrondi à l'euro supérieur.]1

Modifications

[1] <AR 2012-12-21/62, art. 3, 002; En vigueur : 01-03-2013>

Art.14. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 januari 1987 houdende goedkeuring van de resolutie nr. 28 van 28 november 1985 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, tot wijziging van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 december 1971 en waarbij de toepassingsmodaliteiten van voornoemde resolutie nr. 28 van 28 november 1985 worden bepaald, wordt vervangen als volgt :

Art.14. L'article 3 de l'arrêté royal du 20 janvier 1987 approuvant la résolution n° 28 du 28 novembre 1985 de la Commission centrale pour la Navigation du Rhin, modifiant le Règlement pour le transport de matières dangereuses sur le Rhin (ADNR), annexé à l'arrêté royal du 2 décembre 1971 et fixant les modalités d'application de la résolution n° 28 précitée du 28 novembre 1985 est remplacé par la disposition suivante :

Art. 13. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 juni 1965 houdende goedkeuring van het reglement betreffende het verlenen van radardiploma's voor de Rijn wordt vervangen als volgt :
  " Art. 2. De bevoegde autoriteit bedoeld bij artikel 2, lid 2 van het in bijlage overgenomen reglement is de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde.
  De Centrale Examencommissie opgericht bij het koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart is belast met het houden van het examen van de gegadigden voor het radardiploma voor de Rijn. "
  Artikel 3 en 4 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 13. L'article 2 de l'arrêté royal du 4 juin 1965 approuvant le règlement relatif à la délivrance des diplômes de conducteur au radar pour le Rhin est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 2. L'autorité compétente visée à l'article 2, alinéa 2 du règlement figurant en annexe est le Ministre qui a le transport dans ses attributions ou son délégué.
  La Commission centrale d'examen, instituée par l'arrêté royal du 27 mars 2007 portant organisation des examens et fixation des rétributions pour les attestations de qualification en navigation rhénane et intérieure, est chargée de l'organisation de l'examen des candidats au diplôme de conducteur au radar pour le Rhin. "
  Les articles 3 et 4 du même arrêté sont abrogés.

Art. 14. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 januari 1987 houdende goedkeuring van de resolutie nr. 28 van 28 november 1985 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, tot wijziging van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 december 1971 en waarbij de toepassingsmodaliteiten van voornoemde resolutie nr. 28 van 28 november 1985 worden bepaald, wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. Voor de toepassing van het randnummer 10170 (2) wordt het bewijs van de kennis gegeven door een attest afgeleverd door de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde, na examen georganiseerd door de Centrale Examencommissie opgericht bij het koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart "
In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden " Bestuur van Zeewezen en Binnenvaart " vervangen door de woorden " Directoraat-generaal Vervoer te Land ".

Art. 14. L'article 3 de l'arrêté royal du 20 janvier 1987 approuvant la résolution n° 28 du 28 novembre 1985 de la Commission centrale pour la Navigation du Rhin, modifiant le Règlement pour le transport de matières dangereuses sur le Rhin (ADNR), annexé à l'arrêté royal du 2 décembre 1971 et fixant les modalités d'application de la résolution n° 28 précitée du 28 novembre 1985 est remplacé par la disposition suivante :
" Art. 3. Pour l'application du marginal 10170 (2) la preuve de la connaissance est fournie par une attestation délivrée par le Ministre qui a le transport dans ses attributions ou son délégué, après examen organisé par la Commission centrale examen instituée par l'arrêté royal du 27 mars 2007 portant organisation des examens et fixation des rétributions pour les attestations de qualification en navigation rhénane et intérieure. "
Dans l'article 4 du même arrêté, les mots " Administration de la Marine et de la Navigation intérieure " sont remplacés par les mots " Direction générale Transport terrestre ".

Art. 15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 maart 2007.

Art. 15. Le présent arrêté produit ses effets le 15 mars 2007.

Art. 16. Onze Minister bevoegd voor het Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 16. Notre Ministre qui a le Transport dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.

Comparaison NL / FR

Nederlands (NL)

Français (FR)

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications

Modifications