1° Reglement Scheepvaartpersoneel : het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 november 2011.;
2° binnenvaartcertificaat :
a) het communautair certificaat afgegeven overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 maart 2009 betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of
b) het communautair certificaat afgegeven overeenkomstig Richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen of
c) het certificaat van onderzoek afgegeven overeenkomstig het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;
3° Commissie voor Onderzoek : de Commissie voor Onderzoek bedoeld in artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2009 betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen;
4° bemanningslid : eenieder die zich als schipper, stuurman, machinist, volmatroos, matroos-motordrijver, matroos, lichtmatroos of deksman aan boord van een schip bevindt;
5° scheepvaartwegen van het Koninkrijk : de binnenwateren die in België zijn gelegen, de Belgische zeewateren inbegrepen, met uitzondering van de territoriale zee;
6° vaartuig : een schip of een drijvend werktuig;
7° schip : een binnenschip of een zeeschip;
8° binnenschip : een schip dat uitsluitend of overwegend bestemd is voor de vaart op de binnenwateren;
9° zeeschip : een schip dat is toegelaten voor de zee- of kustvaart en overwegend daartoe is bestemd;
10° motorschip : een schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen en gebouwd om door middel van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen zelfstandig te varen;
11° havensleepboot : een schip voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen dat voor het slepen, het duwen of het assisteren van zeeschepen is gebouwd of uitgerust;
12° sleepboot : een schip dat speciaal is gebouwd om te slepen;
13° duwboot : een schip dat is gebouwd om te duwen en niet is bestemd voor zelfstandig vervoer van goederen;
14° duwbak : een schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen, gebouwd of geschikt gemaakt om te worden geduwd en dat niet is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen, ofwel wel is voorzien van eigen mechanische voortstuwings-middelen, doch die slechts voor verplaatsing van het schip over kleine afstanden geschikt zijn, wanneer het geen deel uitmaakt van een duwstel;
15° hecht samenstel : een duwstel of een gekoppeld samenstel;
16° duwstel : een hecht samenstel van vaartuigen, waarvan er ten minste één is geplaatst vóór het vaartuig met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide vaartuigen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel en die worden aangeduid als "duwboot" of "duwboten". Hieronder wordt ook verstaan een duwstel dat is samengesteld uit een duwend en een geduwd vaartuig waarvan de koppelingen een beheerst knikken mogelijk maken;
17° gekoppeld samenstel : een samenstel van langszijde van elkaar vastgemaakte vaartuigen, waarvan er geen is geplaatst vóór het vaartuig met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel;
18° bunkerschip : een schip dat bij andere schepen langsgaat in havens of gedurende de vaart, met als doel deze schepen te bevoorraden;
19° bilgeboot : een schip dat bij andere schepen langsgaat in havens of gedurende de vaart, met als doel scheepsbedrijfsafval van deze schepen in te nemen;
20° passagiersschip : een schip voor dagtochten of een hotelschip dat is gebouwd en ingericht voor het vervoer van meer dan 12 passagiers;
21° schip voor dagtochten : een passagiersschip waarop zich geen hutten bevinden voor overnachting van passagiers;
22° hotelschip : een passagiersschip waarop zich hutten bevinden voor overnachting van passagiers;
23° stadsrondvaartboot : een schip voor dagtochten
a) waarvan de vertreklocatie gelegen is in een stadskern en op binnenwateren van zone 4 bedoeld in bijlage I van het koninklijk besluit van 19 maart 2009 betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen waar gewoonlijk geen schepen voor het vervoer van goederen aanwezig zijn en
b) wiens vaargebied gelegen is binnen een straal van maximaal 3 km van de vertreklocatie en alleen binnenwateren van zone 4 bedoeld in bijlage I van het koninklijk besluit van 19 maart 2009 betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen omvat waar gewoonlijk geen schepen voor het vervoer van goederen aanwezig zijn en
c) met een ononderbroken maximale vaartijd van 2 uur per rondvaart;
24° vaartijd : de tijd als bemanningslid aan boord van een schip dat een reis maakt;
25° lengte (L) : de grootste lengte van de scheepsromp in meter, het roer en de boegspriet niet inbegrepen;
26° breedte : de grootste breedte van de scheepsromp in meter, gemeten op de buitenkant van de huidbeplating (schoepraderen, schuurlijsten en dergelijke niet inbegrepen);
27° Bestuur : de diensten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, bevoegd voor de binnenvaart;
28° Minister : de Minister die de binnenvaart binnen zijn bevoegdheid heeft.]1