Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 DECEMBER 2006. - Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale" (Initiatieven tot ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel), afgekort : "I.D.E.S.S. " (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-01-2007 en tekstbijwerking tot 23-10-2023)
Titre
14 DECEMBRE 2006. - Décret relatif à l'agrément et au subventionnement des "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale", en abrégé : "I.D.E.S.S.". (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 05-01-2007 et mise à jour au 23-10-2023)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (35)
Texte (35)
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en doel.
CHAPITRE Ier. - Définitions et objet.
Artikel 1. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :
  1° "Initiative de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale (I.D.E.S.S.)" : één van de volgende instellingen :
  a. een vereniging zonder winstoogmerk;
  b. [3 een coöperatieve vennootschap die is erkend als sociale onderneming overeenkomstig artikel 8:5, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;]3;
  c. een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
  d. een vereniging bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, die buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen;
  2° "buurtdiensten met een maatschappelijk doel" : de diensten die op het grondgebied van het Waalse Gewest door een "I.D.E.S.S." worden ontwikkeld om in te spelen op erkende of opkomende behoeften van particulieren of collectiviteiten, waaraan niet wordt tegemoetgekomen via de markt, de overheid of de gesubsidieerde instellingen en met de bedoeling werkgelegenheid te creëren en de sociale cohesie te versterken;
  [2 2°bis. De subsidie: de compensatie met het oog op de uitoefening van de dienst van algemeen economisch belang;]2
  [2 2°ter. de DAEB: de dienst van algemeen economisch belang bedoeld in de artikelen 14 en 106, § 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, afgekort "V.W.E.U." alsook in Protocol nr. 26 gebonden aan het V.W.E.U.;]2
  [2 2°quater. het Besluit: het Besluit 2012/21/EU betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, publicatieblad van 11.1.2012, L.7/3;]2
  3° "werknemer" : persoon die :
  a. de dag vóór zijn indienstneming bij "I.D.E.S.S." voldoet aan de voorwaarden die vastliggen in de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m., van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  b. of in dienst genomen is krachtens artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  c. of in dienst genomen is krachtens artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  4° "begunstigde" : natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in artikel 17, § 2, van de wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen die een beroep doet op een "I.D.E.S.S." om in aanmerking te komen voor één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel, rekening houdend met de omvang van zijn inkomsten;
  5° "hoofdzetel van de activiteiten" : plaats waar voortdurend menselijke hulpkrachten aangesteld zijn en waar buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkeld worden;
  6° "FOREm" : Dienst ingesteld bij het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);
  7° [1 "Commissie" : de advies- en erkenningscommissie van de sociale economiebedrijven bedoeld in artikel 6 van het decreet van 20 november 2008 betreffende de sociale economie;]1
  De Regering kan de definities uit het eerste lid, 2° tot 4°, enkel aanpassen op grond van eventuele wijzigingen aangebracht in :
  1° de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;
  2° de regelgeving betreffende de herinschakeling in de sociale inschakelingseconomie (SINA) van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, genomen krachtens artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  3° de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
  4° de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  5° de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en, voor het Waalse Gewest, het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;
  6° het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB. 92);
  7° de bepalingen van de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging wat betreft de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming;
  8° de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  9° de wetgeving en de regelgeving aangenomen op initiatief van de leden van de Regering voor wat betreft :
  a. de ondergeschikte besturen zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, hierna "de wet" genoemd;
  b. de sociale economie of het werkgelegenheidsbeleid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet;
  c. de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
  de begunstigden bedoeld in het eerste lid, 4°, worden nader bepaald door de Regering, rekening houdend met de bepalingen opgenomen in het tweede lid, 3° tot 9°.
  
Article 1. Au sens du présent décret, on entend par :
  1° "Initiative de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale (I.D.E.S.S.)" : un des organismes suivants :
  a. une association sans but lucratif;
  b. [3 une société coopérative agréée comme entreprise sociale conformément à l'article 8:5, § 1er, du Code des sociétés et des associations]3;
  c. un centre public d'action sociale;
  d. une association visée à l'article 118 de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'action sociale qui développent des services de proximité à finalité sociale;
  2° "services de proximité à finalité sociale" : les services développés sur le territoire de la Région wallonne par une I.D.E.S.S., en vue de répondre à des besoins avérés ou émergents exprimés par des particuliers ou des collectivités, qui ne sont pas rencontrés par le marché ou les pouvoirs publics ou organismes subventionnés, dans le but de créer des emplois et de renforcer la cohésion sociale;
  [2 2°bis. La subvention : la compensation en vue d'exercer le S.I.E.G.;]2
  [2 2°ter. le S.I.E.G. : le service d'intérêt économique général tel que visé aux articles 14 et 106, § 2, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, en abrégé : " T.F.U.E. " ainsi que dans le Protocole n° 26 attaché au T.F.U.E.;]2
  [2 2°quater. La Décision : la Décision 2012/21/UE de la Commission du 20 décembre 2011 relative à l'application de l'article 106, § 2, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides d'Etat sous la forme de compensations de service public octroyées à certaines entreprises chargées de la gestion des services d'intérêt économique général, J.O.U.E. du 11.1.2012, L 7/3;]2
  3° "travailleur" : la personne qui :
  a. soit, la veille du jour de son engagement dans l'I.D.E.S.S., répond aux conditions fixées par la réglementation relative à la réinsertion de chômeurs très difficiles à placer dans l'économie sociale d'insertion (SINE) prise en vertu de l'article 7, § 1er, alinéa 3, m., de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale;
  b. soit est engagée en vertu de l'article 60, § 7, de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'action sociale;
  c. soit est engagée en vertu de l'article 61 de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'action sociale;
  4° "bénéficiaire" : la personne physique ou la personne morale visée à l'article 17, § 2, de la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations en tenant compte de l'importance de leurs revenus qui fait appel à une I.D.E.S.S. en vue de bénéficier d'un ou de plusieurs types de services de proximité à finalité sociale;
  5° "siège principal d'activités" : le lieu disposant de moyens humains affectés en permanence et où sont développés des services de proximité à finalité sociale;
  6° "le FOREm" : l'Office institué par le décret du 6 mai 1999 relatif à l'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi;
  7° [1 "Commission" : la Commission consultative et d'agrément des entreprises d'économie sociale visée à l'article 6 du décret du 20 novembre 2008 relatif à l'économie sociale;]1
  Le Gouvernement peut adapter les définitions visées à l'alinéa 1er, 2° à 4°, uniquement en fonction d'éventuelles modifications apportées :
  1° à la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d'emplois de proximité et à ses arrêtés d'exécution;
  2° à la réglementation relative à la réinsertion de chômeurs très difficiles à placer dans l'économie sociale d'insertion (SINE) prise en vertu de l'article 7, § 1er, alinéa 3, m., de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale;
  3° à la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale;
  4° à la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge de secours accordés par les centres publics d'aide sociale;
  5° à la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation et, pour la Région wallonne, au décret du 7 juillet 1994 concernant l'agrément des institutions pratiquant la médiation de dettes et à ses arrêtés d'exécution;
  6° au Code des impôts sur les revenus (C.I.R. 92);
  7° aux dispositions de la loi du 5 juin 2002 relative au maximum à facturer dans l'assurance soins de santé en ce qu'elles concernent les bénéficiaires de l'intervention majorée;
  8° à la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale;
  9° à la législation et à la réglementation adoptées à l'initiative des membres du Gouvernement en ce qui concerne :
  a. les pouvoirs subordonnés tels que visés à l'article 6, § 1er, VIII, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, ci-après dénommée "la loi";
  b. l'économie sociale ou la politique de l'emploi telle que visée à l'article 6, § 1er, IX, de la loi;
  c. l'aide aux personnes telle que visée à l'article 3, 7°, du décret II du 22 juillet 1993 attribuant l'exercice de certaines compétences de la Communauté française à la Région wallonne et à la Commission communautaire française.
  Le Gouvernement précise les bénéficiaires visés à l'alinéa 1er, 4°, en tenant compte des dispositions visées à l'alinéa 2, 3° à 9°.
  
Art.2. De Regering kan, onder de voorwaarden van dit decreet, [1 teneinde te kunnen genieten van de in hoofdstuk III beoogde subsidies]1 een "I.D.E.S.S." erkennen dat één of meer buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelt in de volgende activiteitsdomeinen :
  1° kleine onderhoudswerken, herstellingen en wooninrichting;
  2° de aanleg en het onderhoud van groene ruimtes;
  3° het sociaal vervoer;
  4° het sociaal waslokaal;
  5° de sociale winkels;
  6° de schoonmaak van lokalen van de rechtspersonen bedoeld in artikel 17, § 2, van bovengenoemde wet van 27 juni 1921.
  De Regering bepaalt welke diensten erkend kunnen worden [2 teneinde te kunnen genieten van de in hoofdstuk III beoogde subsidies]2 met inachtneming van de bepalingen opgenomen in artikel 1, eerste lid, 1° en 2°.
  [4 [5 Voor de organisatie van de buurtdiensten met een maatschappelijk doel bedoeld in het eerste lid, verleent de Regering een mandaat in het kader van een dienst van algemeen economisch belang, zoals bedoeld in de artikelen 14 en 106, § 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in het desbetreffende Protocol nr. 26.]5]4
  [3 Om te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat niet over een [6 ...]6 zetel beschikt in het Waalse Gewest volgens de door de Regering vastgestelde procedure wanneer het zijn sociale zetel of inschrijvingsnummer heeft bij de Kruispuntbank van Ondernemingen als fysieke persoon of als rechtspersoon, hetzij in de Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, hetzij in het Vlaamse Gewest, hetzij in de Duitse Gemeenschap, aantonen dat het in zijn Gewest of Gemeenschap beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden die overeenkomen met deze bepaald in dit decreet.
   Om te voldoen aan de voorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat zijn [6 ...]6 zetel in het buitenland, maar binnen de Europese Economische Ruimte heeft, volgens de door de Regering vastgestelde procedure aantonen dat het in zijn land beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden die overeenkomen met deze bepaald in dit decreet en dit zonder directe of indirecte discriminatie op basis van de staat waaruit het I.D.E.S.S. dat de erkenning aanvraagt afkomstig is.
   Om te voldoen aan de voorwaarden beoogd in de eerste alinea, moet het I.D.E.S.S. dat zijn [6 ...]6 zetel in het buitenland en buiten de Europese Economische Ruimte heeft, volgens de door de Regering vastgestelde procedure voldoen aan de erkenningsvoorwaarden bepaald in dit decreet en bewijs leveren dat het hetzelfde type diensten presteert in zijn land van herkomst en dit zonder directe of indirecte discriminatie op basis van de staat waaruit het I.D.E.S.S. dat de erkenning aanvraagt afkomstig is.]3

  
Art.2. Le Gouvernement peut, aux conditions du présent décret [1 et aux fins de bénéficier des subventions visées au chapitre III]1, agréer l'I.D.E.S.S. développant un ou plusieurs services de proximité à finalité sociale s'inscrivant dans les domaines d'activités suivants :
  1° les petits travaux d'entretien, de réparation et d'aménagement de l'habitat;
  2° l'aménagement et l'entretien des espaces verts;
  3° le transport social;
  4° la buanderie sociale;
  5° les magasins sociaux;
  6° le nettoyage de locaux des personnes morales visées à l'article 17, § 2, de la loi du 27 juin 1921 précitée.
  Le Gouvernement précise les types de services qui peuvent être agréés [2 en vue de faire bénéficier l'I.D.E.S.S. des subventions visées au chapitre III]2 en tenant compte des dispositions visées à l'article 1er, alinéa 1er, 1° et 2°.
  [4 [5 Le Gouvernement octroie pour l'organisation des services de proximité à finalité sociale visés à l'alinéa 1er un mandat dans le cadre d'un service d'intérêt économique général, tel que visé aux articles 14 et 106, § 2, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne ainsi qu'au Protocole n° 26 y attaché.]5]4
  [3 Pour remplir les conditions d'agrément visées à l'alinéa 1er, l'I.D.E.S.S. qui ne dispose pas d'un siège [6 ...]6 en Région wallonne doit, selon la procédure fixée par le Gouvernement, si elle a son siège social ou son immatriculation à la Banque-Carrefour des Entreprises comme personne physique ou comme personne morale, soit en Région de Bruxelles-Capitale, soit en Région flamande, soit en Communauté germanophone, démontrer qu'elle répond, au sein de sa Région ou de sa Communauté, à des conditions d'agrément équivalentes à celles déterminées par le présent décret.
   Pour remplir les conditions visées à l'alinéa 1er, l'I.D.E.S.S. qui a son siège [6 ...]6 à l'étranger et au sein de l'Espace économique européen doit, selon la procédure fixée par le Gouvernement, démontrer qu'elle répond dans son pays à des conditions d'agrément équivalentes à celles déterminées par le présent décret et ce, sans discrimination directe ou indirecte fondée sur l'Etat dont provient l'I.D.E.S.S. qui sollicite un agrément.
   Pour remplir les conditions visées à l'alinéa 1er, l'I.D.E.S.S. qui a son siège [6 ...]6 à l'étranger et en dehors de l'Espace économique européen doit, selon la procédure fixée par le Gouvernement, satisfaire aux conditions d'agrément déterminées par le présent décret et apporter la preuve qu'elle preste le même type de services dans son pays d'origine et ce, sans discrimination directe ou indirecte fondée sur l'Etat dont provient l'I.D.E.S.S. qui sollicite un agrément.]3

  
HOOFDSTUK II. - Erkenning.
CHAPITRE II. - De l'agrément.
Afdeling I. - Draagwijdte en duur van de erkenning.
Section Ire. - De la portée et de la durée de l'agrément.
Art.3. De erkenning wordt toegekend aan het "I.D.E.S.S." voor één of meer activiteitsdomeinen zoals bedoeld in artikel 2.
  De erkenning wordt voor maximum twee jaar toegekend. Na afloop van die periode kan de erkenning verleend worden voor hernieuwbare periodes van vier jaar.
  [1 De erkenning staat gelijk met een mandaat om een DAEB te beheren en dient uitsluitend om de toekenning van de in de artikelen 12 tot 13 bedoelde subsidie mogelijk te maken en zodoende het erkende en vergunde "I.D.E.S.S." in staat te stellen om het verlies aan productiviteit i.v.m. de openbare dienstverplichtingen te compenseren.]1
  [1 Het mandaat wordt toevertrouwd overeenkomstig het Besluit.
   De DAEB houdt de volgende openbare dienstverplichtingen in:
   1° het uitwerken en tenuitvoerleggen van een project dat moet inspelen op sociale en maatschappelijke behoeften waaraan onvoldoende voldaan wordt, waarbij buurtdiensten worden aangeboden met inachtneming van de in dit decreet bedoelde voorwaarden;
   2° zorgen voor de dienstverlening van het "I.D.E.S.S." door een beroep te doen op weinig gekwalificeerde werknemers en door het personeel inspraak te geven in het beheer van het I.D.E.S.S.]1

  
Art.3. L'agrément est accordé à l'I.D.E.S.S. pour un ou plusieurs domaines d'activités tels que visés à l'article 2.
  L'agrément est accordé pour une durée maximale de deux ans. A l'expiration de cette période, l'agrément peut être octroyé pour des durées renouvelables de quatre ans.
  [1 L'agrément constitue un mandat à gérer un S.I.E.G. et est destiné à permettre l'octroi de la subvention visée aux articles 12 à 13, qui permettent à l'I.D.E.S.S. agréée et mandatée de compenser la perte de productivité liée aux obligations de service public.]1
  [1 Le mandat est confié conformément à la décision.
   Le S.I.E.G. comporte les obligations de service public suivantes :
   1° définir et mettre en oeuvre un projet visant à rencontrer des besoins sociaux et sociétaux insuffisamment satisfaits en offrant des services de proximité dans le respect des conditions prévues par le présent décret;
   2° assurer les prestations de l'I.D.E.S.S. en ayant recours à des travailleurs peu qualifiés et en favorisant l'association de ceux-ci à la gestion de l'I.D.E.S.S.]1

  
Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden.
Section II. - Des conditions d'octroi de l'agrément.
Art.4. Om erkend te worden moet het "I.D.E.S.S." aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° de ontwikkeling van één of meer buurtdiensten met een maatschappelijke finaliteit als doel hebben;
  2° de [1 zetel]1 en de hoofdzetel van de activiteiten zijn gevestigd op het grondgebied van het Waalse Gewest;
  3° buurtdiensten met een maatschappelijk doel ontwikkelen;
  4° de meerwaarde van het project aantonen ten opzichte van de diensten die door de markt, de overheid en de gesubsidieerde instellingen worden voorgesteld;
  5° een partnerschap sluiten met, o.a. andere operatoren die één of verschillende soorten buurtdiensten ontwikkelen;
  6° de boekhouding of de boekhoudkundige functie is specifiek voor de ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel, los van elke andere activiteit die het "I.D.E.S.S." ontwikkelt;
  7° een project inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces voorleggen aan de werknemers;
  8° de werknemers en de begunstigden bij het beheer van het project betrekken;
  9° een overeenkomst met de "FOREm" sluiten waarbij in voorkomend geval gezorgd zal worden voor de opvolging van de opleidingen georganiseerd voor de werknemers door de dienstverlenende structuur of waarbij de overgang naar de betrokken sectoren van de arbeidsmarkt bevorderd zal worden;
  10° één of meer partnerschappen sluiten met de actoren bedoeld in artikel 2, § 2, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling "Dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle" (D.I.I.S.P.) met het oog op :
  a. een vlotte opbouw van het geïndividualiseerde actieprogramma bedoeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2005 tot uitvoering van het bovengenoemde decreet van 1 april 2004;
  b. een grotere doelmatigheid van de opleidings- en inschakelingsacties die de begunstigden dichter bij de arbeidsmarkt moeten brengen;
  c. de organisatie van overstapmogelijkheden "opleiding/tewerkstelling";
  11° de economische leefbaarheid en de relevantie van het project aantonen;
  12° zich ertoe verbinden aan te tonen dat de ontwikkelde buurtdiensten met een maatschappelijk doel bestemd zijn voor een voldoend aantal begunstigden teneinde het tewerkstellingsvolume aanzienlijk te verhogen;
  13° wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, b, niet in staat van concordaat, faillissement of insolventie verkeren en wat betreft het "I.D.E.S.S." bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, a., niet in staat van vereffening verkeren;
  14° onder de bestuurders, beheerders, mandatarissen of andere personen die bevoegd zijn om het "I.D.E.S.S." te verbinden geen personen tellen die :
  14° a. gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning verantwoordelijk zijn gehouden voor de verbintenissen of de schulden van een faillietverklaarde vennootschap, overeenkomstig de artikelen [1 overeenkomstig de artikelen 5:16, 5:140 en 7:18 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]1;
  14° b. gedurende de periode van vijf jaar die voorafgaat aan het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning veroordeeld werden voor elke overtreding begaan op fiscaal of sociaal vlak of op het gebied van de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van het maatschappelijk doel van het "I.D.E.S.S.";
  15° niet in strijd zijn met de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van zijn activiteit inzake ontwikkeling van buurtdiensten met een maatschappelijk doel;
  16° geen achterstallige belastingen verschuldigd zijn, noch achterstallige bijdragen te innen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, al naar gelang het geval, of door een fonds voor bestaanszekerheid of voor rekening van dat fonds, waarbij de sommen waarvoor een behoorlijk in acht genomen aanzuiveringsplan bestaat niet als achterstallen worden beschouwd;
  17° de verbintenis aangaan om, wat betreft de werknemers, het begrip van passende dienstbetrekking in acht te nemen in de zin van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde en van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering op het handvest van de sociaal verzekerde.
  [1 18° voor de "I.D.E.S.S." die zijn opgericht in de vorm van een coöperatie die is erkend als sociale onderneming, voorzien de statuten in de modaliteiten :
   - waardoor elke werknemer met volledige burgerlijke handelingsbevoegdheid vanaf zes maanden na zijn indiensttreding de hoedanigheid van coöperant kan verwerven;
   - voor het verlies van deze hoedanigheid uiterlijk één jaar na het einde van de relatie tussen de werknemer en het "I.D.E.S.S.]1

  De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt niet gesteld voor de dienstverlenende structuren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, c. en d.
  De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 5°, 8°, 9° en 10°, kunnen nader bepaald worden door de Regering.
  
Art.4. Pour être agréée, l'I.D.E.S.S. doit répondre aux conditions suivantes :
  1° avoir comme [1 objet]1 le développement d'un ou de plusieurs services de proximité à finalité sociale;
  2° avoir son [1 siège ]1 et son siège principal d'activités sur le territoire de la Région wallonne;
  3° développer des services de proximité à finalité sociale;
  4° démontrer la plus-value du projet en regard des services proposés par le marché, les pouvoirs publics ou les organismes subventionnés;
  5° conclure un partenariat, notamment, avec d'autres opérateurs développant un ou plusieurs types de services de proximité;
  6° avoir une comptabilité ou une fonction comptable spécifique au développement de services de proximité à finalité sociale, distincte de toute autre activité que l'I.D.E.S.S. développe;
  7° proposer un projet d'insertion sociale et professionnelle aux travailleurs;
  8° associer les travailleurs et les bénéficiaires à la gestion du projet;
  9° conclure une convention avec le Forem afin d'assurer, le cas échéant, le suivi des formations organisées par la structure prestataire de services à destination des travailleurs ou de favoriser leur transition vers les secteurs concernés du marché de l'emploi;
  10° conclure un ou plusieurs partenariats avec des acteurs visés à l'article 2, § 2, du décret du 1er avril 2004 relatif au Dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle (D.I.I.S.P.) en vue de :
  a. faciliter la construction du programme d'actions individualisées visé à l'article 2, § 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 22 décembre 2005 portant exécution du décret du 1er avril 2004 précité;
  b. renforcer l'efficacité des actions de formation et d'insertion destinées à rapprocher les bénéficiaires du marché de l'emploi;
  c. permettre l'organisation de passerelles de transition "formation/emploi";
  11° démontrer la pertinence du projet et sa viabilité économique;
  12° s'engager à démontrer que les services de proximité à finalité sociale développés s'adressent à un volume de bénéficiaires suffisant en vue d'augmenter de manière significative le volume de l'emploi;
  13° ne pas se trouver, en ce qui concerne l'I.D.E.S.S. visée à l'article 1er, alinéa 1er, 1°, b., en état de concordat, de faillite ou de déconfiture et en état de liquidation en ce qui concerne l'I.D.E.S.S. visée à l'article 1er, alinéa 1er, 1°, a. ;
  14° ne pas compter, parmi les administrateurs, gérants, mandataires ou autres personnes habilitées à engager l'I.D.E.S.S., des personnes qui :
  14° a. pendant la période de cinq ans précédant la demande d'agrément ou de renouvellement d'agrément, ont été tenues responsables des engagements ou des dettes d'une société tombée en faillite, en application des articles [1 en application des articles 5:16, 5:140 et 7:18 du Code des sociétés et des associations ]1;
  14° b. pendant la période de cinq ans précédant la demande d'agrément ou de renouvellement d'agrément, ont été condamnées pour toute infraction commise en matière fiscale, sociale ou dans le domaine des dispositions légales ou réglementaires relatives à l'exercice de l'objet social de l'I.D.E.S.S.;
  15° ne pas être en infraction dans le domaine des dispositions légales ou réglementaires relatives à l'exercice de son activité de développement de services de proximité à finalité sociale;
  16° ne pas être redevable d'arriérés d'impôts, d'arriérés de cotisations à percevoir par l'Office national de la Sécurité sociale ou par l'Office national de la Sécurité sociale des administrations provinciales et locales selon le cas, ou par un fonds de sécurité d'existence ou pour le compte de celui-ci, les sommes pour lesquelles existe un plan d'apurement dûment respecté n'étant pas considérées comme arriérés;
  17° s'engager à respecter, en ce qui concerne les travailleurs, la notion d'emploi convenable au sens de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage à la charte de l'assuré social et de l'arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d'application de la réglementation du chômage à la charte de l'assuré social.
  [1 18° pour les I.D.E.S.S. constituées sous la forme d'une coopérative agréée comme entreprise sociale, les statuts prévoient les modalités permettant :
   - à chaque travailleur disposant de la pleine capacité civile d'acquérir, à partir de six mois après son engagement, la qualité de coopérateur ;
   - la perte de cette qualité au plus tard un an après la fin des relations entre le travailleur et l'I.D.E.S.S]1

  En ce qui concerne les structures prestataires de services visées à l'article 1er, alinéa 1er, 1°, c. et d., la condition visée à l'alinéa 1er, 1°, n'est pas requise.
  Le Gouvernement peut préciser les conditions visées à l'alinéa 1er, 5°, 8°, 9° et 10°.
  
Afdeling III. - Toekenning, hernieuwing, opschorting en intrekking van de erkenning.
Section III. - De l'octroi, du renouvellement, de la suspension et du retrait de l'agrément.
Art.5. [1 De erkenning van de "I.D.E.S.S." wordt toegekend en verlengd door de Regering na advies van de Commissie en volgens de modaliteiten die ze bepaalt met inachtneming van de beginselen van de administratieve vereenvoudiging.]1
  
Art.5. [1 L'agrément de l'I.D.E.S.S. est octroyé et renouvelé par le Gouvernement sur avis de la Commission et selon les modalités qu'il détermine en tenant compte des principes de simplification administrative.]1
  
Art.6. Als een "I.D.E.S.S." niet meer voldoet aan één van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden, kan de erkenning voor een bepaalde periode opgeschort worden opdat de "I.D.E.S.S." orde op zaken zou kunnen stellen, of ingetrokken worden door de Regering op voorstel van de diensten die zij aanwijst en na gemotiveerd advies van de Commissie.
Art.6. Lorsqu'une I.D.E.S.S. cesse de satisfaire à l'une des conditions énoncées par ou en vertu du présent décret, l'agrément peut être suspendu pour une période permettant à l'I.D.E.S.S. de régulariser sa situation ou être retiré par le Gouvernement sur proposition des services qu'il désigne et après avis motivé de la Commission.
Afdeling IV. - Beroepen tegen de beslissingen tot weigering van toekenning, weigering van hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning.
Section IV. - Des recours relatifs aux décisions de refus d'octroi, de refus de renouvellement, de suspension ou de retrait de l'agrément.
Art.7. Bij weigering, opschorting of intrekking van de erkenning kan het "I.D.E.S.S." volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten een schorsend beroep instellen bij de diensten die zij aanwijst. De Commissie wordt verzocht om een gemotiveerd advies en kan de "I.D.E.S.S." horen.
Art.7. En cas de refus, de suspension ou de retrait de l'agrément, l'I.D.E.S.S. peut introduire, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, un recours suspensif auprès des services qu'il désigne. L'avis motivé de la Commission est sollicité et l'I.D.E.S.S. peut être entendue par celle-ci.
Art.8. De Regering doet volgens de door haar bepaalde modaliteiten uitspraak over de schorsende beroepen bedoeld in artikel 7 binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum waarop de beroepen zijn ingesteld.
  Bij gebrek aan uitspraak binnen vier maanden [1 wordt de beslissing geacht gunstig te zijn]1.
  
Art.8. Le Gouvernement statue sur les recours suspensifs visés à l'article 7, selon les modalités qu'il détermine, dans un délai de quatre mois à dater de l'introduction de ceux-ci.
  A défaut de statuer dans les quatre mois, [1 la décision est réputée favorable]1.
  
Afdeling V. - Commissie. [1 Opschrift opgeheven]1
Section V. - De La Commission. [1 Intitulé abrogé]1
HOOFDSTUK III. - Subsidies.
CHAPITRE III. - Des subventions.
Art.12. De Regering kan [4 overeenkomstig het Besluit]4 volgens de door haar bepaalde modaliteiten onder de [1 hiervoor toegekende]1 voorwaarden van dit decreet en binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen de volgende subsidies aan de "I.D.E.S.S." verlenen :
  1° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van haar werkingskosten;
  2° een subsidie ter gedeeltelijke dekking van de bezoldiging van de in artikel 1, eerste lid, 3°, a. en c., bedoelde werknemers, in dienst genomen middels een arbeidscontract en berekend in voltijds equivalent.
  [2 [3 ...]3]2
  
Art.12. Le Gouvernement peut octroyer, selon les modalités qu'il détermine, [4 conformément à la Décision,]4 à l'I.D.E.S.S., [1 agréée à cette fin]1 aux conditions du présent décret et dans la limite des moyens budgétaires disponibles :
  1° une subvention destinée à couvrir partiellement les frais de fonctionnement de celle-ci;
  2° une subvention destinée à couvrir partiellement les rémunérations des travailleurs visés à l'article 1er, alinéa 1er, 3°, a. et c., occupés sous contrat de travail, calculés en équivalent temps plein.
  [2 [3 ...]3]2
  
Art. 12bis. [1 De in artikel 1, eerste lid, 1°, b), van het decreet bedoelde buurtdiensten met een maatschappelijk doel (IDESS) kunnen een bijkomende toelage krijgen die gelijk is aan de verminderingen van patronale sociale zekerheidsbijdragen waarop ze geen recht hebben in het kader van de wet van 30 december 1988 (vermindering van de bijdragen " ACS ").
   Het bedrag van die toelage wordt bepaald door de Regering.]1

  
Art. 12bis. [1 Les services de proximité à finalité sociale (IDESS) qui sont visés à l'article 1er, alinéa 1er, 1°, b), du décret, peuvent bénéficier d'une subvention complémentaire équivalente aux réductions de cotisations patronales de Sécurité sociale dont elles ne peuvent pas profiter dans le cadre de la loi du 30 décembre 1988 (réduction de cotisations dites ACS).
   Le montant de cette subvention est déterminé par le Gouvernement.]1

  
Art.13. De Regering kan de "I.D.E.S.S." ook een [2 hiervoor toegekende]2 tegemoetkoming verlenen die berekend wordt op grond van het aantal werknemers [1 aangeworven door de " IDESS " of ter beschikking ervan worden gesteld krachtens artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn]1 om de bezoldiging van het begeleidingspersoneel gedeeltelijk te dekken, zoals [3 bedoeld, voor de I.D.E.S.S." dat op 31 september 2021 over een beslissing tot toekenning van steun ter bevordering van de tewerkstelling beschikt die van kracht is op grond van hoofdstuk 2 van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector, bij het decreet van 10 juni 2021 betreffende het standvastig maken van de in het kader van de regeling voor de steun ter bevordering van de tewerkstelling (Franse afkorting "APE") gecreëerde jobs en de creatie van jobs die beantwoorden aan prioritaire maatschappelijke behoeften]3 en andere wetsbepalingen.
  [3 ...]3
  
Art.13. Le Gouvernement peut également octroyer à l'I.D.E.S.S. [2 agréée à cette fin]2 une aide, calculée en fonction du nombre de travailleurs [1 engagés par l'IDESS ou mis à disposition de celle-ci en vertu de l'article 60, § 7, de la loi organique du 8 juillet 1976 relative aux Centres publics d'Action sociale]1, destinée à couvrir partiellement les rémunérations du personnel d'encadrement, telle que [3 visée, pour l'I.D.E.S.S. qui dispose d'une décision d'octroi de l'aide à la promotion de l'emploi en vigueur au 31 septembre 2021 en vertu du chapitre 2 du décret du 25 avril 2002 relatif aux aides visant à favoriser l'engagement de demandeurs d'emploi inoccupés par les pouvoirs locaux, régionaux et communautaires, par certains employeurs du secteur non-marchand, de l'enseignement et du secteur marchand, par le décret du 10 juin 2021 relatif à la pérennisation des emplois créés dans le cadre du dispositif des aides à la promotion de l'emploi (APE) et à la création d'emplois répondant à des besoins sociétaux prioritaires]3 et d'autres dispositions légales.
  [3 ...]3
  
Art.14. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitbetaling van de subsidies bedoeld in artikel 12.
Art.14. Le Gouvernement détermine les modalités de liquidation des subventions visées à l'article 12.
Art.15. De subsidies bedoeld in artikel 12 kunnen slechts toegekend worden aan werknemers in dienst genomen door de "I.D.E.S.S." die, volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten, bijkomende werknemers zijn t.o.v. het referentiebestand.
  Onder referentiebestand wordt verstaan het in voltijds equivalent uitgedrukte aantal werknemers die ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, hierna "RSZ" genoemd.
Art.15. Les subventions visées à l'article 12 ne peuvent être octroyées qu'à des travailleurs engagés par l'I.D.E.S.S. qui constituent, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, des travailleurs supplémentaires par rapport à l'effectif de référence.
  Par effectif de référence, on entend le nombre de travailleurs, exprimé en équivalent temps plein, inscrits à l'Office national de Sécurité sociale, ci-après dénommé O.N.S.S.
Art.16. Het geheel van de tegemoetkomingen en subsidies verleend aan de "I.D.E.S.S." in het kader van dit decreet, gecumuleerd met alle andere geldende vormen van steun of verminderingen van de bijdragen van de sociale zekerheid, mogen niet hoger zijn dan het totaalbedrag van de kosten i.v.m. de verlening van buurtdiensten door de "I.D.E.S.S."
  De Regering bepaalt de berekeningsmodaliteiten aan de hand waarvan het totaalbedrag van de tegemoetkomingen vergeleken kan worden met de kosten i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten met een maatschappelijk doel.
Art.16. Le total des aides et subventions octroyées à l'I.D.E.S.S. dans le cadre du présent décret, cumulées avec toutes les autres formes d'aides ou de réductions de cotisations de sécurité sociale en vigueur, ne peut dépasser le montant total des coûts générés par la prestation de services de proximité de l'I.D.E.S.S.
  Le Gouvernement détermine les modalités de calcul permettant d'effectuer la comparaison entre le total des aides et les coûts générés par la prestation de services de proximité à finalité sociale.
HOOFDSTUK IV. - Opvolging, controle, toezicht, evaluatie en sancties.
CHAPITRE IV. - Du suivi, du contrôle, de la surveillance, de l'évaluation et des sanctions.
Art.17. Na afloop van elk boekjaar van de lopende erkenning bezorgt de "I.D.E.S.S." de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en de Commissie een verslag waarin op zijn minst de volgende gegevens voorkomen :
  1° de activiteitenbalans;
  2° de modaliteiten inzake deelname van de werknemers en begunstigden in het beheer van het project bedoeld in artikel 4, eerste lid, 8°;
  3° de specifieke rekeningen of boekhoudkundige functies i.v.m. het verstrekken van buurtdiensten, waarbij melding wordt gemaakt van het gebruik van de ontvangen subsidies en tegemoetkoming.
  De "I.D.E.S.S." wordt door de regeringsdiensten die de Regering aanwijst en door de Commissie geëvalueerd o.a. op grond van de volgende gegevens :
  1° het aantal gecreëerde banen en de kwaliteit ervan;
  2° het aantal werknemers die de "I.D.E.S.S." verlaten hebben voor een duurzame en kwaliteitsvolle betrekking in de zin van artikel 2, § 1, van het decreet van 1 april 2004 betreffende het geïntegreerd stelsel inzake socio-professionele inschakeling;
  3° de omvang en de kwaliteit van de verstrekte buurtdiensten met een maatschappelijk doel;
  4° de positionering van de activiteiten ontwikkeld door de "I.D.E.S.S." in vergelijking met die geboden door de privésector;
  5° de efficiëntie van de ontwikkelde diensten inzake kosten-baten analyse.
  De Regering bepaalt de modaliteiten van de evaluatie op grond van deze gegevens.
Art.17. L'I.D.E.S.S. est tenue de remettre, au terme de chaque exercice de l'agrément en cours, aux services du Gouvernement qu'il désigne ainsi qu'à la Commission, un rapport comportant au moins :
  1° le bilan des activités;
  2° les modalités de participation des travailleurs et des bénéficiaires à la gestion du projet, visée à l'article 4, alinéa 1er, 8°;
  3° les comptes ou les fonctions comptables spécifiques liés à la prestation de services de proximité, faisant état de l'utilisation des subventions et de l'aide perçues.
  L'I.D.E.S.S. est évaluée par les services du Gouvernement qu'il désigne et par la Commission, au regard notamment des éléments suivants :
  1° le nombre et la qualité d'emplois créés;
  2° le nombre de travailleurs ayant quitté l'I.D.E.S.S. pour un emploi durable et de qualité au sens de l'article 2, § 1er, du décret du 1er avril 2004 relatif au Dispositif intégré d'insertion socioprofessionnelle;
  3° le volume et la qualité des services de proximité à finalité sociale prestés;
  4° le positionnement des activités développées par les I.D.E.S.S. par rapport à celles offertes par le secteur privé;
  5° l'efficacité des services développés en termes de coûts-bénéfices.
  Le Gouvernement détermine les modalités d'évaluation en regard de ces éléments.
Art.18. [1 De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen]1.
  
Art.18. [1 Le contrôle de l'application du présent décret et de ses mesures d'exécution s'exerce conformément aux dispositions du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations]1.
  
Art.19. De Regering maakt volgens de modaliteiten die zij bepaalt een verslag over aan het Waalse Parlement i.v.m. de uitvoering van dit decreet.
Art.19. Le Gouvernement remet, selon des modalités qu'il détermine, un rapport sur l'exécution du présent décret au Parlement wallon.
Art.20. Overeenkomstig de artikelen 13 en volgende van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof kan de Regering de terugbetaling opeisen van de ten onrechte betaalde subsidies bedoeld in artikel 12.
  De Regering kan evenwel op behoorlijk gemotiveerd verzoek van de "I.D.E.S.S." de som van de terug te betalen bedragen aanpassen naar gelang van de ernst van het niet nakomen van de bij of krachtens dit decreet gestelde voorwaarden.
  De Regering wijst de diensten aan die de ten onrechte gestorte subsidies met alle rechtsmiddelen moeten invorderen.
Art.20. Le Gouvernement peut, conformément aux articles 13 et suivants de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des Communautés et des Régions ainsi qu'à l'organisation de la Cour des comptes, réclamer le remboursement des subventions visées à l'article 12 indûment versées.
  Néanmoins, le Gouvernement peut, sur demande dûment motivée de l'I.D.E.S.S., adapter le montant des sommes à rembourser proportionnellement à la gravité du non-respect des conditions fixées par ou en vertu du présent décret.
  Le Gouvernement désigne les services chargés de la récupération par toutes voies de droit des subventions indûment versées.
HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Des dispositions modificatives, transitoires et finales.
Art.21. Artikel 3, § 1, eerste lid, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector en andere wettelijke bepalingen wordt aangevuld als volgt :
  " 5° de dienstverlenende structuren bedoeld bij het decreet van 14 december 2006 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de "Initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale", afgekort : "I.D.E.S.S." "
Art.21. L'article 3, § 1er, alinéa 1er, du décret du 25 avril 2002 relatif aux aides visant à favoriser l'engagement de demandeurs d'emploi inoccupés par les pouvoirs locaux, régionaux et communautaires, par certains employeurs du secteur non marchand, de l'enseignement et du secteur marchand et d'autres dispositions légales est complété comme suit :
  " 5° les structures prestataires de services visées par le décret du 14 décembre 2006 relatif à l'agrément et au subventionnement des initiatives de développement de l'emploi dans le secteur des services de proximité à finalité sociale, en abrégé : "I.D.E.S.S." "
Art.22. De buurtdiensten die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet subsidies genieten in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de meerwaardeneconomie en waarmee ingestemd werd bij decreet van 16 maart 2006 blijven in aanmerking komen voor deze subsidies volgens de modaliteiten bepaald door de Regering tot ze in voorkomend geval erkend worden krachtens dit decreet en op voorwaarde dat zij hun aanvraag tot erkenning als "I.D.E.S.S." indienen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit decreet.
Art.22. Les services de proximité bénéficiant, à la date d'entrée en vigueur du présent décret, de subventions dans le cadre de l'Accord de coopération conclu le 30 mai 2005 entre l'Etat, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l'économie plurielle et auquel il a été porté assentiment par décret du 16 mars 2006, continuent à bénéficier, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, de celles-ci, jusqu'à ce qu'ils soient, le cas échéant, agréés en vertu du présent décret et à condition qu'ils introduisent leur demande d'agrément en tant qu'I.D.E.S.S. dans les six mois qui suivent l'entrée en vigueur du présent décret.
Art.22bis. [1 De "I.D.E.S.S." die heden voor een onbepaalde duur worden erkend, beschikken over een duur van maximum 4 jaar te rekenen van de toekenning van hun mandaat "S.I.E.G." om een nieuwe aanvraag voor een erkenning en een mandaat "S.I.E.G." in te dienen.]1
  
Art.22bis. [1 Les I.D.E.S.S. actuellement agréées à durée indéterminée disposent d'une durée maximum de 4 ans à dater de l'attribution de leur mandat S.I.E.G. pour introduire une nouvelle demande d'agrément et de mandat S.I.E.G.]1
  
Art. 23. De datum waarop dit decreet in werking treedt wordt door de Regering vastgelegd op uiterlijk op 30 juni 2007.
Art. 23. Le Gouvernement fixe la date d'entrée en vigueur du présent décret au plus tard le 30 juin 2007.