Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
31 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot operationalisering van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-06-2006 en tekstbijwerking tot 22-11-2023)
Titre
31 MARS 2006. - Arrêté du Gouvernement flamand portant opérationnalisation du domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias (TRADUCTION)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 15-06-2006 et mise à jour au 22-11-2023)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (14)
Texte (14)
Artikel 1. Met het oog op de operationalisering van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media treden de volgende regelingen in werking op 1 april 2006 :
  1° het decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse openbare instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid BLOSO;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen;
  3° het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Kunsten en Erfgoed.
Article 1. En vue de l'opérationnalisation du domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias, les réglementations suivantes entrent en vigueur le 1er avril 2006 :
  1° le décret du 7 mai 2004 portant transformation de l'organisme public flamand "Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie" en l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique BLOSO;
  2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 juin 2004 portant création de l'agence autonomisée interne "Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen" (Animation socioculturelle pour Jeunes et Adultes);
  3° l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 juin 2004 portant création de l'agence autonomisée interne "Kunst en Erfgoed".
Art.2. § 1. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries treedt voor het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media in werking op 1 april 2006.
  § 2. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid treedt voor de agentschappen van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media in werking op 1 april 2006.
Art.2. § 1er. L'arrêté du Gouvernement flamand du 10 octobre 2003 réglant la délégation de compétences de décision aux chefs des départements des ministères flamands entre en vigueur le 1er avril 2006 en ce qui concerne le département de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Médias.
  § 2. L'arrêté du Gouvernement flamand du 10 octobre 2003 réglant la délégation de compétences de décision aux chefs des agences autonomisées internes de l'administration flamande entre en vigueur le 1er avril 2006 pour les agences du domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias.
Art.3. Het departement heeft volgende taken :
  1° de taken waarmee het departement is belast overeenkomstig artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot organisatie van de Vlaamse administratie voor wat betreft de bevoegdheden opgesomd in artikel 10 [3 , § 1, 1°, 3°, 4° en 5°,]3 van hetzelfde besluit;
  2° de taken van beleidsuitvoering betreffende materies die tot het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media behoren die niet werden toevertrouwd aan een verzelfstandigd agentschap van dat beleidsdomein;
  3° het organiseren van de managementondersteunende dienstverlening voor het departement [2 ...]2 en het extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Regulator voor de Media;
  [1 4° het beheer van de wetenschappelijke instelling Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen;]1
  [2 5° de uitvoering van het beleid inzake professionele kunsten en cultureel erfgoed:
   a) erkennen, subsidiëren, adviseren, inspecteren, controleren en evalueren van actoren;
   b) ondersteunen van de beleidsuitvoerende commissies die een niet-bindend advies geven over de inhoudelijke beoordeling van individuele dossiers;
   c) aansturen van gemeentebesturen en provinciebesturen;
   d) aansturen en evalueren van sectorale steunpunten;
   e) aansturen van particuliere voorzieningen die overheidstaken uitvoeren;
   f) aansturen van cultuurspreidingsinitiatieven;
   g) zorgen voor het uitbouwen en onderhouden van internationale sectorale contacten;
   h)[4 beheren van de buitendiensten van het Departement Cultuur, Jeugd en Media, met uitzondering van de buitendienst, vermeld in punt 6°, h), en de buitendienst met de taak, vermeld in 6°, j);]4
   i) beheren van de erfgoed- en kunstcollecties van en toevertrouwd aan de Vlaamse Gemeenschap;
   j) beheren van het Topstukkenfonds;
   k) beschermen, subsidiëren, inspecteren, controleren en verwerven van topstukken;
   l) beslissen over het buiten de Vlaamse Gemeenschap brengen van topstukken en cultuurgoederen;
   m) borgen van het immaterieel roerend cultureel erfgoed;]2

  [2 6° de uitvoering van het beleid inzake jeugdwerk en sociaal-cultureel werk voor Jeugd en Volwassenen:
   a) erkennen, subsidiëren, adviseren, inspecteren, controleren en evalueren van actoren;
   b) ondersteunen van de beleidsuitvoerende commissies die een niet-bindend advies geven over de inhoudelijke beoordeling van individuele dossiers;
   c) aansturen van gemeentebesturen en provinciebesturen;
   d) aansturen en evalueren van sectorale steunpunten;
   e) aansturen van particuliere voorzieningen die overheidstaken uitvoeren;
   f) organiseren van cultuurspreidingsinitiatieven;
   g) zorgen voor het uitbouwen en onderhouden van internationale sectorale contacten;
   h) beheren van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren;
   i) coördineren van het jeugd- en kinderrechtenbeleid;
   j) uitlenen van kampeermateriaal voor de jeugd;]2

  [4 7° het beheren van de eigen cultuur- en jeugdinfrastructuur en het verlenen van subsidies voor cultuur- en jeugdinfrastructuur.]4
  [5 8° de manier en de nadere inhoud bepalen van de toegang van de burger tot, en de verstrekking van, de gegevens over rechtspersonen en groeperingen van natuurlijke personen in hun hoedanigheid van vereniging als vermeld in artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer, in overleg met de betrokken overheidsinstanties en externe overheden als vermeld in artikel II.7, negende lid, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.]5
  
Art.3. Le département a les tâches suivantes :
  1° les tâches avec lesquelles le département est chargé, conformément à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'administration flamande, pour ce qui concerne les compétences énumérées à l'article 10 [3 , § 1er, 1°, 3°, 4° et 5°,]3 du même arrêté;
  2° les tâches d'exécution politique concernant les matières appartenant au domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias et qui n'ont pas été confiées à une agence autonomisée de ce domaine politique;
  3° l'organisation des services d'appui au management du département [2 ...]2 et de l'agence autonomisée externe "Vlaamse Regulator voor de Media";
  [1 4° la gestion de l'établissement scientifique " Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen ";]1
  [2 5° l'exécution de la politique en matière d'arts professionnels et de patrimoine culturel :
   a) agréer, subventionner, conseiller, inspecter, contrôler et évaluer les acteurs ;
   b) soutenir les commissions d'exécution de la politique qui rendent un avis non contraignant sur l'évaluation de fond de dossiers individuels ;
   c) piloter les administrations municipales et provinciales ;
   d) piloter et évaluer les points d'appui sectoriels ;
   e) piloter les structures privées qui exercent des tâches publiques ;
   f) piloter les initiatives de diffusion de la culture ;
   g) assurer le développement et l'entretien des contacts sectoriels internationaux ;
   h) [4 gérer les services extérieurs du Département de la Culture, de la Jeunesse et des Médias, à l'exception du service extérieur visé au point 6°, h), et du service extérieur chargé de la tâche visée au 6°, j) ;]4
   i) gérer les collections de patrimoine et d'art de et confiées à la Communauté flamande ;
   j) gérer le Topstukkenfonds ;
   k) protéger, subventionner, inspecter, contrôler et acquérir des pièces maîtresses ;
   l) décider du fait de sortir des pièces maîtresses et des biens culturels de la Communauté flamande ;
   m) garantir le patrimoine culturel mobilier immatériel;]2

  [2 6° l'exécution de la politique en matière d'animation des jeunes et d'animation socioculturelle des Jeunes et des Adultes :
   a) agréer, subventionner, conseiller, inspecter, contrôler et évaluer les acteurs ;
   b) soutenir les commissions d'exécution de la politique qui rendent un avis non contraignant sur l'évaluation de fond de dossiers individuels ;
   c) piloter les administrations municipales et provinciales ;
   d) piloter et évaluer les points d'appui sectoriels ;
   e) piloter les structures privées qui exercent des tâches publiques ;
   f) organiser des initiatives de diffusion de la culture ;
   g) assurer le développement et l'entretien des contacts sectoriels internationaux ;
   h) gérer le Vlaams Cultureel Centrum Voeren ;
   i) coordonner la politique des droits de la jeunesse et de l'enfant ;
   j) prêter du matériel de camping pour la jeunesse;]2

  [4 7° gérer ses propres infrastructures culturelles et de jeunesse et accorder des subventions aux infrastructures culturelles et de jeunesse.]4
  [5 8° la détermination des modalités et du contenu détaillé de l'accès des citoyens aux données relatives aux personnes morales et aux groupements de personnes physiques en leur qualité d'association visés à l'article 4, alinéa 2, 1°, du décret du 18 juillet 2008 relatif à l'échange électronique de données, et la fourniture de ces données, en concertation avec les instances publiques et autorités externes concernées, telles que visées à l'article II.7, alinéa 9, du décret de gouvernance du 7 décembre 2018.]5
  
Art.4. Naast de delegaties betreffende de aangelegenheden bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries worden aan het hoofd van het departement volgende delegaties verleend met betrekking tot de taken vermeld in artikel 3 [2 ...]2 :
  1° de invordering en inning van belastingen, heffingen, retributies en niet-fiscale schuldvorderingen;
  2° het verlenen en intrekken van vergunningen;
  3° het verlenen en intrekken van erkenningen;
  4° toezichts-, controle- en inspectietaken:
  [1 5° de verwerving, de bouw, het beheer, de exploitatie, het onderhoud en de vervreemding van onroerende goederen en infrastructuren;
   6° het verlenen van gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tussenkomsten met een gereglementeerd karakter;
   7° [2 het toestaan van de bewaargeving en de bruiklening van werken uit de collecties, vermeld in artikel 3, 5°, i);]2]1

  [2 8° het verlenen van uitvoervergunningen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen;
   9° ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang:
   a) het toestaan of verbieden van een fysieke ingreep in een beschermd voorwerp;
   b) het verlenen van de toestemming voor het buiten Vlaanderen brengen van topstukken en cultuurgoederen;
   10° het afsluiten, opvolgen en evalueren van beheersovereenkomsten met organisaties, verenigingen en overheden;
   11° het verlenen van het totale subsidiabele bedrag aan organisaties, verenigingen en overheden die ad nominatim vermeld zijn in de begroting;
   12° het verlenen van gemeenschapswaarborgen die minder dan 1.250.000 euro belopen per natuurlijke persoon, of per rechtspersoon voor de vrijstelling van zekerheid voor tijdelijke invoer van kunstwerken.]2

  [1 Wat de onroerende goederen en infrastructuren betreft die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, is de delegatie tot vervreemding, vermeld in het eerste lid, 5°, beperkt tot de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, voor zover die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer.]1
  
Art.4. Outre les délégations relatives aux matières visées à l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 octobre 2003 réglant la délégation de compétences de décision aux chefs des départements des ministères flamands, les délégations spécifiques suivantes sont conférées au chef du département relativement aux tâches mentionnées à l'article 3 [2 ...]2 :
  1° le recouvrement et la perception de taxes, redevances, rétributions et créances non fiscales;
  2° l'octroi et le retrait de permis;
  3° l'octroi et le retrait d'agréments;
  4° les tâches de surveillance, de contrôle et d'inspection;
  [1 5° l'acquisition, la construction, la gérance, l'exploitation, l'entretien et l'aliénation de biens immeubles et d'infrastructures ;
   6° l'octroi de subventions réglementées et d'autres formes d'interventions financières à caractère réglementé ;
   7° [2 l'autorisation de la mise en dépôt et du prêt d'oeuvres de collections, visées à l'article 3, 5°, i) ;]2]1

  [2 8° l'octroi d'autorisations d'exportation en exécution du règlement (CE) n° 116/2009 du Conseil du 18 décembre 2008 concernant l'exportation de biens culturels ;
   9° en exécution du décret du 24 janvier 2003 portant protection du patrimoine culturel mobilier présentant un intérêt exceptionnel :
   a) l'autorisation ou l'interdiction d'une intervention physique sur un objet protégé ;
   b) l'octroi de l'autorisation de sortir de la Flandre des pièces maîtresses et des biens culturels ;
   10° la conclusion, le suivi et l'évaluation de contrats de gestion avec des organisations, des associations et des autorités ;
   11° l'octroi du montant total subventionnable à des organisations, des associations et des autorités qui sont mentionnées nominativement dans le budget ;
   12° l'octroi de garanties communautaires qui s'élèvent à moins de 1.250.000 euros par personne physique, ou par personne morale pour l'exonération d'une garantie pour l'importation temporaire d'oeuvres d'art.]2

  [1 En ce qui concerne les biens immeubles et infrastructures appartenant au domaine de la Communauté flamande ou de la Région flamande, la délégation d'aliénation visée à l'alinéa premier, point 5°, se limite à la décision de modifier l'affectation ou à la désaffectation d'un immeuble, pour autant que cette décision soit notifiée sans tarder au membre du Gouvernement flamand chargé de la politique générale en matière de gestion immobilière.]1
  
Art.4/1. [1 Bij het gebruik van de delegaties, vermeld in dit besluit, gelden de algemene regelingen, voorwaarden en beperkingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries.]1
  
Art.4/1. [1 L'utilisation des délégations, visées au présent arrêté, est soumise aux réglementations, conditions et limitations générales, visées à l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 octobre 2003 réglant la délégation de compétences de décision aux chefs des départements des Ministères flamands.]1
  
Art.5. § 1. De raad van bestuur van BLOSO maakt uiterlijk op 15 maart 2006 de jaarlijkse uitvoeringsrekening op van de begroting van BLOSO voor het jaar 2005.
  § 2. De raad van bestuur van BLOSO maakt tevens een toestandsopgave van het actief en het passief op 31 maart 2006.
  § 3. De raad van bestuur van BLOSO bezorgt de documenten vermeld in § 1 en § 2 aan de Vlaamse Regering en verstrekt alle inlichtingen die de Vlaamse Regering daarover vraagt.
  § 4. De VOI BLOSO blijft tot en met 31 maart 2006 bevoegd voor het verrichten van uitgaven lastens de begroting van BLOSO voor het jaar 2006.
Art.5. § 1er. Le conseil d'administration du BLOSO établit au plus tard le 15 mars 2006 le compte d'exécution annuel du budget du BLOSO pour l'exercice 2005.
  § 2. Le conseil d'administration du BLOSO établit également un état de la situation de l'actif et du passif au 31 mars 2006.
  § 3. Le conseil d'administration du BLOSO fait parvenir les documents mentionnés aux §§ 1er et 2 au Gouvernement flamand et fournit toute information que ce dernier demande à ce sujet.
  § 4. L'OPF BLOSO reste jusqu'au 31 mars 2006 inclus compétent pour faire des dépenses à charge du budget du BLOSO pour l'année 2006.
Art.6. In artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1999 tot regeling van het beheer en de werking van het Fonds culturele infrastructuur worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " de directeur-generaal " worden vervangen door de woorden " de leidend ambtenaar ";
  2° de woorden " van het departement van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media " worden toegevoegd.
Art.6. A l'article 1er, 4° de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 février 1999 portant organisation et réglant la gestion et le fonctionnement du "Fonds culturele infrastructuur", sont apportées les modifications suivantes :
  1° les mots "le directeur général" sont remplacés par les mots "le fonctionnaire dirigeant";
  2° les mots "du département du domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias" sont ajoutés.
Art.7. In artikelen 2 en 6 van hetzelfde besluit worden de woorden " de administratie Cultuur " vervangen door de woorden " het departement van het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media ".
Art.7. Dans les articles 2 et 6 du même arrêté, les mots "de l'Administration de la Culture" sont remplacés par les mots "du département du domaine politique Culture, Jeunesse, Sports et Médias".
Art.8. In artikelen 4, 5, 6 en 8 van hetzelfde besluit worden de woorden " de directeur-generaal " vervangen door de woorden " de leidend ambtenaar ".
Art.8. Dans les articles 4, 5, 6 et 8 du même arrêté, les mots "le directeur général" sont remplacés par les mots "le fonctionnaire dirigeant".
Art.9. In artikelen 3 en 4, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 1993 houdende oprichting van een cultureel centrum van de Vlaamse Gemeenschap in Bilzen, genaamd " Landcommanderij Alden Biesen " worden de woorden " bestuur Volksontwikkeling en Openbaar Bibliotheekwerk " vervangen door de woorden " het intern verzelfstandigd agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen ".
Art.9. Dans les articles 3 et 4, § 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 décembre 1993 portant création d'un centre culturel de la Communauté flamande à Bilzen, dénommé "Landcommanderij Alden Biesen", les mots "l'administration de l'Education populaire et des Bibliothèques" sont remplacés par les mots "l'agence autonomisée interne "Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen".
Art.10. In artikel 24, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie worden de woorden " 3° Vlaamse Radio- en Televisieomroep* " en " 4° Vlaamse Opera* " geschrapt.
Art.10. Dans l'article 24, § 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'administration flamande, les mots "3° Vlaamse Radio- en Televisieomroep*" en "4° Vlaamse Opera*" sont supprimés.
Art.11. De volgende regelingen worden opgeheven :
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1991 houdende het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur van het commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie;
  2° het ministerieel besluit van 2 oktober 1996 houdende de delegatie van sommige bevoegdheden inzake media aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
  3° het ministerieel besluit van 20 juli 2000 houdende de delegatie van sommige bevoegdheden inzake cultuur aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 mei 2002;
  4° het ministerieel besluit van 8 juni 2000 houdende de delegatie van sommige bevoegdheden inzake sport aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 mei 2002;
  5° het ministerieel besluit van 24 februari 2005 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake medisch verantwoorde sportbeoefening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.11. Les règlements suivants sont abrogés :
  1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1991 relatif au règlement d'ordre intérieur du Conseil d'administration du "Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie";
  2° l'arrêté ministériel du 2 octobre 1996 portant délégation de certaines compétences en matière des médias, aux fonctionnaires du Ministère de la Communauté flamande;
  3° l'arrêté ministériel du 20 juillet 2000 portant délégation de certaines compétences en matière de culture, aux fonctionnaires du ministère de la Communauté flamande, modifié par l'arrêté ministériel du 15 mai 2002;
  4° l'arrêté ministériel du 8 juin 2000 portant délégation de certaines compétences en matière de sport, aux fonctionnaires du ministère de la Communauté flamande, modifié par l'arrêté ministériel du 15 mai 2002;
  5° l'arrêté ministériel du 24 février 2005 portant délégation de certaines compétences en matière de pratique du sport dans le respect des impératifs de la santé, aux fonctionnaires du Ministère de la Communauté flamande.
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006.
Art.12. Le présent arrêté produit ses effets le 1er avril 2006.
Art. 13. De minister-president van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Culturele Aangelegenheden, de Vlaamse minister, bevoegd voor het Filmbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en het Openluchtleven, de Vlaamse minister, bevoegd voor de Coördinatie van het Kinderrechtenbeleid, de Vlaamse minister, bevoegd voor het Algemeen Beleid inzake Personeel en Organisatieontwikkeling en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Mediabeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 13. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, le Ministre flamand qui a les Matières culturelles dans ses attributions, le Ministre flamand qui a la Politique cinématographique dans ses attributions, le Ministre flamand qui a l'Education physique, les Sports et la Vie en plein air dans ses attributions, le Ministre flamand qui a la Coordination de la Politique des Droits de l'Enfant dans ses attributions, le Ministre flamand qui a la Politique générale en Matière de Personnel et de Développement organisationnel dans ses attributions et le Ministre flamand qui a la Politique des Médias dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le ou la concerne, de l'exécution du présent arrêté.