Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
20 FEBRUARI 2006. - Programmadecreet (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-06-2006 en tekstbijwerking tot 14-07-2009)
Titre
20 FEVRIER 2006. - Décret -Programme 2006 (TRADUCTION) (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 02-06-2006 et mise à jour au 14-07-2009)
Informations sur le document
Numac: 2006033055
Datum: 2006-02-20
Info du document
Numac: 2006033055
Date: 2006-02-20
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het decreet van 18...
Definities.
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Eigendomsverhoudingen.
Verzekering.
Berekeningsbasis voor de toelage.
Subsidiëringsaanvraag.
Meerkosten.
Garantie van de Gemeenschap.
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
HOOFDSTUK II. - Persoonsgebonden Aangelegenheden.
Opdrachten van de Dienst voor de personen met e...
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Bevoegdheden van de raad van bestuur van de Die...
Evaluatiecommissie.
Maximumbedragen.
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Fonds tot bescherming van het ongeboren leven.
HOOFDSTUK III. - Culturele Aangelegenheden.
Afdeling 1. - Media.
Definities.
Aanbieders van andere diensten : voorwaarden.
Doorhaling van de aanvraag om erkenning.
Radio Data System.
Samenstelling van de advieskamer.
Opdrachten van de advieskamer.
Afdeling 2. - Cultuur.
Erkenning als vereniging voor amateuristische k...
Werkingstoelagen voor verenigingen voor amateur...
Afdeling 3. - Vormingswerk voor jongeren en vol...
Toelagen voor de personeelskosten betreffende h...
Beperking van de maximale toelagen.
Betrekkingen als animator bij netwerkvorming va...
Voorlopige erkenning van organisaties voor Volk...
Voorlopige erkenning van jeugdorganisaties.
Netwerkprojecten op het gebied van de jeugdanim...
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen.
Recht op toelagen en subsidies.
Gemeenschapscentra.
Toezicht op de gemeenten.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Opheffingsbepalingen.
Inwerkingtreding.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Modification du décret du 18 ma...
Définitions.
Dénomination Parlement de la Communauté germano...
Rapports de propriété.
Assurance.
Base de calcul du subside.
Demande de subsides.
Coûts supplémentaires.
Garantie de la Communauté.
Dénomination Parlement de la Communauté germano...
CHAPITRE II. - Matières Personnalisables.
Missions de l'Office pour les personnes handica...
Dénomination Parlement de la Communauté germano...
Dénomination Parlement de la Communauté germano...
Compétences du conseil d'administration de l'Of...
Commission d'évaluation.
Plafonds.
Dénomination Parlement de la Communauté germano...
Fonds pour la protection de la vie encore à naî...
CHAPITRE III. - Matières Culturelles.
Section 1re. - Médias.
Définitions.
Fournisseurs d'autres services : conditions.
Radiation de la demande d'agréation.
Radio Data System.
Composition de la chambre consultative.
Missions de la chambre consultative.
Section 2. - Culture.
Agréation comme société d'art amateur.
Subventions de fonctionnement pour les associat...
Section 3. - Formation des jeunes et des adultes.
Subventions pour le personnel administratif et ...
Limitation des plafonds de subventionnement.
Emplois d'animateurs en cas de mise en réseau d...
Agréation provisoire d'organisations d'éducatio...
Agréation provisoire d'organisations de jeunesse.
Projets de mise en réseau au niveau de l'animat...
CHAPITRE IV. - Dispositions Diverses.
Droits aux subventions et subsides.
Centres communautaires.
Tutelle sur les communes.
CHAPITRE V. - Dispositions Finales.
Dispositions abrogatoires.
Entrée en vigueur.
Tekst (80)
Texte (80)
HOOFDSTUK I. - Wijziging van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur.
CHAPITRE Ier. - Modification du décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure.
Definities.
Définitions.
Artikel 1. Artikel 2, lid 3, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur wordt aangevuld als volgt : " en het kostenaandeel gedragen door de Openbare Maatschappij voor Waterbeheer ".
Article 1. L'article 2, alinéa 3, du décret du 18 mars 2002 relatif à l'infrastructure est complété comme suit : " et à l'exclusion de la part du coût supportée par la Société publique de Gestion de l'Eau ".
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Dénomination Parlement de la Communauté germanophone.
Art.2. In artikel 9, lid 2, van hetzelfde decreet wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
Art.2. Dans l'article 9, alinéa 2, du même décret, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
Eigendomsverhoudingen.
Rapports de propriété.
Art.3. Artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2004, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 1 wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Is een gemeente eigenares van het te subsidiëren onroerend goed, dan kan het in het eerste lid vermeld erfpachtverdrag, opstalverdrag of huurcontract door een gebruiksrecht worden vervangen. "
2° in § 2 wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Voor de buiteninfrastructuren en de openbare wegen van de gemeenten wordt een algemene afwijking van de in § 1 vermelde voorwaarden toegekend. "
1° in § 1 wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Is een gemeente eigenares van het te subsidiëren onroerend goed, dan kan het in het eerste lid vermeld erfpachtverdrag, opstalverdrag of huurcontract door een gebruiksrecht worden vervangen. "
2° in § 2 wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Voor de buiteninfrastructuren en de openbare wegen van de gemeenten wordt een algemene afwijking van de in § 1 vermelde voorwaarden toegekend. "
Art.3. L'article 12 du même décret, modifié par le décret du 1er mars 2004, est modifié comme suit :
1° au § 1er, il est inséré un troisième alinéa, libellé comme suit :
" Lorsqu'une commune est propriétaire de l'immeuble à subsidier, le contrat de bail emphytéotique, de louage à domaine congéable ou de bail mentionné au premier alinéa peut être remplacé par un droit d'usage. ";
2° au § 2, il est inséré un deuxième alinéa, libellé comme suit :
" Pour les infrastructures extérieures et voiries publiques des communes, une dérogation générale aux conditions mentionnées au § 1er est accordée. "
1° au § 1er, il est inséré un troisième alinéa, libellé comme suit :
" Lorsqu'une commune est propriétaire de l'immeuble à subsidier, le contrat de bail emphytéotique, de louage à domaine congéable ou de bail mentionné au premier alinéa peut être remplacé par un droit d'usage. ";
2° au § 2, il est inséré un deuxième alinéa, libellé comme suit :
" Pour les infrastructures extérieures et voiries publiques des communes, une dérogation générale aux conditions mentionnées au § 1er est accordée. "
Verzekering.
Assurance.
Art.4. In artikel 13 van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden " inrichting " en " is " de passus ", met uitzondering van de buiteninfrastructuren en de openbare wegen van de gemeenten, " ingevoegd.
Art.4. Dans l'article 13 du même décret, le passage ", à l'exception des infrastructures extérieures et voiries publiques des communes, " est inséré entre " à subsidier " et " doit ".
Berekeningsbasis voor de toelage.
Base de calcul du subside.
Art.5. Artikel 17, § 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 februari 2003, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Kan een infrastructuurproject door andere overheden gesubsidieerd worden, dan moet deze toelage aangevraagd worden. Met uitzondering van de toelage toegekend door de vestigingsgemeente van de aanvrager, worden deze toelagen van de globale kostprijs van het project afgetrokken voordat de toelage, toegekend met toepassing van voorliggend decreet, berekend wordt. Dit geldt eveneens voor elke door andere overheden of openbare instellingen toegekende vergoeding of voor alle verplichte kostenbijdragen, met uitzondering van de kostenbijdrage van de gebruiker van de infrastructuur, als hij zelf subsidieerbaar is.
Het eerste lid is niet van toepassing op de in artikel 39 vermelde toelage voor de onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en landschappen. "
" § 3. Kan een infrastructuurproject door andere overheden gesubsidieerd worden, dan moet deze toelage aangevraagd worden. Met uitzondering van de toelage toegekend door de vestigingsgemeente van de aanvrager, worden deze toelagen van de globale kostprijs van het project afgetrokken voordat de toelage, toegekend met toepassing van voorliggend decreet, berekend wordt. Dit geldt eveneens voor elke door andere overheden of openbare instellingen toegekende vergoeding of voor alle verplichte kostenbijdragen, met uitzondering van de kostenbijdrage van de gebruiker van de infrastructuur, als hij zelf subsidieerbaar is.
Het eerste lid is niet van toepassing op de in artikel 39 vermelde toelage voor de onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en landschappen. "
Art.5. L'article 17, § 3, du même décret, inséré par le décret du 3 février 2003, est remplacé par la disposition suivante :
" § 3 - Lorsqu'un projet d'infrastructure peut être subsidié par d'autres autorités, ce subside doit être sollicité. A l'exception de celui de la commune d'implantation du demandeur, ces subsides sont déduits du coût global du projet avant que ne soit calculé le subside octroyé en application du présent décret. Ceci vaut également pour chaque indemnité accordée par d'autres autorités ou établissements publics ainsi que pour toutes les participations obligatoires aux frais, sauf pour la participation aux frais payée par l'utilisateur de l'infrastructure s'il est lui-même subsidiable.
Le premier alinéa ne s'applique pas au subside mentionné à l'article 39 pour les bâtiments et paysages classés. "
" § 3 - Lorsqu'un projet d'infrastructure peut être subsidié par d'autres autorités, ce subside doit être sollicité. A l'exception de celui de la commune d'implantation du demandeur, ces subsides sont déduits du coût global du projet avant que ne soit calculé le subside octroyé en application du présent décret. Ceci vaut également pour chaque indemnité accordée par d'autres autorités ou établissements publics ainsi que pour toutes les participations obligatoires aux frais, sauf pour la participation aux frais payée par l'utilisateur de l'infrastructure s'il est lui-même subsidiable.
Le premier alinéa ne s'applique pas au subside mentionné à l'article 39 pour les bâtiments et paysages classés. "
Subsidiëringsaanvraag.
Demande de subsides.
Art.6. Artikel 21, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2004, wordt gewijzigd als volgt :
1° in 1° worden de woorden " artikel 12, § 2, " vervangen door " artikel 12, § 2, lid 1, ";
2° 11° wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" 11° het bewijs dat de in de artikelen 5, lid 2, en 17, § 3, zijn aangevraagd. ";
3° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Voor de buiteninfrastructuren en de openbare wegen van de gemeenten zijn de in 1°, 7° en 9°, vermelde documenten niet vereist. "
1° in 1° worden de woorden " artikel 12, § 2, " vervangen door " artikel 12, § 2, lid 1, ";
2° 11° wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" 11° het bewijs dat de in de artikelen 5, lid 2, en 17, § 3, zijn aangevraagd. ";
3° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Voor de buiteninfrastructuren en de openbare wegen van de gemeenten zijn de in 1°, 7° en 9°, vermelde documenten niet vereist. "
Art.6. L'article 21, § 1er, du même décret, modifié par le décret du 1er mars 2004, est modifié comme suit :
1° au 1°, les mots " article 12, § 2, " sont remplacés par " article 12, § 2, alinéa 1er ";
2° le 11° est repris dans la rédaction suivante :
" 11° la preuve que les subsides mentionnés aux articles 5, alinéa 2, et 17, § 3, ont été demandés. ";
3° il est inséré un deuxième alinéa, libellé comme suit : " Pour les infrastructures extérieures et voiries publiques des communes, les documents mentionnés aux 1°, 7° et 9°, ne sont pas requis. "
1° au 1°, les mots " article 12, § 2, " sont remplacés par " article 12, § 2, alinéa 1er ";
2° le 11° est repris dans la rédaction suivante :
" 11° la preuve que les subsides mentionnés aux articles 5, alinéa 2, et 17, § 3, ont été demandés. ";
3° il est inséré un deuxième alinéa, libellé comme suit : " Pour les infrastructures extérieures et voiries publiques des communes, les documents mentionnés aux 1°, 7° et 9°, ne sont pas requis. "
Meerkosten.
Coûts supplémentaires.
Art.7. In artikel 23, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 maart 2005, wordt tussen de woorden " andere ondergrondse werken " en " kunnen " de passus " alsmede van werken uitgevoerd aan onder monumentenzorg geplaatste onroerende goederen en landschappen " ingevoegd.
Art.7. Dans l'article 23, § 2, du même décret, inséré par le décret du 21 mars 2005, les mots " ainsi que de travaux réalisés à des bâtiments et paysages classés " sont insérés entre " d'autres travaux en sous-sol " et " peuvent ".
Garantie van de Gemeenschap.
Garantie de la Communauté.
Art.8. In artikel 27, 1°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2003, worden de passussen " geen gemeente, " en " geen openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, " geschrapt.
Art.8. Dans l'article 27, 1°, du même décret, modifié par le décret du 3 février 2003, les mots " une commune, " et " un centre public d'aide sociale, " sont supprimés.
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Dénomination Parlement de la Communauté germanophone.
Art.9. In artikel 35, lid 3, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het programmadecreet van 3 februari 2003, wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
Art.9. Dans l'article 35, alinéa 3, du même décret, inséré par le décret-programme du 3 février 2003, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
HOOFDSTUK II. - Persoonsgebonden Aangelegenheden.
CHAPITRE II. - Matières Personnalisables.
Opdrachten van de Dienst voor de personen met een handicap.
Missions de l'Office pour les personnes handicapées.
Art.10. Artikel 4 van het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998, 18 maart 2002 en 16 december 2003, wordt vervangen als volgt :
1° § 1, 4bis°, wordt vervangen door de volgende bepaling : " de kosten overnemen waarvan het bewezen is dat ze door de kinderen en jongeren met een handicap resp. door de personen belast met hun opvoeding gedragen worden en die betrekking hebben tot therapeutische behandelingen, technisch-therapeutische hulpverlening, buitengewone pedagogische hulpmiddelen en heelkundige ingrepen met het oog op de maatschappelijke integratie, voorzover :
- ze niet door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, een ziekenfonds of een verzekering terugbetaald worden;
- ze, voor de perioden van de therapeutische behandelingen en heelkundige ingrepen en van beroep op de technisch-therapeutische hulpverlening en buitengewone pedagogische hulpmiddelen, hoger liggen dan de som van de tijdens een kalenderjaar uitbetaalde verhoogde kinderbijslag;
- ze niet betrekking hebben tot de tijd die de ouders besteden en investeren, de duur van de verplaatsingen en van het onthaal, wat de hulpverlening, de hulpmiddelen, de behandelingen en de heelkundige ingrepen betreft;
- ze, wat de therapeutische behandelingen en heelkundige ingrepen betreft, betrekking hebben tot behandelingen en ingrepen die ofwel als individuele ofwel als multidisciplinaire maatregel in de nomenclatuur van de R.I.Z.I.V. opgenomen zijn of door de in artikel 20 vermelde evaluatiecommissie als noodzakelijk beschouwd worden voor de maatschappelijke integratie. ";
2° § 2 wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" § 2. De Regering kan de kadervoorwaarden bepalen voor de uitvoering van de in § 1 vermelde opdrachten. "
1° § 1, 4bis°, wordt vervangen door de volgende bepaling : " de kosten overnemen waarvan het bewezen is dat ze door de kinderen en jongeren met een handicap resp. door de personen belast met hun opvoeding gedragen worden en die betrekking hebben tot therapeutische behandelingen, technisch-therapeutische hulpverlening, buitengewone pedagogische hulpmiddelen en heelkundige ingrepen met het oog op de maatschappelijke integratie, voorzover :
- ze niet door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, een ziekenfonds of een verzekering terugbetaald worden;
- ze, voor de perioden van de therapeutische behandelingen en heelkundige ingrepen en van beroep op de technisch-therapeutische hulpverlening en buitengewone pedagogische hulpmiddelen, hoger liggen dan de som van de tijdens een kalenderjaar uitbetaalde verhoogde kinderbijslag;
- ze niet betrekking hebben tot de tijd die de ouders besteden en investeren, de duur van de verplaatsingen en van het onthaal, wat de hulpverlening, de hulpmiddelen, de behandelingen en de heelkundige ingrepen betreft;
- ze, wat de therapeutische behandelingen en heelkundige ingrepen betreft, betrekking hebben tot behandelingen en ingrepen die ofwel als individuele ofwel als multidisciplinaire maatregel in de nomenclatuur van de R.I.Z.I.V. opgenomen zijn of door de in artikel 20 vermelde evaluatiecommissie als noodzakelijk beschouwd worden voor de maatschappelijke integratie. ";
2° § 2 wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
" § 2. De Regering kan de kadervoorwaarden bepalen voor de uitvoering van de in § 1 vermelde opdrachten. "
Art.10. L'article 4 du décret du 19 juin 1990 portant création d'un Office de la Communauté germanophone pour les personnes handicapées, modifié par les décrets des 29 juin 1998, 18 mars 2002 et 16 décembre 2003, est modifié comme suit :
1° le § 1, 4bis°, est remplacé par la disposition suivante : " prendre en charge les coûts dont il est prouvé qu'ils sont supportés par les enfants et jeunes handicapés ou les personnes chargées de leur éducation et ayant trait à des traitements thérapeutiques, à des aides technico-thérapeutiques, des moyens pédagogiques spéciaux et des interventions chirurgicales visant l'intégration sociale, dans la mesure où
- ils ne sont pas remboursés par l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, une mutualité ou une assurance;- pour la période des traitements thérapeutiques et opérations et de recours aux aides technico-thérapeutiques et moyens pédagogiques spéciaux, ils sont supérieurs à la somme des allocations familiales majorées liquidées au cours d'une année calendrier;
- ils ne se rapportent pas au temps consacré et investi par les parents, aux déplacements et à la garde, pour ce qui concerne les aides, moyens, traitements et opérations chirurgicales;
- pour ce qui est des traitements thérapeutiques et opérations chirurgicales, ils se rapportent à des traitements et opérations prévus dans la nomenclature de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité comme mesures individuelles ou pluridisciplinaires, ou sont considérés par la commission d'évaluation prévue à l'article 20 comme condition sine qua non à l'intégration sociale. ";
2° le paragraphe 2 est repris dans la rédaction suivante :
" § 2. Le Gouvernement peut fixer les conditions-cadres pour l'exécution des missions mentionnées aux § 1er. "
1° le § 1, 4bis°, est remplacé par la disposition suivante : " prendre en charge les coûts dont il est prouvé qu'ils sont supportés par les enfants et jeunes handicapés ou les personnes chargées de leur éducation et ayant trait à des traitements thérapeutiques, à des aides technico-thérapeutiques, des moyens pédagogiques spéciaux et des interventions chirurgicales visant l'intégration sociale, dans la mesure où
- ils ne sont pas remboursés par l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, une mutualité ou une assurance;- pour la période des traitements thérapeutiques et opérations et de recours aux aides technico-thérapeutiques et moyens pédagogiques spéciaux, ils sont supérieurs à la somme des allocations familiales majorées liquidées au cours d'une année calendrier;
- ils ne se rapportent pas au temps consacré et investi par les parents, aux déplacements et à la garde, pour ce qui concerne les aides, moyens, traitements et opérations chirurgicales;
- pour ce qui est des traitements thérapeutiques et opérations chirurgicales, ils se rapportent à des traitements et opérations prévus dans la nomenclature de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité comme mesures individuelles ou pluridisciplinaires, ou sont considérés par la commission d'évaluation prévue à l'article 20 comme condition sine qua non à l'intégration sociale. ";
2° le paragraphe 2 est repris dans la rédaction suivante :
" § 2. Le Gouvernement peut fixer les conditions-cadres pour l'exécution des missions mentionnées aux § 1er. "
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Dénomination Parlement de la Communauté germanophone.
Art.11. In artikel 8, lid 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het programmadecreet van 23 oktober 2000, wordt de benaming " Gewest- of Gemeenschapsraad " vervangen door de benaming " Gewest- of Gemeenschapsparlement ".
Art.11. Dans l'article 8, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret-programme du 23 octobre 2000, la dénomination " Conseil de Communauté ou de Région " est remplacée par la dénomination " Parlement de Communauté ou de Région ".
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Dénomination Parlement de la Communauté germanophone.
Art.12. In artikel 9, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998 en 16 december 2003, wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
Art.12. Dans l'article 9, § 1er, du même décret, modifié par les décrets des 29 juin 1998 et 16 décembre 2003, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
Bevoegdheden van de raad van bestuur van de Dienst voor de personen met een handicap.
Compétences du conseil d'administration de l'Office pour les personnes handicapées.
Art.13. Artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 29 juni 1998 en 16 december 2003, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 2 wordt het woord " inschrijvingsprocedure " vervangen door het woord " aanvraagprocedure ".
2° er wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt :
" § 3; Om bij de Dienst ingeschreven te worden en een beroep te kunnen doen op één der in artikel 4 bepaalde hulp- of aanpassingsmaatregelen, moet een aanvraag per aangetekende brief d.m.v. een daartoe voorgeschreven aanvraagformulier bij de Dienst worden ingediend. Bij de aanvraag moeten alle bewijsstukken worden gevoegd die noodzakelijk zijn om erover een advies te kunnen uitbrengen. De aanvraag omvat een precieze beschrijving van de aangevraagde hulp- of aanpassingsmaatregel. "
1° in § 2 wordt het woord " inschrijvingsprocedure " vervangen door het woord " aanvraagprocedure ".
2° er wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt :
" § 3; Om bij de Dienst ingeschreven te worden en een beroep te kunnen doen op één der in artikel 4 bepaalde hulp- of aanpassingsmaatregelen, moet een aanvraag per aangetekende brief d.m.v. een daartoe voorgeschreven aanvraagformulier bij de Dienst worden ingediend. Bij de aanvraag moeten alle bewijsstukken worden gevoegd die noodzakelijk zijn om erover een advies te kunnen uitbrengen. De aanvraag omvat een precieze beschrijving van de aangevraagde hulp- of aanpassingsmaatregel. "
Art.13. L'article 18 du même décret, modifié par les décrets des 29 juin 1998 et 16 décembre 2003, est modifié comme suit :
1° au § 2, le passage " procédure d'inscription " est remplacé par le passage " procédure de demande ";
2° il est inséré un § 3, libellé comme suit :
" Pour être inscrit auprès de l'Office et pouvoir solliciter une des mesures d'aide ou d'adaptation prévues à l'article 4, une demande doit être introduite par recommandé auprès de l'Office, et ce au moyen d'un formulaire ad hoc. La demande doit être accompagnée de tous les documents justificatifs nécessaires pour pouvoir rendre un avis. La demande comporte une description précise de la mesure d'aide ou d'adaptation sollicitée. "
1° au § 2, le passage " procédure d'inscription " est remplacé par le passage " procédure de demande ";
2° il est inséré un § 3, libellé comme suit :
" Pour être inscrit auprès de l'Office et pouvoir solliciter une des mesures d'aide ou d'adaptation prévues à l'article 4, une demande doit être introduite par recommandé auprès de l'Office, et ce au moyen d'un formulaire ad hoc. La demande doit être accompagnée de tous les documents justificatifs nécessaires pour pouvoir rendre un avis. La demande comporte une description précise de la mesure d'aide ou d'adaptation sollicitée. "
Evaluatiecommissie.
Commission d'évaluation.
Art.14. Artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 16 december 2003, wordt gewijzigd als volgt :
1° § 2, lid 1, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De met toepassing van artikel 18, § 3, ingediende aanvragen worden onmiddellijk aan de evaluatiecommissie toegezonden. Om haar advies uit te brengen, kan de evaluatiecommissie de aanvrager schriftelijk uitnodigen haar alle nodige bewijsstukken en inlichtingen te verstrekken.
2° in § 3bis wordt vóór het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Om de aanvragen om technisch-therapeutische hulpverlening en buitengewone pedagogische hulpmiddelen te behandelen en erover een advies uit te brengen, doet de evaluatiecommissie een beroep op twee vertegenwoordigers van de Onderwijsafdeling van het Ministerie, onder wie ten minste één lid van de pedagogische inspectiebegeleiding is. ";
3° in § 4 worden tussen de woorden " deskundigen " en " alsmede aan de consultatie- en onderzoekscentra " de woorden " en geneesheer-specialisten " ingevoegd.
1° § 2, lid 1, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De met toepassing van artikel 18, § 3, ingediende aanvragen worden onmiddellijk aan de evaluatiecommissie toegezonden. Om haar advies uit te brengen, kan de evaluatiecommissie de aanvrager schriftelijk uitnodigen haar alle nodige bewijsstukken en inlichtingen te verstrekken.
2° in § 3bis wordt vóór het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Om de aanvragen om technisch-therapeutische hulpverlening en buitengewone pedagogische hulpmiddelen te behandelen en erover een advies uit te brengen, doet de evaluatiecommissie een beroep op twee vertegenwoordigers van de Onderwijsafdeling van het Ministerie, onder wie ten minste één lid van de pedagogische inspectiebegeleiding is. ";
3° in § 4 worden tussen de woorden " deskundigen " en " alsmede aan de consultatie- en onderzoekscentra " de woorden " en geneesheer-specialisten " ingevoegd.
Art.14. L'article 20 du même décret, modifié par le décret du 16 décembre 2003, est modifié comme suit :
1° le § 2, alinéa 1er, est remplacé par la disposition suivante :
" Les demandes introduites en application de l'article 18, § 3, sont immédiatement transmises à la commission d'évaluation. Pour émettre son avis, la commission d'évaluation peut, par écrit, inviter le demandeur à lui fournir tout justificatif et renseignement nécessaire. "
2° au § 3bis, un nouvel alinéa, libellé comme suit, est inséré avant le deuxième alinéa actuel :
" Pour examiner les demandes d'aide technico-thérapeutiques et de moyens pédagogiques spéciaux et rendre un avis, la commission d'évaluation fait appel à deux représentants de la Division Enseignement du Ministère, dont au moins un est membre de l'Inspection-guidance pédagogique. "
3° au § 4, les mots " aux médecins spécialistes, " sont insérés entre les mots " aux experts " et " ainsi qu'aux centres de consultation et d'examen ".
1° le § 2, alinéa 1er, est remplacé par la disposition suivante :
" Les demandes introduites en application de l'article 18, § 3, sont immédiatement transmises à la commission d'évaluation. Pour émettre son avis, la commission d'évaluation peut, par écrit, inviter le demandeur à lui fournir tout justificatif et renseignement nécessaire. "
2° au § 3bis, un nouvel alinéa, libellé comme suit, est inséré avant le deuxième alinéa actuel :
" Pour examiner les demandes d'aide technico-thérapeutiques et de moyens pédagogiques spéciaux et rendre un avis, la commission d'évaluation fait appel à deux représentants de la Division Enseignement du Ministère, dont au moins un est membre de l'Inspection-guidance pédagogique. "
3° au § 4, les mots " aux médecins spécialistes, " sont insérés entre les mots " aux experts " et " ainsi qu'aux centres de consultation et d'examen ".
Maximumbedragen.
Plafonds.
Art.15. In artikel 21 van hetzelfde decreet wordt vóór het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt :
" Op de voordracht van de in artikel 20 vermelde evaluatiecommissie kan de raad van bestuur in het kader van de door de Regering vastgelegde voorwaarden maximumbedragen vastleggen voor de in artikel 4 bedoelde hulp- en aanpassingsmaatregelen. "
" Op de voordracht van de in artikel 20 vermelde evaluatiecommissie kan de raad van bestuur in het kader van de door de Regering vastgelegde voorwaarden maximumbedragen vastleggen voor de in artikel 4 bedoelde hulp- en aanpassingsmaatregelen. "
Art.15. Dans l'article 21 du même décret, l'alinéa suivant est inséré avant l'alinéa 2 :
" Sur proposition de la commission d'évaluation mentionnée à l'article 20, le conseil d'administration peut, dans le cadre des conditions déterminées par le Gouvernement, fixer des plafonds pour les mesures d'aide et d'adaptation visées à l'article 4. "
" Sur proposition de la commission d'évaluation mentionnée à l'article 20, le conseil d'administration peut, dans le cadre des conditions déterminées par le Gouvernement, fixer des plafonds pour les mesures d'aide et d'adaptation visées à l'article 4. "
Benaming Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Dénomination Parlement de la Communauté germanophone.
Art.16. In artikel 4, § 1, van het decreet van 9 mei 1988 tot overname van sommige personeelsleden van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn en tot regeling van het herbergen van kinderen tot twaalf jaar, ingevoegd bij het programmadecreet van 3 februari 2003, wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
Art.16. Dans l'article 4, § 1er, du décret du 9 mai 1988 visant la reprise de certains membres du personnel de l'Oeuvre nationale de l'Enfance et portant réglementation de l'hébergement d'enfants de moins de douze ans, inséré par le décret-programme du 3 février 2003, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
Fonds tot bescherming van het ongeboren leven.
Fonds pour la protection de la vie encore à naître.
Art.17. In artikel 6bis, § 1, lid 2, van het decreet van 9 mei 1988 tot overname van sommige personeelsleden van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn en tot regeling van het herbergen van kinderen tot twaalf jaar, ingevoegd bij het decreet van 21 januari 1991, wordt een punt 3 ingevoegd, luidend als volgt :
" 3. de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 38 van het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand. "
" 3. de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van artikel 38 van het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand. "
Art.17. Dans l'article 6bis, § 1er, alinéa 2, du décret du 9 mai 1988 visant la reprise de certains membres du personnel de l'Oeuvre nationale de l'Enfance et portant réglementation de l'hébergement d'enfants de moins de douze ans, inséré par le décret du 21 janvier 1991, il est inséré un point 3., libellé comme suit :
" 3. des recettes qui résultent de l'application de l'article 38 du décret du 20 mars 1995 concernant l'aide à la jeunesse. "
" 3. des recettes qui résultent de l'application de l'article 38 du décret du 20 mars 1995 concernant l'aide à la jeunesse. "
HOOFDSTUK III. - Culturele Aangelegenheden.
CHAPITRE III. - Matières Culturelles.
Afdeling 1. - Media.
Section 1re. - Médias.
Definities.
Définitions.
Art.18. (Betreft niet de Nederlandse tekst)
Art.18. (Ne concerne pas le texte français)
Aanbieders van andere diensten : voorwaarden.
Fournisseurs d'autres services : conditions.
Art.19. In artikel 37, 1°, van het decreet van 27 juni 2005 over de radio-omroep en de filmvoorstellingen worden de woorden " de aanvrager " vervangen door de woorden " de aanbieder ".
In artikel 38, lid 2, 1°, worden de woorden " van de aanvrager " vervangen door de woorden " van de aanbieder ".
Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt :
1° in de inleidende zin wordt de passus " Om als aanbieder van een andere omroepdienst dan een televisie- of geluidsprogramma erkend te worden " vervangen door de passus " Om zich als aanbieder van een andere omroepdienst dan een televisie- of geluidsprogramma te laten registreren ".
2° het woord " aanvrager " wordt telkens vervangen door het woord " aanbieder ".
In artikel 38, lid 2, 1°, worden de woorden " van de aanvrager " vervangen door de woorden " van de aanbieder ".
Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt :
1° in de inleidende zin wordt de passus " Om als aanbieder van een andere omroepdienst dan een televisie- of geluidsprogramma erkend te worden " vervangen door de passus " Om zich als aanbieder van een andere omroepdienst dan een televisie- of geluidsprogramma te laten registreren ".
2° het woord " aanvrager " wordt telkens vervangen door het woord " aanbieder ".
Art.19. Dans l'article 37, 1°, du décret du 27 juin 2005 sur la radiodiffusion et les représentations cinématographiques, les mots " le demandeur " sont remplacés par les mots " le fournisseur ".
Dans l'article 38, alinéa 2, 1°, les mots " du demandeur " sont remplacés par les mots " du fournisseur ".
L'article 39 du même décret est modifié comme suit :
1° dans la phrase introductive, le passage " Pour être agréée " est remplacé par le passage " Pour se faire enregistrer ";
2° le mot " demandeur " est à chaque fois remplacé par le mot " fournisseur ".
Dans l'article 38, alinéa 2, 1°, les mots " du demandeur " sont remplacés par les mots " du fournisseur ".
L'article 39 du même décret est modifié comme suit :
1° dans la phrase introductive, le passage " Pour être agréée " est remplacé par le passage " Pour se faire enregistrer ";
2° le mot " demandeur " est à chaque fois remplacé par le mot " fournisseur ".
Doorhaling van de aanvraag om erkenning.
Radiation de la demande d'agréation.
Art.20. Artikel 40 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.20. L'article 40 est abrogé.
Radio Data System.
Radio Data System.
Art.21. In titel 4, hoofdstuk 2, afdeling 2, van hetzelfde decreet wordt een nieuw artikel 61bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Artikel 61bis - Radio Data System
Wordt het gebruik van het Radio Data System (RDS) gepland, dan moet het door de beslissingskamer medegedeelde PI-code worden gebruikt.
" Artikel 61bis - Radio Data System
Wordt het gebruik van het Radio Data System (RDS) gepland, dan moet het door de beslissingskamer medegedeelde PI-code worden gebruikt.
Art.21. Au titre 4, chapitre 2, section 2, du même décret, il est inséré un nouvel article 61bis, libellé comme suit :
" Article 61bis - Radio Data System
S'il est prévu d'utiliser le Radio Data System (RDS), alors il faudra utiliser le code RDS-PI communiqué par la chambre décisionnelle. "
" Article 61bis - Radio Data System
S'il est prévu d'utiliser le Radio Data System (RDS), alors il faudra utiliser le code RDS-PI communiqué par la chambre décisionnelle. "
Samenstelling van de advieskamer.
Composition de la chambre consultative.
Art.22. Artikel 111, § 1, lid 2, van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt :
1° in 6° wordt het woord " en " aan het einde van de zin vervangen door een puntkomma;
2° in 7° wordt de puntkomma vervangen door het woord " en ";
3° er wordt een nieuw 8° ingevoegd, luidend als volgt :
" 8° één lid op de voordracht van het bestuur van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België. "
In artikel 111, § 1, lid 3, van hetzelfde decreet wordt een nieuw 7° ingevoegd, luidend als volgt :
" 7° één lid op de voordracht van de Raad voor jeugdbijstand. "
1° in 6° wordt het woord " en " aan het einde van de zin vervangen door een puntkomma;
2° in 7° wordt de puntkomma vervangen door het woord " en ";
3° er wordt een nieuw 8° ingevoegd, luidend als volgt :
" 8° één lid op de voordracht van het bestuur van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België. "
In artikel 111, § 1, lid 3, van hetzelfde decreet wordt een nieuw 7° ingevoegd, luidend als volgt :
" 7° één lid op de voordracht van de Raad voor jeugdbijstand. "
Art.22. L'article 111, § 1, alinéa 2, du même décret est modifié comme suit :
1° au 6°, le mot " et " en fin de phrase est remplacé par un point virgule;
2° au 7°, le point est remplacé par le mot " et ";
3° il est inséré un nouveau 8°, libellé comme suit :
" 8° un membre sur la proposition du comité directeur de l'Association générale des journalistes professionnels de Belgique. "
Dans l'article 111, § 1er, alinéa 3, du même décret, il est inséré un nouveau 7°, libellé comme suit :
" 7° un membre sur la proposition du conseil de l'aide à la jeunesse. "
1° au 6°, le mot " et " en fin de phrase est remplacé par un point virgule;
2° au 7°, le point est remplacé par le mot " et ";
3° il est inséré un nouveau 8°, libellé comme suit :
" 8° un membre sur la proposition du comité directeur de l'Association générale des journalistes professionnels de Belgique. "
Dans l'article 111, § 1er, alinéa 3, du même décret, il est inséré un nouveau 7°, libellé comme suit :
" 7° un membre sur la proposition du conseil de l'aide à la jeunesse. "
Opdrachten van de advieskamer.
Missions de la chambre consultative.
Art.23. Artikel 114, § 1, 1°, c), van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.23. L'article 114, § 1er, 1°, c), du même décret est abrogé.
Afdeling 2. - Cultuur.
Section 2. - Culture.
Erkenning als vereniging voor amateuristische kunstbeoefening.
Agréation comme société d'art amateur.
Art.24. Artikel 3 van het decreet van 28 juni 1988 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening, gewijzigd bij het programmadecreet 2005 van 21 maart 2005, wordt gewijzigd als volgt :
1° in 1° wordt tussen het woord " zetel " en de woorden " in het Duitse " de passus " en haar voornaamste activiteiten " ingevoegd;
2° er wordt een nieuw lid 2 ingevoegd, luidend als volgt :
" In afwijking van lid 1, 2°, moeten de vocale ensembles ten minste vier leden tellen. "
1° in 1° wordt tussen het woord " zetel " en de woorden " in het Duitse " de passus " en haar voornaamste activiteiten " ingevoegd;
2° er wordt een nieuw lid 2 ingevoegd, luidend als volgt :
" In afwijking van lid 1, 2°, moeten de vocale ensembles ten minste vier leden tellen. "
Art.24. L'article 3 du décret du 28 juin 1988 réglant l'agréation et le subventionnement des sociétés d'art amateur, modifié par le décret-programme 2005 du 21 mars 2005, est modifié comme suit :
1° au 1°, le passage " et y mener ses principales activités " est inséré avant le point virgule;
2° il est inséré un nouvel alinéa 2, libellé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, 2°, les ensembles vocaux doivent compter au moins quatre membres. "
1° au 1°, le passage " et y mener ses principales activités " est inséré avant le point virgule;
2° il est inséré un nouvel alinéa 2, libellé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, 2°, les ensembles vocaux doivent compter au moins quatre membres. "
Werkingstoelagen voor verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening.
Subventions de fonctionnement pour les associations d'art amateur.
Art.25. Artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 7 januari 2002 en 3 februari 2003, wordt vervangen als volgt :
" Artikel 6 - § 1 - De erkende verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening verkrijgen een jaarlijkse werkingstoelage waarvan het maximaal bedrag als volgt berekend wordt :
1. MUZIEK
1.1. Muziekverenigingen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
20-34 leden : 620
vanaf 35 leden : 750
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 18 jaar (maximum : 370)
1.2. Andere instrumentale ensembles
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
vanaf 20 leden : 620
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 18 jaar (maximum : 125)
1.3. Jeugdorkest (maximumleeftijd 18 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
2. KOREN
2.1. Koren/zangverenigingen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
20-34 leden : 620
vanaf 35 leden : 750
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 370)
2.2. Andere vocale ensembles
Forfaitair basisbedrag :
4-8 leden : 250
9-19 leden : 370
vanaf 20 leden : 500
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 125)
2.3. Kinder- en jeugdkoren (maximumleeftijd 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
3. DANS
3.1. Dansgroepen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 250
20-34 leden : 370
vanaf 35 leden : 500
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid onder 25 jaar (maximum : 125)
3.2. Dansgroepen van kinderen en jongeren (maximumleeftijd : 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
4. THEATER
4.1. Theaterensembles
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
vanaf 20 leden : 620
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 250)
4.2. Theater voor kinderen en jongeren (maximumleeftijd : 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 10 leden : 250
§ 2. De mensen die tegelijk lid zijn van :
- een muziekvereniging of van een instrumentaal ensemble en van een jeugdorkest behorend tot dezelfde vereniging;
- een koor/zangvereniging of van een vocaal ensemble en van een jeugd- of kinderkoor behorend tot dezelfde vereniging;
- een dansgroep en van een dansgroep van kinderen of jongeren behorend tot dezelfde vereniging;
- een theaterensemble en een theater voor kinderen of jongeren behorend tot dezelfde vereniging worden, bij de berekening van de werkingstoelage, slechts voor de eerstgenoemde vereniging in aanmerking genomen. "
" Artikel 6 - § 1 - De erkende verenigingen voor amateuristische kunstbeoefening verkrijgen een jaarlijkse werkingstoelage waarvan het maximaal bedrag als volgt berekend wordt :
1. MUZIEK
1.1. Muziekverenigingen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
20-34 leden : 620
vanaf 35 leden : 750
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 18 jaar (maximum : 370)
1.2. Andere instrumentale ensembles
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
vanaf 20 leden : 620
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 18 jaar (maximum : 125)
1.3. Jeugdorkest (maximumleeftijd 18 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
2. KOREN
2.1. Koren/zangverenigingen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
20-34 leden : 620
vanaf 35 leden : 750
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 370)
2.2. Andere vocale ensembles
Forfaitair basisbedrag :
4-8 leden : 250
9-19 leden : 370
vanaf 20 leden : 500
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 125)
2.3. Kinder- en jeugdkoren (maximumleeftijd 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
3. DANS
3.1. Dansgroepen
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 250
20-34 leden : 370
vanaf 35 leden : 500
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid onder 25 jaar (maximum : 125)
3.2. Dansgroepen van kinderen en jongeren (maximumleeftijd : 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 15 leden : 370
4. THEATER
4.1. Theaterensembles
Forfaitair basisbedrag :
7-19 leden : 500
vanaf 20 leden : 620
Bijkomend forfaitair bedrag ten belope van 25 per lid tot 25 jaar (maximum : 250)
4.2. Theater voor kinderen en jongeren (maximumleeftijd : 25 jaar)
Forfaitair bedrag vanaf 10 leden : 250
§ 2. De mensen die tegelijk lid zijn van :
- een muziekvereniging of van een instrumentaal ensemble en van een jeugdorkest behorend tot dezelfde vereniging;
- een koor/zangvereniging of van een vocaal ensemble en van een jeugd- of kinderkoor behorend tot dezelfde vereniging;
- een dansgroep en van een dansgroep van kinderen of jongeren behorend tot dezelfde vereniging;
- een theaterensemble en een theater voor kinderen of jongeren behorend tot dezelfde vereniging worden, bij de berekening van de werkingstoelage, slechts voor de eerstgenoemde vereniging in aanmerking genomen. "
Art.25. L'article 6 du même décret, modifié par les décrets des 7 janvier 2002 et 3 février 2003, est remplacé par le libellé suivant :
" Article 6 § 1er. Les sociétés d'art amateur agréées reçoivent un subside de fonctionnement annuel dont le plafond est calculé comme suit :
1. MUSIQUE
1.1. Sociétés de musique
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
20-34 membres : 620 euro
à partir de 35 membres : 750 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 18 ans (maximum : 370 euro )
1.2. Autres ensembles instrumentaux
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
à partir de 20 membres : 620 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 18 ans (maximum : 125 euro )
1.3. Orchestre de jeunes (âge maximal : 18 ans)
- Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
2. CHURS
2.1. Choeurs/chorales
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
20-34 membres : 620 euro
à partir de 35 membres : 750 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 370 euro )
2.2. Autres ensembles vocaux
- Forfait de base :
4-8 membres : 250 euro
9-19 membres : 370 euro
à partir de 20 membres : 500 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 125 euro )
2.3. Choeurs d'enfants et de jeunes (âge maximal 25 ans)
Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
3. DANSE
3.1. Groupes de danse
- Forfait de base :
7-19 membres : 250 euro
20-34 membres : 370 euro
à partir de 35 membres : 500 euro
Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 125 euro )
3.2. Groupes de danse d'enfants et de jeunes (âge maximal 25 ans)
Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
4. THEATRE
4.1. Troupes théâtrales
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
à partir de 20 membres : 620 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 250 euro )
4.2. Théâtre pour enfants et pour jeunes (âge maximal 25 ans)
- Forfait à partir de 10 membres : 250 euro
§ 2. Les personnes qui sont à la fois membres :
- d'une société de musique ou d'un ensemble instrumental et d'un orchestre de jeunes de la même société;
- d'un choeur/d'une chorale ou d'un ensemble vocal et d'un choeur d'enfants ou de jeunes de la même société;
- d'un groupe de danse et d'un groupe de danse pour enfants ou jeunes de la même société;
- d'une troupe théâtrale ou d'un théâtre pour enfants ou pour jeunes de la même société;
sont uniquement prises en considération pour le calcul du subside de fonctionnement de la première société nommée. "
" Article 6 § 1er. Les sociétés d'art amateur agréées reçoivent un subside de fonctionnement annuel dont le plafond est calculé comme suit :
1. MUSIQUE
1.1. Sociétés de musique
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
20-34 membres : 620 euro
à partir de 35 membres : 750 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 18 ans (maximum : 370 euro )
1.2. Autres ensembles instrumentaux
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
à partir de 20 membres : 620 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 18 ans (maximum : 125 euro )
1.3. Orchestre de jeunes (âge maximal : 18 ans)
- Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
2. CHURS
2.1. Choeurs/chorales
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
20-34 membres : 620 euro
à partir de 35 membres : 750 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 370 euro )
2.2. Autres ensembles vocaux
- Forfait de base :
4-8 membres : 250 euro
9-19 membres : 370 euro
à partir de 20 membres : 500 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 125 euro )
2.3. Choeurs d'enfants et de jeunes (âge maximal 25 ans)
Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
3. DANSE
3.1. Groupes de danse
- Forfait de base :
7-19 membres : 250 euro
20-34 membres : 370 euro
à partir de 35 membres : 500 euro
Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 125 euro )
3.2. Groupes de danse d'enfants et de jeunes (âge maximal 25 ans)
Forfait à partir de 15 membres : 370 euro
4. THEATRE
4.1. Troupes théâtrales
- Forfait de base :
7-19 membres : 500 euro
à partir de 20 membres : 620 euro
- Forfait supplémentaire de 25 euro par membre jusqu'à 25 ans (maximum : 250 euro )
4.2. Théâtre pour enfants et pour jeunes (âge maximal 25 ans)
- Forfait à partir de 10 membres : 250 euro
§ 2. Les personnes qui sont à la fois membres :
- d'une société de musique ou d'un ensemble instrumental et d'un orchestre de jeunes de la même société;
- d'un choeur/d'une chorale ou d'un ensemble vocal et d'un choeur d'enfants ou de jeunes de la même société;
- d'un groupe de danse et d'un groupe de danse pour enfants ou jeunes de la même société;
- d'une troupe théâtrale ou d'un théâtre pour enfants ou pour jeunes de la même société;
sont uniquement prises en considération pour le calcul du subside de fonctionnement de la première société nommée. "
Afdeling 3. - Vormingswerk voor jongeren en volwassenen.
Section 3. - Formation des jeunes et des adultes.
Toelagen voor de personeelskosten betreffende het administratieve en coördinatiepersoneel.
Subventions pour le personnel administratif et de coordination.
Art.26. Artikel 5 van het decreet van 23 maart 1992 houdende toekenning van toelagen voor de personeelskosten van de erkende musea, creatieve ateliers, gewestelijke organisaties voor volksopleiding en vormingswerk voor volwassenen alsook van de erkende jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten, gewijzigd bij het decreet van 14 december 1998 en bij het programmadecreet van 7 januari 2002, wordt opgeheven.
Art.26. L'article 5 du décret du 23 mars 1992 accordant des subventions destinées aux frais de personnel encourus par les musées reconnus, les ateliers créatifs reconnus, les organisations régionales reconnues pour l'éducation populaire et la formation des adultes ainsi que par les organisations de jeunesse, centres de jeunesse et services pour jeunes reconnus, modifié par le décret du 14 décembre 1998 et le décret-programme du 7 janvier 2002, est abrogé.
Beperking van de maximale toelagen.
Limitation des plafonds de subventionnement.
Art.27. § 1. In artikel 6, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, worden tussen de woorden " die " en " 75 % " de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 2. In artikel 7, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, worden tussen de woorden " die " en " 75 % " de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 3. Artikel 8, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, wordt gewijzigd als volgt :
1° tussen de woorden " die " en " 75 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° tussen de woorden " die " en " 60 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 4. Artikel 9, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, wordt gewijzigd als volgt :
1° tussen de woorden " die " en " 75 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° tussen de woorden " die " en " 60 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 5. Artikel 10 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 14 december 1998, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 1, lid 1, worden tussen de woorden " en " en " 60 % " de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° in § 1 wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidend als volgt : " De erkende jeugdcentra die overeenkomstig artikel 15, § 1, lid 2, van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten met de Regering een opdracht voor aanneming van diensten hebben afgesloten, hebben recht op de subsidiëring van een animator met een voltijdse betrekking, onafhankelijk van het aantal activiteiten;
3° in § 2, lid 1, worden de woorden " ten hoogste " tussen de woorden " en " en " 60 % " ingevoegd;
4° in § 3, lid 1, worden de woorden " ten hoogste " tussen de woorden " en " en " 60 % " ingevoegd.
§ 2. In artikel 7, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, worden tussen de woorden " die " en " 75 % " de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 3. Artikel 8, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, wordt gewijzigd als volgt :
1° tussen de woorden " die " en " 75 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° tussen de woorden " die " en " 60 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 4. Artikel 9, lid 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het programmadecreet van 4 maart 1996, wordt gewijzigd als volgt :
1° tussen de woorden " die " en " 75 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° tussen de woorden " die " en " 60 % " worden de woorden " ten hoogste " ingevoegd.
§ 5. Artikel 10 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 14 december 1998, wordt gewijzigd als volgt :
1° in § 1, lid 1, worden tussen de woorden " en " en " 60 % " de woorden " ten hoogste " ingevoegd;
2° in § 1 wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidend als volgt : " De erkende jeugdcentra die overeenkomstig artikel 15, § 1, lid 2, van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten met de Regering een opdracht voor aanneming van diensten hebben afgesloten, hebben recht op de subsidiëring van een animator met een voltijdse betrekking, onafhankelijk van het aantal activiteiten;
3° in § 2, lid 1, worden de woorden " ten hoogste " tussen de woorden " en " en " 60 % " ingevoegd;
4° in § 3, lid 1, worden de woorden " ten hoogste " tussen de woorden " en " en " 60 % " ingevoegd.
Art.27. § 1er. Dans l'article 6, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ".
§ 2. Dans l'article 7, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ".
§ 3. L'article 8, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, est modifié comme suit :
1° l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ";
2° l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
§ 4. L'article 9, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, est modifié comme suit :
1° l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ";
2° l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
§ 5. L'article 10 du même décret, remplacé par le décret du 14 décembre 1998, est modifié comme suit :
1° au § 1er, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ";
2° au § 1er, il est inséré un nouvel alinéa 3, libellé comme suit : " Les centres de jeunesse agréés qui ont conclu un marché de services avec le Gouvernement conformément à l'article 15, § 1er, alinéa 2, du décret du 14 décembre 1998 portant agréation et subventionnement d'organisations de jeunesse, de centres de jeunesse et de services pour jeunes ont droit, indépendamment du nombre d'activités, au subventionnement d'un emploi d'animateur à temps plein. ";
3° au § 2, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ";
4° au § 3, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
§ 2. Dans l'article 7, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ".
§ 3. L'article 8, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, est modifié comme suit :
1° l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ";
2° l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
§ 4. L'article 9, alinéa 1er, du même décret, modifié par le décret-programme du 4 mars 1996, est modifié comme suit :
1° l'expression " au plus " est insérée après " à 75 % ";
2° l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
§ 5. L'article 10 du même décret, remplacé par le décret du 14 décembre 1998, est modifié comme suit :
1° au § 1er, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ";
2° au § 1er, il est inséré un nouvel alinéa 3, libellé comme suit : " Les centres de jeunesse agréés qui ont conclu un marché de services avec le Gouvernement conformément à l'article 15, § 1er, alinéa 2, du décret du 14 décembre 1998 portant agréation et subventionnement d'organisations de jeunesse, de centres de jeunesse et de services pour jeunes ont droit, indépendamment du nombre d'activités, au subventionnement d'un emploi d'animateur à temps plein. ";
3° au § 2, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ";
4° au § 3, alinéa 1er, l'expression " au plus " est insérée après " à 60 % ".
Betrekkingen als animator bij netwerkvorming van jeugdorganisaties.
Emplois d'animateurs en cas de mise en réseau d'organisations de jeunesse.
Art.28. In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Artikel 11bis. Bij netwerkvorming overeenkomstig artikel 18bis van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten krijgen de jeugdorganisaties, -centra en/of -diensten voor de duur van de afgesloten overeenkomst toelagen van de Regering voor het aantal betrekkingen als animator dat tijdens het activiteitenjaar vóór de inwerkingtreding van de in hetzelfde artikel bedoelde overeenkomst bij de verschillende netwerkdeelnemers voorhanden was. "
" Artikel 11bis. Bij netwerkvorming overeenkomstig artikel 18bis van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten krijgen de jeugdorganisaties, -centra en/of -diensten voor de duur van de afgesloten overeenkomst toelagen van de Regering voor het aantal betrekkingen als animator dat tijdens het activiteitenjaar vóór de inwerkingtreding van de in hetzelfde artikel bedoelde overeenkomst bij de verschillende netwerkdeelnemers voorhanden was. "
Art.28. Au chapitre II du même décret, il est inséré un article 11bis, libellé comme suit :
" Article 11bis. Si des organisations de jeunesse, des centres de jeunesse et/ou des services pour jeunes se mettent en réseau conformément à l'article 18bis du décret du 14 décembre 1998 portant agréation et subventionnement d'organisations de jeunesse, de centres de jeunesse et de services pour jeunes, le Gouvernement leur accorde, pour la durée de l'accord conclu, des subsides pour le nombre d'emplois d'animateur qui existait auprès des différents acteurs du réseau au cours de la dernière année d'activités précédant l'entrée en vigueur de l'accord prévu au même article. "
" Article 11bis. Si des organisations de jeunesse, des centres de jeunesse et/ou des services pour jeunes se mettent en réseau conformément à l'article 18bis du décret du 14 décembre 1998 portant agréation et subventionnement d'organisations de jeunesse, de centres de jeunesse et de services pour jeunes, le Gouvernement leur accorde, pour la durée de l'accord conclu, des subsides pour le nombre d'emplois d'animateur qui existait auprès des différents acteurs du réseau au cours de la dernière année d'activités précédant l'entrée en vigueur de l'accord prévu au même article. "
Voorlopige erkenning van organisaties voor Volksopleiding en Vormingswerk voor Volwassenen.
Agréation provisoire d'organisations d'éducation populaire et de formation des adultes.
Art.29. Artikel 6 van het decreet van 18 januari 1993 betreffende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volksopleiding en vormingswerk voor volwassenen wordt opgeheven.
Art.29. L'article 6 du décret du 18 janvier 1993 relatif à la reconnaissance et au subventionnement d'organisations pour l'éducation populaire et la formation des adultes est abrogé.
Voorlopige erkenning van jeugdorganisaties.
Agréation provisoire d'organisations de jeunesse.
Art.30. Artikel 4 van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten wordt opgeheven.
Art.30. L'article 4 du décret du 14 décembre 1998 portant agréation et subventionnement d'organisations de jeunesse, de centres de jeunesse et de services pour jeunes est abrogé.
Netwerkprojecten op het gebied van de jeugdanimatie.
Projets de mise en réseau au niveau de l'animation pour jeunes.
Art.31. In hoofdstuk III, afdeling 4, van hetzelfde decreet, wordt een nieuw artikel 18bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Artikel 18bis - Jeugdorganisaties, -centra en/of -diensten kunnen zich in een netwerk organiseren in het kader van een overeenkomst afgesloten met de Regering en de gemeente(n) waar ze hun zetel hebben.
De overeenkomst wordt voor een periode van ten hoogste twee jaar afgesloten. Ze omvat in het bijzonder :
1° de modaliteiten m.b.t. de netwerkvorming;
2° de modaliteiten van de jaarlijkse evaluatie m.b.t. de toepassing van de overeenkomst;
3° de jaarlijks te verstrekken inlichtingen m.b.t. de vervulling van de algemene erkenningsvoorwaarden overeenkomstig artikel 3 van dit decreet;
4° de elk kwartaal te verstrekken inlichtingen over de activiteiten die
a) door elke jeugdorganisatie, -centrum of -dienst werden uitgevoerd,
b) gezamenlijk door de in een netwerk georganiseerde jeugdorganisaties, - centra of -diensten werden uitgevoerd. "
" Artikel 18bis - Jeugdorganisaties, -centra en/of -diensten kunnen zich in een netwerk organiseren in het kader van een overeenkomst afgesloten met de Regering en de gemeente(n) waar ze hun zetel hebben.
De overeenkomst wordt voor een periode van ten hoogste twee jaar afgesloten. Ze omvat in het bijzonder :
1° de modaliteiten m.b.t. de netwerkvorming;
2° de modaliteiten van de jaarlijkse evaluatie m.b.t. de toepassing van de overeenkomst;
3° de jaarlijks te verstrekken inlichtingen m.b.t. de vervulling van de algemene erkenningsvoorwaarden overeenkomstig artikel 3 van dit decreet;
4° de elk kwartaal te verstrekken inlichtingen over de activiteiten die
a) door elke jeugdorganisatie, -centrum of -dienst werden uitgevoerd,
b) gezamenlijk door de in een netwerk georganiseerde jeugdorganisaties, - centra of -diensten werden uitgevoerd. "
Art.31. Au chapitre III, section 4, du même décret, il est inséré un article 18bis, libellé comme suit :
" Article 18bis. Des organisations de jeunesse, des centres de jeunesse et/ou des services pour jeunes peuvent se mettre en réseau dans le cadre d'un accord conclu avec le Gouvernement et la (les) commune(s) où ils ont leur siège.
L'accord est conclu pour une période de deux ans au plus. Il porte entre autres sur :
1° les modalités de la mise en réseau;
2° les modalités de l'évaluation annuelle relative à l'application de l'accord;
3° les informations à donner annuellement quant au respect des conditions générales d'agréation énoncées à l'article 3 du décret;
4° les informations à donner trimestriellement à propos des activités qui ont été menées
a) individuellement par les organisations de jeunesse, centres de jeunesse et services pour jeunes;
b) collectivement par les organisations de jeunesse, centres de jeunesse et services pour jeunes reliés en réseau.
" Article 18bis. Des organisations de jeunesse, des centres de jeunesse et/ou des services pour jeunes peuvent se mettre en réseau dans le cadre d'un accord conclu avec le Gouvernement et la (les) commune(s) où ils ont leur siège.
L'accord est conclu pour une période de deux ans au plus. Il porte entre autres sur :
1° les modalités de la mise en réseau;
2° les modalités de l'évaluation annuelle relative à l'application de l'accord;
3° les informations à donner annuellement quant au respect des conditions générales d'agréation énoncées à l'article 3 du décret;
4° les informations à donner trimestriellement à propos des activités qui ont été menées
a) individuellement par les organisations de jeunesse, centres de jeunesse et services pour jeunes;
b) collectivement par les organisations de jeunesse, centres de jeunesse et services pour jeunes reliés en réseau.
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions Diverses.
Recht op toelagen en subsidies.
Droits aux subventions et subsides.
Gemeenschapscentra.
Centres communautaires.
Art.33. In artikel 8ter, § 2, van het decreet van 20 december 1999 tot wijziging van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen en tot oprichting van een " Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken " (Sport-, Vrijetijds- en Toerismecentrum van Worriken), dienst met autonoom beheer, ingevoegd bij het decreet van 3 februari 2003, wordt het eerste streepje vervangen door de volgende bepaling :
" - de adviesraden ten minste één keer per jaar alleen en ten minste één keer per jaar in gemeenschappelijk zitting bijeenkomen; "
In artikel 8ter, § 2, van hetzelfde decreet, wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
" - de adviesraden ten minste één keer per jaar alleen en ten minste één keer per jaar in gemeenschappelijk zitting bijeenkomen; "
In artikel 8ter, § 2, van hetzelfde decreet, wordt de benaming " de Raad van de Duitstalige Gemeenschap " vervangen door de benaming " het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ".
Art.33. Dans l'article 8ter, § 2, du décret du 20 décembre 1999 modifiant le décret du 21 janvier 1991 portant suppression et réorganisation des fonds budgétaires et instituant le " Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken " (Centre sportif, touristique et de loisirs de Worriken), service à gestion autonome, inséré par le décret du 3 février 2003, le premier tiret est remplacé par la disposition suivante :
" - les conseils consultatifs siègent au moins une fois par an séparément et au moins deux fois par an en séance commune; "
Dans l'article 8ter, § 2, du même décret, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
" - les conseils consultatifs siègent au moins une fois par an séparément et au moins deux fois par an en séance commune; "
Dans l'article 8ter, § 2, du même décret, la dénomination " Conseil de la Communauté germanophone " est remplacée par la dénomination " Parlement de la Communauté germanophone ".
Toezicht op de gemeenten.
Tutelle sur les communes.
Art.34. In artikel 11, leden 1 en 2, van het decreet van 20 december 2004 houdende organisatie van het gewone administratieve toezicht op de gemeenten van het Duitse taalgebied wordt het getal " veertig " vervangen door het getal " twintig ".
Art.34. Dans l'article 11, alinéas 1er et 2, du décret du 20 décembre 2004 organisant la tutelle administrative ordinaire sur les communes de la Région de langue allemande, le nombre " quarante " est remplacé par le nombre " vingt ".
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions Finales.
Opheffingsbepalingen.
Dispositions abrogatoires.
Art.35. Worden opgeheven :
- het decreet van 14 april 1986 houdende inrichting van een coördinatiecomité voor sociale en sanitaire aangelegenheden bij de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap;
- artikel 3 van het programmadecreet van 23 oktober 2000, gewijzigd bij het decreet van 7 januari 2002.
- het decreet van 14 april 1986 houdende inrichting van een coördinatiecomité voor sociale en sanitaire aangelegenheden bij de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap;
- artikel 3 van het programmadecreet van 23 oktober 2000, gewijzigd bij het decreet van 7 januari 2002.
Art.35. Sont abrogés :
- le décret du 14 avril 1986 portant création auprès de l'Exécutif de la Communauté germanophone d'un comité de coordination des affaires sociales et sanitaires;
- l'article 3 du décret-programme du 23 octobre 2000, modifié par le décret du 7 janvier 2002.
- le décret du 14 avril 1986 portant création auprès de l'Exécutif de la Communauté germanophone d'un comité de coordination des affaires sociales et sanitaires;
- l'article 3 du décret-programme du 23 octobre 2000, modifié par le décret du 7 janvier 2002.
Inwerkingtreding.
Entrée en vigueur.
Art. 36. Dit decreet heeft uitwerking op 1 januari 2006, met uitzondering van artikel 34, dat de tiende dag na de openbaarmaking van het decreet in het Belgisch Staatsblad in werking treedt.
Door het parlement van de Duitstalige Gemeenschap aangenomen
Eupen, 20 februari 2006.
St. THOMAS,
Griffier.
L. SIQUET,
Voorzitter.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 20 februari 2006.
K.-H. LAMBERTZ,
Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen
B. GENTGES,
Vice-Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme
O. PAASCH,
Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
I. WEYKMANS,
Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport.
Door het parlement van de Duitstalige Gemeenschap aangenomen
Eupen, 20 februari 2006.
St. THOMAS,
Griffier.
L. SIQUET,
Voorzitter.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen, 20 februari 2006.
K.-H. LAMBERTZ,
Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen
B. GENTGES,
Vice-Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme
O. PAASCH,
Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
I. WEYKMANS,
Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport.
Art. 36. Le présent décret produit ses effets le 1er janvier 2006, à l'exception de l'article 34, lequel entre en vigueur le dixième jour suivant la publication du décret au Moniteur belge.
Adopté par le Parlement de la Communauté germanophone.
Eupen, le 20 février 2006.
St. THOMAS,
Greffier.
L. SIQUET,
Président.
Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur Belge.
Eupen, le 20 février 2006.
K.-H. LAMBERTZ,
Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre des Pouvoirs locaux
B. GENTGES,
Vice-Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre de la Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme
O. PAASCH,
Ministre de l'Enseignement et de la Recherche scientifique
Mme I. WEYKMANS,
Ministre de la Culture et des Médias, de la Protection des Monuments, de la Jeunesse et des Sports.
Adopté par le Parlement de la Communauté germanophone.
Eupen, le 20 février 2006.
St. THOMAS,
Greffier.
L. SIQUET,
Président.
Promulguons le présent décret et ordonnons qu'il soit publié au Moniteur Belge.
Eupen, le 20 février 2006.
K.-H. LAMBERTZ,
Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre des Pouvoirs locaux
B. GENTGES,
Vice-Ministre-Président du Gouvernement de la Communauté germanophone, Ministre de la Formation et de l'Emploi, des Affaires sociales et du Tourisme
O. PAASCH,
Ministre de l'Enseignement et de la Recherche scientifique
Mme I. WEYKMANS,
Ministre de la Culture et des Médias, de la Protection des Monuments, de la Jeunesse et des Sports.