Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
14 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-11-2006 en tekstbijwerking tot 02-08-2021)
Titre
14 NOVEMBRE 2006. - Arrêté royal relatif à l'organisation et aux compétences de la police fédérale(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 23-11-2006 et mise à jour au 02-08-2021)
Informations sur le document
Numac: 2006000888
Datum: 2006-11-14
Info du document
Numac: 2006000888
Date: 2006-11-14
Table des matières
TITEL I. [1 - Definitie.]1
TITEL II. [1 - Het commissariaat-generaal.]1
HOOFDSTUK I. [1 - Het commissariaat-generaal.]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
HOOFDSTUK II. [1 - De gedeconcentreerde directi...
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
TITEL III. [1 - De algemene directie van het mi...
HOOFDSTUK I. [1 - Bevoegdheden.]1
HOOFDSTUK II. [1 - Organisatie]1
TITEL IV. [1 - De algemene directie bestuurlijk...
HOOFDSTUK I. [1 - Bevoegdheden.]1
HOOFDSTUK II. [1 - Organisatie.]1
TITEL V. [1 - De algemene directie gerechtelijk...
HOOFDSTUK I. [1 - De algemene directie.]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
TITEL III.
HOOFDSTUK I.
HOOFDSTUK II. [1 - De gedeconcentreerde directi...
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
HOOFDSTUK II.
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
TITEL IV.
HOOFDSTUK I.
HOOFDSTUK II.
TITEL V.
HOOFDSTUK I.
HOOFDSTUK II.
TITEL VI. - GEMEENSCHAPELIJKE BEPALINGEN AAN HE...
TITEL VII. - OVERGANGS-, OPHEFFINGS- EN SLOTBEP...
Table des matières
TITRE Ier. [1 - Définition.]1
TITRE II. [1 - Du commissariat général.]1
CHAPITRE Ier. [1 - Le commissariat général]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
CHAPITRE II. [1 - Les directions déconcentrées.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
TITRE III. [1 - De la direction générale de la ...
CHAPITRE Ier. [1 - Compétences.]1
CHAPITRE II. [1 - Organisation.]1
TITRE IV. [1 - De la direction générale de la p...
CHAPITRE Ier. [1 - Compétences.]1
CHAPITRE II. [1 - Organisation.]1
TITRE V. [1 - De la direction générale de la po...
CHAPITRE Ier. [1 - La direction générale.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
TITRE III.
CHAPITRE Ier.
CHAPITRE II. [1 - Les directions déconcentrées.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
CHAPITRE II.
Section 2. [1 - Organisation.]1
TITRE IV.
CHAPITRE Ier.
CHAPITRE II.
TITRE V.
CHAPITRE Ier.
CHAPITRE II.
TITRE VI. - DISPOSITIONS COMMUNES AUX COMMISSAR...
TITRE VII. - DISPOSITIONS TRANSITOIRES, ABROGAT...
Tekst (54)
Texte (54)
TITEL I. [1 - Definitie.]1
TITRE Ier. [1 - Définition.]1
Artikel 1. [1 Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder "politionele informatie" alle informatie die de geïntegreerde politie nodig heeft om haar opdrachten uit te voeren. Het betreft zowel informatie van operationele aard in de zin van artikel 44/1 van de wet op het politieambt alsook informatie ten behoeve van de ondersteuning van de politieorganisatie.]1
Article 1. [1 Pour l'application du présent arrêté, on entend par "information policière" toutes les informations dont la police intégrée a besoin pour l'exécution de ses missions. Il s'agit tant d'informations de nature opérationnelle au sens de l'article 44/1 de la loi sur la fonction de police que d'informations visant à soutenir l'organisation policière.]1
Modifications
TITEL II. [1 - Het commissariaat-generaal.]1
TITRE II. [1 - Du commissariat général.]1
HOOFDSTUK I. [1 - Het commissariaat-generaal.]1
CHAPITRE Ier. [1 - Le commissariat général]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Art.2. [2 Het commissariaat-generaal verzekert de volgende opdrachten :
1° inzake politionele strategie :
a) de voorbereiding van het nationaal veiligheidsplan in overleg met onder andere de Vaste Commissie van de lokale politie en de evaluatie van de uitvoering ervan door de federale politie;
b) de voorbereiding van de opmaak van de begroting en de controle van de uitvoering ervan;
c) de organisatie van de beheerscontrole, met inbegrip van het interne toezicht, inzonderheid klachtenbeheer, integriteit, ethiek en bemiddeling;
d) de uitvoering van de nodige audits met betrekking tot de werking en de doeltreffendheid van de federale politie;
e) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de bepaling van normen en een gestandaardiseerde aanpak inzake veiligheid van de informatie en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van toepassing op de federale politie of op heel de geïntegreerde politie;
f) de ontwikkeling van de managementstrategie van de federale politie, met inbegrip van het beleid inzake :
i) human resources;
ii) financiën;
iii) logistiek;
iv) politionele informatie en de daaraan verbonden systemen;
v) onderzoek en ontwikkeling;
2° inzake internationale politiesamenwerking :
het beleid, de ontwikkeling, de coördinatie, het beheer en de opvolging van de internationale politiesamenwerking voor de geïntegreerde politie, met inbegrip van :
a) de relaties met de internationale organisaties, instellingen en agentschappen, binnen en buiten de Europese Unie;
b) de bilaterale en multilaterale akkoorden en projecten met andere Staten of Statengroepen;
c) de verwerking van de internationale politionele informatie;
3° overeenkomstig artikel 100bis, § 1, derde lid, 3°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de communicatie van de federale politie;
4° de gedeconcentreerde coördinatie en steun;
5° inzake coördinatie :
de organisatie en het beheer van het nationaal invalspunt ten behoeve van de directie van de internationale politiesamenwerking en de algemene directies bestuurlijke en gerechtelijke politie en waaraan deze directies deelnemen;
6° inzake preventie en bescherming op het werk, de opdrachten betreffende de aansprakelijkheid van de werkgever;
7° aan de overheden elk nuttig voorstel doen betreffende de materies inzake de bevoegdheden van de federale politie.]2
1° inzake politionele strategie :
a) de voorbereiding van het nationaal veiligheidsplan in overleg met onder andere de Vaste Commissie van de lokale politie en de evaluatie van de uitvoering ervan door de federale politie;
b) de voorbereiding van de opmaak van de begroting en de controle van de uitvoering ervan;
c) de organisatie van de beheerscontrole, met inbegrip van het interne toezicht, inzonderheid klachtenbeheer, integriteit, ethiek en bemiddeling;
d) de uitvoering van de nodige audits met betrekking tot de werking en de doeltreffendheid van de federale politie;
e) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de bepaling van normen en een gestandaardiseerde aanpak inzake veiligheid van de informatie en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van toepassing op de federale politie of op heel de geïntegreerde politie;
f) de ontwikkeling van de managementstrategie van de federale politie, met inbegrip van het beleid inzake :
i) human resources;
ii) financiën;
iii) logistiek;
iv) politionele informatie en de daaraan verbonden systemen;
v) onderzoek en ontwikkeling;
2° inzake internationale politiesamenwerking :
het beleid, de ontwikkeling, de coördinatie, het beheer en de opvolging van de internationale politiesamenwerking voor de geïntegreerde politie, met inbegrip van :
a) de relaties met de internationale organisaties, instellingen en agentschappen, binnen en buiten de Europese Unie;
b) de bilaterale en multilaterale akkoorden en projecten met andere Staten of Statengroepen;
c) de verwerking van de internationale politionele informatie;
3° overeenkomstig artikel 100bis, § 1, derde lid, 3°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de communicatie van de federale politie;
4° de gedeconcentreerde coördinatie en steun;
5° inzake coördinatie :
de organisatie en het beheer van het nationaal invalspunt ten behoeve van de directie van de internationale politiesamenwerking en de algemene directies bestuurlijke en gerechtelijke politie en waaraan deze directies deelnemen;
6° inzake preventie en bescherming op het werk, de opdrachten betreffende de aansprakelijkheid van de werkgever;
7° aan de overheden elk nuttig voorstel doen betreffende de materies inzake de bevoegdheden van de federale politie.]2
Art.2. [2 Le commissariat général assure les missions suivantes :
1° en matière de stratégie policière :
a) la préparation du plan national de sécurité en concertation avec entre autres la Commission permanente de la police locale et l'évaluation de son exécution par la police fédérale;
b) la préparation de l'établissement du budget et le contrôle de son exécution;
c) l'organisation du contrôle de gestion, en ce compris le contrôle interne et notamment la gestion des plaintes, intégrité, éthique et médiation;
d) l'exécution des audits nécessaires relatifs au fonctionnement et à l'efficacité de la police fédérale;
e) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la détermination de normes et d'une approche standardisée en matière de sécurité de l'information et de protection de la vie privée applicables à la police fédérale ou à l'ensemble de la police intégrée;
f) le développement de la stratégie managériale de la police fédérale en ce compris la politique en matière :
i) de ressources humaines;
ii) de finances;
iii) de logistique;
iv) d'information policière et des systèmes y afférents;
v) de recherche et développement;
2° en matière de coopération policière internationale :
la politique, le développement, la coordination, la gestion et le suivi de la coopération policière internationale pour la police intégrée y compris :
a) les relations avec les organisations, institutions et agences internationales, au sein et en dehors de l'Union européenne;
b) les accords et projets bilatéraux et multilatéraux avec d'autres Etats ou groupes d'Etats;
c) le traitement de l'information policière internationale;
3° conformément à l'article 100bis, § 1er, alinéa 3, 3° de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la communication de la police fédérale;
4° la coordination et l'appui déconcentrés;
5° en matière de coordination :
l'organisation et la gestion du point de contact national au profit de et auxquelles participent la direction de la coopération policière internationale et les directions générales de la police administrative et judicaire;
6° en matière de prévention et de protection au travail, les missions relatives à la responsabilité de l'employeur;
7° la formulation aux autorités de toute proposition utile concernant les matières relatives aux compétences de la police fédérale.]2
1° en matière de stratégie policière :
a) la préparation du plan national de sécurité en concertation avec entre autres la Commission permanente de la police locale et l'évaluation de son exécution par la police fédérale;
b) la préparation de l'établissement du budget et le contrôle de son exécution;
c) l'organisation du contrôle de gestion, en ce compris le contrôle interne et notamment la gestion des plaintes, intégrité, éthique et médiation;
d) l'exécution des audits nécessaires relatifs au fonctionnement et à l'efficacité de la police fédérale;
e) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la détermination de normes et d'une approche standardisée en matière de sécurité de l'information et de protection de la vie privée applicables à la police fédérale ou à l'ensemble de la police intégrée;
f) le développement de la stratégie managériale de la police fédérale en ce compris la politique en matière :
i) de ressources humaines;
ii) de finances;
iii) de logistique;
iv) d'information policière et des systèmes y afférents;
v) de recherche et développement;
2° en matière de coopération policière internationale :
la politique, le développement, la coordination, la gestion et le suivi de la coopération policière internationale pour la police intégrée y compris :
a) les relations avec les organisations, institutions et agences internationales, au sein et en dehors de l'Union européenne;
b) les accords et projets bilatéraux et multilatéraux avec d'autres Etats ou groupes d'Etats;
c) le traitement de l'information policière internationale;
3° conformément à l'article 100bis, § 1er, alinéa 3, 3° de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la communication de la police fédérale;
4° la coordination et l'appui déconcentrés;
5° en matière de coordination :
l'organisation et la gestion du point de contact national au profit de et auxquelles participent la direction de la coopération policière internationale et les directions générales de la police administrative et judicaire;
6° en matière de prévention et de protection au travail, les missions relatives à la responsabilité de l'employeur;
7° la formulation aux autorités de toute proposition utile concernant les matières relatives aux compétences de la police fédérale.]2
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
Art.3. [1 Het commissariaat-generaal is samengesteld uit :
1° de directie van de internationale politiesamenwerking, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
2° de directie van de communicatie;
3° de coördinatie- en steundirecties;
4° de interne directie voor preventie en bescherming op het werk die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat.]1
1° de directie van de internationale politiesamenwerking, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
2° de directie van de communicatie;
3° de coördinatie- en steundirecties;
4° de interne directie voor preventie en bescherming op het werk die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat.]1
Modifications
Art.3. [1 Le commissariat général se compose de :
1° la direction de la coopération policière internationale, qui comprend des services centraux et déconcentrés;
2° la direction de la communication;
3° les directions de coordination et d'appui;
4° la direction interne de prévention et de protection au travail qui comprend des services centraux et déconcentrés.]1
1° la direction de la coopération policière internationale, qui comprend des services centraux et déconcentrés;
2° la direction de la communication;
3° les directions de coordination et d'appui;
4° la direction interne de prévention et de protection au travail qui comprend des services centraux et déconcentrés.]1
Modifications
HOOFDSTUK II. [1 - De gedeconcentreerde directies.]1
CHAPITRE II. [1 - Les directions déconcentrées.]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Art.4. [1 De gedeconcentreerde coördinatie- en steundirecties verzekeren de volgende opdrachten :
1° het uitvoeren van strategische analyses;
2° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de uitvoering en de opvolging van het nationaal veiligheidsplan;
3° in samenwerking met de gedeconcentreerde gerechtelijke directies, de bijdrage tot een geïntegreerde en integrale aanpak van de veiligheidsfenomenen;
4° de bevordering van de geïntegreerde werking van de politiediensten;
5° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, het administratieve beheer van het personeel, de logistiek, de informatie en de communicatie alsook van de daaraan verbonden technologie en de financiën voor de diensten die er onder ressorteren en voor elke gedeconcentreerde gerechtelijke directie die zich binnen hun ambtsgebied bevindt, rekening houdend met de door haar geformuleerde operationele behoeften;
6° het functionele beheer van de informatie van bestuurlijke politie, met inbegrip van het opstellen van de daaraan verbonden opsporingsprogramma's;
7° de vergaring en de verwerking van de informatie van bestuurlijke politie die nodig is voor het beheer van de bovenlokale gebeurtenissen en de fenomenen;
8° naargelang van de lokale en federale behoeften, de uitvoering van de opdrachten van de communicatie- en informatiedienst op het niveau van het arrondissement;
9° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 7°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de coördinatie van de operationele en niet-operationele steunaanvragen;
10° de leiding, de coördinatie en de steun in de domeinen die onder hun bevoegdheid vallen;
11° de inzet van de gehypothekeerde capaciteit inzake gespecialiseerd personeel en middelen van de gedeconcentreerde entiteiten van de algemene directie bestuurlijke politie voor opdrachten van bestuurlijke politie, overeenkomstig de richtlijnen van de minister van Binnenlandse Zaken;
12° de organisatie, de coördinatie, het beheer, de vrijmaking, de inzet en de evaluatie van de gehypothekeerde capaciteit;
13° de training en de handhaving van de operationaliteit van het interventiekorps en van de gehypothekeerde capaciteit;
14° overeenkomstig artikel 103, § 5, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de terbeschikkingstelling, die voorrang heeft op elke andere opdracht van bestuurlijke politie, van de middelen en de personeelsleden gevraagd door de directeur-generaal van de bestuurlijke politie;
15° de opvolging van de deelname van de lokale politie aan de lokale opdrachten van federale aard;
16° de politionele slachtofferbejegening.]1
1° het uitvoeren van strategische analyses;
2° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de uitvoering en de opvolging van het nationaal veiligheidsplan;
3° in samenwerking met de gedeconcentreerde gerechtelijke directies, de bijdrage tot een geïntegreerde en integrale aanpak van de veiligheidsfenomenen;
4° de bevordering van de geïntegreerde werking van de politiediensten;
5° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, het administratieve beheer van het personeel, de logistiek, de informatie en de communicatie alsook van de daaraan verbonden technologie en de financiën voor de diensten die er onder ressorteren en voor elke gedeconcentreerde gerechtelijke directie die zich binnen hun ambtsgebied bevindt, rekening houdend met de door haar geformuleerde operationele behoeften;
6° het functionele beheer van de informatie van bestuurlijke politie, met inbegrip van het opstellen van de daaraan verbonden opsporingsprogramma's;
7° de vergaring en de verwerking van de informatie van bestuurlijke politie die nodig is voor het beheer van de bovenlokale gebeurtenissen en de fenomenen;
8° naargelang van de lokale en federale behoeften, de uitvoering van de opdrachten van de communicatie- en informatiedienst op het niveau van het arrondissement;
9° overeenkomstig artikel 104, § 1, eerste lid, 7°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de coördinatie van de operationele en niet-operationele steunaanvragen;
10° de leiding, de coördinatie en de steun in de domeinen die onder hun bevoegdheid vallen;
11° de inzet van de gehypothekeerde capaciteit inzake gespecialiseerd personeel en middelen van de gedeconcentreerde entiteiten van de algemene directie bestuurlijke politie voor opdrachten van bestuurlijke politie, overeenkomstig de richtlijnen van de minister van Binnenlandse Zaken;
12° de organisatie, de coördinatie, het beheer, de vrijmaking, de inzet en de evaluatie van de gehypothekeerde capaciteit;
13° de training en de handhaving van de operationaliteit van het interventiekorps en van de gehypothekeerde capaciteit;
14° overeenkomstig artikel 103, § 5, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de terbeschikkingstelling, die voorrang heeft op elke andere opdracht van bestuurlijke politie, van de middelen en de personeelsleden gevraagd door de directeur-generaal van de bestuurlijke politie;
15° de opvolging van de deelname van de lokale politie aan de lokale opdrachten van federale aard;
16° de politionele slachtofferbejegening.]1
Modifications
Art.4. [1 Les directions déconcentrées de coordination et d'appui assurent les missions suivantes :
1° la réalisation d'analyses stratégiques;
2° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la mise en oeuvre et le suivi du plan national de sécurité;
3° en collaboration avec les directions judiciaires déconcentrées, la contribution à une approche intégrée et intégrale des phénomènes de sécurité;
4° la stimulation du fonctionnement intégré des services de police;
5° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la gestion administrative du personnel, de la logistique, de l'information et de la communication ainsi que de la technologie y afférente et des finances pour les services qui relèvent d'elles et pour chaque direction judiciaire déconcentrée qui se trouve au sein de leur ressort, en tenant compte des besoins opérationnels exprimés par celle-ci;
6° la gestion fonctionnelle de l'information de police administrative, en ce compris l'établissement des programmes de recherche y afférents;
7° le recueil et le traitement de l'information de police administrative nécessaire à la gestion des événements et des phénomènes supralocaux;
8° en fonction des besoins locaux et fédéraux, l'exécution des missions du service d'information et de communication au niveau de l'arrondissement;
9° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 7°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la coordination des demandes d'appui opérationnel et non-opérationnel;
10° la direction, la coordination et l'appui dans les domaines qui relèvent de leurs compétences;
11° la mise en oeuvre de la capacité hypothéquée en personnel et en moyens spécialisés des entités déconcentrées de la direction générale de la police administrative pour des missions de police administrative, conformément aux directives du ministre de l'Intérieur;
12° l'organisation, la coordination, la gestion, la mobilisation, l'engagement et l'évaluation de la capacité hypothéquée;
13° l'entraînement et le maintien de l'opérationnalité du corps d'intervention et de la capacité hypothéquée;
14° conformément à l'article 103, § 5, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la mise à disposition, prioritaire à toute autre mission de police administrative, des moyens et des membres du personnel sollicités par le directeur général de la police administrative;
15° le suivi de la participation de la police locale aux missions locales à caractère fédéral;
16° l'assistance policière aux victimes.]1
1° la réalisation d'analyses stratégiques;
2° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la mise en oeuvre et le suivi du plan national de sécurité;
3° en collaboration avec les directions judiciaires déconcentrées, la contribution à une approche intégrée et intégrale des phénomènes de sécurité;
4° la stimulation du fonctionnement intégré des services de police;
5° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la gestion administrative du personnel, de la logistique, de l'information et de la communication ainsi que de la technologie y afférente et des finances pour les services qui relèvent d'elles et pour chaque direction judiciaire déconcentrée qui se trouve au sein de leur ressort, en tenant compte des besoins opérationnels exprimés par celle-ci;
6° la gestion fonctionnelle de l'information de police administrative, en ce compris l'établissement des programmes de recherche y afférents;
7° le recueil et le traitement de l'information de police administrative nécessaire à la gestion des événements et des phénomènes supralocaux;
8° en fonction des besoins locaux et fédéraux, l'exécution des missions du service d'information et de communication au niveau de l'arrondissement;
9° conformément à l'article 104, § 1er, alinéa 1er, 7°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la coordination des demandes d'appui opérationnel et non-opérationnel;
10° la direction, la coordination et l'appui dans les domaines qui relèvent de leurs compétences;
11° la mise en oeuvre de la capacité hypothéquée en personnel et en moyens spécialisés des entités déconcentrées de la direction générale de la police administrative pour des missions de police administrative, conformément aux directives du ministre de l'Intérieur;
12° l'organisation, la coordination, la gestion, la mobilisation, l'engagement et l'évaluation de la capacité hypothéquée;
13° l'entraînement et le maintien de l'opérationnalité du corps d'intervention et de la capacité hypothéquée;
14° conformément à l'article 103, § 5, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la mise à disposition, prioritaire à toute autre mission de police administrative, des moyens et des membres du personnel sollicités par le directeur général de la police administrative;
15° le suivi de la participation de la police locale aux missions locales à caractère fédéral;
16° l'assistance policière aux victimes.]1
Modifications
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
Art.5. [1 De coördinatie- en steundirecties zijn samengesteld uit :
1° de dienst middelenbeheer;
2° de communicatie- en informatiedienst van het arrondissement;
3° de dienst operationele coördinatie en steun.]1
1° de dienst middelenbeheer;
2° de communicatie- en informatiedienst van het arrondissement;
3° de dienst operationele coördinatie en steun.]1
Modifications
Art.5. [1 Les directions de coordination et d'appui se composent :
1° du service de gestion des ressources;
2° du service d'information et de communication de l'arrondissement;
3° du service de coordination et d'appui opérationnels.]1
1° du service de gestion des ressources;
2° du service d'information et de communication de l'arrondissement;
3° du service de coordination et d'appui opérationnels.]1
Modifications
TITEL III. [1 - De algemene directie van het middelenbeheer en de informatie.]1
TITRE III. [1 - De la direction générale de la gestion des ressources et de l'information.]1
HOOFDSTUK I. [1 - Bevoegdheden.]1
CHAPITRE Ier. [1 - Compétences.]1
Art.6. [1 De algemene directie van het middelenbeheer en de informatie verzekert de volgende opdrachten :
1° inzake personeel :
a) de opvolging van de morfologie van de federale politie;
b) het beheer :
i) van de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
ii) van het personeel van de federale politie, met inbegrip van de bevorderingsvoorstellen, met uitzondering van de aanwijzingen tot commissaris-generaal en directeur-generaal;
c) de door of krachtens de wet aan de federale politie toevertrouwde opdrachten inzake selectie, rekrutering en opleiding van de leden van de politiediensten;
d) de ontwikkeling en het beheer van de competenties van het personeel;
e) het kennisbeheer, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van de niet-operationele documentatie;
f) de betrekkingen met de syndicale organisaties van het personeel van de politiediensten;
g) de persoonlijke en sociale ondersteuning van de personeelsleden van de federale politie bij de dienstuitvoering en, op hun verzoek, van de personeelsleden van de lokale politie;
h) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de voorbereiding van de statuten van de personeelsleden van de politiediensten;
i) de toepassing van de statuten en het beheer van het contentieux betreffende de personeelsleden van de federale politie, in die mate dat hierbij geen derden betrokken zijn;
j) de organisatie en de uitvoering van activiteiten van expertise, beheer, controle en advies op medisch vlak;
k) het formuleren van juridische adviezen en het verstrekken van juridische ondersteuning inzake operationele en niet-operationele aangelegenheden;
2° inzake logistiek :
a) het beheer van de uitrusting en de infrastructuur van de federale politie;
b) binnen de door de minister van Binnenlandse Zaken toegekende delegaties, de voorbereiding en de gunning van de overheidsopdrachten voor de geïntegreerde politie;
c) de logistieke steun van de federale politie en, op hun verzoek, van de lokale politie en van het Secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus;
d) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, het voorbereiden, implementeren en evalueren van de normen inzake de infrastructuur en de uitrusting van de politiediensten, met inbegrip van het uniform, de identificatiemiddelen en de bewapening;
3° inzake politionele informatie en ICT-middelen :
a) de ontwikkeling van het concept van de politionele informatie;
b) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie :
i) de voorbereiding van het beleid en van de regels inzake de politionele informatieverwerking en de communicatie- en informatiesystemen van de geïntegreerde politie;
ii) de voorbereiding van de technische standaarden en van de regels inzake beheer van de communicatie- en informatiesystemen van de geïntegreerde politie;
c) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de ontwikkeling en het beheer van de communicatie- en informatiesystemen van de politiediensten;
d) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de ontwikkeling van de principes, processen en methoden, van de minimale functioneringsstandaarden voor, alsook de evaluatie van de efficiëntie en de kwaliteit van de informatiestromen van de communicatie- en informatiediensten van de arrondissementen, met inbegrip van het beheer van de oproepen bestemd voor de geïntegreerde politie via de 112-centra;
e) het beheer van de algemene nationale gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt;
f) de organisatie van de terbeschikkingstelling van de operationele documentatie;
4° inzake financiën :
a) het administratieve beheer van de financiën van de federale politie, opvolging van de kredieten en interne controle van de financiën;
b) de opmaak en de uitvoering van de begroting;
5° het beheer van een databank inzake personeel, logistiek en financiën.]1
1° inzake personeel :
a) de opvolging van de morfologie van de federale politie;
b) het beheer :
i) van de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
ii) van het personeel van de federale politie, met inbegrip van de bevorderingsvoorstellen, met uitzondering van de aanwijzingen tot commissaris-generaal en directeur-generaal;
c) de door of krachtens de wet aan de federale politie toevertrouwde opdrachten inzake selectie, rekrutering en opleiding van de leden van de politiediensten;
d) de ontwikkeling en het beheer van de competenties van het personeel;
e) het kennisbeheer, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van de niet-operationele documentatie;
f) de betrekkingen met de syndicale organisaties van het personeel van de politiediensten;
g) de persoonlijke en sociale ondersteuning van de personeelsleden van de federale politie bij de dienstuitvoering en, op hun verzoek, van de personeelsleden van de lokale politie;
h) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de voorbereiding van de statuten van de personeelsleden van de politiediensten;
i) de toepassing van de statuten en het beheer van het contentieux betreffende de personeelsleden van de federale politie, in die mate dat hierbij geen derden betrokken zijn;
j) de organisatie en de uitvoering van activiteiten van expertise, beheer, controle en advies op medisch vlak;
k) het formuleren van juridische adviezen en het verstrekken van juridische ondersteuning inzake operationele en niet-operationele aangelegenheden;
2° inzake logistiek :
a) het beheer van de uitrusting en de infrastructuur van de federale politie;
b) binnen de door de minister van Binnenlandse Zaken toegekende delegaties, de voorbereiding en de gunning van de overheidsopdrachten voor de geïntegreerde politie;
c) de logistieke steun van de federale politie en, op hun verzoek, van de lokale politie en van het Secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus;
d) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, het voorbereiden, implementeren en evalueren van de normen inzake de infrastructuur en de uitrusting van de politiediensten, met inbegrip van het uniform, de identificatiemiddelen en de bewapening;
3° inzake politionele informatie en ICT-middelen :
a) de ontwikkeling van het concept van de politionele informatie;
b) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie :
i) de voorbereiding van het beleid en van de regels inzake de politionele informatieverwerking en de communicatie- en informatiesystemen van de geïntegreerde politie;
ii) de voorbereiding van de technische standaarden en van de regels inzake beheer van de communicatie- en informatiesystemen van de geïntegreerde politie;
c) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de ontwikkeling en het beheer van de communicatie- en informatiesystemen van de politiediensten;
d) in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, de ontwikkeling van de principes, processen en methoden, van de minimale functioneringsstandaarden voor, alsook de evaluatie van de efficiëntie en de kwaliteit van de informatiestromen van de communicatie- en informatiediensten van de arrondissementen, met inbegrip van het beheer van de oproepen bestemd voor de geïntegreerde politie via de 112-centra;
e) het beheer van de algemene nationale gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt;
f) de organisatie van de terbeschikkingstelling van de operationele documentatie;
4° inzake financiën :
a) het administratieve beheer van de financiën van de federale politie, opvolging van de kredieten en interne controle van de financiën;
b) de opmaak en de uitvoering van de begroting;
5° het beheer van een databank inzake personeel, logistiek en financiën.]1
Modifications
Art.6. [1 La direction générale de la gestion des ressources et de l'information assure les missions suivantes :
1° en matière de personnel :
a) le suivi de la morphologie de la police fédérale;
b) la gestion :
i) de la mobilité des membres du personnel des services de police;
ii) du personnel de la police fédérale, y compris les propositions de promotions, à l'exception des désignations à la fonction de commissaire général et de directeur général;
c) les missions de sélection, de recrutement et de formation des membres des services de police confiées à la police fédérale par ou en vertu de la loi;
d) le développement et la gestion des compétences du personnel;
e) la gestion des connaissances, y compris la mise à disposition de la documentation non-opérationnelle;
f) les rapports avec les organisations syndicales du personnel des services de police;
g) le soutien personnel et social des membres du personnel de la police fédérale pendant l'exécution du service et, à leur demande, des membres du personnel de la police locale;
h) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la préparation des statuts des membres du personnel des services de police;
i) l'application des statuts et la gestion du contentieux relatif aux membres du personnel de la police fédérale, dans la mesure où aucun tiers n'est concerné par celui-ci;
j) l'organisation et l'exécution d'activités d'expertise, d'administration, de contrôle et de conseil médicaux;
k) la formulation d'avis juridiques et fournir un appui juridique dans des matières opérationnelles et non opérationnelles;
2° en matière de logistique :
a) la gestion de l'équipement et de l'infrastructure de la police fédérale;
b) dans la limite des délégations consenties par le ministre de l'Intérieur, la préparation et l'attribution des marchés publics pour la police intégrée;
c) l'appui logistique de la police fédérale et, à leur demande, de la police locale et du Secrétariat de la police intégrée, structurée à deux niveaux;
d) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la préparation, l'implémentation et l'évaluation des normes relatives à l'infrastructure et à l'équipement des services de police, y compris l'uniforme, les moyens d'identification et l'armement;
3° en matière d'information policière et de moyens ICT :
a) le développement du concept de l'information policière;
b) en concertation avec la Commission permanente de la police locale :
i) la préparation de la politique et des règles relatives au traitement de l'information policière et aux systèmes d'information et de communication de la police intégrée;
ii) la préparation des normes techniques et des règles de gestion des systèmes d'information et de communication de la police intégrée;
c) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, le développement et la gestion des systèmes d'information et de communication des services de police;
d) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, le développement des principes, des processus et des méthodes, des standards de fonctionnement minimaux, ainsi que l'évaluation de l'efficience et de la qualité des flux d'information des services d'information et de communication de l'arrondissement, y compris la gestion des appels destinés à la police intégrée via les centres 112;
e) la gestion de la banque de données nationale générale visée à l'article 44/7 de la loi sur la fonction de police;
f) l'organisation de la mise à la disposition de la documentation opérationnelle;
4° en matière de finances :
a) la gestion administrative des finances de la police fédérale, le suivi des crédits et le contrôle interne des finances;
b) l'établissement et l'exécution du budget;
5° la gestion d'une base de données en matière de personnel, logistique et finances.]1
1° en matière de personnel :
a) le suivi de la morphologie de la police fédérale;
b) la gestion :
i) de la mobilité des membres du personnel des services de police;
ii) du personnel de la police fédérale, y compris les propositions de promotions, à l'exception des désignations à la fonction de commissaire général et de directeur général;
c) les missions de sélection, de recrutement et de formation des membres des services de police confiées à la police fédérale par ou en vertu de la loi;
d) le développement et la gestion des compétences du personnel;
e) la gestion des connaissances, y compris la mise à disposition de la documentation non-opérationnelle;
f) les rapports avec les organisations syndicales du personnel des services de police;
g) le soutien personnel et social des membres du personnel de la police fédérale pendant l'exécution du service et, à leur demande, des membres du personnel de la police locale;
h) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la préparation des statuts des membres du personnel des services de police;
i) l'application des statuts et la gestion du contentieux relatif aux membres du personnel de la police fédérale, dans la mesure où aucun tiers n'est concerné par celui-ci;
j) l'organisation et l'exécution d'activités d'expertise, d'administration, de contrôle et de conseil médicaux;
k) la formulation d'avis juridiques et fournir un appui juridique dans des matières opérationnelles et non opérationnelles;
2° en matière de logistique :
a) la gestion de l'équipement et de l'infrastructure de la police fédérale;
b) dans la limite des délégations consenties par le ministre de l'Intérieur, la préparation et l'attribution des marchés publics pour la police intégrée;
c) l'appui logistique de la police fédérale et, à leur demande, de la police locale et du Secrétariat de la police intégrée, structurée à deux niveaux;
d) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, la préparation, l'implémentation et l'évaluation des normes relatives à l'infrastructure et à l'équipement des services de police, y compris l'uniforme, les moyens d'identification et l'armement;
3° en matière d'information policière et de moyens ICT :
a) le développement du concept de l'information policière;
b) en concertation avec la Commission permanente de la police locale :
i) la préparation de la politique et des règles relatives au traitement de l'information policière et aux systèmes d'information et de communication de la police intégrée;
ii) la préparation des normes techniques et des règles de gestion des systèmes d'information et de communication de la police intégrée;
c) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, le développement et la gestion des systèmes d'information et de communication des services de police;
d) en concertation avec la Commission permanente de la police locale, le développement des principes, des processus et des méthodes, des standards de fonctionnement minimaux, ainsi que l'évaluation de l'efficience et de la qualité des flux d'information des services d'information et de communication de l'arrondissement, y compris la gestion des appels destinés à la police intégrée via les centres 112;
e) la gestion de la banque de données nationale générale visée à l'article 44/7 de la loi sur la fonction de police;
f) l'organisation de la mise à la disposition de la documentation opérationnelle;
4° en matière de finances :
a) la gestion administrative des finances de la police fédérale, le suivi des crédits et le contrôle interne des finances;
b) l'établissement et l'exécution du budget;
5° la gestion d'une base de données en matière de personnel, logistique et finances.]1
Modifications
HOOFDSTUK II. [1 - Organisatie]1
CHAPITRE II. [1 - Organisation.]1
Art.7. [1 De algemene directie van het middelenbeheer en de informatie is samengesteld uit :
1° de directie van het personeel;
2° de directie van de logistiek;
3° de directie van de politionele informatie en de ICT-middelen;
4° de directie van de financiën.]1
1° de directie van het personeel;
2° de directie van de logistiek;
3° de directie van de politionele informatie en de ICT-middelen;
4° de directie van de financiën.]1
Modifications
Art.7. [1 La direction générale de la gestion des ressources et de l'information se compose de :
1° la direction du personnel;
2° la direction de la logistique;
3° la direction de l'information policière et des moyens ICT;
4° la direction des finances.]1
1° la direction du personnel;
2° la direction de la logistique;
3° la direction de l'information policière et des moyens ICT;
4° la direction des finances.]1
Modifications
TITEL IV. [1 - De algemene directie bestuurlijke politie.]1
TITRE IV. [1 - De la direction générale de la police administrative.]1
HOOFDSTUK I. [1 - Bevoegdheden.]1
CHAPITRE Ier. [1 - Compétences.]1
Art.8. [1 De algemene directie bestuurlijke politie verzekert de volgende opdrachten :
1° inzake bestuurlijke politie :
a) overeenkomstig artikel 101, tweede lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de leiding en de operationele coördinatie van de opdrachten van bestuurlijke politie van de centrale diensten van de federale politie met inbegrip van de opvolging van de gebeurtenissen die een ernstige of georganiseerde bedreiging van de openbare orde kunnen vormen alsmede de vergaring en de exploitatie van de politionele informatie die noodzakelijk is voor de inzet van de geïntegreerde politie, overeenkomstig artikel 101, tweede lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Onverminderd de bevoegdheden van het commissariaat-generaal in dat domein onderhoudt de algemene directie rechtstreeks de internationale contacten mits onverwijlde kennisgeving aan de directie van de internationale politiesamenwerking.
De minister van Binnenlandse Zaken wordt systematisch op de hoogte gehouden van alles wat de openbare orde aanbelangt;
b) de toekenning, de ondersteuning en de opvolging van gedeconcentreerde opdrachten van bestuurlijke politie die door de coördinatie- en steundirecties uitgevoerd worden; opdrachten die met name de vergaring en de exploitatie van de bovenlokale informatie bevatten die noodzakelijk is voor het beheer van de gebeurtenissen en de fenomenen;
c) de conceptuele ontwikkeling van interventiemethodes en -technieken inzake bestuurlijke politie;
d) de uitwerking, samen met de algemene directie gerechtelijke politie, van programma's overeenkomstig artikel 95 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
e) de beleidsontwikkeling, de ondersteuning en de opvolging van de politionele slachtofferbejegening;
2° inzake verbindingswegen, de gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie en de ondersteuning van die opdrachten inzake grenscontrole, verkeers-, spoorweg-, scheepvaart-, en luchtvaartpolitie;
3° inzake gespecialiseerde steun :
a) de gespecialiseerde beschermingsopdrachten van personen en goederen;
b) de gespecialiseerde steunopdrachten voor het genegotieerde beheer van de publieke ruimte;
c) de luchtsteun;
d) de gespecialiseerde ondersteuning inzake met honden ondersteunde politieopdrachten;
e) de bescherming van leden van de koninklijke familie en van de koninklijke paleizen;
f) de bescherming van de SACEUR alsook politieopdrachten bij de SHAPE;]1
[2 g) de bijzondere opdrachten inzake beveiliging;
h) de in artikel 23 van de wet op het politieambt voorziene opdrachten;
i) sommige in artikel 25, vierde lid van de wet op het politieambt bedoelde begeleidingen.]2
1° inzake bestuurlijke politie :
a) overeenkomstig artikel 101, tweede lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de leiding en de operationele coördinatie van de opdrachten van bestuurlijke politie van de centrale diensten van de federale politie met inbegrip van de opvolging van de gebeurtenissen die een ernstige of georganiseerde bedreiging van de openbare orde kunnen vormen alsmede de vergaring en de exploitatie van de politionele informatie die noodzakelijk is voor de inzet van de geïntegreerde politie, overeenkomstig artikel 101, tweede lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Onverminderd de bevoegdheden van het commissariaat-generaal in dat domein onderhoudt de algemene directie rechtstreeks de internationale contacten mits onverwijlde kennisgeving aan de directie van de internationale politiesamenwerking.
De minister van Binnenlandse Zaken wordt systematisch op de hoogte gehouden van alles wat de openbare orde aanbelangt;
b) de toekenning, de ondersteuning en de opvolging van gedeconcentreerde opdrachten van bestuurlijke politie die door de coördinatie- en steundirecties uitgevoerd worden; opdrachten die met name de vergaring en de exploitatie van de bovenlokale informatie bevatten die noodzakelijk is voor het beheer van de gebeurtenissen en de fenomenen;
c) de conceptuele ontwikkeling van interventiemethodes en -technieken inzake bestuurlijke politie;
d) de uitwerking, samen met de algemene directie gerechtelijke politie, van programma's overeenkomstig artikel 95 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
e) de beleidsontwikkeling, de ondersteuning en de opvolging van de politionele slachtofferbejegening;
2° inzake verbindingswegen, de gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie en de ondersteuning van die opdrachten inzake grenscontrole, verkeers-, spoorweg-, scheepvaart-, en luchtvaartpolitie;
3° inzake gespecialiseerde steun :
a) de gespecialiseerde beschermingsopdrachten van personen en goederen;
b) de gespecialiseerde steunopdrachten voor het genegotieerde beheer van de publieke ruimte;
c) de luchtsteun;
d) de gespecialiseerde ondersteuning inzake met honden ondersteunde politieopdrachten;
e) de bescherming van leden van de koninklijke familie en van de koninklijke paleizen;
f) de bescherming van de SACEUR alsook politieopdrachten bij de SHAPE;]1
[2 g) de bijzondere opdrachten inzake beveiliging;
h) de in artikel 23 van de wet op het politieambt voorziene opdrachten;
i) sommige in artikel 25, vierde lid van de wet op het politieambt bedoelde begeleidingen.]2
Art.8. [1 La direction générale de la police administrative assure les missions suivantes :
1° en matière de police administrative :
a) conformément à l'article 101, alinéa 2, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la direction et la coordination opérationnelle des missions de police administrative des services centraux de la police fédérale, y compris le suivi des événements pouvant constituer une menace grave ou organisée contre l'ordre public ainsi que le recueil et l'exploitation des informations policières qui sont nécessaires à la mise en oeuvre de la police intégrée, conformément à l'article 101, alinéa 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux. Sans préjudice des compétences du commissariat général en la matière, moyennant une information sans délai de la direction de la coopération internationale, la direction générale entretient directement les contacts internationaux.
Le ministre de l'Intérieur est tenu systématiquement informé de tout ce qui concerne l'ordre public;
b) l'attribution, l'appui et le suivi de missions déconcentrées de police administrative exécutées par les directions de coordination et d'appui; missions comprenant notamment le recueil et l'exploitation de l'information supralocale nécessaire à la gestion des événements et des phénomènes;
c) le développement conceptuel de méthodes et de techniques d'intervention en matière de police administrative;
d) conjointement avec la direction générale de la police judiciaire, l'élaboration de programmes conformément à l'article 95 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
e) le développement de la politique, le soutien et le suivi de l'assistance policière aux victimes;
2° en matière de voies de communication, les missions de police administrative spécialisées et l'appui à ces missions en matière de contrôle aux frontières, de police de la circulation, de police des chemins de fer, de police de la navigation et de police aéronautique;
3° en matière d'appui spécialisé :
a) les missions spécialisées de protection de personnes et de biens;
b) les missions d'appui spécialisé pour la gestion négociée de l'espace public;
c) l'appui aérien;
d) l'appui spécialisé en matière de missions de police assistées par des chiens;
e) la protection de membres de la famille royale et de palais royaux;
f) la protection du SACEUR ainsi que des missions de police auprès du SHAPE;]1
[2 g) les missions spécialisées de sécurisation;
h) les missions visées à l'article 23 de la loi sur la fonction de police;
i) certaines escortes visées à l'article 25, alinéa 4 de la loi sur la fonction de police.]2
1° en matière de police administrative :
a) conformément à l'article 101, alinéa 2, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la direction et la coordination opérationnelle des missions de police administrative des services centraux de la police fédérale, y compris le suivi des événements pouvant constituer une menace grave ou organisée contre l'ordre public ainsi que le recueil et l'exploitation des informations policières qui sont nécessaires à la mise en oeuvre de la police intégrée, conformément à l'article 101, alinéa 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux. Sans préjudice des compétences du commissariat général en la matière, moyennant une information sans délai de la direction de la coopération internationale, la direction générale entretient directement les contacts internationaux.
Le ministre de l'Intérieur est tenu systématiquement informé de tout ce qui concerne l'ordre public;
b) l'attribution, l'appui et le suivi de missions déconcentrées de police administrative exécutées par les directions de coordination et d'appui; missions comprenant notamment le recueil et l'exploitation de l'information supralocale nécessaire à la gestion des événements et des phénomènes;
c) le développement conceptuel de méthodes et de techniques d'intervention en matière de police administrative;
d) conjointement avec la direction générale de la police judiciaire, l'élaboration de programmes conformément à l'article 95 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
e) le développement de la politique, le soutien et le suivi de l'assistance policière aux victimes;
2° en matière de voies de communication, les missions de police administrative spécialisées et l'appui à ces missions en matière de contrôle aux frontières, de police de la circulation, de police des chemins de fer, de police de la navigation et de police aéronautique;
3° en matière d'appui spécialisé :
a) les missions spécialisées de protection de personnes et de biens;
b) les missions d'appui spécialisé pour la gestion négociée de l'espace public;
c) l'appui aérien;
d) l'appui spécialisé en matière de missions de police assistées par des chiens;
e) la protection de membres de la famille royale et de palais royaux;
f) la protection du SACEUR ainsi que des missions de police auprès du SHAPE;]1
[2 g) les missions spécialisées de sécurisation;
h) les missions visées à l'article 23 de la loi sur la fonction de police;
i) certaines escortes visées à l'article 25, alinéa 4 de la loi sur la fonction de police.]2
HOOFDSTUK II. [1 - Organisatie.]1
CHAPITRE II. [1 - Organisation.]1
Art.9. [1 De algemene directie bestuurlijke politie is samengesteld uit :
1° inzake bestuurlijke politie, de directie van de operaties inzake bestuurlijke politie;
2° inzake verbindingswegen, de directie van :
a) de wegpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
b) de spoorwegpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
c) de scheepvaartpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
d) de luchtvaartpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
3° inzake gespecialiseerde steun, de directie :
a) bescherming, bestaande uit centrale entiteiten en gedeconcentreerde detachementen;
b) openbare veiligheid;
c) luchtsteun;
d) hondensteun;]1
[2 e) van beveiliging.]2
1° inzake bestuurlijke politie, de directie van de operaties inzake bestuurlijke politie;
2° inzake verbindingswegen, de directie van :
a) de wegpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
b) de spoorwegpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
c) de scheepvaartpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
d) de luchtvaartpolitie, die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
3° inzake gespecialiseerde steun, de directie :
a) bescherming, bestaande uit centrale entiteiten en gedeconcentreerde detachementen;
b) openbare veiligheid;
c) luchtsteun;
d) hondensteun;]1
[2 e) van beveiliging.]2
Art.9. [1 La direction générale de la police administrative se compose :
1° en matière de police administrative, de la direction des opérations de police administrative;
2° en matière de voies de communication, de la direction de :
a) la police de la route, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
b) la police des chemins de fer, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
c) la police de la navigation, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
d) la police aéronautique, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
3° en matière d'appui spécialisé, de la direction :
a) de protection, composée d'entités centrales et de détachements déconcentrés;
b) de sécurité publique;
c) d'appui aérien;
d) d'appui canin;]1
[2 e) de sécurisation.]2
1° en matière de police administrative, de la direction des opérations de police administrative;
2° en matière de voies de communication, de la direction de :
a) la police de la route, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
b) la police des chemins de fer, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
c) la police de la navigation, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
d) la police aéronautique, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
3° en matière d'appui spécialisé, de la direction :
a) de protection, composée d'entités centrales et de détachements déconcentrés;
b) de sécurité publique;
c) d'appui aérien;
d) d'appui canin;]1
[2 e) de sécurisation.]2
TITEL V. [1 - De algemene directie gerechtelijke politie.]1
TITRE V. [1 - De la direction générale de la police judiciaire.]1
HOOFDSTUK I. [1 - De algemene directie.]1
CHAPITRE Ier. [1 - La direction générale.]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Art.10. [1 De algemene directie gerechtelijke politie verzekert de volgende opdrachten :
1° de ontwikkeling, de expertise, de operationele coördinatie en steun, het onderzoek en de kwaliteits- en beheerscontrole;
2° inzake operaties van gerechtelijke politie :
a) overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de vergaring en de exploitatie van politionele informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdrachten opgenomen in dit artikel. Onverminderd de bevoegdheden van het commissariaat-generaal in dat domein onderhoudt de algemene directie rechtstreeks de noodzakelijke internationale contacten mits onverwijlde informatie aan de directie van de internationale politiesamenwerking;
b) overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de leiding en de operationele coördinatie van de opdrachten van gerechtelijke politie van de centrale diensten van de federale politie met inbegrip van :
i) de uitwerking, samen met de algemene directie bestuurlijke politie, van programma's overeenkomstig artikel 95 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
ii) de uitvoering van artikel 102, tweede lid, 4°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
iii) de strategische en operationele misdrijfanalyse;
iv) de vermogensanalyse;
v) de uitvoering van bewakingsmaatregelen inzake communicatie en telecommunicatie;
vi) de opsporing van voortvluchtige personen in het raam van aan de federale politie toegekende onderzoeken en van voortvluchtige veroordeelden;
vii) het nationale beheer van de bijzondere opsporingsmethoden, met inbegrip van het nationale informantenbeheer, overeenkomstig artikel 47, decies, § 2, van het wetboek van strafvordering en de uitvoering, de controle en de coördinatie van de interventies van de speciale eenheden;
viii) de beschermingsmaatregelen die getroffen worden in het raam van de getuigenbescherming;
ix) de identificatie van slachtoffers;
c) de gespecialiseerde gerechtelijke opdrachten in het militaire milieu, met inbegrip van de detachementen van de federale politie die met toepassing van artikel 112, eerste lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geleverd worden;
3° overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 5°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de opdrachten van technische en wetenschappelijke politie;
4° de opdrachten en interventies van de speciale eenheden, welke bestaan uit :
a) de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie alsook de andere opsporingsmethoden van inkijkoperatie en direct afluisteren;
b) de bijzondere opdrachten van bewaking en interventie;
c) het beheer van de centrale technische interceptiefaciliteiten van de telecommunicatie;
d) de gespecialiseerde ondersteuning aan de opdrachten van bestuurlijke politie;
5° de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie en de ondersteuning van deze opdrachten, inzonderheid wat de zware en georganiseerde criminaliteit betreft;
6° de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie, in het bijzonder de opvolging van risicogroeperingen;
7° de organisatie, de coördinatie, het beheer, het mobiliseren, de inzet en de evaluatie van de gehypothekeerde capaciteit inzake opdrachten van gerechtelijke politie.]1
1° de ontwikkeling, de expertise, de operationele coördinatie en steun, het onderzoek en de kwaliteits- en beheerscontrole;
2° inzake operaties van gerechtelijke politie :
a) overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de vergaring en de exploitatie van politionele informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdrachten opgenomen in dit artikel. Onverminderd de bevoegdheden van het commissariaat-generaal in dat domein onderhoudt de algemene directie rechtstreeks de noodzakelijke internationale contacten mits onverwijlde informatie aan de directie van de internationale politiesamenwerking;
b) overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de leiding en de operationele coördinatie van de opdrachten van gerechtelijke politie van de centrale diensten van de federale politie met inbegrip van :
i) de uitwerking, samen met de algemene directie bestuurlijke politie, van programma's overeenkomstig artikel 95 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
ii) de uitvoering van artikel 102, tweede lid, 4°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
iii) de strategische en operationele misdrijfanalyse;
iv) de vermogensanalyse;
v) de uitvoering van bewakingsmaatregelen inzake communicatie en telecommunicatie;
vi) de opsporing van voortvluchtige personen in het raam van aan de federale politie toegekende onderzoeken en van voortvluchtige veroordeelden;
vii) het nationale beheer van de bijzondere opsporingsmethoden, met inbegrip van het nationale informantenbeheer, overeenkomstig artikel 47, decies, § 2, van het wetboek van strafvordering en de uitvoering, de controle en de coördinatie van de interventies van de speciale eenheden;
viii) de beschermingsmaatregelen die getroffen worden in het raam van de getuigenbescherming;
ix) de identificatie van slachtoffers;
c) de gespecialiseerde gerechtelijke opdrachten in het militaire milieu, met inbegrip van de detachementen van de federale politie die met toepassing van artikel 112, eerste lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geleverd worden;
3° overeenkomstig artikel 102, tweede lid, 5°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de opdrachten van technische en wetenschappelijke politie;
4° de opdrachten en interventies van de speciale eenheden, welke bestaan uit :
a) de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie alsook de andere opsporingsmethoden van inkijkoperatie en direct afluisteren;
b) de bijzondere opdrachten van bewaking en interventie;
c) het beheer van de centrale technische interceptiefaciliteiten van de telecommunicatie;
d) de gespecialiseerde ondersteuning aan de opdrachten van bestuurlijke politie;
5° de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie en de ondersteuning van deze opdrachten, inzonderheid wat de zware en georganiseerde criminaliteit betreft;
6° de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie, in het bijzonder de opvolging van risicogroeperingen;
7° de organisatie, de coördinatie, het beheer, het mobiliseren, de inzet en de evaluatie van de gehypothekeerde capaciteit inzake opdrachten van gerechtelijke politie.]1
Modifications
Art.10. [1 La direction générale de la police judiciaire assure les missions suivantes :
1° la conception, l'expertise, la coordination et l'appui opérationnels, la recherche et le contrôle de qualité et de gestion;
2° en matière d'opérations de police judiciaire :
a) conformément à l'article 102, alinéa 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, le recueil et l'exploitation des informations policières nécessaires à la mise en oeuvre des missions reprises dans le présent article. Sans préjudice des compétences du commissariat général en la matière, moyennant l'information sans délai de la direction de la coopération policière internationale, la direction générale entretient directement les contacts internationaux nécessaires;
b) conformément à l'article 102, alinéa 2, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la direction et la coordination opérationnelle des missions de police judiciaire des services centraux de la police fédérale, en ce compris :
i) conjointement avec la direction générale de la police administrative, l'élaboration de programmes conformément à l'article 95 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
ii) la mise en oeuvre de l'article 102, alinéa 2, 4°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
iii) l'analyse criminelle stratégique et opérationnelle;
iv) l'analyse de patrimoine;
v) l'exécution des mesures de surveillance des communications et des télécommunications;
vi) la recherche des personnes en fuite dans le cadre des enquêtes confiées à la police fédérale et des condamnés en fuite;
vii) la gestion nationale des méthodes particulières de recherche en ce compris la gestion nationale des indicateurs conformément à l'article 47, decies, § 2, du code d'instruction criminelle et la mise en oeuvre, le contrôle et la coordination des interventions des unités spéciales;
viii) les mesures de protection prises dans le cadre de la protection des témoins;
ix) l'identification des victimes;
c) les missions judiciaires spécialisées dans le milieu militaire, en ce compris les détachements de la police fédérale qui sont fournis en application de l'article 112, alinéa 1er, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
3° conformément à l'article 102, alinéa 2, 5°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, les missions de police technique et scientifique;
4° les missions et interventions d'unités spéciales, qui recouvrent :
a) les méthodes particulières de recherche d'observation et d'infiltration ainsi que les autres méthodes de recherche que sont les contrôles visuels discrets et les écoutes directes;
b) les missions spécialisées de surveillance et d'intervention;
c) la gestion des facilités techniques centrales d'interception des télécommunications;
d) l'appui spécialisé aux missions de police administrative;
5° les missions spécialisées de police judiciaire et l'appui à ces missions, notamment en ce qui concerne la criminalité grave et organisée;
6° l'exécution de missions spécialisées de police administrative, en particulier le suivi des groupes à risques;
7° l'organisation, la coordination, la gestion, la mobilisation, l'engagement et l'évaluation de la capacité hypothéquée en matière des missions de police judiciaire.]1
1° la conception, l'expertise, la coordination et l'appui opérationnels, la recherche et le contrôle de qualité et de gestion;
2° en matière d'opérations de police judiciaire :
a) conformément à l'article 102, alinéa 2, 1°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, le recueil et l'exploitation des informations policières nécessaires à la mise en oeuvre des missions reprises dans le présent article. Sans préjudice des compétences du commissariat général en la matière, moyennant l'information sans délai de la direction de la coopération policière internationale, la direction générale entretient directement les contacts internationaux nécessaires;
b) conformément à l'article 102, alinéa 2, 2°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, la direction et la coordination opérationnelle des missions de police judiciaire des services centraux de la police fédérale, en ce compris :
i) conjointement avec la direction générale de la police administrative, l'élaboration de programmes conformément à l'article 95 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
ii) la mise en oeuvre de l'article 102, alinéa 2, 4°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
iii) l'analyse criminelle stratégique et opérationnelle;
iv) l'analyse de patrimoine;
v) l'exécution des mesures de surveillance des communications et des télécommunications;
vi) la recherche des personnes en fuite dans le cadre des enquêtes confiées à la police fédérale et des condamnés en fuite;
vii) la gestion nationale des méthodes particulières de recherche en ce compris la gestion nationale des indicateurs conformément à l'article 47, decies, § 2, du code d'instruction criminelle et la mise en oeuvre, le contrôle et la coordination des interventions des unités spéciales;
viii) les mesures de protection prises dans le cadre de la protection des témoins;
ix) l'identification des victimes;
c) les missions judiciaires spécialisées dans le milieu militaire, en ce compris les détachements de la police fédérale qui sont fournis en application de l'article 112, alinéa 1er, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux;
3° conformément à l'article 102, alinéa 2, 5°, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, les missions de police technique et scientifique;
4° les missions et interventions d'unités spéciales, qui recouvrent :
a) les méthodes particulières de recherche d'observation et d'infiltration ainsi que les autres méthodes de recherche que sont les contrôles visuels discrets et les écoutes directes;
b) les missions spécialisées de surveillance et d'intervention;
c) la gestion des facilités techniques centrales d'interception des télécommunications;
d) l'appui spécialisé aux missions de police administrative;
5° les missions spécialisées de police judiciaire et l'appui à ces missions, notamment en ce qui concerne la criminalité grave et organisée;
6° l'exécution de missions spécialisées de police administrative, en particulier le suivi des groupes à risques;
7° l'organisation, la coordination, la gestion, la mobilisation, l'engagement et l'évaluation de la capacité hypothéquée en matière des missions de police judiciaire.]1
Modifications
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
Art.11. [1 De algemene directie gerechtelijke politie is samengesteld uit :
1° de centrale directie van de operaties inzake gerechtelijke politie;
2° [2 de centrale directie van de technische en wetenschappelijke politie, waarvan het laboratorium voor wat betreft activiteiten inzake dactyloscopische gegevens geaccrediteerd moet zijn in overeenstemming met de criteria van de norm NBN EN ISO/IEC 17025 en dit volgens de procedures en voorwaarden voor accreditatie vastgelegd in het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling;]2
3° de directie van de speciale eenheden die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
4° de centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit die bevat :
a) centrale diensten voor de bestrijding van de corruptie, voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële criminaliteit en voor de bestrijding van de informaticacriminaliteit;
b) diensten belast met de opvolging van de prioritaire criminaliteitsfenomenen opgenomen in het nationaal veiligheidsplan;
5° gedeconcentreerde gerechtelijke directies.]1
1° de centrale directie van de operaties inzake gerechtelijke politie;
2° [2 de centrale directie van de technische en wetenschappelijke politie, waarvan het laboratorium voor wat betreft activiteiten inzake dactyloscopische gegevens geaccrediteerd moet zijn in overeenstemming met de criteria van de norm NBN EN ISO/IEC 17025 en dit volgens de procedures en voorwaarden voor accreditatie vastgelegd in het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling;]2
3° de directie van de speciale eenheden die centrale en gedeconcentreerde diensten bevat;
4° de centrale directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit die bevat :
a) centrale diensten voor de bestrijding van de corruptie, voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële criminaliteit en voor de bestrijding van de informaticacriminaliteit;
b) diensten belast met de opvolging van de prioritaire criminaliteitsfenomenen opgenomen in het nationaal veiligheidsplan;
5° gedeconcentreerde gerechtelijke directies.]1
Art.11. [1 La direction générale de la police judiciaire se compose de :
1° la direction centrale des opérations de police judiciaire;
2° [2 la direction centrale de la police technique et scientifique, dont le laboratoire doit être accrédité, pour ce qui concerne les activités en matière de données dactyloscopiques, conformément aux critères de la norme NBN EN ISO/IEC 17025, selon les procédures et conditions de l'accréditation telles que déterminées par l'arrêté royal du 31 janvier 2006 portant création du système BELAC d'accréditation des organismes d'évaluation de la conformité;]2
3° la direction des unités spéciales, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
4° la direction centrale de la lutte contre la criminalité grave et organisée qui comprend :
a) des offices centraux de la répression de la corruption, de la lutte contre la criminalité économique et financière organisée et de la répression de la cybercriminalité;
b) des services chargés du suivi des phénomènes de criminalité prioritaires repris dans le plan national de sécurité;
5° directions judiciaires déconcentrées.]1
1° la direction centrale des opérations de police judiciaire;
2° [2 la direction centrale de la police technique et scientifique, dont le laboratoire doit être accrédité, pour ce qui concerne les activités en matière de données dactyloscopiques, conformément aux critères de la norme NBN EN ISO/IEC 17025, selon les procédures et conditions de l'accréditation telles que déterminées par l'arrêté royal du 31 janvier 2006 portant création du système BELAC d'accréditation des organismes d'évaluation de la conformité;]2
3° la direction des unités spéciales, qui se compose de services centraux et déconcentrés;
4° la direction centrale de la lutte contre la criminalité grave et organisée qui comprend :
a) des offices centraux de la répression de la corruption, de la lutte contre la criminalité économique et financière organisée et de la répression de la cybercriminalité;
b) des services chargés du suivi des phénomènes de criminalité prioritaires repris dans le plan national de sécurité;
5° directions judiciaires déconcentrées.]1
TITEL III.
TITRE III.
HOOFDSTUK I.
CHAPITRE Ier.
HOOFDSTUK II. [1 - De gedeconcentreerde directies.]1
CHAPITRE II. [1 - Les directions déconcentrées.]1
Afdeling 1. [1 - Bevoegdheden.]1
Section 1re. [1 - Compétences.]1
Art.12. [1 De gedeconcentreerde gerechtelijke directies verzekeren de volgende opdrachten :
1° overeenkomstig artikel 105, § 1, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de uitvoering van de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie;
2° de uitvoering en de opvolging van het nationaal veiligheidsplan;
3° het functionele beheer van de informatie van gerechtelijke politie;
4° in bijkomende orde, de vergaring en de verwerking van de informatie betreffende de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie;
5° het lokale informantenbeheer, overeenkomstig artikel 47, decies, § 3, van het wetboek van strafvordering;
6° de coördinatie van de operationele steunaanvragen die tot hun bevoegdheden behoren;
7° de leiding, coördinatie en steun in de domeinen die tot hun bevoegdheid behoren;
8° de opvolging van de deelname van de lokale politie aan lokale opdrachten van federale aard;
9° in samenwerking met de coördinatie- en steundirecties, de bijdrage tot een geïntegreerde en integrale aanpak van de veiligheidsfenomenen.]1
1° overeenkomstig artikel 105, § 1, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de uitvoering van de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie;
2° de uitvoering en de opvolging van het nationaal veiligheidsplan;
3° het functionele beheer van de informatie van gerechtelijke politie;
4° in bijkomende orde, de vergaring en de verwerking van de informatie betreffende de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie;
5° het lokale informantenbeheer, overeenkomstig artikel 47, decies, § 3, van het wetboek van strafvordering;
6° de coördinatie van de operationele steunaanvragen die tot hun bevoegdheden behoren;
7° de leiding, coördinatie en steun in de domeinen die tot hun bevoegdheid behoren;
8° de opvolging van de deelname van de lokale politie aan lokale opdrachten van federale aard;
9° in samenwerking met de coördinatie- en steundirecties, de bijdrage tot een geïntegreerde en integrale aanpak van de veiligheidsfenomenen.]1
Modifications
Art.12. [1 Les directions judiciaires déconcentrées assurent les missions suivantes :
1° conformément à l'article 105, § 1er, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, l'exécution des missions spécialisées de police judiciaire;
2° la mise en oeuvre et le suivi du plan national de sécurité;
3° la gestion fonctionnelle de l'information de police judiciaire;
4° à titre subsidiaire, le recueil et le traitement des informations en ce qui concerne l'exécution de missions spécialisées de police administrative;
5° la gestion locale des indicateurs conformément à l'article 47, decies, § 3, du code d'instruction criminelle;
6° la coordination des demandes d'appui opérationnel qui relèvent de leurs compétences;
7° la direction, la coordination et l'appui dans les domaines qui relèvent de leurs compétences;
8° le suivi de la participation de la police locale aux missions locales à caractère fédéral;
9° en collaboration avec les directions déconcentrées de coordination et d'appui, la contribution à une approche intégrée et intégrale des phénomènes de sécurité.]1
1° conformément à l'article 105, § 1er, de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, l'exécution des missions spécialisées de police judiciaire;
2° la mise en oeuvre et le suivi du plan national de sécurité;
3° la gestion fonctionnelle de l'information de police judiciaire;
4° à titre subsidiaire, le recueil et le traitement des informations en ce qui concerne l'exécution de missions spécialisées de police administrative;
5° la gestion locale des indicateurs conformément à l'article 47, decies, § 3, du code d'instruction criminelle;
6° la coordination des demandes d'appui opérationnel qui relèvent de leurs compétences;
7° la direction, la coordination et l'appui dans les domaines qui relèvent de leurs compétences;
8° le suivi de la participation de la police locale aux missions locales à caractère fédéral;
9° en collaboration avec les directions déconcentrées de coordination et d'appui, la contribution à une approche intégrée et intégrale des phénomènes de sécurité.]1
Modifications
HOOFDSTUK II.
CHAPITRE II.
Afdeling 2. [1 - Organisatie.]1
Section 2. [1 - Organisation.]1
Art.13. [1 De gedeconcentreerde gerechtelijke directies zijn samengesteld uit :
1° de dienst operationele leiding en coördinatie;
2° de diensten gespecialiseerde opsporing;
3° in de gedeconcentreerde directies van Antwerpen, Brussel, Charleroi/Bergen, Oost-Vlaanderen en Luik, de gespecialiseerde opsporingseenheden inzake terrorisme, georganiseerde economische en financiële criminaliteit, fiscale en sociale fraude en ICT-criminaliteit;
4° [2 in de gedeconcentreerde directies van Antwerpen, Brussel, Charleroi, Oost-Vlaanderen en Luik, het laboratorium van technische en wetenschappelijke politie, dat voor wat betreft activiteiten inzake DNA-profielen en dactyloscopische gegevens geaccrediteerd moet zijn in overeenstemming met de criteria van de norm NBN EN ISO/IEC 17025 en dit volgens de procedures en voorwaarden voor accreditatie vastgelegd in het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling;]2
[2 4bis° de gespecialiseerde dienst van technische en wetenschappelijke politie, belast met het onderzoek op het plaats delict;]2
5° operationele steundiensten.]1
1° de dienst operationele leiding en coördinatie;
2° de diensten gespecialiseerde opsporing;
3° in de gedeconcentreerde directies van Antwerpen, Brussel, Charleroi/Bergen, Oost-Vlaanderen en Luik, de gespecialiseerde opsporingseenheden inzake terrorisme, georganiseerde economische en financiële criminaliteit, fiscale en sociale fraude en ICT-criminaliteit;
4° [2 in de gedeconcentreerde directies van Antwerpen, Brussel, Charleroi, Oost-Vlaanderen en Luik, het laboratorium van technische en wetenschappelijke politie, dat voor wat betreft activiteiten inzake DNA-profielen en dactyloscopische gegevens geaccrediteerd moet zijn in overeenstemming met de criteria van de norm NBN EN ISO/IEC 17025 en dit volgens de procedures en voorwaarden voor accreditatie vastgelegd in het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling;]2
[2 4bis° de gespecialiseerde dienst van technische en wetenschappelijke politie, belast met het onderzoek op het plaats delict;]2
5° operationele steundiensten.]1
Art.13. [1 Les directions judiciaires déconcentrées se composent :
1° du service de direction et coordination opérationnelles;
2° de services de recherche spécialisée;
3° dans les directions déconcentrées d'Anvers, de Bruxelles, de Charleroi/Mons, de Flandre Orientale et de Liège, d'unités spécialisées de recherche en matière de terrorisme, de criminalité économique et financière organisée, de fraude fiscale et sociale et de criminalité ICT;
4° [2 dans les directions déconcentrées d'Anvers, de Bruxelles, de Charleroi, de Flandre Orientale et de Liège, du laboratoire de police technique et scientifique, qui doit être accrédité, pour ce qui concerne les activités en matière de profils ADN et de données dactyloscopiques, conformément aux critères de la norme NBN EN ISO/IEC 17025, selon les procédures et conditions de l'accréditation telles que déterminées par l'arrêté royal du 31 janvier 2006 portant création du système BELAC d'accréditation des organismes d'évaluation de la conformité;]2
[2 4bis° du service spécialisé de police technique et scientifique, chargé de l'investigation de la scène de crime;]2
5° de services d'appui opérationnel.]1
1° du service de direction et coordination opérationnelles;
2° de services de recherche spécialisée;
3° dans les directions déconcentrées d'Anvers, de Bruxelles, de Charleroi/Mons, de Flandre Orientale et de Liège, d'unités spécialisées de recherche en matière de terrorisme, de criminalité économique et financière organisée, de fraude fiscale et sociale et de criminalité ICT;
4° [2 dans les directions déconcentrées d'Anvers, de Bruxelles, de Charleroi, de Flandre Orientale et de Liège, du laboratoire de police technique et scientifique, qui doit être accrédité, pour ce qui concerne les activités en matière de profils ADN et de données dactyloscopiques, conformément aux critères de la norme NBN EN ISO/IEC 17025, selon les procédures et conditions de l'accréditation telles que déterminées par l'arrêté royal du 31 janvier 2006 portant création du système BELAC d'accréditation des organismes d'évaluation de la conformité;]2
[2 4bis° du service spécialisé de police technique et scientifique, chargé de l'investigation de la scène de crime;]2
5° de services d'appui opérationnel.]1
TITEL IV.
TITRE IV.
HOOFDSTUK I.
CHAPITRE Ier.
HOOFDSTUK II.
CHAPITRE II.
TITEL V.
TITRE V.
HOOFDSTUK I.
CHAPITRE Ier.
HOOFDSTUK II.
CHAPITRE II.
TITEL VI. - GEMEENSCHAPELIJKE BEPALINGEN AAN HET COMMISSARIAAT-GENERAAL EN DE ALGEMENE DIRECTIES.
TITRE VI. - DISPOSITIONS COMMUNES AUX COMMISSARIAT GENERAL ET DIRECTIONS GENERALES.
Art.18. Het commissariaat-generaal en elke algemene directie zijn zo georganiseerd dat de volgende algemene functies verzekerd worden :
1° de opvolging en uitwerking van nieuwe methoden met betrekking tot de opdrachten binnen het commissariaat-generaal of de algemene directie;
2° het verdelen van de personele en materiële middelen over de diverse opdrachten binnen het commissariaat-generaal of de algemene directie;
3° het formuleren van de behoeften van het commissariaat-generaal of de algemene directie met betrekking tot opdrachten waarvoor het commissariaat-generaal of andere algemene directies bevoegd zijn;
4° de opvolging van de naleving van het nationaal veiligheidsplan door het commissariaat-generaal of de algemene directie;
5° de prognoses met betrekking tot de evolutie van de opdrachten, technieken en middelen van de federale politie in het algemeen en het commissariaat-generaal of de algemene directie in het bijzonder.
Om hem bij te staan bij de uitoefening van bepaalde bevoegdheden bedoeld in artikel 7 en de algemene functies bedoeld in het eerste lid, kiest de commissaris-generaal een beperkt aantal [1 beleidsadviseurs]1 [1 die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning]1.
Om hem bij te staan bij de uitoefening van de algemene functies bedoeld in het eerste lid, kiest elke directeur-generaal een beperkt aantal [1 beleidsadviseurs]1 [1 die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning]1.
[1 Het totaal aantal beleidsadviseurs bedoeld in het tweede en het derde lid wordt vastgesteld op vierentwintig. De commissaris-generaal bepaalt, in overleg met de directeurs-generaal, de manier waarop dit aantal onder hen wordt verdeeld.
De functie van beleidsadviseur bedoeld in het tweede en het derde lid, kan enkel uitgeoefend worden door een personeelslid van niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten of door een personeelslid van het operationeel kader dat deel uitmaakt van het officierskader.]1
[1 ...]1
[1 De dienst voor beleidsondersteuning van de commissaris-generaal en van elke directeur-generaal bevat eveneens persoonlijke medewerkers die belast zijn met de andere noodzakelijke taken ter ondersteuning van de leiding van hun dienst. De commissaris-generaal en de directeurs-generaal kunnen elk een beperkt aantal personeelsleden vrij kiezen die het ambt van persoonlijke medewerker uitoefenen.]1
1° de opvolging en uitwerking van nieuwe methoden met betrekking tot de opdrachten binnen het commissariaat-generaal of de algemene directie;
2° het verdelen van de personele en materiële middelen over de diverse opdrachten binnen het commissariaat-generaal of de algemene directie;
3° het formuleren van de behoeften van het commissariaat-generaal of de algemene directie met betrekking tot opdrachten waarvoor het commissariaat-generaal of andere algemene directies bevoegd zijn;
4° de opvolging van de naleving van het nationaal veiligheidsplan door het commissariaat-generaal of de algemene directie;
5° de prognoses met betrekking tot de evolutie van de opdrachten, technieken en middelen van de federale politie in het algemeen en het commissariaat-generaal of de algemene directie in het bijzonder.
Om hem bij te staan bij de uitoefening van bepaalde bevoegdheden bedoeld in artikel 7 en de algemene functies bedoeld in het eerste lid, kiest de commissaris-generaal een beperkt aantal [1 beleidsadviseurs]1 [1 die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning]1.
Om hem bij te staan bij de uitoefening van de algemene functies bedoeld in het eerste lid, kiest elke directeur-generaal een beperkt aantal [1 beleidsadviseurs]1 [1 die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning]1.
[1 Het totaal aantal beleidsadviseurs bedoeld in het tweede en het derde lid wordt vastgesteld op vierentwintig. De commissaris-generaal bepaalt, in overleg met de directeurs-generaal, de manier waarop dit aantal onder hen wordt verdeeld.
De functie van beleidsadviseur bedoeld in het tweede en het derde lid, kan enkel uitgeoefend worden door een personeelslid van niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten of door een personeelslid van het operationeel kader dat deel uitmaakt van het officierskader.]1
[1 ...]1
[1 De dienst voor beleidsondersteuning van de commissaris-generaal en van elke directeur-generaal bevat eveneens persoonlijke medewerkers die belast zijn met de andere noodzakelijke taken ter ondersteuning van de leiding van hun dienst. De commissaris-generaal en de directeurs-generaal kunnen elk een beperkt aantal personeelsleden vrij kiezen die het ambt van persoonlijke medewerker uitoefenen.]1
Modifications
Art.18. Le commissariat général et chaque direction générale sont organisés de manière à garantir les fonctions générales suivantes :
1° le suivi et l'élaboration de nouvelles méthodes se rapportant aux missions au sein du commissariat général ou de la direction générale;
2° la répartition des moyens en personnel et en matériel entre les différentes missions au sein du commissariat général ou de la direction générale;
3° la formulation des besoins du commissariat général ou de la direction générale en ce qui concerne les missions pour lesquelles le commissariat général ou d'autres directions générales sont compétentes;
4° le suivi de l'observation du plan national de sécurité par le commissariat général ou la direction générale;
5° les perspectives relatives à l'évolution des missions, techniques et moyens de la police fédérale en général et du commissariat général ou de la direction générale en particulier.
Afin de l'aider dans l'exécution de certaines compétences visées à l'article 7 et des fonctions générales visées à l'alinéa 1er, le commissaire général choisit un nombre limité de [1 conseillers en gestion]1 [1 qui font partie de son service d'appui à la gestion]1.
Afin de l'aider dans l'exécution des fonctions générales visées à l'alinéa 1er, chaque directeur général choisit un nombre limité de [1 conseillers en gestion]1 [1 qui font partie de son service d'appui à la gestion]1.
[1 Le nombre total de conseillers en gestion visés aux alinéas 2 et 3 est fixé à vingt-quatre. Le commissaire général définit en concertation avec les directeurs généraux la manière dont ce nombre est réparti entre eux.
La fonction de conseiller en gestion visée aux alinéas 2 et 3, ne peut être exercée que par un membre du personnel du niveau A du cadre administratif et logistique des services de police ou par un membre du personnel du cadre opérationnel faisant partie du cadre d'officiers.]1
[1 ...]1
[1 Le service d'appui à la gestion du commissaire général et de chaque directeur général comporte également des collaborateurs personnels qui sont chargés des autres tâches nécessaires au soutien de la direction de leurs services. Le commissaire général et les directeurs généraux peuvent chacun choisir librement un nombre limité de membres du personnel qui exercent la fonction de collaborateur personnel.]1
1° le suivi et l'élaboration de nouvelles méthodes se rapportant aux missions au sein du commissariat général ou de la direction générale;
2° la répartition des moyens en personnel et en matériel entre les différentes missions au sein du commissariat général ou de la direction générale;
3° la formulation des besoins du commissariat général ou de la direction générale en ce qui concerne les missions pour lesquelles le commissariat général ou d'autres directions générales sont compétentes;
4° le suivi de l'observation du plan national de sécurité par le commissariat général ou la direction générale;
5° les perspectives relatives à l'évolution des missions, techniques et moyens de la police fédérale en général et du commissariat général ou de la direction générale en particulier.
Afin de l'aider dans l'exécution de certaines compétences visées à l'article 7 et des fonctions générales visées à l'alinéa 1er, le commissaire général choisit un nombre limité de [1 conseillers en gestion]1 [1 qui font partie de son service d'appui à la gestion]1.
Afin de l'aider dans l'exécution des fonctions générales visées à l'alinéa 1er, chaque directeur général choisit un nombre limité de [1 conseillers en gestion]1 [1 qui font partie de son service d'appui à la gestion]1.
[1 Le nombre total de conseillers en gestion visés aux alinéas 2 et 3 est fixé à vingt-quatre. Le commissaire général définit en concertation avec les directeurs généraux la manière dont ce nombre est réparti entre eux.
La fonction de conseiller en gestion visée aux alinéas 2 et 3, ne peut être exercée que par un membre du personnel du niveau A du cadre administratif et logistique des services de police ou par un membre du personnel du cadre opérationnel faisant partie du cadre d'officiers.]1
[1 ...]1
[1 Le service d'appui à la gestion du commissaire général et de chaque directeur général comporte également des collaborateurs personnels qui sont chargés des autres tâches nécessaires au soutien de la direction de leurs services. Le commissaire général et les directeurs généraux peuvent chacun choisir librement un nombre limité de membres du personnel qui exercent la fonction de collaborateur personnel.]1
Modifications
TITEL VII. - OVERGANGS-, OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN.
TITRE VII. - DISPOSITIONS TRANSITOIRES, ABROGATOIRES ET FINALES.
Art.19. De titularissen van de directieambten bedoeld in dit besluit zijn bevoegd om de lopende procedures op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit verder te zetten.
Art.19. Les titulaires des fonctions de direction prévues dans le présent arrêté sont compétents pour poursuivre les procédures en cours la veille de l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.20. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 3 september 2000 met betrekking tot de commissaris-generaal en de algemene directies van de federale politie;
2° het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 houdende organisatie van de federale politie.
1° het koninklijk besluit van 3 september 2000 met betrekking tot de commissaris-generaal en de algemene directies van de federale politie;
2° het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 houdende organisatie van de federale politie.
Art.20. Sont abrogés :
1° l'arrêté royal du 3 septembre 2000 concernant le commissaire général et les directions générales de la police fédérale;
2° l'arrêté royal du 17 octobre 2002 portant organisation de la police fédérale
1° l'arrêté royal du 3 septembre 2000 concernant le commissaire général et les directions générales de la police fédérale;
2° l'arrêté royal du 17 octobre 2002 portant organisation de la police fédérale
Art.21. Op 1 maart 2007 treden in werking :
1° de artikelen 3 tot 7, 13 tot 22, 25, 27, 29 tot 31, 48 tot 50 van de wet van 20 juni 2006 tot wijziging van bepaalde teksten betreffende de geïntegreerde politie;
2° dit besluit.
1° de artikelen 3 tot 7, 13 tot 22, 25, 27, 29 tot 31, 48 tot 50 van de wet van 20 juni 2006 tot wijziging van bepaalde teksten betreffende de geïntegreerde politie;
2° dit besluit.
Art.21. Entrent en vigueur le 1er mars 2007 :
1° les articles 3 à 7, 13 à 22, 25, 27, 29 à 31, 48 à 50 de la loi du 20 juin 2006 portant modification de divers textes relatifs à la police intégrée;
2° le présent arrêté.
1° les articles 3 à 7, 13 à 22, 25, 27, 29 à 31, 48 à 50 de la loi du 20 juin 2006 portant modification de divers textes relatifs à la police intégrée;
2° le présent arrêté.
Art. 22. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 22. Notre Ministre de la Justice et Notre Ministre de l'Intérieur sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.