| NL (wetwijzer.be) | FR (lisloi.be)

Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)
Retour

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
20 JANUARI 2005. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor de uitvoering van indicatieve onderzoeken in geval van definitieve sluiting van een tankstation (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-02-2005 en tekstbijwerking tot 16-05-2011)
Titre
20 JANVIER 2005. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'octroi de subventions pour la réalisation des études indicatives en cas de fermeture définitive d'une station-service. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 04-02-2005 et mise à jour au 16-05-2011)
Informations sur le document
Numac: 2005200269
Datum: 2005-01-20
Info du document
Numac: 2005200269
Date: 2005-01-20
Table des matières
BIJLAGE.
Table des matières
ANNEXE.
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - Minister : de Minister van Leefmilieu;
  - Indicatief onderzoek : het indicatief onderzoek bedoeld in de artikelen 681bis /63, 64 en 74 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947;
  - Technisch ambtenaar : de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest of zijn afgevaardigde;
  - Samenwerkingsakkoord : het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2002 betreffende de financiering van de bodemsanering van tankstations.
  (- indelingsonderzoek : het indelingsonderzoek bedoeld in artikel 681bis /65 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947.)
Article 1. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
  - Ministre : le Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions;
  - étude indicative : l'étude indicative prévue par les articles 681bis /63, 64 et 74 du Règlement général pour la protection du travail approuvé par les arrêtés du Régent du 11 février 1946 et du 27 septembre 1947;
  - fonctionnaire technique : le Directeur général de la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement du Ministère de la Région wallonne ou son délégué;
  - accord de coopération : l'Accord de coopération du 13 décembre 2002 relatif au financement de l'assainissement des stations-service.
  (- étude de caractérisation : l'étude de caractérisation prévue par l'article 681bis /65 du règlement général pour la protection du travail approuvé par les arrêtés du Régent du 11 février 1946 et du 27 septembre 1947.)
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingen verleent de Minister een subsidie aan de personen die een indicatief onderzoek uitvoeren van de grond en de ondergrond van een tankstation waarvan de uitbating stopgezet is, om een dossier inzake tegemoetkomingsaanvraag in te dienen in het raam van het Samenwerkingsakkoord.
Art.2. Dans la limite des budgets disponibles, le Ministre accorde une subvention aux personnes qui réalisent une étude indicative du sol et du sous-sol d'une station-service dont l'exploitation a cessé, aux fins d'introduire un dossier de demande d'intervention dans le cadre de l'accord de coopération.
Art.3. De subsidie wordt toegekend als het indicatief onderzoek geen verontreiniging vaststelt zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 4 maart 1999 tot wijziging van titel III van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming ten gevolge van de invoeging van specifieke bepalingen voor de installatie en de uitbating van benzinestations of als geen sanering ten gevolge van het indelingsonderzoek wordt vereist.
  De conclusies van de onderzoeken bedoeld in het eerste lid moeten door de technisch ambtenaar goedgekeurd worden.
Art.3. La subvention est octroyée si l'étude indicative conclut à l'absence de contamination visée par l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 mars 1999 insérant des mesures spéciales applicables à l'implantation et l'exploitation des stations-service, ou si aucun assainissement n'est requis suite à l'étude de caractérisation.
  Les conclusions des études visées à l'alinéa 1er doivent être avalisées par le fonctionnaire technique.
Art.4. De subsidie dekt 80 % van de prijs van het indicatief onderzoek, incl. BTW. Ze bedraagt maximum euro 2.000 per dossier, incl. BTW.
Art.4. La subvention s'élève à 80 % du coût de l'étude indicative, T.V.A; comprise.
  Elle est plafonnée à euro 2.000 par dossier, TVA comprise.
Art.5. De aanvraag om tegemoetkoming wordt uiterlijk [1 30 juni 2009]1 bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst of tegen ontvangbewijs aan de technisch ambtenaar gericht.
  [2 In afwijking van het eerste lid wordt de subsidieaanvraag uiterlijk op 31 december 2016 bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst of tegen ontvangbewijs aan de technisch ambtenaar gericht, wanneer de conclusies van het indicatief onderzoek voor 1 juli 2009 door de technisch ambtenaar goedgekeurd zijn.]2
  De aanvraag gaat vergezeld van het bij dit besluit gevoegde en door een erkende deskundige behoorlijk ingevulde formulier en van een factuur die het bedrag van de prijs van het indicatief onderzoek vermeldt.
  

Modifications

[1]  <BWG 2008-07-17/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-07-2008>
[2]  <BWG 2011-05-05/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 26-05-2011>
Art.5. La demande de subvention est adressée au fonctionnaire technique par recommandé avec accusé de réception ou contre récépissé au plus tard [1 le 30 juin 2009]1
  [2 Par dérogation à l'alinéa 1er, lorsque les conclusions de l'étude indicative ont été approuvées par le fonctionnaire technique avant le 1er juillet 2009, la demande de subvention est adressée au fonctionnaire technique par recommandé avec accusé de réception ou contre récépissé au plus tard le 31 décembre 2016.]2
  Le formulaire figurant en annexe du présent arrêté dûment complété par l'expert agréé et une facture attestant du montant du coût de l'étude indicative sont joints à la demande.
  

Modifications

[1]  <ARW 2008-07-17/32, art. 1, 004; En vigueur : 24-07-2008>
[2]  <ARW 2011-05-05/07, art. 1, 005; En vigueur : 26-05-2011>
Art.6. De subsidie wordt verleend aan de personen die voldoen aan de criteria bedoeld in de artikelen 2 en 3, met inbegrip van degenen die een indicatief onderzoek hebben uitgevoerd vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.6. La subvention est accordée aux personnes répondant aux critères visés aux articles 2 et 3, en ce compris ceux qui ont réalisé une étude indicative avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art.8. De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 20 januari 2005.
  De Minister-President,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
  B. LUTGEN
Art.8. Le Ministre est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Namur, le 20 janvier 2005.
  Le Ministre Président,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du Tourisme,
  B. LUTGEN
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Formulier.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 04-02-2005, p. 3564).
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies voor de uitvoering van indicatieve onderzoeken in geval van definitieve sluiting van een tankstation.
  Namen, 20 januari 2005.
  De Minister-President,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
  B. LUTGEN.
Art. N. Annexe : formulaire.
  (Formulaire non repris pour motifs techniques. Voir M.B. 04-02-2005, p. 3560).
  Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 janvier 2005 relatif à l'octroi de subventions pour la réalisation des études indicatives en cas de fermeture définitive d'une station-service.
  Namur, le 20 janvier 2005.
  Le Ministre Président,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du Tourisme,
  B. LUTGEN.