Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
1 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.
Titre
1 FEVRIER 2005. - Arrêté royal modifiant la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés sanguins d'origine humaine.
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
Artikel 1. Artikel 8 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wordt vervangen door volgende bepaling :
  " Art. 8. In uitzonderlijke gevallen kunnen individuele donaties van donors die niet aan de vereisten inzake leeftijd, lichaamsgewicht voldoen of individuele donaties van donors waarvan het bloed niet voldoet aan de vereisten inzake hemoglobinegehalte, eiwitgehalte of thrombocytengehalte door een arts van de bloedinstelling worden toegelaten. Al deze gevallen moeten duidelijk worden vastgelegd. "
Article 1. L'article 8 de la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés sanguins d'origine humaine est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 8. Dans certains cas exceptionnels, des dons individuels provenant de personnes ne répondant pas aux exigences en matière d'âge ou de poids corporel, ou des dons individuels provenant de personnes dont le sang ne répond pas aux exigences en matière de taux d'hémoglobine, de taux de protéines ou de taux de thrombocytes peuvent être acceptés par un médecin de l'établissement de transfusion sanguine. Tous ces cas doivent être définis clairement. "
Art.2. In artikel 9 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° De eerste zin van het derde lid wordt aangevuld met de woorden " en mits toelating door een arts van de bloedinstelling. "
  2° Het artikel wordt aangevuld met een vierde lid luidend als volgt:
  " De toelating van nieuwe donors, ouder dan 60 jaar, is afhankelijk van het oordeel van de arts van de bloedinstelling. "
Art.2. A l'article 9 de la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés sanguins d'origine humaine, sont apportées les modifications suivantes :
  1° La première phrase du troisième alinéa est complétée par les mots " et moyennant l'autorisation par un médecin de l'établissement de prélèvement de sang. "
  2° L'article est complété par un quatrième alinéa, rédigé comme suit :
  " L'autorisation de nouveaux donneurs, âgés de plus de 60 ans, dépend de l'avis du médecin de l'établissement de transfusion sanguine. "
Art.3. In artikel 10 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° In het eerste lid worden de woorden " redenen voor een verbod, opgesomd in artikel 8 " vervangen door de woorden " uitsluitingscriteria, opgesomd in de bijlage bij deze wet ".
  2° Het tweede lid wordt opgeheven.
Art.3. A l'article 10 de la même loi, sont apportées les modifications suivantes :
  1° A l'alinéa premier, les mots " l'une des causes d'interdiction, prévues à l'article 8 " sont remplacés par les mots " l'un des critères d'exclusion, prévus à l'annexe de la présente loi ".
  2° Le deuxième alinéa est abrogé.
Art.4. In artikel 11 worden de woorden " artikel 8, § 2, 1° en 2° " vervangen door de woorden " de uitsluitingscriteria voor donors van volbloed en bloedbestanddelen, zoals bepaald in de bijlage bij deze wet ".
Art.4. A l'article 11, les mots " à l'article 8, § 2, 1° en 2° " sont remplacés par les mots " aux critères d'exclusion pour les donneurs de sang total et de composants sanguins, tel que déterminé à l'annexe de la présente loi ".
Art.5. In artikel 16, § 1, van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° Punt 3° wordt vervangen als volgt:
  " 3° De tests voor de opsporing van hepatitis B (HBsAg), hepatitis C (anti-HCV en een onderzoek naar het genoom van het hepatitis virus), van HIV 1 en 2 (anti-HIV 1 en 2 alsook een onderzoek naar het genoom van het HIV 1-virus) en van syfilis; ";
  2° Een punt 7° wordt toegevoegd, luidend als volgt:
  " 7° De onderzoeken op HbsAg, op anti-HCV, op anti-HIV 1 en 2 en naar de genomen van het hepatitis C virus en van het HIV 1 virus dienen te gebeuren volgens methoden die bepaald zijn door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. "
Art.5. A l'article 16, § 1er, de la même loi sont apportées les modifications suivantes :
  1° Le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
  " 3° Les tests de dépistage de l'hépatite B (HBsAg), de l'hépatite C (anti-HCV et recherche du génome du virus de l'hépatite), des HIV 1 et 2 (anti-HIV 1 et 2, ainsi que la recherche du génome du virus HIV 1) et de la syphilis; ";
  2° Un point 7° est ajouté, libellé comme suit :
  " 7° La recherche de HbsAg, d'anti-HCV, d'anti-HIV 1 et 2 et des génomes du virus de l'hépatite C et du virus HIV 1 doit être effectuée suivant des méthodes déterminées par le Ministre qui a la Santé publique dans ses compétences. "
Art.6. In artikel 17 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 2 wordt vervangen als volgt : " § 2. De afgenomen hoeveelheid bloed mag 500 ml. met een maximumwaarde van 13 % van het geraamde totale bloedvolume van de donors niet overtreffen. Dit totaal bloedvolume wordt geraamd aan de hand van lengte en gewicht van de donor. Tussen twee bloedafnemingen moeten minstens twee maanden verlopen en per jaar mogen niet meer dan 4 afnemingen worden verricht.
  In sommige bijzondere gevallen, meer bepaald voor de zeldzame bloedgroepen, mag de frequentie, op verantwoordelijkheid van de arts, hoger liggen dan vier afnemingen per jaar voorzover de jaarlijkse afgenomen hoeveelheid 32 ml, per kilogram lichaamsgewicht niet overschrijdt.
  In het raam van een geprogrammeerde autologe transfusie, moeten de afnemingen worden verricht op medisch voorschrift met vermelding van de nodige hoeveelheid bloed en van de datum van de geprogrammeerde ingreep.
  Voor de afname van autoloog volledig bloed bij kinderen mag maximaal 10,5 ml. per kg. lichaamsgewicht worden afgenomen.
  De afnemingsvoorwaarden en -frequentie worden vastgelegd in een schriftelijk therapeutisch protocol dat per patiënt wordt opgemaakt gezamenlijk door de voorschrijvende arts en de arts die verantwoordelijk is voor de instelling.
  De verantwoordelijkheid voor de autologe afneming behoort tot de bevoegdheid van de arts die verantwoordelijk is voor de instelling.
  Het lichaamsgewicht van donors van volledig bloed of cellulaire bestanddelen door middel van aferese dient ten minste 50 kg. te bedragen. In sommige uitzonderlijke gevallen, meer bepaald voor de zeldzame bloed-, plaatjes- en HLA-groepen mag, op verantwoordelijkheid van de arts, een donatie plaatsvinden bij een donor met een lichaamsgewicht lager dan 50 kg. "
  2° § 3, laatste lid, wordt vervangen als volgt : " Bij donors die plasmaferese ondergaan, bedraagt het eiwitgehalte van het bloed tenminste 60 g./l. ; bij deze donors moet het eiwitgehalte ten minste jaarlijks bepaald worden".
  3° in § 4 worden de woorden " het bepaalde in artikel 8 " vervangen door de woorden " de in de bijlage bij deze wet bepaalde uitsluitingscriteria ".
Art.6. A l'article 17 de la même loi, sont apportées les modifications suivantes :
  1° le § 2 est remplacé par la disposition suivante : " § 2. La quantité de sang prélevée ne peut être supérieure à 500 ml., avec une valeur maxima de 13 % du volume sanguin total estimé des donneurs. Ce volume sanguin total est évalué sur la base de la taille et du poids du donneur. Au moins deux mois doivent s'écouler entre deux prélèvements sanguins et le nombre de prélèvements ne peut être supérieur à quatre par an.
  Dans certains cas particuliers, notamment pour les groupes sanguins rares, la fréquence des prélèvements pourra être supérieure à quatre par an, sous la responsabilité du médecin et pour autant que la quantité annuelle prélevée n'excède pas 32 ml par kilogramme de poids corporel.
  Dans le cadre d'une transfusion autologue programmée, les prélèvements doivent faire l'objet d'une prescription médicale quantifiant le besoin en sang et mentionnant la date de l'intervention programmée.
  Pour le prélèvement autologue de sang total chez des enfants, on peut prélever au maximum 10,5 ml par kilogramme de poids corporel.
  Les conditions de prélèvement et leur fréquence font l'objet d'un protocole thérapeutique écrit, établi pour chaque patient, élaboré conjointement par le médecin prescripteur et le médecin responsable de l'établissement.
  La responsabilité du prélèvement autologue relève de la compétence du médecin responsable de l'établissement.
  Le poids corporel des donneurs chez lesquels on prélève du sang total ou des composants cellulaires par aphérèse doit être de 50 kg au minimum. Dans certains cas exceptionnels, notamment en ce qui concerne les groupes sanguins, de plaquettes et HLA rares, on peut effectuer, sous la responsabilité du médecin, un prélèvement sur un donneur ayant un poids corporel inférieur à 50 kg. "
  2° le § 3, dernier alinéa, est remplacé comme suit : " Pour les donneurs qui subissent des plasmaphérèses, le taux de protéines du sang est de 60 g/l au moins ; le taux de protéines doit être déterminé au moins une fois par an chez ces donneurs".
  3° au § 4, les mots " des dispositions de l'article 8 " sont remplacés par les mots " des critères d'exclusion déterminés à l'annexe de la présente loi ".
Art.7. De bijlage bij dit besluit wordt toegevoegd aan dezelfde wet als bijlage.
Art.7. L'annexe à cet arrêté est ajoutée en annexe à la même loi.
Art.8. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 1 februari 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE
Art.8. Notre Ministre de la Santé publique est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Donné à Bruxelles, le 1er février 2005.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de la Santé publique,
  R. DEMOTTE
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Uitsluitingscriteria voor donors van volbloed en bloedbestanddelen :
  De met een sterretje (*) aangegeven tests en uitsluitingsperioden zijn niet nodig als de donatie uitsluitend voor plasma voor fractionering gebruikt wordt.
Art. N. Critères d'exclusion des donneurs de sang total et de composants sanguins :
  Lorsque le sang est exclusivement utilisé pour le plasma destiné au fractionnement, les tests et périodes d'exclusion indiqués par un astérisque (*) ne sont pas applicables.
  1. Criteria voor permanente uitsluiting van donors van allogene
     donaties :
  Hart en vaatziekte                     Aspirant-donors met actieve of
                                          voorheen ernstige hart- en
                                          vaatziekten, afgezien van volledig
                                          genezen aangeboren aandoeningen
  Ziekte van het centrale zenuwstelsel   Ernstige ziekte van het CZS in de
                                          anamnese
  Abnormale bloedingsneiging             Aspirant-donors met coagulopathie in
                                          de anamnese
  Herhaalde episoden van syncope, of     Behalve in geval van kinderstuipen
   convulsies in de anamnese              of als de donor ten minste drie
                                          jaar geen anticonvulsiva meer heeft
                                          genomen en sindsdien geen
                                          convulsies meer zijn opgetreden
  Gastro-intestinale, urogentale,        Asprirant-donors met ernstige,
   hematologische, immunologische,        chronische of recidiverende ziekte
   metabole, nier- of
   ademhalingsziekten
  Diabetes                               Indien behandeld met insuline
  Infectieziekten                        Hepatitis B, met uitzondering van
                                          HbsAg- negatieve personen van wie
                                          is aangetoond dat zij immuun zijn
                                         Hepatitis C
                                         HIV-1/2
                                         HTLV I/II
                                         Syfilis (*)
                                         Babesiose (*)
                                         Kala-azar ( viscerale
                                          leishmaniasis)(*)
                                         Trypanosoma cruzi (ziekte van
                                          Chagas) (*)
  Kwaadaardige aandoeningen              Behalve carcinoma in situ met
                                          volledig herstel
  Overdraagbare spongiforme              Personen met een familieanamnese
   encefalopathieen (TSE's) (bijv.        waardoor zij het risico lopen een
   Ziekte van Creutzfeldt-Jakob,          TSE te krijgen en personen die een
   variant-ziekte van                     hoornvlies- of dura
   Creutzfeldt-Jakob)                     matertransplantaties ondergaan
                                          hebben of die in het verleden zijn
                                          behandeld met geneesmiddelen
                                          vervaardigd uit humane hypofyse.
                                          Voor de varintantziekte van
                                          Creutzfeldt-Jakob kunnen verdere
                                          voorzorgsmaatregelen worden
                                          aanbevolen
  Intraveneus of intramusculair          Anamnese van intraveneus of
   drugsgebruik                           intramusculair drugsgebruik (tenzij
                                          op voorschrift van een arts),
                                          inclusief gebruik van steroiden of
                                          hormonen van spieropbouw
  Ontvangers van een xenotransplantaat
  Seksueel gedrag                        Personen die als gevolg van hun
                                          seksueel gedrag een groot risico
                                          hebben om ernstige
                                          bloedoverdraagbare infectieziekten
                                          op te lopen
  1. Criteres d'exclusion permanente pour les candidats a des dons
     homologues :
  Maladies cardio-vasculaires            Candidats au don ayant une maladie
                                          cardio-vasculaire grave ou
                                          presentant des antecedents a cet
                                          egard, sauf les cas d'anomalies
                                          congenitales avec guerison complete
  Maladies du systeme nerveux central    Antecedents d'une maladie grave du
                                          systeme nerveux central
  Tendance anormale aux hemorragies      Candidats au don presentant des
                                          antecedents d'une coagulopathie
  Episodes repetes de syncope, ou        Autres que les convulsions
   antecedents de convulsions             infantiles ou apres que trois ans
                                          au minimum sans convulsions se sont
                                          ecoules depuis la date de la
                                          derniere prise de medicaments
                                          antiepileptiques
  Maladies des systemes,                 Candidats au don presentant une
   gastro-intestinal, genito-urinaire,    maladie grave active, chronique ou
   hematologique, immunologique,          a rechute
   metabolique, renal ou respiratoire
  Diabete                                Si le sujet est traite a l'insuline
  Maladies infectieuses                  Hepatite B, a l'exception des
                                          personnes AgHBs negatives dont
                                          l'immunite est demontree
                                         Hepatite C
                                         VIH 1/2
                                         HTLV I/II
                                         Syphilis (*)
                                         Babesiose (*)
                                         Kala-azar (leishmaniose viscerale)
                                          (*)
                                         Trypanosomiase americaine (maladie
                                          de Chagas)
  Maladies malignes                      A l exception d'un cancer in situ
                                          avec guerison complete
  Encephalopathies spongiformes          Sujets ayant des antecedents
   transmissibles (EST), par exemple      familiaux qui les exposent au
   maladie de Creutzfeldt-Jakob,          risque de developper une EST, ou
   variante de la maladie de              sujets qui ont reçu des greffons de
   Creutzfeldt-Jakob                      dure-mere ou de cornee ou qui ont
                                          ete traites par le passe avec des
                                          extraits de glandes hypophysaires
                                          d'origine humaine. En ce qui
                                          concerne la variante de la maladie
                                          de Creutzfeldt-Jakob, des mesures
                                          de precaution supplementaires
                                          peuvent être recommandees
  Consommation de drogue par voie        Tout antecedent de consommation de
   intraveineuse (IV) ou                  drogue par voie IV ou IM sans
   intramusculaire (IM)                   prescription, y compris des
                                          hormones ou des steroides
                                          anabolisants
  Receveurs d'une xenogreffe
  Comportement sexuel                    Sujets dont le comportement sexuel
                                          les expose au risque de contracter
                                          des maladies infectieuses graves
                                          transmissibles par le sang
  2. Criteria voor tijdelijke uitsluiting van donors van allogene donaties :
  a) Infecties :
  Duur van de uitsluitingsperiode        Na een infectieziekte moeten
                                          aspirant-donors ten minste
                                          gedurende twee weken na volledig
                                          klinisch herstel worden
                                          uitgesloten.
  Voor de in de onderstaande tabel
   opgenomen infecties gelden echter de
   vermelde uitsluitingsperioden.
  Brucellose (*)                         Twee jaar na volledig herstel
  Osteomyelitis                          Twee jaar na bevestigde genezing
  Q-koorts (*)                           Twee jaar na bevestigde genezing
  Toxoplasmose (*)                       Zes maanden na klinisch herstel
  Tuberculose                            Twee jaar na bevestigde genezing
  Reumatische koorts                     Twee jaar na het verdwijnen van de
                                          symptomen, tenzij er tekenen zijn
                                          van chronische hartziekte
  Koorts > 38C                           Twee weken na het verdwijnen van de
                                          symptomen
  Griepachtige aandoeningen              Twee weken na het verdwijnen van de
                                          symptomen
  Malaria (*) :
  - personen die in de eerste vijf       Drie jaar na de terugkeer van het
   levensjaren in een malariagebied       laatste bezoek aan een endemisch
   gewoond hebben                         gebied, mits de betrokkene
                                          symptomenvrij blijft; kan tot vier
                                          maanden worden teruggebracht indien
                                          een immunologische of
                                          moleculair-genetische test bij elke
                                          donatie negatief is
  - personen met malaria in de anamnese  Drie jaar na het einde van de
                                          behandeling en afwezigheid van
                                          symptomen; daarna alleen toegelaten
                                          indien een immunologische of
                                          moleculair-genetische test negatief
                                          is
  - asymptomatische bezoekers van        Zes maanden na het verlaten van het
   endemische malariagebieden             endemische gebied, tenzij een
                                          immunologische of
                                          moleculair-genetische test negatief
                                          is
  - personen met in de anamnese een      Drie jaar na het verdwijnen van de
   niet-gediagnosticeerde koortsende      symptomen; kan tot vier maanden
   ziekte tijdens of binnen zes maanden   worden teruggebracht als een
   na een bezoek aan een endemisch        immunologische of
   gebied                                 moleculair-genetische test negatief
                                          is
  West Nile virus (WNV) (*)              28 dagen na het verlaten van een
                                          gebied waar voortdurend WNV naar de
                                          mens wordt overgedragen
  b) Blootstelling aan het risico van
   een via transfusie overdraagbare
   infectie :
  - endoscopisch onderzoek met behulp    Uitgesloten gedurende zes maanden,
   van flexibele instrumenten             of vier maanden mits een NAT-test
  - bloedspatten op slijmvliezen of       op hepatitis C negatief is
   prikaccident
  - transfusie van bloedbestanddelen -
   transplantatie van menselijke
   weefsels of cellen - grote operatie
  - tatoeage of piercing
  - acupunctuur, tenzij verricht door
   een gekwalificeerd beroepsbeoefenaar
   met steriele wegwerpnaalden
  - personen die risico lopen door nauw
   huishoudelijk contact met personen
   met hepatitis B
  Personen die als gevolg van hun        Uitgesloten gedurende een bepaalde
   gedrag of activiteit een risico        periode na beeindiging van het
   hebben een bloedoverdraagbare          risicogedrag, afhankelijk van de
   infectieziekte op te lopen             betrokken ziekte en de
                                          beschikbaarheid van geschikte tests
  c) Vaccinatie :
  Verzwakte virussen of bacterien        Vier weken
  Geinactiveerde/gedode virussen,        Geen uitsluiting indien gezond
   bacterien of rickettsiae
  Toxoiden                               Geen uitsluiting indien gezond
  Hepatitis A- of hepatitis B-vaccins    Geen uitsluiting indien gezond en
                                          niet blootgesteld
  Rabies                                 Geen uitsluiting indien gezond en
                                          niet blootgesteld
                                         een jaar indien na blootstelling
                                          gevaccineerd
  Tekenencefalitisvaccins                Geen uitsluiting indien gezond en
                                          niet blootgesteld
  d) Andere tijdelijke uitsluitingen :
  Zwangerschap                           Tijdens de zwangerschap en tot zes
                                          maanden na bevalling of
                                          zwangerschapsbeeindiging, behalve
                                          in uitzonderlijke gevallen en
                                          afhankelijk van het oordeel van de
                                          arts
  Lichte chirurgische ingreep            Een week
  Tandheelkundige behandeling            Kleine behandeling door tandarts of
                                          mondhygienist- uitstellen tot de
                                          volgende dag. (NB : extractie,
                                          wortelkanaalbehandeling en
                                          soortgelijke behandelingen worden
                                          als lichte chirurgische ingreep
                                          beschouwd)
  Geneesmiddelengebruik                  Afhankelijk van de aard van het
                                          voorgeschreven geneesmiddel, de
                                          werking daarvan en de ziekte die
                                          wordt behandeld
  Personen met hypertensie met een       Uitgesloten zolang de toestand niet
   diastolische druk van meer dan 100     is verbeterd
   mm Hg
  Personen met hypotensie met een        Uitgesloten zolang de toestand niet
   systolische druk van minder dan 100    is verbeterd
   mm Hg
  Personen die lijden aan ernstige       Uitgesloten zolang de toestand niet
   hartritmestoornissen                   is verbeterd
  Personen die geleden hebben aan        Uitgesloten zolang de toestand niet
   arteriele trombose                     is verbeterd
  Personen die geleden hebben aan        Uitgesloten zolang de toestand niet
   recidiverende flebitis                 is verbeterd
  Vrouwelijke donors van volbloed en     Uitgesloten zolang de toestand niet
   cellulaire bestanddelen van wie het    is verbeterd
   hemoglobinegehalte lager ligt dan
   125 gram per liter bloed
  Mannelijke donors van volbloed en      Uitgesloten zolang de toestand niet
   cellulaire bestanddelen van wie het    is verbeterd
   hemoglobinegehalte lager ligt dan
   135 gram per liter bloed
  2. Criteres d'exclusion temporaire pour les candidats a des dons homologues
  a) Infections
  Duree de la periode d'exclusion        Apres une maladie infectieuse, les
                                          candidats au don seront exclus pour
                                          une durée de deux semaines au
                                          minimum apres constatation clinique
                                          de la guerison complete.
  Cependant, les periodes d'exclusion
   suivantes s'appliquent aux
   infections figurant dans le tableau
   ci-dessous :
  Brucellose (*)                         2 ans apres la date de la guerison
                                          complete
  Osteomyelite                           2 ans apres que la personne a ete
                                          declaree guerie
  Fievre Q (*)                           2 ans apres la date a laquelle la
                                          personne a ete declaree guerie
  Toxoplasmose (*)                       6 mois apres la date de la guerison
                                          complete
  Tuberculose                            2 ans apres la date a laquelle la
                                          personne a ete declaree guerie
  Rhumatisme articulaire aigu            2 ans apres la date de disparition
                                          des symptomes en l'absence de
                                          preuve de maladie cardiaque
                                          chronique
  Fievre suprerieure a 38 °C             2 semaines apres la date de
                                          disparition des symptomes
  Maladies de type grippal               2 semaines apres disparition des
                                          symptomes
  Paludisme (*)
  - personnes qui ont vecu dans des      3 ans apres la fin du dernier sejour
   regions a paludisme endemique          dans une region endemique, pour
   pendant leurs cinq premieres annees    autant que le sujet ne presente pas
                                          symptomes; cette periode peut etre
                                          reduite a 4 mois si, lors de chaque
                                          don, un test immunologique ou
                                          genomique moleculaire est negatif
  - Personnes ayant des antecedents de   3 ans apres la fin du traitement et
   paludisme                              en l'absence de symptomes. Passe
                                          cette periode, les dons sont
                                          acceptes uniquement si un test
                                          immunologique ou genomique
                                          moleculaire est negatif
  - visiteurs asymptomatiques dans les   6 mois apres avoir quitte la region
   regions endemiques                     endemique, ou moins si un test
                                          immunologique ou genomique
                                          moleculaire est negatif
  - personnes ayant des antecedents de   3 ans apres la disparition des
   maladie febrile non diagnostiquee      symptomes; cette periode peut etre
   pendant un sejour dans une region      reduite a 4 mois si un test
   endemique ou dans les six mois         immunologique ou genomique
   suivants                               moleculaire est negatif
  Virus du Nil occidental (VNO) (*)      28 jours apres avoir quitte une
                                          region presentant des cas actuels
                                          de transmission du VNO a l'homme
  b) Exposition au risque d'infection
   transmissible par transfusion
  - examen endoscopique au moyen         Exclusion pour 6 mois, ou pour 4
   d'instruments souples                  mois au moins si le test NAT pour
  - projection de sang sur une muqueuse   l'hepatite C est negatif
   ou piqure avec une aiguille
  - transfusion de composants sanguins
  - greffe de tissus ou de cellules
   d'origine humaine
  - operation chirurgicale importante
  - tatouage ou body piercing
  - acupuncture (si elle n'a pas ete
   pratiquee par un praticien qualifie
   et au moyen d'aiguilles steriles a
   usage unique)
  - personnes a risque en raison de
   contacts intimes avec une personne
   presentant une hepatite B
  Individus dont le comportement sexuel  Exclusion apres la fin du
   ou l'activite professionnelle les      comportement a risque pendant une
   expose au risque de contracter des     periode dont la durée depend de la
   maladies infectieuses graves           maladie en question et de la
   transmissibles par le sang             disponibilite de tests adequats
  c) Vaccination
  Virus ou bacteries attenues            4 semaines
  Vaccins viraux bacteriens ou           Pas d'exclusion si l'etat est
   rickettsiens tues ou inactives         satisfaisant
  Anatoxines                             Pas d'exclusion si l'etat est
                                          satisfaisant
  Hepatite A ou B                        Pas d'exclusion si l'etat est
                                          satisfaisant et en l'absence
                                          d'exposition au virus
  Rage                                   Pas d'exclusion si l'etat est
                                          satisfaisant et en l'absence
                                          d'exposition au virus
                                         Exclusion d'un an si la vaccination
                                          est administree apres l'exposition
                                          au virus
  Encephalite transmise par les tiques   Pas d'exclusion si l'etat est
                                          satisfaisant et en l'absence
                                          d'exposition au virus
  d) Autres exclusions temporaires
  Grossesse                              Pendant la grossesse et jusqu'a 6
                                          mois apres l'accouchement ou la fin
                                          de la grossesse, sauf dans certains
                                          cas exceptionnels et a la
                                          discretion d'un medecin.
  Operation chirurgicale mineure         1 semaine
  Traitement dentaire                    Traitement mineur par un dentiste ou
                                          un hygieniste bucco-dentaire :
                                          exclusion jusqu'au lendemain (NB :
                                          les extractions, les obturations
                                          radiculaires et traitements
                                          analogues sont consideres comme des
                                          operations chirurgicales mineures)
  Medication                             En fonction de la nature du
                                          medicament prescrit, de son mode
                                          d'action et de la maladie traitee
  Personnes presentant de                Exclusion aussi longtemps que la
   l'hypertension avec une pression       situation ne s'est pas amelioree
   diastolique superieure a 100 mm de
   Hg  
  Personnes presentant de l'hypotension  Exclusion aussi longtemps que la
   avec une pression systolique           situation ne s'est pas amelioree
   inferieure a 100 mm de Hg
  Personnes souffrant d'arythmies        Exclusion aussi longtemps que la
   cardiaques graves                      situation ne s'est pas amelioree
  Personnes ayant souffert de thrombose  Exclusion aussi longtemps que la
   arterielle                             situation ne s'est pas amelioree
  Personnes ayant souffert de phlebite   Exclusion aussi longtemps que la
   recidivante                            situation ne s'est pas amelioree
  Donneurs feminins de sang total et de  Exclusion aussi longtemps que la
   composants cellulaires dont le taux    situation ne s'est pas amelioree
   d'hemoglobine est inferieur a 125
   grammes par litre de sang
  Donneurs masculins de sang total et    Exclusion aussi longtemps que la
   de composants cellulaires dont le      situation ne s'est pas amelioree
   taux d'hemoglobine est inferieur a
   135 grammes par litre de sang
  3. Uitsluiting in verband met bijzondere epidemiologische situaties :
  Bijzondere epidemiologische            Uitsluiting in overeenstemming met
   situaties( bv. Ziekte-uitbraken)       de epidemiologische situatie (deze
                                          gevallen moeten door de bevoegde
                                          autoriteit aan de Europese
                                          Commissie worden gemeld met het oog
                                          op het nemen van communautaire
                                          maatregelen)
  3. Criteres d'exclusion pour les situations epidemiologiques particulieres
  Situations epidemiologiques            Exclusion en fonction de la
   particulieres (par exemple, foyers     situation epidemiologique.(Ces
   de maladies)                           exclusions devraient être notifiees
                                          par le Ministre qui a la Sante
                                          publique dans ses attributions a la
                                          Commission européenne en vue d'une
                                          action a l'echelle communautaire)
  4. Uitsluitingscriteria voor donors van autologe donaties :
  Ernstige hartziekte                    Afhankelijk van de klinische setting
                                          van de bloedinzameling
  Personen met een anamnese van :        De lid-Staten kunnen echter
  - hepatitis B, met uitzondering van     specifieke bepalingen vaststellen
   HbsAg-negatieve personen van wie is    voor autologe donaties door
   aangetoond dat zij immuun zijn         dergelijke personen
  - hepatitis C
  - HIV-1/2
  - HTLV I/II
  Actieve bacteriele infectie
  4. Criteres d'exclusion pour les candidats a des prelevements autologues
  Maladie cardiaque grave                En fonction du contexte clinique du
                                          prelevement de sang
  Personnes presentant au moment du don  Les etats membres peuvent toutefois
   ou presentant des antecedents de :     etablir des dispositions
  - hepatite B, a l'exception des         specifiques pour les prelevements
   personnes AgHBs negatives dont         autologues sur ces personnes
   l'immunite est demontree
  - hepatite C
  - VIH 1/2
  - HTLV I/II
  Infection bacterienne active
  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 1 februari 2005 tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  R. DEMOTTE.
  Vu pour être annexé à Notre arrêté du 1er février 2005 modifiant la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés sanguins d'origine humaine.
  ALBERT
  Par le Roi :
  Le Ministre de la Santé publique,
  R. DEMOTTE.