Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
27 MEI 2004. - Personeelsstatuut N.V. van Publiek Recht Brussels International Airport Company (B.I.A.C.)
Titre
27 MAI 2004. - Statut du personnel S.A. de Droit public Brussels International Airport Company (B.I.A.C.)
Informations sur le document
Tekst (101)
Texte (101)
TITEL I. - TOEPASSING.
TITRE I. - CHAMP D'APPLICATION.
Artikel 1. 1°) Dit statuut is in zijn geheel en onverminderd de verworven rechten van toepassing op de naar B.I.A.C. overgehevelde personeelsleden afkomstig van de Regie der Luchtwegen op 1 oktober 1998, alsmede op de personeelsleden die werden aangeworven overeenkomstig hetzelfde statuut, v..r de omvorming van B.I.A.C. tot een N.V. van privaat recht.
  De bepalingen van het arbeidsreglement regelen de toestand van de personeelsleden die door B.I.A.C. bij arbeidsovereenkomst aangeworven werden.
  De leden van het Directiecomité worden uitdrukkelijk van dit statuut uitgesloten.
  2°) De uitvoeringsmaatregelen van dit statuut worden bepaald volgens dezelfde procedures als degene die werden toegepast voor het uitwerken van dit statuut en volgens een door het Paritair comité vastgestelde voorrangsorde. Ongeacht elke andere bepaling die door dit statuut wordt vereist, verzamelt een aan dit statuut toegevoegd protocol een lijst met de essentiële uitvoeringsmaatregelen.
  De in dit protocol geviseerde bepalingen worden door een asterisk gekenmerkt.*
Article 1. 1°) Le présent Statut s'applique dans son intégralité et sans préjudice des droits acquis aux agents transférés à B.I.A.C. en provenance de la Régie des Voies aériennes à la date du 1er octobre 1998 ainsi qu'aux agents recrutés sous l'empire du même statut avant la transformation de B.I.A.C. en SA de droit privé.
  Les agents recrutés sous contrat par B.I.A.C. ont leur situation réglée par les dispositions du règlement de travail.
  Les membres du Comité de direction sont expressément exclus du présent Statut.
  2°) Les mesures d'exécution de ce statut seront décidées selon les mêmes procédures que celles utilisées pour l'élaboration de ce statut et selon un ordre de priorité fixé par la Commission paritaire. Sans préjudice de toute autre disposition nécessitée par le présent statut, un protocole annexé à ce statut rassemble une liste de mesures d'exécution essentielles devant faire l'objet du classement par ordre de priorité.
  Les dispositions visées dans le protocole font l'objet d'une astérisque.*
Art.2. De voordelen, toegekend bij het koninklijk besluit van 8 november 1998 in uitvoering van artikel 25, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 2 april 1998, worden gedefinieerd in een bijlage die integraal deel uitmaakt van dit statuut.
Art.2. Les avantages consentis par l'arrêté royal du 8 novembre 1998 pris en exécution de l'art.25, § 1er, alinéa 2 de l'arrêté royal du 2 avril 1998 sont définis dans une annexe au présent Statut, qui fait partie intégrante de celui-ci.
TITEL II. - HIERARCHIE.
TITRE II. - DE LA HIERARCHIE.
Art.3. De Gedelegeerd Bestuurder wordt in uitvoering van dit statuut belast met het uitwerken van een gemeenschappelijke hiërarchie van al het personeel van het bedrijf.* Deze hiërarchie zal worden uitgewerkt volgens een methodologie die de transparantie en objectiviteit waarborgt, alsmede het billijk, samenhangend en transparant karakter van de eraan verbonden salarisstructuren.
  Iedere functie of groep van functies zal duidelijk worden geïdentificeerd en de personeelsdienst zal een steeds bijgewerkte catalogus van de functiebeschrijvingen beheren.
  Een specifieke conversietabel die de graden van de in artikel 1,1° bedoelde personeelsleden en de in functie van de huidige hiërarchie bepaalde functies verbindt, zal actueel worden gehouden.
  Deze tabel heeft een reglementaire waarde om de pensioenrechten te bepalen.
  In dat geval wordt het in artikel 69 bedoelde mechanisme van reaffectatie gebruikt.
  De hiërarchie van de graden bevat 4 niveaus, genummerd van 1 tot 4, die zijn onderverdeeld in rangen.
  Het niveau van een graad bepaalt zijn plaats in de hiërarchie volgens de kwalificatie inzake vorming en geschiktheden waarvan moet worden blijk gegeven om deze graad te kunnen toekennen. Het cijfer 1 wordt toegekend aan het hoogste niveau.
  De rang bepaalt het betrekkelijk belang van een graad in zijn niveau en wordt aangeduid door het cijfer van het niveau gevolgd door een letter van het alfabet, waarbij de letter "a" wordt toegekend aan de minst hoge rang van ieder niveau. Een collectieve arbeidsovereenkomst zal de richtlijnen en de planning voor de uitwerking van deze hiërarchie verduidelijken.
  De in artikel 1, eerste lid bedoelde personeelsleden behouden ten persoonlijke titel het voordeel van hun graad en van de administratieve stand die eraan verbonden is krachtens het koninklijk besluit van 29 november 1991.
Art.3. L'Administrateur délégué est chargé en exécution du présent statut, d'élaborer une hiérarchie commune de tout le personnel de la société. * Cette hiérarchie sera établie selon une méthodologie garantissant la transparence et l'objectivité de la démarche de même que l'équité, la cohérence et la transparence des structures salariales qui y seront associées.
  Chaque fonction ou groupe de fonctions seront identifiés de manière précise et le service du personnel gérera un catalogue mis à jour en permanence des descriptions :de fonction.
  Une matrice spécifique de conversion reliant les grades des agents visés par l'article 1er,1° et les fonctions définies en fonction de la présente hiérarchie sera tenue à jour.
  Elle a valeur réglementaire en matière de détermination des droits à la pension.
  Dans ce cas, le mécanisme de réaffectation de l'article 69 est utilisé.
  La hiérarchie des grades comprend quatre niveaux numérotés de 1 à 4 et subdivisées en rangs.
  Le niveau d'un grade détermine la place de celui-ci dans la hiérarchie selon la qualification de la formation et des aptitudes qui doivent être attestées pour ce que ce grade puisse être attribué. Le chiffre 1 est attribué au niveau le plus élevé.
  Le rang détermine l'importance relative d'un grade dans son niveau et est identifié par le chiffre du niveau complété par une lettre de l'alphabet, la lettre "a" étant attribuée au rang le moins élevé de chaque niveau. Une convention collective de travail précisera les lignes directrices et le planning de l'élaboration de cette hiérarchie.
  A titre personnel, les agents visés à l'article 1er, alinéa 1er, conservent le bénéfice de leur grade et de la situation administrative qui y est liée en vertu de l'arrêté royal du 29 novembre 1991.
Art.4. § 1 De hiërarchie doet geen afbreuk aan het recht van elk personeelslid om benoemd te worden in functie van de behoeften van het bedrijf en van zijn mogelijkheden.
  § 2 De bevorderingspolitiek zal worden uitgewerkt, rekening houdend met § 1.
Art.4. § 1er La hiérarchie ne porte pas préjudice au droit de chaque membre du personnel d'être nommé en fonction des besoins de la société et de ses potentialités.
  § 2 Les politiques de promotion du personnel seront établies compte de tenu du § 1er.
Art.5. Het beheer van het personeel van het bedrijf is gebaseerd op de vaststelling in het begin van het jaar van een VTE personeelsbestand, zonder afbreuk te doen aan de verworven rechten van het in het eerste lid van artikel 1 bedoelde personeel.
  Het Paritair comité wordt, in het kader van een absolute vertrouwelijkheid, volledig ingelicht over dit personeelsbestand.
Art.5. La gestion du personnel de la société est basée sur la fixation en début d'année d'un effectif ETP établi sans préjudice des droits acquis des personnels visés par l'alinéa 1er de l'article 1er.
  Cet effectif fait l'objet d'une information complète de la Commission paritaire dans le cadre d'une confidentialité absolue.
Art.6. Een volledig organogram dat de hiërarchische relaties binnen het bedrijf nauwkeurig weergeeft, wordt semestrieel door het Directiecomité opgesteld.
  Dit organogram wordt aan alle personeelsleden meegedeeld en aan de leden van het Paritair comité overhandigd, met klare en volledige informatie om het te verduidelijken.
  Intussen kan ieder lid van het Directiecomité, met het akkoord van het Directiecomité en op eigen verantwoordelijkheid, de structuur van zijn departement wijzigen voor zover deze wijzigingen geen invloed hebben op de persoonlijke toestand van de betrokken personeelsleden. Zij worden onverwijld ter kennis gebracht van het Paritair Comité.
  Deze wijzigingen doen geen afbreuk aan de toepassing van de binnen het bedrijf vigerende werving- of opleidingprocedures.*
Art.6. Un organigramme complet reflétant de manière précise les relations hiérarchiques au sein de la société est établi semestriellement par le Comité de Direction.
  Cet organigramme est communiqué à tous les membres du personnel et remis aux membres de la Commission paritaire avec les informations claires et complètes destinées à l'éclairer.
  Dans l'intervalle chaque membre du Comité de Direction peut avec l'accord du Comité de Direction et sous sa seule responsabilité modifier la structure de son département pour autant que ces modifications n'aient pas d'impact sur la situation des agents concernés. Elles sont sans délai portées à la connaissance de la Commission Paritaire.
  Ces modifications ne portent pas préjudice à l'application des procédures de recrutement ou de formation en vigueur au sein de la société. *
TITEL III. - AANWERVING.
TITRE III. - DU RECRUTEMENT.
Sectie 1. - INDIENSTTREDING, STAGE EN BENOEMING IN VAST VERBAND.
Section 1re. - DE L'ENTREE EN FONCTION, DU STAGE ET DE LA NOMINATION DEFINITIVE..
Art.7. Voor de toepassing van deze afdeling dient te worden begrepen onder :
  Stagiair : het personeelslid dat voorafgaand aan zijn benoeming in vast verband een stage vervult zoals bedoeld in artikel 9 van dit Statuut;
  Stagemeester : de hiërarchische meerdere, verantwoordelijk van de dienst waar de stagiair zijn stage vervult;
  Stagecommissie : een commissie samengesteld uit personeelsleden in dienstactiviteit die een dienstanciënniteit van ten minste drie jaar hebben en die gedurende deze periode geen negatieve beoordeling van graad 1 of 2 gekregen hebben, die voor de helft zijn aangewezen door de Gedelegeerd Bestuurder, en voor de helft uit leden aangewezen door de in het Paritair Comité vertegenwoordigde vakorganisaties, in functie van hun vertegenwoordiging binnen het Paritair Comité. Het betrokken lid van het Directiecomité en de personeelsdirecteur zijn van ambtswege lid.
Art.7. Pour l'application de la présente section, il convient d'entendre par :
  Stagiaire : le membre du personnel qui, avant sa nomination à titre définitif, accomplit le stage tel que décrit à l'article 9 du présent Statut.
  Maître de stage : le supérieur hiérarchique responsable du service où le stagiaire effectue son stage.
  Commission de stage : une commission composée de membres du personnel en activité de service qui possèdent une ancienneté de service d'au moins trois ans et n'ayant pas pendant cette période fait l'objet d'une évaluation de degré 1 ou 2, désignés, pour moitié, par l'Administrateur délégué, et, pour moitié, par les organisations syndicales représentées au sein de la Commission paritaire, en fonction de leur représentation au sein de la Commission paritaire. Le membre du Comité de direction concerné et le directeur du personnel sont membres d'office.
Art.8. De stagecommissie stelt de algemene beginselen van de stage vast, neemt kennis van alle problemen en klachten die verband houden met de stage en geeft hieromtrent aanbevelingen en adviezen aan de gedelegeerd bestuurder.
Art.8. La Commission de stage définit les principes généraux du stage, prend connaissance de tous les problèmes et réclamations en rapport avec le stage et émet à ce sujet des recommandations et des avis à l'administrateur délégué.
Art.9. De benoeming in vast verband wordt voorafgegaan door het lopen van een stage van drie maanden tot één jaar overeenkomstig de bepalingen van de hiërarchie uitgewerkt in uitvoering van artikel 3.
  De benoeming in vast verband kan door de Raad van Bestuur of zijn gemachtigde voor sommige functies afhankelijk worden gesteld van een langere stage dan deze bepaald in het vorige lid of van het slagen voor een examen aan het einde van de stage.* Op voorstel van de stagecommissie kan de Raad van Bestuur of zijn gemachtigde beslissen de stageperiode van een stagiair te verlengen.
  De duur van de stage kan maximum met één derde worden verlengd van de oorspronkelijke duur bedoeld in het eerste lid.
Art.9. La nomination à titre définitif est précédée de l'accomplissement d'un stage de 3 mois à un an selon les dispositions de la hiérarchie élaborée en exécution de l'article 3.
  Pour certaines fonctions, le Conseil d'administration ou son délégué peut subordonner la nomination définitive à un stage plus long que celui prévu à l'alinéa précédent ou à la réussite d'un examen à la fin du stage.* Sur proposition de la Commission de stage, le Conseil d'administration ou son délégué peut décider de prolonger la période de stage d'un stagiaire.
  La durée du stage peut être prolongée au maximum d'un tiers de la durée initiale visée au premier alinéa.
Art.10. Om de duur van de verrichte stage te berekenen, worden alle periodes waarin de stagiair zich in de stand dienstactiviteit bevindt, in aanmerking genomen.
  De afwezigheden die zich voordoen nadat de stagiair reeds vijftien werkdagen in één of verschillende malen is afwezig geweest, worden evenwel niet in aanmerking genomen. In voormeld geval wordt de stage opgeschort.
  Voor de berekening van de dagen afwezigheid komen echter niet in aanmerking :
  1° het vakantieverlof
  2° het omstandigheidsverlof.
Art.10. Pour calculer la durée du stage accompli, toutes les périodes pendant lesquelles le stagiaire est dans la position d'activité de service sont prises en considération.
  Les absences, qui se produisent après que le stagiaire ait déjà été absent quinze jours ouvrables en une ou plusieurs fois, ne sont pas prises en considération. Dans ce cas, le stage est suspendu.
  N'interviennent pas dans le calcul des jours d'absence :
  1° les congés annuels de vacances
  2° le congé de circonstances.
Art.11. Maandelijks wordt er door de stagemeester een stageverslag opgesteld. Het verslag wordt aan de stagiair ter kennis gebracht, die er eventueel zijn opmerkingen aan toevoegt. Elk verslag wordt in het persoonlijk dossier van de stagiair opgenomen.
  Na afloop van de stage wordt door de stagemeester een met redenen omkleed eindverslag opgesteld dat een synthese bevat van de tussentijdse verslagen en dat moet toelaten zich een globaal oordeel te vormen over de geschiktheid van de stagiair. Dit verslag wordt voorafgegaan door een onderhoud tussen de betrokkene en zijn stagemeester.
Art.11. Le maître de stage établit chaque mois un rapport de stage. Ce rapport est communiqué au stagiaire qui y joint éventuellement ses observations. Chaque rapport est versé au dossier personnel du stagiaire.
  A l'issue du stage, le maître de stage établit un rapport final motivé comportant une synthèse des rapports intermédiaires et permettant de se forger un avis global sur l'aptitude du stagiaire. Ce rapport est précédé d'un entretien entre le stagiaire et son maître de stage.
Art.12. Wanneer tijdens de stage reeds blijkt dat de stagiair niet voldoet aan de vereisten van de dienst, maakt de stagemeester hiervan onmiddellijk een met redenen omkleed verslag op, dat bij aangetekend schrijven aan de stagiair ter kennis wordt gebracht.
Art.12. Lorsque, au cours du stage, il apparaît déjà que le stagiaire ne satisfait pas aux exigences du service, le maître de stage établit immédiatement un rapport motivé qui est porté, par lettre recommandée, à la connaissance du stagiaire.
Art.13. Indien het eindverslag of verslag bedoeld in artikel 12 ongunstig is, kan de stagiair bij aangetekend schrijven, binnen de vijf werkdagen na de betekening van het verslag, vragen te worden gehoord door de stagecommissie.
  De hoorzitting bij de stagecommissie heeft binnen de tien werkdagen na ontvangst van het aangetekend schrijven bedoeld in eerste lid plaats. De datum van de hoorzitting wordt per aangetekend schrijven aan de stagiair ter kennis gebracht.
  De stagecommissie geeft binnen de tien dagen na de hoorzitting een met redenen omkleed advies. Voormeld advies wordt onverwijld overgemaakt aan het bevoegde orgaan bedoeld in artikel 14 en wordt per aangetekend schrijven aan de stagiair ter kennis gebracht.
Art.13. Si le rapport final ou le rapport visé à l'article 12 s'avère défavorable, le stagiaire peut demander, par lettre recommandée, dans les cinq jours ouvrables qui suivent la communication du rapport, à être entendu par la Commission de stage.
  L'audition par la Commission de stage a lieu dans les dix jours ouvrables qui suivent la réception de la lettre recommandée visée à l'alinéa 1er. La date de l'audition est communiquée au stagiaire par lettre recommandée.
  La Commission de stage rend, dans les dix jours qui suivent l'audition, un avis motivé. Cet avis est immédiatement transmis à l'organe compétent visé à l'article 14 et porté, par lettre recommandée, à la connaissance du stagiaire.
Art.14. De verslagen bedoeld in artikel 11 en het advies bedoeld in artikel 13 worden overgemaakt aan de Raad van Bestuur of aan zijn gemachtigde.
  De Raad van Bestuur of zijn gemachtigde kan :
  1° na het beëindigen van de stage de stagiair benoemen;
  2° beslissen de stageperiode te verlengen;
  3° ofwel, de stagiair ontslaan.
  In de gevallen vermeld in lid 2, 2° en 3° kan de stagiair tegen de beslissing in beroep gaan bij de Raad van Beroep overeenkomstig de artikelen 72 en volgende.
Art.14. Les rapports visés à l'article 11 et l'avis visé à l'article 13 sont transmis au Conseil d'Administration ou à son délégué.
  Le Conseil d'Administration ou son délégué est habilité à :
  1° nommer le stagiaire à la fin de son stage;
  2° décider de prolonger la période de stage;
  3° ou bien, licencier le stagiaire.
  Dans les cas prévus à l'alinéa 2, 2° et 3° le stagiaire peut introduire un recours auprès de la chambre de recours conformément aux articles 72 et suivants.
TITEL IV. - RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET PERSONEEL.
TITRE IV. - DES DROITS ET DEVOIRS.
Art.15. Ieder personeelslid heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Indien hem een opdracht wordt gegeven die hij ongerechtvaardigd acht wegens zijn kennis van het probleem, kan hij schriftelijk zijn hiërarchische meerdere ervan op de hoogte stellen, vooraleer tot uitvoering over te gaan.
  De B.I.A.C.-mededelingen naar buiten toe mogen evenwel enkel door de bevoegde woordvoerders worden gedaan.
  Ieder personeelslid kan op ieder moment en op gewone aanvraag zijn persoonlijk dossier raadplegen.
  Ieder personeelslid kan de uitvoering van een opdracht weigeren omwille van gewetensbezwaren. In dat geval brengt het betrokken lid van het Directiecomité verslag uit bij het Directiecomité.
Art.15. Tout membre du personnel a droit à la liberté d'expression. Si un ordre qui lui est donné, lui apparaît injustifié en raison de sa connaissance du problème, il lui appartient d'aviser par écrit son supérieur hiérarchique avant de passer à l'exécution.
  Toutefois, les communications de B.I.A.C. vers l'extérieur ne peuvent se faire que par les portes paroles autorisés.
  Chaque membre du personnel peut à tout moment sur simple demande consulter son dossier personnel.
  Tout membre du personnel est fondé à refuser l'exécution d'un ordre en invoquant une clause de conscience. Dans ce cas, le membre du Comité de Direction concerné fait rapport au Comité de Direction.
Art.16. De personeelsleden moeten in alles loyaal de belangen van B.I.A.C. behartigen.
  Zij zijn ertoe gehouden de wettelijke bepalingen en de reglementen te respecteren. Zij vervullen hun taak op professionele wijze. Zij moeten ook in hun privé-leven alles vermijden wat de belangen van B.I.A.C. rechtstreeks of onrechtstreeks kan schaden.
  Zij zijn gehouden tot de grootste beleefdheid, zowel in hun dienstbetrekkingen met alle personeelsleden, als in hun omgang met het publiek. Zij moeten mekaar helpen in de mate dat het belang van de dienst zulks vereist.
  Zij moeten, zowel in dienst als in hun privé leven, alles vermijden dat het vertrouwen van het publiek kan schaden of afbreuk kan doen aan de eer of de waardigheid van hun functie.
Art.16. Les membres du personnel doivent toujours servir avec loyauté les intérêts de B.I.A.C.
  Ils sont tenus de respecter les dispositions légales et réglementaires. Ils s'acquittent de leur mission de façon professionnelle. Ils sont également tenus, dans leur vie privée, de s'abstenir de tout comportement susceptible de nuire, directement ou indirectement, aux intérêts de B.I.A.C.
  Ils sont tenus à la plus stricte courtoisie, tant dans leurs rapports de service avec tout membre du personnel que dans leurs rapports avec le public. Ils doivent s'entraider dans la mesure où l'exige l'intérêt du service.
  Ils doivent, dans le service ainsi que dans leur vie privée, éviter tout ce qui pourrait porter atteinte à la confiance du public ou compromettre l'honneur ou la dignité de leur fonction.
Art.17. Het is de personeelsleden verboden, zelfs buiten hun functie doch ter oorzaak ervan, rechtstreeks of bij tussenpersoon, giften, beloningen of enig voordeel te vragen, te eisen of aan te nemen.
Art.17. Il est interdit aux membres du personnel de solliciter, d'exiger ou de recevoir, directement ou par personne interposée, même en dehors de leur fonction mais à raison de celle-ci, des dons, des gratifications ou avantages quelconques.
Art.18. Het is de personeelsleden verboden :
  1° aan derden gegevens mede te delen die hun gekend zijn in de uitoefening van hun functie en die uit hun aard of krachtens voorschriften van hun hiërarchische meerdere geheim zijn;
  2° informatie over B.I.A.C. te verstrekken of te laten verstrekken die schadelijk kan zijn voor de goede werking van de diensten.
Art.18. Les membres du personnel ne peuvent pas :
  1° communiquer à des tiers des informations dont ils ont connaissance dans l'exercice de leurs fonctions et qui sont secrètes par nature ou en vertu des prescriptions de leur supérieur hiérarchique;
  2° diffuser ou laisser diffuser des informations sur B.I.A.C. susceptibles de nuire au bon fonctionnement des services.
Art.19. De personeelsleden staan in voor de goede werking van de diensten.
  Zij moeten de misbruiken, nalatigheden en overtredingen van de wetten en reglementen die zij bij de uitoefening van hun functie vaststellen, beteugelen of doen beteugelen.
  De meerdere staat in voor de instructies die hij geeft.
Art.19. Les membres du personnel sont responsables du bon fonctionnement des services.
  Ils sont tenus de réprimer ou de faire réprimer les abus, les négligences et les manquements aux lois et aux règlements qu'ils constatent dans l'exercice de leur fonction.
  Le supérieur est responsable des instructions qu'il donne.
Art.20. Afgezien van de toepassing van de strafwetten, brengen de inbreuken bedoeld in deze titel de toepassing mee van de tuchtsancties omschreven in Titel VII.
Art.20. Sans préjudice de l'application des lois pénales, les manquements visés dans le présent titre entraînent l'application des sanctions disciplinaires prévues au Titre VII.
TITEL V. - OPLEIDING.
TITRE V. - DE LA FORMATION.
Art.21. Ieder personeelslid heeft recht op een opleiding die het in de mogelijkheid stelt om op de beste manier aan de huidige en toekomstige functievereisten te voldoen.
  Deze opleiding is zowel bij de indiensttreding verplicht, als gedurende alle loopbaanontwikkelingen van het personeelslid.
  Het personeelslid dat een opleiding geniet wordt geacht zich volledig in te spannen om er met volledige inzet aan deel te nemen.
  De opleiding bij de indiensttreding beoogt het onthaal en de integratie van de belanghebbenden in hun werkomgeving alsook hun professionele opleiding.
  Inzake bevordering kan de opleiding betrekking hebben op iedere vorm van hulp bij de studie.
  Aan de personeelsleden wordt een voortgezette opleiding verstrekt. Deze opleiding heeft als doel de kennis nodig voor de vereisten van de functie te behouden, dit met inbegrip van de nodige bijscholing en desgevallend omscholing.
Art.21. Tout membre du personnel à droit a une formation destinée à lui permettre de répondre au mieux aux exigences actuelles et futures de sa fonction.
  Elle s'impose tant au moment de l'entrée en service que pendant tous les développements de sa carrière.
  Le membre du personnel bénéficiant d'une formation se doit de faire ses meilleurs efforts pour y participer utilement.
  La formation à l'entrée vise l'accueil et l'intégration des intéressés dans leur milieu de travail ainsi que leur formation professionnelle.
  En ce qui concerne la promotion la formation peut concerner toute forme d'aide apportée à l'étude.
  Une formation continue est dispensée aux membres du personnel. Cette formation a pour objectif de maintenir les connaissances nécessaires pour les exigences de la fonction, en ce compris les formations complémentaires et le cas échéant de reconversion.
TITEL VI. - ONVERENIGBAARHEDEN.
TITRE VI. - DES INCOMPATIBILITES.
Art.22. Met de hoedanigheid van personeelslid van B.I.A.C. is onverenigbaar elke bezigheid die door het personeelslid zelf of door een tussenpersoon verricht wordt,
  1) die het vervullen van de functie in de weg kan staan;
  2) die de waardigheid van de functie kan schaden;
  3) die met de bij B.I.A.C. uitgeoefende activiteit kan in concurrentie treden.
Art.22. Est incompatible avec la qualité de membre du personnel de B.I.A.C., toute occupation exercée par l'agent lui-même ou par personne interposée,
  1) susceptible de faire obstacle à l'accomplissement des devoirs de la fonction;
  2) susceptible de porter atteinte à la dignité de la fonction;
  3) susceptible d'entrer en concurrence avec l'activité exercée au sein de B.I.A.C.
Art.23. Het is het personeelslid verboden naast zijn functie bij B.I.A.C. enige activiteit uit te oefenen die met de dienstactiviteiten interfereert, zonder daarvoor van de Gedelegeerd Bestuurder voorafgaandelijk toestemming te hebben verkregen.
  Wanneer hij de onverenigbaarheid beoordeelt, neemt de Gedelegeerd Bestuurder zijn beslissing rekening houdend met de functie van het personeelslid, met de aard van de uit te oefenen activiteit en de weerslag ervan op de door het personeelslid uitgeoefende functie in B.I.A.C.
  Het personeelslid beschikt over een termijn van vijftien werkdagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de Gedelegeerd Bestuurder, om daartegen bezwaar aan te tekenen.
  Na het personeelslid gehoord te hebben neemt de Gedelegeerd Bestuurder binnen de vijftien kalenderdagen een definitieve beslissing.
Art.23. Les membres du personnel ne peuvent exercer, en dehors de leur fonction chez B.I.A.C., une activité quelconque, interférant avec les activités de service, sans l'autorisation préalable de l'Administrateur délégué.
  Lorsqu'il apprécie l'incompatibilité, l'administrateur délégué prend ses décisions en tenant compte de la fonction du membre du personnel, de la nature de l'activité à exercer et de l'incidence de celle-ci sur la fonction exercée par le membre du personnel au sein de B.I.A.C.
  Le membre du personnel dispose d'un délai de quinze jours ouvrables, à compter de la notification de la décision de l'Administrateur délégué, pour émettre des objections à l'encontre de cette décision.
  Après avoir entendu le membre du personnel, l'Administrateur délégué prend une décision définitive dans un délai de quinze jours calendrier.
Art.24. Wanneer een personeelslid buiten de diensturen een betaalde activiteit wenst uit te oefenen, moet hij de Gedelegeerd Bestuurder ervan op de hoogte brengen die over 15 werkdagen beschikt om deze cumulatie te weigeren wegens gerechtvaardigde redenen. Zonder enige reactie van hem binnen die termijn wordt deze cumulatie geacht te zijn toegestaan.
  Als overgangsmaatregel, blijven de cumulaties geldig die vóór de datum van het in werking treden van dit statuut werden toegestaan.
Art.24. Lorsqu'un membre du personnel entend exercer une activité rémunérée en dehors des heures de service, il informe l'Administrateur délégué qui dispose de 15 jours ouvrables pour refuser ce cumul pour de justes motifs. Sans réaction de sa part, dans ce délai, le cumul est considéré comme accordé.
  Par mesure transitoire, les cumuls accordés avant la note d'entrée en vigueur du présent statut restent valables.
Art.25. Elke inbreuk op de bepalingen van deze titel wordt beteugeld met tuchtsancties omschreven in Titel VII.
Art.25. Tout manquement aux dispositions du présent titre donne lieu à l'application des sanctions disciplinaires prévues au Titre VII.
TITEL VII. - TUCHTREGELING.
TITRE VII. - DU REGIME DISCIPLINAIRE.
Art.26. De volgende tuchtstraffen kunnen worden uitgesproken :
  1° de terechtwijzing;
  2° de blaam;
  3° de inhouding van wedde;
  4° de tuchtschorsing met inhouding van wedde;
  5° de terugzetting; *
  6° de afzetting.
Art.26. Les sanctions disciplinaires suivantes peuvent être prononcées :
  1° le rappel à l'ordre;
  2° le blâme;
  3° la retenue de traitement;
  4° la suspension disciplinaire avec retenue de traitement;
  5° la rétrogradation;*
  6° la révocation.
Art.27. Inhouding van wedde en tuchtschorsing met inhouding van wedde worden toegepast, rekening houdend met de wetgeving op de bescherming van het loon, gedurende ten hoogste drie maanden, en zij mag niet meer dan twintig procent van de brutowedde bedragen.
Art.27. La retenue de traitement et la suspension disciplinaire avec retenue de traitement sont appliquées, dans le respect de la législation sur la protection du salaire, pour une durée maximale de trois mois, et ne peut dépasser vingt pour cent du salaire brut.
Art.28. De in artikel 26, punt 1 en 2 opgesomde tuchtstraffen worden voorgesteld door de onmiddellijke hiërarchische meerdere en door de hiërarchische meerdere die een te bepalen rang heeft, uitgesproken na verhoor van de betrokkene. Zij worden hem schriftelijk ter kennis gebracht en in zijn dossier opgenomen.*
Art.28. Les sanctions disciplinaires énumérées à l'article 26, points 1 et 2, sont proposées par le supérieur hiérarchique immédiat et prononcées par le supérieur hiérarchique ayant rang à définir, après audition de l'intéressé. Elles lui sont notifiées par écrit et reprises dans son dossier.*
Art.29. Binnen een termijn van tien werkdagen die begint te lopen vanaf de kennisneming van de beslissing omtrent de straf kan het betrokken personeelslid een hiërarchisch beroep instellen bij het lid van het Directiecomité onder hetwelk hij ressorteert.
  Wanneer de straf door deze laatste uitgesproken werd, wordt het beroep bij de Gedelegeerd Bestuurder ingediend die een andere departementsdirecteur aanwijst.
  Het beroep wordt aangetekend ingediend.
Art.29. Dans un délai de 10 jours ouvrables courant depuis la notification de la décision de sanction, le membre du personnel intéressé peut introduire un recours hiérarchique auprès du membre du Comité de Direction dont il relève.
  Lorsque la sanction a été prononcée par ce dernier, le recours est introduit auprès de l'Administrateur délégué qui désigne un autre directeur de département.
  Le recours est introduit par recommandé.
Art.30. Binnen deze 15 werkdagen na ontvangst van dit beroep onderzoeken de personeelsdirecteur en de betrokken directeur dit beroep en doen een met redenen omklede uitspraak.
  Het personeelslid dat dit beroep heeft ingesteld kan zijn argumentatie persoonlijk doen gelden of zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
Art.30. Dans les quinze jours ouvrables suivant la réception de ce recours, le directeur du personnel et le directeur concerné instruisent ce recours et rendent une décision motivée.
  L'agent ayant introduit ce recours peut faire valoir ses arguments en personne ou se faire assister par la personne de son choix.
Art.31. De in de punten 3 tot 6 van artikel 26 bedoelde tuchtstraffen worden door de departementsdirecteur aan de Gedelegeerd Bestuurder voorgesteld. Enkel hij is gemachtigd deze uit te spreken.
Art.31. Les sanctions reprises aux points 3 à 6 de l'article 26 sont proposées par le directeur de département à l'Administrateur délégué qui a seul pouvoir pour les prononcer.
Art.32. Het personeelslid waaraan één van die in artikel 26 bedoelde straffen wordt opgelegd kan beroep doen op de Raad van Beroep conform de bepalingen van de artikelen 72 en volgende.
Art.32. Le membre du personnel frappé par une des sanctions visées à l'article 26 peut faire appel à la Chambre de recours conformément aux dispositions des articles 72 et suivants.
Art.33. De tuchtvordering mag slechts betrekking hebben op feiten waarvan B.I.A.C. kennis heeft gekregen in de 2 maanden voorafgaand aan de datum waarop de tuchtprocedure is aangevat.
Art.33. La poursuite disciplinaire ne peut porter que sur des faits dont B.I.A.C. a eu connaissance dans les deux mois précédant la date à laquelle la procédure disciplinaire est entamée.
Art.34. Geen straf mag worden voorgesteld of opgelegd dan nadat de betrokkene de gelegenheid heeft gehad zich nader te verklaren of te rechtvaardigen. Het personeelslid dient voorafgaandelijk op de hoogte te worden gesteld van de hem ten laste gelegde feiten.
  Verklaringen die in het kader van een onderzoek betreffende een stagiair of een statutair personeelslid worden afgenomen, worden schriftelijk vastgelegd.
Art.34. Aucune sanction ne peut être proposée ou infligée tant que le membre du personnel concerné n'a pas eu la possibilité de s'expliquer en détail ou de se justifier. Le membre du personnel doit être informé au préalable des faits qui lui sont reprochés.
  Les déclarations, faites dans le cadre d'une enquête concernant un stagiaire ou un membre du personnel statutaire, sont enregistrées par écrit.
Art.35. Voor eenzelfde inbreuk of voor verscheidene inbreuken die gelijktijdig werden gepleegd, mag maar één tuchtstraf worden opgelegd.
Art.35. Une seule sanction disciplinaire peut être infligée pour le même manquement ou plusieurs manquements commis simultanément.
Art.36. De tuchtstraffen worden ambtshalve in het persoonlijk dossier van de stagiair of het statutair personeelslid doorgehaald na het verstrijken van de volgende termijnen :
  1° zes maanden voor de terechtwijzing;
  2° negen maanden voor de blaam;
  3° één jaar voor de inhouding van wedde;
  4° twee jaar voor alle andere tuchtstraffen met uitzondering van de tijdelijke terugzetting en de afzetting.
  De termijn neemt een aanvang vanaf de datum waarop de tuchtstraf definitief werd uitgesproken.
Art.36. Les sanctions disciplinaires sont rayées d'office du dossier personnel du stagiaire ou de l'agent statutaire dès l'expiration des délais suivants :
  1° six mois dans le cas d'un rappel à l'ordre;
  2° neuf mois dans le cas d'un blâme;
  3° un an dans le cas d'une retenue sur traitement;
  4° deux ans dans tous les autres cas de sanctions disciplinaires, à l'exception de la rétrogradation temporaire et de la révocation.
  Le délai commence à courir à partir de la date du prononcé de la sanction disciplinaire définitive.
Art.37. In uitvoering van deze titel, werkt de Gedelegeerd Bestuurder de procedures uit omtrent de uitspraak van de tuchtstraf, het beroep en het verhaal na éénsluidend advies van het Paritair Comité dat uitspraak doet bij een meerderheid van twee derden der stemmen.*
Art.37. En exécution du présent titre, l'Administrateur délégué élabore les procédures de prononciation de sanction, d'appel et de recours sur avis conforme de la Commission paritaire statuant à la majorité des deux tiers.*
Art.38. Voor de personeelsleden die rechtstreeks afhangen van de Gedelegeerd Bestuurder, moeten de beroepsprocedures gebeuren bij een comité dat bestaat uit de HRM en een ander lid van het Directiecomité, aangeduid door de Gedelegeerd Bestuurder.
Art.38. Pour les membres du personnel dépendant directement de l'Administrateur délégué, les procédures de recours se font devant un comité composé du HRM et d'un autre membre du Comité de direction désigné par l'Administrateur délégué.
TITEL VIII. - BEOORDELING.
TITRE VIII. - DE L'EVALUATION.
Art.39. De Gedelegeerd Bestuurder is belast met het uitwerken van een jaarlijks beoordelingssysteem van toepassing op alle personeelsleden van het bedrijf.* Dit systeem zal in ieder geval volgende karakteristieken hebben :
  1° het zal objectief en transparant zijn;
  2° het zal voor het beoordeelde personeelslid de mogelijkheid tot beroep op een hoger echelon voorzien;
  3° de beoordelingsroosters moeten aan de onderdelen van de krachtens artikel 3 van dit statuut bepaalde hiërarchische structuur aangepast worden;
  4° de resultaten van de beoordeling worden aan het personeelslid meegedeeld en zullen in aanmerking komen in het ontwikkelingsplan van de individuele loopbanen;
  5° een voorafgaand beoordelingsgesprek is verplicht;
  6° de beoordelingsfiches zullen door het Paritair Comité worden opgesteld en het gebruik ervan zal verplicht zijn;
  7° op eigen verzoek kan het beoordeelde personeelslid zich laten bijstaan door de persoon of de vakorganisatie van zijn keuze.
Art.39. L'Administrateur délégué est chargé de l'élaboration d'un système d'évaluation annuel applicable à l'ensemble du personnel de la société.* Ce système aura en tout état de cause les caractéristiques suivantes :
  1° il sera objectif et transparent;
  2° il prévoira pour le membre du personnel évalué une possibilité de recours à l'échelon supérieur;
  3° les grilles d'évaluation doivent être adaptées aux composants de la structure hiérarchique définie en vertu de l'article 3 du présent Statut;
  4° les résultats de l'évaluation, communiqués à l'agent concerné, seront pris en compte dans le plan de développement des carrières individuelles.
  5° un entretien d'évaluation préalable est obligatoire.
  6° les fiches d'évaluation seront établies par la Commission paritaire et leur utilisation obligatoire.
  7° à sa demande, l'agent évalué peut être assisté par la personne ou l'organisation syndicale de son choix.
Art.40. * § 1 De beoordeling zal ten minste volgende graden bevatten :
  graad 5 zeer goed graad 4 goed graad 3 normaal graad 2 voor verbetering vatbaar graad 1 ongunstig De beoordelingen van graad 1 of 5 zullen gemotiveerd worden door precieze feiten.
  Bovendien zal de Gedelegeerd Bestuurder een nauwkeurige omschrijving van de inhoud van iedere graad ter goedkeuring voorleggen aan het Paritair Comité.
  § 2 De objectieven die als basis dienen voor de persoonlijke beoordeling zullen individueel zijn. Zij zullen evenwel collectief mogen zijn beneden een bepaalde graad van de volgens artikel 3 vastgestelde hiërarchie.
  In dit laatste geval zal de beoordeling van het personeelslid tot de gedragsaspecten beperkt zijn.
  § 3 Het personeelslid dat 2 achtereenvolgende beoordelingen van graad 2 heeft gehad of één beoordeling van graad 1 zal worden onderworpen aan een door de personeelsdirectie georganiseerde psycho-sociologische opvolging en/of corrigerende professionele opleiding bedoeld om zijn werk en zijn integratie binnen het bedrijf te verbeteren.
  § 4 Ieder jaar zal de personeelsdirectie de resultaten van de beoordelingen in haar voorstellen van opleidingspolitiek opnemen.
  § 5 Indien evenwel ernstige en herhaaldelijke ongeschikte gedrags- of functioneringsindicaties bij een personeelslid voorkomen tussen twee jaarlijkse beoordelingen, kan het verantwoordelijke lid van het Directiecomité of zijn onmiddellijke adjunct een tussentijds formeel beoordelingsgesprek vragen.
  Dit wordt niet in acht genomen voor de gevolgen van de jaarlijkse beoordeling, maar het leidt wél tot een psychosociologische begeleiding en een corrigerende professionele opvolging vanwege de HRM.
  § 6 De beoordeling zal het voorwerp zijn van een verplicht voorafgaand evaluatiegesprek.
  § 7 De beoordeling gebeurt volgens een vooraf opgestelde fiche.
  § 8 Elk personeelslid mag een tussentijds formeel beoordelingsgesprek aanvragen.
  § 9 Het personeelslid dat de toekenning van een beoordelingsgraad 1 betwist, kan conform de artikelen 72 en volgende, vragen te worden gehoord door de Raad van Beroep.
Art.40. * § 1er L'évaluation comportera au minimum les degrés suivants :
  degré 5 très bon degré 4 bon degré 3 normal degré 2 à améliorer degré 1 défavorable Les appréciations de degré 1 ou 5 seront motivées par des faits précis.
  En outre, l'Administrateur délégué proposera à l'approbation de la Commission paritaire une définition précise du contenu de chaque degré.
  § 2 Les objectifs servant de base à l'évaluation personnelle seront individuels. Toutefois, en dessous d'un degré à définir de la hiérarchie déterminée selon l'article 3, ils pourront être collectifs.
  Dans ce dernier cas l'évaluation de l'agent sera limitée aux aspects comportementaux.
  § 3 L'agent ayant fait l'objet de 2 évaluations de degré 2 successives ou d'une évaluation de degré 1 fera l'objet d'un suivi psychosociologique ou d'une formation professionnelle correctrice organisé par la direction du personnel et destiné à améliorer son travail et son intégration dans la société.
  § 4 Tous les ans dans ses propositions de politique de formation, la direction du personnel intégrera les résultats des évaluations.
  § 5 Toutefois si des indications graves et répétées de comportement ou de fonctionnement inadéquat d'un agent apparaissent entre deux évaluations annuelles, le membre du Comité de direction responsable ou son adjoint direct peut demander un entretien formel d'évaluation intermédiaire.
  Celle-ci n'est pas prise en compte pour les conséquences des évaluations annuelles mais donne bien à un accompagnement psychosociologique de la part de HRM et à un suivi professionnel correctif.
  § 6 L'évaluation fera l'objet d'un entretien d'évaluation obligatoire préalable.
  § 7 L'évaluation se fera selon une fiche préétablie.
  § 8 Tout membre du personnel peut demander un entretien formel d'évaluation intermédiaire.
  § 9 Le membre du personnel qui conteste l'attribution d'un grade d'évaluation de 1 peut demander à être entendu par la Chambre de Recours, conformément aux articles 72 et suivants.
TITEL IX. - BEVORDERINGEN MET EXAMENS EN VLAKKE LOOPBAAN.
TITRE IX. - DES PROMOTIONS PAR EXAMEN ET CARRIERE PLANE.
Art.41. De in artikel 1, eerste lid van dit statuut bedoelde personeelsleden behouden, ten persoonlijke titel en overeenkomstig artikel 25 § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 2 april 1998, op ieder moment de elementen van hun loopbaan, hun graad en hun hoedanigheid bereikt op het moment van de oprichting van B.I.A.C.
  De bevorderingsprocedures binnen eenzelfde betrekking met vakexamen of in vlakke loopbaan die in de artikels 69 tot 72 van Titel IX van het koninklijk besluit van 29 november 1991 zijn vervat, zijn bijgevolg van toepassing op hun persoonlijke situatie.
Art.41. A titre personnel, et conformément à l'article 25 § 1er alinéa 2 de l'Arrêté royal du 2 avril 1998, les agents visés à l'article 1er alinéa 1 du présent statut conservent à tout moment les éléments de leur carrière, leur grade et leur qualité acquis au moment de la création de B.I.A.C.
  Sont par conséquent applicables à leur situation personnelle les procédures de promotion dans un même emploi par épreuves professionnelles ou en carrière plane reprises dans les articles 69 à 72 du Titre IX de l'arrêté royal du 29 novembre 1991.
Art.42. Alle andere dan in artikel 41 bedoelde bevorderingen worden door de volgende bepalingen geregeld.
Art.42. Toutes les promotions autres que celles prévues dans l'article 41 sont réglées par les dispositions ci-après.
Art.43. De interne bevordering is zonder uitzondering prioritair ten overstaan van de werving. De toegang tot de bevordering is gebonden aan een minimale beoordeling van graad 3.
Art.43. La promotion interne est sans aucune exception prioritaire par rapport au recrutement. L'accès à la promotion est lié à une évaluation minimale de degré 3.
Art.44. De bevorderingen staan open voor alle personeelscategorieën tewerkgesteld in het bedrijf, na definitie van de functie en het vereiste profiel. Deze definities bepalen de ontvankelijkheid van de kandidaten.*
Art.44. Les promotions sont ouvertes à toutes les catégories de personnel travaillant au sein de la société après définition de la fonction et du profil exigé. Ces définitions déterminent la recevabilité des candidats.*
Art.45. De bevorderingen worden toegekend door de Gedelegeerd Bestuurder na advies van een Comité ad hoc, aangeduid door het Directiecomité, dat belast is met het rangschikken van de kandidaturen.
  Deze rangschikking blijft gedurende 6 maanden geldig.
  Het Comité ad hoc kan zich laten bijstaan door externe consulenten.
Art.45. Les promotions sont accordées par l'Administrateur délégué sur avis d'un Comité ad hoc désigné par le Comité de direction et chargé de classer les candidatures.
  Ce classement reste valable pendant 6 mois.
  Ce Comité ad hoc peut se faire assister de consultants extérieurs.
Art.46. De bevordering doet geen afbreuk aan de verworven rechten van het in artikel 1, eerste lid van dit statuut bedoelde personeel.
  Het personeelslid dat binnen de 6 maanden vanaf zijn bevordering, afziet van de bevordering of de functie waarin hij bevorderd werd om medische of andere reden niet meer kan uitoefenen, kan aanspraak maken op zijn vorige functie of als die functie reeds bezet is, op een functie met een gelijkaardige functie-inhoud.
  De rechten, met name de in het kader van een bevordering verworven groepsverzekeringen, blijven in ieder geval verworven.
Art.46. La promotion ne porte pas préjudice aux droits acquis du personnel visé par l'article 1er, alinéa 1er du présent Statut.
  Un membre du personnel qui endéans les 6 mois de sa promotion renonce à celle-ci ou, pour des raisons médicales ou autres, est reconnu inapte à l'exercice de cette fonction, peut redemander à exercer la fonction exercée précédemment ou, si celle-ci est pourvue, une fonction ayant un contenu fonctionnel équivalent.
  Les droits notamment les assurances groupes acquis dans le cadre d'une promotion restent de toute manière acquis.
Art.47. * De Gedelegeerd Bestuurder is belast, in het kader van de beslissingen van het Paritair Comité, met het uitwerken van de procedures inzake bekendmaking, indiening van de kandidaturen en werking van het Comité ad hoc bedoeld in artikel 45. Deze procedures zullen ten minste de vereisten bevatten waaraan de kandidaten moeten voldoen, de datum waarop aan de voorwaarden moet worden voldaan en de volledige beschrijving van de voorwaarden qua vorm en termijn voor het indienen van de kandidaturen.
Art.47. * L'Administrateur délégué est chargé dans le cadre des décisions de la Commission paritaire d'élaborer les procédures de publication, d'introduction des candidatures et de fonctionnement du Comité ad hoc visé à l'article 45 Ces procédures comporteront au minimum la mention des exigences auxquelles les candidats doivent répondre, la date à laquelle ces conditions doivent être remplies et l'énoncé complet des conditions de forme et de délai relatives à l'introduction des candidatures.
TITEL X. - ADMINISTRATIEVE STANDEN.
TITRE X. - DES POSITIONS ADMINISTRATIVES.
Art.48. Het personeelslid bevindt zich in één van de volgende standen :
  1° dienstactiviteit;
  2° non-activiteit;
  3° disponibiliteit
Art.48. L'agent est dans une des positions suivantes :
  1° en activité de service;
  2° en non-activité;
  3° en disponibilité.
Art.49. Het personeelslid wordt voor de vaststelling van zijn administratieve stand altijd geacht in dienstactiviteit te zijn, behoudens uitdrukkelijke bepaling die hem, hetzij van rechtswege, hetzij bij beslissing van de Raad van Bestuur of zijn gemachtigde, in een andere administratieve stand plaatst.
Art.49. Pour la détermination de sa position administrative, l'agent est toujours censé être en activité de service, sauf disposition expresse le plaçant, soit de plein droit, soit sur décision du Conseil d'Administration ou de son délégué, dans une autre position administrative.
Art.50. Behoudens uitdrukkelijk strijdige bepaling heeft het personeelslid in dienstactiviteit recht op wedde en op baremieke verhogingen.
Art.50. Sauf disposition expresse contraire, l'agent en activité de service a droit au traitement et à l'avancement barémique.
Art.51. * Onder de door de Gedelegeerd Bestuurder te bepalen voorwaarden na éénsluidend advies van het Paritair Comité uitgesproken met 2/3 meerderheid, krijgt het personeelslid in actieve dienst verlof :
  1° voor jaarlijkse vakantie en op de feestdagen, voor persoonlijke omstandigheden of aangelegenheden, voor moederschapverlof, voor ouderschap, voor opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij;
  2° wegens ziekte of gebrekkigheid;
  3° voor verminderde prestaties, toegestaan na een afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid;
  4° voor verminderde prestaties, toegestaan om sociale of gezinsredenen;
  5° voor het verrichten van militaire prestaties in vredestijd;
  6° voor geneeskundig voorgeschreven voorbehoedverlof.
Art.51. * Aux conditions à définir par l'Administrateur délégué sur avis conforme de la Commission paritaire à la majorité des 2/3, l'agent en activité de service obtient des congés :
  1° annuels de vacances et jours fériés, de circonstances ou convenances personnelles, de maternité, parentaux, d'accueil en vue de l'adoption ou de la tutelle officieuse;
  2° pour cause de maladie ou d'infirmité;
  3° pour prestations réduites autorisées après une absence pour maladie ou infirmité;
  4° pour prestations réduites pour des raisons d'ordre social ou familial;
  5° pour prestations militaires en temps de paix;
  6° pour congé prophylactique sur prescription médicale.
Art.52. De in dit artikel bedoelde afwezigheden zijn het voorwerp van een uitdrukkelijke toestemming van de Gedelegeerd Bestuurder.
  Zij wordt in het belang van B.I.A.C. met redenen omkleed :
  1° om een functie uit te oefenen in het kabinet van een minister of van een staatssecretaris, of in het kabinet van de voorzitter of van een lid van de Regering van een Gemeenschap of van een Gewest, op voorwaarde dat deze detachering door de Gedelegeerd Bestuurder wordt erkend als in overeenstemming met de belangen van B.I.A.C.;
  2° voor opdracht erkend als van belang voor B.I.A.C.;
  3° voor werkzaamheden bij een in de Kamer van Volksvertegenwoordigers of in de Senaat, Gewest- of Gemeenschapsraad erkende politieke groep, op voorwaarde dat deze detachering door de Gedelegeerd Bestuurder wordt erkend als in overeenstemming met de belangen van B.I.A.C.;
  4° om deel te nemen aan vormingsactiviteiten;
  5° voor onderbreking van de beroepsloopbaan voor een vooraf bepaalde duur.
Art.52. Les absences mentionnées dans le présent article font l'objet d'une autorisation expresse de l'Administrateur délégué.
  Celle-ci est motivée par l'intérêt de B.I.A.C.
  1° pour exercer une fonction dans le cabinet d'un Ministre ou d'un Secrétaire d'Etat, ou dans le cabinet du président ou d'un membre du Gouvernement d'une Communauté ou d'une Région, à la condition que ce détachement soit reconnu conforme aux intérêts de B.I.A.C. par l'Administrateur délégué;
  2° pour mission reconnue d'intérêt pour B.I.A.C.;
  3° pour exercer des activités auprès d'un groupe politique reconnu de la Chambre des Représentants ou du Sénat, des Conseils de Communauté ou de Région, à la condition que ce détachement soit reconnu conforme aux intérêts de B.I.A.C. par l'Administrateur délégué;
  4° pour participer à des activités de formation;
  5° pour interruption de la carrière professionnelle pour des durées prédéterminées.
Art.53. De afwezigheden voor syndicale activiteiten worden bepaald in het syndicaal statuut.
Art.53. Les absences pour activités syndicales sont déterminées dans le statut syndical.
Art.54. * Onder de door de Gedelegeerd Bestuurder voorgestelde voorwaarden en na beslissing van het Paritair Comité kan het personeelslid in zijn functie worden geschorst wanneer het belang van de dienst zulks vereist.
Art.54. * Aux conditions proposées par l'Administrateur délégué et sur décision de la Commission paritaire, l'agent en activité de service peut être suspendu de sa fonction, lorsque l'intérêt du service le requiert.
Art.55. * Behoudens uitdrukkelijk strijdige bepaling heeft het personeelslid in de stand non-activiteit geen recht op wedde.
  Het kan alleen onder de door Gedelegeerd Bestuurder gestelde voorwaarden en volgens de in het vorig artikel vermelde procedure, zijn rechten op bevordering tot een hogere functie of op een baremieke verhoging doen gelden.
Art.55. * Sauf disposition expresse contraire, l'agent, qui est dans la position de non-activité, n'a pas droit au traitement.
  Aux conditions arrêtées par l'Administrateur délégué, dans la procédure de l'article précédent il peut uniquement faire valoir son droit à une promotion à une fonction supérieure ou à un avancement barémique.
Art.56. Niemand kan in non-activiteit gesteld of gehouden worden wanneer hij aan de vereisten voldoet om in rust te worden gesteld.
Art.56. Nul agent ne peut être mis ou maintenu en non-activité s'il se trouve dans les conditions requises pour obtenir une pension de retraite.
Art.57. Onder de door de Gedelegeerd Bestuurder voorgestelde voorwaarden en na beslissing van het Paritair Comité is het personeelslid in non activiteit :
  1° wanneer het toestemming heeft tot het voortzetten van een opdracht die niet erkend is als zijnde van algemeen belang;
  2° wanneer het om familiale redenen toegestaan wordt voor een periode van lange duur afwezig te zijn;
  3° wanneer het afwezig is op grond van een machtiging om zijn functie met verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid uit te oefenen.
Art.57. Aux conditions proposées par l'Administrateur délégué et sur décision de la Commission paritaire, l'agent est en non-activité :
  1° lorsqu'il a l'autorisation de poursuivre une mission qui n'est pas reconnue d'intérêt général;
  2° lorsqu'il a l'autorisation de s'absenter, pendant une période de longue durée, pour des raisons familiales;
  3° durant les absences justifiées par une autorisation d'exercer sa fonction par prestations réduites pour convenance personnelle.
Art.58. Het personeelslid wordt ambtshalve in non-activiteit geplaatst gedurende de periodes :
  1° van tuchtschorsing;
  2° van facultatief politiek verlof of politiek verlof van ambtswege, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten;
  3° van een mandaat van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van Senaat of van een Gewest- of Gemeenschapsraad;
  4° van ongewettigde afwezigheid.
Art.58. L'agent est placé de plein droit en non-activité pendant les périodes :
  1° de suspension disciplinaire;
  2° de congé politique facultatif ou congé politique de droit, conformément aux dispositions de la loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du personnel des organismes publics;
  3° d'exercice de mandat de membre de la Chambre des Représentants ou du Sénat ou d'un Conseil de Communauté ou de Région;
  4° pour absence injustifiée.
TITEL XI. - DISPONIBILITEIT.
TITRE XI. - DE LA DISPONIBILITE.
Art.59. * Een in artikel 1,1° bedoelde personeelslid kan, onder de door de Gedelegeerd Bestuurder voorgestelde voorwaarden en na beslissing van het Paritair Comité, zonder opzegging in disponibiliteit worden gesteld :
  1° wegens ziekte of gebrekkigheid waaruit geen definitieve dienstongeschiktheid ontstaat, maar die aanleiding geeft tot langere afwezigheid dan voor verlof wegens ziekte of gebrekkigheid;
  2° wegens persoonlijke aangelegenheden;
  3° wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst zoals bedoeld in art. 63;
  4° wegens conventionele disponibiliteit.
  De beslissing om een in artikel 1,1° bedoeld personeelslid in disponibiliteit te stellen, wordt genomen door de Gedelegeerd Bestuurder. Deze brengt zijn beslissing bij aangetekend schrijven ter kennis van de betrokkene.
  De betrokkene beschikt over een termijn van 10 werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het aangetekend schrijven bedoeld in het tweede lid, om bij aangetekend schrijven een beroep tegen de beslissing vermeld in het tweede lid, in te stellen.
Art.59. * Aux conditions proposées par l'Administrateur délégué et sur décision de la Commission paritaire, l'agent visé à l'article 1er,1° peut être placé sans préavis, en position de disponibilité :
  1° pour maladie ou infirmité n'entraînant pas l'inaptitude définitive au service, mais qui provoque des absences dont la durée excède celle des congés pour maladie ou infirmité;
  2° pour convenance personnelle;
  3° pour retrait d'emploi dans l'intérêt du service, tel que visé à l'article 63;
  4° pour disponibilité conventionnelle.
  La décision de placer un agent visé à l'article 1er,1° en disponibilité est prise par l'Administrateur délégué. Ce dernier porte sa décision à la connaissance de l'intéressé par lettre recommandée.
  L'intéressé dispose d'un délai de 10 jours ouvrables, à partir de la réception de la lettre visée à l'alinéa 2, pour introduire un recours, par lettre recommandée, à l'encontre de la décision mentionnée à l'alinéa 2.
Art.60. * Niemand kan in disponibiliteit gesteld of gehouden worden wanneer hij aan de vereisten voldoet om een rustpensioen te krijgen.
Art.60. * Nul ne peut être mis ou maintenu en disponibilité s'il se trouve dans les conditions requises pour obtenir une pension de retraite.
Art.61. * Een wachtgeld van een door de Gedelegeerd Bestuurder voorgesteld bedrag en na beslissing van het Paritair Comité kan worden verleend aan de in artikel 1,1° bedoelde personeelsleden die overeenkomstig artikel 59 in disponibiliteit worden gesteld.
  Het wachtgeld en de vergoedingen, die eventueel worden toegekend aan de personeelsleden in disponibiliteit, zijn onderworpen aan de mobiliteitsregeling welke geldt voor de bezoldiging van personeelsleden in actieve dienst.
Art.61. * Un traitement d'attente, dont le montant est proposé par l'Administrateur délégué et sur décision de la Commission paritaire, peut être alloué aux agents visés à l'article 1,1° mis en disponibilité par application de l'article 59.
  Le traitement d'attente et les indemnités, qui sont éventuellement alloués aux agents en disponibilité, sont soumis au régime de mobilité applicable la rémunération des membres du personnel en service actif.
Art.62. * De personeelsleden, die overeenkomstig artikel 59, 1° en 3° in disponibiliteit worden gesteld, blijven ter beschikking van B.I.A.C. en kunnen, indien zij de vereiste beroeps- en lichamelijke geschiktheid bezitten, in actieve dienst worden teruggeroepen onder de voorwaarden voorgesteld door de Gedelegeerd Bestuurder en na beslissing van het Paritair Comité.
  Zij moeten binnen de door de Gedelegeerd Bestuurder bepaalde tijd de hun toegewezen functie bekleden.
Art.62. * Les agents, mis en disponibilité conformément à l'article 59, 1° et 3°, restent à la disposition de B.I.A.C. et peuvent, s'ils possèdent les aptitudes physiques et professionnelles requises, être rappelés en activité de service aux conditions proposées par l'Administrateur délégué et sur décision de la Commission paritaire.
  Ils sont tenus d'occuper l'emploi qui leur est assigné pendant la durée déterminée par l'Administrateur délégué.
Art.63. * Onder de door de Gedelegeerd Bestuurder bepaalde voorwaarden en na beslissing van het Paritair Comité kan het in artikel 1,1° bedoelde personeelslid in disponibiliteit worden gesteld met ambtsontheffing in het belang van de dienst. Deze procedure is echter enkel van toepassing onder voorbehoud van de hervormingsmaatregelen omschreven in Titel XII.
  Voorafgaandelijk aan deze procedure moet de personeelsdirectie evenwel een conversietabel uitwerken die een geheel van reaffectatiemogelijkheden binnen het bedrijf bevat die toegankelijk zijn voor het personeelslid, dat de afgeschafte functie bekleedde, en die met zijn lichamelijke en intellectuele geschiktheid verenigbaar zijn.
  De reaffectatie in één van de functies die deel uitmaken van de tabel gebeurt in akkoord met de betrokkene.
  De in disponibiliteit stelling kan enkel worden uitgesproken indien na drie maanden proefperiode, of zes maanden indien de functie door een specifieke vorming werd voorafgegaan, het Directiecomité het ongunstig verslag van het betrokken lid van het Directiecomité goedkeurt.
Art.63. * Aux conditions déterminées par la Commission paritaire sur proposition de l'Administrateur délégué l'agent visé à l'article 1er,1° peut être mis en disponibilité par retrait d'emploi dans l'intérêt du service. Cette procédure n'est d'application que sous la réserve des mesures définies au titre XII.
  Toutefois, cette procédure doit être précédée par l'élaboration par la direction du personnel d'une matrice de conversion comportant l'ensemble des possibilités de réaffectation au sein de la société accessibles à l'agent occupant l'emploi supprimé et compatibles avec ses aptitudes physiques et intellectuelles.
  En accord avec l'intéressé, la réaffectation a lieu dans l'une des fonctions faisant partie de la matrice.
  La mise en disponibilité ne peut être prononcée que si après trois mois d'essai, ou 6 mois si l'entrée en fonction a été précédée par une formation spécifique l'agent entendu, le Comité de Direction approuve un rapport défavorable du membre du Comité de Direction concerné.
TITEL XII. - DOELTREFFEND INZETTEN VAN HET PERSONEEL DETACHERING.
TITRE XII. - DE L'UTILISATION EFFICACE DU PERSONNEL DU DETACHEMENT.
Art.64. De detachering is de tijdelijke verplaatsing voor een maximale duur van één jaar van een personeelslid naar een andere administratieve standplaats of afdeling. De betrokkene blijft titularis van zijn betrekking waarin hij tijdens zijn afwezigheid, voorlopig kan worden vervangen.
  De detachering wordt aangewend :
  1° om onmiddellijk in een vervanging te voorzien wanneer een functie niet wordt waargenomen;
  2° om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften tegemoet te komen in geval van uitzonderlijke toename van werk;
  3° in geval van wedertewerkstelling van een personeelslid, dat na tussenkomst van de medische dienst aangeduid door het bevoegde orgaan, omwille van gezondheidsredenen van tijdelijke aard ongeschikt wordt bevonden om zijn functies in zijn administratieve standplaats of afdeling uit te oefenen, maar in aanmerking komt om in een andere administratieve standplaats of afdeling te worden tewerkgesteld in functies die verenigbaar zijn met zijn gezondheidstoestand.
  4° omwille van sociale of familiale redenen, voor zover het belang van de dienst dat toelaat.
  Over de detachering wordt beslist :
  1° door de verantwoordelijke van de dienst waaraan hij verbonden is of zijn gemachtigde indien de detachering binnen dezelfde dienst plaats heeft;
  2° door de Gedelegeerd Bestuurder of zijn gemachtigde, op advies van de verantwoordelijken van de betrokken diensten of afdelingen, ingeval van detachering van één dienst of afdeling naar een andere;
  3° door de benoemende overheid indien de detachering berust op een tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid.
Art.64. Le détachement désigne le déplacement temporaire pour une durée maximale d'un an d'un membre du personnel vers une autre position administrative ou une autre section que celle qu'il occupe. Le membre concerné demeure titulaire du poste dans lequel il peut être temporairement remplacé durant son absence.
  Le détachement est utilisé :
  1° pour pourvoir immédiatement à un remplacement lorsqu'une fonction n'est plus assurée;
  2° pour satisfaire des besoins en personnel exceptionnels et temporaires en cas de surcroît exceptionnel de travail;
  3° en cas de remise au travail d'un membre du personnel qui, après intervention du service médical désigné par l'organe compétent, est jugé, pour des raisons de santé, temporairement inapte à exercer ses fonctions dans sa position administrative ou sa section, mais qui, néanmoins, entre en ligne de compte pour exercer des fonctions compatibles avec son état de santé dans une autre position administrative ou section;
  4° pour des raisons sociales ou familiales, pour autant que l'intérêt du service ne s'y oppose pas.
  La décision de détachement appartient :
  1° au responsable du service auquel est rattaché le membre du personnel concerné ou à son délégué si le détachement a lieu au sein du même service;
  2° à l'Administrateur délégué ou à son fondé de pouvoir, sur avis des responsables des services ou des sections concernés, si le détachement a lieu d'un service vers un autre ou d'une section vers une autre;
  3° à l'autorité investie du pouvoir de nomination, si le détachement repose sur une inaptitude physique temporaire.
OVERPLAATSING.
DE LA MUTATION.
Art.65. De overplaatsing is de definitieve verplaatsing van een personeelslid.
  Over de overplaatsing wordt beslist :
  1° door de verantwoordelijke van de dienst waaraan het betrokken personeelslid verbonden is of zijn gemachtigde indien de overplaatsing binnen dezelfde dienst plaats heeft;
  2° door de Gedelegeerd Bestuurder of zijn gemachtigde, op advies van de verantwoordelijken van de betrokken diensten of afdelingen, ingeval van overplaatsing van één dienst of afdeling naar een andere;
  3° door de benoemende overheid indien de overplaatsing berust op een definitieve lichamelijke ongeschiktheid.
  De overplaatsing gebeurt met inachtneming van de functiebeschrijving en het gewenste profiel van de kandidaat.
Art.65. La mutation est le déplacement définitif d'un membre du personnel.
  La décision de mutation appartient :
  1° au responsable du service auquel est rattaché le membre du personnel concerné ou à son délégué si la mutation a lieu au sein du même service;
  2° à l'Administrateur délégué ou à son fondé de pouvoir, sur avis des responsables des services ou des sections concernés, si la mutation a lieu d'un service vers un autre ou d'une section vers une autre;
  3° à l'autorité investie du pouvoir de nomination, si la mutation repose sur une inaptitude physique définitive.
  La mutation s'effectue en tenant compte de la définition de la fonction et du profil souhaité du candidat.
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN OMTRENT DETACHERING EN OVERPLAATSING.
DISPOSITIONS COMMUNES AUX DETACHEMENTS ET AUX MUTATIONS.
Art.66. Het Paritair Comité krijgt volledige informatie over de jaarlijkse personeelsbehoeften en bespreekt ze vanaf de eerste vergadering van het jaar.
  Telkens deze noden in de loop van het jaar gewijzigd worden, wordt deze informatie op de eerstvolgende vergadering van het Paritair Comité voorgelegd.
Art.66. Les besoins prévisibles de l'année en matière de personnel font l'objet d'une information complète de la Commission paritaire laquelle en débat dès la première réunion de l'année.
  Chaque fois qu'une modification de ces besoins apparaît en cours d'année, l'information est présentée à la première réunion de la Commission paritaire.
Art.67. Wanneer meerdere personeelsleden zich kandidaat stellen voor één zelfde overplaatsings- of detacheringoperatie, wordt de keuze gemaakt volgens de volgende criteria en volgorde :
  - anciënniteit;
  - beoordeling.
  - lichamelijke en intellectuele geschiktheden;
Art.67. Lorsque plusieurs candidats se présentent à une même opération de mutation ou de détachement le choix s'effectuera selon les critères suivants dans l'ordre de priorité :
  - l'ancienneté;
  - l'évaluation.
  - les aptitudes physiques et intellectuelles;
Art.68. Overplaatsing en detachering zijn beheersmaatregelen die bestemd zijn om het personeel optimaal in te zetten. Bijgevolg mogen zij nooit gebruikt worden als verdoken bevordering;
Art.68. Détachement et mutation sont des mesures de gestion destinées à optimiser l'utilisation du personnel. Par conséquent elles ne peuvent en aucun cas contribuer à masquer une promotion;
REAFFECTATIE.
DE LA REAFFECTATION.
Art.69. * Een personeelslid dat een afgeschafte betrekking bekleedt, wordt in reaffectatie gesteld.
  Het intrekken van een bevordering of de opheffing van een functie verplicht het bedrijf om voor het betrokken personeelslid een met zijn lichamelijke en intellectuele capaciteiten overeenstemmende functie te vinden, en dit onverminderd zijn verworven rechten.
  De personeelsdirectie werkt voor elke afgeschafte betrekking een conversietabel uit die alle vacante functies bevat waartoe de houder van de afgeschafte betrekking omwille van zijn bekwaamheden en lichamelijke geschiktheden toegang zou kunnen hebben. Deze tabel wordt aan het Paritair Comité voorgelegd.
  Indien een dergelijke betrekking niet bestaat, stelt de personeelsdirectie aan het betrokken personeelslid voor te kiezen uit minimaal 2 en maximaal drie vacante functies binnen het bedrijf waarvoor een specifieke opleiding kan worden verzekerd. Indien het gereaffecteerde personeelslid premies genoot in zijn vorige functie, en deze niet meer gerechtvaardigd zijn in zijn nieuwe functie, worden zij binnen de 36 maanden geleidelijk verminderd.
  Het gereaffecteerde personeelslid bekleedt zijn nieuwe functies bij wijze van proef gedurende 3 maanden indien hij deze kan uitoefenen zonder specifieke opleiding of indien hij op eigen aanvraag werd aangesteld, en gedurende 6 maanden indien de reaffectatie ambtshalve of na een specifieke opleiding heeft plaats gehad. De beoordeling van deze proefperiode gebeurt volgens een gelijkaardige procedure als die voorzien voor de beoordeling, bedoeld in titel VIII. Indien blijkt dat de proefperiode geen voldoening schonk, wordt het personeelslid in disponibiliteit gesteld met ambtsontheffing in het belang van de dienst.
  Het personeelslid dat een vorm van reaffectatie conform alinea 2 van dit artikel met of zonder opleiding weigert, wordt geacht demissionair te zijn uit hoofde van de weigering.
Art.69. * Un membre du personnel occupant un emploi supprimé est mis en situation de réaffectation.
  Un retrait de promotion ou la suppression d'un emploi implique l'obligation pour la société de retrouver à l'agent concerné un emploi compatible avec ses qualifications et aptitudes physiques, le tout sans préjudice de ses droits acquis.
  La direction du personnel crée pour chaque emploi supprimé une matrice de conversion présentant tous les emplois vacants auxquels le titulaire de l'emploi supprimé pourrait avoir accès en raison de ses qualifications et aptitudes physiques.
  Cette matrice est soumise à la Commission paritaire. Si un tel emploi n'existe pas, la direction du personnel propose à l'agent concerné un choix portant sur un minimum de deux et un maximum de trois emplois vacants au sein de l'entreprise pour lesquels une formation spécifique peut être assurée Lorsque l'agent réaffecté bénéficiait des primes dans sa fonction précédente et que celles-ci ne sont plus justifiées dans la nouvelle fonction, elles font l'objet d'une réduction progressive en 36 mois.
  L'employé en réaffectation exerce ses nouvelles fonctions à titre d'essai pendant 3 mois s'il est en mesure de l'occuper sans formation spécifique ou s'il y a été affecté à sa demande, et pendant 6 mois si la réaffectation a eu lieu l'office ou après formation spécifique. L'appréciation de cet essai se fait selon une procédure analogue à celle de l'évaluation telle que prévue au titre VIII, s'il s'avère que la période d'essai n'a pas été satisfaisante, l'employé est mis en disponibilité par retrait d'emploi dans l'intérêt du service.
  L'employé qui refuse toute forme de réaffectation conformément à l'alinéa 2 de cet article avec ou sans formation est réputé démissionnaire du fait du refus.
TITEL XIII. - DEFINITIEVE NEERLEGGING VAN DE FUNCTIE.
TITRE XIII. - DE LA CESSATION DEFINITIVE DES FONCTIONS.
Art.70. Worden ambtshalve en zonder opzegging ontslagen :
  1° de personeelsleden die zonder geldige redenen meer dan tien werkdagen onwettig afwezig zijn;
  2° de personeelsleden die zich in één van de gevallen bevinden waarin de toepassing van de burgerlijke wetten en van strafwetten de neerlegging van de functie tot gevolg heeft;
Art.70. Sont révoqués d'office et sans préavis :
  1° les membres du personnel qui se sont absentés pendant plus de dix jours ouvrables sans motif légitime;
  2° les membres du personnel qui se trouvent dans un cas où l'application des lois civiles ou pénales entraîne la cessation des fonctions.
Art.71. Tot definitieve neerlegging van de functie geven aanleiding :
  1° vrijwillig ontslag; in dat geval mag het personeelslid slechts na machtiging en na een opzeggingstermijn van minstens 21 werkdagen zijn dienst verlaten, behoudens goedkeuring van de partijen;
  2° de pensionering wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
  3° ontslag bij tuchtmaatregel en afzetting;
  4° de toekenning van twee opeenvolgende evaluaties van graad 1;
Art.71. Entraînent le retrait définitif d'emploi :
  1° la démission volontaire; dans ce cas, le fonctionnaire peut quitter ses fonctions moyennant une autorisation et un délai de préavis d'au moins 21 jours ouvrables sauf accord des parties;
  2° le départ en retraite à l'âge de la pension légale;
  3° la démission d'office par mesure disciplinaire et la révocation;
  4° l'octroi de deux évaluations de degré 1 successives;
TITEL XIV. - PROCEDURE IN BEROEP.
TITRE XIV. - DE LA PROCEDURE DE RECOURS.
Art.72. In alle gevallen waarvoor dit statuut een procedure in beroep voorziet, wordt een beroep van aanvullende consultatieve aard ingericht, waarvan de principes hieronder beschreven worden.
Art.72. Dans tous les cas où le présent statut prévoit une procédure de recours, un recours de nature consultative supplémentaire est institué dont des principes sont décrits ci-après.
Art.73. Een Raad van Beroep met adviserende bevoegdheid wordt binnen het bedrijf opgericht. Zijn bevoegdheid betreft alle handelingen die door de Gedelegeerd Bestuurder dienen genomen te worden na uitputting van de interne beroepen voorzien in dit statuut en vóór de eindbeslissing van de Gedelegeerd Bestuurder.
Art.73. Une chambre de recours avec compétence d'avis est créée au sein de la société. Sa compétence porte sur tous les actes à prendre par l'administrateur délégué après épuisement des recours internes prévus par le présent statut et avant décision finale de celui-ci.
Art.74. De leden van de Raad van Beroep worden aangeduid :
  - voor de helft door de Representatieve Vakbondsorganisaties a rato van één vertegenwoordiger per vakbondsorganisatie;
  - voor de andere helft door de Gedelegeerd Bestuurder waaronder het lid van het Directiecomité belast met de Human Resources dat ambtshalve zetelt.
  Hij wordt voorgezeten door het hoofd van de juridische dienst van het bedrijf dat geen beraadslagingstem heeft.
  De procedure verloopt in de taal van het betrokken personeelslid.
  Het secretariaat wordt door de personeelsdirectie waargenomen.
Art.74. Les membres de la Chambre de Recours sont désignés :
  - pour moitié par des organisations syndicales représentatives à raison d'un représentant par organisation syndicale;
  - pour l'autre moitié par l'Administrateur délégué, le membre du Comité de Direction en charge des ressources humaines siégeant d'office.
  Elle est présidée par le chef du service juridique de la société qui n'a pas voix délibérative.
  La procédure se déroule dans la langue du membre du personnel concerné.
  Le secrétariat en est assuré par la direction du personnel.
Art.75. Hij onderzoekt de behandeling van de dossiers van de personeelsleden die een beroep indienen zowel betreffende de inhoud als de vorm.
  Hiervoor kan hij via de voorzitter het advies inwinnen van externe deskundigen indien hij dit nodig acht of op verzoek van de eiser.
Art.75. Elle a pour objet d'examiner le traitement des dossiers des agents ayant introduit un recours tant quant au fonds qu'à la forme.
  Pour ce faire elle peut par l'intermédiaire de son président recourir à l'avis d'experts externes si elle le juge utile ou à la demande du requérant.
Art.76. Het voorleggen van de klacht aan de Raad van Beroep wordt door het betrokken personeelslid gedaan, dat zich mag laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze.
Art.76. La présentation de la plainte devant le chambre de recours est faite par l'agent concerné qui peut se faire assister par le conseil de son choix.
Art.77. De beraadslaging van de Raad van Beroep wordt vastgelegd in een verslag dat met absolute meerderheid der stemmen wordt goedgekeurd, ter kennis gebracht wordt van de eiser en gevoegd wordt bij het einddossier dat wordt overgemaakt aan de Gedelegeerd Bestuurder, die motiveert welk gevolg hij aan het verslag geeft.
  Wanneer een vakbondsafgevaardigde betrokken is in een beroepsprocedure neemt de Gedelegeerd Bestuurder zijn beslissing op eensluidend advies van de Raad als het genomen is met absolute meerderheid der stemmen.
  Bij staking van stemmen is de Gedelegeerd Bestuurder niet gebonden.
Art.77. La délibération de la chambre de recours donne lieu à un rapport adopté à la majorité absolue porté à la connaissance du requérant et joint au dossier final transmis à l'administrateur délégué qui motive la suite qu'il donne à ce rapport.
  Dans la mesure où un délégué syndical est concerné par une procédure de recours, l'Administrateur délégué prend sa décision sur avis conforme de la chambre statuant à la majorité absolue.
  En cas de parité des voix l'administrateur délégué n'est pas lié.
Art.78. * De procedureregels van deze Raad van Beroep worden overeenkomstig dit statuut door de Gedelegeerd Bestuurder bepaald, mits goedkeuring van het Paritair Comité.
Art.78. * Les règles de procédures de cette chambre de recours sont déterminées conformément au présent statut par l'administrateur délégué moyennant accord de la Commission paritaire.
TITEL XV. - SLOTBEPALINGEN.
TITRE XV. - DISPOSITIONS FINALES.
Art.79. De bijlagen bij dit statuut worden goedgekeurd en gewijzigd volgens dezelfde regels als deze die gelden voor het goedkeuren en wijzigen van dit statuut.
Art.79. Les annexes au présent Statut sont adoptées et modifiées selon les mêmes règles que celles prévues pour l'adoption et la modification du présent Statut.
Art.80. Dit statuut treedt in werking op 1 februari 2002.
Art.80. Le présent statut entre en vigueur le 1er février 2002.
BIJLAGE*.
ANNEXE*
Art. N. 1. Tekst van het koninklijk besluit van 08/11/1998.
  2. De geldelijke voordelen en de voordelen in natura worden behouden. De organisatiebepalingen die eraan verbonden zijn kunnen evenwel worden gewijzigd naargelang de noden van het bedrijf.
  3. De aan de uitoefening van de functie verbonden toelagen en vergoedingen kunnen herschikt worden zonder dat bij een identieke toestand de door een personeelslid ontvangen globale geldelijke voordelen mogen gewijzigd worden.
  4. Wanneer de in het Paritair Comité van het bedrijf gesloten akkoorden een bepaling van het bovenbedoelde koninklijk besluit vervangen door een gunstigere bepaling, schorsen ze de toepassing van dit koninklijk besluit.
Art. N. 1. Texte de l'arrêté royal du 8/11/1998.
  2. Les avantages pécuniaires et en nature sont conservés. Toutefois, les dispositions d'organisation qui y sont liées peuvent être modifiées en fonction des besoins de la Société.
  3. Les allocations et indemnités liées à l'exercice de la fonction peuvent faire l'objet d'une réorganisation sans qu'à situation identique, les avantages pécuniaires globaux perçus par un agent soient modifiés.
  4. Lorsque les accords conclus dans la Commission paritaire de la société remplacent une disposition de l'arrêté royal susvisé par une disposition plus favorable, ils suspendent l'application de cet arrêté royal.