Artikel 1. Dit geldelijk statuut is van toepassing op alle in artikel 1, eerste lid van het personeelsstatuut bedoelde personeelsleden.
Titel II is van toepassing, zonder afbreuk te doen aan de verworven rechten, onder de in artikel 6 bedoelde voorwaarden.
De door een asterisk gekenmerkte bepalingen worden geïntegreerd in het door artikel 1, 2° van het personeelsstatuut voorziene protocol.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
27 MEI 2004. - Geldelijk Statuut van het personeel N.V. van Publiek Recht Brussels International Airport Company (B.I.A.C.)
Titre
27 MAI 2004. - Statut pécuniaire du personnel S.A. de Droit public Brussels International Airport Company (B.I.A.C.)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Tekst (13)
Texte (13)
TITEL I. - TOEPASSING.
TITRE Ier. - CHAMP D'APPLICATION.
Article 1. Le présent Statut pécuniaire s'applique aux agents visés par l'article 1er, alinéa 1er du Statut du personnel.
Le Titre II s'applique sans préjudice des droits acquis dans les conditions prévues par l'article 6.
Les dispositions marquées d'un astérisque sont intégrées au protocole prévu par l'article 1er, 2° du statut du personnel.
Le Titre II s'applique sans préjudice des droits acquis dans les conditions prévues par l'article 6.
Les dispositions marquées d'un astérisque sont intégrées au protocole prévu par l'article 1er, 2° du statut du personnel.
TITEL II. - BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE PERSONEELSLEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, EERSTE LID VAN HET PERSONEELSSTATUUT.
TITRE II. - DISPOSITIONS APPLICABLES AUX MEMBRES DU PERSONNEL VISES PAR L'ARTICLE 1er, ALINEA 1er DU STATUT DU PERSONNEL.
Art.2. De bezoldiging van de in deze titel bedoelde personeelsleden van B.I.A.C. wordt berekend op basis van :
1° het koninklijk besluit van 22 juni 1989 houdende het geldelijk statuut van het personeel van de Regie der Luchtwegen;
2° het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot vaststelling van de weddeschaal van de graden van de Regie der Luchtwegen;
3° het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage voor sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt.
4° artikel 33 van het koninklijk besluit van 22 juni 1989 tot regeling van het vakantiegeld.
De bovenvermelde Koninklijke Besluiten en de in dit artikel bedoelde weddeschalen worden bij dit statuut gevoegd zoals zij gewijzigd werden door de binnen het Paritair Comité afgesloten akkoorden.
1° het koninklijk besluit van 22 juni 1989 houdende het geldelijk statuut van het personeel van de Regie der Luchtwegen;
2° het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot vaststelling van de weddeschaal van de graden van de Regie der Luchtwegen;
3° het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage voor sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt.
4° artikel 33 van het koninklijk besluit van 22 juni 1989 tot regeling van het vakantiegeld.
De bovenvermelde Koninklijke Besluiten en de in dit artikel bedoelde weddeschalen worden bij dit statuut gevoegd zoals zij gewijzigd werden door de binnen het Paritair Comité afgesloten akkoorden.
Art.2. La rémunération des membres du personnel de B.I.A.C. visés dans le présent titre est calculée par référence :
1° à l'arrêté royal du 22 juin 1989 portant statut pécuniaire du personnel de la RVA;
2° à l'arrêté royal du 27 mars 1998 fixant l'échelle de traitement des grades de la RVA;
3° à l'arrêté royal du 23 octobre 1979 accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public.
4° à l'article 33 de l'arrêté royal du 22 juin 1989 déterminant le pécule de vacances.
Les arrêté royal susmentionnés et les échelles de traitement visées dans le présent article sont annexés au présent statut telles que les accords conclus au sein de la Commission paritaire les modifient.
1° à l'arrêté royal du 22 juin 1989 portant statut pécuniaire du personnel de la RVA;
2° à l'arrêté royal du 27 mars 1998 fixant l'échelle de traitement des grades de la RVA;
3° à l'arrêté royal du 23 octobre 1979 accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public.
4° à l'article 33 de l'arrêté royal du 22 juin 1989 déterminant le pécule de vacances.
Les arrêté royal susmentionnés et les échelles de traitement visées dans le présent article sont annexés au présent statut telles que les accords conclus au sein de la Commission paritaire les modifient.
Art.3. * De bedragen vervat in de in artikel 2 geviseerde teksten kunnen gewijzigd worden overeenkomstig de binnen het bedrijf vigerende mobiliteitsregelingen. Zij worden tevens aangepast in het kader van de sociale politiek van het bedrijf.
Art.3. * Les montants repris dans les textes repris dans l'article 2 peuvent être modifiés selon les règles de mobilité en vigueur au sein de la société. Ils sont également réajustés dans le cadre de la politique sociale de la société.
Art.4. Het vakantiegeld berekend op basis van artikel 33 van het koninklijk besluit van 22 juni 1989 en de eindejaarstoelage berekend op basis van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 worden op beslissing van het bedrijf vervangen door gelijkaardige toelagen met een gunstiger bedrag.
Art.4. Le pécule de vacances calculé selon l'article 33 de l'arrêté royal du 22 juin 1989 et l'allocation de fin d'année calculée selon l'arrêté royal du 23 octobre 1979 sont remplacées par des allocations de même nature d'un montant plus favorable sur décision de la société.
Art.5. Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 1 tot 4, kan de inwerkingtreding van de in artikel 3 van het personeelsstatuut voorziene gemeenschappelijke hiërarchie een geldelijke waarde geven aan de functies afwijkend van deze die voortvloeit uit artikel 2.
In dat geval wordt de bezoldiging van betrokkene aangepast aan de voordeligste situatie volgens de door het paritair comité vastgestelde modaliteiten.
In dat geval wordt de bezoldiging van betrokkene aangepast aan de voordeligste situatie volgens de door het paritair comité vastgestelde modaliteiten.
Art.5. Nonobstant, les dispositions des articles 1er à 4, la mise en oeuvre de la hiérarchie commune prévue à l'article 3 du statut du personnel peut donner à des fonctions une valeur monétaire qui déroge à celle résultant de l'article 2.
Dans ce cas, la rémunération de l'agent concerné est adaptée à la situation la plus favorable selon les modalités arrêtées en commission paritaire.
Dans ce cas, la rémunération de l'agent concerné est adaptée à la situation la plus favorable selon les modalités arrêtées en commission paritaire.
Art.6. De toepassing van dit statuut vormt geen belemmering voor :
1° de deelname van het personeel aan bijkomende voordelen in het kader van de salarispolitiek van het bedrijf;
2° de toepassing van artikel 7.
1° de deelname van het personeel aan bijkomende voordelen in het kader van de salarispolitiek van het bedrijf;
2° de toepassing van artikel 7.
Art.6. L'application du présent statut ne fait pas obstacle :
1° à la participation du personnel à des avantages complémentaires dans le cadre de la politique salariale de la société;
2° à l'application de l'article 7.
1° à la participation du personnel à des avantages complémentaires dans le cadre de la politique salariale de la société;
2° à l'application de l'article 7.
Art.7. * De toekenning van een beoordeling van de graden 4 en 5 aan een personeelslid leidt tot een beloning, bepaald op basis van feiten die aan de grondslag liggen van deze beoordeling en berekend volgens een jaarlijks vastgesteld barema.
Art.7. * L'octroi à un agent d'une évaluation des degrés 4 et 5 peut donner lieu à une récompense déterminée sur base des faits ayant donné lieu à cette évaluation et calculée selon un barème arrêté annuellement.
Art.8. Het geldelijk aspect van de krachtens artikel 42 van het personeelsstatuut toegekende bevorderingen wordt geregeld als volgt :
Het bezoldigingsverschil, berekend op een objectieve basis tussen de effectieve wedde en de vastgestelde waarde voor de functie die het voorwerp is van een bevordering, is het voorwerp van een in toepassing van het Personeelsreglement / Arbeidsreglement gesloten individuele overeenkomst. De in deze overeenkomst voorziene bezoldiging kan variëren in functie van de baremieke toestand van het betrokken personeelslid.
Een pensioen dat voortvloeit uit deze contractuele toeslag zal worden opgebouwd via een groepsverzekering, of volgens de binnen het bedrijf vigerende bepalingen en die voor het betrokken personeelslid verworven blijft, ongeacht zijn loopbaanevolutie.
Het bedrijf kan overeenkomstig het personeelsreglement deze overeenkomst beëindigen. In dit geval zal het betrokken personeelslid de verworven rechten blijven genieten inzake salaris, pensioen en vastheid van betrekking. De voordelen verworven in het kader van de in het vorig lid bedoelde groepsverzekering blijft hij genieten.
Dit reglement wordt opgesteld naar analogie met de bepalingen van de wet van 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten opgesteld.
De in acht te nemen opzeggingstermijnen en -vergoedingen worden berekend op basis van de volledige geldelijke loopbaan die aanneembaar is voor het betrokken personeelslid.
De individuele overeenkomst is niet onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, maar uitsluitend aan de bepalingen van het personeelsreglement in toepassing van het in uitvoering van de programmawet van 30 december 2001 genomen koninklijk besluit
Het bezoldigingsverschil, berekend op een objectieve basis tussen de effectieve wedde en de vastgestelde waarde voor de functie die het voorwerp is van een bevordering, is het voorwerp van een in toepassing van het Personeelsreglement / Arbeidsreglement gesloten individuele overeenkomst. De in deze overeenkomst voorziene bezoldiging kan variëren in functie van de baremieke toestand van het betrokken personeelslid.
Een pensioen dat voortvloeit uit deze contractuele toeslag zal worden opgebouwd via een groepsverzekering, of volgens de binnen het bedrijf vigerende bepalingen en die voor het betrokken personeelslid verworven blijft, ongeacht zijn loopbaanevolutie.
Het bedrijf kan overeenkomstig het personeelsreglement deze overeenkomst beëindigen. In dit geval zal het betrokken personeelslid de verworven rechten blijven genieten inzake salaris, pensioen en vastheid van betrekking. De voordelen verworven in het kader van de in het vorig lid bedoelde groepsverzekering blijft hij genieten.
Dit reglement wordt opgesteld naar analogie met de bepalingen van de wet van 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten opgesteld.
De in acht te nemen opzeggingstermijnen en -vergoedingen worden berekend op basis van de volledige geldelijke loopbaan die aanneembaar is voor het betrokken personeelslid.
De individuele overeenkomst is niet onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, maar uitsluitend aan de bepalingen van het personeelsreglement in toepassing van het in uitvoering van de programmawet van 30 december 2001 genomen koninklijk besluit
Art.8. L'aspect pécuniaire des promotions accordées selon l'article 42 du statut du personnel est réglé comme suit :
La différence de rémunération calculée sur base objective entre le traitement effectif et la valeur fixée pour la fonction faisant l'objet d'une promotion, fait l'objet d'un contrat individuel conclu en application du Règlement du Personnel. La rémunération prévue dans ce contrat peut varier en fonction de l'évaluation barémique de l'agent concerné.
Une pension résultant de ce supplément contractuel sera constituée via une assurance-groupe ou selon les modalités en vigueur au sein de la société et elle reste acquise à l'agent concerné quelle que soit l'évolution de sa carrière.
La société peut conformément au règlement du personnel mettre fin à ce contrat. Dans ce cas, l'agent concerné continuera à jouir des droits acquis en matière de rémunération, pension et sécurité d'emploi. Les bénéfices acquis dans le cadre de l'assurance groupe mentionnée à l'alinéa précédent lui reste acquis.
Ce règlement est établi par analogie aux dispositions de la loi de 1978 sur les contrats de travail.
Les délais et indemnités de préavis à prendre en compte se calculent sur base de la carrière pécuniaire complète admissible pour l'agent concerné.
version 9 - 19.03.2002 6 Le contrat individuel n'est pas soumis à la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail, mais exclusivement aux dispositions du règlement du personnel en application de l'A. R. pris en exécution de la loi-programme du 30 décembre 2001.
La différence de rémunération calculée sur base objective entre le traitement effectif et la valeur fixée pour la fonction faisant l'objet d'une promotion, fait l'objet d'un contrat individuel conclu en application du Règlement du Personnel. La rémunération prévue dans ce contrat peut varier en fonction de l'évaluation barémique de l'agent concerné.
Une pension résultant de ce supplément contractuel sera constituée via une assurance-groupe ou selon les modalités en vigueur au sein de la société et elle reste acquise à l'agent concerné quelle que soit l'évolution de sa carrière.
La société peut conformément au règlement du personnel mettre fin à ce contrat. Dans ce cas, l'agent concerné continuera à jouir des droits acquis en matière de rémunération, pension et sécurité d'emploi. Les bénéfices acquis dans le cadre de l'assurance groupe mentionnée à l'alinéa précédent lui reste acquis.
Ce règlement est établi par analogie aux dispositions de la loi de 1978 sur les contrats de travail.
Les délais et indemnités de préavis à prendre en compte se calculent sur base de la carrière pécuniaire complète admissible pour l'agent concerné.
version 9 - 19.03.2002 6 Le contrat individuel n'est pas soumis à la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail, mais exclusivement aux dispositions du règlement du personnel en application de l'A. R. pris en exécution de la loi-programme du 30 décembre 2001.
Art.9. Het bedrijf kan zijn salarispolitiek uitwerken, beslist onder de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst.
Art.9. La société peut mettre sa politique salariale en oeuvre décidée sous la forme de convention collective de travail.
TITEL III. - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.
TITRE III. - DISPOSITIONS TRANSITOIRES ET FINALES.
Art. 10. Dit statuut treedt in werking op 1 februari 2002.
Art. 10. Ce statut entre en vigueur le 1er février 2002.