Artikel 1. Bij dit besluit wordt Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai [1 [2 ,]2 Richtlijn 2004/996/EU van de Commissie van 13 mei 2015 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingsmethoden voor lawaai overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad]1 omgezet [2 en Richtlijn (EU) 2020/367 van de Commissie van 4 maart 2020 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2002/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.]2.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
13 MEI 2004. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-07-2004 en tekstbijwerking tot 17-01-2022)
Titre
13 MAI 2004. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'évaluation et à la gestion du bruit dans l'environnement. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 12-07-2004 et mise à jour au 17-01-2022)
Informations sur le document
Numac: 2004202283
Datum: 2004-05-13
Info du document
Numac: 2004202283
Date: 2004-05-13
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en toepassingsgeb...
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving.
HOOFDSTUK III. - Uitvoering en verantwoordelijk...
HOOFDSTUK IV. - Geluidsbelastingsindicatoren.
HOOFDSTUK V. - Evaluatiemethoden.
HOOFDSTUK VI. - Strategische geluidsbelastingka...
HOOFDSTUK VII. - Actieplannen.
HOOFDSTUK VIII. - Informatie van het publiek.
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
BIJLAGEN.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Objectifs et champ d'application.
CHAPITRE II. - Définitions.
CHAPITRE III. - Mise en oeuvre et responsabilités.
CHAPITRE IV. - Indicateurs de bruit.
CHAPITRE V. - Méthodes d'évaluation.
CHAPITRE VI. - Cartographie stratégique du bruit.
CHAPITRE VII. - Plans d'action.
CHAPITRE VIII. - Information du public.
CHAPITRE IX. - Dispositions finales.
ANNEXES.
Tekst (33)
Texte (33)
HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en toepassingsgebied.
CHAPITRE Ier. - Objectifs et champ d'application.
Article 1. Le présent arrêté transpose la directive 2002/49/CE du Parlement européen et du Conseil du 25 juin 2002 relative à l'évaluation et à la gestion du bruit dans l'environnement [1 [2 ,]2 la directive 2015/996/UE de la Commission du 19 mai 2015 établissant des méthodes communes d'évaluation du bruit conformément à la directive 2002/49/CE du Parlement européen et du Conseil]1 [2 et la Directive 2020/367 de la Commission du 4 mars 2020 modifiant l'annexe III de la Directive 2002/29/CE du Parlement européen et du Conseil du 25 juin 2002 relative à l'évaluation et à la gestion du bruit dans l'environnement]2.
Art.2. Dit besluit beoogt de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai om op basis van prioriteiten de schadelijke gevolgen, hinder inbegrepen, van blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, te voorkomen of te verminderen. Daartoe worden de volgende maatregelen genomen :
a) vaststelling van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten volgens evaluatiemethoden die voor de lid-Staten gemeenschappelijk zijn en die op Europees niveau geharmoniseerd zijn;
b) voorlichting van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan;
c) aanneming van actieplannen door de lid-Staten op basis van de resultaten van de geluidsbelastingkaarten, teneinde omgevingslawaai zo nodig te voorkomen en te beperken, in het bijzonder daar waar hoge blootstellingsniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens, en om de milieukwaliteit uit het oogpunt van omgevingslawaai te handhaven waar zij goed is.
a) vaststelling van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten volgens evaluatiemethoden die voor de lid-Staten gemeenschappelijk zijn en die op Europees niveau geharmoniseerd zijn;
b) voorlichting van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan;
c) aanneming van actieplannen door de lid-Staten op basis van de resultaten van de geluidsbelastingkaarten, teneinde omgevingslawaai zo nodig te voorkomen en te beperken, in het bijzonder daar waar hoge blootstellingsniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens, en om de milieukwaliteit uit het oogpunt van omgevingslawaai te handhaven waar zij goed is.
Art.2. Le présent arrêté a pour objectif l'évaluation et la gestion du bruit dans l'environnement. Il vise à éviter, prévenir ou réduire en priorité les effets nuisibles, y compris la gêne, de l'exposition au bruit dans l'environnement. A cette fin, les actions suivantes sont mises en oeuvre progressivement :
1° la détermination de l'exposition au bruit dans l'environnement grâce à la cartographie du bruit, selon des méthodes d'évaluation communes harmonisées au niveau européen;
2° l'information du public en ce qui concerne le bruit dans l'environnement et ses effets;
3° l'adoption de plans d'action fondés sur les résultats de la cartographie du bruit afin de prévenir et de réduire, si cela est nécessaire, le bruit dans l'environnement, notamment lorsque les niveaux d'exposition peuvent entraîner des effets nuisibles pour la santé humaine, et de préserver la qualité de l'environnement sonore lorsqu'elle est satisfaisante.
1° la détermination de l'exposition au bruit dans l'environnement grâce à la cartographie du bruit, selon des méthodes d'évaluation communes harmonisées au niveau européen;
2° l'information du public en ce qui concerne le bruit dans l'environnement et ses effets;
3° l'adoption de plans d'action fondés sur les résultats de la cartographie du bruit afin de prévenir et de réduire, si cela est nécessaire, le bruit dans l'environnement, notamment lorsque les niveaux d'exposition peuvent entraîner des effets nuisibles pour la santé humaine, et de préserver la qualité de l'environnement sonore lorsqu'elle est satisfaisante.
Art.3. Dit besluit is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen meer bepaald in bebouwde gebieden, in openbare parken en andere stille gebieden in agglomeraties, in stille gebieden op het platteland, nabij scholen, ziekenhuizen en andere voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden worden blootgesteld.
Dit besluit is niet van toepassing op lawaai dat door de eraan blootgestelde persoon zelf wordt veroorzaakt, lawaai van huishoudelijke activiteiten, door buren veroorzaakt lawaai, lawaai op de arbeidsplaats, lawaai binnen vervoermiddelen en lawaai door militaire activiteiten in militaire terreinen.
Dit besluit is niet van toepassing op lawaai dat door de eraan blootgestelde persoon zelf wordt veroorzaakt, lawaai van huishoudelijke activiteiten, door buren veroorzaakt lawaai, lawaai op de arbeidsplaats, lawaai binnen vervoermiddelen en lawaai door militaire activiteiten in militaire terreinen.
Art.3. Le présent arrêté s'applique au bruit dans l'environnement auquel sont exposés en particulier les êtres humains dans les espaces bâtis, les parcs publics ou d'autres lieux calmes d'une agglomération, les zones calmes en rase campagne, à proximité des écoles, aux abords des hôpitaux ainsi que d'autres bâtiments et zones sensibles au bruit.
Le présent arrêté ne s'applique pas au bruit produit par la personne exposée elle-même, au bruit résultant des activités domestiques, aux bruits de voisinage, au bruit perçu sur les lieux de travail ou à l'intérieur des moyens de transport, ni au bruit résultant d'activités militaires dans les zones militaires.
Le présent arrêté ne s'applique pas au bruit produit par la personne exposée elle-même, au bruit résultant des activités domestiques, aux bruits de voisinage, au bruit perçu sur les lieux de travail ou à l'intérieur des moyens de transport, ni au bruit résultant d'activités militaires dans les zones militaires.
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving.
CHAPITRE II. - Définitions.
Art.4. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° [1 omgevingslawaai : ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten als ingedeeld in bijlage 23 bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning]1;
2° schadelijke effecten : negatieve effecten op de gezondheid van de mens;
3° hinder : mate van geluidshinder voor de gemeenschap als bepaald met veldonderzoek;
4° geluidsbelastingsindicator : natuurkundige grootheid voor de beschrijving van het omgevingslawaai, die een verband met een schadelijk gevolg heeft;
5° bepaling : methode voor de berekening, voorspelling, raming of meting van de waarde van een geluidsbelastingsindicator of de daarmee verband houdende schadelijke gevolgen;
6° Lden (dag-avond-nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor de hinder tijdens de etmaalperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
7° Lday (dag-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de dagperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
8° Levening (avond-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de avondperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
9° Lnight (nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor slaapverstoringen, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
10° dosis/effectrelatie : relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect;
11° grenswaarde : waarde van Lden of Lnight, en waar passend Lday en Levening, als bepaald door de lid-Staat, bij overschrijding waarvan de bevoegde instanties beperkingsmaatregelen in overweging nemen of opleggen; de grenswaarden kunnen verschillend zijn voor verschillende typen lawaai (lawaai door weg-, spoorweg- of luchtverkeer, industrielawaai enz.), verschillende omgevingen en verschillende gevoeligheden van bevolkingsgroepen voor lawaai; zij kunnen ook verschillend zijn voor bestaande en nieuwe situaties (bij verandering van de situatie wat de geluidsbron of het omgevingsgebruik betreft);
12° agglomeratie : deel van het grondgebied van een lidstaat, als afgebakend door deze lidstaat, met een bevolking van meer dan 100 000 personen en een zodanige bevolkingsdichtheid dat de lid-Staat het als een stedelijk gebied beschouwt.
De relevante grenswaarden in de in dit besluit bedoelde agglomeraties worden door de Regering bepaald;
13° stil gebied in een agglomeratie : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, bijvoorbeeld een gebied dat niet is blootgesteld aan lawaai met een waarde van Lden of een andere passende geluidsbelastingsindicator die groter is dan een door de lid-Staat vastgelegde waarde.
De Regering bepaalt de lijst van de stille gebieden van een agglomeratie en de relevante grenswaarden in deze zones;
14° stil gebied op het platteland : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, dat niet blootstaat aan lawaai van verkeer, industrie of recreatie.
De Regering bepaalt de lijst van stille gebieden op het platteland;
15° belangrijke weg : regionale, nationale of internationale weg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen passeren.
De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke wegen;
16° belangrijke spoorweg : spoorweg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 30 000 treinen passeren;
De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke spoorwegen;
17° belangrijke luchthaven : burgerluchthaven, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden (zowel opstijgen en landen zijn bewegingen), met uitsluiting van oefenvluchten met lichte vliegtuigen.
Regering keurt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke luchthavens goed;
18° geluidsbelastingkaart : weergave van gegevens omtrent een bestaande of voorspelde geluidssituatie in termen van een geluidsbelastingsindicator, overschrijding van een geldende relevante grenswaarde, aantal blootgestelde of aantal woningen dat in een bepaald gebied blootgesteld is aan bepaalde waarden van een geluidsbelastingsindicator in een zone die de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat;
19° strategische geluidsbelastingkaart : een kaart bedoeld voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingssituatie in een gebied dat de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat of voor de algemene prognoses voor dat gebied;
20° actieplan : een plan bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering;
21° akoestische planning : beheersing van toekomstige geluidshinder door geplande maatregelen, zoals ruimtelijke ordening, ontwikkeling van verkeerssystemen, verkeersplanning, vermindering van geluidshinder door isolatiemaatregelen en lawaaibeheersing aan de bron;
22° publiek : één of meer natuurlijke of rechtspersonen, alsmede de verenigingen, organisaties of groeperingen die uit die personen samengesteld zijn;
[1 23° "gegevensarchief": een door het Europees Milieuagentschap beheerd informatiesysteem dat informatie en gegevens over omgevingslawaai bevat die beschikbaar zijn gesteld via nationale knooppunten voor gegevensrapportering en -uitwisseling.]1
1° [1 omgevingslawaai : ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten als ingedeeld in bijlage 23 bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning]1;
2° schadelijke effecten : negatieve effecten op de gezondheid van de mens;
3° hinder : mate van geluidshinder voor de gemeenschap als bepaald met veldonderzoek;
4° geluidsbelastingsindicator : natuurkundige grootheid voor de beschrijving van het omgevingslawaai, die een verband met een schadelijk gevolg heeft;
5° bepaling : methode voor de berekening, voorspelling, raming of meting van de waarde van een geluidsbelastingsindicator of de daarmee verband houdende schadelijke gevolgen;
6° Lden (dag-avond-nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor de hinder tijdens de etmaalperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
7° Lday (dag-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de dagperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
8° Levening (avond-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de avondperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
9° Lnight (nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor slaapverstoringen, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;
10° dosis/effectrelatie : relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect;
11° grenswaarde : waarde van Lden of Lnight, en waar passend Lday en Levening, als bepaald door de lid-Staat, bij overschrijding waarvan de bevoegde instanties beperkingsmaatregelen in overweging nemen of opleggen; de grenswaarden kunnen verschillend zijn voor verschillende typen lawaai (lawaai door weg-, spoorweg- of luchtverkeer, industrielawaai enz.), verschillende omgevingen en verschillende gevoeligheden van bevolkingsgroepen voor lawaai; zij kunnen ook verschillend zijn voor bestaande en nieuwe situaties (bij verandering van de situatie wat de geluidsbron of het omgevingsgebruik betreft);
12° agglomeratie : deel van het grondgebied van een lidstaat, als afgebakend door deze lidstaat, met een bevolking van meer dan 100 000 personen en een zodanige bevolkingsdichtheid dat de lid-Staat het als een stedelijk gebied beschouwt.
De relevante grenswaarden in de in dit besluit bedoelde agglomeraties worden door de Regering bepaald;
13° stil gebied in een agglomeratie : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, bijvoorbeeld een gebied dat niet is blootgesteld aan lawaai met een waarde van Lden of een andere passende geluidsbelastingsindicator die groter is dan een door de lid-Staat vastgelegde waarde.
De Regering bepaalt de lijst van de stille gebieden van een agglomeratie en de relevante grenswaarden in deze zones;
14° stil gebied op het platteland : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, dat niet blootstaat aan lawaai van verkeer, industrie of recreatie.
De Regering bepaalt de lijst van stille gebieden op het platteland;
15° belangrijke weg : regionale, nationale of internationale weg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen passeren.
De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke wegen;
16° belangrijke spoorweg : spoorweg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 30 000 treinen passeren;
De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke spoorwegen;
17° belangrijke luchthaven : burgerluchthaven, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden (zowel opstijgen en landen zijn bewegingen), met uitsluiting van oefenvluchten met lichte vliegtuigen.
Regering keurt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke luchthavens goed;
18° geluidsbelastingkaart : weergave van gegevens omtrent een bestaande of voorspelde geluidssituatie in termen van een geluidsbelastingsindicator, overschrijding van een geldende relevante grenswaarde, aantal blootgestelde of aantal woningen dat in een bepaald gebied blootgesteld is aan bepaalde waarden van een geluidsbelastingsindicator in een zone die de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat;
19° strategische geluidsbelastingkaart : een kaart bedoeld voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingssituatie in een gebied dat de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat of voor de algemene prognoses voor dat gebied;
20° actieplan : een plan bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering;
21° akoestische planning : beheersing van toekomstige geluidshinder door geplande maatregelen, zoals ruimtelijke ordening, ontwikkeling van verkeerssystemen, verkeersplanning, vermindering van geluidshinder door isolatiemaatregelen en lawaaibeheersing aan de bron;
22° publiek : één of meer natuurlijke of rechtspersonen, alsmede de verenigingen, organisaties of groeperingen die uit die personen samengesteld zijn;
[1 23° "gegevensarchief": een door het Europees Milieuagentschap beheerd informatiesysteem dat informatie en gegevens over omgevingslawaai bevat die beschikbaar zijn gesteld via nationale knooppunten voor gegevensrapportering en -uitwisseling.]1
Modifications
Art.4. Au sens du présent arrêté, on entend par :
1° [1 bruit dans l'environnement : le son extérieur non désiré ou nuisible résultant d'activités humaines, y compris le bruit émis par les moyens de transports, le trafic routier, ferroviaire ou aérien et provenant de sites d'activités industrielles tels que ceux qui sont répertoriés à l'annexe 23 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 relatif à la procédure et à diverses mesures d'exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement]1;
2° effets nuisibles : les effets néfastes pour la santé humaine;
3° gêne : le degré de nuisance généré par le bruit dans l'environnement, déterminé par des enquêtes sur le terrain;
4° indicateur de bruit : une grandeur physique décrivant le bruit dans l'environnement, qui est corrélé à un effet nuisible;
5° évaluation : toute méthode servant à calculer, prévoir, estimer ou mesurer la valeur d'un indicateur de bruit ou les effets nuisibles correspondants;
6° Lden (indicateur de bruit jour-soir-nuit) : l'indicateur de bruit associé globalement à la gêne, défini plus précisément à l'annexe Ire;
7° Lday (indicateur de bruit période diurne) : l'indicateur de bruit associé à la gêne pendant la période diurne, défini plus précisément à l'annexe Ire;
8° Levening (indicateur de bruit pour le soir) : l'indicateur de bruit associé à la gêne le soir, défini plus précisément à l'annexe Ire;
9° Lnight (indicateur de bruit période nocturne) : l'indicateur de bruit associé aux perturbations du sommeil, défini plus précisément à l'annexe Ire;
10° relation dose-effet : la relation existant entre la valeur d'un indicateur de bruit et un effet nuisible;
11° valeur limite : une valeur de Lden ou Lnight et, le cas échéant, de Lday et de Levening, dont le dépassement amène à envisager ou à faire appliquer des mesures de réduction du bruit. Elle peut varier en fonction du type de bruit, tel le bruit du trafic routier, ferroviaire, aérien ou industriel, de l'environnement, et de la sensibilité au bruit des populations. La valeur limite peut également différer pour les situations existantes et pour les situations nouvelles tel le changement de situation dû à un élément nouveau concernant la source de bruit ou l'utilisation de l'environnement;
12° agglomération : une partie du territoire de la Région wallonne au sein de laquelle la population est supérieure à 100 000 habitants et dont la densité de population est telle qu'il y a lieu de la considérer comme une zone urbaine.
Les valeurs limites pertinentes dans les agglomérations visées dans le présent arrêté sont arrêtées par le Gouvernement;
13° zone calme d'une agglomération : une zone qui, par exemple, n'est pas exposée à une valeur de Lden, ou d'un autre indicateur de bruit approprié, supérieure à une certaine valeur, quelle que soit la source de bruit considérée.
Le Gouvernement détermine la liste des zones calmes d'une agglomération et les valeurs limites pertinentes dans ces zones;
14° zone calme en rase campagne : une zone délimitée, qui n'est pas exposée au bruit de la circulation, au bruit industriel ou au bruit résultant d'activités de détente.
Le Gouvernement détermine la liste des zones calmes en rase campagne;
15° grand axe routier : une route régionale, nationale ou internationale sur laquelle sont enregistrés plus de 3 millions de passages de véhicules par an.
Le Gouvernement détermine les valeurs limites pertinentes pour les axes routiers visés par le présent arrêté;
16° grand axe ferroviaire : une voie de chemin de fer sur laquelle sont enregistrés plus de 30 000 passages de trains par an.
Le Gouvernement détermine les valeurs limites pertinentes pour les axes ferroviaires visés par le présent arrêté;
17° grand aéroport : un aéroport civil qui enregistre plus de 50 000 mouvements par an, à l'exception des mouvements effectués exclusivement à des fins d'entraînement sur des avions légers. Le terme mouvement recouvre soit le décollage soit l'atterrissage.
Le Gouvernement approuve les valeurs limites pertinentes pour les grands aéroports visés dans le présent arrêté;
18° cartographie du bruit : la représentation de données décrivant une situation sonore existante ou prévue en fonction d'un indicateur de bruit, indiquant les dépassements de valeurs limites pertinentes en vigueur, le nombre de personnes touchées ou le nombre d'habitations exposées à certaines valeurs d'un indicateur de bruit dans une zone subissant l'influence sonore d'un ou plusieurs types de bruits visés au 0 du présent article;
19° carte de bruit stratégique : une carte conçue pour permettre l'évaluation globale de l'exposition au bruit dans une zone subissant l'influence sonore d'un ou plusieurs types de bruits visés au 0 du présent article ou pour établir des prévisions générales pour cette zone;
20° plan d'action : un plan visant à gérer les problèmes de bruit et les effets du bruit, y compris, si nécessaire, la réduction du bruit;
21° planification acoustique : la lutte contre le bruit futur au moyen de mesures planifiées, telles que l'aménagement du territoire, l'ingénierie des systèmes de gestion du trafic, la planification de la circulation, la réduction du bruit par des mesures d'isolation acoustique et la lutte contre le bruit à la source;
22° public : une ou plusieurs personnes physiques ou morales, ainsi que les associations, organisations ou groupes constitués par ces personnes;
[1 23° référentiel de données : un système d'information, géré par l'Agence européenne pour l'environnement, qui contient des informations et des données sur le bruit dans l'environnement mises à disposition au moyen de la communication des données nationales et des noeuds d'échange.]1
1° [1 bruit dans l'environnement : le son extérieur non désiré ou nuisible résultant d'activités humaines, y compris le bruit émis par les moyens de transports, le trafic routier, ferroviaire ou aérien et provenant de sites d'activités industrielles tels que ceux qui sont répertoriés à l'annexe 23 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 relatif à la procédure et à diverses mesures d'exécution du décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement]1;
2° effets nuisibles : les effets néfastes pour la santé humaine;
3° gêne : le degré de nuisance généré par le bruit dans l'environnement, déterminé par des enquêtes sur le terrain;
4° indicateur de bruit : une grandeur physique décrivant le bruit dans l'environnement, qui est corrélé à un effet nuisible;
5° évaluation : toute méthode servant à calculer, prévoir, estimer ou mesurer la valeur d'un indicateur de bruit ou les effets nuisibles correspondants;
6° Lden (indicateur de bruit jour-soir-nuit) : l'indicateur de bruit associé globalement à la gêne, défini plus précisément à l'annexe Ire;
7° Lday (indicateur de bruit période diurne) : l'indicateur de bruit associé à la gêne pendant la période diurne, défini plus précisément à l'annexe Ire;
8° Levening (indicateur de bruit pour le soir) : l'indicateur de bruit associé à la gêne le soir, défini plus précisément à l'annexe Ire;
9° Lnight (indicateur de bruit période nocturne) : l'indicateur de bruit associé aux perturbations du sommeil, défini plus précisément à l'annexe Ire;
10° relation dose-effet : la relation existant entre la valeur d'un indicateur de bruit et un effet nuisible;
11° valeur limite : une valeur de Lden ou Lnight et, le cas échéant, de Lday et de Levening, dont le dépassement amène à envisager ou à faire appliquer des mesures de réduction du bruit. Elle peut varier en fonction du type de bruit, tel le bruit du trafic routier, ferroviaire, aérien ou industriel, de l'environnement, et de la sensibilité au bruit des populations. La valeur limite peut également différer pour les situations existantes et pour les situations nouvelles tel le changement de situation dû à un élément nouveau concernant la source de bruit ou l'utilisation de l'environnement;
12° agglomération : une partie du territoire de la Région wallonne au sein de laquelle la population est supérieure à 100 000 habitants et dont la densité de population est telle qu'il y a lieu de la considérer comme une zone urbaine.
Les valeurs limites pertinentes dans les agglomérations visées dans le présent arrêté sont arrêtées par le Gouvernement;
13° zone calme d'une agglomération : une zone qui, par exemple, n'est pas exposée à une valeur de Lden, ou d'un autre indicateur de bruit approprié, supérieure à une certaine valeur, quelle que soit la source de bruit considérée.
Le Gouvernement détermine la liste des zones calmes d'une agglomération et les valeurs limites pertinentes dans ces zones;
14° zone calme en rase campagne : une zone délimitée, qui n'est pas exposée au bruit de la circulation, au bruit industriel ou au bruit résultant d'activités de détente.
Le Gouvernement détermine la liste des zones calmes en rase campagne;
15° grand axe routier : une route régionale, nationale ou internationale sur laquelle sont enregistrés plus de 3 millions de passages de véhicules par an.
Le Gouvernement détermine les valeurs limites pertinentes pour les axes routiers visés par le présent arrêté;
16° grand axe ferroviaire : une voie de chemin de fer sur laquelle sont enregistrés plus de 30 000 passages de trains par an.
Le Gouvernement détermine les valeurs limites pertinentes pour les axes ferroviaires visés par le présent arrêté;
17° grand aéroport : un aéroport civil qui enregistre plus de 50 000 mouvements par an, à l'exception des mouvements effectués exclusivement à des fins d'entraînement sur des avions légers. Le terme mouvement recouvre soit le décollage soit l'atterrissage.
Le Gouvernement approuve les valeurs limites pertinentes pour les grands aéroports visés dans le présent arrêté;
18° cartographie du bruit : la représentation de données décrivant une situation sonore existante ou prévue en fonction d'un indicateur de bruit, indiquant les dépassements de valeurs limites pertinentes en vigueur, le nombre de personnes touchées ou le nombre d'habitations exposées à certaines valeurs d'un indicateur de bruit dans une zone subissant l'influence sonore d'un ou plusieurs types de bruits visés au 0 du présent article;
19° carte de bruit stratégique : une carte conçue pour permettre l'évaluation globale de l'exposition au bruit dans une zone subissant l'influence sonore d'un ou plusieurs types de bruits visés au 0 du présent article ou pour établir des prévisions générales pour cette zone;
20° plan d'action : un plan visant à gérer les problèmes de bruit et les effets du bruit, y compris, si nécessaire, la réduction du bruit;
21° planification acoustique : la lutte contre le bruit futur au moyen de mesures planifiées, telles que l'aménagement du territoire, l'ingénierie des systèmes de gestion du trafic, la planification de la circulation, la réduction du bruit par des mesures d'isolation acoustique et la lutte contre le bruit à la source;
22° public : une ou plusieurs personnes physiques ou morales, ainsi que les associations, organisations ou groupes constitués par ces personnes;
[1 23° référentiel de données : un système d'information, géré par l'Agence européenne pour l'environnement, qui contient des informations et des données sur le bruit dans l'environnement mises à disposition au moyen de la communication des données nationales et des noeuds d'échange.]1
Modifications
HOOFDSTUK III. - Uitvoering en verantwoordelijkheden.
CHAPITRE III. - Mise en oeuvre et responsabilités.
Art.5. § 1. Geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden opgesteld en herzien door de Regering op de voordracht van respectievelijk de volgende Ministers :
1° voor de agglomeraties, door de Minister van Leefmilieu;
2° voor de belangrijke wegen, door de Minister bevoegd voor Openbare Werken;
3° voor de belangrijke spoorwegen, door de Minister van Vervoer;
4° voor de belangrijke luchthavens, door de Minister bevoegd voor de luchthavens.
§ 2. De [1 aangenomen]1 geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden overgemaakt door de Minister van Leefmilieu, [1 die ze moet inzamelen]1.
[1 § 3. De geluidsbelastingkaarten, actieplannen en samenvattingen van aangenomen actieplannen worden binnen zes maanden na de aanneming ervan door de bevoegde overheid aan de Europese Commissie toegezonden. Deze informatie wordt elektronisch doorgegeven in een verplicht gegevensarchief dat door de Europese Commissie is opgezet.
In het geval van bijgewerkte informatie worden de verschillen tussen de oorspronkelijke informatie en de bijgewerkte informatie en de redenen voor de bijwerking beschreven op het moment dat de informatie in het gegevensarchief beschikbaar wordt gesteld.]1
1° voor de agglomeraties, door de Minister van Leefmilieu;
2° voor de belangrijke wegen, door de Minister bevoegd voor Openbare Werken;
3° voor de belangrijke spoorwegen, door de Minister van Vervoer;
4° voor de belangrijke luchthavens, door de Minister bevoegd voor de luchthavens.
§ 2. De [1 aangenomen]1 geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden overgemaakt door de Minister van Leefmilieu, [1 die ze moet inzamelen]1.
[1 § 3. De geluidsbelastingkaarten, actieplannen en samenvattingen van aangenomen actieplannen worden binnen zes maanden na de aanneming ervan door de bevoegde overheid aan de Europese Commissie toegezonden. Deze informatie wordt elektronisch doorgegeven in een verplicht gegevensarchief dat door de Europese Commissie is opgezet.
In het geval van bijgewerkte informatie worden de verschillen tussen de oorspronkelijke informatie en de bijgewerkte informatie en de redenen voor de bijwerking beschreven op het moment dat de informatie in het gegevensarchief beschikbaar wordt gesteld.]1
Modifications
Art.5. § 1er. Des cartes de bruit et des plans d'action sont établis et révisés par le Gouvernement sur proposition, respectivement, des Ministres suivants :
1° pour les agglomérations, par le Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions;
2° pour les grands axes routiers par le Ministre qui a les Travaux publics dans ses attributions;
3° pour les grands axes ferroviaires par le Ministre qui a les Transports dans ses attributions;
4° pour les grands aéroports par le Ministre qui a les Aéroports dans ses attributions.
§ 2. Les cartes de bruit et les plans d'action [1 adoptés]1 sont transmis au Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions qui est [1 chargé de les collecter]1.
[1 § 3. Les cartes de bruit, les plans d'actions ainsi que les résumés des plans d'actions adoptés sont transmis à la Commission européenne dans les six mois qui suivent leur adoption par l'autorité compétente. Ces informations sont transmises par voie électronique dans un référentiel de données obligatoire établi par la Commission européenne.
En cas de mise à jour d'informations, il est décrit les différences entre les informations initiales et leur mise à jour ainsi que les raisons de cette mise à jour au moment de la mise à disposition de ces informations dans le référentiel de données.]1
1° pour les agglomérations, par le Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions;
2° pour les grands axes routiers par le Ministre qui a les Travaux publics dans ses attributions;
3° pour les grands axes ferroviaires par le Ministre qui a les Transports dans ses attributions;
4° pour les grands aéroports par le Ministre qui a les Aéroports dans ses attributions.
§ 2. Les cartes de bruit et les plans d'action [1 adoptés]1 sont transmis au Ministre qui a l'Environnement dans ses attributions qui est [1 chargé de les collecter]1.
[1 § 3. Les cartes de bruit, les plans d'actions ainsi que les résumés des plans d'actions adoptés sont transmis à la Commission européenne dans les six mois qui suivent leur adoption par l'autorité compétente. Ces informations sont transmises par voie électronique dans un référentiel de données obligatoire établi par la Commission européenne.
En cas de mise à jour d'informations, il est décrit les différences entre les informations initiales et leur mise à jour ainsi que les raisons de cette mise à jour au moment de la mise à disposition de ces informations dans le référentiel de données.]1
Modifications
Art.6. Wanneer het geheel of een gedeelte van de in artikel 5 bedoelde opdrachten onderaanbesteed wordt, wordt deze onderaanbesteding [1 uitgevoerd door een laboratorium of een instelling erkend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 1 juli 2010 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria of instellingen inzake geluidshinder]1.
Deze erkenning heeft hoe dan ook betrekking op de volgende categorieën :
- de beproevingen van en de controle op apparaten en inrichtingen die geluid kunnen veroorzaken, die bestemd zijn om het geluid te verminderen, op te slorpen, de nadelen ervan te verhelpen of dat geluid te meten;
- het zoeken naar doeltreffende middelen voor de bestrijding van de geluidshinder.
Deze erkenning heeft hoe dan ook betrekking op de volgende categorieën :
- de beproevingen van en de controle op apparaten en inrichtingen die geluid kunnen veroorzaken, die bestemd zijn om het geluid te verminderen, op te slorpen, de nadelen ervan te verhelpen of dat geluid te meten;
- het zoeken naar doeltreffende middelen voor de bestrijding van de geluidshinder.
Modifications
Art.6. Lorsque tout ou partie des missions visées à l'article 5 est sous-traitée, cette sous-traitance s'adresse [1 à un laboratoire ou organisme agréé sur base de l'arrêté du Gouvernement wallon du 1er juillet 2010 relatif aux conditions et modalités d'agrément des laboratoires ou organismes en matière de bruit.]1.
Cet agrément porte au minimum sur les catégories suivantes :
les essais et le contrôle d'appareils et de dispositifs susceptibles de produire du bruit, destinés à le réduire, à l'absorber, à remédier à ses inconvénients ou à le mesurer;
- la recherche des moyens efficaces de lutte contre le bruit.
Cet agrément porte au minimum sur les catégories suivantes :
les essais et le contrôle d'appareils et de dispositifs susceptibles de produire du bruit, destinés à le réduire, à l'absorber, à remédier à ses inconvénients ou à le mesurer;
- la recherche des moyens efficaces de lutte contre le bruit.
Modifications
HOOFDSTUK IV. - Geluidsbelastingsindicatoren.
CHAPITRE IV. - Indicateurs de bruit.
Art.7. De strategische geluidsbelastingkaarten worden opgesteld en herzien op grond van de geluidsbelastingsindicatoren Lden en Lnight als omschreven in bijlage I.
Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren kunnen worden gebruikt voor speciale gevallen zoals vermeld in bijlage I, punt 3.
Voor akoestische planning en geluidszonering kunnen andere geluidsbelastingsindicatoren dan Lden en Lnight gebruikt worden.
Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren kunnen worden gebruikt voor speciale gevallen zoals vermeld in bijlage I, punt 3.
Voor akoestische planning en geluidszonering kunnen andere geluidsbelastingsindicatoren dan Lden en Lnight gebruikt worden.
Art.7. Les cartes de bruit stratégiques sont établies et soumises à révision en fonction des indicateurs de bruit Lden et Lnight définis à l'annexe Ire.
Des indicateurs de bruit supplémentaires peuvent être utilisés pour des cas particuliers, tels que ceux visés à l'annexe Ire, point 3.
Pour la planification ou le zonage acoustiques, des indicateurs de bruit autres que Lden et Lnight peuvent être utilisés.
Des indicateurs de bruit supplémentaires peuvent être utilisés pour des cas particuliers, tels que ceux visés à l'annexe Ire, point 3.
Pour la planification ou le zonage acoustiques, des indicateurs de bruit autres que Lden et Lnight peuvent être utilisés.
HOOFDSTUK V. - Evaluatiemethoden.
CHAPITRE V. - Méthodes d'évaluation.
Art.8. § 1. De waarden van Lden en Lnight worden bepaald aan de hand de evaluatiemethoden omschreven in bijlage II [1 bij Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai]1.
§ 2. [2 ...]2
§ 3. De schadelijke effecten kunnen geëvalueerd worden aan de hand van de dosis/effectrelaties bedoeld in bijlage III.
§ 2. [2 ...]2
§ 3. De schadelijke effecten kunnen geëvalueerd worden aan de hand van de dosis/effectrelaties bedoeld in bijlage III.
Art.8. § 1er. Les valeurs de Lden et Lnight sont déterminées à l'aide des méthodes d'évaluation définies à l'annexe II [1 de la directive 2002/49/CE du Parlement européen et du Conseil du 25 juin 2002 relative à l'évaluation et à la gestion du bruit dans l'environnement]1.
§ 2. [2 ...]2
§ 3. Les effets nuisibles peuvent être évalués à l'aide des relations dose-effets définis à l'annexe III.
§ 2. [2 ...]2
§ 3. Les effets nuisibles peuvent être évalués à l'aide des relations dose-effets définis à l'annexe III.
HOOFDSTUK VI. - Strategische geluidsbelastingkaarten.
CHAPITRE VI. - Cartographie stratégique du bruit.
Art.9. De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden stellen, ieder wat haar betreft, uiterlijk 30 juni 2007 strategische geluidsbelastingkaarten op over de situatie in het voorgaande kalenderjaar :
- voor alle agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners,
- voor alle belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren,
- voor alle belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en
- voor alle belangrijke luchthavens gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
- voor alle agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners,
- voor alle belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren,
- voor alle belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en
- voor alle belangrijke luchthavens gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
Art.9. Les autorités compétentes désignées à l'article 5 établissent, chacune pour ce qui les concerne, et au plus tard pour le 30 (juin) 2007, les cartes de bruit stratégiques montrant la situation au cours de l'année civile précédente :
- pour toutes les agglomérations de plus de 250 000 habitants :
- pour tous les grands axes routiers dont le trafic dépasse 6 millions de passages de véhicules par an :
- pour tous les grands axes ferroviaires dont le trafic dépasse 60 000 passages de trains par an et
- pour tous les grands aéroports situés sur le territoire de la Région wallonne.
- pour toutes les agglomérations de plus de 250 000 habitants :
- pour tous les grands axes routiers dont le trafic dépasse 6 millions de passages de véhicules par an :
- pour tous les grands axes ferroviaires dont le trafic dépasse 60 000 passages de trains par an et
- pour tous les grands aéroports situés sur le territoire de la Région wallonne.
Art.10. [1 De in artikel 5 bedoelde ministers stellen uiterlijk op 30 juni 2022 voor de elementen die overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007 tot afbakening van de agglomeraties en infrastructuren die uiterlijk op 30 juni 2022 het voorwerp van geluidshinderkaarten moeten uitmaken, in kaart moeten worden gebracht, en vervolgens om de vijf jaar, op basis van de meest recente gegevens, de strategische geluidsbelastingkaarten op die de situatie tijdens het voorgaande kalenderjaar weergeven :
1° voor alle agglomeraties;
2° voor alle belangrijke wegen;
3° voor alle belangrijke spoorwegen;
4° voor alle grote luchthavens.]1
1° voor alle agglomeraties;
2° voor alle belangrijke wegen;
3° voor alle belangrijke spoorwegen;
4° voor alle grote luchthavens.]1
Modifications
Art.10. [1 Les ministres visés à l'article 5 établissent au plus tard pour le 30 juin 2022, pour les éléments devant être cartographiés au regard de l'arrêté du Gouvernement wallon du 13 septembre 2007 délimitant les agglomérations et infrastructures devant faire l'objet de cartographie acoustiques pour le 30 juin 2022, puis tous les cinq ans, les cartes de bruit stratégiques montrant la situation au cours de l'année civile précédente, en se basant sur les données les plus à jour :
1° pour toutes les agglomérations ;
2° pour tous les grands axes routiers ;
3° pour tous les grands axes ferroviaires. ;
4° pour tous les grands aéroports.]1
1° pour toutes les agglomérations ;
2° pour tous les grands axes routiers ;
3° pour tous les grands axes ferroviaires. ;
4° pour tous les grands aéroports.]1
Modifications
Art.11. De strategische geluidsbelastingkaarten voldoen aan de in bijlage IV bedoelde minimumeisen.
Ze worden herbestudeerd en desgevallend minstens om de vijf jaar herzien vanaf de datum van hun opstelling, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.
Ze worden herbestudeerd en desgevallend minstens om de vijf jaar herzien vanaf de datum van hun opstelling, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.
Art.11. Les cartes de bruit stratégiques satisfont aux prescriptions minimales énoncées à l'annexe IV.
Elles sont réexaminées et, le cas échéant, révisées tous les cinq ans au moins à compter de leur date d'élaboration en application de l'article 5 du présent arrêté.
Elles sont réexaminées et, le cas échéant, révisées tous les cinq ans au moins à compter de leur date d'élaboration en application de l'article 5 du présent arrêté.
HOOFDSTUK VII. - Actieplannen.
CHAPITRE VII. - Plans d'action.
Art.12. De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden werken, ieder wat haar betreft, uiterlijk 18 juli 2008 actieplannen uit die bestemd zijn voor de beheersing, op hun grondgebied, van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering, voor :
a) plaatsen nabij belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en belangrijke luchthavens;
b) agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners. Die plannen hebben tot doel stille gebieden in agglomeraties tegen een toename van geluidshinder te beschermen.
De bevoegde autoriteiten bepalen zelf welke maatregelen de plannen bevatten, maar die maatregelen moeten in het bijzonder gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of van de toepassing van andere gepaste en relevante criteria, en zij moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingkaarten.
a) plaatsen nabij belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en belangrijke luchthavens;
b) agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners. Die plannen hebben tot doel stille gebieden in agglomeraties tegen een toename van geluidshinder te beschermen.
De bevoegde autoriteiten bepalen zelf welke maatregelen de plannen bevatten, maar die maatregelen moeten in het bijzonder gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of van de toepassing van andere gepaste en relevante criteria, en zij moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingkaarten.
Art.12. Les autorités compétentes désignées à l'article 5 établissent, chacune pour ce qui les concerne et au plus tard pour le 18 mai 2008, des plans d'action visant à gérer les problèmes de bruit et les effets du bruit, y compris, si nécessaire, la réduction du bruit dans :
1° les endroits situés près de grands axes routiers dont le trafic dépasse six millions de passages de véhicules par an, de grands axes ferroviaires dont le trafic dépasse 60 000 passages de trains par an et de grands aéroports;
2° les agglomérations de plus de 250 000 habitants. Ces plans visent également à protéger les zones calmes contre une augmentation du bruit.
Les mesures figurant dans les plans sont laissées à la discrétion des autorités compétentes, mais devraient notamment répondre aux priorités pouvant résulter du dépassement de toute valeur limite pertinente ou de l'application d'autres critères adéquats et pertinents et s'appliquent en particulier aux zones les plus importantes déterminées par la cartographie stratégique du bruit.
1° les endroits situés près de grands axes routiers dont le trafic dépasse six millions de passages de véhicules par an, de grands axes ferroviaires dont le trafic dépasse 60 000 passages de trains par an et de grands aéroports;
2° les agglomérations de plus de 250 000 habitants. Ces plans visent également à protéger les zones calmes contre une augmentation du bruit.
Les mesures figurant dans les plans sont laissées à la discrétion des autorités compétentes, mais devraient notamment répondre aux priorités pouvant résulter du dépassement de toute valeur limite pertinente ou de l'application d'autres critères adéquats et pertinents et s'appliquent en particulier aux zones les plus importantes déterminées par la cartographie stratégique du bruit.
Art.13. De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden stellen, ieder wat haar betreft, uiterlijk 18 juli 2013 actieplannen op, in het bijzonder gericht op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of van de toepassing van bij besluit vastgestelde gepaste en relevante criteria voor de agglomeraties, belangrijke wegen en belangrijke spoorwegen.
Art.13. Les autorités compétentes désignées à l'article 5 établissent, chacune pour ce qui les concerne et au plus tard pour le 18 [1 juillet]1 2013, des plans d'action en vue notamment de répondre aux priorités pouvant résulter du dépassement de toute valeur limite pertinente ou de l'application d'autres critères adéquats et pertinents déterminés par arrêté pour les agglomérations, pour les grands axes routiers ainsi que pour les grands axes ferroviaires situés sur leur territoire.
Modifications
Art.14. De actieplannen voldoen aan de minimumeisen bedoeld in bijlage V.
Art.14. Les plans d'action satisfont aux prescriptions minimales énoncées à l'annexe V.
Art.15. De actieplannen worden herbestudeerd en desgevallend herzien in geval van een belangrijke ontwikkeling die een weerslag heeft op de geluidshindersituatie, hoe dan ook om de vijf jaar na de datum waarop ze goedgekeurd werden.
[1 De herbestuderingen en herzieningen die overeenkomstig het eerste lid in 2023 hadden moeten plaatsvinden, worden uitgesteld en vinden uiterlijk op 18 juli 2024 plaats.]1
[1 De herbestuderingen en herzieningen die overeenkomstig het eerste lid in 2023 hadden moeten plaatsvinden, worden uitgesteld en vinden uiterlijk op 18 juli 2024 plaats.]1
Modifications
Art.15. Les plans d'action sont réexaminés et, le cas échéant, révisés lorsque survient un fait nouveau majeur affectant la situation en matière de bruit, et au moins tous les cinq ans à compter de leur date d'approbation.
[1 Les réexamens et révisions qui, conformément au premier alinéa, auraient dû avoir lieu en 2023, sont reportés et auront lieu au plus tard le 18 juillet 2024.]1
[1 Les réexamens et révisions qui, conformément au premier alinéa, auraient dû avoir lieu en 2023, sont reportés et auront lieu au plus tard le 18 juillet 2024.]1
Modifications
HOOFDSTUK VIII. - Informatie van het publiek.
CHAPITRE VIII. - Information du public.
Art.16. De opgestelde [1 en aangenomen]1 strategische geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden ter inzage gelegd van en verspreid onder het publiek [1 , mede door middel van de beschikbare informatietechnologieën]1. De informatie, die ook een overzicht van de voornaamste punten geeft, is duidelijk, verstaanbaar en toegankelijk.
Modifications
Art.16. Les cartes de bruit stratégiques ainsi que les plans d'action qui ont été établis [1 et adoptés]1, sont rendus accessibles et diffusés au public [1 , y compris au moyen des technologies de l'information disponibles]1. Ces informations qui comprennent également un résumé exposant les principaux points, doivent être claires, compréhensibles et accessibles.
Modifications
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IX. - Dispositions finales.
Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.17. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art.18. De Ministers bevoegd voor de luchthavens, het openbaar vervoer, de openbare werken, het leefmilieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.18. Les Ministres ayant les Aéroports, les Transports en commun, les Travaux publics, l'Environnement dans leurs attributions sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage I. GELUIDSBELASTINGSINDICATOREN (bedoeld in artikel 7).
1. Definitie van het dag-avond-nacht-niveau (Day-evening-night level ) Lden
Het dag-avond-nacht-niveau Lden in decibels (dB) wordt bepaald door de volgende formule :
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 12-07-2004, p. 54869).
waarin
- Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle dagperioden van een jaar;
- Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle avondperioden van een jaar;
- Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle nachtperioden van een jaar;
waarbij
- de dag twaalf uren telt, de avond vier uren en de nacht acht uren; de Regering kan de avondperiode met één of twee uur inkorten en de dag- en/of nachtperiode dienovereenkomstig verlengen, op voorwaarde dat dit voor alle bronnen geldt en zij de Europese Commissie informatie verstrekt over de systematische afwijking van de standaardwaarde;
- het begin van de dag (en derhalve het begin van de avond en de nacht) door de Regering wordt bepaald (die keuze geldt voor alle geluidsbronnen); de standaardwaarden zijn 7-19 uur, 19-23 uur en 23-7 uur plaatselijke tijd;
- een jaar overeenstemt met het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor de geluidsemissie en met een gemiddeld jaar voor de weersomstandigheden;
en waarin
- alleen het invallende geluid in overweging wordt genomen, wat inhoudt dat het door de gevel van de betrokken woning gereflecteerde geluid niet in aanmerking wordt genomen (in de regel betekent dit bij metingen een correctie van 3 dB).
De hoogte van het waarneempunt voor de bepaling van Lden hangt af van de toepassing :
- bij berekeningen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen liggen de waarneempunten op een hoogte van 4,0 + 0,2 m (3,8-4,2 m) boven de grond vóór de meest blootgestelde gevel; de meest blootgestelde gevel is die welke gericht is naar de betrokken geluidsbron en er het dichtst bij is; voor andere doeleinden mogen andere keuzen worden gemaakt;
- bij metingen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn, en de resultaten moeten worden herleid tot een hoogte van 4 m;
- voor andere doeleinden, zoals akoestische planning en geluidszonering mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn. Voorbeelden zijn :
- plattelandsgebieden met huizen van één verdieping;
- de uitwerking van lokale maatregelen ter vermindering van de geluidshinder voor specifieke woningen;
- gedetailleerde geluidsbelastingkaarten voor een beperkte zone, waarop de blootstelling aan lawaai van afzonderlijke woningen wordt getoond.
2. Definitie van de nachtgeluidsbelastingsindicator (Night-time noise indicator )
De nachtgeluidsbelastingsindicator Lnight is het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, bepaald over alle nachtperioden van een jaar,
waarin :
- de nacht acht uren omvat, als gedefinieerd onder punt 1 van deze bijlage;
- een jaar een voor de geluidsemissie relevant en voor de meteorologische omstandigheden gemiddeld jaar is, als gedefinieerd in punt 1;
- het invallend geluid wordt beschouwd, als beschreven in punt 1;
- het waarneempunt hetzelfde is als voor Lden.
3. Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren
Opm. : Deze afdeling van bijlage I beschrijft met algemene termen de elementen die in aanmerking moeten worden genomen voor de overweging van aanvullende geluidsbelastingsindicatoren. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.
In sommige gevallen kan het nuttig zijn naast Lden en Lnight en eventueel Lday en Levening, speciale geluidsbelastingsindicatoren en bijbehorende grenswaarden te gebruiken. Enkele voorbeelden :
- de beschouwde geluidsbron is slechts in werking gedurende een beperkt deel van de tijd (bijvoorbeeld minder dan 20 % van de tijd in het totaal aantaldagen van een jaar, het totaalaantal avonden van een jaar of het totaalaantal nachten van een jaar);
- in één of meer perioden, is het gemiddelde aantal gebeurtenissen zeer gering (bijvoorbeeld minder dan één geluidspiek per uur, waarbij een geluidspiek kan worden gedefinieerd als lawaai dat minder dan vijf minuten aanhoudt; een voorbeeld hiervan is het lawaai van passerende treinen of vliegtuigen);
- de lagefrequentiecomponent van het lawaai is sterk;
- LAmax of SEL (sound exposure level - geluidblootstellingsniveau) voor bescherming tegen geluidspieken in de nachtperiode;
- extra bescherming in het weekend of een specifieke periode van het jaar;
- extra bescherming tijdens de dagperiode;
- extra bescherming tijdens de avondperiode;
- combinatie van lawaai uit verschillende bronnen;
- relatief stille zones op het platteland;
- het geluid heeft een sterk tonaal karakter;
- het geluid heeft een impulskarakter.
1. Definitie van het dag-avond-nacht-niveau (Day-evening-night level ) Lden
Het dag-avond-nacht-niveau Lden in decibels (dB) wordt bepaald door de volgende formule :
(Formule niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 12-07-2004, p. 54869).
waarin
- Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle dagperioden van een jaar;
- Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle avondperioden van een jaar;
- Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle nachtperioden van een jaar;
waarbij
- de dag twaalf uren telt, de avond vier uren en de nacht acht uren; de Regering kan de avondperiode met één of twee uur inkorten en de dag- en/of nachtperiode dienovereenkomstig verlengen, op voorwaarde dat dit voor alle bronnen geldt en zij de Europese Commissie informatie verstrekt over de systematische afwijking van de standaardwaarde;
- het begin van de dag (en derhalve het begin van de avond en de nacht) door de Regering wordt bepaald (die keuze geldt voor alle geluidsbronnen); de standaardwaarden zijn 7-19 uur, 19-23 uur en 23-7 uur plaatselijke tijd;
- een jaar overeenstemt met het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor de geluidsemissie en met een gemiddeld jaar voor de weersomstandigheden;
en waarin
- alleen het invallende geluid in overweging wordt genomen, wat inhoudt dat het door de gevel van de betrokken woning gereflecteerde geluid niet in aanmerking wordt genomen (in de regel betekent dit bij metingen een correctie van 3 dB).
De hoogte van het waarneempunt voor de bepaling van Lden hangt af van de toepassing :
- bij berekeningen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen liggen de waarneempunten op een hoogte van 4,0 + 0,2 m (3,8-4,2 m) boven de grond vóór de meest blootgestelde gevel; de meest blootgestelde gevel is die welke gericht is naar de betrokken geluidsbron en er het dichtst bij is; voor andere doeleinden mogen andere keuzen worden gemaakt;
- bij metingen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn, en de resultaten moeten worden herleid tot een hoogte van 4 m;
- voor andere doeleinden, zoals akoestische planning en geluidszonering mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn. Voorbeelden zijn :
- plattelandsgebieden met huizen van één verdieping;
- de uitwerking van lokale maatregelen ter vermindering van de geluidshinder voor specifieke woningen;
- gedetailleerde geluidsbelastingkaarten voor een beperkte zone, waarop de blootstelling aan lawaai van afzonderlijke woningen wordt getoond.
2. Definitie van de nachtgeluidsbelastingsindicator (Night-time noise indicator )
De nachtgeluidsbelastingsindicator Lnight is het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, bepaald over alle nachtperioden van een jaar,
waarin :
- de nacht acht uren omvat, als gedefinieerd onder punt 1 van deze bijlage;
- een jaar een voor de geluidsemissie relevant en voor de meteorologische omstandigheden gemiddeld jaar is, als gedefinieerd in punt 1;
- het invallend geluid wordt beschouwd, als beschreven in punt 1;
- het waarneempunt hetzelfde is als voor Lden.
3. Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren
Opm. : Deze afdeling van bijlage I beschrijft met algemene termen de elementen die in aanmerking moeten worden genomen voor de overweging van aanvullende geluidsbelastingsindicatoren. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.
In sommige gevallen kan het nuttig zijn naast Lden en Lnight en eventueel Lday en Levening, speciale geluidsbelastingsindicatoren en bijbehorende grenswaarden te gebruiken. Enkele voorbeelden :
- de beschouwde geluidsbron is slechts in werking gedurende een beperkt deel van de tijd (bijvoorbeeld minder dan 20 % van de tijd in het totaal aantaldagen van een jaar, het totaalaantal avonden van een jaar of het totaalaantal nachten van een jaar);
- in één of meer perioden, is het gemiddelde aantal gebeurtenissen zeer gering (bijvoorbeeld minder dan één geluidspiek per uur, waarbij een geluidspiek kan worden gedefinieerd als lawaai dat minder dan vijf minuten aanhoudt; een voorbeeld hiervan is het lawaai van passerende treinen of vliegtuigen);
- de lagefrequentiecomponent van het lawaai is sterk;
- LAmax of SEL (sound exposure level - geluidblootstellingsniveau) voor bescherming tegen geluidspieken in de nachtperiode;
- extra bescherming in het weekend of een specifieke periode van het jaar;
- extra bescherming tijdens de dagperiode;
- extra bescherming tijdens de avondperiode;
- combinatie van lawaai uit verschillende bronnen;
- relatief stille zones op het platteland;
- het geluid heeft een sterk tonaal karakter;
- het geluid heeft een impulskarakter.
Art. N1. Annexe I. INDICATEURS DE BRUIT visés à l'article 7.
1. Définition du niveau jour-soir-nuit (Day-evening-night level) Lden
Le niveau jour-soir-nuit Lden en décibels (dB) est défini par la formule suivante :
(Formule non reprise pour motifs techniques. Voir M.B. 12-07-2004, p. 54855).
où
- Lday est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de jour d'une année;
- Levening est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de soirée d'une année;
- Lnight est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de nuit d'une année;
sachant que :
- le jour dure 12 heures, la soirée 4 heures et la nuit 8 heures; le Gouvernement peut diminuer la période "soirée" d'une ou deux heures et allonger en conséquence la période "jour" et/ou la période "nuit", pour autant que ce choix soit le même pour toutes les sources et qu'il fournisse à la Commission européenne des informations concernant la différence systématique par rapport à l'option par défaut;
- le début du jour (et par conséquent, le début de la soirée et de la nuit) est déterminé par le Gouvernement (ce choix est le même pour toutes les sources de bruit); les périodes par défaut sont 7 h 00 - 19 h 00, 19 h 00 - 23 h 00 et 23 h 00 - 7 h 00, en heure locale;
- une année correspond à l'année prise en considération en ce qui concerne l'émission du son et à une année moyenne en ce qui concerne les conditions météorologiques;
et que :
- c'est le son incident qui est pris en considération, ce qui signifie qu'il n'est pas tenu compte du son réfléchi sur la façade du bâtiment concerné (en règle générale, cela implique une correction de 3 dB lorsqu'on procède à une mesure).
La hauteur du point d'évaluation de Lden est fonction de l'application :
- dans le cadre d'un calcul effectué aux fins d'une cartographie stratégique du bruit concernant l'exposition au bruit à l'intérieur et à proximité des bâtiments, les points d'évaluation se situent à 4,0 + 0,2 m (3,8 - 4,2 m) au-dessus du sol, du côté de la façade la plus exposée; à cet effet, la façade la plus exposée est la façade externe faisant face à la source sonore spécifique et la plus proche de celle-ci; dans les autres cas, d'autres configurations sont possibles;
- dans le cadre d'un calcul effectué aux fins d'une cartographie stratégique du bruit concernant l'exposition au bruit à l'intérieur et à proximité des bâtiments, on peut retenir d'autres hauteurs, mais elles ne doivent jamais être inférieures à 1,5 m au-dessus du sol et les résultats doivent être corrigés en conséquence avec une hauteur équivalente de 4 m;
- pour d'autres applications, telles que la planification et le zonage acoustiques, on peut retenir d'autres hauteurs, mais elles ne doivent jamais être inférieures à 1,5 m au-dessus du sol, par exemple pour :
- les zones rurales comportant des maisons à un étage;
- des mesures locales, en vue de la réduction de l'impact sonore sur des habitations spécifiques;
- l'établissement d'une carte de bruit détaillée d'une zone de dimensions limitées, montrant l'exposition au bruit de chaque habitation.
2. Définition de l'indicateur de bruit pour la période nocturne (Night-time noise indicator)
L'indicateur de bruit pour la période nocturne Lnight est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur la base de toutes les périodes nocturnes sur une année,
sachant que :
- la durée de la nuit est de 8 heures, conformément à la définition figurant au point 1;
- une année est l'année prise en considération en ce qui concerne l'émission du son, et une année moyenne en ce qui concerne les conditions météorologiques, conformément à la définition figurant au point 1;
- le son incident est pris en considération, comme indiqué au point 1;
- le point d'évaluation est le même que pour Lden.
3. Indicateurs de bruit supplémentaires
Remarque : la présente section de l'annexe Ire décrit en termes généraux les éléments à considérer pour la prise en compte d'indicateurs de bruit supplémentaires. Elle est complétée par les prescriptions et les notes explicatives élaborées par la Commission européenne.
Dans certains cas, en plus de Lden et Lnight et, s'il y a lieu, de Lday et Levening, il peut s'avérer utile d'utiliser des indicateurs de bruit spéciaux et des valeurs limites correspondantes. Les cas suivants en sont des exemples :
- la source de bruit considérée n'est présente qu'une petite fraction du temps (par exemple, moins de 20 % du temps sur le total des périodes de jour d'une année, sur le total des périodes de soirée d'une année ou sur le total des périodes de nuit d'une année);
- le nombre d'événements sonores, au cours d'une ou de plusieurs des périodes considérées, est en moyenne très faible (par exemple, moins d'un événement sonore par heure; un événement sonore pourrait être défini comme un bruit durant moins de 5 minutes; on peut citer comme exemple le bruit provoqué par le passage d'un train ou d'un avion);
- la composante basse fréquence du bruit est importante;
- LAmax ou SEL (sound exposure level - niveau d'exposition au bruit) pour la protection en période nocturne dans le cas de crêtes de bruit élevées;
- protection supplémentaire durant le week-end ou une période particulière de l'année;
- protection supplémentaire de la période diurne;
- protection supplémentaire de la période de soirée;
- combinaison de bruits de diverses sources;
- zones calmes en rase campagne;
- bruit comportant des composantes à tonalité marquée;
- bruit à caractère impulsionnel.
1. Définition du niveau jour-soir-nuit (Day-evening-night level) Lden
Le niveau jour-soir-nuit Lden en décibels (dB) est défini par la formule suivante :
(Formule non reprise pour motifs techniques. Voir M.B. 12-07-2004, p. 54855).
où
- Lday est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de jour d'une année;
- Levening est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de soirée d'une année;
- Lnight est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur l'ensemble des périodes de nuit d'une année;
sachant que :
- le jour dure 12 heures, la soirée 4 heures et la nuit 8 heures; le Gouvernement peut diminuer la période "soirée" d'une ou deux heures et allonger en conséquence la période "jour" et/ou la période "nuit", pour autant que ce choix soit le même pour toutes les sources et qu'il fournisse à la Commission européenne des informations concernant la différence systématique par rapport à l'option par défaut;
- le début du jour (et par conséquent, le début de la soirée et de la nuit) est déterminé par le Gouvernement (ce choix est le même pour toutes les sources de bruit); les périodes par défaut sont 7 h 00 - 19 h 00, 19 h 00 - 23 h 00 et 23 h 00 - 7 h 00, en heure locale;
- une année correspond à l'année prise en considération en ce qui concerne l'émission du son et à une année moyenne en ce qui concerne les conditions météorologiques;
et que :
- c'est le son incident qui est pris en considération, ce qui signifie qu'il n'est pas tenu compte du son réfléchi sur la façade du bâtiment concerné (en règle générale, cela implique une correction de 3 dB lorsqu'on procède à une mesure).
La hauteur du point d'évaluation de Lden est fonction de l'application :
- dans le cadre d'un calcul effectué aux fins d'une cartographie stratégique du bruit concernant l'exposition au bruit à l'intérieur et à proximité des bâtiments, les points d'évaluation se situent à 4,0 + 0,2 m (3,8 - 4,2 m) au-dessus du sol, du côté de la façade la plus exposée; à cet effet, la façade la plus exposée est la façade externe faisant face à la source sonore spécifique et la plus proche de celle-ci; dans les autres cas, d'autres configurations sont possibles;
- dans le cadre d'un calcul effectué aux fins d'une cartographie stratégique du bruit concernant l'exposition au bruit à l'intérieur et à proximité des bâtiments, on peut retenir d'autres hauteurs, mais elles ne doivent jamais être inférieures à 1,5 m au-dessus du sol et les résultats doivent être corrigés en conséquence avec une hauteur équivalente de 4 m;
- pour d'autres applications, telles que la planification et le zonage acoustiques, on peut retenir d'autres hauteurs, mais elles ne doivent jamais être inférieures à 1,5 m au-dessus du sol, par exemple pour :
- les zones rurales comportant des maisons à un étage;
- des mesures locales, en vue de la réduction de l'impact sonore sur des habitations spécifiques;
- l'établissement d'une carte de bruit détaillée d'une zone de dimensions limitées, montrant l'exposition au bruit de chaque habitation.
2. Définition de l'indicateur de bruit pour la période nocturne (Night-time noise indicator)
L'indicateur de bruit pour la période nocturne Lnight est le niveau sonore moyen à long terme pondéré A tel que défini dans ISO 1996-2 : 1987, déterminé sur la base de toutes les périodes nocturnes sur une année,
sachant que :
- la durée de la nuit est de 8 heures, conformément à la définition figurant au point 1;
- une année est l'année prise en considération en ce qui concerne l'émission du son, et une année moyenne en ce qui concerne les conditions météorologiques, conformément à la définition figurant au point 1;
- le son incident est pris en considération, comme indiqué au point 1;
- le point d'évaluation est le même que pour Lden.
3. Indicateurs de bruit supplémentaires
Remarque : la présente section de l'annexe Ire décrit en termes généraux les éléments à considérer pour la prise en compte d'indicateurs de bruit supplémentaires. Elle est complétée par les prescriptions et les notes explicatives élaborées par la Commission européenne.
Dans certains cas, en plus de Lden et Lnight et, s'il y a lieu, de Lday et Levening, il peut s'avérer utile d'utiliser des indicateurs de bruit spéciaux et des valeurs limites correspondantes. Les cas suivants en sont des exemples :
- la source de bruit considérée n'est présente qu'une petite fraction du temps (par exemple, moins de 20 % du temps sur le total des périodes de jour d'une année, sur le total des périodes de soirée d'une année ou sur le total des périodes de nuit d'une année);
- le nombre d'événements sonores, au cours d'une ou de plusieurs des périodes considérées, est en moyenne très faible (par exemple, moins d'un événement sonore par heure; un événement sonore pourrait être défini comme un bruit durant moins de 5 minutes; on peut citer comme exemple le bruit provoqué par le passage d'un train ou d'un avion);
- la composante basse fréquence du bruit est importante;
- LAmax ou SEL (sound exposure level - niveau d'exposition au bruit) pour la protection en période nocturne dans le cas de crêtes de bruit élevées;
- protection supplémentaire durant le week-end ou une période particulière de l'année;
- protection supplémentaire de la période diurne;
- protection supplémentaire de la période de soirée;
- combinaison de bruits de diverses sources;
- zones calmes en rase campagne;
- bruit comportant des composantes à tonalité marquée;
- bruit à caractère impulsionnel.
Art. N3. [1 Bijlage III. - METHODEN VOOR DE EVALUATIE VAN SCHADELIJKE EFFECTEN]1
Art. N3. [1 Annexe III. - METHODES D'EVALUATION DES EFFETS NUISIBLES]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-01-2022, p. 1726)
Modifications
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-01-2022, p. 1716)
Modifications
Art. N4. Bijlage IV. - MINIMUMEISEN VOOR STRATEGISCHE GELUIDSBELASTINGKAARTEN bedoeld in artikel 11).
Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor strategische geluidsbelastingkaarten. Ze wordt aangevuld met richtlijnen die meer informatie geven over de geluidskaarten, de geluidscartografie en de cartografiesoftware uitgewerkt door de Europese Commissie.
1. Een strategische geluidsbelastingkaart is een presentatie van gegevens over één van de volgende aspecten :
- een bestaande, verleden of voorspelde geluidsbelastingssituatie, op grond van een geluidsbelastingsindicator;
- de overschrijding van een grenswaarde;
- het geschatte aantal woningen, scholen en ziekenhuizen in een bepaald gebied dat blootgesteld is aan specifieke waarden van een geluidsbelastingsindicator;
- het geschatte aantal personen in een aan lawaai blootgesteld gebied.
2. Strategische geluidsbelastingkaarten kunnen aan het publiek gepresenteerd worden in de vorm van :
- grafieken;
- numerieke gegevens in tabelvorm;
- numerieke gegevens in elektronische vorm.
3. Wat betreft strategische geluidsbelastingkaarten voor agglomeraties, wordt speciaal aandacht besteed aan lawaai van :
- wegverkeer;
- spoorwegverkeer;
- luchthavens;
- industrieterreinen, waaronder havens.
4. De strategische geluidsbelastingkaarten worden gebruikt :
- om gegevens in te zamelen die aan de Commissie zullen worden overgemaakt;
- als informatiebron voor de burger;
- om overeenkomstig artikel 12 als basis te dienen voor de actieplannen.
5. Voor de informatieverstrekking aan de burger overeenkomstig artikel 16 en voor de opstelling van actieplannen overeenkomstig hoofdstuk VII wordt aanvullende en meer gedetailleerde informatie vereist, zoals :
- een grafische voorstelling;
- kaarten die overschrijdingen van een grenswaarde tonen;
- verschilkaarten waarin de bestaande toestand wordt vergeleken met opties voor toekomstige situaties;
- kaarten waarin de waarde van een geluidsbelastingsindicator, indien nodig, op een andere hoogte dan 4 m wordt getoond.
6. Strategische geluidsbelastingkaarten voor lokale of nationale toepassingen moeten worden opgemaakt voor een meethoogte van 4 m en de 5 dB-klassen van Lden en
7. Voor agglomeraties worden afzonderlijke strategische geluidsbelastingkaarten opgemaakt voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, vliegtuiglawaai en industrielawaai. Er mogen aanvullende kaarten voor andere geluidsbronnen worden bijgevoegd.
Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor strategische geluidsbelastingkaarten. Ze wordt aangevuld met richtlijnen die meer informatie geven over de geluidskaarten, de geluidscartografie en de cartografiesoftware uitgewerkt door de Europese Commissie.
1. Een strategische geluidsbelastingkaart is een presentatie van gegevens over één van de volgende aspecten :
- een bestaande, verleden of voorspelde geluidsbelastingssituatie, op grond van een geluidsbelastingsindicator;
- de overschrijding van een grenswaarde;
- het geschatte aantal woningen, scholen en ziekenhuizen in een bepaald gebied dat blootgesteld is aan specifieke waarden van een geluidsbelastingsindicator;
- het geschatte aantal personen in een aan lawaai blootgesteld gebied.
2. Strategische geluidsbelastingkaarten kunnen aan het publiek gepresenteerd worden in de vorm van :
- grafieken;
- numerieke gegevens in tabelvorm;
- numerieke gegevens in elektronische vorm.
3. Wat betreft strategische geluidsbelastingkaarten voor agglomeraties, wordt speciaal aandacht besteed aan lawaai van :
- wegverkeer;
- spoorwegverkeer;
- luchthavens;
- industrieterreinen, waaronder havens.
4. De strategische geluidsbelastingkaarten worden gebruikt :
- om gegevens in te zamelen die aan de Commissie zullen worden overgemaakt;
- als informatiebron voor de burger;
- om overeenkomstig artikel 12 als basis te dienen voor de actieplannen.
5. Voor de informatieverstrekking aan de burger overeenkomstig artikel 16 en voor de opstelling van actieplannen overeenkomstig hoofdstuk VII wordt aanvullende en meer gedetailleerde informatie vereist, zoals :
- een grafische voorstelling;
- kaarten die overschrijdingen van een grenswaarde tonen;
- verschilkaarten waarin de bestaande toestand wordt vergeleken met opties voor toekomstige situaties;
- kaarten waarin de waarde van een geluidsbelastingsindicator, indien nodig, op een andere hoogte dan 4 m wordt getoond.
6. Strategische geluidsbelastingkaarten voor lokale of nationale toepassingen moeten worden opgemaakt voor een meethoogte van 4 m en de 5 dB-klassen van Lden en
7. Voor agglomeraties worden afzonderlijke strategische geluidsbelastingkaarten opgemaakt voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, vliegtuiglawaai en industrielawaai. Er mogen aanvullende kaarten voor andere geluidsbronnen worden bijgevoegd.
Art. N4. Annexe IV. PRESCRIPTIONS MINIMALES POUR LA CARTOGRAPHIE DE BRUIT STRATEGIQUE visées à l'article 11.
La présente annexe décrit en termes généraux les prescriptions minimales pour la cartographie de bruit stratégique. Elle est complétée par les lignes directrices donnant de plus amples indications sur les cartes de bruit, la cartographie du bruit et les logiciels de cartographie élaborées par la Commission européenne.
1. Une carte de bruit stratégique est une représentation des données relatives à l'un des aspects suivants :
- ambiance sonore existante, antérieure ou prévue, en fonction d'un indicateur de bruit;
- dépassement d'une valeur limite;
- estimation du nombre d'habitations, d'écoles et d'hôpitaux d'une zone donnée, qui sont exposés à des valeurs spécifiques d'un indicateur de bruit;
- estimation du nombre de personnes se trouvant dans une zone exposée au bruit.
2. Les cartes de bruit stratégiques peuvent être présentées au public sous forme de :
- graphiques;
- données numériques organisées en tableaux;
- données numériques sous forme électronique.
3. Les cartes de bruit stratégiques relatives aux agglomérations mettront particulièrement l'accent sur les émissions sonores provenant :
- de la circulation routière;
- du trafic ferroviaire;
- des aéroports;
- des sites d'activités industrielles, y compris les ports.
4. Les cartes de bruit stratégiques sont utilisées aux fins suivantes :
- pour obtenir les données devant être transmises à la Commission européenne en tant que source d'information des citoyens
- pour servir de base aux plans d'action en application de l'article 12.
A chacune de ces applications correspond un type distinct de carte de bruit.
5. Pour l'information des citoyens en application de l'article 16 et pour l'établissement des plans d'action en application du chapitre VII, des informations supplémentaires sont requises, ainsi que des informations plus précises, telles que :
- une représentation graphique;
- des cartes montrant les dépassements d'une valeur limite;
- des cartes différentielles, établissant une comparaison entre la situation existante et les diverses situations futures possibles;
- des cartes montrant la valeur d'un indicateur de bruit, le cas échéant à une hauteur autre que 4 m.
6. Des cartes de bruit stratégiques, à finalité locale ou nationale, sont établies pour une hauteur d'évaluation de 4 m et pour les valeurs de Lden et Lnight de l'ordre de 5 dB.
7. Pour les agglomérations, des cartes de bruit stratégiques distinctes sont établies pour le bruit du trafic routier et ferroviaire, pour le bruit des avions et pour le bruit industriel. Des cartes supplémentaires peuvent être établies pour d'autres sources de bruit.
La présente annexe décrit en termes généraux les prescriptions minimales pour la cartographie de bruit stratégique. Elle est complétée par les lignes directrices donnant de plus amples indications sur les cartes de bruit, la cartographie du bruit et les logiciels de cartographie élaborées par la Commission européenne.
1. Une carte de bruit stratégique est une représentation des données relatives à l'un des aspects suivants :
- ambiance sonore existante, antérieure ou prévue, en fonction d'un indicateur de bruit;
- dépassement d'une valeur limite;
- estimation du nombre d'habitations, d'écoles et d'hôpitaux d'une zone donnée, qui sont exposés à des valeurs spécifiques d'un indicateur de bruit;
- estimation du nombre de personnes se trouvant dans une zone exposée au bruit.
2. Les cartes de bruit stratégiques peuvent être présentées au public sous forme de :
- graphiques;
- données numériques organisées en tableaux;
- données numériques sous forme électronique.
3. Les cartes de bruit stratégiques relatives aux agglomérations mettront particulièrement l'accent sur les émissions sonores provenant :
- de la circulation routière;
- du trafic ferroviaire;
- des aéroports;
- des sites d'activités industrielles, y compris les ports.
4. Les cartes de bruit stratégiques sont utilisées aux fins suivantes :
- pour obtenir les données devant être transmises à la Commission européenne en tant que source d'information des citoyens
- pour servir de base aux plans d'action en application de l'article 12.
A chacune de ces applications correspond un type distinct de carte de bruit.
5. Pour l'information des citoyens en application de l'article 16 et pour l'établissement des plans d'action en application du chapitre VII, des informations supplémentaires sont requises, ainsi que des informations plus précises, telles que :
- une représentation graphique;
- des cartes montrant les dépassements d'une valeur limite;
- des cartes différentielles, établissant une comparaison entre la situation existante et les diverses situations futures possibles;
- des cartes montrant la valeur d'un indicateur de bruit, le cas échéant à une hauteur autre que 4 m.
6. Des cartes de bruit stratégiques, à finalité locale ou nationale, sont établies pour une hauteur d'évaluation de 4 m et pour les valeurs de Lden et Lnight de l'ordre de 5 dB.
7. Pour les agglomérations, des cartes de bruit stratégiques distinctes sont établies pour le bruit du trafic routier et ferroviaire, pour le bruit des avions et pour le bruit industriel. Des cartes supplémentaires peuvent être établies pour d'autres sources de bruit.
Art. N5. Bijlage V. MINIMUMEISEN VOOR ACTIEPLANNEN (bedoeld in artikel 12).
Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor actieplannen. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.
De actieplannen bevatten hoe dan ook de volgende gegevens :
- een beschrijving van de agglomeratie, de belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen of belangrijke luchthavens en andere lawaaibronnen waar rekening mee gehouden moet worden;
- de bevoegde instantie;
- de wettelijke context;
- elke grenswaarde die gebruikt wordt overeenkomstig hoofdstuk II;
- een samenvatting van de in de geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens;
- een evaluatie van het geschatte aantal mensen dat aan lawaai blootgesteld is, een overzicht van de op te lossen problemen en recht te zetten situaties;
- een overzicht van de georganiseerde openbare raadplegingen;
- reeds bestaande maatregelen voor lawaaivermindering en projecten die in voorbereiding zijn;
- maatregelen die de bevoegde instanties in de eerstvolgende vijf jaar voornemens zijn te nemen, met inbegrip van acties om stille gebieden te beschermen;
- langetermijnstrategie;
- financiële informatie (indien beschikbaar) :
- begrotingen, kosteneffectiviteits-
- en kosten-batenanalyses;
- beoogde bepalingen voor de beoordeling van de uitvoering en de resultaten van het actieplan.
2. De maatregelen die de bevoegde instanties in het kader van hun bevoegdheden voornemens zijn te nemen kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten :
- verkeersplanning;
- ruimtelijke ordening;
- technische maatregelen tegen lawaaibronnen;
- selectie van stillere bronnen;
- vermindering van de geluidsoverdracht;
- regelgevende of economische maatregelen of stimulansen.
3. De actieplannen bevatten schattingen van de vermindering van het aantal geluidgehinderde personen (hinder, slaapverstoring of andere gevolgen).
Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor actieplannen. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.
De actieplannen bevatten hoe dan ook de volgende gegevens :
- een beschrijving van de agglomeratie, de belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen of belangrijke luchthavens en andere lawaaibronnen waar rekening mee gehouden moet worden;
- de bevoegde instantie;
- de wettelijke context;
- elke grenswaarde die gebruikt wordt overeenkomstig hoofdstuk II;
- een samenvatting van de in de geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens;
- een evaluatie van het geschatte aantal mensen dat aan lawaai blootgesteld is, een overzicht van de op te lossen problemen en recht te zetten situaties;
- een overzicht van de georganiseerde openbare raadplegingen;
- reeds bestaande maatregelen voor lawaaivermindering en projecten die in voorbereiding zijn;
- maatregelen die de bevoegde instanties in de eerstvolgende vijf jaar voornemens zijn te nemen, met inbegrip van acties om stille gebieden te beschermen;
- langetermijnstrategie;
- financiële informatie (indien beschikbaar) :
- begrotingen, kosteneffectiviteits-
- en kosten-batenanalyses;
- beoogde bepalingen voor de beoordeling van de uitvoering en de resultaten van het actieplan.
2. De maatregelen die de bevoegde instanties in het kader van hun bevoegdheden voornemens zijn te nemen kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten :
- verkeersplanning;
- ruimtelijke ordening;
- technische maatregelen tegen lawaaibronnen;
- selectie van stillere bronnen;
- vermindering van de geluidsoverdracht;
- regelgevende of economische maatregelen of stimulansen.
3. De actieplannen bevatten schattingen van de vermindering van het aantal geluidgehinderde personen (hinder, slaapverstoring of andere gevolgen).
Art. N5. Annexe V. PRESCRIPTIONS MINIMALES POUR LES PLANS D'ACTION visés à l'article 12.
La présente annexe décrit en termes généraux les prescriptions minimales pour les plans d'action. Elle est complétée par les prescriptions et les notes explicatives élaborées par la Commission européenne.
1. Les plans d'action doivent comporter au minimum les éléments suivants :
- description de l'agglomération, des grands axes routiers et ferroviaires ou des grands aéroports et d'autres sources de bruit à prendre à compte;
- autorité compétente;
- contexte juridique;
- toute valeur limite utilisée en application du chapitre II;
- synthèse des résultats de la cartographie du bruit;
- évaluation du nombre estimé de personnes exposées au bruit, identification des problèmes et des situations à améliorer;
- compte rendu des consultations publiques organisées;
- mesures de lutte contre le bruit déjà en vigueur et projets en gestation;
- actions envisagées par les autorités compétentes pour les cinq années à venir, y compris mesures prévues pour préserver les zones calmes;
- stratégie à long terme;
- informations financières (si disponibles) : budgets, évaluation du rapport coût-efficacité ou coût-avantage;
- dispositions envisagées pour évaluer la mise en oeuvre et les résultats du plan d'action.
2. Parmi les actions que les autorités compétentes peuvent envisager dans leurs domaines de compétence respectifs figurent par exemple :
- la planification du trafic;
- l'aménagement du territoire;
- les mesures techniques au niveau des sources de bruit;
- la sélection de sources plus silencieuses;
- la réduction de la transmission des sons;
- les mesures ou incitations réglementaires ou économiques.
3. Chaque plan d'action devrait comporter des estimations en termes de diminution du nombre de personnes touchées (gêne, perturbation du sommeil ou autre).
La présente annexe décrit en termes généraux les prescriptions minimales pour les plans d'action. Elle est complétée par les prescriptions et les notes explicatives élaborées par la Commission européenne.
1. Les plans d'action doivent comporter au minimum les éléments suivants :
- description de l'agglomération, des grands axes routiers et ferroviaires ou des grands aéroports et d'autres sources de bruit à prendre à compte;
- autorité compétente;
- contexte juridique;
- toute valeur limite utilisée en application du chapitre II;
- synthèse des résultats de la cartographie du bruit;
- évaluation du nombre estimé de personnes exposées au bruit, identification des problèmes et des situations à améliorer;
- compte rendu des consultations publiques organisées;
- mesures de lutte contre le bruit déjà en vigueur et projets en gestation;
- actions envisagées par les autorités compétentes pour les cinq années à venir, y compris mesures prévues pour préserver les zones calmes;
- stratégie à long terme;
- informations financières (si disponibles) : budgets, évaluation du rapport coût-efficacité ou coût-avantage;
- dispositions envisagées pour évaluer la mise en oeuvre et les résultats du plan d'action.
2. Parmi les actions que les autorités compétentes peuvent envisager dans leurs domaines de compétence respectifs figurent par exemple :
- la planification du trafic;
- l'aménagement du territoire;
- les mesures techniques au niveau des sources de bruit;
- la sélection de sources plus silencieuses;
- la réduction de la transmission des sons;
- les mesures ou incitations réglementaires ou économiques.
3. Chaque plan d'action devrait comporter des estimations en termes de diminution du nombre de personnes touchées (gêne, perturbation du sommeil ou autre).