Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
29 APRIL 2004. - Decreet betreffende de gesubsidieerde werken (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-07-2004 en tekstbijwerking tot 14-11-2016)
Titre
29 AVRIL 2004. - Décret relatif aux travaux subsidiés (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 02-07-2004 et mise à jour au 14-11-2016)
Informations sur le document
Numac: 2004202057
Datum: 2004-04-29
Info du document
Numac: 2004202057
Date: 2004-04-29
Tekst (18)
Texte (18)
Artikel 1. Dit decreet geldt voor het toekennen, door het Waalse Gewest, van subsidies ter aanmoediging van bepaalde investeringen van openbaar nut.
Article 1. Le présent décret est applicable à l'octroi par la Région wallonne de subventions pour encourager certains investissements d'intérêt public.
Art.2. In de zin van dit decreet wordt onder " plenaire voorontwerpvergadering " een vergadering verstaan die in het schetsstadium plaatsvindt in het bijzijn van elke persoon die bij zou kunnen dragen aan het ontwerp en die tot doel heeft de controles van de dossiers vóór aanbesteding aanzienlijk te verminderen.
Art.2. Au sens du présent décret, on entend par " réunion plénière d'avant-projet ", une réunion au stade de l'esquisse " crayon " en présence de toute personne susceptible d'apporter une aide à la conception du projet et qui a pour but de réduire considérablement les contrôles des dossiers avant l'adjudication.
Art.3. Hiernavermelde rechtspersonen, hierna aanvragers genoemd, kunnen in aanmerking komen voor de subsidies van het Gewest voor investeringen van openbaar nut :
1° de provincies;
2° de gemeenten;
3° de verenigingen van gemeenten;
4° de kerkfabrieken en andere rechtspersonen die onroerende goeden beheren die noodzakelijk zijn voor de beoefening van de erkende erediensten;
5° de rechtspersonen die goeden beheren die noodzakelijk zijn voor de beoefening van de lekenmoraal;
6° elke andere publiekrechtelijke persoon aangewezen door de regering.
1° de provincies;
2° de gemeenten;
3° de verenigingen van gemeenten;
4° de kerkfabrieken en andere rechtspersonen die onroerende goeden beheren die noodzakelijk zijn voor de beoefening van de erkende erediensten;
5° de rechtspersonen die goeden beheren die noodzakelijk zijn voor de beoefening van de lekenmoraal;
6° elke andere publiekrechtelijke persoon aangewezen door de regering.
Art.3. Peuvent bénéficier des subventions de la Région pour des investissements d'intérêt public, les personnes morales suivantes, ci-après dénommées " demandeurs " :
1° les provinces;
2° les communes;
3° les associations de communes;
4° les fabriques d'église et autres personnes morales qui gèrent les biens immobiliers nécessaires à l'exercice des cultes reconnus;
5° les personnes morales qui gèrent des biens nécessaires à l'exercice de la morale laïque;
6° toute autre personne de droit public désignée par le Gouvernement.
1° les provinces;
2° les communes;
3° les associations de communes;
4° les fabriques d'église et autres personnes morales qui gèrent les biens immobiliers nécessaires à l'exercice des cultes reconnus;
5° les personnes morales qui gèrent des biens nécessaires à l'exercice de la morale laïque;
6° toute autre personne de droit public désignée par le Gouvernement.
Art.4. De investeringen bepaald in artikel 1 worden opgenomen in een driejarenprogramma dat door de aanvrager wordt vastgesteld met inachtneming van de gewestelijke prioriteiten, die via rondzendbrief bekend worden gemaakt.
In afwijking van vorig lid kan de investering die niet in het driejarenprogramma opgenomen is en bij uitwerking ervan onvoorzien was, voor subsidies in aanmerking komen indien noodzakelijk gemaakt door toeval of overmacht.
In afwijking van vorig lid kan de investering die niet in het driejarenprogramma opgenomen is en bij uitwerking ervan onvoorzien was, voor subsidies in aanmerking komen indien noodzakelijk gemaakt door toeval of overmacht.
Art.4. Les investissements prévus à l'article 1er sont repris dans un programme triennal, établi par le demandeur en respect des priorités régionales communiquées par voie de circulaire.
Par dérogation à l'alinéa précédent, l'investissement qui n'est pas repris dans le programme triennal et qui était imprévisible lors de l'élaboration de celui-ci peut bénéficier de subventions s'il est rendu nécessaire par un cas fortuit ou de force majeure.
Par dérogation à l'alinéa précédent, l'investissement qui n'est pas repris dans le programme triennal et qui était imprévisible lors de l'élaboration de celui-ci peut bénéficier de subventions s'il est rendu nécessaire par un cas fortuit ou de force majeure.
Art.5. De investeringen bedoeld in artikel 4, eerste lid, van dit decreet bestaan uit werken, met inbegrip van voortests en controletests, van hierna vermelde aanwinsten :
1° a. de aanleg, de inrichting en het buitengewoon onderhoud van openbare wegen, met inbegrip van toebehoren zoals stadsmeubilair, verkeerstekens, beplantingen en voor de gelegenheid ontworpen kunstwerken;
b. de aanleg en de inrichting van parkeerplaatsen op het openbaar domein, voorzover die werken rekening houden met het gemeentelijk mobiliteitsplan indien bestaand.
Indien de gemeente over een gemeentelijk mobiliteitsplan beschikt, worden de eventuele afwijkingen van dat plan in het voorontwerp gemotiveerd;
2° de bouw, het herstel en de vernieuwing van waterleidingen;
3° de installatie, de uitbreiding, de verplaatsing en de vernieuwing van de openbare verlichting;
4° de bouw, de verbouwing en de vernieuwbouw en de aanleg van de toegangswegen :
a. van gebouwen voor de huisvesting van gemeentelijke en provinciale diensten;
b. van gebouwen voor de huisvesting van administratieve en technische lokalen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
c. van gebouwen voor de beoefening van de lekenmoraal en de erkende erediensten;
d. van gebouwen voor de verenigingen van gemeenten waarvan enkel de publiekrechtelijke personen lid zijn;
e. van gemeentelijke kinderbewaarplaatsen en gemeentelijke kinderopvanghuizen erkend door de bevoegde overheid;
5° de kleine sociale buurtinfrastructuren, voorzover zij onvoorwaardelijk toegankelijk zijn voor allen en niet met handelsdoeleinden worden uitgebaat;
6° de aankoop, met uitsluiting van de grond, van onroerende goeden bestemd voor het gebruik van de rechtspersonen aangewezen in artikel 3 van dit decreet.
1° a. de aanleg, de inrichting en het buitengewoon onderhoud van openbare wegen, met inbegrip van toebehoren zoals stadsmeubilair, verkeerstekens, beplantingen en voor de gelegenheid ontworpen kunstwerken;
b. de aanleg en de inrichting van parkeerplaatsen op het openbaar domein, voorzover die werken rekening houden met het gemeentelijk mobiliteitsplan indien bestaand.
Indien de gemeente over een gemeentelijk mobiliteitsplan beschikt, worden de eventuele afwijkingen van dat plan in het voorontwerp gemotiveerd;
2° de bouw, het herstel en de vernieuwing van waterleidingen;
3° de installatie, de uitbreiding, de verplaatsing en de vernieuwing van de openbare verlichting;
4° de bouw, de verbouwing en de vernieuwbouw en de aanleg van de toegangswegen :
a. van gebouwen voor de huisvesting van gemeentelijke en provinciale diensten;
b. van gebouwen voor de huisvesting van administratieve en technische lokalen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
c. van gebouwen voor de beoefening van de lekenmoraal en de erkende erediensten;
d. van gebouwen voor de verenigingen van gemeenten waarvan enkel de publiekrechtelijke personen lid zijn;
e. van gemeentelijke kinderbewaarplaatsen en gemeentelijke kinderopvanghuizen erkend door de bevoegde overheid;
5° de kleine sociale buurtinfrastructuren, voorzover zij onvoorwaardelijk toegankelijk zijn voor allen en niet met handelsdoeleinden worden uitgebaat;
6° de aankoop, met uitsluiting van de grond, van onroerende goeden bestemd voor het gebruik van de rechtspersonen aangewezen in artikel 3 van dit decreet.
Art.5. Les investissements visés à l'article 4, alinéa 1er, du présent décret consistent en des travaux, en ce compris les essais préalables et ceux nécessaires à leur contrôle, des acquisitions énumérées ci-après :
1° a. la création, l'aménagement et l'entretien extraordinaire des voiries publiques, y compris les accessoires, tels que le mobilier urbain, la signalisation, les plantations et les oeuvres d'art créées pour l'occasion;
b. la création et l'aménagement des parkings établis sur le domaine public, pour autant que ces travaux respectent le plan communal de mobilité, s'il existe.
Lorsque la commune dispose d'un plan communal de mobilité, l'avant-projet motive les éventuels écarts par rapport à ce plan;
2° la construction, la réfection et le renouvellement d'aqueducs;
3° l'installation, l'extension, le déplacement et le renouvellement de l'éclairage public;
4° la construction, la transformation et la réhabilitation, ainsi que l'aménagement de leurs abords :
a. de bâtiments destinés aux services publics communaux et provinciaux;
b. de bâtiments destinés aux locaux administratifs et techniques de centres publics d'aide sociale;
c. de bâtiments destinés à l'exercice de la morale laïque ou à l'exercice des cultes reconnus;
d. de bâtiments destinés aux associations de communes dont seules sont membres les personnes de droit public;
e. de crèches communales et maisons communales d'accueil de l'enfance agréées par l'autorité compétente;
5° les petites infrastructures sociales de quartier, pour autant qu'elles soient inconditionnellement accessibles à tous et non exploitées à des fins commerciales;
6° l'acquisition, à l'exclusion du terrain, des biens immobiliers destinés à l'usage des personnes morales désignées à l'article 3 du présent décret.
1° a. la création, l'aménagement et l'entretien extraordinaire des voiries publiques, y compris les accessoires, tels que le mobilier urbain, la signalisation, les plantations et les oeuvres d'art créées pour l'occasion;
b. la création et l'aménagement des parkings établis sur le domaine public, pour autant que ces travaux respectent le plan communal de mobilité, s'il existe.
Lorsque la commune dispose d'un plan communal de mobilité, l'avant-projet motive les éventuels écarts par rapport à ce plan;
2° la construction, la réfection et le renouvellement d'aqueducs;
3° l'installation, l'extension, le déplacement et le renouvellement de l'éclairage public;
4° la construction, la transformation et la réhabilitation, ainsi que l'aménagement de leurs abords :
a. de bâtiments destinés aux services publics communaux et provinciaux;
b. de bâtiments destinés aux locaux administratifs et techniques de centres publics d'aide sociale;
c. de bâtiments destinés à l'exercice de la morale laïque ou à l'exercice des cultes reconnus;
d. de bâtiments destinés aux associations de communes dont seules sont membres les personnes de droit public;
e. de crèches communales et maisons communales d'accueil de l'enfance agréées par l'autorité compétente;
5° les petites infrastructures sociales de quartier, pour autant qu'elles soient inconditionnellement accessibles à tous et non exploitées à des fins commerciales;
6° l'acquisition, à l'exclusion du terrain, des biens immobiliers destinés à l'usage des personnes morales désignées à l'article 3 du présent décret.
Art.6. De regering bepaalt :
1° de aard, de bestemming of het gebruik van de investeringen bedoeld in artikel 5 die gesubsidieerd zouden kunnen worden;
2° de bijzondere voorwaarden voor de toekenning van de subsidies, de procedure voor de indiening van de aanvragen en de lijst van de te verstrekken documenten;
3° de subsidiepercentages die gedurende een periode van drie jaar gelden.
1° de aard, de bestemming of het gebruik van de investeringen bedoeld in artikel 5 die gesubsidieerd zouden kunnen worden;
2° de bijzondere voorwaarden voor de toekenning van de subsidies, de procedure voor de indiening van de aanvragen en de lijst van de te verstrekken documenten;
3° de subsidiepercentages die gedurende een periode van drie jaar gelden.
Art.6. Le Gouvernement arrête :
1° la nature, la destination ou l'usage des investissements visés à l'article 5 susceptibles d'être subventionnés;
2° les conditions particulières d'octroi de subventions, la procédure d'introduction des demandes et la liste des documents à fournir;
3° les taux de subventions applicables pendant une période de trois ans.
1° la nature, la destination ou l'usage des investissements visés à l'article 5 susceptibles d'être subventionnés;
2° les conditions particulières d'octroi de subventions, la procédure d'introduction des demandes et la liste des documents à fournir;
3° les taux de subventions applicables pendant une période de trois ans.
Art.7. § 1. Het driejarenprogramma wordt door de regering goedgekeurd.
In de beslissing tot gehele of gedeeltelijke goedkeuring van het driejarenprogramma worden meer bepaald de technische en economische waarde van de investeringen en de financiële draagkracht van aanvrager en Gewest in overweging genomen.
De regering beslist in zestig dagen na ontvangst van het programma. Hij kan in een gemotiveerde beslissing waarvan voor verstrijken van de termijn kennis wordt gegeven aan de aanvrager de termijn één enkele keer verlengen met een nieuwe termijn van maximum dertig dagen.
Indien de regering binnen de dertig dagen na verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid geen kennisgeving heeft verstuurd, is het programma geacht goedgekeurd te zijn.
§ 2. Het driejarenprogramma kan worden gewijzigd door de aanvrager op voorwaarde dat de wijziging behoorlijk verantwoord en door de regering goedgekeurd wordt.
De bepalingen betreffende de uitwerking van het driejarenprogramma gelden ook voor de wijziging.
In de beslissing tot gehele of gedeeltelijke goedkeuring van het driejarenprogramma worden meer bepaald de technische en economische waarde van de investeringen en de financiële draagkracht van aanvrager en Gewest in overweging genomen.
De regering beslist in zestig dagen na ontvangst van het programma. Hij kan in een gemotiveerde beslissing waarvan voor verstrijken van de termijn kennis wordt gegeven aan de aanvrager de termijn één enkele keer verlengen met een nieuwe termijn van maximum dertig dagen.
Indien de regering binnen de dertig dagen na verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid geen kennisgeving heeft verstuurd, is het programma geacht goedgekeurd te zijn.
§ 2. Het driejarenprogramma kan worden gewijzigd door de aanvrager op voorwaarde dat de wijziging behoorlijk verantwoord en door de regering goedgekeurd wordt.
De bepalingen betreffende de uitwerking van het driejarenprogramma gelden ook voor de wijziging.
Art.7. § 1er. Le programme triennal est approuvé par le Gouvernement.
La décision d'approbation totale ou partielle du programme triennal prend en considération, notamment, la valeur technique et économique des investissements, et la capacité financière du demandeur et de la Région.
Le Gouvernement statue dans les soixante jours de la réception du programme. Il peut, par décision motivée et notifiée au demandeur avant l'expiration du délai, proroger celui-ci une seule fois pour un nouveau délai de trente jours au maximum.
A défaut de notification par le Gouvernement dans les trente jours qui suivent l'expiration du délai visé à l'alinéa 3, le programme est réputé approuvé.
§ 2. Le programme triennal peut être modifié par le demandeur, à condition que cette modification soit dûment justifiée et approuvée par le Gouvernement.
Les dispositions relatives à l'élaboration du programme triennal sont applicables à sa modification.
La décision d'approbation totale ou partielle du programme triennal prend en considération, notamment, la valeur technique et économique des investissements, et la capacité financière du demandeur et de la Région.
Le Gouvernement statue dans les soixante jours de la réception du programme. Il peut, par décision motivée et notifiée au demandeur avant l'expiration du délai, proroger celui-ci une seule fois pour un nouveau délai de trente jours au maximum.
A défaut de notification par le Gouvernement dans les trente jours qui suivent l'expiration du délai visé à l'alinéa 3, le programme est réputé approuvé.
§ 2. Le programme triennal peut être modifié par le demandeur, à condition que cette modification soit dûment justifiée et approuvée par le Gouvernement.
Les dispositions relatives à l'élaboration du programme triennal sont applicables à sa modification.
Art.8. Elke investering bepaald in artikel 1 wordt besproken in een plenaire voorontwerpvergadering en, in voorkomend geval, in een eindontwerpvergadering die door de aanvrager belegd en voorgezeten worden, waarop elke persoon uitgenodigd wordt die gemachtigd is om de instellingen te vertegenwoordigen die tussenbeide zouden kunnen komen in de uitwerking en de uitvoering van de investering om er de kwaliteit van te waarborgen en, behoudens overmacht, binnen de twee jaar alle nieuwe werken te voorkomen die in de omtrek van de in overweging genomen investering plaats zouden kunnen vinden.
Indien de investering bedoeld in het eerste lid [1 een stedenbouwkundige vergunning in de zin van het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling]1 vereist, wordt er bij het voorontwerp een stedenbouwkundig attest nr. 2 gevoegd.
De regering legt de vergaderwijze vast, evenals de lijst van de personen en instellingen die tussenbeide zouden kunnen komen in de uitwerking en de uitvoering van de investering, en de opdrachten ervan.
Indien de investering bedoeld in het eerste lid [1 een stedenbouwkundige vergunning in de zin van het Wetboek van Ruimtelijke ontwikkeling]1 vereist, wordt er bij het voorontwerp een stedenbouwkundig attest nr. 2 gevoegd.
De regering legt de vergaderwijze vast, evenals de lijst van de personen en instellingen die tussenbeide zouden kunnen komen in de uitwerking en de uitvoering van de investering, en de opdrachten ervan.
Modifications
Art.8. Chaque investissement prévu à l'article 1er fait l'objet d'une réunion plénière d'avant-projet et, s'il échet, d'une réunion sur projet définitif, organisées et présidées par le demandeur, auxquelles sont convoquées toutes les personnes habilitées à représenter les organismes susceptibles d'intervenir dans le cours de l'élaboration et de la réalisation de l'investissement afin d'en garantir sa qualité et, sauf cas de force majeure, d'éviter tous nouveaux travaux endéans les deux ans sur le périmètre de l'investissement considéré.
Lorsque l'investissement prévu à l'alinéa 1er requiert [1 un permis d'urbanisme au sens du Code du développement territorial]1, l'avant-projet est accompagné d'un certificat d'urbanisme n° 2.
Le Gouvernement arrête les modalités de ces réunions, la liste des personnes et organismes susceptibles d'intervenir dans le cours de l'élaboration et de la réalisation de l'investissement et fixe leurs missions.
Lorsque l'investissement prévu à l'alinéa 1er requiert [1 un permis d'urbanisme au sens du Code du développement territorial]1, l'avant-projet est accompagné d'un certificat d'urbanisme n° 2.
Le Gouvernement arrête les modalités de ces réunions, la liste des personnes et organismes susceptibles d'intervenir dans le cours de l'élaboration et de la réalisation de l'investissement et fixe leurs missions.
Modifications
Art.9. De aanvrager belegt de plenaire voorontwerpvergadering, waarvan de modaliteiten door de regering worden vastgesteld, en zit ze voor.
De personen bepaald in artikel 8 verstrekken de aanvrager volledige, duidelijke en beknopte inlichtingen over regelgevende en technische aangelegenheden waardoor hij onverminderd de te bekomen machtigingen het investeringsonderzoek kan beëindigen en de werken in aanbesteding kan geven.
De aanvrager notuleert de vergadering en maakt de notulen binnen een termijn van tien dagen over aan de personen waarvan sprake in artikel 8.
Die personen beschikken over tien dagen te rekenen van de kennisgeving om hun opmerkingen aan de aanvrager over te maken, gestaafd met de aanvullende documenten indien nodig. De notulen worden hen binnen een termijn van tien dagen te rekenen van het einde van de termijn voor de ontvangst van de opmerkingen overgemaakt. Zij kunnen niet meer betwist worden. De notulen waarover geen opmerkingen zijn geformuleerd binnen een termijn van tien dagen worden geacht goedgekeurd te zijn.
De termijnen bedoeld in het derde en het vierde lid worden eenmaal verlengd indien zij beginnen of vervallen tijdens de maanden juli en augustus. Zij worden opgeschort tussen Kerstmis en Nieuwjaar.
Indien de aanvrager de organisatie van een plenaire voorontwerpvergadering niet naleeft, wordt het voordeel van de gewestelijke financiële tegemoetkoming voor de betrokken investering automatisch verworpen.
De personen bepaald in artikel 8 verstrekken de aanvrager volledige, duidelijke en beknopte inlichtingen over regelgevende en technische aangelegenheden waardoor hij onverminderd de te bekomen machtigingen het investeringsonderzoek kan beëindigen en de werken in aanbesteding kan geven.
De aanvrager notuleert de vergadering en maakt de notulen binnen een termijn van tien dagen over aan de personen waarvan sprake in artikel 8.
Die personen beschikken over tien dagen te rekenen van de kennisgeving om hun opmerkingen aan de aanvrager over te maken, gestaafd met de aanvullende documenten indien nodig. De notulen worden hen binnen een termijn van tien dagen te rekenen van het einde van de termijn voor de ontvangst van de opmerkingen overgemaakt. Zij kunnen niet meer betwist worden. De notulen waarover geen opmerkingen zijn geformuleerd binnen een termijn van tien dagen worden geacht goedgekeurd te zijn.
De termijnen bedoeld in het derde en het vierde lid worden eenmaal verlengd indien zij beginnen of vervallen tijdens de maanden juli en augustus. Zij worden opgeschort tussen Kerstmis en Nieuwjaar.
Indien de aanvrager de organisatie van een plenaire voorontwerpvergadering niet naleeft, wordt het voordeel van de gewestelijke financiële tegemoetkoming voor de betrokken investering automatisch verworpen.
Art.9. Le demandeur organise et préside la réunion plénière d'avant-projet dont les modalités sont fixées par le Gouvernement.
Les personnes prévues à l'article 8 remettent au demandeur toutes les informations réglementaires et techniques, dans des formes complètes, claires et concises, lui permettant, sans préjudice des autorisations à obtenir, de finaliser l'étude de l'investissement et de procéder à la mise en adjudication des travaux.
Le demandeur dresse un procès-verbal de la réunion, lequel est transmis aux personnes dont question à l'article 8 dans un délai de dix jours.
Ces personnes disposent de dix jours à compter de la notification pour faire connaître leurs remarques au demandeur, appuyées de documents complémentaires s'il échet. Le procès-verbal leur parvient dans un délai de dix jours à dater du terme du délai de réception des remarques. Il n'est plus susceptible d'être contesté. Le procès-verbal qui n'a pas fait l'objet de remarques dans un délai de dix jours est réputé approuvé.
Les délais susvisés aux alinéas 3 et 4, sont doublés lorsqu'ils débutent ou arrivent à échéance durant les mois de juillet et d'août. Ils sont suspendus entre Noël et Nouvel An.
Le non-respect par le demandeur de l'organisation d'une réunion plénière d'avant-projet entraîne automatiquement le rejet du bénéfice de l'aide financière régionale pour l'investissement concerné.
Les personnes prévues à l'article 8 remettent au demandeur toutes les informations réglementaires et techniques, dans des formes complètes, claires et concises, lui permettant, sans préjudice des autorisations à obtenir, de finaliser l'étude de l'investissement et de procéder à la mise en adjudication des travaux.
Le demandeur dresse un procès-verbal de la réunion, lequel est transmis aux personnes dont question à l'article 8 dans un délai de dix jours.
Ces personnes disposent de dix jours à compter de la notification pour faire connaître leurs remarques au demandeur, appuyées de documents complémentaires s'il échet. Le procès-verbal leur parvient dans un délai de dix jours à dater du terme du délai de réception des remarques. Il n'est plus susceptible d'être contesté. Le procès-verbal qui n'a pas fait l'objet de remarques dans un délai de dix jours est réputé approuvé.
Les délais susvisés aux alinéas 3 et 4, sont doublés lorsqu'ils débutent ou arrivent à échéance durant les mois de juillet et d'août. Ils sont suspendus entre Noël et Nouvel An.
Le non-respect par le demandeur de l'organisation d'une réunion plénière d'avant-projet entraîne automatiquement le rejet du bénéfice de l'aide financière régionale pour l'investissement concerné.
Art.10. § 1. Binnen de twee maanden te rekenen van de voorontwerpvergadering kan de aanvrager een vergadering beleggen over het eindproject die aan de beslissing voorafgaat waarbij hij het ontwerp goedkeurt, kiest de wijze van gunning van de opdracht en stelt er de voorwaarden van vast en stelt de bestanddelen vast die de aankondiging van de opdracht uitmaken.
De bepalingen van artikel 9 gelden voor de eindontwerpvergadering.
§ 2. De aanvrager kan het advies van het bestuur over het eindontwerp inwinnen.
De regering bepaalt de wijze waarop dat gebeurt.
De bepalingen van artikel 9 gelden voor de eindontwerpvergadering.
§ 2. De aanvrager kan het advies van het bestuur over het eindontwerp inwinnen.
De regering bepaalt de wijze waarop dat gebeurt.
Art.10. § 1er. Dans les deux mois à dater de la réunion d'avant-projet, le demandeur peut organiser une réunion sur projet définitif préalable à la délibération par laquelle il approuve le projet, choisit le mode de passation du marché et en fixe les conditions et fixe les éléments constitutifs de l'avis de marché.
Les dispositions de l'article 9, sont applicables à la réunion sur projet définitif.
§ 2. Le demandeur peut solliciter l'avis de l'administration sur le projet définitif.
Le Gouvernement arrête les modalités de cette démarche.
Les dispositions de l'article 9, sont applicables à la réunion sur projet définitif.
§ 2. Le demandeur peut solliciter l'avis de l'administration sur le projet définitif.
Le Gouvernement arrête les modalités de cette démarche.
Art.11. § 1. Binnen de zes maanden te rekenen van de plenaire voorontwerpvergadering maakt de aanvrager het volledige dossier over de toewijzing van de opdracht aan het bestuur over.
Die termijn kan met twee maanden worden verlengd na gemotiveerd verzoek van de aanvrager.
De Inspecteur van Financiën brengt binnen de dertig dagen na ontvangst door de regering advies uit. Bij ontstentenis is dat advies geacht gunstig te zijn.
§ 2. De regering kan de beslissingen tot gunning van opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten met betrekking tot de ontwerpen die in het driejarenprogramma opgenomen zijn, vernietigen indien de aanvrager de wet of het algemeen belang schendt.
De vernietigingstermijn bedraagt veertig dagen te rekenen van de ontvangst van de beslissing door het bestuur. De regering kan bij besluit de termijn die hem opgelegd wordt om zijn bevoegdheid uit te oefenen verlengen met een maximumduur die gelijk is aan de helft van die termijn.
De beslissingen waarbij de aanvrager de opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten gunt, zijn enkel uitvoerbaar vanaf de dag waarop zij niet meer vernietigd kunnen worden.
§ 2. Van elk vernietigingsbesluit van de regering wordt aan de aanvrager uiterlijk de dag na verval van de termijn kennis gegeven, op straffe van nietigheid.
Die termijn kan met twee maanden worden verlengd na gemotiveerd verzoek van de aanvrager.
De Inspecteur van Financiën brengt binnen de dertig dagen na ontvangst door de regering advies uit. Bij ontstentenis is dat advies geacht gunstig te zijn.
§ 2. De regering kan de beslissingen tot gunning van opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten met betrekking tot de ontwerpen die in het driejarenprogramma opgenomen zijn, vernietigen indien de aanvrager de wet of het algemeen belang schendt.
De vernietigingstermijn bedraagt veertig dagen te rekenen van de ontvangst van de beslissing door het bestuur. De regering kan bij besluit de termijn die hem opgelegd wordt om zijn bevoegdheid uit te oefenen verlengen met een maximumduur die gelijk is aan de helft van die termijn.
De beslissingen waarbij de aanvrager de opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten gunt, zijn enkel uitvoerbaar vanaf de dag waarop zij niet meer vernietigd kunnen worden.
§ 2. Van elk vernietigingsbesluit van de regering wordt aan de aanvrager uiterlijk de dag na verval van de termijn kennis gegeven, op straffe van nietigheid.
Art.11. § 1er. Dans les six mois à dater de la réunion plénière d'avant-projet, le demandeur transmet à l'administration le dossier complet relatif à l'attribution du marché.
Ce délai peut être prorogé de deux mois sur requête motivée du demandeur.
L'Inspecteur des Finances rend son avis dans les trente jours de la réception par le Gouvernement. A défaut, celui-ci est réputé favorable.
§ 2. Le Gouvernement peut annuler les décisions d'attribution des marchés de travaux, de fournitures ou de services relatifs aux projets retenus dans le programme triennal, par lesquelles le demandeur viole la loi ou blesse l'intérêt général.
Le délai d'annulation est de quarante jours à partir de la réception de la décision par l'administration. Le Gouvernement peut, par arrêté, proroger le délai qui lui est imparti pour exercer son pouvoir d'une durée maximale égale à la moitié de ce délai.
Les décisions par lesquelles le demandeur attribue les marchés de travaux, de fournitures ou de services ne sont exécutoires qu'à partir du jour où elles ne sont plus susceptibles d'être annulées.
§ 3. Tout arrêté d'annulation du Gouvernement est notifié au demandeur au plus tard le jour de l'échéance du délai, sous peine de nullité.
Ce délai peut être prorogé de deux mois sur requête motivée du demandeur.
L'Inspecteur des Finances rend son avis dans les trente jours de la réception par le Gouvernement. A défaut, celui-ci est réputé favorable.
§ 2. Le Gouvernement peut annuler les décisions d'attribution des marchés de travaux, de fournitures ou de services relatifs aux projets retenus dans le programme triennal, par lesquelles le demandeur viole la loi ou blesse l'intérêt général.
Le délai d'annulation est de quarante jours à partir de la réception de la décision par l'administration. Le Gouvernement peut, par arrêté, proroger le délai qui lui est imparti pour exercer son pouvoir d'une durée maximale égale à la moitié de ce délai.
Les décisions par lesquelles le demandeur attribue les marchés de travaux, de fournitures ou de services ne sont exécutoires qu'à partir du jour où elles ne sont plus susceptibles d'être annulées.
§ 3. Tout arrêté d'annulation du Gouvernement est notifié au demandeur au plus tard le jour de l'échéance du délai, sous peine de nullité.
Art.12. § 1. Indien de beslissing tot gunning van de opdracht niet-aanleiding tot vernietiging heeft gegeven, geeft de regering binnen de vijftien dagen na verstrijken van de vernietigingstermijn kennis aan de aanvrager van het subsidiebedrag op grond van de goedgekeurde offerte, behoudens de beschikbare gewestelijke kredieten.
De subsidie kan het subsidiebedrag bepaald in het driejarenprogramma met niet meer dan 10 % overschrijden.
§ 2. De investeringen die de actieve inrichting van openbare ruimten tot doel hebben kunnen tegen 100 % gesubsidieerd worden in het kader van pilootprojecten waarin sociale clausules opgenomen worden met betrekking tot de opleiding of inschakeling van werkzoekenden.
De investeringen die het verhogen van de impact van de gesubsidieerde werken inzake werkgelegenheid, economische ontwikkeling, bestrijding van sociale uitsluiting en verbetering van de leefomgeving tot doel hebben kunnen tot 100 % gesubsidieerd worden in het kader van pilootprojecten waarin sociale clausules opgenomen worden met betrekking tot de opleiding of inschakeling van werkzoekenden.
Indien er geen sociale clausules zijn opgenomen voor de uitvoering van de werken bedoeld in vorige leden, kan de subsidiëring de 80 % niet overschrijden.
Er wordt een jaarverslag over de toepassing ervan gevoegd bij het verantwoordingsprogramma van de begroting van het daarop volgende jaar.
De subsidie kan het subsidiebedrag bepaald in het driejarenprogramma met niet meer dan 10 % overschrijden.
§ 2. De investeringen die de actieve inrichting van openbare ruimten tot doel hebben kunnen tegen 100 % gesubsidieerd worden in het kader van pilootprojecten waarin sociale clausules opgenomen worden met betrekking tot de opleiding of inschakeling van werkzoekenden.
De investeringen die het verhogen van de impact van de gesubsidieerde werken inzake werkgelegenheid, economische ontwikkeling, bestrijding van sociale uitsluiting en verbetering van de leefomgeving tot doel hebben kunnen tot 100 % gesubsidieerd worden in het kader van pilootprojecten waarin sociale clausules opgenomen worden met betrekking tot de opleiding of inschakeling van werkzoekenden.
Indien er geen sociale clausules zijn opgenomen voor de uitvoering van de werken bedoeld in vorige leden, kan de subsidiëring de 80 % niet overschrijden.
Er wordt een jaarverslag over de toepassing ervan gevoegd bij het verantwoordingsprogramma van de begroting van het daarop volgende jaar.
Art.12. § 1er. Si la décision d'attribution du marché n'a pas donné lieu à annulation, le Gouvernement notifie au demandeur, dans les quinze jours de l'échéance du délai d'annulation, le montant de la subvention, sur la base de l'offre approuvée, sous réserve des crédits régionaux disponibles.
La subvention ne peut dépasser de plus de 10 % le montant de la subvention prévue au programme triennal.
§ 2. Les investissements ayant pour objet l'aménagement actif d'espaces publics peuvent être subventionnés à 100 % dans le cadre de projets pilotes intégrant des clauses sociales relatives à la formation ou à l'insertion de demandeurs d'emploi.
Les investissements ayant pour objectif d'accroître l'impact des travaux subsidiés en matière d'emploi, de développement économique, de lutte contre l'exclusion sociale et d'amélioration du cadre de vie peuvent être subsidiés jusqu'à concurrence de 100 % dans le cadre de projets pilotes intégrant des clauses sociales relatives à la formation ou à l'insertion de demandeurs d'emploi.
A défaut d'intégration des clauses sociales pour la réalisation des travaux visés aux alinéas précédents, le subventionnement ne peut excéder un taux de 80 %.
Un rapport annuel concernant leur application sera joint au programme justificatif du budget de l'année subséquente.
La subvention ne peut dépasser de plus de 10 % le montant de la subvention prévue au programme triennal.
§ 2. Les investissements ayant pour objet l'aménagement actif d'espaces publics peuvent être subventionnés à 100 % dans le cadre de projets pilotes intégrant des clauses sociales relatives à la formation ou à l'insertion de demandeurs d'emploi.
Les investissements ayant pour objectif d'accroître l'impact des travaux subsidiés en matière d'emploi, de développement économique, de lutte contre l'exclusion sociale et d'amélioration du cadre de vie peuvent être subsidiés jusqu'à concurrence de 100 % dans le cadre de projets pilotes intégrant des clauses sociales relatives à la formation ou à l'insertion de demandeurs d'emploi.
A défaut d'intégration des clauses sociales pour la réalisation des travaux visés aux alinéas précédents, le subventionnement ne peut excéder un taux de 80 %.
Un rapport annuel concernant leur application sera joint au programme justificatif du budget de l'année subséquente.
Art.13. Er kunnen voorschotten op het subsidiebedrag worden toegekend, tegen de voorwaarden vastgesteld door de regering.
De regering kan bij de eindafrekening van de werken de in meer of minder afwijkende hoeveelheden en de noodzakelijke aanpassingen van de werken verbonden aan de oorspronkelijk voorziene werken in overweging nemen, zonder het bedrag van de subsidie die toegekend is overeenkomstig artikel 12, § 1, te overschrijden.
De regering kan bij de eindafrekening van de werken de in meer of minder afwijkende hoeveelheden en de noodzakelijke aanpassingen van de werken verbonden aan de oorspronkelijk voorziene werken in overweging nemen, zonder het bedrag van de subsidie die toegekend is overeenkomstig artikel 12, § 1, te overschrijden.
Art.13. Des avances sur le montant des subventions peuvent être accordées aux conditions fixées par le Gouvernement.
Le Gouvernement peut, au décompte final des travaux, prendre en considération les quantités en moins ou en plus et les nécessaires adaptations des travaux liées à l'exécution des travaux initialement prévus, sans dépassement du montant de la subvention octroyée conformément à l'article 12, § 1er.
Le Gouvernement peut, au décompte final des travaux, prendre en considération les quantités en moins ou en plus et les nécessaires adaptations des travaux liées à l'exécution des travaux initialement prévus, sans dépassement du montant de la subvention octroyée conformément à l'article 12, § 1er.
Art.14. Bij verstrijken van de periode die door het driejarenprogramma gedekt wordt, vervallen de subsidieaanvragen waarvoor geen kennisgeving, zoals bedoeld in artikel 12, is verstuurd. De investeringen waarvoor een eindontwerpvergadering belegd is, overeenkomstig artikel 10, worden evenwel opgenomen in een bij wijze van overgang vastgesteld driejarenprogramma indien de aanvrager geen andersluidende beslissing getroffen heeft binnen de dertig dagen te rekenen van 1 januari van het jaar volgend op de datum waarop het driejarenprogramma verstrijkt.
Art.14. A l'expiration de la période couverte par le programme triennal, les demandes de subventions pour lesquelles la notification prévue à l'article 12, n'a pas été faite deviennent caduques. Cependant, les investissements pour lesquels une réunion sur projet définitif a été organisée conformément à l'article 10, sont repris dans un programme triennal transitoire à défaut de décision contraire du demandeur dans les trente jours à dater du 1er janvier de l'année qui suit la date d'expiration du programme triennal.
Art.15. Het decreet van 1 december 1998 betreffende de subsidies toegekend door het Waalse Gewest aan bepaalde investeringen van openbaar nut, gewijzigd bij de decreten van 20 juli 1989, 30 april 1990 en 19 december 1996 wordt opgeheven.
Art.15. Le décret du 1er décembre 1988 relatif aux subventions octroyées par la Région wallonne à certains investissements d'intérêt public modifié par les décrets des 20 juillet 1989, 30 avril 1990 et 19 décembre 1996, est abrogé.
Art.16. De driejarenprogramma's 2004-2006 goedgekeurd vóór 1 januari 2005, overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 1 december 1988 betreffende de subsidies toegekend door het Waalse Gewest aan bepaalde investeringen van openbaar nut zijn geacht goedgekeurd te zijn overeenkomstig artikel 7 van dit decreet voor de betrokken periode.
Het decreet van 1 december 1988 betreffende de subsidies toegekend door het Waalse Gewest aan bepaalde investeringen van openbaar nut blijft gelden voor investeringprojecten die overeenkomstig artikel 5 van dat decreet zijn ingediend vóór 1 januari 2005.
Het decreet van 1 december 1988 betreffende de subsidies toegekend door het Waalse Gewest aan bepaalde investeringen van openbaar nut blijft gelden voor investeringprojecten die overeenkomstig artikel 5 van dat decreet zijn ingediend vóór 1 januari 2005.
Art.16. Les programmes triennaux 2004-2006 approuvés avant le 1er janvier 2005, conformément à l'article 5 du décret du 1er décembre 1988, relatif aux subventions octroyées par la Région wallonne à certains investissements d'intérêt public, sont réputés avoir été approuvés conformément à l'article 7 du présent décret pour la période concernée.
Le décret du 1er décembre 1988 relatif aux subventions octroyées par la Région wallonne à certains investissements d'intérêt public reste d'application pour les projets d'investissement introduits avant le 1er janvier 2005 conformément à l'article 5 dudit décret.
Le décret du 1er décembre 1988 relatif aux subventions octroyées par la Région wallonne à certains investissements d'intérêt public reste d'application pour les projets d'investissement introduits avant le 1er janvier 2005 conformément à l'article 5 dudit décret.
Art.17. Jaarlijks stelt de regering een algemeen verslag op over de toepassing van dit decreet. In dat verslag worden minstens volgende bestanddelen opgenomen :
- de aanvragen ingediend door de personen bedoeld in artikel 3;
- de ontwerpen aanvaard in de driejarenplannen;
- het percentage en het bedrag van de toegekende subsidies;
- het uitvoeringscijfer;
- een kwalitatieve evaluatie.
Het verslag wordt bij het verantwoordingsprogramma van het daaropvolgend jaar gevoegd.
- de aanvragen ingediend door de personen bedoeld in artikel 3;
- de ontwerpen aanvaard in de driejarenplannen;
- het percentage en het bedrag van de toegekende subsidies;
- het uitvoeringscijfer;
- een kwalitatieve evaluatie.
Het verslag wordt bij het verantwoordingsprogramma van het daaropvolgend jaar gevoegd.
Art.17. Chaque année, le Gouvernement rédige un rapport général sur l'application du présent décret. Ce rapport contiendra, au moins par commune, les éléments suivants :
- les demandes déposées par les personnes visées à l'article 3;
- les projets acceptés dans les plans triennaux;
- le taux et le montant des subventions allouées;
- le taux de réalisation;
- une évaluation qualitative.
Le rapport sera joint au programme justificatif de l'année subséquente.
- les demandes déposées par les personnes visées à l'article 3;
- les projets acceptés dans les plans triennaux;
- le taux et le montant des subventions allouées;
- le taux de réalisation;
- une évaluation qualitative.
Le rapport sera joint au programme justificatif de l'année subséquente.
Art. 18. Dit decreet treedt in werking op 1 januari (2007).
(NOTA : het DWG 2005-12-15/47, art. 120, brengt dezelfde wijziging aan. <DWG 2005-12-15/47, art. 120, Inwerkingtreding : 01-01-2006>)
(NOTA : het DWG 2006-12-21/16, art. 121 brengt dezelfde wijziging aan.
(NOTA : het DWG 2005-12-15/47, art. 120, brengt dezelfde wijziging aan. <DWG 2005-12-15/47, art. 120, Inwerkingtreding : 01-01-2006>)
(NOTA : het DWG 2006-12-21/16, art. 121 brengt dezelfde wijziging aan.
Art. 18. Le présent décret entre en vigueur le 1er janvier (2007).
(NOTE : le DRW 2005-12-15/47, art. 120, apporte la même modification.)
(NOTE : le DRW 2006-12-21/16, art. 121, apporte la même modification.
(NOTE : le DRW 2005-12-15/47, art. 120, apporte la même modification.
(NOTE : le DRW 2006-12-21/16, art. 121, apporte la même modification.