Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
11 MAART 2004. - Decreet betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-04-2004 en tekstbijwerking tot 20-08-2024)
Titre
11 MARS 2004. - Décret relatif aux incitants régionaux en faveur des petites ou moyennes entreprises. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-04-2004 et mise à jour au 20-08-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (39)
Texte (39)
HOOFDSTUK I. - Voorwerp en toepassingsgebied.
CHAPITRE Ier. - Objet et champ d'application.
Artikel 1. Om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het Gewest kan de regering binnen de specifieke perken van de begroting zoals jaarlijks vastgesteld, incentives toekennen aan de kleine of middelgrote onderneming die een investeringsprogramma doorvoert of die één of meerdere verrichtingen doorvoert die op bepalende wijze bijdragen aan de duurzame ontwikkeling. Die investeringen mogen het evenwicht tussen de economische, maatschappelijke en ecologische component van de duurzame ontwikkeling niet in het gedrang brengen.
Article 1. En vue de contribuer au développement durable de la Région, le Gouvernement peut octroyer, dans les limites budgétaires spécifiques fixées annuellement, des incitants à la petite ou moyenne entreprise qui réalise un programme d'investissements ou qui effectue une ou plusieurs opérations contribuant de manière déterminante au développement durable. Ces investissements ou opérations ne doivent pas compromettre l'équilibre entre les composantes économique, sociale et environnementale du développement durable.
Art.2. De incentives nemen de vorm aan van premies, een vrijstelling van de onroerende voorheffing of een combinatie van die verschillende incentivevormen. Zij worden toegekend bij eenzijdige beslissing.
  [1 De incentives worden toegekend met inachtneming van de regelgeving van de Europese Gemeenschap inzake staatssteun]1.
  Voor eenzelfde investeringsprogramma of eenzelfde verrichting mag de onderneming het voordeel van de incentives bepaald bij dit decreet niet samenvoegen met incentives die zij gekregen heeft krachtens andere gewestelijke decreet- of regelgeving.
  [1 In afwijking van het vierde lid kunnen de incentives worden samengevoegd met Europese fondsen of met financieringen die worden toegekend door de vennootschappen bedoeld bij het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen]1.
  [1 In alle gevallen is het cumulatieve bedrag van de stimuleringsmaatregelen, uitgedrukt in bruto-subsidie-equivalent, in overeenstemming met de Europese regelgeving inzake staatssteun.]1
  
Art.2. Les incitants prennent la forme de primes, d'une exonération du précompte immobilier ou d'une combinaison de ces différentes formes d'incitants. Ils sont octroyés par décision unilatérale.
  [1 Les incitants sont octroyés dans le respect de la réglementation européenne en matière d'aides d'Etat]1.
  Pour un même programme d'investissements ou une même opération, l'entreprise ne peut cumuler le bénéfice des incitants prévus par le présent décret avec des incitants obtenus en vertu d'autres législations ou réglementations régionales.
  [1 Par dérogation à l'alinéa 3, les incitants prévus par le présent décret peuvent être cumulés avec les fonds européens ou avec les financements accordés par les sociétés visées par le décret du 19 octobre 2022 relatif aux sociétés régionales de développement économique et aux sociétés spécialisées]1.
  [1 Dans tous les cas, le montant cumulé des incitants exprimé en équivalent-subvention brut est conforme à la règlementation européenne en matière d'aides d'Etat.]1
  
Art.3. § 1. Voor incentives zoals bepaald bij dit decreet kan in aanmerking komen de kleine of middelgrote onderneming [5 die een vestigingseenheid heeft, in de zin van artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht, in]5 het Waalse Gewest en er een investeringsprogramma zoals bedoeld in artikel 5 [2 ...]2 doorvoert.
  § 2. Om in aanmerking te komen voor de incentives dient de kleine of middelgrote onderneming :
  1° ofwel een natuurlijke persoon te zijn [5 ...]5 die een zelfstandig beroep uitoefent of een tussen die personen gevormde vereniging te zijn;
  2° ofwel één van de vennootschappen opgesomd in artikel [3 artikel 1:5]3 of een Europees economisch samenwerkingsverband te zijn;
  3° [4 ...]4 [5 ofwel een vereniging zonder winstoogmerk bedoeld in Boek 9 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen :
   a) die BTW-plichtig is;
   b) die een economische activiteit uitoefent, namelijk een activiteit bestaande in het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt;
   c) waarvan de financiering uit publieke bronnen niet meer dan vijftig procent bedraagt, met uitzondering van werkgelegenheidssteun]5
;
  4° [5 ...]5.
  [5 De publiekrechtelijke rechtspersoon en de vereniging van gemeenten, ongeacht haar rechtsvorm, zijn uitgesloten van het voordeel van de incentives bedoeld bij dit decreet. De kleine of middelgrote onderneming die gekwalificeerd is als aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, wordt gelijkgesteld met de publiekrechtelijke rechtspersoon]5.
  § 3. (De kleine en middelgrote onderneming is de onderneming waarvan de criteria worden bepaald in de artikelen 2 en 3 van [1 bijlage I bij de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, hierna "bijlage I bij de Verordening (EU) nr. 651/2014 genoemd]1)
  § 4. (...)
  § 5. (De zeer kleine onderneming is een micro-onderneming die overeenstemt met de criteria voor de bepaling van kleine en middelgrote ondernemingen bedoeld in § 3 en nader omschreven in artikel 2, 3 van [1 bijlage I bij de Verordening (EU) nr. 651/2014]1.)
  § 6. (De spin-off is de onderneming bedoeld in de paragrafen 3 of 5 opgericht door onderzoekers, of universitairen of industriëlen, vertrekkend van hun onderzoeksresultaten.)
  § 7. (...)
  § 8. (...)
  § 9. De regering kan de criteria bedoeld [5 in de paragrafen 2 tot en met 6]5 nader bepalen of ze aanpassen om ervoor te zorgen dat dit decreet in overeenstemming is met de communautaire regels die goedgekeurd zijn als de bepalingen [5 van de artikelen 107 tot en met 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie]5.
  
Art.3. § 1er. Peut bénéficier des incitants prévus par le présent décret la petite ou moyenne entreprise qui a [5 une unité d'établissement, visée à l'article I.2., 16°, du Code de droit économique, située]5 dans la Région wallonne et qui y réalise un programme d'investissements visé à l'article 5 [2 ...]2.
  § 2. Pour bénéficier des incitants, la petite ou moyenne entreprise doit être :
  1° soit une personne physique [5 ...]5 exerçant une profession indépendante ou une association formée entre ces personnes;
  2° soit une des sociétés énumérées à [3 L'article 1:5, § 2, du Code des sociétés et des associations ou constituées en vertu du droit d'un Etat membre de l'Union européenne]3 ou un groupement européen d'intérêt économique;
  3° [4 ...]4 [5 soit une association sans but lucratif visée au Livre 9 du Code des sociétés et des associations :
   a) qui est assujettie à la T.V.A.;
   b) qui exerce une activité économique, à savoir une activité consistant à offrir des biens ou des services sur un marché donné;
   c) dont le financement d'origine publique ne dépasse pas cinquante pour cent en dehors des aides à l'emploi]5
;
  4° [5 ...]5.
  [5 La personne morale de droit public et l'association de communes quelle que soit sa forme juridique sont exclues du bénéfice des incitants prévus par le présent décret. La petite ou moyenne entreprise qui est qualifiée de pouvoir adjudicateur au sens de l'article 2, 1°, de la loi du 17 juin 2016 sur les marchés publics est assimilée à la personne morale de droit public]5.
  § 3. (La petite ou moyenne entreprise est l'entreprise dont les critères de définition sont ceux visés aux articles 2 et 3 de [1 l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité, ci-après dénommée, " l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014]1.)
  § 4. (...)
  § 5. (La très petite entreprise est la micro-entreprise correspondant aux critères de définition de petite ou moyenne entreprise visés au § 3 et mieux identifiée à l'article 2, 3, de [1 l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014]1.)
  § 6. (La spin-off est l'entreprise visée aux §§ 3 ou 5 créée par des chercheurs, qu'ils soient universitaires ou industriels, au départ des résultats de leurs recherches.)
  § 7. (...)
  § 8. (...)
  § 9. Le Gouvernement peut préciser les critères visés [5 aux paragraphes 2 à 6]5 ou les adapter pour assurer la conformité du présent décret aux règles communautaires adoptées au titre des dispositions prévues [5 aux articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne]5.
  
Art.4. Uitgesloten van het voordeel van de incentives wordt de kleine of middelgrote onderneming waarvan de activiteiten onder één der volgende gebieden vallen :
  1° bankwezen en andere financiële instellingen, verzekeringswezen en vastgoed;
  2° energie- of waterproductie en -verdeling;
  3° onderwijs, opvoeding en vorming;
  4° gezondheid en gezondheidszorgen;
  5° sportactiviteiten, vrijetijdsbesteding en verdeling van cultuurproducten;
  6° vrije beroepen.
  [1 ...]1
  De regering bepaalt de sectoren of delen van sectoren die uitgesloten zijn van het voordeel van één of meerdere incentives nader. In dat geval dienen de beginselen en de doelstellingen van de duurzame ontwikkeling in zijn gemotiveerde beslissing in overweging te worden genomen.
  De regering kan, [2 , op basis van de evaluatie bedoeld in artikel 24,]2 de uitgesloten sectoren of delen van sectoren wijzigen.
  
Art.4. Est exclue du bénéfice des incitants la petite ou moyenne entreprise dont les activités relèvent d'un des domaines suivants :
  1° les banques et autres institutions financières, les assurances et l'immobilier;
  2° la production et la distribution d'énergie ou d'eau;
  3° l'enseignement, l'éducation et la formation;
  4° la santé et les soins de santé;
  5° les activités sportives, de loisirs et de distribution de produits culturels;
  6° les professions libérales.
  [1 ...]1
  Le Gouvernement précise les secteurs ou parties de secteurs qui sont exclus du bénéfice d'un ou de plusieurs incitants. Dans ce cas, sa décision doit prendre en considération les principes et objectifs du développement durable.
  Le Gouvernement peut, [2 sur base des éléments visés à l'article 24,]2 modifier les secteurs ou parties de secteurs exclus.
  
HOOFDSTUK II. - Incentives.
CHAPITRE II. - Des incitants.
Art.5. § 1. De regering kan een investeringspremie verlenen aan de kleine of middelgrote onderneming die één van de volgende investeringsprogramma's verwezenlijkt :
  1° een investeringsprogramma dat bijdraagt in de oprichting of de ontwikkeling van de kleine of middelgrote onderneming, [2 het behoud of]2 het scheppen van werkgelegenheid of de bescherming van het milieu;
  2° een investeringsprogramma dat één van de beleidslijnen van bijzonder belang van het Gewest zoals door de regering bepaald, implementeert, namelijk inzonderheid :
  a. de totstandbrenging van gecombineerd vervoer;
  b. [1 ...]1;
  c. de oprichting van een onderneming door de vereniging van meerdere natuurlijke personen die er al hun hoofdactiviteiten uitoefenen en er hun voornaamste beroepsinkomsten uit betrekken, en die de risico's en de baten voortvloeiend uit de activiteit delen, hierna de " onderneming in verenigingsvorm " genaamd;
  d. de omvorming van een zeer kleine onderneming tot een onderneming in verenigingsvorm wegens haar groei;
  e. de valorisering van het rationeel gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van het Gewest;
  f. de oprichting van een spin-off;
  g. de implementering van alle vormen van duurzame samenwerking, of horizontaal of verticaal, tussen de kleine of de middelgrote ondernemingen bedoeld in artikel 13, met als doel het samenbrengen van middelen en structuren die de kleine of de middelgrote ondernemingen de mogelijkheid bieden om hun bedrijvigheid tot stand te brengen en de resultaten ervan te verhogen, ongeacht of die samenwerkingsvormen van de rechtspersoonlijkheid voorzien zijn of niet.
  § 2. Onder gecombineerd vervoer wordt het goederenvervoer verstaan waarvoor de vrachtwagen, de aanhangwagen, de oplegger, met of zonder trekker, de wissellaadbak of de container van twintig voet en meer gebruik maken van de weg, de spoorweg, de bevaarbare waterweg of de luchtweg voor een deel van het traject en minstens van een andere van die vervoersmiddelen voor het andere deel van het traject.
  § 3. De investeringen die voor een incentive in aanmerking kunnen komen, zijn de investeringen in materiële en immateriële vaste activa.
  De regering bepaalt de uitgesloten investeringen. In dat geval wordt in zijn beslissing rekening gehouden met het evenwicht tussen de componenten van de duurzame ontwikkeling, de specifieke Europese regels inzake investeringen, hun verankering in een bepaald grondgebied en hun standvastigheid om de consolidering of de creatie van werkgelegenheid te waarborgen.
  
Art.5. § 1er. Le Gouvernement peut octroyer une prime à l'investissement à la petite ou moyenne entreprise qui réalise l'un des programmes d'investissements suivants :
  1° un programme d'investissements concourant à la création ou au développement de la petite ou moyenne entreprise, [2 au maintien ou]2 à la création d'emplois ou à la protection de l'environnement;
  2° un programme d'investissements mettant en oeuvre une des politiques d'intérêt particulier de la Région wallonne, telles que définies par le Gouvernement, à savoir notamment :
  a. le développement du transport combiné;
  b. [1 ...]1;
  c. la création d'une entreprise par l'association de plusieurs personnes physiques, qui y exercent toutes leur activité principale et en tirent leurs principaux revenus professionnels, et qui partagent les risques et les profits résultant de l'activité, ci-après dénommée " l'entreprise associative ";
  d. la transformation d'une très petite entreprise en entreprise associative en raison de sa croissance;
  e. la valorisation de l'utilisation rationnelle des ressources naturelles de la Région;
  f. la création d'une spin-off;
  g. la mise en oeuvre de toutes formes de collaboration durable, de nature verticale ou horizontale, entre les petites ou moyennes entreprises visées à l'article 3, ayant pour objet la mise en commun de moyens et de structures permettant aux petites ou moyennes entreprises de développer leur activité économique et d'améliorer le résultat de leurs activités, que ces formes de collaboration aient la personnalité juridique ou non.
  § 2. Par transport combiné, on entend le transport de marchandises pour lequel le camion, la remorque, la semi-remorque, avec ou sans tracteur, la caisse mobile ou le conteneur de vingt pieds et plus utilise la route, le chemin de fer, la voie navigable ou la voie aérienne pour une partie du trajet et au moins un autre de ces moyens de transport pour l'autre partie du trajet.
  § 3. Les investissements pouvant faire l'objet d'un incitant sont les investissements en immobilisations corporelles et incorporelles.
  Le Gouvernement détermine les investissements exclus. Dans ce cas, sa décision tient compte de la prise en considération équilibrée des composantes du développement durable, des règles européennes spécifiques en matière d'investissements, du rattachement territorial de ceux-ci et de leur permanence en vue d'assurer la consolidation ou la création d'emplois.
  
Art.6. De regering bepaalt de bijzondere voorwaarden en wijze voor de toekenning van de investeringspremie waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de effecten van het investeringsprogramma op elke component van de duurzame ontwikkeling.
  [1 ...]1
  [1 De investeringspremie wordt uitgedrukt in een percentage van de in aanmerking komende investeringskosten en mag 21 % niet overschrijden]1.
  
Art.6. Le Gouvernement détermine les conditions et les modalités particulières d'octroi de la prime à l'investissement, en tenant compte de l'importance des effets du programme d'investissements sur chacune des composantes du développement durable.
  [1 ...]1
  [1 La prime à l'investissement est exprimée en un pourcentage du programme d'investissement admis et ne dépasse pas vingt et un pour cent]1.
  
Art.10. [1 In afwijking van artikel 4 en overeenkomstig artikel 107, §§ 2, b), en 3, b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de Europese maatregelen die de Europese Commissie op grond daarvan heeft vastgesteld, kan de Regering, onder de voorwaarden en volgens de procedures die zij bepaalt, steun verlenen aan een kleine of middelgrote onderneming waarvan de economische activiteit ernstig wordt aangetast door een buitengewone gebeurtenis.]1
  
Art.10. [1 Par dérogation à l'article 4 et conformément à l'article 107, §§ 2, b) et 3, b) du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne et des mesures européennes adoptées par la Commission européenne sur cette base, le Gouvernement peut, aux conditions et selon les modalités qu'il détermine, octroyer des aides à la petite ou moyenne entreprise dont l'activité économique se trouve gravement atteinte par un événement extraordinaire.]1
  
Art.11. De regering kan de kleine of middelgrote onderneming die in het kader van een investeringsprogramma als bedoeld in artikel 5 investeringen in vastgoed verwezenlijkt, met inbegrip van investeringen in materiaal dat onroerend van aard of door bestemming geacht wordt, de vrijstelling van de onroerende voorheffing met betrekking tot dat vastgoed toekennen.
  [1 Deze vrijstelling kan worden toegekend aan kleine of middelgrote ondernemingen voor een periode van drie tot vijf jaar, afhankelijk van de voorwaarden die door de Regering worden vastgesteld]1.
  [1 ...]1.
  [1 De duur bedoeld in het tweede lid wordt berekend]1 te rekenen van 1 januari van het jaar volgend op de bezetting en het gebruik van dat vastgoed.
  
Art.11. Le Gouvernement peut octroyer à la petite ou moyenne entreprise qui réalise, dans le cadre d'un programme d'investissements visé à l'article 5, des investissements en immeubles, en ce compris les investissements en matériel réputé immeuble par nature ou par destination, une exonération du précompte immobilier afférent à ces immeubles.
  [1 Cette exonération peut être octroyée à la petite ou à la moyenne entreprise pour une durée de trois à cinq ans en fonction des conditions déterminées par le Gouvernement]1.
  [1 ...]1.
  [1 La durée visée à l'alinéa 2 est calculée]1 à partir du 1er janvier de l'année qui suit l'occupation ou l'utilisation de ces immeubles.
  
HOOFDSTUK III.
CHAPITRE III.
HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden voor de toekenning en de instandhouding, aanvraag- en toekenningsprocedures, uitbetalings-, controle- en bestraffingswijze.
CHAPITRE IV. - Conditions d'octroi et de maintien, procédures de demande et d'octroi, modalités de liquidation, de contrôle et sanctions.
Art.15. De incentives worden toegekend aan de kleine of middelgrote onderneming die de wetsbepalingen over de uitoefening van zijn bedrijvigheid naleeft en de wet- en regelgeving in fiscale, sociale en ecologische aangelegenheden naleeft of die zich daartoe verbindt binnen de termijn vastgesteld door het bevoegde bestuur.
Art.15. Les incitants sont octroyés à la petite ou moyenne entreprise qui est en règle avec les dispositions légales qui régissent l'exercice de son activité et vis-à-vis des législations et réglementations fiscales, sociales et environnementales ou qui s'engage à se mettre en règle dans les délais fixés par l'administration compétente.
Art.16. De regering bepaalt de voorwaarden voor de instandhouding van de incentives die in de individuele beslissing tot toekenning ervan zijn opgenomen.
Art.16. Le Gouvernement détermine les conditions de maintien des incitants qui figurent dans la décision individuelle d'octroi.
Art.17. De kleine of middelgrote onderneming is er tijdens een termijn van vijf jaar te rekenen van de datum waarop de verwezenlijking van de investeringen beëindigd wordt, toe verplicht die investeringen aan te wenden voor de doeleinden en tegen de voorwaarden zoals voorzien, ze niet af te staan en ze in stand te houden in de bestemming waarvoor de incentive was toegekend.
Art.17. La petite ou moyenne entreprise est tenue, pendant un délai de cinq ans à partir de la date de la fin de la réalisation de l'investissement, d'utiliser celui-ci aux fins et conditions prévues, de ne pas le céder et de maintenir celui-ci dans la destination pour laquelle il avait été octroyé.
Art.18. De kleine of middelgrote onderneming licht de ondernemingsraad in over de motieven en wijze van uitbetaling van de toegekende incentives, evenals over de bepaalde controlemaatregelen.
Art.18. La petite ou moyenne entreprise informe le conseil d'entreprise des motifs et des modalités de liquidation des incitants accordés, ainsi que des mesures de contrôle prévues.
Art.19. De regering stelt de procedures voor aanvraag en toekenning van de incentives vast, waarbij hij rekening houdt met de omvang van de kleine of de middelgrote onderneming.
  Elke aanvraag voor een incentive dient aanleiding te geven tot een beslissing binnen een termijn van vier maanden te rekenen van het tijdstip waarop het dossier ingediend bij het bestuur volledig is.
  [1 ...]1
  (De Regering kan de kleine of middelgrote onderneming vrijstellen van de overmaking van de gegevens nodig voor het onderzoek van de aanvragen om incentives op voorwaarde dat die gegevens via andere kanalen beschikbaar zijn.)
  
Art.19. Le Gouvernement fixe les procédures de demande et d'octroi des incitants en tenant compte de la taille de la petite ou moyenne entreprise.
  Toute demande d'incitant doit donner lieu à une décision dans un délai de quatre mois à compter du moment où le dossier est complet.
  [1 ...]1.
  (Le Gouvernement peut dispenser la petite ou moyenne entreprise de transmettre les données nécessaires à l'analyse des demandes d'incitants dès lors que celles-ci sont accessibles par d'autres moyens.)
  
Art.19/1. [1 De termijnen bedoeld bij dit decreet of bedoeld in uitvoering van dit decreet beginnen te lopen de dag volgend op de ontvangst van het stuk waarvan wordt bepaald dat de termijn begint te lopen.
   De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.
   De vervaldag wordt evenwel naar de eerstvolgende werkdag verschoven wanneer de laatste dag voorzien om een procedureakte te stellen een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.
   Voor de berekening van de termijnen, wordt verstaan onder "werkdag" iedere dag, met uitzondering van zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.]1

  
Art. 19/1. [1 Les délais prévus dans le présent décret ou prévus en exécution du présent décret prennent cours le lendemain de la réception de la pièce à compter de laquelle il est prévu que le délai commence à courir.
   Le jour de l'échéance est compté dans le délai.
   Toutefois, lorsque le dernier jour prévu pour faire un acte de procédure est un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, le jour de l'échéance est reporté au premier jour ouvrable suivant.
   Pour le calcul des délais, l'on entend par " le jour ouvrable ", tout jour, à l'exclusion des samedis, dimanches et jours fériés légaux.]1

  
Art.20. [1 § 1. De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.
   § 3. Onverminderd paragraaf 3 worden de incentives bedoeld bij dit decreet [2 niet vereffend of]2 terugbetaald overeenkomstig het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden:
   1° in geval van niet-naleving van de bepalingen uitgebracht bij of krachtens dit decreet of de verplichtingen vervat in de individuele beslissing tot toekenning;
   2° in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de kleine of middelgrote onderneming;
   3° in geval van al dan niet bewuste verstrekking door de grote onderneming van onjuiste of onvolledige inlichtingen ongeacht het effect van die inlichtingen op het bedrag van de incentives, onverminderd de strafrechtelijke vervolging van de personen die die inlichtingen verstrekt zouden hebben.
   In geval van teruggave van de incentive bedoeld in artikel 11 wordt de vrijstelling van de onroerende voorheffing ab initio geschrapt.
   § 3. Wanneer er willens en wetens onjuiste of onvolledige informatie verstrekt wordt om de incentive bedoeld in artikel 5 te verkrijgen, kan de onderneming, haar aangestelde of lasthebber een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro worden opgelegd volgens de procedure of tegen de voorwaarden vastgesteld bij de bepalingen van hoofdstuk 9 van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen ]1
.
  
Art.20. [1 . Le contrôle de l'application du présent décret et de ses mesures d'exécution s'exerce conformément aux dispositions du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations.
   § 2. Sans préjudice du paragraphe 3, les incitants visés par le présent décret [2 ne sont pas liquidés ou]2 sont remboursés conformément au décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'administration publique wallonnes :
   1° en cas de non-respect des dispositions édictées par ou en vertu du présent décret ou des obligations contenues dans la décision individuelle d'octroi;
   2° en cas de faillite, de dissolution ou de mise en liquidation volontaire ou judiciaire de la petite ou moyenne entreprise;
   3° en cas de fourniture, sciemment, par la petite ou moyenne entreprise de renseignements inexacts ou incomplets, quel qu'ait été l'effet de ces renseignements sur le montant des incitants, sans préjudice des poursuites pénales applicables aux personnes ayant fourni ces renseignements.
   En cas de restitution de l'incitant visé à l'article 11, l'exonération du précompte immobilier est supprimée ab initio.
   § 3. Lorsque des renseignements inexacts ou incomplets ont été fournis sciemment en vue d'obtenir l'incitant visé à l'article 5, une amende administrative de 300 à 3.000 euros peut être infligée à l'entreprise, son préposé ou mandataire selon la procédure et aux conditions fixées par les dispositions du chapitre 9 du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations ]1
.
  
Art.21. [3 De Regering kan de incentives handhaven door af te wijken van artikel 20]3:
  a. in het geval waarin de niet-naleving van de voorwaarden [3 bedoeld in artikel 17]3 toe te schrijven is aan overmacht, namelijk abnormale en onvoorziene omstandigheden die vreemd zijn aan diegene die ze inroept en waarvan de gevolgen onvermijdelijk blijken te zijn ondanks alle gedane inspanningen;
  b. [1 in de gevallen van fusie of splitsing van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak, afstand van algemeenheid of bedrijfstak, [2 bedoeld in Boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2, evenals in geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie bedoeld in Titel V van Boek XX van het Wetboek van economisch recht, indien de bedrijvigheid van de onderneming in het Waalse Gewest voortgezet wordt, indien de investeringen overgedragen worden naar de nieuwe juridische constructie en in stand gehouden worden in de bestemming waarvoor ze zijn toegekend, en indien de verplichtingen die oorspronkelijk aan de begunstigde zijn opgelegd, worden nagekomen;]1
  c. in geval van afstand of wijziging van de bestemming of de gebruiksvoorwaarden, indien de kleine of middelgrote onderneming op voorhand om de toelating door de regering verzoekt.
  [1 In geval van instandhouding van de incentives bij een overdracht van onderneming of bij een verkoop van activa aan het einde van procedure van gerechtelijke reorganisatie, zoals bedoeld in het eerste lid, b., wordt het eventuele saldo van de premie niet gestort.]1
  [1 De Regering kan van artikel 20 afwijken door, in de gevallen waarin de feiten die tot teruggave aanleiding geven, niet ontstaan zijn uit een fout of een vrijwillige handeling van de onderneming of diens aandeelhouders, de incentives te beperken tot de verhouding tussen het aantal jaar waarin werkelijk gebruik is gemaakt van het goed waarvoor een incentive is toegekend en het aantal jaar bepaald in artikel 17 zonder dat evenwel minder dan drie jaar mag verstrijken zijn tussen het einde van de doorvoering van de investering en de dag waarop de gebeurtenis plaatsvindt die de intrekking van de incentive verantwoordt.]1
  
Art.21. [3 Le Gouvernement peut maintenir les incitants en dérogeant à l'article 20]3:
  a. dans le cas où le non-respect des conditions [3 visées à l'article 17]3 est dû à un cas de force majeure, à savoir des circonstances étrangères à celui qui les invoque, anormales et imprévisibles, dont les conséquences n'auraient pu être évitées, malgré toutes les diligences déployées;
  b. [1 dans les cas de fusion ou scission de société, d'apport d'universalité ou de branche d'activité, de cession d'universalité ou de branche d'activité, [2 visés au livre 12 du Code des sociétés et des associations]2 ainsi qu'en cas de procédure de réorganisation judiciaire telle que visée au Titre V du Livre XX du Code de Droit économique, si l'activité économique de la petite ou moyenne entreprise est poursuivie en Région wallonne, si les investissements sont transférés dans la nouvelle entité juridique et sont maintenus dans la destination pour laquelle ils avaient été octroyés et si les obligations initialement imposées au bénéficiaire sont respectées;]1
  c. dans les cas de cession ou de modification de la destination ou des conditions d'utilisation, si la petite ou moyenne entreprise en sollicite au préalable l'autorisation auprès du Gouvernement.
  [1 En cas de maintien des incitants lors d'un transfert d'entreprise ou lors d'une vente d'actif à l'issue d'une procédure de réorganisation judiciaire, telle que visée à l'alinéa 1er, b., le solde éventuel de la prime n'est pas versé. ]1
  [1 Le Gouvernement peut déroger à l'article 20 en maintenant, dans les cas où les faits donnant lieu à restitution ne trouvent pas leur origine dans une faute ou un acte volontaire de la petite ou moyenne entreprise ou de ses actionnaires, l'incitant à concurrence du rapport entre le nombre d'années d'utilisation réelle du bien qui a fait l'objet d'un incitant et le nombre d'années prévu à l'article 17, sans toutefois que moins de trois ans se soient écoulés depuis la fin de la réalisation de l'investissement jusqu'au jour de l'événement justifiant le retrait de l'incitant.]1
  
Art.22. De regering kan van artikel 20 afwijken door van de terugbetaling van de incentives geheel of gedeeltelijk af te zien indien de kost van de terugvordering ervan hoger dreigt te zijn dan de bedragen ervan.
Art.22. Le Gouvernement peut déroger à l'article 20 en renonçant à tout ou partie du remboursement des incitants lorsque le coût lié à la récupération de ceux-ci risque d'être supérieur à leurs montants.
Art.23. De regering bepaalt de wijze [1 en de voorwaarden]1 van uitbetaling en terugbetaling van de incentives.
  De incentives kunnen niet uitbetaald worden in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de kleine of middelgrote onderneming.
  [1 In geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, wordt de vereffening van de incentive opgeschort voor de duur van de procedure.]1
  
Art.23. Le Gouvernement détermine les modalités de liquidation [1 et les conditions]1 et de remboursement des incitants.
  Les incitants ne peuvent être liquidés en cas de faillite, de dissolution ou de mise en liquidation volontaire ou judiciaire de la petite ou moyenne entreprise.
  [1 En cas de procédure en réorganisation judiciaire, la liquidation est suspendue le temps de la procédure.]1
  
Art.23/1. [1 § 1. Een beroep kan ingesteld worden bij de betrokken personen tegen de beslissingen die krachtens dit artikel en zijn uitvoeringsbesluiten genomen zijn.
   Op straffe van niet-ontvankelijkheid dient de onderneming het beroep binnen dertig werkdagen na ontvangst van de beslissing in bij de door de Regering aangewezen dienst.
   § 2. De onderneming kan, indien zij er in het beroep om verzoekt, worden gehoord door de door de Regering aangewezen dienst op de door de Regering vastgestelde wijze.
   Het beroep bevat de middelen die ingeroepen worden tegen de omstreden beslissing, evenals een afschrift van die beslissing voor zover ze voorhanden is.
   Het beroep schorst de aangevochten beslissing niet.]1

  
Art. 23/1. [1 § 1er. Un recours est ouvert aux entreprises concernées contre les décisions prises en vertu du présent décret et de ses arrêtés d'exécution.
   A peine d'irrecevabilité, le recours est introduit devant le service désigné par le Gouvernement dans les trente jours ouvrables de la réception de la décision.
   § 2. L'entreprise peut, si elle en fait la demande dans le recours, être entendue par le service désigné par le Gouvernement dans les formes prévues par le Gouvernement.
   Le recours contient les moyens développés à l'encontre de la décision attaquée et une copie de cette décision pour autant qu'elle existe.
   Le recours n'est pas suspensif de la décision attaquée.]1

  
HOOFDSTUK IV/1. [1 Inzameling en beheer van gegevens]1
CHA¨PITRE IV/1 [1 De la récolte et de la gestion des données]1
Art.23/2. [1 De door de Regering aangewezen dienst is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG voor de verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn voor de analyse van de dossiers.]1
  
Art. 23/2. [1 Le service désigné par le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel au sens de l'article 4, 7), du Règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE pour les traitements des données à caractère personnel qui sont nécessaires à l'analyse des dossiers.]1
  
Art.23/3. [1 De categorieën persoonsgegevens die waarschijnlijk zullen worden verwerkt voor de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn:
   1° voor de onderneming als natuurlijk persoon, alle gegevens die direct of indirect betrekking hebben op de persoon geïdentificeerd als beheerder van de onderneming die nodig zijn voor het toekennen van de incentive of voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden van toekenning en instandhouding van deze incentive;
   2° de identificatiegegevens, met inbegrip van de elektronische identificatie van de contactpersoon;
   3° de identificatiegegevens van de mandataris van de onderneming;
   4° de activiteit van de onderneming;
   5° de gegevens met betrekking tot het investeringsplan;
   6° de gegevens met betrekking tot de verwerking van aanvragen om steun, incentives of vergoedingen
   7° de financiële informatie die noodzakelijk is voor het beheer van de betalingen, met inbegrip van de gegevens die zijn verkregen met het oog op de berekening en de betaling van de steun, de incentives en de vergoedingen, en met uitzondering van de inlichtingen met betrekking tot hun schulden, behalve in het geval van gerechtelijke reorganisatieprocedures als bedoeld in artikel 23;
   8° voor gegevens met betrekking tot een onroerend goed, de kadastrale gegevens of de gegevens met betrekking tot het goed;
   9° de gegevens met betrekking tot het behoud of de creatie van banen;
   10° de informatie met betrekking tot de steun die wordt aangevraagd bij andere openbare besturen;
   De Regering kan de gegevens bedoeld in het eerste lid nader bepalen.]1

  
Art. 23/3. [1 Les catégories de données à caractère personnel susceptibles d'être traitées pour la mise en oeuvre du présent décret et de ses arrêtés d'exécution sont :
   1° pour l'entreprise en personne physique, toutes les données qui se rapportent directement ou indirectement à la personne identifiée comme administratrice de l'entreprise, nécessaires pour l'octroi de l'incitant ou le contrôle du respect des conditions de l'octroi et du maintien de cet incitant;
   2° les données d'identification en ce compris l'identification électronique de la personne de contact;
   3° les données d'identification du mandataire de l'entreprise;
   4° l'activité de l'entreprise;
   5° les données qui concernent le plan d'investissement;
   6° les données relatives au traitement des demandes d'aides, d'incitants, ou d'indemnités;
   7° les informations financières nécessaires à la gestion des paiements, en ce compris les données obtenues pour donner suite au calcul et au paiement des aides, des incitants ou des indemnités, et à l'exclusion des renseignements relatifs à leurs dettes sauf en cas de procédure en réorganisation judiciaire telle que visée à l'article 23;
   8° pour les données concernant un bien immeuble, les données cadastrales ou relatives au bien;
   9° les données relatives au maintien ou à la création d'emploi;
   10° les informations relatives à d'autres aides sollicitées à d'autres pouvoirs publics.
   Le Gouvernement peut préciser les données visées à l'alinéa 1er.]1

  
Art.23/4. [1 Voor zover dit nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, worden persoonsgegevens die relevant zijn voor het certificeren van de naleving van de voorwaarden bedoeld bij of krachtens dit decreet, meegedeeld aan:
   1° de ambtenaren aangewezen door de Regering overeenkomstig artikel 1, 2°, van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen voor de controle op de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen;
   2° het Commissariaat-generaal voor Toerisme zodat het kan nagaan of er geen dubbele subsidiëring is van eenzelfde bedrijf voor hetzelfde doel;
   3° de diensten van de Regering die zich bezighouden met aanverwante zaken of die toezicht houden op terugvorderingszaken, om hen in staat te stellen de voor hun opdracht noodzakelijke controles en verificaties uit te voeren;
   4° het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen zodat het kan nagaan welke buitenlandse investeringen op het grondgebied van het Waalse Gewest zijn gedaan.]1

  
Art. 23/4. [1 Dans la limite de ce qui est nécessaire au regard des finalités respectives pour lesquelles elles sont traitées, les données à caractère personnel pertinentes pour attester du respect des conditions prévues par ou en exécution du présent décret sont communiquées aux entités suivantes :
   1° aux fonctionnaires désignés par le Gouvernement, conformément à l'article 1er, 2°, du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementation pour le contrôle de l'application du présent décret et de ses arrêtés d'exécution;
   2° au Commissariat général au Tourisme afin de lui permettre de vérifier qu'il n'y a pas de double subventionnement d'une même entreprise pour le même objet;
   3° aux services du Gouvernement qui traitent de matières connexes ou suivent les dossiers en récupération pour leur permettre de réaliser les contrôles et vérifications nécessaires à leur mission;
   4° à l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers, afin de lui permettre de vérifier quels sont les investissements étrangers réalisés sur le territoire de la Région wallonne.]1

  
Art.23/5. [1 Onverminderd de bewijslast van het juiste gebruik van de investeringspremie en onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, en overeenkomstig artikel 5.1, e), van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, worden de persoonsgegevens bedoeld in artikel 23/3, met het oog op het toezicht op de naleving van de wettelijke subsidievoorwaarden voor persoonsgegevens met betrekking tot een subsidie, gedurende een periode van tien jaar vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat van de definitieve afsluiting van het begrotings- en boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft, door de verantwoordelijke van de verwerking bedoeld in artikel 23/2 bewaard.
   De in lid 1 bedoelde termijn wordt verlengd met de afschrijvingsperiode van het gesubsidieerde goed, tot maximaal dertig jaar, voor subsidies die betrekking hebben op onroerende goederen.
   De in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure opgeschort totdat een beslissing waartegen geen beroep mogelijk is, volledig en onherroepelijk is uitgevoerd.]1

  
Art. 23/5. [1 Sans préjudice de la charge de la preuve de la bonne utilisation de la prime à l'investissement et sans préjudice de la conservation nécessaire pour le traitement à des fins archivistiques dans l'intérêt public, à des fins de recherche scientifique ou historique ou à des fins statistiques visé à l'article 89 du Règlement (UE) 2016/679 précité, et conformément à l'article 5.1, e), du Règlement (UE) 2016/679 précité, le responsable du traitement visé à l'article 23/2 conserve les données à caractère personnel visées à l'article 23/3, pour le contrôle du respect des conditions légales de subventionnement pour les données à caractère personnel relatives à une subvention, durant une période de dix ans à partir du 1er janvier de l'année qui suit celle de la clôture définitive de l'exercice budgétaire et comptable dont relève la subvention.
   Le délai prévu à l'alinéa 1er est prolongé à hauteur de la durée d'amortissement du bien subventionné, pour une durée maximale de trente ans, pour les subventions qui concernent des biens immobiliers.
   La durée de conservation visée à l'alinéa 1er est suspendue en cas d'action judiciaire ou administrative jusqu'à la pleine et complète exécution d'une décision non susceptible de recours.]1

  
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions finales.
Art.24. [1 De Regering informeert jaarlijks de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociale en milieuraad van Wallonië) en het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Toekomstverwachting en Statistiek) over de toegekende incentives door ze te publiceren op het portaal van de diensten van de Regering.
   Om de vijf jaar voert de Regering een onafhankelijke evaluatie uit van de impact van de incentives die krachtens dit decreet worden toegekend en deelt deze mee aan het Waalse Parlement.]1

  
Art.24. [1 Le Gouvernement informe annuellement le Conseil économique, social et environnemental de Wallonie et l'Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique sur les incitants octroyés via une diffusion sur le portail des services du Gouvernement.
   Tous les cinq ans, le Gouvernement réalise une évaluation indépendante de l'impact des incitants visés par le présent décret et la communique au Parlement wallon.]1

  
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen.
CHAPITRE VI. - Dispositions abrogatoires et transitoires.
Art.25. In de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntatie worden, wat het Waalse Gewest, betreft volgende artikelen opgeheven :
  1° artikel 1, zoals gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1981, 5 augustus 1981 en 12 augustus 1985;
  2° artikel 2, zoals gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1981 en 5 augustus 1981;
  3° artikel 3, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 1985 en het koninklijk besluit van 23 maart 1999;
  4° artikel 4;
  5° artikel 5, zoals gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1981 en 12 augustus 1985;
  6° de artikelen 6 tot en met 8;
  7° artikel 10, zoals gewijzigd bij de wet van 10 februari 1981 en het decreet van 4 juli 2002;
  8° artikel 11;
  9° artikel 11 bis, zoals ingevoegd bij de wet van 10 februari 1981 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2002;
  10° artikel 11 ter, zoals ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1981 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2002;
  11° de artikelen 28 tot en met 32;
  12° de artikelen 32.2, 32.3, 32.4, 32.5, 32.7, 32.8, 32.12, 32.14, 32.15, 32.16, 32.17 en 32.18, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;
  13° de artikelen 32.10 en 32.11, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992 en gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2002.
  Die bepalingen van voornoemde wet van 4 augustus 1978 blijven evenwel gelden voor de aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van dit decreet.
  (NOTA : een tweede artikel 25 werd ingevoegd bij DWG 2004-02-12/53, art. 132, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2004 zoals volgt :
  " Art. 25. De provincieraden en -colleges mogen krachtens het provinciaal belang niet beraadslagen en besluiten over de investeringshulpen, de raadgeving of de opmaking van zakenplannen ten gunste van de kleine en middelgrote ondernemingen. ")
Art.25. Dans la loi du 4 août 1978 de réorientation économique, sont abrogés, en ce qui concerne la Région wallonne, les articles suivants :
  1° l'article 1er, tel que modifié par les lois des 10 février 1981, 5 août 1981 et 12 août 1985;
  2° l'article 2, tel que modifié par les lois des 10 février 1981 et 5 août 1981;
  3° l'article 3, tel que modifié par la loi du 12 août 1985 et l'arrêté royal du 23 mars 1999;
  4° l'article 4;
  5° l'article 5, tel que modifié par les lois des 10 février 1981 et 12 août 1985;
  6° les articles 6 à 8;
  7° l'article 10, tel que modifié par la loi du 10 février 1981 et le décret du 4 juillet 2002;
  8° l'article 11;
  9° l'article 11 bis, tel qu'inséré par la loi du 10 février 1981 et modifié par le décret du 4 juillet 2002;
  10° l'article 11 ter, tel qu'inséré par la loi du 5 août 1981 et modifié par le décret du 4 juillet 2002;
  11° les articles 28 à 32;
  12° les articles 32.2, 32.3, 32.4, 32.5, 32.7, 32.8, 32.12, 32.14, 32.15, 32.16, 32.17 et 32.18, tels qu'insérés par le décret du 25 juin 1992;
  13° les articles 32.10 et 32.11, tels qu'insérés par le décret du 25 juin 1992 et modifiés par le décret du 4 juillet 2002.
  Néanmoins, ces dispositions de la loi du 4 août 1978 précitée restent d'application pour les demandes introduites avant l'entrée en vigueur du présent décret.
  (NOTE : un deuxième article 25 est inséré par DRW 2004-02-12/53, art. 132, 002; En vigueur : 01-01-2004 comme suit :
  " Art. 25. Les conseils et les collèges provinciaux ne peuvent, en vertu de l'intérêt provincial, prendre de délibérations ayant pour objet des aides à l'investissement, à la consultance ou à la rédaction de plans d'affaires en faveur des petites et moyennes entreprises. ")
Art. 26. De regering stelt de datum van inwerkingtreding van dit decreet vast.
  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-07-2004 door BWG 2004-05-06/36, art. 45)
Art. 26. Le Gouvernement fixe la date d'entrée en vigueur du présent décret.
  (NOTE : Entrée en vigueur fixée au 01-07-2004 par ARW 2004-05-06/36, art. 45)