Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
11 MAART 2004. - Decreet betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-04-2004 en tekstbijwerking tot 20-08-2024)
Titre
11 MARS 2004. - Décret relatif aux incitants régionaux en faveur des grandes entreprises. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-04-2004 et mise à jour au 20-08-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (34)
Texte (34)
HOOFDSTUK I. - Voorwerp en toepassingsgebied.
CHAPITRE Ier. - Objet et champ d'application.
Artikel 1. Om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het Gewest kan de Regering binnen de specifieke perken van de begroting zoals jaarlijks vastgesteld, incentives toekennen aan de grote onderneming die een investeringsprogramma doorvoert dat op bepalende wijze bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling. Die investeringen mogen het evenwicht tussen de economische, maatschappelijke en ecologische component van de duurzame ontwikkeling niet in het gedrang brengen. De incentives moeten noodzakelijk zijn voor de doorvoering van het investeringsprogramma.
  Om te oordelen of een investeringsprogramma bepalend is ten opzichte van de duurzame ontwikkeling, neemt de Regering meer bepaald de aard van het investeringsprogramma, diens ontwikkelingsstadium, het activiteitengebied en de economische omgeving waarin de onderneming handelt, in overweging.
Article 1. En vue de contribuer au développement durable de la Région, le Gouvernement peut octroyer, dans les limites budgétaires spécifiques fixées annuellement, des incitants à la grande entreprise qui réalise un programme d'investissements concourant de manière déterminante au développement durable. Ces investissements ne doivent pas compromettre l'équilibre entre les composantes économique, sociale et environnementale du développement durable. Les incitants doivent être nécessaires à la réalisation du programme d'investissements.
  Pour apprécier le caractère déterminant d'un programme d'investissements au regard du développement durable, le Gouvernement prend notamment en considération la nature du programme d'investissements, son stade de développement, le domaine d'activités dans lequel elle opère et l'environnement économique dans lequel elle agit.
Art.2. De incentives nemen de vorm aan van een investeringspremie, een vrijstelling van de onroerende voorheffing, een waarborg of een combinatie van die verschillende incentivevormen.
  [1 Zij worden toegewezen krachtens een eenzijdige beslissing. De wijze waarop de incentive toegekend wordt, maakt het voorwerp uit van een overeenkomst gesloten tussen de partijen.
   De incentives worden toegekend met inachtneming van de bepalingen van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de maximumbedragen vastgesteld bij beslissing van de Europese Commissie tot goedkeuring van de kaart van de voor België in aanmerking komende gebieden en andere gemeenschapsregels die goedgekeurd worden als bepalingen van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.]1
.
  Voor eenzelfde investeringsprogramma mag de grote onderneming het voordeel van de incentives bepaald bij dit decreet niet samenvoegen met de steun die zij gekregen heeft krachtens andere gewestelijke decreet- of regelgeving.
  [1 In afwijking van het vierde lid kunnen de incentives worden samengevoegd met Europese fondsen of met financieringen die worden toegekend door de vennootschappen bedoeld bij het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen.]1.
  
Art.2. Les incitants prennent la forme d'une prime à l'investissement, d'une exonération du précompte immobilier, d'une garantie ou d'une combinaison de ces différentes formes d'incitants.
  [1 Ils sont attribués en vertu d'une décision unilatérale. Les modalités d'octroi de l'incitant font l'objet d'une convention conclue entre les parties.
   Les incitants sont octroyés dans le respect des dispositions prévues à l'article 107 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne et des plafonds fixés par la décision de la Commission européenne approuvant la carte des zones éligibles pour la Belgique et autres règles communautaires adoptées au titre des dispositions prévues aux articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne]1
.
  Pour un même programme d'investissements, la grande entreprise ne peut cumuler le bénéfice des incitants prévus par le présent décret avec des aides obtenues en vertu d'autres législations ou réglementations régionales.
  [1 Par dérogation à l'alinéa 4, les incitants prévus par le présent décret peuvent être cumulés avec les aides provenant des fonds européens ou avec les incitants financiers accordés par les sociétés visées par le décret du 19 octobre 2022 relatif aux sociétés régionales de développement économique et aux sociétés spécialisées]1.
  
Art.3. § 1. [4 Een grote onderneming die beschikt over een vestigingseenheid, zoals bedoeld in artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht, gelegen in een ontwikkelingszone in het Waals Gewest, die instaat voor het behoud of de creatie van werkgelegenheid en die een investeringsprogramma doorvoert zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, kan genieten van de incentive waarin dit decreet voorziet]4.
  Een ontwikkelingsgebied is één van de gebieden bepaald bij de Regering met inachtneming van artikel [4 107, § 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie]4 tot instelling van de Europese Gemeenschap en op grond van de regionale steunkaart voor België goedgekeurd door de Europese Commissie.
  Voor incentives zoals bepaald bij dit decreet kan in aanmerking komen de grote onderneming [4 die een vestigingseenheid heeft gelegen]4 in het Waalse Gewest en die een investeringsprogramma doorvoert in het kader van het beleid van bijzonder belang bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.
  § 2. (Onder grote onderneming wordt verstaan één van de vennootschappen opgesomd in [3 artikel 1:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of opgericht krachtens het recht van een lidstaat van de Europese Unie]3 of een Europees samenwerkingsverband die niet overeenstemt met de criteria voor de bepaling van kleine en middelgrote ondernemingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 van [2 bijlage I van Verordening (EG) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, hierna bijlage I bij Verordening (EG) nr. 651/2014 genoemd.]2) Inwerkingtreding : 01-01-2005>[4 De publiekrechtelijke rechtspersoon en de vereniging van gemeenten, ongeacht haar rechtsvorm, zijn uitgesloten van het voordeel van de incentives bedoeld bij dit decreet. De grote onderneming die gekwalificeerd is als aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, wordt gelijkgesteld met de publiekrechtelijke rechtspersoon]4.  § 3. De Regering kan de criteria bedoeld in paragraaf 2 nader bepalen of ze aanpassen om ervoor te zorgen dat dit decreet in overeenstemming is met de Gemeenschapsregels goedgekeurd als bepalingen [4 van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie]4.  

Modifications

[1]  <BWG 2008-12-12/40, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2008>   <BWG 2015-02-26/18, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2014>   <DWG 2023-04-06/06, art. 82, 013; Inwerkingtreding : 02-11-2023>   <DWG 2024-04-25/46, art. 21, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 4.Uitgesloten van het voordeel van de incentives wordt de grote onderneming waarvan de activiteiten onder één der volgende gebieden vallen :  1° bankwezen en andere financiële instellingen, verzekeringswezen en vastgoed;  2° energie- of waterproductie en -verdeling;  3° onderwijs, opvoeding en vorming;  4° gezondheid en gezondheidszorgen;  5° sportactiviteiten, vrijetijdsbesteding en verdeling van cultuurproducten;  6° grootdistributie;  7° vrije beroepen en de vereniging gevormd door die personen.  De Regering bepaalt de sectoren of delen van sectoren die uitgesloten zijn van het voordeel van één of meerdere incentives nader. In dit geval dienen de beginselen en de doelstellingen van de duurzame ontwikkeling in zijn gemotiveerde beslissing in overweging te worden genomen.  [1 De Regering kan op basis van de in artikel 20 bedoelde informatie de uitgesloten sectoren of delen van sectoren specificeren of wijzigen.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 22, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   HOOFDSTUK II. - Incentives.  Art. 5.§ 1. De Regering kan een investeringspremie verlenen aan de grote onderneming waarvan het investeringsprogramma één van de volgende doelstellingen nastreeft :  1° [1 bijdragen in de oprichting of de ontwikkeling van de grote onderneming, en het behoud of, het scheppen van werkgelegenheid of de bescherming van het milieu;  2° één van de beleidslijnen van bijzonder belang van het Gewest zoals door de regering bepaald, implementeren, namelijk inzonderheid :  a. de totstandbrenging van gecombineerd vervoer;  b. de deelname, volgens de wijze bepaald door de Regering, aan clusteringstappen;  c. de valorisering van het rationeel gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van het Waalse Gewest;  d. de oprichting van een spin-off, namelijk de onderneming opgericht door onderzoekers, of universitairen of industriëlen, vertrekkend van de resultaten van hun onderzoek;  e. de reconversie [1 van herin te richten sitesdoor de totstandbrenging van nieuwe activiteiten.  § 2. Onder gecombineerd vervoer wordt het goederenvervoer verstaan waarvoor de vrachtwagen, de aanhangwagen, de oplegger, met of zonder trekker, de wissellaadbak of de container van twintig voet en meer gebruik maken van de weg, de spoorweg, de bevaarbare waterweg of de luchtweg voor een deel van het traject en minstens van een andere van die vervoersmiddelen voor het andere deel van het traject.  § 3. [1 ...  § 4. De investeringen die voor een incentive in aanmerking kunnen komen, zijn de investeringen in materiële en immateriële vaste activa.  De Regering bepaalt de uitgesloten investeringen. In dat geval wordt in zijn beslissing rekening gehouden met het evenwicht tussen de componenten van de duurzame ontwikkeling, de specifieke Europese regels inzake investeringen, hun verankering in een bepaald grondgebied en hun standvastigheid om de consolidering of de creatie van werkgelegenheid te waarborgen.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 23, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 6.De Regering bepaalt de bijzondere voorwaarden en wijze voor de toekenning van de investeringspremie waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de effecten van het investeringsprogramma op elke component van de duurzame ontwikkeling.  [1 De investeringspremie wordt uitgedrukt in een percentage van het toegelaten investeringsprogramma en mag niet twintig procent overschrijden.   Als banen behouden blijven, moet het bedrijf een investeringsprogramma voorleggen dat een groot belang in de duurzame ontwikkeling van het Waalse Gewest aantoont en waarvan de beoordeling aan de Regering wordt voorgelegd.  [1 ....  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 24, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 7.[1 In afwijking van artikel 4 en overeenkomstig artikel 107, §§ 2, b), en 3, b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de Europese maatregelen die de Europese Commissie op grond daarvan heeft vastgesteld, kan de Regering, onder de voorwaarden en volgens de procedures die zij bepaalt, steun verlenen aan de grote onderneming waarvan de economische activiteit ernstig wordt aangetast door een buitengewone gebeurtenis.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 25, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 8.De Regering kan de grote onderneming die in het kader van een investeringsprogramma als bedoeld in artikel 5 investeringen in vastgoed verwezenlijkt, met inbegrip van investeringen in materiaal dat onroerend van aard of door bestemming geacht wordt, de vrijstelling van de onroerende voorheffing met betrekking tot dat vastgoed toekennen.  [1 Deze vrijstelling wordt toegekend voor een maximumduur van vijf jaar.  Die duur wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar volgend op de bezetting of de ingebruikname van het vastgoed.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 26, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 9.§ 1. De Regering kan zijn waarborg voor de terugbetaling in kapitaal en intrest toekennen voor :  1° leningen die als doel hebben de rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van investeringen bedoeld in artikel 5, toegekend aan een grote onderneming door een kredietinstelling of een financiële instelling erkend door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;  2° obligaties, obligaties omzetbaar in aandelen of certificaten die aangekocht zijn of waarop ingeschreven is door een kredietinstelling of een financiële instelling bedoeld onder 1°, evenals door de [1 "Wallonie, Entreprendre, (WE)", haar gespecialiseerde dochtermaatschappijen of een gespecialiseerde vennootschap in de zin van artikel 24 van het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen.  § 2. Enkel de grote onderneming die een lening krijgt tegen de marktvoorwaarden en geen financiële moeilijkheden in de zin van artikel [2 7:228 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingenvertoont, kan de waarborg bekomen.  De waarborg heeft betrekking op een maximumbedrag bepaald door de regering en dekt niet meer dan 75 % van het restbedrag van de lening of elke andere financiële verbintenis. Indien de verrichtingen bedoeld in paragraaf 1, 2°, evenwel verwezenlijkt worden door de [1 "Wallonie Entreprendre WE", zijn gespecialiseerde dochtermaatschappijen of een gespecialiseerde vennootschap bedoeld in paragraaf 1, 2°, mag de waarborg 75 % overschrijden.  De waarborg is aanvullend en kan enkel de restbedragen dekken na tegeldemaking van de zekerheden verbonden aan de leningen die voor de waarborg in aanmerking zijn gekomen.  § 3. Het globale uitstaand bedrag ter hoogte waarvan de waarborg toegekend kan worden, wordt vastgesteld op 200 miljoen euro.  De Regering kan dat maximumbedrag verhogen tot 300 miljoen euro door twee schijven van elk 50 miljoen euro vrij te maken.  ----------  <BWG 2023-04-27/11, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 09-01-2023>   <DWG 2023-04-06/06, art. 83, 013; Inwerkingtreding : 02-11-2023>   HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de toekenning en de instandhouding, aanvraag- en toekenningsprocedures, uitbetalings-, controle- en bestraffingswijze.  Art. 10. De incentives worden toegekend aan de grote onderneming die de wetsbepalingen over de uitoefening van zijn bedrijvigheid naleeft en de wet- en regelgeving in fiscale, sociale en ecologische aangelegenheden naleeft of die zich daartoe verbindt binnen de termijn vastgesteld door het bevoegde bestuur.  Art. 11.<BWG 2005-04-15/45, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2005> De Regering kan bijzondere toekenningsvoorwaarden vaststellen voor de onderneming die de criteria voor de bepaling bedoeld in artikel 2 van [2 bijlage I bij Verordening (EG) nr. 651/2014, naleeft en die voor maximum 50 % van het kapitaal of het stemrecht in handen is van één of meerdere grote ondernemingen.  ----------  <BWG 2008-12-12/40, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2008>   <BWG 2015-02-26/18, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2014>   Art. 12. De Regering bepaalt de voorwaarden voor de instandhouding van de incentives die in de individuele beslissing tot toekenning ervan en in de overeenkomst opgenomen zijn.  Art. 13. De grote onderneming is er tijdens een termijn van vijf jaar te rekenen van de datum waarop de verwezenlijking van de investeringen beëindigd wordt, toe verplicht die investeringen aan te wenden voor de doeleinden en tegen de voorwaarden zoals voorzien, ze niet af te staan en ze in stand te houden in de bestemming waarvoor de incentive was toegekend.  Indien het kapitaal of het stemrecht in de grote onderneming die voor de incentive in aanmerking komt, in handen is van één of meerdere grote ondernemingen ter hoogte van 25 %, verbinden zich de onderneming of de ondernemingen die die participatie in handen heeft of hebben, ertoe om de incentives terug te geven voor rekening van de grote onderneming, gedurende de termijn bedoeld in het eerste lid.  Art. 14. De grote onderneming licht de ondernemingsraad in over de motieven en wijze van uitbetaling van de toegekende incentives, evenals over de bepaalde controlemaatregelen.  Art. 15. De Regering stelt de procedures voor aanvraag en toekenning van de incentives vast.  Elke aanvraag voor een incentive dient aanleiding te geven tot een beslissing binnen een maximumtermijn van vier maanden te rekenen van het tijdstip waarop het dossier ingediend bij het bestuur volledig is.  (De Regering kan de onderneming vrijstellen van de overmaking van de noodzakelijke gegevens bedoeld in lid 1, 2°, op voorwaarde dat die gegevens via andere kanalen beschikbaar zijn.) <BWG 2006-02-09/35, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 03-03-2006>  Art. 15/1. [1 De termijnen bedoeld bij dit decreet of bedoeld in uitvoering van dit decreet beginnen te lopen de dag volgend op de ontvangst van het stuk waarvan wordt bepaald dat de termijn begint te lopen.   De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.   De vervaldag wordt evenwel naar de eerstvolgende werkdag verschoven wanneer de laatste dag voorzien om een procedureakte te stellen een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.   Voor de berekening van de termijnen, wordt verstaan onder "werkdag" iedere dag, met uitzondering van zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 27, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      Art. 16.[1 § 1. De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.".   § 2. Onverminderd paragraaf 3 worden de incentives bedoeld bij dit decreet [2 worden niet vereffend ofterugbetaald overeenkomstig het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden:   1° in geval van niet-naleving van de bepalingen uitgebracht bij of krachtens dit decreet of de verplichtingen vervat in de individuele beslissing tot toekenning en in de overeenkomst;   2° in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de grote onderneming;   3° in geval van al dan niet bewuste verstrekking door de grote onderneming van onjuiste of onvolledige inlichtingen ongeacht het effect van die inlichtingen op het bedrag van de incentives, onverminderd de strafrechtelijke vervolging van de personen die die inlichtingen verstrekt zouden hebben.   In geval van teruggave van de incentive bedoeld in artikel 8 wordt de vrijstelling van de onroerende voorheffing ab initio geschrapt.   De waarborg van het Gewest bedoeld in artikel 9 wordt beëindigd indien de door de kredietinstelling verstrekte inlichtingen onjuist blijken te zijn of in geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden van die waarborg.   § 3. Wanneer er willens en wetens onjuiste of onvolledige informatie verstrekt wordt om de incentive bedoeld in artikel 5 te verkrijgen, kan de onderneming, haar aangestelde of lasthebber een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro worden opgelegd volgens de procedure of tegen de voorwaarden vastgesteld bij de bepalingen van hoofdstuk 9 van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen..  ----------  <DWG 2019-02-28/25, art. 130, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2019>   <DWG 2024-04-25/46, art. 28, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 17.[3 De Regering kan de incentives handhaven door af te wijken van artikel 16:  1° in het geval waarin de niet-naleving van de voorwaarden [3 bedoeld in artikel 13toe te schrijven is aan overmacht, namelijk abnormale en onvoorziene omstandigheden die vreemd zijn aan diegene die ze inroept en waarvan de gevolgen onvermijdelijk blijken te zijn ondanks alle gedane inspanningen;  2° [1 in de gevallen van fusie of splitsing van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak, afstand van algemeenheid of bedrijfstak, [2 bedoeld in Boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, evenals in geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie bedoeld in Titel V van Boek XX van het Wetboek van economisch recht, indien de bedrijvigheid van de grote onderneming in het Waalse Gewest voortgezet wordt, indien de investeringen overgedragen worden naar de nieuwe juridische constructie en in stand gehouden worden in de bestemming waarvoor ze zijn toegekend, en indien de verplichtingen die oorspronkelijk aan de begunstigde zijn opgelegd, worden nagekomen;  3° in geval van afstand of wijziging van de bestemming of de gebruiksvoorwaarden, indien de grote onderneming op voorhand om de toelating door de Regering verzoekt.  [1 In geval van instandhouding van de incentives bij een overdracht van onderneming of bij een verkoop van activa aan het einde van procedure van gerechtelijke reorganisatie, zoals bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt het eventuele saldo van de premie niet gestort.  [1 ...  ----------  <DWG 2018-07-17/04, art. 16, 011; Inwerkingtreding : 18-10-2018>   <DWG 2023-04-06/06, art. 84, 013; Inwerkingtreding : 02-11-2023>   <DWG 2024-04-25/46, art. 29, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   Art. 18.De Regering bepaalt de wijze [1 en de voorwaardenvan uitbetaling en terugbetaling van de incentives.  De incentives kunnen niet uitbetaald worden in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de grote onderneming.  [1 In geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, wordt de vereffening van de incentive opgeschort voor de duur van de procedure.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 30, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   HOOFDSTUK IV. [1 Het technisch comité  ----------  <DWG 2018-07-17/04, art. 17, 011; Inwerkingtreding : 18-10-2018>   Art. 19.[1 § 1. Een beroep kan ingesteld worden bij de betrokken personen tegen de beslissingen die krachtens dit artikel en zijn uitvoeringsbesluiten genomen zijn.   Op straffe van niet-ontvankelijkheid dient de onderneming het beroep binnen dertig werkdagen na ontvangst van de beslissing in bij de door de Regering aangewezen dienst.   § 2. De onderneming kan, indien zij er in het beroep om verzoekt, worden gehoord door de door de Regering aangewezen dienst op de door de Regering vastgestelde wijze.   Het beroep bevat de middelen die ingeroepen worden tegen de omstreden beslissing, evenals een afschrift van die beslissing voor zover ze voorhanden is.   Het beroep schorst de aangevochten beslissing niet.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 31, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   hoofdstuk IV/1. [1 Inzameling en beheer van gegevens  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 32, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      Art. 19/1. [1 De door de Regering aangewezen dienst is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG voor de verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn voor de analyse van de dossiers.  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 33, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      Art. 19/2. [1 De categorieën persoonsgegevens die waarschijnlijk zullen worden verwerkt voor de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn:   1° alle gegevens die direct of indirect betrekking hebben op de persoon geïdentificeerd als beheerder van de onderneming die nodig zijn voor het toekennen van de incentive of voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden van toekenning en instandhouding van deze incentive;   2° de identificatiegegevens, met inbegrip van de elektronische identificatie van de contactpersoon;   3° de identificatiegegevens van de mandataris van de onderneming;   De Regering kan de gegevens bedoeld in het eerste lid nader bepalen.  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 34, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      Art. 19/3. [1 Voor zover dit nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, worden persoonsgegevens die relevant zijn voor het certificeren van de naleving van de voorwaarden bedoeld bij of krachtens dit decreet, meegedeeld aan:   1° de ambtenaren aangewezen door de Regering overeenkomstig artikel 1, 2°, van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen voor de controle op de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen;   2° het Commissariaat-generaal voor Toerisme zodat het kan nagaan of er geen dubbele subsidiëring is van eenzelfde bedrijf voor hetzelfde doel;   3° de diensten van de Regering die zich bezighouden met aanverwante zaken of die toezicht houden op terugvorderingszaken, om hen in staat te stellen de voor hun opdracht noodzakelijke controles en verificaties uit te voeren;   4° het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen zodat het kan nagaan welke buitenlandse investeringen op het grondgebied van het Waalse Gewest zijn gedaan.  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 35, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      Art. 19/4. [1 Onverminderd de bewijslast van het juiste gebruik van de investeringspremie en onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, en overeenkomstig artikel 5.1, e), van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, worden de persoonsgegevens bedoeld in artikel 19/2, met het oog op het toezicht op de naleving van de wettelijke subsidievoorwaarden voor persoonsgegevens met betrekking tot een subsidie, gedurende een periode van tien jaar vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat van de definitieve afsluiting van het begrotings- en boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft, door de verantwoordelijke van de verwerking bedoeld in artikel 19/1 bewaard.   De in lid 1 bedoelde termijn wordt verlengd met de afschrijvingsperiode van het gesubsidieerde goed, tot maximaal dertig jaar, voor subsidies die betrekking hebben op onroerende goederen.   De in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure opgeschort totdat een beslissing waartegen geen beroep mogelijk is, volledig en onherroepelijk is uitgevoerd.  ----------  <Ingevoegd bij DWG 2024-04-25/46, art. 36, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>      HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.  Art. 20.[1 De Regering informeert jaarlijks de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociale en milieuraad van Wallonië) en het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Toekomstverwachting en Statistiek) over de toegekende incentives door ze te publiceren op het portaal van de diensten van de Regering.   Om de vijf jaar voert de Regering een onafhankelijke evaluatie uit van de impact van de incentives die krachtens dit decreet worden toegekend en deelt deze mee aan het Waalse Parlement.  ----------  <DWG 2024-04-25/46, art. 37, 014; Inwerkingtreding : 01-01-2025>   HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen.  Art. 21. In de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie worden, wat het Waalse Gewest betreft, volgende artikelen opgeheven :  1° artikel 1, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992 en artikel 2, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 1985 en het decreet van 25 juni 1992;  2° de artikelen 3 en 4;  3° de artikelen 5ter en 5quater, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;  4° artikel 11, zoals gewijzigd bij de wet van 17 augustus 1973;  5° de artikelen 13bis en 13ter, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;  6° artikel 14;  7° artikel 16, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;  8° artikel 19, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992 en bij het koninklijk besluit van 16 juni 1994;  9° artikel 20, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juni 1994;  10° artikel 21, zoals gewijzigd bij de wet van 30 december 1977 en de decreten van 25 juni 1992 en 4 juli 2002;  11° de artikelen 22 en 23;  12° artikel 24, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart 1976;  13° de artikelen 26 tot en met 29;  14° artikel 29bis, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;  15° artikel 33;  16° artikel 36, zoals gewijzigd bij de wet van 17 augustus 1973 en het decreet van 4 juli 2002;  17° artikel 37;  18° artikel 38, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;  19° de artikelen 38bis tot en met 38quater, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;  20° de artikelen 39, 1°, en 40;  21° artikel 41, zoals gewijzigd bij de wet van 5 maart 1976 en het decreet van 25 juni 1992;  22° artikel 43;  23° artikel 44, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;  24° artikel 46;  25° artikel 47;  26° artikel 48, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992.  De bepalingen van voornoemde wet van 30 december 1970 blijven evenwel gelden voor de aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van dit decreet, evenals voor de aanvragen ingediend in het kader van specifieke investeringssteunregelingen die medegefinancierd worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling over de periode 2000-2006.  (NOTA : Een tweede artikel 21 werd ingevoegd bij DWG 2004-02-12/53, art. 131, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2004 zoals volgt :  " Art. 21. De provincieraden en -colleges mogen krachtens het provinciaal belang niet beraadslagen en besluiten over de investeringshulpen ten gunste van de grote ondernemingen. ")  Art. 22. De Regering stelt de datum van inwerkingtreding van dit decreet vast.  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-07-2004 door BWG 2004-05-06/37, art. 34)  
Art.3. § 1er. [4 La grande entreprise qui a une unité d'établissement, visée à l'article I.2., 16°, du Code de droit économique, située dans une zone de développement en Région wallonne, qui assure le maintien ou la création de l'emploi et qui y réalise un programme d'investissement visé à l'article 5, § 1er, 1°, peut bénéficier des incitants prévus par le présent décret]4.
  Une zone de développement est une des zones définies par le Gouvernement dans le respect de l'article [4 107, § 3, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne]4 et sur la base de la carte des aides à finalité régionale pour la Belgique approuvée par la Commission européenne.
  Peut bénéficier des incitants prévus par le présent décret la grande entreprise qui a [4 une unité d'établissement située]4 dans la Région wallonne et qui réalise un programme d'investissements dans le cadre des politiques d'intérêt particulier visées à l'article 5, § 1er, 2°.
  § 2. (Par grande entreprise, on entend une des sociétés énumérées à [3 l'article 1:5, § 2, du Code des sociétés et des associations ou constituée en vertu du droit d'un Etat membre de l'Union européenne ]3 ou un groupement européen d'intérêt économique ne correspondant pas aux critères de définition des petites et moyennes entreprises visés aux articles 2 et 3 de [2 l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du traité, ci-après dénommée, " l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014.]2.) [4 La personne morale de droit public, l'association de communes quelle que soit sa forme juridique et l'association sans but lucratif sont exclues du bénéfice des incitants prévus par le présent décret. La grande entreprise qui est qualifiée de pouvoir adjudicateur au sens de l'article 2, 1°, de la loi du 17 juin 2016 sur les marchés publics est assimilée à la personne morale de droit public]4.
  § 3. Le Gouvernement peut préciser les critères visés au paragraphe 2 ou les adapter pour assurer la conformité du présent décret aux règles communautaires adoptées au titre des dispositions prévues [4 aux articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne]4.
  
Art. 4. Uitgesloten van het voordeel van de incentives wordt de grote onderneming waarvan de activiteiten onder één der volgende gebieden vallen :
  1° bankwezen en andere financiële instellingen, verzekeringswezen en vastgoed;
  2° energie- of waterproductie en -verdeling;
  3° onderwijs, opvoeding en vorming;
  4° gezondheid en gezondheidszorgen;
  5° sportactiviteiten, vrijetijdsbesteding en verdeling van cultuurproducten;
  6° grootdistributie;
  7° vrije beroepen en de vereniging gevormd door die personen.
  De Regering bepaalt de sectoren of delen van sectoren die uitgesloten zijn van het voordeel van één of meerdere incentives nader. In dit geval dienen de beginselen en de doelstellingen van de duurzame ontwikkeling in zijn gemotiveerde beslissing in overweging te worden genomen.
  [1 De Regering kan op basis van de in artikel 20 bedoelde informatie de uitgesloten sectoren of delen van sectoren specificeren of wijzigen]1.
  
Art.4. Est exclue du bénéfice des incitants la grande entreprise dont les activités relèvent d'un des domaines suivants :
  1° les banques et autres institutions financières, les assurances et l'immobilier;
  2° la production et la distribution d'énergie ou d'eau;
  3° l'enseignement, l'éducation et la formation;
  4° la santé et les soins de santé;
  5° les activités sportives, de loisirs et de distribution de produits culturels;
  6° la grande distribution;
  7° les professions libérales et l'association formée par ces personnes.
  Le Gouvernement précise les secteurs ou parties de secteurs qui sont exclus du bénéfice d'un ou de plusieurs incitants. Dans ce cas, sa décision motivée doit prendre en considération les principes et objectifs du développement durable.
  [1 Le Gouvernement peut, sur base des éléments visés à l'article 20, préciser ou modifier les secteurs ou parties de secteurs exclus]1.
  
HOOFDSTUK II. - Incentives.
CHAPITRE II. - Des incitants.
Art. 5. § 1. De Regering kan een investeringspremie verlenen aan de grote onderneming waarvan het investeringsprogramma één van de volgende doelstellingen nastreeft :
  1° [1 bijdragen in de oprichting of de ontwikkeling van de grote onderneming, en het behoud of, het scheppen van werkgelegenheid of de bescherming van het milieu]1;
  2° één van de beleidslijnen van bijzonder belang van het Gewest zoals door de regering bepaald, implementeren, namelijk inzonderheid :
  a. de totstandbrenging van gecombineerd vervoer;
  b. de deelname, volgens de wijze bepaald door de Regering, aan clusteringstappen;
  c. de valorisering van het rationeel gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van het Waalse Gewest;
  d. de oprichting van een spin-off, namelijk de onderneming opgericht door onderzoekers, of universitairen of industriëlen, vertrekkend van de resultaten van hun onderzoek;
  e. de reconversie [1 van herin te richten sites]1 door de totstandbrenging van nieuwe activiteiten.
  § 2. Onder gecombineerd vervoer wordt het goederenvervoer verstaan waarvoor de vrachtwagen, de aanhangwagen, de oplegger, met of zonder trekker, de wissellaadbak of de container van twintig voet en meer gebruik maken van de weg, de spoorweg, de bevaarbare waterweg of de luchtweg voor een deel van het traject en minstens van een andere van die vervoersmiddelen voor het andere deel van het traject.
  § 3. [1 ...]1
  § 4. De investeringen die voor een incentive in aanmerking kunnen komen, zijn de investeringen in materiële en immateriële vaste activa.
  De Regering bepaalt de uitgesloten investeringen. In dat geval wordt in zijn beslissing rekening gehouden met het evenwicht tussen de componenten van de duurzame ontwikkeling, de specifieke Europese regels inzake investeringen, hun verankering in een bepaald grondgebied en hun standvastigheid om de consolidering of de creatie van werkgelegenheid te waarborgen.
  
Art.5. § 1er. Le Gouvernement peut octroyer une prime à l'investissement à la grande entreprise, dont le programme d'investissements poursuit un des objectifs suivants :
  1° [1 concourir à la création ou au développement de la grande entreprise, et au maintien ou à la création d'emplois ou à la protection de l'environnement]1;
  2° mettre en oeuvre une des politiques d'intérêt particulier de la Région, telles que définies par le Gouvernement, à savoir notamment :
  a. le développement du transport combiné;
  b. la participation, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, à des démarches de clustering;
  c. la valorisation de l'utilisation rationnelle des ressources naturelles de la Région wallonne;
  d. la création d'une spin-off, à savoir l'entreprise créée par des chercheurs, qu'ils soient universitaires ou industriels, au départ des résultats de leurs recherches;
  e. la reconversion [1 des sites d'activité à réaménager]1 par le développement de nouvelles activités.
  § 2. Par transport combiné, on entend le transport de marchandises pour lequel le camion, la remorque, la semi-remorque, avec ou sans tracteur, la caisse mobile ou le conteneur de vingt pieds et plus utilise la route, le chemin de fer, la voie navigable ou la voie aérienne pour une partie du trajet et au moins un autre de ces moyens de transport pour l'autre partie du trajet.
  § 3. [1 ...]1.
  § 4. Les investissements pouvant faire l'objet d'un incitant sont les investissements en immobilisations corporelles et incorporelles.
  Le Gouvernement détermine les investissements exclus. Dans ce cas, sa décision tient compte de la prise en considération équilibrée des composantes du développement durable, des règles européennes spécifiques en matière d'investissements, du rattachement territorial de ceux-ci et de leur permanence en vue d'assurer la consolidation ou la création d'emplois.
  
Art. 6. De Regering bepaalt de bijzondere voorwaarden en wijze voor de toekenning van de investeringspremie waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de effecten van het investeringsprogramma op elke component van de duurzame ontwikkeling.
  [1 De investeringspremie wordt uitgedrukt in een percentage van het toegelaten investeringsprogramma en mag niet twintig procent overschrijden.
   Als banen behouden blijven, moet het bedrijf een investeringsprogramma voorleggen dat een groot belang in de duurzame ontwikkeling van het Waalse Gewest aantoont en waarvan de beoordeling aan de Regering wordt voorgelegd]1
.
  [1 ...]1.
  
Art.6. Le Gouvernement détermine les conditions et les modalités particulières d'octroi de la prime à l'investissement, en tenant compte de l'importance des effets du programme d'investissements sur chacune des composantes du développement durable.
  [1 La prime à l'investissement est exprimée en un pourcentage du programme d'investissement admis et n'excède pas vingt pour cent.
   En cas de maintien de l'emploi, l'entreprise présente un programme d'investissement qui démontre un intérêt majeur pour le développement durable de la Région wallonne et dont l'appréciation est soumise au Gouvernement]1
.
  [1 ...]1.
  
Art. 7. [1 In afwijking van artikel 4 en overeenkomstig artikel 107, §§ 2, b), en 3, b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de Europese maatregelen die de Europese Commissie op grond daarvan heeft vastgesteld, kan de Regering, onder de voorwaarden en volgens de procedures die zij bepaalt, steun verlenen aan de grote onderneming waarvan de economische activiteit ernstig wordt aangetast door een buitengewone gebeurtenis.]1
  
Art.7. [1 Par dérogation aux articles 2, alinéa 3, et 4, et conformément à l'article 107, §§ 2, b), et 3, b), du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne et des mesures européennes adoptées par la Commission européenne sur cette base, qui en découlent, le Gouvernement peut, aux conditions et selon les modalités qu'il détermine, octroyer des aides à la grande entreprise dont l'activité économique se trouve gravement atteinte par un événement extraordinaire.]1
  
Art. 8. De Regering kan de grote onderneming die in het kader van een investeringsprogramma als bedoeld in artikel 5 investeringen in vastgoed verwezenlijkt, met inbegrip van investeringen in materiaal dat onroerend van aard of door bestemming geacht wordt, de vrijstelling van de onroerende voorheffing met betrekking tot dat vastgoed toekennen.
  [1 Deze vrijstelling wordt toegekend voor een maximumduur van vijf jaar]1.
  Die duur wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar volgend op de bezetting of de ingebruikname van het vastgoed.
  
Art.8. Le Gouvernement peut octroyer à la grande entreprise réalisant, dans le cadre d'un programme d'investissements visé à l'article 5, des investissements en immeubles, en ce compris les investissements en matériel réputé immeuble par nature ou par destination, l'exonération du précompte immobilier afférent à ces immeubles.
  [1 Cette exonération peut être octroyée pour une durée maximale de cinq ans]1.
  Cette durée est à compter à partir du 1er janvier de l'année qui suit l'occupation ou l'utilisation du bien immeuble.
  
Art. 9. § 1. De Regering kan zijn waarborg voor de terugbetaling in kapitaal en intrest toekennen voor :
  1° leningen die als doel hebben de rechtstreekse of onrechtstreekse financiering van investeringen bedoeld in artikel 5, toegekend aan een grote onderneming door een kredietinstelling of een financiële instelling erkend door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
  2° obligaties, obligaties omzetbaar in aandelen of certificaten die aangekocht zijn of waarop ingeschreven is door een kredietinstelling of een financiële instelling bedoeld onder 1°, evenals door de [1 "Wallonie, Entreprendre, (WE)", haar gespecialiseerde dochtermaatschappijen of een gespecialiseerde vennootschap in de zin van artikel 24 van het decreet van 19 oktober 2022 betreffende de gewestelijke maatschappijen voor economische ontwikkeling en de gespecialiseerde maatschappijen]1.
  § 2. Enkel de grote onderneming die een lening krijgt tegen de marktvoorwaarden en geen financiële moeilijkheden in de zin van artikel [2 7:228 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2 vertoont, kan de waarborg bekomen.
  De waarborg heeft betrekking op een maximumbedrag bepaald door de regering en dekt niet meer dan 75 % van het restbedrag van de lening of elke andere financiële verbintenis. Indien de verrichtingen bedoeld in paragraaf 1, 2°, evenwel verwezenlijkt worden door de [1 "Wallonie Entreprendre WE"]1, zijn gespecialiseerde dochtermaatschappijen of een gespecialiseerde vennootschap bedoeld in paragraaf 1, 2°, mag de waarborg 75 % overschrijden.
  De waarborg is aanvullend en kan enkel de restbedragen dekken na tegeldemaking van de zekerheden verbonden aan de leningen die voor de waarborg in aanmerking zijn gekomen.
  § 3. Het globale uitstaand bedrag ter hoogte waarvan de waarborg toegekend kan worden, wordt vastgesteld op 200 miljoen euro.
  De Regering kan dat maximumbedrag verhogen tot 300 miljoen euro door twee schijven van elk 50 miljoen euro vrij te maken.
  
Art.9. § 1er. Le Gouvernement peut octroyer sa garantie au remboursement en capital et intérêts :
  1° de prêts, ayant pour but le financement direct ou indirect d'investissements visés à l'article 5, consentis à une grande entreprise par un organisme de crédit ou un établissement financier agréé par la Commission bancaire et financière;
  2° d'obligations, d'obligations convertibles en actions ou de certificats acquis ou souscrits par un organisme de crédit ou un établissement financier visé au 1°, ainsi que par la [1 Wallonie Entreprendre (WE), ses filiales spécialisées ou une société spécialisée au sens de l'article 24 du décret du 19 octobre 2022 relatif aux sociétés régionales de développement économique et aux sociétés spécialisées]1.
  § 2. Seule peut obtenir la garantie la grande entreprise qui obtient un prêt aux conditions du marché et qui ne présente pas de difficultés financières au sens de l'article [2 7:228 du Code des sociétés et des associations ]2.
  La garantie porte sur un montant maximal déterminé par le Gouvernement et ne couvre pas plus de 75 % du solde restant dû du prêt ou de toute autre obligation financière. Toutefois, si les opérations visées au paragraphe 1er, 2°, sont réalisées par [1 Wallonie Entreprendre (WE)]1, ses filiales spécialisées ou par une société spécialisée visée au paragraphe 1er, 2°, la garantie peut dépasser 75 %.
  La garantie est supplétive et ne peut couvrir que les sommes restant dues après la réalisation des sûretés attachées aux prêts ayant bénéficié de la garantie.
  § 3. L'encours global, à concurrence duquel la garantie peut être accordée, est fixé à 200 millions d'euros.
  Le Gouvernement peut porter ce plafond à maximum 300 millions d'euros par libération de deux tranches de 50 millions d'euros chacune.
  
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de toekenning en de instandhouding, aanvraag- en toekenningsprocedures, uitbetalings-, controle- en bestraffingswijze.
CHAPITRE III. - Conditions d'octroi et de maintien, procédures de demande et d'octroi, modalités de liquidation, de contrôle et sanctions.
Art. 10. De incentives worden toegekend aan de grote onderneming die de wetsbepalingen over de uitoefening van zijn bedrijvigheid naleeft en de wet- en regelgeving in fiscale, sociale en ecologische aangelegenheden naleeft of die zich daartoe verbindt binnen de termijn vastgesteld door het bevoegde bestuur.
Art.10. Les incitants sont octroyés à la grande entreprise qui est en règle avec les dispositions légales qui régissent l'exercice de son activité et vis-à-vis des législations et réglementations fiscales, sociales et environnementales ou qui s'engage à se mettre en règle dans les délais fixés par l'administration compétente.
Art. 11. De Regering kan bijzondere toekenningsvoorwaarden vaststellen voor de onderneming die de criteria voor de bepaling bedoeld in artikel 2 van [2 bijlage I bij Verordening (EG) nr. 651/2014]2, naleeft en die voor maximum 50 % van het kapitaal of het stemrecht in handen is van één of meerdere grote ondernemingen.
  
Art.11. Le Gouvernement peut fixer des conditions particulières d'octroi pour l'entreprise qui remplit les critères de définition visés à l'article 2 de [2 l'annexe I du Règlement (UE) n° 651/2014 ]2, et qui est détenue à concurrence de maximum 50 % du capital ou des droits de vote par une ou plusieurs grandes entreprises.
  
Art. 12. De Regering bepaalt de voorwaarden voor de instandhouding van de incentives die in de individuele beslissing tot toekenning ervan en in de overeenkomst opgenomen zijn.
Art.12. Le Gouvernement détermine les conditions de maintien des incitants qui figurent dans la décision individuelle d'octroi et dans la convention.
Art. 13. De grote onderneming is er tijdens een termijn van vijf jaar te rekenen van de datum waarop de verwezenlijking van de investeringen beëindigd wordt, toe verplicht die investeringen aan te wenden voor de doeleinden en tegen de voorwaarden zoals voorzien, ze niet af te staan en ze in stand te houden in de bestemming waarvoor de incentive was toegekend.
  Indien het kapitaal of het stemrecht in de grote onderneming die voor de incentive in aanmerking komt, in handen is van één of meerdere grote ondernemingen ter hoogte van 25 %, verbinden zich de onderneming of de ondernemingen die die participatie in handen heeft of hebben, ertoe om de incentives terug te geven voor rekening van de grote onderneming, gedurende de termijn bedoeld in het eerste lid.
Art.13. La grande entreprise est tenue, pendant un délai de cinq ans à partir de la date de la fin de la réalisation des investissements, d'utiliser ceux-ci aux fins et conditions prévues, de ne pas les céder et de maintenir ceux-ci dans la destination pour laquelle l'incitant avait été octroyé.
  Lorsque le capital ou les droits de vote dans la grande entreprise bénéficiant de l'incitant sont détenus par une ou plusieurs entreprises à hauteur de plus de 25 %, l'entreprise ou les entreprises qui détiennent cette participation s'engagent à restituer les incitants pour compte de la grande entreprise, et ce, pendant le délai visé à l'alinéa 1er.
Art. 14. De grote onderneming licht de ondernemingsraad in over de motieven en wijze van uitbetaling van de toegekende incentives, evenals over de bepaalde controlemaatregelen.
Art.14. La grande entreprise informe le conseil d'entreprise des motifs et des modalités de liquidation des incitants accordés, ainsi que des mesures de contrôle prévues.
Art. 15. De Regering stelt de procedures voor aanvraag en toekenning van de incentives vast.
  Elke aanvraag voor een incentive dient aanleiding te geven tot een beslissing binnen een maximumtermijn van vier maanden te rekenen van het tijdstip waarop het dossier ingediend bij het bestuur volledig is.
  (De Regering kan de onderneming vrijstellen van de overmaking van de noodzakelijke gegevens bedoeld in lid 1, 2°, op voorwaarde dat die gegevens via andere kanalen beschikbaar zijn.)
Art.15. Le Gouvernement fixe les procédures de demande et d'octroi des incitants.
  Toute demande d'incitant doit donner lieu à une décision dans un délai maximum de quatre mois à compter du moment où le dossier introduit par la grande entreprise auprès de l'administration est complet.
  (Le Gouvernement peut dispenser la grande entreprise de transmette les données nécessaires à l'analyse des demandes d'incitants dès lors que celles-ci sont accessibles par d'autres moyens.)
Art. 15/1. [1 De termijnen bedoeld bij dit decreet of bedoeld in uitvoering van dit decreet beginnen te lopen de dag volgend op de ontvangst van het stuk waarvan wordt bepaald dat de termijn begint te lopen.
   De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.
   De vervaldag wordt evenwel naar de eerstvolgende werkdag verschoven wanneer de laatste dag voorzien om een procedureakte te stellen een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.
   Voor de berekening van de termijnen, wordt verstaan onder "werkdag" iedere dag, met uitzondering van zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.]1

  
Art. 15/1. [1 Les délais prévus dans le présent décret ou prévus en exécution du présent décret prennent cours le lendemain de la réception de la pièce à compter de laquelle il est prévu que le délai commence à courir.
   Le jour de l'échéance est compté dans le délai.
   Toutefois, lorsque le dernier jour prévu pour faire un acte de procédure est un samedi, un dimanche ou un jour férié légal, le jour de l'échéance est reporté au premier jour ouvrable suivant.
   Pour le calcul des délais, l'on entend par " le jour ouvrable " tout jour, à l'exclusion des samedis, dimanches et jours fériés légaux.]1

  
Art. 16. [1 § 1. De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.".
   § 2. Onverminderd paragraaf 3 worden de incentives bedoeld bij dit decreet [2 worden niet vereffend of]2 terugbetaald overeenkomstig het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden:
   1° in geval van niet-naleving van de bepalingen uitgebracht bij of krachtens dit decreet of de verplichtingen vervat in de individuele beslissing tot toekenning en in de overeenkomst;
   2° in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de grote onderneming;
   3° in geval van al dan niet bewuste verstrekking door de grote onderneming van onjuiste of onvolledige inlichtingen ongeacht het effect van die inlichtingen op het bedrag van de incentives, onverminderd de strafrechtelijke vervolging van de personen die die inlichtingen verstrekt zouden hebben.
   In geval van teruggave van de incentive bedoeld in artikel 8 wordt de vrijstelling van de onroerende voorheffing ab initio geschrapt.
   De waarborg van het Gewest bedoeld in artikel 9 wordt beëindigd indien de door de kredietinstelling verstrekte inlichtingen onjuist blijken te zijn of in geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden van die waarborg.
   § 3. Wanneer er willens en wetens onjuiste of onvolledige informatie verstrekt wordt om de incentive bedoeld in artikel 5 te verkrijgen, kan de onderneming, haar aangestelde of lasthebber een administratieve geldboete van 300 tot 3.000 euro worden opgelegd volgens de procedure of tegen de voorwaarden vastgesteld bij de bepalingen van hoofdstuk 9 van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.]1
.
  
Art.16. [1 § 1er. Le contrôle de l'application du présent décret et de ses mesures d'exécution s'exerce conformément aux dispositions du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations.
   § 2. Sans préjudice du paragraphe 3, les incitants visés par le présent décret [2 ne sont pas liquidés ou]2 sont remboursés conformément au décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'administration publique wallonnes :
   1° en cas de non-respect des dispositions édictées par ou en vertu du présent décret ou des obligations contenues dans la décision individuelle d'octroi et dans la convention;
   2° en cas de faillite, de dissolution ou de mise en liquidation volontaire ou judiciaire de la grande entreprise;
   3° en cas de fourniture, sciemment, par la grande entreprise des renseignements inexacts ou incomplets, quel qu'ait été l'effet de ces renseignements sur le montant des incitants, sans préjudice des poursuites pénales applicables aux personnes ayant fourni ces renseignements.
   En cas de restitution de l'incitant visé à l'article 8, l'exonération du précompte immobilier est supprimée ab initio.
   Il est mis fin à la garantie de la Région visée à l'article 9 lorsque les renseignements fournis par l'organisme de crédit se révèlent inexacts ou en cas de non-respect des conditions d'octroi de cette garantie.
   § 3. Lorsque des renseignements inexacts ou incomplets ont été fournis sciemment en vue d'obtenir l'incitant visé à l'article 5, une amende administrative de 300 à 3.000 euros peut être infligée à l'entreprise, son préposé ou mandataire selon la procédure et aux conditions fixées par les dispositions du chapitre 9 du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations.]1
.
  
Art. 17. [3 De Regering kan de incentives handhaven door af te wijken van artikel 16]3 :
  1° in het geval waarin de niet-naleving van de voorwaarden [3 bedoeld in artikel 13]3 toe te schrijven is aan overmacht, namelijk abnormale en onvoorziene omstandigheden die vreemd zijn aan diegene die ze inroept en waarvan de gevolgen onvermijdelijk blijken te zijn ondanks alle gedane inspanningen;
  2° [1 in de gevallen van fusie of splitsing van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak, afstand van algemeenheid of bedrijfstak, [2 bedoeld in Boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen]2, evenals in geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie bedoeld in Titel V van Boek XX van het Wetboek van economisch recht, indien de bedrijvigheid van de grote onderneming in het Waalse Gewest voortgezet wordt, indien de investeringen overgedragen worden naar de nieuwe juridische constructie en in stand gehouden worden in de bestemming waarvoor ze zijn toegekend, en indien de verplichtingen die oorspronkelijk aan de begunstigde zijn opgelegd, worden nagekomen;]1
  3° in geval van afstand of wijziging van de bestemming of de gebruiksvoorwaarden, indien de grote onderneming op voorhand om de toelating door de Regering verzoekt.
  [1 In geval van instandhouding van de incentives bij een overdracht van onderneming of bij een verkoop van activa aan het einde van procedure van gerechtelijke reorganisatie, zoals bedoeld in het eerste lid, 2°, wordt het eventuele saldo van de premie niet gestort.]1
  [1 ...]1
  
Art.17. [3 Le Gouvernement peut maintenir les incitants et déroger à l'article 16 ]3 :
  1° dans le cas où le non-respect des conditions [3 visées à l'article 13]3 est dû à un cas de force majeure, à savoir des circonstances étrangères à celui qui les invoque, anormales et imprévisibles, dont les conséquences n'auraient pu être évitées, malgré toutes les diligences déployées;
  2° [1 dans les cas de fusion ou scission de société, d'apport d'universalité ou de branche d'activité, de cession d'universalité ou de branche d'activité, [2 visés au livre 12 du Code des sociétés et des associations]2 ainsi qu'en cas de procédure de réorganisation judiciaire telle que visée au Titre V du Livre XX du Code de Droit économique, si l'activité économique de la grande entreprise est poursuivie en Région wallonne, si les investissements sont transférés dans la nouvelle entité juridique et sont maintenus dans la destination pour laquelle ils avaient été octroyés et si les obligations initialement imposées au bénéficiaire sont respectées;]1
  3° dans les cas de cession ou de modification de la destination ou des conditions d'utilisation, si la grande entreprise en sollicite au préalable l'autorisation auprès du Gouvernement.
  [1 En cas de maintien des incitants lors d'un transfert d'entreprise ou lors d'une vente d'actif à l'issue d'une procédure de réorganisation judiciaire, telle que visée à l'alinéa 1er, 2°, le solde éventuel de la prime n'est pas versé.]1
  [1 ...]1
  
Art. 18. De Regering bepaalt de wijze [1 en de voorwaarden]1 van uitbetaling en terugbetaling van de incentives.
  De incentives kunnen niet uitbetaald worden in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de grote onderneming.
  [1 In geval van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, wordt de vereffening van de incentive opgeschort voor de duur van de procedure.]1
  
Art.18. Le Gouvernement détermine les modalités [1 et les conditions]1 de liquidation et de remboursement des incitants.
  Les incitants ne peuvent être liquidés en cas de faillite, de dissolution ou de mise en liquidation volontaire ou judiciaire de la grande entreprise.
  [1 En cas de procédure en réorganisation judiciaire, la liquidation est suspendue le temps de la procédure.]1
  
HOOFDSTUK IV. [1 Het technisch comité]1
CHAPITRE IV. [1 Le comité technique]1
Art. 19. [1 § 1. Een beroep kan ingesteld worden bij de betrokken personen tegen de beslissingen die krachtens dit artikel en zijn uitvoeringsbesluiten genomen zijn.
   Op straffe van niet-ontvankelijkheid dient de onderneming het beroep binnen dertig werkdagen na ontvangst van de beslissing in bij de door de Regering aangewezen dienst.
   § 2. De onderneming kan, indien zij er in het beroep om verzoekt, worden gehoord door de door de Regering aangewezen dienst op de door de Regering vastgestelde wijze.
   Het beroep bevat de middelen die ingeroepen worden tegen de omstreden beslissing, evenals een afschrift van die beslissing voor zover ze voorhanden is.
   Het beroep schorst de aangevochten beslissing niet.]1

  
Art.19. [1 § 1er. Un recours est ouvert aux entreprises concernées contre les décisions prises en vertu du présent décret et de ses arrêtés d'exécution.
   A peine d'irrecevabilité, le recours est introduit devant le service désigné par le Gouvernement dans les trente jours ouvrables de la réception de la décision.
   § 2. L'entreprise peut, si elle en fait la demande dans le recours, être entendue par le service désigné par le Gouvernement dans les formes prévues par le Gouvernement.
   Le recours contient les moyens développés à l'encontre de la décision attaquée et une copie de cette décision pour autant qu'elle existe.
   Le recours n'est pas suspensif de la décision attaquée.]1

  
hoofdstuk IV/1. [1 Inzameling en beheer van gegevens]1
Chapitre IV/1. [1 De la récolte et de la gestion des données]1
Art. 19/1. [1 De door de Regering aangewezen dienst is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG voor de verwerkingen van persoonsgegevens die nodig zijn voor de analyse van de dossiers.]1
  
Art. 19/1. [1 Le service désigné par le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel au sens de l'article 4, 7), du Règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE pour les traitements des données à caractère personnel qui sont nécessaires à l'analyse des dossiers.]1
  
Art. 19/2. [1 De categorieën persoonsgegevens die waarschijnlijk zullen worden verwerkt voor de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn:
   1° alle gegevens die direct of indirect betrekking hebben op de persoon geïdentificeerd als beheerder van de onderneming die nodig zijn voor het toekennen van de incentive of voor het toezicht op de naleving van de voorwaarden van toekenning en instandhouding van deze incentive;
   2° de identificatiegegevens, met inbegrip van de elektronische identificatie van de contactpersoon;
   3° de identificatiegegevens van de mandataris van de onderneming;
   De Regering kan de gegevens bedoeld in het eerste lid nader bepalen.]1

  
Art. 19/2. [1 Les catégories de données à caractère personnel susceptibles d'être traitées pour la mise en oeuvre du présent décret et de ses arrêtés d'exécution sont :
   1° toutes les données qui se rapportent directement ou indirectement à la personne identifiée comme administratrice de l'entreprise nécessaire pour l'octroi de l'incitant ou le contrôle du respect des conditions de l'octroi et du maintien de cet incitant;
   2° les données d'identification en ce compris l'identification électronique de la personne de contact;
   3° les données d'identification du mandataire de l'entreprise.
   Le Gouvernement peut préciser les données visées à l'alinéa 1er.]1

  
Art. 19/3. [1 Voor zover dit nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, worden persoonsgegevens die relevant zijn voor het certificeren van de naleving van de voorwaarden bedoeld bij of krachtens dit decreet, meegedeeld aan:
   1° de ambtenaren aangewezen door de Regering overeenkomstig artikel 1, 2°, van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen voor de controle op de toepassing van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen;
   2° het Commissariaat-generaal voor Toerisme zodat het kan nagaan of er geen dubbele subsidiëring is van eenzelfde bedrijf voor hetzelfde doel;
   3° de diensten van de Regering die zich bezighouden met aanverwante zaken of die toezicht houden op terugvorderingszaken, om hen in staat te stellen de voor hun opdracht noodzakelijke controles en verificaties uit te voeren;
   4° het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen zodat het kan nagaan welke buitenlandse investeringen op het grondgebied van het Waalse Gewest zijn gedaan.]1

  
Art. 19/3. [1 Dans la limite de ce qui est nécessaire au regard des finalités respectives pour lesquelles elles sont traitées, les données à caractère personnel pertinentes pour attester du respect des conditions prévues par ou en exécution du présent décret sont communiquées aux entités suivantes :
   1° aux fonctionnaires désignés par le Gouvernement, conformément à l'article 1er, 2°, du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementation pour le contrôle de l'application du présent décret et de ses arrêtés d'exécution;
   2° au Commissariat général au Tourisme afin de lui permettre de vérifier qu'il n'y a pas de double subventionnement d'une même entreprise pour le même objet;
   3° aux services du Gouvernement qui traitent de matières connexes ou suivent les dossiers en récupération pour leur permettre de réaliser les contrôles et vérifications nécessaires à leur mission;
   4° à l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers afin de lui permettre de vérifier quels sont les investissements étrangers réalisés sur le territoire de la Région wallonne.]1

  
Art. 19/4. [1 Onverminderd de bewijslast van het juiste gebruik van de investeringspremie en onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, en overeenkomstig artikel 5.1, e), van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, worden de persoonsgegevens bedoeld in artikel 19/2, met het oog op het toezicht op de naleving van de wettelijke subsidievoorwaarden voor persoonsgegevens met betrekking tot een subsidie, gedurende een periode van tien jaar vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat van de definitieve afsluiting van het begrotings- en boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft, door de verantwoordelijke van de verwerking bedoeld in artikel 19/1 bewaard.
   De in lid 1 bedoelde termijn wordt verlengd met de afschrijvingsperiode van het gesubsidieerde goed, tot maximaal dertig jaar, voor subsidies die betrekking hebben op onroerende goederen.
   De in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure opgeschort totdat een beslissing waartegen geen beroep mogelijk is, volledig en onherroepelijk is uitgevoerd.]1

  
Art. 19/4. [1 Sans préjudice de la charge de la preuve de la bonne utilisation de la prime à l'investissement et sans préjudice de la conservation nécessaire pour le traitement à des fins archivistiques dans l'intérêt public, à des fins de recherche scientifique ou historique ou à des fins statistiques visé à l'article 89 du Règlement (UE) 2016/679 précité et, conformément à l'article 5.1, e), du Règlement (UE) 2016/679 précité, le responsable du traitement visé à l'article 19/1 conserve les données à caractère personnel visées à l'article 19/2, pour le contrôle du respect des conditions légales de subventionnement pour les données à caractère personnel relatives à une subvention, durant une période de dix ans à partir du 1er janvier de l'année qui suit celle de la clôture définitive de l'exercice budgétaire et comptable dont relève la subvention.
   Le délai prévu à l'alinéa 1er est prolongé à hauteur de la durée d'amortissement du bien subventionné, pour une durée maximale de trente ans, pour les subventions qui concernent des biens immobiliers.
   La durée de conservation visée à l'alinéa 1er est suspendue en cas d'action judiciaire ou administrative jusqu'à la pleine et complète exécution d'une décision non susceptible de recours.]1

  
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
CHAPITRE V. - Dispositions finales.
Art. 20. [1 De Regering informeert jaarlijks de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, sociale en milieuraad van Wallonië) en het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Toekomstverwachting en Statistiek) over de toegekende incentives door ze te publiceren op het portaal van de diensten van de Regering.
   Om de vijf jaar voert de Regering een onafhankelijke evaluatie uit van de impact van de incentives die krachtens dit decreet worden toegekend en deelt deze mee aan het Waalse Parlement.]1

  
Art.20. [1 Le Gouvernement informe annuellement le Conseil économique, social et environnemental de Wallonie et l'Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique sur les incitants octroyés via une diffusion sur le portail des services du Gouvernement.
   Tous les cinq ans, le Gouvernement réalise une évaluation indépendante de l'impact des incitants visés par le présent décret et la communique au Parlement wallon.]1

  
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen.
CHAPITRE VI. - Dispositions abrogatoires et transitoires.
Art. 21. In de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie worden, wat het Waalse Gewest betreft, volgende artikelen opgeheven :
  1° artikel 1, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992 en artikel 2, zoals gewijzigd bij de wet van 12 augustus 1985 en het decreet van 25 juni 1992;
  2° de artikelen 3 en 4;
  3° de artikelen 5ter en 5quater, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;
  4° artikel 11, zoals gewijzigd bij de wet van 17 augustus 1973;
  5° de artikelen 13bis en 13ter, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;
  6° artikel 14;
  7° artikel 16, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;
  8° artikel 19, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992 en bij het koninklijk besluit van 16 juni 1994;
  9° artikel 20, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juni 1994;
  10° artikel 21, zoals gewijzigd bij de wet van 30 december 1977 en de decreten van 25 juni 1992 en 4 juli 2002;
  11° de artikelen 22 en 23;
  12° artikel 24, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart 1976;
  13° de artikelen 26 tot en met 29;
  14° artikel 29bis, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;
  15° artikel 33;
  16° artikel 36, zoals gewijzigd bij de wet van 17 augustus 1973 en het decreet van 4 juli 2002;
  17° artikel 37;
  18° artikel 38, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;
  19° de artikelen 38bis tot en met 38quater, zoals ingevoegd bij het decreet van 25 juni 1992;
  20° de artikelen 39, 1°, en 40;
  21° artikel 41, zoals gewijzigd bij de wet van 5 maart 1976 en het decreet van 25 juni 1992;
  22° artikel 43;
  23° artikel 44, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992;
  24° artikel 46;
  25° artikel 47;
  26° artikel 48, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992.
  De bepalingen van voornoemde wet van 30 december 1970 blijven evenwel gelden voor de aanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van dit decreet, evenals voor de aanvragen ingediend in het kader van specifieke investeringssteunregelingen die medegefinancierd worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling over de periode 2000-2006.
  (NOTA : Een tweede artikel 21 werd ingevoegd bij DWG 2004-02-12/53, art. 131, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2004 zoals volgt :
  " Art. 21. De provincieraden en -colleges mogen krachtens het provinciaal belang niet beraadslagen en besluiten over de investeringshulpen ten gunste van de grote ondernemingen. ")
Art.21. Dans la loi du 30 décembre 1970 sur l'expansion économique, sont abrogés, en ce qui concerne la Région wallonne, les articles suivants :
  1° l'article 1er, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992 et l'article 2, tel que modifié par la loi du 12 août 1985 et le décret du 25 juin 1992;
  2° les articles 3 et 4;
  3° les articles 5ter et 5quater, tels qu'insérés par le décret du 25 juin 1992;
  4° l'article 11, tel que modifié par la loi du 17 août 1973;
  5° les articles 13bis et 13ter, tels qu'insérés par le décret du 25 juin 1992;
  6° l'article 14;
  7° l'article 16, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992;
  8° l'article 19, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992 et par l'arrêté royal du 16 juin 1994;
  9° l'article 20, tel que modifié par l'arrêté royal du 16 juin 1994;
  10° l'article 21, tel que modifié par la loi du 30 décembre 1977 et les décrets des 25 juin 1992 et 4 juillet 2002;
  11° les articles 22 et 23;
  12° l'article 24, tel que modifié par la loi du 30 mars 1976;
  13° les articles 26 à 29;
  14° l'article 29bis, tel qu'inséré par le décret du 25 juin 1992;
  15° l'article 33;
  16° l'article 36, tel que modifié par la loi du 17 août 1973 et le décret du 4 juillet 2002;
  17° l'article 37;
  18° l'article 38, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992;
  19° les articles 38bis à 38quater, tels qu'insérés par le décret du 25 juin 1992;
  20° les articles 39, 1°, et 40;
  21° l'article 41, tel que modifié par la loi du 5 mars 1976 et le décret du 25 juin 1992;
  22° l'article 43;
  23° l'article 44, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992;
  24° l'article 46;
  25° l'article 47;
  26° l'article 48, tel que modifié par le décret du 25 juin 1992.
  Néanmoins, les dispositions de la loi du 30 décembre 1970 précitée restent d'application pour les demandes introduites avant l'entrée en vigueur du présent décret ainsi que celles introduites dans le cadre des régimes spécifiques d'aides à l'investissement cofinancées par le Fonds européen de développement régional pour la période 2000-2006.
  (NOTE : un deuxième article 21 est inséré par DRW 2004-02-12/53, art. 131, 002; En vigueur : 01-01-2004 comme suit :
  " Art. 21. Les conseils et les collèges provinciaux ne peuvent, en vertu de l'intérêt provincial, prendre de délibérations ayant pour objet des aides à l'investissement en faveur des grandes entreprises. ")
Art. 22. De Regering stelt de datum van inwerkingtreding van dit decreet vast.
  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-07-2004 door BWG 2004-05-06/37, art. 34)
Art. 22. Le Gouvernement fixe la date d'entrée en vigueur du présent décret.
  (NOTE : Entrée en vigueur fixée le 01-07-2004 par ARW 2004-05-06/37, art. 34)