Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 DECEMBER 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-03-2004 en tekstbijwerking tot 08-12-2022)
Titre
17 DECEMBRE 2003. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques de la Communauté française. (NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 31-03-2004 et mise à jour au 08-12-2022)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (50)
Texte (50)
HOOFDSTUK I.
CHAPITRE Ier.
Artikel 1. Dit statuut is van toepassing op het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap opgericht met toepassing van de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende het organiek statuut van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap.
Article 1. Le présent statut est applicable au personnel scientifique des établissements scientifiques de la Communauté française créés en application des dispositions de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 17 décembre 2003 relatif au statut organique des établissements scientifiques de la Communauté française.
Art.2. Onder bevoegde minister in de zin van dit besluit, dient te worden verstaan : de Minister(s) waaronder de betrokken wetenschappelijke instelling ressorteert.
  Onder Wetenschappelijke Raad in de zin van dit besluit dient te worden verstaan, de Wetenschappelijke Raad opgericht krachtens artikel 7 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende het organiek statuut van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap.
Art.2. Par Ministre compétent au sens du présent arrêté, il y a lieu d'entendre le ou les Ministre(s) dont relève l'établissement scientifique intéressé.
  Par Conseil scientifique au sens du présent arrêté, il y a lieu d'entendre le Conseil scientifique créé en vertu de l'article 7 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 17 décembre 2003 relatif au statut organique des établissements scientifiques de la Communauté française.
HOOFDSTUK II.
CHAPITRE II.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Section 1re. - Dispositions générales.
Art.3. § 1. Onverminderd hoofdstuk III, omvat de wetenschappelijke loopbaan van het wetenschappelijk personeel drie rangen :
  a) rang A;
  b) rang B;
  c) rang C.
  Rang A omvat de graden van attaché, assistent en eerste assistent.
  Rang B omvat de graad van werkleider.
  Rang C omvat de graad van geaggregeerde werkleider.
  De overgang van een ambtenaar in opeenvolgende orde naar die verschillende rangen wordt gebaseerd op zijn wetenschappelijke anciënniteit alsook op zijn bekwaamheidsbewijzen en verdiensten; hij hangt niet van een vacante betrekking af.
  Hij wordt geregeld door de bepalingen van afdeling 4 van dit hoofdstuk.
  § 2. Onverminderd de bepalingen die inzonderheid vermeld zijn in de artikelen 5, 6 en 9 van dit besluit, worden de graden van attaché, assistent en eerste assistent toegekend aan de ambtenaren die in rang A worden aangeworven onder de volgende voorwaarden :
  1° Attaché :
  - houder zijn van het diploma van licentiaat;
  2° Assistent :
  - houder zijn van het diploma van doctor behaald na de openbare verdediging van een verhandeling;
  3° eerste assistent :
  - in vast verband in rang A benoemd worden en houder zijn van het onder 2° vermelde diploma.
Art.3. § 1er. Sous réserve du Chapitre III, la carrière scientifique du personnel scientifique comporte trois rangs :
  a) le rang A;
  b) le rang B;
  c) le rang C.
  Le rang A comprend les grades d'attaché, d'assistant et de premier assistant.
  Le rang B comprend le grade de chef de travaux.
  Le rang C comprend le grade de chef de travaux agrégé.
  L'accession successive d'un agent à ces différents rangs est fondée sur son ancienneté scientifique ainsi que sur ses titres et mérites; elle n'est pas subordonnée à une vacance d'emploi.
  Elle est réglée par les dispositions de la section 4 du présent chapitre.
  § 2. Sans préjudice des dispositions reprises notamment aux articles 5, 6 et 9 du présent arrêté, les grades d'attaché, d'assistant et de premier assistant sont conférés aux agents recrutés au rang A aux conditions suivantes :
  1° Attaché :
  - être porteur du diplôme de licencié;
  2° Assistant :
  - être porteur du diplôme de docteur obtenu à la suite de la défense publique d'une dissertation;
  3° Premier assistant :
  - être nommé à titre définitif au rang A et être porteur du diplôme repris sous 2°.
Art.4. Onder wetenschappelijke anciënniteit wordt de duur verstaan :
  1° van de diensten gepresteerd in de stand dienstactiviteit door de ambtenaar sedert zijn indiensttreding als lid van het wetenschappelijk personeel van één van de in artikel één van dit besluit bedoelde instellingen;
  2° van de opdrachten uitgeoefend door de ambtenaar in het belang van het hoger onderwijs of van de wetenschap, ook al werd de ambtenaar, om die te verrichten, in de stand non-activiteit geplaatst.
  Als wetenschappelijke anciënniteit wordt eveneens in aanmerking genomen :
  1° de duur van de diensten die door de ambtenaar werden gepresteerd vóór zijn indiensttreding in de in artikel 1 bedoelde instellingen, als lid van het onderwijzend of wetenschappelijk personeel, met inbegrip van de vrijwillige assistenten, van een Belgische universiteit of ermee gelijkgestelde instelling krachtens de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens;
  2° de duur van de wetenschappelijke activiteit van de ambtenaar, vóór zijn indiensttreding in die instellingen, als begunstigde van een bezoldiging of een subsidie toegekend door :
  a) de Staat, een Gemeenschap, een Gewest, een Gemeenschapscommissie of een internationale instelling die door één van voormelde overheden wordt erkend, of een buitenlandse staat die met België door een cultureel akkoord wordt gebonden;
  b) de provincies, de gemeenten, het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de instellingen voor onderzoek van de vroegere kolonie Belgisch-Congo of van de vroeger door België bestuurde gebieden, alsook alle andere openbare of private diensten of instellingen voor wetenschappelijk onderzoek of voor financiering van het wetenschappelijk onderzoek, op voorwaarde dat die instellingen of diensten waarbij de wetenschappelijke activiteit werd uitgeoefend, vermeld staan op de lijst die door de Minister bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek wordt opgemaakt.
  De duur van de diensten gepresteerd als titularis van een ambt houdende onvolledige prestaties wordt tot het passende beloop geraamd.
Art.4. Par ancienneté scientifique, il faut entendre la durée :
  1° des services prestés en position d'activité de service par l'agent depuis son entrée en service comme membre du personnel scientifique de l'un des établissements visés à l'article premier du présent arrêté;
  2° des missions exercées par l'agent dans l'intérêt de l'enseignement supérieur ou de la science même si, pour les accomplir, l'agent a été placé en non-activité.
  Est également admissible au titre d'ancienneté scientifique :
  1° la durée des services prestés par l'agent avant son entrée en service dans les établissements visés à l'article premier, en tant que membre du personnel enseignant ou scientifique, en ce compris les assistants volontaires, d'une université belge ou d'un établissement y assimilé en vertu des lois coordonnées sur la collation des grades académiques et le programme des examens universitaires;
  2° la durée de l'activité scientifique de l'agent, avant son entrée en service dans ces mêmes établissements, comme bénéficiaire d'une rétribution ou d'une subvention attribuée par :
  a) l'Etat, une Communauté, une Région, une Commission communautaire ou un organisme international reconnu par une des autorités précitées ou un état étranger lié à la Belgique par un accord culturel;
  b) par les provinces, les communes, le Fonds national de la Recherche scientifique, les organismes de recherche de l'ancienne colonie du Congo belge ou des territoires anciennement administrés par la Belgique, ainsi que tous autres services ou institutions de recherche scientifique ou de financement de la recherche scientifique, publics ou privés, à la condition que ces institutions ou services auprès desquels l'activité scientifique a été exercée, figurent sur la liste établie par le Ministre chargé de la recherche scientifique.
  La durée des services prestés comme titulaire d'une fonction comportant des prestations incomplètes, est supputée jusqu'à due concurrence.
Afdeling 2. - Werving.
Section 2. - Recrutement.
Art.5. § 1. Voor elk van de instellingen bedoeld bij dit besluit wordt een commissie voor werving en bevordering ingesteld - hierna met de woorden "de commissie" aangeduid en samengesteld als volgt :
  1° als voorzitter : de afgevaardigde bestuurder van de SELOR of diens vertegenwoordiger;
  2° als lid : de leden van de wetenschappelijke raad en de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van [1 de algemene administratie of]1 de Algemene Directie waaronder de wetenschappelijke instelling ressorteert, hierna de ambtenaar-generaal genoemd, of, bij diens afwezigheid, een ambtenaar-generaal aangesteld door de bevoegde minister.
  In voorkomend geval, kan de commissie worden aangevuld met een wetenschappelijke persoonlijkheid die bevoegd is in de wetenschappelijke tak(ken) waaronder de post ressorteert, en die gekozen wordt volgens dezelfde criteria als deze die vermeld zijn in artikel 7, § 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het organiek statuut van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap.
  De Voorzitter stelt een rapporteur aan onder het wetenschappelijk personeel dat al dan niet de leiding heeft van de instelling; hij kan lid zijn van de wetenschappelijke raad.
  § 2. Op de voordracht [1 van de ambtenaar-generaal]1 bepaalt de Minister, na advies van de wetenschappelijk directeur, de specialiteit waarvoor de werving zal plaatsvinden.
  § 3. De commissie brengt de adviezen uit en doet de voorstellen die vereist zijn voor de benoeming, de stage en de bevordering van het wetenschappelijk personeel van de instelling. Naar aanleiding van een werving zorgt zij voor de rangschikking van de kandidaten.
  § 4. Wanneer de commissie uitspraak moet doen over de bewijzen bedoeld in de artikelen 13, 3° en 14°, 1°, wordt zij aangevuld met drie wetenschappelijke persoonlijkheden onder wie ten minste twee lid zijn van het onderwijzend personeel van verschillende universiteiten of van instellingen voor hoger onderwijs en niet tot de instelling behoren.
  Die persoonlijkheden worden door de voorzitter van de commissie en moeten bijzonder bevoegd zijn voor het wetenschappelijk vak in verband met het ambt.
  Daartoe raadpleegt de voorzitter, behalve in bijzonder gemotiveerde dringende gevallen, de overheden van ten minste drie verschillende universitaire instellingen.
  Ten minste twee van die persoonlijkheden moeten de hoedanigheid van lid van het onderwijzend personeel bezitten; de derde kan, in bijzonder dringend gemotiveerde gevallen, een persoonlijkheid met een wetenschappelijke kwalificatie zijn.
  
Art.5. § 1er Il est institué pour chacun des établissements visés par le présent arrêté un jury de recrutement et de promotion - désigné ci-après par les mots "le jury" et composé comme suit :
  1° en qualité de président : l'Administrateur délégué du SELOR ou son représentant;
  2° en qualité de membres : les membres du Conseil scientifique et le fonctionnaire général dirigeant [1 l'Administration générale ou]1 la Direction générale à laquelle l'établissement scientifique est rattaché, ci-après appelé la fonctionnaire général ou en son absence, un fonctionnaire général désigné par le Ministre compétent.
  Le cas échéant, le jury peut être complété par une personnalité scientifique compétente, dans la ou les disciplines scientifiques dont relève le poste, et choisie selon les mêmes critères que ceux repris à l'article 7, § 2, de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française relatif au statut organique des établissements scientifiques de la Communauté française.
  Le Président désigne un rapporteur parmi le personnel scientifique, dirigeant ou non, l'établissement; il peut être membre du Conseil scientifique.
  § 2. Le Ministre détermine sur proposition du Directeur, après avis [1 du fonctionnaire général]1 scientifique, la spécialité dans laquelle se fera le recrutement.
  § 3. Le jury émet les avis et propositions requis en matière de nomination, de stage et de promotion du personnel scientifique de l'établissement. En cas de recrutement, il classe les candidats.
  § 4. Lorsque le jury doit se prononcer sur la justification visée aux articles 13, 3° et 14, 1°, il est complété par trois personnalités scientifiques dont deux au moins sont membres du personnel enseignant d'universités différentes ou d'établissements de haut enseignement et qui n'appartiennent pas à l'établissement.
  Ces personnalités sont désignées par le président du jury et doivent être spécialement compétentes dans la discipline scientifique relative à la fonction.
  A cet effet, le président consulte, sauf dans des cas spécialement motivés, les autorités facultaires d'au moins trois institutions universitaires différentes.
  Deux de ces personnalités au moins doivent avoir la qualité de membre du personnel enseignant, la troisième pouvant être, dans des cas spécialement motivés, une personnalité scientifique qualifiée.
  
Art.6. De leden van het wetenschappelijk personeel worden in rang A geworven.
  Onverminderd de bepalingen betreffende het toezicht op de lichamelijke geschiktheid, kan niemand in een betrekking van het wetenschappelijk personeel worden geworven als hij niet voldoet aan de volgende voorwaarden :
  1° Belg zijn of burger van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, behalve voor ambten houdende een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van de openbare macht en werkzaamheden die de vrijwaring van de algemene belangen van de Staat of de andere openbare gemeenschappen tot doel hebben;
  2° een gedrag hebben dat voldoet aan de eisen van het ambt;
  3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  4° aan de dienstplichtwetten voldoen;
  5° het bewijs leveren van de medische geschiktheid voor het ambt;
  6° houder zijn van het eindestudiediploma uitgereikt na ten minste vier jaar studie door een Belgische universiteit, door instellingen die ermee gelijkgesteld zijn krachtens de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens of door één van de commissies die door de Regering werden ingesteld voor het toekennen van de academische graden;
  7° de speciale wetenschappelijke geschiktheid bezitten die, in voorkomend geval, door de commissie wordt bepaald.
Art.6. Les membres du personnel scientifique sont recrutés au rang A.
  Sans préjudice des dispositions relatives à la vérification des aptitudes physiques, nul ne peut être recruté à un emploi du personnel scientifique que s'il remplit les conditions suivantes :
  1° être belge ou citoyen d'un état faisant partie de l'Espace économique européen, sauf pour des fonctions comportant une participation, directe ou indirecte, à l'exercice de la puissance publique et des travaux qui ont pour objet la sauvegarde des intérêts généraux de l'Etat ou des autres collectivités publiques;
  2° être d'une conduite répondant aux exigences de la fonction;
  3° jouir des droits civils et politiques;
  4° satisfaire aux lois sur la milice;
  5° justifier de la possession de l'aptitude médicale exigée pour la fonction;
  6° être porteur d'un diplôme de fin d'études délivré après quatre ans d'études au moins par une université belge, par des établissements y assimilés en vertu des lois sur la collation des grades académiques et le programme des examens universitaires ou par un des jurys institués par le Gouvernement pour la collation des grades académiques;
  7° réunir les aptitudes scientifiques spéciales déterminées, s'il y a lieu, par le jury.
Art.7. Als betrekkingen vacant zijn, wordt een oproep gedaan tot de kandidaten door een in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt advies.
  Dat advies vermeldt, voor elke instelling :
  1° de vacante betrekkingen;
  2° de toelatingsvoorwaarden;
  3° de termijn waarbinnen en de wijze waarop de kandidaturen worden ingediend, en de over te leggen stukken.
  De oproep tot de kandidaten wordt door de bevoegde Minister vastgesteld op een met redenen omkleed advies van de Wetenschappelijke Raad.
Art.7. En cas de vacance d'emplois, il est fait appel aux candidats par un avis publié au Moniteur belge.
  Cet avis indique, par établissement :
  1° les emplois vacants;
  2° les conditions d'admission;
  3° le délai et la forme de présentation des candidatures ainsi que les pièces à produire.
  L'appel aux candidats est arrêté par le Ministre compétent sur avis motivé du Conseil scientifique.
Art.8. Na de ingediende kandidaturen te hebben onderzocht, rangschikt de commissie de kandidaten op grond van hun wetenschappelijke bekwaamheidsbewijzen en verdiensten. De rangschikking wordt met redenen omkleed en aan de bevoegde Minister door de Voorzitter van de commissie overgezonden.
  Iedere kandidaat wordt op de hoogte gebracht van de rangschikking die door de commissie wordt vastgesteld en van de criteria die zijn positie in die rangschikking motiveert.
Art.8. Après avoir examiné les candidatures introduites, le jury classe les candidats sur base de leurs titres et mérites scientifiques. Le classement est motivé et transmis au Ministre compétent par le Président du jury.
  Chaque candidat est informé du classement arrêté par le jury et des critères qui justifient sa position dans ce classement.
Afdeling 3. - Stage en benoeming in vast verband.
Section 3. - Stage et nomination définitive.
Art.9. De kandidaten voor een werving in rang A worden voor een stage van vier jaar toegelaten, in de volgorde van de rangschikking bedoeld in artikel 8.
  De stage wordt volbracht onder het toezicht van de wervingscommissie en onder het meesterschap van de wetenschappelijk directeur, die het programma van de stage bepaalt en superviseert. Het programma omvat wetenschappelijke werkzaamheden in verband met de specificiteit van de instelling, werkzaamheden in verband met de collecties van de instelling en, in overleg met de directeur, administratieve werkzaamheden.
  Op het einde van elk jaar brengt de examencommissie ter attentie van de tot benoemen bevoegde overheid een advies over de wetenschappelijke verdiensten van de betrokken ambtenaar uit. Dat advies houdt rekening met de kwaliteit van de wetenschappelijke productie van de ambtenaar, de kwaliteit van zijn werkzaamheden in verband met de collecties van het museum, de kwaliteit van de administratieve werkzaamheden die hem worden toevertrouwd en zijn integratie in het personeel van de instelling. [1 Het advies houdt, voor de beoordeling van de publicaties van onderzoekers en op straffe van nietigheid, rekening met de lijst die wordt gegenereerd uit het institutionele digitale archief van de betrokken ambtenaar, overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 3 mei 2018 tot instelling van een beleid van vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties (open access).]1
  Op het einde van de stage moet de ambtenaar houder zijn van het diploma doctor behaald na de openbare verdediging van een [1 doctoraal proefschrift]1.
  In de maand die voorafgaat aan het einde van de stage, beslist de commissie de benoeming van de stagiair voor te stellen, de stage met ten hoogste vier jaar te verlengen - indien de stagiair het bekwaamheidsbewijs doctor nog niet zou hebben behaald - of de afdanking van de stagiair voor te stellen aan de tot benoemen bevoegde overheid.
  
Art.9. Les candidats à un recrutement au rang A sont admis pour un stage de quatre ans, dans l'ordre du classement visé à l'article 8.
  Le stage est accompli sous le contrôle du Jury de recrutement et sous la maîtrise du Directeur scientifique qui définit et supervise le programme de stage. Le programme comprend des travaux scientifiques en relation avec les spécificités de l'établissement, des travaux liés aux collections de l'établissement et, en concertation avec le Directeur, des travaux administratifs.
  Au terme de chaque année, le jury émet à l'intention de l'autorité à laquelle appartient le pouvoir de nomination un avis sur les mérites scientifiques de l'agent intéressé. Cet avis tient compte de la qualité de la production scientifique de l'agent, de la qualité de son travail en rapport avec les collections du musée, de la qualité du travail administratif qui lui est confié et de son intégration au sein du personnel de l'établissement. [1 L'avis prend en considération, pour l'évaluation des publications des chercheurs et sous peine de nullité, la liste générée à partir de l'archive numérique institutionnelle de l'agent intéressé, conformément à l'article 7 du décret du 3 mai 2018 visant à l'établissement d'une politique de libre accès aux publications scientifiques (open access).]1
  A l'issue du stage, l'agent doit être porteur du diplôme de docteur obtenu à la suite de la défense publique [1 d'une thèse de doctorat]1.
  Dans le mois qui précède l'issue du stage, le jury décide de proposer la nomination du stagiaire, de prolonger le stage au maximum de quatre ans - dans le cas où celui-ci n'aurait pas encore obtenu le titre de docteur - ou de proposer le licenciement du stagiaire à l'autorité à laquelle appartient le pouvoir de nomination.
  
Art.10. De stagiair geniet de bepalingen houdende regeling, voor het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen, van :
  1° de toelagen en vergoedingen van alle aard, voor zover het feit dat aanleiding geeft tot de toekenning van een toelage of een vergoeding verenigbaar is met de ononderbroken uitoefening van de stage;
  2° het geldelijk statuut.
  Voor de toepassing van dit artikel, wordt de stagiair geacht titularis te zijn van de graad waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld.
Art.10. Le stagiaire bénéficie des dispositions qui règlent pour le personnel scientifique des établissements scientifiques :
  1° les allocations et indemnités de toute nature, dans la mesure où le fait qui donne lieu à l'octroi d'une allocation ou d'une indemnité est compatible avec l'exercice continu du stage;
  2° le statut pécuniaire.
  Pour l'application du présent article, le stagiaire est censé être titulaire du grade auquel il s'est porté candidat.
Art.11. Er wordt een raad van beroep door de Regering ingesteld.
  Hij wordt samengesteld als volgt :
  - de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van [1 de algemene administratie of]1 de algemene directie waaronder de wetenschappelijke instelling ressorteert, als voorzitter;
  - [1 de voorzitter van de Raad van Beroep benoemt een griffier-verslaggever onder de personeelsleden van de Algemene Administratie van Cultuur die geen lid zijn van het personeel van de wetenschappelijke instelling]1;
  - zes assessoren, waarvan de helft wordt aangewezen door de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Comité van sector XVII, en de andere helft wordt aangewezen door de Regering.
  In geval van voorstel tot afdanking, kan de stagiair binnen tien dagen na de kennisgeving van zijn afdanking, tegen het over hem uitgesproken voorstel een beroep instellen bij de Raad van Beroep bedoeld in artikel 30 van dit besluit.
  Met het oog op het onderzoek van het beroep, vergadert de Raad van Beroep binnen dertig dagen nadat het bij hem aanhangig werd gemaakt.Dit beroep is opschortend en de stage wordt verlengd tot de datum waarop de beslissing van de bevoegde minister die werd verzocht zich uit te spreken over het voorstel van de bovengenoemde Raad, uitwerking heeft.Als de stagiair het bekwaamheidsbewijs doctor na acht jaar echter niet heeft behaald, dan geschiedt de afdanking automatisch, zonder beroepsmogelijkheid.
  Wanneer de overheid, gedurende of op het einde van de stage, beslist de betrokkene af te danken, krijgt deze, behalve in geval van zware fout, een opzeggingstermijn van drie maanden.
  
Art.11. Un Conseil d'appel est institué par le Gouvernement.
  Il est composé comme suit :
  - Le Fonctionnaire général dirigeant [1 l'Administration générale ou]1 la direction générale à laquelle l'établissement scientifique est rattaché, en tant que Président;
  - [1 Le Président du Conseil d'appel désigne un greffier-rapporteur parmi les membres du personnel de l'Administration générale de la Culture qui ne sont pas membres du personnel de l'établissement scientifique]1;
  - Six assesseurs, dont la moitié désignée par les organisations syndicales représentées en Comité de Secteur XVII et l'autre moitié désignée par le Gouvernement.
  En cas de proposition de licenciement, le stagiaire peut, dans les dix jours de la notification de son licenciement, introduire un recours contre la proposition émise à son sujet auprès du Conseil d'appel visé à l'article 30 du présent arrêté.
  Le Conseil d'appel se réunit en vue de l'examen du recours dans les trente jours de sa saisie. Ce recours est suspensif et le stage est prolongé jusqu'à la date de prise d'effet de la décision du Ministre compétent appelé à se prononcer sur la proposition émise par la Conseil précité. Toutefois, si le stagiaire n'a pas obtenu le titre de docteur après huit ans, le licenciement est automatique sans recours possible.
  Lorsque l'autorité, au cours ou au terme du stage, décide de licencier l'intéressé, celui-ci reçoit, sauf en cas de faute grave, un délai de préavis de trois mois.
  
Art.12. De stagiair wordt door de tot benoemen bevoegde overheid benoemd tot wetenschappelijk ambtenaar van de Diensten van de Regering in de graad van rang A waarop hij aanspraak kan maken.
Art.12. Le stagiaire est nommé par l'autorité à laquelle appartient le pouvoir de nomination en qualité d'agent scientifique des Services du Gouvernement au grade de rang A auquel il peut prétendre.
Afdeling 4. - Bevordering.
Section 4. - Promotion.
Art.13. Iedere ambtenaar kan, op eigen aanvraag, overgaan naar rang B, als hij voldoet aan de volgende voorwaarden :
  1° in rang A in vast verband benoemd worden;
  2° tien jaar wetenschappelijke anciënniteit tellen;
  3° het bewijs leveren van wetenschappelijke activiteiten waarvan de waarde door de commissie wordt erkend.
  [1 De examencommissie houdt voor de beoordeling van de publicaties van de onderzoekers en op straffe van nietigheid, rekening met de lijst die wordt gegenereerd uit het institutionele digitale archief van de betrokken ambtenaar, overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 3 mei 2018 tot instelling van een beleid van vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties (open access).]1
  
Art.13. Chaque agent peut, à sa demande, accéder au rang B s'il remplit les conditions suivantes :
  1° être nommé à titre définitif au rang A;
  2° compter dix ans d'ancienneté scientifique;
  3° témoigner d'activités scientifiques dont la valeur est reconnue par le jury.
  [1 Le jury prend en considération, pour l'évaluation des publications des chercheurs et sous peine de nullité, la liste générée à partir de l'archive numérique institutionnelle de l'agent intéressé, conformément à l'article 7 du décret du 3 mai 2018 visant à l'établissement d'une politique de libre accès aux publications scientifiques (open access).]1
  
Art.14. Iedere ambtenaar kan, op eigen aanvraag, overgaan naar rang C, als hij voldoet aan de volgende voorwaarden :
  1° houder zijn van het diploma geaggregeerde van het hoger onderwijs of bijzondere doctor, of, in de tak van wetenschap waartoe het ambt behoort, het bewijs leveren van uitzonderlijke werkzaamheden die als vergelijkbaar met het voormelde diploma geaggregeerde of bijzondere doctor worden geacht door een gunstig en met redenen omkleed advies van de commissie;
  2° twaalf jaar wetenschappelijke anciënniteit tellen waarvan ten minste twee in rang B.
  [1 De examencommissie houdt voor de beoordeling van de publicaties van de onderzoekers en op straffe van nietigheid, rekening met de lijst die wordt gegenereerd uit het institutionele digitale archief van de betrokken ambtenaar, overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 3 mei 2018 tot instelling van een beleid van vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties (open access).]1
  
Art.14. Chaque agent peut, à sa demande, accéder au rang C, s'il remplit les conditions suivantes :
  1° être porteur du diplôme d'agrégé de l'enseignement supérieur ou de docteur spécial, ou justifier, dans la discipline scientifique à laquelle appartient la fonction, de travaux scientifiques exceptionnels jugés comparables au diplôme d'agrégé ou de docteur spécial précité par un avis favorable et motivé du jury;
  2° compter douze années d'ancienneté scientifique dont deux au moins dans le rang B.
  [1 Le jury prend en considération, pour l'évaluation des publications des chercheurs et sous peine de nullité, la liste générée à partir de l'archive numérique institutionnelle de l'agent intéressé, conformément à l'article 7 du décret du 3 mai 2018 visant à l'établissement d'une politique de libre accès aux publications scientifiques (open access).]1
  
Afdeling 5. - Bijzondere bepalingen.
Section 5. - Dispositions spéciales.
Art.15. Met de vereiste diploma's worden gelijkgesteld, de buitenlandse bekwaamheidsbewijzen die met die diploma's werden gelijkgesteld bij of krachtens de wet of het decreet.
Art.15. Sont équivalents aux diplômes requis, les titres étrangers qui leur ont été assimilés par ou en vertu de la loi ou du décret.
Art.16. In afwijking van artikel 6, lid 1, kan de Regering van de Franse Gemeenschap rechtstreeks in rang B of in rang C aanwerven of benoemen, na gunstig advies van de commissie, als de kandidaat de voorwaarden vastgesteld in artikel 13, 2° en 3° naleeft en houder is van het diploma doctor behaald na de openbare verdediging van een verhandeling, voor rang B, of als de kandidaat de voorwaarden vastgesteld in artikel 14, 1° naleeft en als hij twaalf jaar wetenschappelijke anciënniteit telt, voor rang C.
Art.16. Par dérogation à l'article 6, alinéa 1er, le Gouvernement de la Communauté française peut recruter et nommer directement au rang B ou au rang C, après avis favorable du jury et sous réserve de respecter les conditions fixées à l'article 13, 2° et 3° et d'être porteur du diplôme de docteur obtenu à la suite de la défense publique d'une dissertation pour le rang B ou les conditions fixées à l'article 14, 1° et sous réserve que le candidat compte douze années d'ancienneté scientifique, pour le rang C.
HOOFDSTUK III. [1 - Leidende ambten]1
CHAPITRE III. [1 - Fonctions dirigeantes]1
Afdeling 1. - Hiërarchie.
Section 1re. - Hiérarchie.
Art.17. [1 Tot de leidende ambten in een wetenschappelijke instelling behoren die van wetenschappelijk directeur en adjunct-directeur.
   De wetenschappelijke instelling staat onder leiding van de wetenschappelijk directeur.
   Onder het gezag van de wetenschappelijk directeur heeft de adjunct-directeur hiërarchisch gezag over het niet-wetenschappelijk personeel van de instelling.]1

  
Art.17. [1 Les fonctions dirigeantes dans un établissement scientifique comportent celles de Directeur scientifique et de Directeur adjoint.
   L'établissement scientifique est dirigé par le Directeur scientifique.
   Sous l'autorité du Directeur scientifique, le Directeur adjoint dispose d'une autorité hiérarchique sur le personnel non scientifique de l'établissement.]1

  
Afdeling 2. [1 - Het ambt van de wetenschappelijk directeur]1
Section 2. [1 - De la fonction de Directeur scientifique]1
Art.18. [1 Het ambt van wetenschappelijk directeur wordt toegekend door middel van een benoeming.
   Om tot wetenschappelijk directeur te worden benoemd, moet een kandidaat die lid is van het wetenschappelijk personeel van een van de in artikel 1 bedoelde instellingen:
   1° houder zijn van een diploma van doctor dat is verkregen na de openbare verdediging van een doctoraal proefschrift, of van een diploma van geaggregeerde van het hoger onderwijs of een bijzondere graad van doctor, of de in artikel 14, 1°, bedoelde motivering aan de examencommissie hebben verstrekt;
   2° voldoen aan de bijzondere wetenschappelijke eisen die de Raad voorafgaand aan het in artikel 19, eerste lid, bedoelde advies heeft vastgesteld;
   3° ten minste rang B in de wetenschappelijke loopbaan hebben bereikt.
   Om tot wetenschappelijk directeur te worden benoemd, moet een kandidaat die geen lid is van het wetenschappelijk personeel van een van de in artikel 1 bedoelde instellingen:
   1° houder zijn van een doctoraatsdiploma behaald na de openbare verdediging van een doctoraal proefschrift, of van een diploma van geaggregeerde van het hoger onderwijs of een bijzondere graad van doctor, in één van de vakken van de instelling;
   2° voldoen aan de bijzondere wetenschappelijke eisen die de Raad voorafgaand aan het in artikel 19, eerste lid, bedoelde advies heeft vastgesteld;
   3° voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 6, tweede lid, met uitzondering van de voorwaarden inzake diploma's en bekwaamheden;
   4° een door de Raad voor het ambt toereikend geachte wetenschappelijke anciënniteit in de zin van artikel 4 hebben van ten minste twaalf jaar met volledige prestaties, waarvan zes jaar vanaf de datum van het in 1° bedoelde diploma.]1

  
Art.18. [1 La fonction de Directeur scientifique est conférée par nomination.
   Pour être nommé à la fonction de Directeur scientifique, le candidat qui est membre du personnel scientifique de l'un des établissements visés à l'article premier doit :
   1° être porteur du diplôme de docteur obtenu suite à la défense publique d'une thèse de doctorat, ou du diplôme d'agrégé de l'enseignement supérieur ou de docteur spécial, ou avoir apporté devant le jury la justification visée à l'article 14, 1° ;
   2° réunir les aptitudes scientifiques spéciales déterminées par le Conseil préalablement à l'avis visé par l'article 19, alinéa 1er;
   3° avoir atteint au moins le rang B de la carrière scientifique.
   Pour être nommé à la fonction de Directeur scientifique, le candidat qui n'est pas membre du personnel scientifique de l'un des établissements visés à l'article premier doit :
   1° être porteur du diplôme de docteur obtenu suite à la défense publique d'une thèse de doctorat, ou du diplôme d'agrégé de l'enseignement supérieur ou de docteur spécial, dans l'une des disciplines de l'établissement;
   2° réunir les aptitudes scientifiques spéciales déterminées par le Conseil préalablement à l'avis visé par l'article 19, alinéa 1er;
   3° remplir les conditions déterminées par l'article 6, alinéa 2, les conditions de diplômes et d'aptitudes exceptées;
   4° faire preuve d'une ancienneté scientifique au sens de l'article 4 jugée suffisante pour la fonction par le Conseil d'une durée appréciée par ce même Conseil d'au moins douze ans en prestations complètes, dont six ans à dater du diplôme visé au 1°.]1

  
Art.19. [1 Elke vacature voor het ambt van wetenschappelijk directeur wordt bekendgemaakt via een advies in het Belgisch Staatsblad.
   De bekendmaking bevat de in de artikelen 7 en 18 genoemde gegevens en wordt door de bevoegde minister vastgesteld op basis van een met redenen omkleed voorstel van de Wetenschappelijke Raad.
   De vacature wordt door de ambtenaar-generaal ter kennis gebracht van het wetenschappelijk personeel.
   Kandidaturen moeten binnen 30 dagen na de datum van bekendmaking of kennisgeving van de vacature bij de ambtenaar-generaal worden ingediend.]1

  
Art.19. [1 Toute vacance d'emploi à la fonction de Directeur scientifique fait l'objet d'un avis publié au Moniteur belge.
   Celui-ci contient les indications mentionnées aux articles 7 et 18. Il est arrêté par le Ministre compétent sur proposition motivée du Conseil scientifique.
   La vacance d'emploi sera notifiée au personnel scientifique par le fonctionnaire général.
   Les candidatures doivent être introduites auprès du fonctionnaire général, dans les trente jours de la date de la publication ou de la notification de la vacance d'emploi.]1

  
Afdeling 3.
Section 3.
Art.20. [1 De kandidaatstellingen worden voor advies voorgelegd aan de aanwervingsexamencommissie. Deze stelt een gedetailleerd verslag op, waarvan de conclusies ter kennis van elke kandidaat worden gebracht.
   Het gedetailleerde verslag omvat :
   1° de rangschikking van de kandidaten volgens hun kwalificaties, wetenschappelijke verdiensten en hun vaardigheid om te leiden en te organiseren;
   2° de motivering van de rangschikking van elke kandidaat;
   3° het verslag over de stemming en de motivering van de minderheidsstandpunten.
   Elke kandidaat beschikt over tien dagen vanaf de ontvangst van de conclusies van het verslag om schriftelijke opmerkingen te geven aan de voorzitter van de aanwervingsexamencommissie.
   Hij wordt op zijn verzoek door de aanwervingsexamencommissie gehoord.]1

  
Art.20. [1 Les candidatures sont soumises à l'avis du Jury de recrutement. Celui-ci établit un rapport circonstancié dont les conclusions sont portées à la connaissance de chaque candidat.
   Le rapport circonstancié comprend :
   1° le classement des candidats selon leurs titres, leurs mérites scientifiques et leur aptitude à diriger et à organiser;
   2° la justification du classement de chaque candidat;
   3° le rapport concernant le vote et la justification des opinions minoritaires.
   Tout candidat a dix jours à partir de la réception des conclusions du rapport pour communiquer ses observations écrites au Président du Jury de recrutement.
   Il est, à sa demande, entendu par le Jury de recrutement.]1

  
Art.21. [1 De aanwervingsexamencommissie stelt een gedetailleerd eindverslag op. Dit verslag, dat het in artikel 20 bedoelde eerste verslag en de motivering van eventuele wijzigingen in dat eerste verslag bevat, alsmede de schriftelijke opmerkingen van de kandidaten of de notulen van hun verhoor, worden aan de ambtenaar-generaal toegezonden met het oog op de benoemingsvoorstellen die hij aan het gezag voorlegt dat belast is met de benoeming.]1
  
Art.21. [1 Le Jury de recrutement établit un rapport circonstancié définitif. Ce rapport, qui comprend le rapport initial visé par l'article 20 et la justification des modifications apportées à ce rapport initial, ainsi que les observations écrites faites par les candidats ou le procès-verbal de leur audition sont transmis au fonctionnaire général en vue des propositions de nomination que celui-ci soumet à l'autorité à laquelle appartient le pouvoir de nomination.]1
  
Afdeling 2. [1 - De functie van adjunct-directeur]1
Section 2. [1 - De la fonction de Directeur adjoint]1
Art.22. [1 De functie van adjunct-directeur wordt vervuld door bevordering door verhoging van graad tot de graad van omkadering van rang 12 overeenkomstig het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
   Indien deze functie niet via de procedure van bevordering door verhoging van graad kan worden ingevuld, wordt de adjunct-directeur aangesteld via een arbeidsovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVIIressorteren, met uitzondering van artikel 5.
   In de zin van dit besluit wordt onder "functionele dienst" als bedoeld in artikel 7, § 3, van voornoemd besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 15 april 2014, waaruit de leden van de selectiecommissie worden gekozen, verstaan de Algemene Administratie of de Algemene Directie waaronder de wetenschappelijke instelling ressorteert en de betrokken wetenschappelijke instelling alsmede de in dit besluit bedoelde organen.]1

  
Art.22. [1 La Fonction de Directeur adjoint est pourvue par promotion par avancement de grade au grade d'encadrement de rang 12, conformément à l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 22 juillet 1996 portant statut des agents des services du Gouvernement de la Communauté française.
   Dans le cas où la procédure de promotion par avancement de grade ne permet pas de pourvoir à cette fonction, le Directeur adjoint est engagé par contrat de travail conformément aux dispositions de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 avril 2014 relatif aux conditions d'engagement et à la situation administrative et pécuniaire des membres du personnel contractuel des services du Gouvernement de la Communauté française, du Conseil supérieur de l'audiovisuel et des organismes d'intérêt public qui relèvent du comité de secteur XVII, à l'exception de l'article 5.
   Au sens du présent arrêté, par " service fonctionnel " tel que visé à l'article 7, § 3, de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 avril 2014 précité, dont sont issus les membres de la commission de sélection, il y a lieu d'entendre l'Administration générale ou la Direction générale à laquelle l'établissement scientifique est rattaché et l'établissement scientifique concerné ainsi que les organes visés par le présent arrêté.]1

  
Art.23. [1 Om te worden bevorderd of aangeworven tot adjunct-directeur moet de kandidaat die lid is van één van de wetenschappelijke instellingen bedoeld in artikel 1 :
   1° houder zijn van een universitair diploma betreffende het beheer (licentiaat of master in economische wetenschappen, graad beheersingenieur of master in beheerswetenschappen of diploma van de 3de cyclus in beheer, of aan de selectiecommissie een bewijs van geldige ervaring op dit gebied hebben voorgelegd;
   2° ten minste één jaar aangeworven zijn in een functie van rang 10 met beheersfinaliteit binnen de instelling;
   3° ten minste drie jaar nuttige ervaring hebben in het beheer van een instelling in dezelfde activiteitensector als deze van de wetenschappelijke instelling waarvoor hij solliciteert.
   Om te worden bevorderd of benoemd tot adjunct-directeur moet een kandidaat die geen lid is van een van de wetenschappelijke instellingen bedoeld in artikel 1 :
   1° houder zijn van een universitair diploma betreffende het beheer (licenciaat of master in economische wetenschappen, Graad beheersingenieur of master in beheerswetenschappen of het diploma van de 3de cyclus in beheer), of aan de selectiecommissie een bewijs van geldige ervaring op dit gebied hebben voorgelegd;
   2° blijk geven van kennis van de activiteitensector van de wetenschappelijke instelling waarvoor hij solliciteert;
   3° ten minste drie jaar nuttige ervaring hebben in het administratief en financieel beheer van een instelling die actief is op cultureel of wetenschappelijk gebied.]1

  
Art.23. [1 Pour être promu ou engagé à la fonction de Directeur adjoint, le candidat qui est membre de l'un des établissements scientifiques visés à l'article premier doit :
   1° être porteur d'un diplôme universitaire relatif à la gestion (Licence ou Master en Sciences économiques, Grade d'ingénieur de gestion ou Master en sciences de gestion, ou Diplôme de 3e cycle en Gestion), ou avoir apporté devant la commission de sélection la preuve d'une expérience valable dans ce domaine ;
   2° avoir été engagé depuis au moins un an dans une fonction de rang 10 à finalité de gestion au sein de l'établissement ;
   3° faire preuve d'une expérience utile d'au moins 3 ans dans la gestion d'une institution relevant du même secteur d'activités que celles de l'établissement scientifique pour lequel il postule.
   Pour être promu ou engagé à la fonction de Directeur adjoint, le candidat qui n'est pas membre de l'un des établissements scientifiques visés à l'article premier doit :
   1° être porteur d'un diplôme universitaire relatif à la gestion (Licence ou Master en Sciences économiques, Grade d'ingénieur de gestion ou Master en sciences de gestion, ou Diplôme de 3e cycle en Gestion), ou avoir apporté devant la commission de sélection la preuve d'une expérience valable dans ce domaine ;
   2° démontrer une connaissance du secteur d'activités de l'établissement scientifique pour lequel il postule ;
   3° faire preuve d'une expérience utile d'au moins 3 ans dans la gestion administrative et financière d'une institution active dans le domaine culturel ou scientifique.]1

  
HOOFDSTUK IV. - Verlof voor een opdracht inzake wetenschappelijk onderzoek.
CHAPITRE IV. - Congé pour une mission de recherche scientifique.
Art.24. § 1. De ambtenaren die in rang A, B of C in vast verband benoemd zijn, kunnen een verlof krijgen om een opdracht inzake wetenschappelijk onderzoek uit te oefenen in een instelling of een dienst bedoeld in artikel 5, met uitzondering van hun oorspronkelijke instelling alsook van de private diensten en instellingen bedoeld in lid 2, 2°, b, van hetzelfde artikel.
  Het verlof wordt toegekend voor zover de instelling of de dienst bedoeld in het eerste lid voor dat verlof een begrotingskrediet of een subsidie heeft uitgetrokken en de terugbetaling van de wedde van de ambtenaar voor de periode van het verlof heeft aanvaard.
  § 2. Indien de opdracht waarmee hij belast wordt, hem in feite of in rechte belet de opdrachten die hem worden toevertrouwd, uit te oefenen, dan wordt het verlof bedoeld in paragraaf 1 door de minister toegekend op advies van de wetenschappelijke raad van de instelling waartoe die ambtenaar behoort.
  Het verlof wordt voor een minimumperiode van twee jaar toegekend. Het kan worden vernieuwd voor perioden die, elk afzonderlijk, niet langer dan twee jaar kunnen zijn. Na elke verlofperiode moet de dienst echter opnieuw worden gepresteerd. Het totaal van de verlofperioden voor een opdracht inzake wetenschappelijk onderzoek die aan een ambtenaar worden toegekend, kan niet hoger zijn dan zes jaar.
  § 3. De ambtenaar die, zonder geldige reden, van zijn post loopt en gedurende meer dan tien dagen afwezig blijft, verliest van ambtswege en zonder opzegging de hoedanigheid van ambtenaar.
  § 4. Gedurende de duur van de opdracht blijft de ambtenaar in dienstactiviteit. Hij behoudt zijn aanspraken op wedde, weddeverhogingen, alsook op bevorderingen in zijn oorspronkelijke instelling.
  § 5. De terugbetaling bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, is gelijk aan het totaal bedrag van de bezoldigingen of wedde-subsidies, vergoedingen en toelagen die aan de ambtenaar werden uitbetaald of die voor hem gedurende zijn verlof tijdens het voorafgaande trimester werden gestort.
  Gedurende de verlofperiode kan de bevoegde minister, op advies van de wetenschappelijke raad van de oorspronkelijke instelling, in die instelling bij wijze van vervanging een contractuele wetenschappelijk ambtenaar aanwerven waarvan de rang lager is dan of gelijk is aan die van de ambtenaar met verlof en die voldoet aan de voorwaarden die bij dit besluit bepaald zijn voor de werving of de toegang tot die rang.
  § 6. Er wordt een einde gemaakt aan het verlof, wanneer de Staat, de Gemeenschap, het Gewest, de Gemeenschapscommissie, de dienst of de instelling het vastgestelde bedrag niet heeft terugbetaald binnen een termijn van drie maanden volgend op de maand waarin de schuldvordering betreffende de terugbetaling werd ingediend bij de instelling of de dienst.
Art.24. § 1er. Les agents nommés à titre définitif aux rang A, B ou C, peuvent obtenir un congé pour effectuer une mission de recherche scientifique dans un établissement, un organisme, une institution ou un service visé par l'article 5, à l'exception de leur établissement d'origine ainsi que des services et institutions privés visés à l'alinéa 2, 2°, b, du même article.
  Le congé est accordé pour autant que l'établissement, l'organisme, l'institution ou le service visé à l'alinéa 1er, ait prévu pour ce congé un crédit budgétaire ou une subvention et ait accepté le remboursement du traitement de l'agent pour la durée du congé.
  § 2. Si la mission dont il est chargé l'empêche en fait ou en droit de s'acquitter des fonctions qui lui sont confiées, le congé visé au paragraphe 1er est accordé à l'agent par le Ministre sur avis du Conseil scientifique de l'établissement auquel cet agent appartient.
  Les congés sont accordés pour une durée maximum de deux ans. Ils peuvent être renouvelés pour des périodes dont chacune ne peut excéder deux ans. Chaque période de congé doit toutefois être suivie d'une reprise de service. Le total des congés pour une mission de recherche scientifique accordés à un agent ne peut excéder six ans.
  § 3. L'agent qui sans motif valable abandonne son poste et reste absent pendant plus de dix jours perd d'office et sans préavis la qualité d'agent.
  § 4. Pendant la durée de la mission, l'agent reste en activité de service. Il maintient son droit au traitement, aux augmentations de traitement, ainsi qu'aux promotions dans son établissement d'origine.
  § 5. Le remboursement visé au paragraphe 1er, alinéa 2, est égal au montant global des rémunérations ou subventions-traitements, indemnités et allocations payées à l'agent ou versées à son profit pendant son congé au cours du trimestre précédent.
  Pendant la durée du congé, le Ministre compétent peut, sur avis du Conseil scientifique de l'établissement d'origine, engager, dans cet établissement, en remplacement un agent scientifique contractuel dont le rang est inférieur ou égal à celui de l'agent en congé et qui remplit les conditions prévues par le présent arrêté pour le recrutement ou l'accès à ce rang.
  § 6. Il est mis fin au congé lorsque l'Etat, la Communauté, la Région, la Commission communautaire, le service, l'organisme ou l'institution n'a pas remboursé le montant fixé trois mois après le mois au cours duquel la déclaration de créance relative au remboursement a été introduite auprès de l'établissement, de l'organisme, de l'institution ou du service.
HOOFDSTUK V. - Gebruik, reaffectatie en overplaatsing.
CHAPITRE V. - Utilisation, réaffectation et transfert.
Art.25. § 1. Ieder personeelslid dat zijn betrekking verliest als gevolg van de afschaffing van de betrekking of bij het verstrijken van de termijn toegekend voor een bij een regeling toegelaten afwezigheid, wordt, op voorstel van de wervingscommissie van de instelling waartoe het behoort, door de minister(s) onder wie deze ressorteert, belast met opdrachten in verband met zijn titel, zijn rang en zijn graad alsook met zijn beroepskwalificatie, in afwachting dat het wordt gereaffecteerd of overgeplaatst. Als het verlies van de betrekking echter geschiedt na een fusie of een samenvoeging van instellingen of als gevolg van een bevoegdheidsoverdracht, dan wordt het voorstel gedaan door de commissie of de bevoegde raad na die verrichtingen.
  Als een wetenschappelijke instelling wordt afgeschaft, wordt het personeelslid door de minister(s) onder wie het ressorteert, belast met opdrachten in een andere instelling die onder dezelfde minister(s) ressorteert, onder de voorwaarden vermeld in het eerste lid, maar na advies van de commissie of de wetenschappelijke raad van de instelling waar het gebruik wordt gepland.
  § 2. Het personeelslid dat overeenkomstig § 1 wordt gebruikt, wordt prioritair gereaffecteerd voor een vacante betrekking in verband met, enerzijds, zijn bekwaamheidsbewijzen en zijn geschiktheid, en, anderzijds, zijn rang en zijn graad, of, als hij titularis van een leidend ambt is, zijn titel.
  De reaffectatie geschiedt in de wetenschappelijke instelling waartoe het personeelslid behoort en, als dit niet mogelijk is, in een andere wetenschappelijke instelling.
  De reaffectatie wordt door de bevoegde minister(s) uitgevoerd, na advies ofwel van de wervingscommissie van de instelling waar de betrekking vacant is ofwel van de raad van die instelling, als het gaat om de titularis van een leidend ambt.
  Het gereaffecteerd personeelslid behoudt de verworven graad en de verworven rang of titel, alsook de wedde in verband daarmee.
Art.25. § 1er. Tout membre du personnel, privé de son emploi par suite de suppression d'emploi ou à l'expiration du terme assigné à une absence réglementairement autorisée, est, sur la proposition du jury de recrutement de l'établissement auquel il appartient, chargé par le ou les Ministre(s) dont il relève, de tâches en rapport avec son titre, ses rang et grade ainsi que sa qualification professionnelle, en attendant qu'il puisse être réaffecté ou transféré. Toutefois, si la perte de l'emploi survient à la suite d'une fusion ou d'un regroupement d'établissements ou à la suite d'un transfert de compétences et d'attributions, la proposition est faite par le jury ou le Conseil compétent après ces opérations.
  En cas de suppression d'un établissement scientifique, le membre du personnel est chargé, par le ou les Ministre(s) dont il relève, de tâches dans un autre établissement dépendant du ou des même(s) Ministre(s), aux conditions figurant à l'alinéa 1er, mais après avis du jury ou du Conseil scientifique de l'établissement où l'utilisation est envisagée.
  § 2. Le membre du personnel utilisé conformément au § 1er est réaffecté par priorité à un emploi vacant en rapport avec, d'une part, ses titres et ses aptitudes et, d'autre part, son rang et son grade, ou s'il est titulaire d'une fonction dirigeante, son titre.
  La réaffectation s'opère dans l'établissement scientifique auquel le membre du personnel appartient et, en cas d'impossibilité, dans un autre établissement scientifique.
  La réaffectation est faite par le ou les Ministre(s) compétent(s), après avis soit du jury de recrutement de l'établissement où l'emploi est vacant soit du Conseil de cet établissement s'il s'agit d'un titulaire d'une fonction dirigeante.
  Le membre du personnel réaffecté conserve le grade et le rang ou le titre acquis, ainsi que le traitement y afférent.
Art.26. Ieder personeelslid waarvoor een beslissing tot definitieve ongeschiktheid door de Administratieve Gezondheidsdienst wordt uitgesproken in verband met de bezette betrekking, kan door die dienst geschikt worden verklaard tot het bekleden van een andere betrekking in een andere wetenschappelijke instelling van de Franse Gemeenschap. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 24 van toepassing.
Art.26. Tout membre du personnel qui fait l'objet d'une décision d'inaptitude définitive du Service de Santé administratif relative à l'emploi occupé, peut être déclaré, par ce Service, apte à occuper un autre emploi dans un autre établissement scientifique de la Communauté française. En ce cas, les dispositions de l'article 24 sont d'application.
Art.27. Ieder personeelslid kan door de Regering van de Franse Gemeenschap van de ene instelling naar de andere worden overgeplaatst onder de volgende voorwaarden :
  1° bij vacature;
  2° bij gelijke titel of rang en voor zover het personeelslid voldoet aan de bijzondere voorwaarden voor dat ambt;
  3° - voor de [1 wetenschappelijk directeur van de instelling]1 : een gunstig advies van de wervingscommissie van de instelling waar de betrekking vacant is;
  - voor het niet leidend wetenschappelijk personeel : een gunstig advies van de commissie van de instelling waar de betrekking vacant is, nadat de directeur van de instelling waar de ambtenaar in dienst is, werd gehoord;
  4° buiten de gevallen waarin de betrekking wordt afgeschaft, op zijn aanvraag of met zijn toestemming.
  
Art.27. Tout membre du personnel peut être transféré par le Gouvernement de la Communauté française, d'un établissement à un autre, aux conditions suivantes :
  1° en cas de vacance d'emploi;
  2° à titre ou à rang égal et pour autant que le membre du personnel réponde aux conditions particulières à la fonction;
  3° en ce qui concerne le Directeur scientifique : un avis favorable du Jury de recrutement de l'établissement où l'emploi est vacant;
  en ce qui concerne le personnel scientifique non dirigeant : un avis favorable du jury de l'établissement où l'emploi est vacant, le [1 Directeur scientifique de l'établissement]1 où l'agent est en service entendu;
  4° hormis les cas de suppression d'emploi, à sa demande ou de son consentement.
  
HOOFDSTUK VI. - Bepalingen van andere besluiten die van toepassing zijn op het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap.
CHAPITRE VI. - Dispositions de certains autres arrêtés applicables au personnel scientifique des établissements scientifiques de la Communauté française.
Art.28. Onverminderd de bepalingen van dit statuut, zijn de personeelsleden waarop het van toepassing is, onderworpen aan de voorschriften die, voor de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de regeling bepalen inzake :
  1° onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten;
  2° toezicht op de lichamelijke geschiktheid;
  3° de administratieve standen;
  4° de verloven, met inbegrip van de regelingen inzake loopbaanonderbreking en herverdeling van werk;
  5° dienstanciënniteit;
  6° toelagen en vergoedingen van alle aard;
  7° schorsing in het belang van de dienst;
  8° tuchtregeling;
  9° ambtsneerlegging;
  10° evaluatie;
  11° disponibiliteit;
  12° gedragsregels.
Art.28. Sans préjudice des dispositions du présent statut, les membres du personnel auxquels il s'applique sont soumis aux prescriptions qui, pour les agents des Services du Gouvernement de la Communauté, régissent :
  1° les incompatibilités et le cumul d'activités;
  2° le contrôle des aptitudes physiques;
  3° les positions administratives;
  4° les congés, en ce compris les régimes d'interruption de carrière et de redistribution du travail;
  5° l'ancienneté de service;
  6° les allocations et indemnités de toute nature;
  7° la suspension dans l'intérêt du service;
  8° le régime disciplinaire;
  9° la cessation des fonctions;
  10° l'évaluation;
  11° la mise en disponibilité;
  12° la déontologie.
Art.29. Voor de toepassing van de bepalingen bedoeld in artikel 28, dient respectievelijk te worden verstaan onder :
  - de Minister : de bevoegde minister;
  - de Directieraad : de wetenschappelijke raad;
  - ambtenaar : lid van het wetenschappelijk personeel.
  Voor de toepassing van dezelfde bepalingen, wordt de [1 wetenschappelijk directeur]1 geacht titularis van een graad van rang 15 te zijn.
  
Art.29. Pour l'application des dispositions visées à l'article 28, il y a lieu d'entendre respectivement :
  Par le Ministre, le Ministre compétent;
  Par le Conseil de direction, le Conseil scientifique;
  Par agent, le membre du personnel scientifique.
  Pour l'application des mêmes dispositions, le [1 Directeur scientifique]1 est réputé titulaire d'un grade de rang 15.
  
Art.30. Wanneer een zaak bij de raad van beroep, ingesteld met toepassing van de regels bedoeld in artikel 11, door een onder dit besluit vallend personeelslid aanhangig wordt gemaakt, dan wordt hij bijgestaan door een referendaris die door de ambtenaar-generaal wordt aangewezen.
  De opdracht van die refendaris wordt in onderlinge overeenstemming tussen die ambtenaar-generaal en de voorzitter van de raad van beroep vastgesteld.
  De referendaris is nooit stemgerechtigd.
Art.30. Lorsque le Conseil d'appel institué en application des règles visées à l'article 11 est saisi par un membre du personnel soumis au présent arrêté, il est assisté d'un référendaire désigné par le fonctionnaire général.
  La mission de ce référendaire est fixée de commun accord entre ce fonctionnaire général et le Président du Conseil d'appel.
  Le référendaire n'a jamais voix délibérative.
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
CHAPITRE VII. - Dispositions transitoires et finales.
Art. 31. Iedere ambtenaar van het wetenschappelijk personeel van elke instelling die onder de Franse Gemeenschap ressorteert op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, wordt, overeenkomstig de hierna vermelde tabel, benoemd in een graad die hem in een rang en in een categorie situeert en die hem machtigt tot het bekleden van een van de betrekkingen die bepaald zijn in de personeelsformatie vastgesteld door de Regering die overeenstemt met deze graad.
Art. 31. Chaque agent du personnel scientifique de tout établissement scientifique relevant de la communauté française à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté est nommé à un grade, conformément au tableau ci-après, qui le situe dans un rang et qui l'habilite à occuper un des emplois prévu au cadre fixé par le Gouvernement qui correspond à ce grade :
  Nieuwe         Nieuwe graad        Huidige rang        Huidige graad
   rang
     -                -                    -                   -
     A            Assistent                A               Assistent
     A         Eerste assistent            A            Eerste assistent
     B            Werkleider               B               Werkleider
     C     Geaggregeerde werkleider        C        Geaggregeerde werkleider
  Rang nouveau      Grade nouveau       Rang actuel       Grade actuel
       -                  -                  -                 -
       A              Assistant              A             Assistant
       A          Premier assistant          A         Premier assistant
       B           Chef de travaux           B          Chef de travaux
       C        Chef de travaux agrege       C       Chef de travaux agrege
Art.32. Het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat wordt opgeheven.
Art.32. L'arrêté royal du 21 avril 1965 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques de l'Etat est abrogé.
Art.33. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.33. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er jour du mois qui suit le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 34. De Minister van ambtenarenzaken wordt belast et de uitoefening van dit besluit.
Art. 34. Le Ministre de la Fonction publique est chargé de l'exécution du présent arrêté.