Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° [1 toezichthoudend ambtenaar : de directeur van de Directie Regulering Luchthavens van het Departement Reglementering en Regulering van het Vervoer, of diens gemachtigde]1;
2° [1 directeur-generaal: de directeur-generaal van het Directoraat-generaal van de Waalse Overheidsdienst Mobiliteit en Infrastructuur]1;
3° [1 inspecteur-generaal: de inspecteur-generaal van het Departement Reglementering en Regulering van het Vervoer]1;
[1 4° overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden: overtreder aangewezen bij het opsporen en het vaststellen van een inbreuk onder de potentiële overtreders bedoeld in artikel 6, § 2, van het decreet van 23 juni 1994 betreffende de oprichting en de uitbating van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden als zijnde degene aan wie de overtreding toegerekend kan worden;]1
[1 5° motorproef : motorproef waarbij stuwkracht wordt voortgebracht;]1
[1 6° herhaling : het opnieuw begaan, door dezelfde overtreder, van éénzelfde type inbreuk, waarvan de straf niet meer voor hoger beroep vatbaar is;]1
[1 7°[2 ...]2;]1
[1 [2 7°]2 luchtvaartuig : civiel subsonisch straalvliegtuig met een gecertificeerde maximum-startmassa van 34000 kg of meer of met een gecertificeerde maximumcapaciteit voor het betrokken vliegtuigtype van meer dan 19 stoelen, de uitsluitend voor de bemanning bestemde stoelen niet meegerekend, zoals bedoeld in artikel 2, c), van Richtlijn 2002/30 van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap.]1
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
29 JANUARI 2004. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de administratieve straffen in het kader van de bestrijding van de geluidshinder die toe te schrijven is aan de luchtvaartuigen die van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens gebruik maken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-02-2004 en tekstbijwerking tot 16-10-2025)
Titre
29 JANVIER 2004. - Arrêté du Gouvernement wallon relatif aux sanctions administratives dans le cadre de la lutte contre le bruit généré par les aéronefs utilisant les aéroports relevant de la Région wallonne(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 13-02-2004 et mise à jour au 16-10-2025)
Informations sur le document
Numac: 2004200310
Datum: 2004-01-29
Info du document
Numac: 2004200310
Date: 2004-01-29
Tekst (10)
Texte (10)
Article 1. Pour l'application du présent arrêté il faut entendre par :
1° [1 fonctionnaire chargé de la surveillance : le directeur de la Direction de la régulation aéroportuaire du département de la réglementation et de la régulation des Transports, ou son délégué]1.
2° [1 directeur général : le directeur général de la Direction générale du Service public de Wallonie Mobilité et Infrastructures]1.
3° [1 inspecteur général : l'inspecteur général du Département de la Réglementation et de la Régulation des Transports]1.
[1 4° contrevenant auquel l'infraction est imputable : contrevenant désigné lors de la recherche et de la constatation d'une infraction parmi les contrevenants potentiels visés à l'article 6, § 2, du décret du 23 juin 1994 relatif à la création et à l'exploitation des aéroports et aérodromes relevant de la Région wallonne comme étant celui auquel l'infraction est imputable.]1
[1 5° essai moteur : essai moteur avec poussée;]1
[1 6° récidive : réédition par le même contrevenant d'un même-type d'infraction dont la sanction n'est plus susceptible de recours.]1
[1 7° [2 ...]2]1
[1 [2 7°]2 aéronef : avion à réaction subsonique civil dont la masse maximale au décollage est égale ou supérieure à 34.000 kilogrammes ou dont l'aménagement intérieur maximal certifié pour le type donné de l'avion comporte plus de 19 sièges passagers, à l'exclusion de tout siège réservé à l'équipage, tel que visé par l'article 2, c), de la Directive 2002/30 du Parlement européen et du Conseil du 26 mars 2002 relative à l'établissement de règles et procédures concernant l'introduction de restrictions d'exploitation liées au bruit dans les aéroports de la Communauté.]1
1° [1 fonctionnaire chargé de la surveillance : le directeur de la Direction de la régulation aéroportuaire du département de la réglementation et de la régulation des Transports, ou son délégué]1.
2° [1 directeur général : le directeur général de la Direction générale du Service public de Wallonie Mobilité et Infrastructures]1.
3° [1 inspecteur général : l'inspecteur général du Département de la Réglementation et de la Régulation des Transports]1.
[1 4° contrevenant auquel l'infraction est imputable : contrevenant désigné lors de la recherche et de la constatation d'une infraction parmi les contrevenants potentiels visés à l'article 6, § 2, du décret du 23 juin 1994 relatif à la création et à l'exploitation des aéroports et aérodromes relevant de la Région wallonne comme étant celui auquel l'infraction est imputable.]1
[1 5° essai moteur : essai moteur avec poussée;]1
[1 6° récidive : réédition par le même contrevenant d'un même-type d'infraction dont la sanction n'est plus susceptible de recours.]1
[1 7° [2 ...]2]1
[1 [2 7°]2 aéronef : avion à réaction subsonique civil dont la masse maximale au décollage est égale ou supérieure à 34.000 kilogrammes ou dont l'aménagement intérieur maximal certifié pour le type donné de l'avion comporte plus de 19 sièges passagers, à l'exclusion de tout siège réservé à l'équipage, tel que visé par l'article 2, c), de la Directive 2002/30 du Parlement européen et du Conseil du 26 mars 2002 relative à l'établissement de règles et procédures concernant l'introduction de restrictions d'exploitation liées au bruit dans les aéroports de la Communauté.]1
Art.2. § 1. De inbreuken bedoeld bij artikel 6, § 1, [2 1° tot 4°]2, van het decreet van 23 juni 1994 worden opgespoord door de toezichthoudend ambtenaar.
Zij worden bij proces-verbaal vastgesteld met vermelding van datum, uur, plaats van de inbreuk evenals van de omstandigheden waarin zij begaan is.
§ 2. Binnen de vijftien dagen [2 na de dag]2 van de inbreuk deelt de toezichthoudend ambtenaar aan de [2 overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]2 [2 ...]2 mee :
1° het proces-verbaal;
2° het feit dat de overtreder de mogelijkheid heeft om bij ter post aangetekend schrijven zijn opmerkingen binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van het aangetekend schrijven te laten geworden en dat hij erom mag verzoeken, door de toezichthoudend ambtenaar gehoord te worden;
3° dat de overtreder het recht heeft om zich door een raadsman te laten bijstaan of vertegenwoordigen;
4° dat hij het recht op inzage in zijn dossier heeft.
De toezichthoudend ambtenaar bepaalt in voorkomend geval de dag waarop de overtreder uitgenodigd wordt om mondeling zijn verdediging uiteen te zetten.
§ 3. Bij verstrijken van de termijn bepaald bij § 2, 2°, of vóór verstrijken van die termijn indien de overtreder de feiten heeft bekend of in voorkomend geval, na de overtreder of diens raadsman in diens mondelinge verdediging te hebben gehoord, maakt de toezichthoudend ambtenaar zijn verslag dat de documenten bedoeld bij § 2 bevat, [1 aan de inspecteur-generaal]1 over.
Zij worden bij proces-verbaal vastgesteld met vermelding van datum, uur, plaats van de inbreuk evenals van de omstandigheden waarin zij begaan is.
§ 2. Binnen de vijftien dagen [2 na de dag]2 van de inbreuk deelt de toezichthoudend ambtenaar aan de [2 overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]2 [2 ...]2 mee :
1° het proces-verbaal;
2° het feit dat de overtreder de mogelijkheid heeft om bij ter post aangetekend schrijven zijn opmerkingen binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van het aangetekend schrijven te laten geworden en dat hij erom mag verzoeken, door de toezichthoudend ambtenaar gehoord te worden;
3° dat de overtreder het recht heeft om zich door een raadsman te laten bijstaan of vertegenwoordigen;
4° dat hij het recht op inzage in zijn dossier heeft.
De toezichthoudend ambtenaar bepaalt in voorkomend geval de dag waarop de overtreder uitgenodigd wordt om mondeling zijn verdediging uiteen te zetten.
§ 3. Bij verstrijken van de termijn bepaald bij § 2, 2°, of vóór verstrijken van die termijn indien de overtreder de feiten heeft bekend of in voorkomend geval, na de overtreder of diens raadsman in diens mondelinge verdediging te hebben gehoord, maakt de toezichthoudend ambtenaar zijn verslag dat de documenten bedoeld bij § 2 bevat, [1 aan de inspecteur-generaal]1 over.
Art.2. § 1er. Les infractions visées à l'article 6, § 1er, [2 1° à 4°]2 du décret du 23 juin 1994 sont recherchées par le fonctionnaire chargé de la surveillance.
Elles sont constatées par procès-verbaux qui mentionnent la date, l'heure, le lieu de l'infraction, ainsi que les circonstances de sa commission.
§ 2. Dans les quinze jours [2 du jour]2 de l'infraction, le fonctionnaire chargé de la surveillance communique au contrevenant [2 auquel l'infraction est imputable]2 [2 ...]2 :
1° le procès-verbal;
2° que le contrevenant a la possibilité d'exposer, par lettre recommandée à la poste, ses observations dans un délai de trente jours à compter de la notification de la lettre recommandée et qu'il peut demander d'être entendu par le fonctionnaire chargé de la surveillance;
3° que le contrevenant a le droit de se faire assister ou représenter par un conseil;
4° qu'il a le droit de consulter son dossier.
Le fonctionnaire chargé de la surveillance détermine, le cas échéant, le jour où le contrevenant est invité à exposer oralement sa défense.
§ 3. A l'échéance du délai visé au § 2, 2° ou avant l'échéance de ce délai si le contrevenant reconnaît les faits ou le cas échéant, après avoir entendu le contrevenant ou son conseil exposer oralement sa défense, le fonctionnaire chargé de la surveillance transmet son rapport contenant les documents visés au § 2 [1 à l'inspecteur général]1.
Elles sont constatées par procès-verbaux qui mentionnent la date, l'heure, le lieu de l'infraction, ainsi que les circonstances de sa commission.
§ 2. Dans les quinze jours [2 du jour]2 de l'infraction, le fonctionnaire chargé de la surveillance communique au contrevenant [2 auquel l'infraction est imputable]2 [2 ...]2 :
1° le procès-verbal;
2° que le contrevenant a la possibilité d'exposer, par lettre recommandée à la poste, ses observations dans un délai de trente jours à compter de la notification de la lettre recommandée et qu'il peut demander d'être entendu par le fonctionnaire chargé de la surveillance;
3° que le contrevenant a le droit de se faire assister ou représenter par un conseil;
4° qu'il a le droit de consulter son dossier.
Le fonctionnaire chargé de la surveillance détermine, le cas échéant, le jour où le contrevenant est invité à exposer oralement sa défense.
§ 3. A l'échéance du délai visé au § 2, 2° ou avant l'échéance de ce délai si le contrevenant reconnaît les faits ou le cas échéant, après avoir entendu le contrevenant ou son conseil exposer oralement sa défense, le fonctionnaire chargé de la surveillance transmet son rapport contenant les documents visés au § 2 [1 à l'inspecteur général]1.
Art.3. § 1. Na kennis te hebben genomen van het verslag van de toezichthoudend ambtenaar, kan [1 de inspecteur-generaal]1 een administratieve geldboete opleggen waarvan hij het bedrag vaststelt overeenkomstig de boeteschaal vastgesteld bij artikel 8 van dit besluit.
Van de administratieve beslissing [1 van de inspecteur-generaal]1 wordt [1 in een termijn van zestig dagen]1 aan de overtreder gelijktijdig kennis gegeven als van een uitnodiging om het bedrag van de boete te betalen. [1 ...]1.
In de beslissing worden opschrift en nummer van de rekening van het Waalse Gewest waarop de betaling dient te geschieden, vermeld.
Bij niet-betaling binnen de termijn is er nalatigheidsinterest, berekend tegen de wettelijke rentevoet, eisbaar.
§ 2. De overtreder die de beslissing [1 van de inspecteur-generaal]1 betwist, kan een beroep bij de [1 directeur-generaal]1 indienen binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de kennisgeving van de beslissing bedoeld bij § 1. Het met redenen omklede beroep wordt per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst ingediend en vermeldt in voorkomend geval het verzoek om gehoord te worden.
Van de administratieve beslissing [1 van de inspecteur-generaal]1 wordt [1 in een termijn van zestig dagen]1 aan de overtreder gelijktijdig kennis gegeven als van een uitnodiging om het bedrag van de boete te betalen. [1 ...]1.
In de beslissing worden opschrift en nummer van de rekening van het Waalse Gewest waarop de betaling dient te geschieden, vermeld.
Bij niet-betaling binnen de termijn is er nalatigheidsinterest, berekend tegen de wettelijke rentevoet, eisbaar.
§ 2. De overtreder die de beslissing [1 van de inspecteur-generaal]1 betwist, kan een beroep bij de [1 directeur-generaal]1 indienen binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de kennisgeving van de beslissing bedoeld bij § 1. Het met redenen omklede beroep wordt per aangetekend schrijven met bericht van ontvangst ingediend en vermeldt in voorkomend geval het verzoek om gehoord te worden.
Modifications
Art.3. § 1er. Après avoir pris connaissance du rapport du fonctionnaire chargé de la surveillance, [1 l'inspecteur général]1 peut infliger une amende administrative dont il fixe le montant conformément au barème arrêté à l'article 8 du présent arrêté.
[1 Dans un délai de soixante jours]1, la décision administrative [1 de l'inspecteur général]1 est notifiée au contrevenant en même temps qu'une invitation à acquitter le montant de l'amende [1 ...]1. [1 ...]1.
La décision indique l'intitulé et le numéro du compte de la Région wallonne auquel le paiement doit être effectué.
Le non-paiement dans le délai entraîne l'exigibilité d'un intérêt de retard calculé au taux légal.
§ 2. Le contrevenant qui conteste la décision [1 de l'inspecteur général]1 peut introduire un recours auprès du [1 directeur général]1, dans un délai de soixante jours à compter de la notification de la décision visée au § 1er. Le recours motivé est introduit par lettre recommandée avec accusé de réception et contient le cas échéant, une demande d'audition.
[1 Dans un délai de soixante jours]1, la décision administrative [1 de l'inspecteur général]1 est notifiée au contrevenant en même temps qu'une invitation à acquitter le montant de l'amende [1 ...]1. [1 ...]1.
La décision indique l'intitulé et le numéro du compte de la Région wallonne auquel le paiement doit être effectué.
Le non-paiement dans le délai entraîne l'exigibilité d'un intérêt de retard calculé au taux légal.
§ 2. Le contrevenant qui conteste la décision [1 de l'inspecteur général]1 peut introduire un recours auprès du [1 directeur général]1, dans un délai de soixante jours à compter de la notification de la décision visée au § 1er. Le recours motivé est introduit par lettre recommandée avec accusé de réception et contient le cas échéant, une demande d'audition.
Modifications
Art.4. Binnen de tien dagen te rekenen van de ontvangst van het beroep maakt de [1 directeur-generaal]1 aan de overtreder die het beroep heeft ingediend, een bericht van ontvangst over waarin, in voorkomend geval, de datum aangegeven wordt waarop de overtreder of diens vertegenwoordiger gehoord zal worden.
Modifications
Art.4. Dans les dix jours à dater de la réception du recours, le [1 directeur général]1 transmet au contrevenant qui a introduit le recours, un accusé de réception qui précise, le cas échéant, la date à laquelle il sera procédé à l'audition du contrevenant ou de son représentant.
Modifications
Art.5. § 1. Het beroep schort de tenuitvoerlegging van de beslissing op.
De bevoegde [2 directeur-generaal]2 is ertoe verplicht zijn beslissing binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de ontvangst van het beroep of in voorkomend geval, te rekenen van het verhoor bedoeld bij artikel 4, te treffen.
Van zijn beslissing wordt aan de overtreder kennis gegeven. Tegelijk wordt er een afschrift overgemaakt aan de toezichthoudend ambtenaar en [1 aan de inspecteur-generaal]1 [3 ...]3.
§ 2. Bij niet-betaling binnen de termijn is er nalatigheidsinterest, berekend tegen de wettelijke rentevoet, eisbaar.
De bevoegde [2 directeur-generaal]2 is ertoe verplicht zijn beslissing binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de ontvangst van het beroep of in voorkomend geval, te rekenen van het verhoor bedoeld bij artikel 4, te treffen.
Van zijn beslissing wordt aan de overtreder kennis gegeven. Tegelijk wordt er een afschrift overgemaakt aan de toezichthoudend ambtenaar en [1 aan de inspecteur-generaal]1 [3 ...]3.
§ 2. Bij niet-betaling binnen de termijn is er nalatigheidsinterest, berekend tegen de wettelijke rentevoet, eisbaar.
Art.5. § 1er. Le recours suspend l'exécution de la décision.
Le [2 directeur général]2 compétent est tenu de rendre sa décision dans un délai de soixante jours à dater de la réception du recours ou le cas échéant, à dater de l'audition visée à l'article 4.
Sa décision est notifiée au contrevenant. En même temps, une copie est transmise au fonctionnaire chargé de la surveillance et [1 à l'inspecteur général]1 [3 ...]3.
§ 2. Le non-paiement dans le délai entraîne l'exigibilité d'un intérêt de retard calculé au taux légal.
Le [2 directeur général]2 compétent est tenu de rendre sa décision dans un délai de soixante jours à dater de la réception du recours ou le cas échéant, à dater de l'audition visée à l'article 4.
Sa décision est notifiée au contrevenant. En même temps, une copie est transmise au fonctionnaire chargé de la surveillance et [1 à l'inspecteur général]1 [3 ...]3.
§ 2. Le non-paiement dans le délai entraîne l'exigibilité d'un intérêt de retard calculé au taux légal.
Art.6. § 1. De kennisgevingen bedoeld bij de artikelen 2, 3 en 5 geschieden bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst.
§ 2. Indien de overtreder in België noch woonplaats, noch verblijfplaats, noch gekende gekozen woonplaats heeft, wordt de kennisgeving hem [1 ...]1 overgemaakt op zijn woon- of verblijfplaats in het buitenland, [1 ...]1, onverminderd andere wijzen van overmaking die overeengekomen zijn tussen België en het land van diens woon- of verblijfplaats.
In die veronderstelling worden de termijnen bedoeld bij artikel 2, § 2, artikel 3, artikel 4 en artikel 5, §§ 1 en 2, vermeerderd :
1° met vijftien dagen indien de overtreder in een buurland of in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië verblijft;
2° met dertig dagen indien hij in een ander Europees land verblijft;
3° met tachtig dagen, indien hij in een ander werelddeel verblijft.
§ 2. Indien de overtreder in België noch woonplaats, noch verblijfplaats, noch gekende gekozen woonplaats heeft, wordt de kennisgeving hem [1 ...]1 overgemaakt op zijn woon- of verblijfplaats in het buitenland, [1 ...]1, onverminderd andere wijzen van overmaking die overeengekomen zijn tussen België en het land van diens woon- of verblijfplaats.
In die veronderstelling worden de termijnen bedoeld bij artikel 2, § 2, artikel 3, artikel 4 en artikel 5, §§ 1 en 2, vermeerderd :
1° met vijftien dagen indien de overtreder in een buurland of in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië verblijft;
2° met dertig dagen indien hij in een ander Europees land verblijft;
3° met tachtig dagen, indien hij in een ander werelddeel verblijft.
Modifications
Art.6. § 1er. Les notifications visées aux articles 2, 3 et 5 ont lieu par recommandé [1 postal]1, avec accusé de réception.
§ 2. Lorsque le contrevenant n'a en Belgique, ni domicile, ni résidence, ni domicile élu connu, la notification lui est faite [1 ...]1, à son domicile ou résidence à l'étranger [1 ...]1, sans préjudice d'autres modes de transmission convenus entre la Belgique et le pays de son domicile ou sa résidence.
Dans cette hypothèse, les délais visés à l'article 2, § 2, l'article 3, l'article 4 et l'article 5, §§ 1er et 2, sont augmentés :
1° de quinze jours lorsque le contrevenant réside dans un pays limitrophe ou dans le Royaume-Uni de Grande Bretagne;
2° de trente jours, lorsqu'il réside dans un autre pays d'Europe;
3° de quatre-vingts jours, lorsqu'il réside dans une autre partie du monde.
§ 2. Lorsque le contrevenant n'a en Belgique, ni domicile, ni résidence, ni domicile élu connu, la notification lui est faite [1 ...]1, à son domicile ou résidence à l'étranger [1 ...]1, sans préjudice d'autres modes de transmission convenus entre la Belgique et le pays de son domicile ou sa résidence.
Dans cette hypothèse, les délais visés à l'article 2, § 2, l'article 3, l'article 4 et l'article 5, §§ 1er et 2, sont augmentés :
1° de quinze jours lorsque le contrevenant réside dans un pays limitrophe ou dans le Royaume-Uni de Grande Bretagne;
2° de trente jours, lorsqu'il réside dans un autre pays d'Europe;
3° de quatre-vingts jours, lorsqu'il réside dans une autre partie du monde.
Modifications
Art.7. De statistische gegevens met betrekking tot de vastgestelde inbreuken, de opgelegde geldboetes, de redenen die [2 de inspecteur-generaal]2 ertoe bewogen hebben geen gevolg te geven aan het verslag van de toezichthoudend ambtenaar en aan de door [2 de inspecteur-generaal]2 getroffen beslissingen worden elk kwartaal ter informatie overgemaakt aan de onafhankelijke instantie belast met de controle en de opvolging inzake geluidshinder van luchthavens in het Waalse Gewest.
Art.7. Les données statistiques relatives aux infractions constatées, aux amendes infligées, aux raisons qui ont motivé [2 l'inspecteur général]2 à ne pas donner suite au rapport du fonctionnaire chargé de la surveillance et aux décisions prises par le [1 directeur général]1 sont transmises trimestriellement pour information, à l'autorité indépendante chargée du contrôle et du suivi en matière de nuisances sonores aéroportuaires en Région wallonne.
Art. 8. § 1. Bij schending van de bepalingen van artikel 6, § 1, 1°, van het decreet van 23 juni 1994 wordt het bedrag van de geldboete verschuldigd door [1 de overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]1, vastgesteld op 200 euro per inbreuk.
Bij herhaling binnen een termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige geldboete verdubbeld.
Bij die bepaling worden niet bedoeld :
1. de opstijgingen en de landingen van de vliegtuigen die leden van de Belgische Koninklijke Familie, de federale Regering, de Gewest- en Gemeenschapsregeringen en de buitenlandse koninklijke families, de buitenlandse staatshoofden of regeringsleiders, de voorzitter en de commissarissen van de Europese Unie in officiële opdracht vervoeren;
2. de opstijgingen en landingen in verband met humanitaire opdrachten;
3. de opstijgingen en landingen in verband met militaire opdrachten;
4. de opstijgingen en landingen die in uitzonderlijke omstandigheden verricht worden zoals :
a) bij vluchten waarvoor er een onmiddellijk gevaar bestaat voor het leven of de gezondheid van mens of dier;
b) bij vluchten die wegens de weersomstandigheden afgeleid worden naar een luchthaven;
5. de opstijgingen en landingen die met vertraging op het aanvankelijk vooropgestelde uur plaatsvinden, voor zover die vertraging niet toe te schrijven is aan de luchtvaartmaatschappijen.
§ 2. 1°. De administratieve straffen met betrekking tot artikel 6, § 1, 2°, van het decreet van 23 juni 1994 worden aan de overtreder [2 aan wie de overtreding toegerekend kan worden]2 opgelegd en worden als volgt vastgesteld :
[6 - (1) bij de toepassing van sancties wordt rekening gehouden met een onzekerheidsmarge van 2,0 dB (A) voor elke overschrijding, gemeten aan de hand van de vaste geluidsmeters die zijn opgenomen in het ministerieel besluit betreffende de plaatsing van geluidsmeters op Waalse luchthavens, de maximale geluidsdrempels, gemeten op de grond en uitgedrukt in LAmax (1s), die niet mogen worden overschreden door vliegtuigen die gebruikmaken van de luchthavens die onder het Waalse Gewest vallen.
- [2 ...]2.
[2 ...]2.
(2) de waarde LAmax(1s) die in aanmerking wordt genomen om te bepalen of de geluidsdrempels worden overschreden, wordt vastgesteld rekening houdend met de geregistreerde LAmax(1s) verminderd met de onzekerheidsmarge van 2,0 dB(A);]6
- [2 [6 ...]6]2, geldt volgende schaal.
[5 Bij herhaling wordt het boetebedrag vermeerderd voor elke inbreuk op de bepalingen van deze paragraaf.
Er is van bewezen herhaling sprake als het aantal bestrafte inbreuken, kwestieuze inbreuk meegerekend, tijdens een daadwerkelijke activiteitsperiode van twaalf maanden voorafgaand aan de laatste inbreuk, vastgesteld op de eerste dag van de lopende maand en beginnend hoogstens vierentwintig maanden voor de datum van kwestieuze inbreuk, hoger is dan X % van het totaal aantal bewegingen uitgevoerd door de overtreder tijdens dezelfde periode.
Het verkregen percentage wordt tot een maximum beperkt zonder lager te zijn dan een minimum]5.
Bij herhaling binnen een termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige geldboete verdubbeld.
Bij die bepaling worden niet bedoeld :
1. de opstijgingen en de landingen van de vliegtuigen die leden van de Belgische Koninklijke Familie, de federale Regering, de Gewest- en Gemeenschapsregeringen en de buitenlandse koninklijke families, de buitenlandse staatshoofden of regeringsleiders, de voorzitter en de commissarissen van de Europese Unie in officiële opdracht vervoeren;
2. de opstijgingen en landingen in verband met humanitaire opdrachten;
3. de opstijgingen en landingen in verband met militaire opdrachten;
4. de opstijgingen en landingen die in uitzonderlijke omstandigheden verricht worden zoals :
a) bij vluchten waarvoor er een onmiddellijk gevaar bestaat voor het leven of de gezondheid van mens of dier;
b) bij vluchten die wegens de weersomstandigheden afgeleid worden naar een luchthaven;
5. de opstijgingen en landingen die met vertraging op het aanvankelijk vooropgestelde uur plaatsvinden, voor zover die vertraging niet toe te schrijven is aan de luchtvaartmaatschappijen.
§ 2. 1°. De administratieve straffen met betrekking tot artikel 6, § 1, 2°, van het decreet van 23 juni 1994 worden aan de overtreder [2 aan wie de overtreding toegerekend kan worden]2 opgelegd en worden als volgt vastgesteld :
[6 - (1) bij de toepassing van sancties wordt rekening gehouden met een onzekerheidsmarge van 2,0 dB (A) voor elke overschrijding, gemeten aan de hand van de vaste geluidsmeters die zijn opgenomen in het ministerieel besluit betreffende de plaatsing van geluidsmeters op Waalse luchthavens, de maximale geluidsdrempels, gemeten op de grond en uitgedrukt in LAmax (1s), die niet mogen worden overschreden door vliegtuigen die gebruikmaken van de luchthavens die onder het Waalse Gewest vallen.
- [2 ...]2.
[2 ...]2.
(2) de waarde LAmax(1s) die in aanmerking wordt genomen om te bepalen of de geluidsdrempels worden overschreden, wordt vastgesteld rekening houdend met de geregistreerde LAmax(1s) verminderd met de onzekerheidsmarge van 2,0 dB(A);]6
- [2 [6 ...]6]2, geldt volgende schaal.
[5 Bij herhaling wordt het boetebedrag vermeerderd voor elke inbreuk op de bepalingen van deze paragraaf.
Er is van bewezen herhaling sprake als het aantal bestrafte inbreuken, kwestieuze inbreuk meegerekend, tijdens een daadwerkelijke activiteitsperiode van twaalf maanden voorafgaand aan de laatste inbreuk, vastgesteld op de eerste dag van de lopende maand en beginnend hoogstens vierentwintig maanden voor de datum van kwestieuze inbreuk, hoger is dan X % van het totaal aantal bewegingen uitgevoerd door de overtreder tijdens dezelfde periode.
Het verkregen percentage wordt tot een maximum beperkt zonder lager te zijn dan een minimum]5.
Art. 8. § 1er. En cas de violation des dispositions prévues par l'article 6, § 1er, 1°, du décret du 23 juin 1994, le montant de l'amende dû par [1 le contrevenant auquel l'infraction est imputable]1 est fixé à 200 euros par infraction.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
Ne sont pas visés par cette disposition :
1. les décollages et les atterrissages des avions transportant des membres de la Famille Royale Belge, du Gouvernement fédéral, des Gouvernement régionaux et communautaires et des familles royales étrangères, des chefs d'Etat ou des chefs de Gouvernements étrangers, le Président et les commissaires de l'Union européenne, en mission officielle;
2. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions humanitaires;
3. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions militaires;
4. les décollages et atterrissages s'effectuant dans des circonstances exceptionnelles telles que :
a) lors des vols pour lesquels il y a un danger immédiat pour la vie ou la santé, tant des hommes que des animaux;
b) lorsque des vols sont déviés vers un aéroport pour des raisons météorologiques;
5. les décollages et atterrissages s'effectuant avec un retard par rapport à l'horaire initialement prévu pour autant que celui-ci ne soit pas imputable aux compagnies aériennes.
§ 2. 1°. Les sanctions administratives relatives à l'article 6, § 1er, 2°, du décret du 23 juin 1994 sont appliquées au contrevenant [2 auquel l'infraction est imputable]2, et sont fixées de la manière suivante :
[6 (1) la mise en oeuvre des sanctions prend en compte une marge d'incertitude de 2,0 dB (A) pour chaque dépassement, mesuré au droit des sonomètres fixes repris dans l'arrêté ministériel de localisation des sonomètres sur les aéroports wallons, des seuils de bruit maxima, engendré au sol et exprimés en LAmax (1s), à ne pas dépasser par les aéronefs qui utilisent les aéroports relevant de la Région wallonne.
- [2 ...]2.
[2 ...]2.
(2) la valeur LAmax (1s) considérée pour déterminer le dépassement des seuils de bruit est établie en tenant compte du LAmax(1s) enregistré diminué de la marge d'incertitude de 2,0 dB(A) ]6;
- [2 [6 ...]6-2, le barème suivant est appliqué.
[2 En cas de récidive, le montant de l'amende est majoré pour toute infraction commise aux dispositions du présent paragraphe.
L'état de récidive est établi si, durant une période d'activités effective de douze mois, précédant la dernière infraction, arrêtée au premier jour du mois en cours et débutant au maximum vingt-quatre mois avant la date de l'infraction considérée, le nombre total d'infractions sanctionnées, en ce compris l'infraction considérée, est supérieur à X % du nombre total de mouvements réalisés par le contrevenant au cours de la même période.
Le pourcentage obtenu est plafonné à un maximum sans être inférieur à un minimum]2.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
Ne sont pas visés par cette disposition :
1. les décollages et les atterrissages des avions transportant des membres de la Famille Royale Belge, du Gouvernement fédéral, des Gouvernement régionaux et communautaires et des familles royales étrangères, des chefs d'Etat ou des chefs de Gouvernements étrangers, le Président et les commissaires de l'Union européenne, en mission officielle;
2. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions humanitaires;
3. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions militaires;
4. les décollages et atterrissages s'effectuant dans des circonstances exceptionnelles telles que :
a) lors des vols pour lesquels il y a un danger immédiat pour la vie ou la santé, tant des hommes que des animaux;
b) lorsque des vols sont déviés vers un aéroport pour des raisons météorologiques;
5. les décollages et atterrissages s'effectuant avec un retard par rapport à l'horaire initialement prévu pour autant que celui-ci ne soit pas imputable aux compagnies aériennes.
§ 2. 1°. Les sanctions administratives relatives à l'article 6, § 1er, 2°, du décret du 23 juin 1994 sont appliquées au contrevenant [2 auquel l'infraction est imputable]2, et sont fixées de la manière suivante :
[6 (1) la mise en oeuvre des sanctions prend en compte une marge d'incertitude de 2,0 dB (A) pour chaque dépassement, mesuré au droit des sonomètres fixes repris dans l'arrêté ministériel de localisation des sonomètres sur les aéroports wallons, des seuils de bruit maxima, engendré au sol et exprimés en LAmax (1s), à ne pas dépasser par les aéronefs qui utilisent les aéroports relevant de la Région wallonne.
- [2 ...]2.
[2 ...]2.
(2) la valeur LAmax (1s) considérée pour déterminer le dépassement des seuils de bruit est établie en tenant compte du LAmax(1s) enregistré diminué de la marge d'incertitude de 2,0 dB(A) ]6;
- [2 [6 ...]6-2, le barème suivant est appliqué.
[2 En cas de récidive, le montant de l'amende est majoré pour toute infraction commise aux dispositions du présent paragraphe.
L'état de récidive est établi si, durant une période d'activités effective de douze mois, précédant la dernière infraction, arrêtée au premier jour du mois en cours et débutant au maximum vingt-quatre mois avant la date de l'infraction considérée, le nombre total d'infractions sanctionnées, en ce compris l'infraction considérée, est supérieur à X % du nombre total de mouvements réalisés par le contrevenant au cours de la même période.
Le pourcentage obtenu est plafonné à un maximum sans être inférieur à un minimum]2.
| [1 Overschrijding van de maximumwaarde inzake geluidshinder (uitgedrukt in dB (A)) | Bedrag van de boete in euro | Bedrag van de vermeerderde boete in euro | ||||
| 1 % met een minimum van 20 inbreuken en een maximum van 40 | 2 % met een minimum van 41 inbreuken en een maximum van 60 | 3 % met een minimum van 61 inbreuken en een maximum van 80 | 4 % met een minimum van 81 inbreuken en een maximum van 100 | |||
| 0 < X ≤ 2 | 200 | 400 | 600 | 1.000 | 1.500 | |
| 2 < X ≤ 4 | 400 | 800 | 1.200 | 2.000 | 3.000 | |
| 4 < X ≤ 6 | 600 | 1.200 | 1.800 | 3.000 | 4.500 | |
| X > 6 | 1.000 | 2.000 | 3.000 | 5.000 | 7.500]1 | |
| (1)<BWG 2019-03-21/13, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 26-04-2019> | ||||||
| [1 Dépassement de la valeur de bruit (exprimée en dB (A) | Montant de l'amende en euro | Montant de l'amende majoré en euro | ||||
| 1 % avec un minimum de 20 infractions et un maximum de 40 | 2 % avec un minimum de 41 infractions et un maximum de 60 | 3 % avec un minimum de 61 infractions et un maximum de 80 | 4 % avec un minimum de 81 infractions et un maximum de 100 | |||
| 0 < X ≤ 2 | 200 | 400 | 600 | 1.000 | 1.500 | |
| 2 < X ≤ 4 | 400 | 800 | 1.200 | 2.000 | 3.000 | |
| 4 < X ≤ 6 | 600 | 1.200 | 1.800 | 3.000 | 4.500 | |
| X > 6 | 1.000 | 2.000 | 3.000 | 5.000 | 7.500]1 | |
| (1)<ARW 2019-03-21/13, art. 14, 002; En vigueur : 26-04-2019> | ||||||
- De administratieve straf wordt [2 per beweging]2 opgelegd [2 op grond van de overschrijding van de hoogste, recht tegenover [2 [6 één of meer geluidsmeters]6]2 vastgestelde geluidsdrempel]2. [6 In geval van meerdere overschrijdingen tijdens dezelfde beweging wordt de waarde van de grootste overschrijding gebruikt om de hoogte van de straf die de overtreder wordt opgelegd te bepalen.]6
[2 ...]2.
2° Bij die bepaling worden niet bedoeld :
1. de opstijgingen en de landingen van de vliegtuigen die leden van de Belgische Koninklijke Familie, de federale Regering, de Gewest- en Gemeenschapsregeringen en de buitenlandse koninklijke families, de buitenlandse staatshoofden of regeringsleiders, de voorzitter en de commissarissen van de Europese Unie in officiële opdracht vervoeren;
2. de opstijgingen en landingen in verband met humanitaire opdrachten;
3. de opstijgingen en landingen in verband met militaire opdrachten;
de opstijgingen en landingen die in uitzonderlijke omstandigheden verricht worden zoals :
a) bij vluchten waarvoor er een onmiddellijk gevaar bestaat voor het leven of de gezondheid van mens of dier;
b) bij vluchten die wegens de weersomstandigheden afgeleid worden naar een luchthaven;
5. de opstijgingen en landingen die om veiligheidsredenen niet op de gebruikelijke wijze worden verricht;
6. [3 ...]3.
§ 3. Bij schending van de bepalingen van artikel 6, § 1, 3°, van het decreet van 23 juni 1994 wordt het bedrag van de boete verschuldigd door [1 de overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]1, vastgesteld op 200 euro per inbreuk.
Bij herhaling binnen de termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige boete verdubbeld.
[4 Bij deze bepaling worden niet beoogd :
1° de militaire vluchten;
2° de oefenvluchten, behoorlijk gemachtigd overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2000.]4
§ 4. Bij schending van de bepalingen van artikel 6, § 1, 4°, van het decreet van 23 juni 1994 wordt het bedrag van de boete verschuldigd door [1 de overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]1, vastgesteld op 200 euro per inbreuk.
Bij herhaling binnen de termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige boete verdubbeld.
§ 5. [3 ...]3.
[3 ...]3.
[2 ...]2.
2° Bij die bepaling worden niet bedoeld :
1. de opstijgingen en de landingen van de vliegtuigen die leden van de Belgische Koninklijke Familie, de federale Regering, de Gewest- en Gemeenschapsregeringen en de buitenlandse koninklijke families, de buitenlandse staatshoofden of regeringsleiders, de voorzitter en de commissarissen van de Europese Unie in officiële opdracht vervoeren;
2. de opstijgingen en landingen in verband met humanitaire opdrachten;
3. de opstijgingen en landingen in verband met militaire opdrachten;
de opstijgingen en landingen die in uitzonderlijke omstandigheden verricht worden zoals :
a) bij vluchten waarvoor er een onmiddellijk gevaar bestaat voor het leven of de gezondheid van mens of dier;
b) bij vluchten die wegens de weersomstandigheden afgeleid worden naar een luchthaven;
5. de opstijgingen en landingen die om veiligheidsredenen niet op de gebruikelijke wijze worden verricht;
6. [3 ...]3.
§ 3. Bij schending van de bepalingen van artikel 6, § 1, 3°, van het decreet van 23 juni 1994 wordt het bedrag van de boete verschuldigd door [1 de overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]1, vastgesteld op 200 euro per inbreuk.
Bij herhaling binnen de termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige boete verdubbeld.
[4 Bij deze bepaling worden niet beoogd :
1° de militaire vluchten;
2° de oefenvluchten, behoorlijk gemachtigd overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2000.]4
§ 4. Bij schending van de bepalingen van artikel 6, § 1, 4°, van het decreet van 23 juni 1994 wordt het bedrag van de boete verschuldigd door [1 de overtreder aan wie de overtreding toegerekend kan worden]1, vastgesteld op 200 euro per inbreuk.
Bij herhaling binnen de termijn van één jaar wordt het bedrag van de vorige boete verdubbeld.
§ 5. [3 ...]3.
[3 ...]3.
Modifications
- La sanction administrative est infligée [2 par mouvement]2 sur base [2 du dépassement du seuil de bruit le plus élevé constaté]2 au droit [2 [6 d'un ou plusieurs sonomètres ]6]2. [6 En cas de plusieurs dépassements lors d'un même mouvement, la valeur du dépassement le plus important est retenue pour déterminer le taux de la sanction imposée au contrevenant. ]6
[2 ...]2.
2° Ne sont pas visés par cette disposition :
1. les décollages et les atterrissages des avions transportant des membres de la Famille Royale Belge, du Gouvernement fédéral, des Gouvernement régionaux et communautaires et des familles royales étrangères, des chefs d'Etat ou des chefs de Gouvernements étrangers, le Président et les commissaires de l'Union européenne, en mission officielle;
2. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions humanitaires;
3. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions militaires;
4. les décollages et atterrissages s'effectuant dans des circonstances exceptionnelles telles que :
a) lors des vols pour lesquels il y a un danger immédiat pour la vie ou la santé, tant des hommes que des animaux;
b) lorsque des vols sont déviés vers un aéroport pour des raisons météorologiques;
5. les décollages et atterrissages s'effectuant de manière inhabituelle pour des raisons de sécurité;
6. [3 ...]3.
§ 3. En cas de violation des dispositions prévues par l'article 6, § 1er, 3°, du décret du 23 juin 1994, le montant de l'amende du par [1 le contrevenant auquel l'infraction est imputable]1 est fixé à 200 euros par infraction.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
[4 Ne sont pas visés par cette disposition :
1° les vols militaires;
2° les vols d'entraînement dûment autorisés conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 novembre 2000.]4
§ 4. En cas de violation des dispositions prévues par l'article 6, § 1er, 4°, du décret du 23 juin 1994, le montant de l'amende du par [1 le contrevenant auquel l'infraction est imputable]1 est fixé à 200 euros par infraction.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
§ 5. [5 ...]5.
[5 ...]5.
[2 ...]2.
2° Ne sont pas visés par cette disposition :
1. les décollages et les atterrissages des avions transportant des membres de la Famille Royale Belge, du Gouvernement fédéral, des Gouvernement régionaux et communautaires et des familles royales étrangères, des chefs d'Etat ou des chefs de Gouvernements étrangers, le Président et les commissaires de l'Union européenne, en mission officielle;
2. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions humanitaires;
3. les décollages et atterrissages en rapport avec des missions militaires;
4. les décollages et atterrissages s'effectuant dans des circonstances exceptionnelles telles que :
a) lors des vols pour lesquels il y a un danger immédiat pour la vie ou la santé, tant des hommes que des animaux;
b) lorsque des vols sont déviés vers un aéroport pour des raisons météorologiques;
5. les décollages et atterrissages s'effectuant de manière inhabituelle pour des raisons de sécurité;
6. [3 ...]3.
§ 3. En cas de violation des dispositions prévues par l'article 6, § 1er, 3°, du décret du 23 juin 1994, le montant de l'amende du par [1 le contrevenant auquel l'infraction est imputable]1 est fixé à 200 euros par infraction.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
[4 Ne sont pas visés par cette disposition :
1° les vols militaires;
2° les vols d'entraînement dûment autorisés conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 8 novembre 2000.]4
§ 4. En cas de violation des dispositions prévues par l'article 6, § 1er, 4°, du décret du 23 juin 1994, le montant de l'amende du par [1 le contrevenant auquel l'infraction est imputable]1 est fixé à 200 euros par infraction.
En cas de récidive dans un délai d'un an, le montant de l'amende précédente est doublé.
§ 5. [5 ...]5.
[5 ...]5.
Modifications
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.9. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur Belge.
Art. 10. De Minister bevoegd voor luchthavenbeheer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 10. Le Ministre ayant la gestion aéroportuaire dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.