1° decreet : decreet van 4 april 2003 betreffende de oppervlaktedelfstoffen;
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Natuurlijke Rijkdommen;
3° [1 [4 departement: het Departement Omgeving;]4]1
4° Titel II van het VLAREM : het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
5° [3 VLAREL: het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu]3;
6° certificaat van herkomst : document dat aan de vergunninghouder, de afnemer en de overheid een garantie biedt voor de milieuhygiënische kwaliteit van de primaire oppervlaktedelfstoffen;
7° onderzoeksareaal : het perceel, een groep van percelen of delen van percelen, waarvoor een certificaat van herkomst wordt aangevraagd;
8° sporenelementen : chemische elementen welke in diverse stoffen, zowel vaste, vloeibare als gasvormige, in zeer lage gehalten voorkomen;
9° monster : elke relatief kleine hoeveelheid materiaal welke uit een grotere hoeveelheid materiaal genomen wordt en daarvoor als representatief kan worden aanzien, dit met het oog op verdere proeven en karakteriseringen;
10° achtergrondgehalte : gehalte aan sporenelementen dat men in de aardkorst, bestaande uit gesteenten in natuurlijke staat en vrij van menselijke beïnvloeding, aantreft;
11° achtergronddrempel : het hoogste gehalte aan sporenelementen in gesteenten met een frequent voorkomende chemische samenstelling, dat nog als behorende tot de natuurlijke achtergrond kan gerekend worden;
12° lokaal verhoogde achtergrond : de verzameling achtergrondgehalten van een specifieke geologische laag met een natuurlijke chemische samenstelling die eerder uitzonderlijk voorkomt. Deze gehalten zijn groter dan de berekende achtergronddrempels en zijn door hun uitzonderlijk karakter niet bij de berekening daarvan betrokken geweest.
13° [5 ...]5
14° zones : afgebakende oppervlakte-eenheden die de totaal vergunde oppervlakte samenstellen;
15° fasen : volgorde waarin de zones dienen ontgonnen te worden.
[2 [3 ...]3]2
[5 20° beveiligde zending: een van de onderstaande betekeningswijzen:
a) een analoge zending: een aangetekende zending of een afgifte tegen ontvangstbewijs;
b) een digitale zending: een zending via een uitwisselingsplatform van het departement.]5